ID.nl logo
Perfecte privacy: Al je bestanden versleutelen
© Reshift Digital
Zekerheid & gemak

Perfecte privacy: Al je bestanden versleutelen

Encryptie is de laatste strohalm voor onze privacy. Het is de enige manier om alles wat je doet en alles wat je bewaart te beschermen tegen meekijken en meelezen door anderen. Maar hoe werkt versleuteling, en hoe kun je ál je bestanden versleutelen?

Tip 01: Versleuteling

Versleuteling is de techniek waarbij je gegevens tijdelijk onleesbaar maakt om ze te beschermen, bijvoorbeeld als je ze verstuurt of bewaart – of dat nu op een computer of in de cloud is. Om de versleutelde gegevens later weer leesbaar te maken is een sleutel nodig, een reeks van tientallen of honderden cijfers en letters. Heb je die sleutel niet, dan blijven de gegevens onleesbaar. Lees ook: Beveilig je cloudopslag met BoxCryptor.

Het versleutelen van de gegevens heet coderen of encrypten; ze weer leesbaar maken heet decoderen of decrypten. Bij het versleutelen en het ontsleutelen van gegevens wordt een algoritme toegepast, een reeks bij elkaar horende wiskundige berekeningen. Computers kunnen deze berekeningen veel sneller uitvoeren dan wij mensen, en dat geldt zelfs al voor de toch nog beperkte rekenkracht van tablet en smartphone. De apparaten kunnen het zelfs zó snel dat je het in het gebruik niet eens merkt dat de gegevens eerst ontsleuteld moeten worden voor je ze kunt lezen.

©PXimport

Tip 02: Altijd https

Moet je online persoonlijke gegevens invoeren, bijvoorbeeld bij internetbankieren of als je een aankoop doet in een webshop, dan wil je die gegevens tijdens het transport over het internet natuurlijk versleutelen. Hiervoor is geen aparte encryptiesoftware nodig. De browser op de pc doet dit al voor je, mits je kiest voor https in plaats van het standaard http. Https staat voor Hypertext Transfer Protocol Secure en het is de veilige versie van http.

Bij https wordt er eerst een versleutelde verbinding opgezet en gaat daarna al het verkeer tussen de browser en de webserver via die veilige verbinding. Je kunt natuurlijk zelf altijd controleren of een website ook https aanbiedt, maar gemakkelijker gaat het met de HTTPS Everywhere plug-in voor Chrome, Opera en Firefox. HTTPS Everywhere weet van heel veel websites of ze ook https ondersteunen en wanneer het een site nog niet kent, zal het dat zelf controleren. Een heel handig programma dus, en ook nog gratis ter beschikking gesteld door de Electronic Frontier Foundation, een groep die vecht voor meer privacy op het internet. Ga hiernaartoe en klik op Install. Na de installatie vind je een HTTPS Everywhere-knop naast de adresbalk. Echt nodig heb je de bijbehorende opties niet: de plug-in werkt direct en bijna volledig automatisch.

©PXimport

ROT

Computers maken steeds sterkere versleuteling mogelijk maar echt nodig zijn ze niet. De Romeinen versleutelden al de berichten die ze aan de troepen stuurden. De Caesar-rotatie-versleuteling dankt er zelfs zijn naam aan. Hierbij wordt elke letter vervangen door een letter x posities verder in het alfabet. Bij een ROT3 zijn dat drie posities; de A wordt dan een D, de B een C, enzovoort. Bij een ROT13 (dertien posities) wordt de A een N en de B een O. Op internet zijn er talloze websites waar je ROT13-versleutelde berichten snel kunt maken of juist decoderen.

Tip 03: Sterk of zwak

Cryptoanalyse is de wetenschap die nieuwe manieren om gegevens te versleutelen ontwikkelt én probeert de bestaande manieren te kraken. Immers: een manier van versleutelen is alleen veilig zolang deze niet gekraakt is. Dat kraken is inmiddels al bij veel manieren om gegevens te versleutelen gelukt, maar dat geldt niet voor AES, de Advanced Encryption Standard. Moet je bij het versleutelen van gegevens zelf een logaritme kiezen, dan is AES of Rijndael (dat hetzelfde is) een prima keuze. En dat geldt zeker wanneer je het doet met een 256bit-sleutellengte. Hoe hoger de sleutelwaarde, hoe minder kwetsbaar de versleuteling is voor een brute force attack. Hierbij beschikt een aanvaller niet over de sleutel, maar domweg alle mogelijke combinaties van cijfers en letters geprobeerd.

De beste versleuteling op dit moment is AES met 256bit- sleutellengte

-

Wachtwoorden

Versleuteling moet er natuurlijk niet toe leiden dat je zelf niet meer bij de gegevens kunt. Bewaar daarom wachtwoorden die nodig zijn om de versleutelde gegevens te ontsleutelen op een veilige plaats, bijvoorbeeld in KeePass. Met KeePass maak je een met AES-256 versleutelde database speciaal voor gebruikersnamen en wachtwoorden. Download KeePass en installeer het met de standaard opties. Start KeePass en klik op File, New om de database een naam te geven en ergens op te slaan. Typ dan bij Master password het wachtwoord waarmee je de database gaat beschermen. Dit moet dus een voldoende sterk wachtwoord zijn dat je toch eenvoudig kunt onthouden. Bevestig met twee keer OK. Sluit KeePass af en start het weer op. Controleer of je met het wachtwoord de Keepass-database kunt openen. Werkt dat, klik dan met de rechtermuisknop in het linker vensterdeel en kies Add group. Maak een groep Versleuteld aan. Klik dan rechts en kies Add entry om gegevens aan KeePass toe te voegen. Zet bij Title een omschrijving van het versleutelde object, bijvoorbeeld USB-stick-blauw en dan bij Password het bijbehorende wachtwoord. Bij Repeat moet je dit als controle nog een keer invoeren.

©PXimport

Tip 04: Externe opslag

Om bestanden mee te nemen is een usb-geheugenstick erg handig, want: klein van formaat en met inmiddels voldoende opslagcapaciteit voor zelfs de grootste bestanden. Helaas is zo’n stick ook gevoelig voor verlies en diefstal en dus is het belangrijk de gegevens die erop staan te versleutelen. Er zijn twee opties: zelf een stick versleutelen of een stick nemen die zichzelf versleutelt. De laatste is in de praktijk de betere optie, omdat de beveiliging altijd is ingeschakeld en het versleutelen en ontsleutelen sneller gaat door de speciale hardware in de stick.

De meeste van deze beveiligde usb-sticks hebben een kleine, niet-versleutelde partitie. Zodra de stick in de computer wordt geplaatst, start vanaf die partitie een klein programma dat vraagt om het wachtwoord. Vul je dan het juiste wachtwoord in, dan worden de versleutelde gegevens op de stick toegankelijk. Voordat je de stick verwijdert, moet je in veel gevallen eerst de stick via de software loskoppelen. Let er bij aanschaf op dat de stick AES met 256bit-versleuteling gebruikt, de software Windows en macOS ondersteunt en geen administrator-rechten nodig heeft én dat de stick zich na maximaal tien foutieve login-pogingen formatteert. Er is veel rommel te koop in deze markt; bekende merken met een goede reputatie zijn onder meer Kingston en Integral.

©PXimport

Tip 05: Pincode

Er is nog een tweede type versleutelde usb-stick waarbij echt de complete stick is versleuteld. Om de stick te gebruiken, moet je eerst op de stick een code intypen; pas dan wordt de opslag toegankelijk. Een dergelijke stick werkt dus altijd, ongeacht het besturingssysteem op de pc. Er is immers geen extra software nodig om de stick te ontsluiten. Nadelen zijn er natuurlijk ook. Zo is het wachtwoord minder sterk, omdat het veelal beperkt is tot cijfers alleen. Ook kan het, wanneer je pc alleen aan de achterkant usb-poorten heeft, best lastig zijn om de code in te toetsen.

©PXimport

Tip 06: Encryptiesoftware

Het is ook mogelijk om zelf opslagschijven en sticks versleutelen. Je hebt dan geen aparte hardware nodig, maar wel encryptiesoftware. En die is er gelukkig voldoende en vaak nog gratis ook. De bekendste tool is misschien wel VeraCrypt, een opvolger van TrueCrypt dat op zijn beurt weer jarenlang de standaard was. Met VeraCrypt kun je elk opslagmedium versleutelen: van usb-geheugenstick tot een externe harde schijf, maar ook een schijf of een partitie in een pc, zelfs die waar het besturingssysteem op staat. VeraCrypt wordt gemaakt door het Franse beveiligingsbedrijf Idrix en is gratis te downloaden via veracrypt.codeplex.com. Klik op Download en bewaar het installatiebestand op de pc. Bij de installatie kun je kiezen tussen Install en Extract. Met Extract pak je alleen de bestanden uit op de harde schijf en kun je vervolgens alleen niet-systeemschijven versleutelen. Wil je alles versleutelen, dus ook de systeempartitie, dan kies je Install.

©PXimport

TrueCrypt, VeraCrypt, FreeOTFE, LibreCrypt …

Veel van de versleutelingssoftware is opensource en daarom gratis te gebruiken. Dat heeft veel voordelen, maar zeker ook nadelen. Zo is het vaak helemaal niet bekend wie de software maakt en of er nog nieuwe versies komen. Ook ben je voor ondersteuning aangewezen op online forums en hulp van andere gebruikers. Dat hoeft geen belemmering te zijn, maar zijn wel risico’s die je altijd moet afwegen. Zo was TrueCrypt lange tijd de onbetwiste nummer één onder de encryptiesoftware maar stopten de toch al anonieme makers op 29 mei 2014 – ineens en zonder waarschuwing vooraf – de verdere ontwikkeling van het programma. Of iedereen maar zijn versleutelde schijven wilde decrypten ... Inmiddels zijn er veel nieuwe initiatieven. Sommige daarvan bouwen voort op TrueCrypt, andere zijn helemaal opnieuw begonnen. Even zoeken op internet levert er genoeg op: VeraCrypt, LibreCrypt, FreeOTFE, CipherShed, TrustedDisk en nog veel meer.

©PXimport

Tip 07: Eerst een back-up

Met VeraCrypt kun je zowel een echte harde schijf versleutelen als een partitie op een schijf én je kunt per schijf of partitie aangeven of ze versleuteld moeten worden. Zitten er dus meerdere schijven of partities in de pc dan kun je alleen de partitie waarop de persoonlijke gegevens staan versleutelen en niet ook de systeempartitie. Staan Windows en alle persoonlijke gegevens op één partitie, dan kun je ook die versleutelen. Die keuze is helemaal aan jou. Omdat encryptie best ingrijpend is, doe je er wel goed aan eerst een goede back-up te maken van in elk geval al je persoonlijke bestanden. Zet die back-up op een externe schijf of NAS. Controleer of de gegevens allemaal geback-upt zijn en ook hersteld kunnen worden en begin dan pas met versleutelen. Heb je een externe schijf gebruikt voor de back-up, koppel die dan los van de pc waarop je gaat versleutelen.

©PXimport

Tip 08: Schijf versleutelen

In de meeste notebooks zit maar één harde schijf of SSD en staan de persoonlijke bestanden met Windows samen op dezelfde partitie. Wil je die persoonlijke gegevens versleutelen, dan moet je dus de systeempartitie versleutelen. Klik hiervoor op System, Encrypt System Partition/Drive. VeraCrypt start nu de wizard die gaat helpen de systeemschijf te versleutelen. Kies Normal (omdat je een gewone versleuteling wilt uitvoeren) en kies daarna Encrypt the whole drive.

Je kunt ook alleen de Windows-systeempartitie versleutelen, maar de andere optie is veiliger. Klik door tot je bij de Encryption Options bent. Hier kun je het logaritme kiezen, natuurlijk AES en natuurlijk in combinatie met SHA-256 als sleutel. Typ daarna het wachtwoord waarmee je na de versleuteling altijd wilt inloggen. Bewaar dit wachtwoord op een goede plek en kies vooral ook een goed, sterk wachtwoord. Beweeg bij Collecting Random Data de muis zo lang en zo willekeurig mogelijk binnen het venster tot de balk onder in het venster helemaal groen is gevuld. Door dit te doen creëer je ‘entropie’, een hoeveelheid onvoorspelbare en grillige gegevens die de kwaliteit van de versleuteling versterkt. Vervolg dan de wizard tot de pc opnieuw moet starten. Klik dan op Ja. Wacht tot de pc is opgestart en log nu in bij de VeraCrypt Boot Loader met het wachtwoord dat je eerder hiervoor hebt ingesteld. Bij PIM druk je op Enter. Log dan weer in bij Windows en VeraCrypt zal laten weten dat de test geslaagd is en het versleutelen kan beginnen. Klik daartoe op Encrypt. Het totale versleutelen kan uren duren; laat de computer lekker zijn werk doen.

©PXimport

Tip 09: Cloud versleutelen

Behalve op de eigen pc hebben we steeds meer gegevens in de cloud staan en hoewel opslaan in de cloud in veel opzichten veiliger is dan opslag op de eigen pc, blijven het toch jouw gegevens op de computer van iemand anders. Heel verstandig dus die ook te versleutelen. Een goede optie hiervoor is Boxcryptor. Dit is een betaald product maar het is gratis voor iedereen die maar één clouddienst gebruikt en synchroniseert met maximaal twee apparaten. Voor onbeperkte clouddiensten en apparaten betaal je een klein bedrag per jaar.

Ga naar www.boxcryptor.com en klik op Download Boxcryptor. Installeer het programma inclusief het EldoS Corporation Systeemapparaat waarvoor een melding komt van Windows-beveiliging. Daar dus Installeren kiezen, verder is de standaard keuze altijd de goede. Wacht tot Boxcryptor start en klik op Create your Boxcryptor account. Maak een account aan met je mailadres en een goed sterk wachtwoord dat je ook weer in Keepass moet bewaren. Kies Free als je Boxcryptor gratis wilt gebruiken. Als je weer terug bent bij de login van Boxcryptor, log dan in met het nieuwe Boxcryptor-account en wachtwoord. Klik op Sign in. Boxcryptor maakt nu een nieuw station aan op de pc en in het voorbeeldscherm zie je de bijbehorende stationsletter. In dit virtuele station maakt Boxcryptor voor elke clouddienst die je gebruikt een map aan. Wil je de opslag in de cloud versleutelen, klik dan met de rechtermuisknop op de vermelding van de cloudprovider in die map en kies Encrypt. Versleutelde mappen en bestanden hebben een groene aanduiding en bestanden die je later nog toevoegt aan een map worden automatisch versleuteld. Op deze zijn meerdere cursussen te vinden met nog meer uitleg over het gebruik van Boxcryptor. Voor toegang vanaf je smartphone kun je de Boxcryptor-app installeren via de App Store of Google Play.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Vingerafdruk, pincode of gezichtsherkenning: wat is het veiligste manier om je smartphone te beveiligen?
© ID.nl
Huis

Vingerafdruk, pincode of gezichtsherkenning: wat is het veiligste manier om je smartphone te beveiligen?

Je smartphone is tegenwoordig veel meer dan een telefoon; het is de kluis van je digitale leven. Bankzaken, privéfoto's, e-mails en locatiegegevens: het staat er allemaal op. Het goed beveiligen van die toegang is dus geen overbodige luxe. Maar kies je voor het ouderwetse wachtwoord, je vingerafdruk of toch je gezicht? Wij leggen de voor- en nadelen van elke methode naast elkaar.

De klassieker: pincode of wachtwoord

Elke telefoon vraagt erom bij het opstarten: een code. Dit is de basisbeveiliging. Zonder code kun je vaak geen gezichtsherkenning of vingerafdruk instellen. Maar is het ook de beste methode voor dagelijks gebruik?

©ID.nl

Pincode of wachtwoord: de voordelen

• Veiligheid in eigen hand

Het sterke aan een code is dat het in je hoofd zit. Maar een code als 1234 of 0000 is zo gekraakt. Maar kies je voor een langere cijferreeks? Dan is het voor iemand die je smartphone in handen krijgt digitaal gezien nagenoeg onmogelijk om de code te kraken. Voeg je ook letters toe, (zie kader), dan is dit digitaal gezien de moeilijkste methode om te kraken.

• Juridisch sterker

Een interessant weetje: in veel rechtsgebieden val je met een toegangscode onder het zwijgrecht. De politie mag je vaak niet dwingen je code af te staan. Je vinger op een scanner leggen kan in sommige situaties wel als dwangmiddel worden ingezet.

💡 Tip: Gebruik letters voor extra veiligheid

Veel mensen denken dat ze bij het vergrendelen van hun telefoon vastzitten aan een cijfercode, maar dat is niet zo. Je kunt ook kiezen voor een alfanumeriek wachtwoord (een combinatie van cijfers, letters en tekens). Dit is vele malen moeilijker te kraken dan een traditionele cijfer-pincode.

Zo stel je het in:

iPhone: Ga naar Instellingen > Face ID en toegangscode > Wijzig toegangscode. Tik vervolgens op het blauwe tekstje 'Toegangscode-opties' en kies voor 'Aangepaste alfanumerieke code'.

Android: Ga naar Instellingen > Beveiliging > Schermvergrendeling. Kies hier niet voor 'Pincode', maar voor de optie 'Wachtwoord'.

Pincode of wachtwoord: de nadelen

• Afkijken

Iemand die in de trein over je schouder meekijkt, heeft je pincode zo gezien. Ook vette vingers op het scherm kunnen je patroon verraden.

• Gemak

Tachtig keer per dag een lange code intikken gaat vervelen. Mensen kiezen daardoor vaak voor een te simpele code, en dat maakt het juist onveilig.

©ID.nl

2. Lekker snel (maar niet altijd even veilig): vingerafdrukscanner

De vingerafdrukscanner is mateloos populair vanwege het enorme gebruiksgemak: in één soepele beweging pak je je telefoon en ben je vrijwel direct binnen. Toch is het belangrijk om te weten dat de ene scanner de andere niet is en dat dit systeem zowel sterke als zwakke punten heeft.

Vingerafdrukscanner: de voordelen

• Snelheid

Het is vaak de snelste manier om je telefoon te openen, zeker als de scanner in de aan-knop verwerkt zit.

• Betrouwbaarheid (bij de juiste techniek)

Heb je een toestel met een fysieke scanner (achterop/zijkant) of een moderne ultrasone scanner (zoals in de Samsung S-serie)? Dan is de beveiliging uitstekend. Ultrasone scanners maken een 3D-map van je vinger en zijn zeer moeilijk te foppen.

Vingerafdrukscanner: de nadelen

• Natte vingers en pleisters

Heb je natte handen? Dan weigeren veel scanners dienst. Ook met een pleister om je vinger herkent de telefoon je niet. Tip: zorg daarom dat je vingerafdrukken van allebei je handen opslaat.

• Ongewenste toegang

Een klein (maar reëel) risico is dat iemand toegang krijgt terwijl je slaapt of bewusteloos bent, door voorzichtig je vinger op de scanner te leggen.

• Onveilige optische scanners

Veel budget-telefoons hebben een 'optische scanner' onder het scherm. Deze maakt een 2D-foto van je vinger. Dit is minder veilig en makkelijker te foppen dan de ultrasone varianten.

©ID.nl

Gezichtsherkenning: gemak of schijnveiligheid?

Telefoon ontgrendelen door ernaar te kijken voelt als magie. Maar pas op: hier zit de grootste valkuil voor consumenten.

Gezichtsherkenning: de voordelen

• Ultiem gemak

Je hoeft niets aan te raken. Kijken is openen. Ideaal als je bijvoorbeeld handschoenen draagt in de winter.

• Extreem veilig (alleen bij 3D)

Heb je een iPhone (FaceID) of een dure Android met 3D-sensoren? Dan worden er duizenden onzichtbare puntjes op je gezicht geprojecteerd om diepte te meten. Dit is amper te misleiden.

Gezichtsherkenning: de nadelen

• Schijnveiligheid (bij 2D)

Veel goedkopere Android-telefoons gebruiken simpelweg de selfiecamera (2D-herkenning). Dit is niet veilig. Soms is een foto van jou (van Facebook of Instagram) al genoeg om in te breken. Gebruik dit type gezichtsherkenning zeker nooit voor je bank-app.

• Toegang tijdens slaap

Als je niet oplet, kan iemand je telefoon voor je gezicht houden terwijl je slaapt om hem te ontgrendelen. Tip: Zet in de instellingen altijd de optie "Aandacht vereist" of "Ogen open" aan. Dan werkt het alleen als je echt naar het scherm kijkt.

Hoe zit het met privacy?

Een veelgehoorde zorg: "Ik wil niet dat mijn biometrische gegevens in de cloud staan." We kunnen je geruststellen. Bij moderne smartphones worden je gezicht of vinger lokaal opgeslagen in een speciale, zwaarbeveiligde chip in de telefoon (de Secure Enclave). Deze data verlaat je telefoon nooit. Er wordt ook geen foto van je vinger opgeslagen, maar een versleutelde wiskundige code. Zelfs als de servers van de fabrikant gehackt worden, liggen jouw biometrische gegevens niet op straat.

Vingerafdruk, pincode of gezichtsherkenning: wat is het best?

Wat de slimste keuze is, hangt volledig af van je toestel. Heb je een iPhone of een high-end Android-telefoon met 3D-scan? Dan kun je gerust gebruikmaken van gezichtsherkenning; dat is niet alleen snel en makkelijk, maar ook veilig. Bezit je echter een middenklasse- of budgettoestel, kies dan liever voor de vingerafdrukscanner. De gezichtsherkenning op deze modellen is namelijk vaak onveilig.

Vergeet ook de basis niet: zorg altijd voor een sterke toegangscode (liefst alfanumeriek of langer dan vier cijfers) als back-up. Start je telefoon bovendien af en toe opnieuw op. Hierdoor wordt de biometrische beveiliging tijdelijk uitgeschakeld, waardoor je telefoon op zijn veiligst is.

📱Ook interessant: Help! Ik ben het wachtwoord van mijn Apple ID vergeten


Bescherm je smartphone optimaal met een stevig telefoonhoesje.

Zo blijft je toestel in topconditie, hoe je het ook ontgrendelt!
▼ Volgende artikel
Gratis en complete grafische tool: aan de slag met Gimp 3
© ID.nl
Huis

Gratis en complete grafische tool: aan de slag met Gimp 3

Ben je op zoek naar goede software voor het bewerken van foto’s en andere grafische bestanden? Dan is de kans groot dat je Gimp al kent als veelzijdig alternatief voor dure grafische pakketten. Nu is er een nieuwe versie beschikbaar: Gimp 3. Hoe verhoudt deze nieuwe versie zich ten opzichte van de andere grafische programma's?

Er is lange tijd gewerkt aan versie 3 van Gimp: het team heeft er maar liefst zeven jaar aan gesleuteld. De makers, bestaande uit vrijwilligers, begonnen direct aan deze editie na de release van Gimp 2.10 in 2018. Al terug in 2020 kregen we een voorproefje van Gimp 3.0 via een ontwikkelversie, maar pas in 2025 zag de definitieve editie het daglicht. Wie overigens nu denkt dat het Gimpt-team aan het uitrusten is, heeft het mis. Op dit moment is het team namelijk alweer bezig met een volgende versie: Gimp 3.2.

Brede ondersteuning

Wat erg prettig is aan Gimp is dat het programma beschikbaar is voor verschillende platformen. Voor dit artikel bekeken we versie 3.0.4. Deze versie is er voor Windows, Linux en macOS. Zorg bij Windows voor Windows 10 of hoger en bij macOS voor versie 11 of hoger. Je vindt de nieuwste edities via www.gimp.org/downloads.

Indeling

Je kunt Gimp tot in detail naar je hand zetten . Dat is geen overbodige luxe: het programma kent een relatief grote hoeveelheid opties die je niet altijd gebruikt. Hoe je Gimp indeelt, heeft voornamelijk te maken met de acties die je ermee wilt uitvoeren, bijvoorbeeld foto’s bewerken, illustraties maken of digitale kunst maken. Om de omgeving te stroomlijnen, kun je gebruikmaken van dokbare vensters. Open het menu Vensters en kies Dokbare vensters. Bepaal vervolgens welke opties je snel toegankelijk wilt hebben. Je vindt verschillende opties, zoals de kleurenwaaier, lettertypes, lagen en penselen.

Je kunt Gimp tot in detail naar je hand zetten.

Wil je je volledig concentreren op het document zelf? Dan kun je de dokvensters ook (tijdelijk) uitschakelen. Kies Vensters / Dokken verbergen (en dezelfde optie om ze later weer zichtbaar te maken). Een tussenvorm is ook mogelijk, waarbij je de gedokte vensters laat zweven. Je hebt hierdoor meer vrijheid bij het optimaal inrichten van je werkomgeving. Kies voor Vensters en verwijder het vinkje bij Enkelvenstermodus.

Ben je tevreden over je eigen indeling? Dan kun je deze direct opslaan. Kies dan Bewerken / Voorkeuren / Interface / Vensterbeheer. Klik op Vensterposities nu opslaan. Standaard wordt de werkomgeving bewaard zodra je het programma afsluit (controleer of Vensterposities opslaan bij verlaten is geactiveerd).

Als je gebruikmaakt van meerdere beeldschermen, dan kun je Gimp hiermee rekening laten houden. Activeer Open vensters op dezelfde beeldschermen als eerder. Heb je vensters verschoven, maar wil je snel terugkeren naar eerdere posities? Klik op Opgeslagen vensterposities terugzetten.

Handig: de aangepaste gebruikersomgeving bewaren.

Specifieke functies

Eerlijk is eerlijk: Gimp bevat een flinke hoeveelheid functies. De kans bestaat dat je een gewenste functie niet kunt vinden. In plaats van uren te zoeken, kun je de functie ook opzoeken in een overzicht. Kies Hulp / Een functie zoeken en deze uitvoeren. Typ de naam of omschrijving van de functie, bijvoorbeeld ‘lagen’.

In het zoekoverzicht toont Gimp alleen opties die met het trefwoord te maken hebben. Klik op een resultaat om de functie daadwerkelijk uit te voeren. Bij elke functie zie je ook waar deze zich in het programma bevindt, zodat je deze een volgende keer zelfstandig kunt uitvoeren.

In het zoekoverzicht kun je zoeken naar specifieke opties die je niet snel kunt vinden.

Meerdere schermen

Als je gebruikmaakt van meerdere schermen, kun je Gimp hiermee rekening laten houden. Zo kun je de vensters naar een ander scherm verplaatsen. Kies voor Beeld / Verplaatsen naar scherm. Ook kun je individuele vensters naar een ander scherm verplaatsen. Klik op het kleine pictogram rechtsboven (Tabblad configureren) en kies Verplaatsen naar scherm.

Grootte aanpassen

Je kunt op elk gewenst moment het formaat van de afbeelding aanpassen. Kies Afbeelding / Afbeelding schalen. Bepaal de gewenste breedte en hoogte in de sectie Afbeeldingsgrootte. Standaard is de eenheid millimeter, maar je kunt ook een andere eenheid kiezen. Bijvoorbeeld Pixels of Percent.

Die laatste optie is interessant als je de volledige afbeelding in één keer wilt vergroten of juist verkleinen. Standaard zijn de verhoudingen tussen breedte en hoogte aan elkaar gekoppeld. Dat is niet verplicht: klik op het pictogram van de ketting om die koppeling te verbreken. Tevreden met de nieuwe waarden? Bevestig met een klik op Schalen.

De titelbalk van de afbeelding die je hebt geopend, geeft in Gimp belangrijke informatie. Zo lees je in de titelbalk onder meer de bestandsnaam af, maar ook welke afmetingen het bestand heeft. Ook zie je hier welke kleurindeling wordt gebruikt, bijvoorbeeld RGB-kleur 8-bit, en uit hoeveel lagen de afbeelding is opgebouwd.

Je kunt zelf een afbeelding schalen.

Transformeren

Je kunt Gimp goed gebruiken om nieuw materiaal te maken, maar ook om bestaande grafische afbeeldingen aan te passen. Bijvoorbeeld door ze te roteren of bij te snijden. De meeste functies hiervoor vind je onder Gereedschap / Transformeren. Wil je bijvoorbeeld een afbeelding bijsnijden (croppen), dan kies je voor Gereedschap / Transformeren / Bijsnijden. Om een afbeelding te roteren, kies je in hetzelfde menu voor Draaien. Ook andere opties, zoals Schalen en Spiegelen, zijn ondergebracht in hetzelfde menu.

Je bent overigens niet afhankelijk van dit menu: je kunt de functies ook bereiken via de werkbalk die standaard links in het venster wordt getoond. Houd de muisaanwijzer boven een knop voor meer informatie. Veel functies hebben gedetailleerde eigenschappen. Klik je bijvoorbeeld op Penseel, dan kun je kiezen welke grootte het penseel heeft, welk inkttype en welke kleuropties worden gehanteerd. Gimp toont die eigenschappen in het venster Gereedschapsopties, direct onder de werkbalk waarop je de eerdergenoemde opties vindt.

In de linkeronderhoek vind je details van geselecteerde acties.

Geschiedenis

Alle bewerkingen die je op een afbeelding toepast, worden vastgelegd in de geschiedenis. Dit tabblad wordt standaard links in het venster getoond en vult zich naarmate je de acties toepast. Om terug te keren naar een punt in het verleden, klik je op de actie in de lijst. De geschiedenis is handig, omdat je hiermee ziet welke acties je hebt uitgevoerd en kunt experimenteren met verschillende bewerkingen.

Herstellen

Gimp houdt bij welke acties je op een document uitvoert. Dat is handig: hierdoor kun je op een later moment terugkeren naar een eerder punt en wijzigingen ongedaan maken of juist doorvoeren. Je kunt deze geschiedenis op elk moment opvragen: kies voor Bewerken / Geschiedenis ongedaan maken. Linksonder verschijnt een venster met de verschillende stappen. Selecteer nu een bewerking en klik op de knop Ongedaan maken linksonder in het venster.

Heb je een aardige set bewerkingen gemaakt, ben je tevreden en wil je schoon schip maken? Dan kun je de geschiedenis van bewerkingen ook wissen. Afhankelijk van de hoeveelheid bewerkingen kan dit geheugen vrijmaken. Klik op de (verwarrende) knop Alles wissen uit Geschiedenis ongedaan maken. Je vindt deze knop rechtsonder in het geschiedenisvenster.

De geschiedenis geeft een overzicht van de gedane bewerkingen.

Filters

Gimp heeft een volwassen verzameling filters: open hiervoor het menu Filters. Er zijn verschillende categorieën. Met sommige filters kun je afbeeldingen verbeteren, bijvoorbeeld door ruis te verwijderen. Om een afbeelding te verbeteren door deze te verscherpen, kies je Filters / Verbeteren / Verscherpen. Ook kun je een afbeelding verbeteren door deze zachter en minder kartelig te maken, via Filters / Vervagen / Gaussiaanse vervaging of Focus vervaging. Om ruis uit een afbeelding (zoals een foto) te halen, kies je Filters / Ruis.

Ook de artistieke filters zijn het bekijken waard. Kies Filters / Artistiek. Zo kun je bijvoorbeeld kiezen voor het effect van een fotokopie, maar ook voor een getekende stijl (Cartoon) of voor verfeffect (Olieverven). Verder vind je in dezelfde categorie andere kenmerkende stijlen, zoals Textieldruk en Van Gogh.

Gimp heeft een flinke verzameling filters.

Effecten

Je kunt filters gebruiken om effecten op een afbeelding toe te passen, bijvoorbeeld door de belichting van een afbeelding aan te passen of door een ‘lens flare’ (een schittering) na te bootsen. Kies Filters / Licht en schaduw. Selecteer je bijvoorbeeld Kies belichtingseffecten, dan opent een venster waarin je opties kiest. Open de tab Licht en bepaal het effect.

Ook via de andere tabbladen in hetzelfde venster, zoals Materiaal en Omgevingsprojectie, kun je de effecten naar je hand zetten. Klik op Instellingen opslaan, zodat je het profiel een volgende keer snel kunt gebruiken. 

Afbeeldingsinfo

Heb je een bestand geopend en wil je alles weten over de afmeting, resolutie, bitdiepte en andere belangrijke gegevens? Kies Afbeelding / Afbeeldingsinfo. Of nog sneller: druk op de toetscombinatie Alt+Enter. Het venster bestaat uit drie tabbladen, waarbij Eigenschappen de meeste informatie bevat. Neem ook een kijkje bij Afbeelding / Metadata / Metagegevens bekijken. Hier vind je aanvullende informatie over het document.

Exporteren

Gimp ondersteunt een flinke hoeveelheid bestandsformaten. Standaard worden bestanden opgeslagen in xcf. Dit is de eigen bestandsindeling van Gimp. Een xcf-bestand bevat alle informatie, zoals lagen. Verder is er ondersteuning voor andere formaten. Dat is handig bij het opslaan van de bestanden.

Ben je klaar met een bestand, kies dan Bestand / Exporteren als. In het venster geef je een bestandsnaam op en bepaal je de locatie. Werp hierna een blik op Bestandstype selecteren. Kies de gewenste indeling, zoals gif-afbeelding of png-afbeelding. Het valt hierbij op dat Gimp ook exotischere grafische formaten ondersteunt, zoals Windows-pictogrammen of Windows-cursors.

Tevreden met de keuze? Bevestig met een klik op Exporteren. Afhankelijk van de keuze verschijnt een venster waarin je verregaande controle hebt over het eindresultaat. Kies je bijvoorbeeld voor jpeg, dan verschijnt het venster Afbeelding exporteren als JPEG. Via de balk Kwaliteit bepaal je de kwaliteit, en daarmee de bestandsgrootte van de afbeelding. Onder Geavanceerde instellingen kun je de afbeelding verder aanpassen, bijvoorbeeld door deze minder kartelig te maken. Onder Metadata kun je extra informatie aan de afbeelding meegeven, zoals wie de auteur van het beeld is. Maak je vaak gebruik van dezelfde instellingen, sla de set dan op als profiel via een klik op Instellingen opslaan.

Bepaal in welke bestandsindeling je de afbeelding wilt bewaren.

Xcf-bestand verkleinen

Afhankelijk van de complexiteit kan een xcf-bestand flink in omvang toenemen. Heb je behoefte aan een compactere omvang, dan kun je een betere compressie selecteren. Kies Bestand / Opslaan (XCF). In het nieuw geopende venster zet je een vinkje bij Dit XCF-bestand opslaan met betere maar tragere compressie. Houd er rekening mee dat je het bestand vervolgens alleen in de nieuwste versies van Gimp kunt gebruiken: in oudere edities kan het mogelijk niet worden ingelezen.

Standaardafbeelding

 Mogelijk werk je vaak met dezelfde soort afbeeldingen, bijvoorbeeld met dezelfde afmetingen. Je kunt tijd besparen door in Gimp deze waarden als standaard in te stellen. Kies Bewerken / Voorkeuren / Standaardafbeelding. Ga uit van een sjabloon, dat je eventueel nog kunt aanpassen.

Kies Sjabloon en selecteer de afmeting. Voor specifieke formaten heb je niet voldoende aan de opties in dat menu. Je kunt de afmetingen ook handmatig opgeven bij Afbeeldingsgrootte. Nog interessanter is de sectie Geavanceerde opties. Hier kun je onder meer de resolutie en een kleurprofiel bepalen, zodat je volledige controle hebt over de nieuwe afbeelding.

Bespaar tijd door een standaardafbeelding te definiëren.

Sneller werken

Grote kans dat je het grootste gedeelte van de tijd in Gimp werkt met muis of pen, maar je kunt het toetsenbord ook goed inzetten voor het uitvoeren van acties. De sneltoetsen vind je bij elke menuvermelding, maar je hoeft hiermee geen genoegen te nemen. In Gimp kun je ook eigen sneltoetsen samenstellen. Kies Bewerken / Voorkeuren / Interface. In de sectie Sneltoetsen klik je op Sneltoetsen configureren. Zoek de actie waarvoor je een sneltoets wilt maken of deze wilt aanpassen en selecteer de actie. Druk vervolgens op de toetscombinatie die je wilt toewijzen. Herhaal dit voor alle sneltoetsen die je gebruikt. Tevreden? Klik op Oké

Werken met raw-bestanden

Om met raw-bestanden in Gimp te werken, kun je gebruikmaken van externe hulp. Twee populaire uitbreidingen zijn RawTherapee (www.rawtherapee.com) en Darktable (www.darktable.org/install). Met deze uitbreidingen kun je de raw-bestanden klaarmaken en vervolgens verwerken in Gimp. Je mag beide programma’s kosteloos gebruiken.