ID.nl logo
Nvidia GeForce RTX 3080 en RTX 3090 - Eindelijk gamen in 4K
© Reshift Digital
Zekerheid & gemak

Nvidia GeForce RTX 3080 en RTX 3090 - Eindelijk gamen in 4K

Met zijn videokaarten uit deGeForce 30-serie brengt Nvidia nieuwe topmodellen uit voor gamers. Een nieuwe generatie betekent betere prestaties in games, mooie nieuwe mogelijkheden en natuurlijk de prangende vraag of het tijd is om te upgraden. De kaarten komen in tal van verschillende varianten op de markt. Welke is nu eigenlijk de beste koop?

4K-gaming is iets waar we al jaren naar uitkijken. En dan niet op een magere dertig frames per seconde zoals consoles doen, of op lage grafische instellingen. Nee, we willen 4K-gaming in de allernieuwste games, met alle grafische pracht en praal, en in combinatie met hoge en soepele framerates.

De beste videokaart tot dusver, de circa 1.200 euro kostende GeForce RTX 2080 Ti, kwam al een heel eind. Toch schoot hij in sommige titels net tekort. Om maar meteen met de deur in huis te vallen: de 720 tot 850 euro kostende GeForce RTX 3080 blijkt circa 25 procent sneller dan de snelste RTX 2080 en is daarmee de eerste videokaart die al onze geteste games op 4K, hoge settings en boven de 60 fps weet te houden. De verbeteringen ten opzichte van de ooit even dure RTX 2080 Super liggen zelfs rond de 60 procent op deze resolutie. Zo’n grote stap vooruit hebben we lange tijd niet gezien. Echt comfortabel gamen in 4K is daarmee in één klap een echt serieuze hobby geworden.

Positief is ook dat de games die gebruik kunnen maken van Nvidia’s paradepaardje, realtime raytracing, dit ook kunnen doen op deze resolutie. Raytracing voegt betere visuele effecten toe, vooral op het gebied van realistische schaduwen en verlichting, maar is enorm intensief om weer te geven. Dankzij een techniek genaamd DLSS, Deep Learning Super Sampling, kunnen RTX-kaarten deze prestatie-impact verzachten door de game op een iets lagere resolutie te renderen, om deze vervolgens via AI op een hogere resolutie weer te geven. En die techniek werkt uitstekend. DLSS is een complex onderwerp, maar in onze ervaring kun je het simpelweg aanzetten en zul je het verschil met een “echt” 4K-beeld nooit zien.

©PXimport

Goed voor 1440p, overkill voor 1080p

Bezitters van snelle quad hd-monitoren mogen ook niet klagen. Met een RTX 3080 zien zij prestatieverbeteringen van rond de 50 procent ten opzichte van de huidige RTX 2080-kaarten. Daarmee speelt deze videokaart alle titels op deze resolutie met hoge framerates. Vaak met 144 fps, soms nog flink meer.

Speel je nog op een 1080p-monitor, dan is de meerwaarde beperkt. Een videokaart van 720 euro of veel meer is dan eigenlijk geen evenwichtige keuze. E-sporters zijn een uitzondering, want voor hen kan elk beetje extra prestatie het verschil maken tussen winnen of verliezen. Zeker als dat gevolgen heeft voor je inkomsten, wil je al snel het beste. Wil je op 1080p echt het maximale uit een 240- of zelfs 360hertz-scherm halen, dan is een RTX 3080 of 3090 dus wel de moeite. Maar we hebben het nu wel over een hele specifieke niche. “Normale” gamers die monitoren met lagere resoluties gebruiken, raden we dan ook aan om te wachten op de RTX 3060- en 3070-kaarten die later dit jaar verschijnen.

RTX 3090: een lastig verhaal

Tot dusver noemden we vooral de hogere prestaties die de RTX 3080 brengt, maar hoe zit het precies met de RTX 3090? Deze videokaart heeft een adviesprijs van dik 1.500 euro, al liggen de straatprijzen op het moment van schrijven zelfs nog veel hoger. Daarmee is hij ruim twee keer zo duur als de RTX 3080. Je zou dan ook een flinke prestatieboost verwachten.

Helaas valt dat in de praktijk tegen en blijkt de RTX 3090 op 4K-resolutie slechts zo’n 11 procent sneller. Op lagere resoluties zakt dat percentage nog verder, waardoor de RTX 3090 voor de gemiddelde gamer eigenlijk geen interessante kaart is. Dat wil niet zeggen dat de videokaart geen bestaansrecht heeft. Zo heeft hij veel meer geheugen, wat bij sommige zakelijke applicaties belangrijk is. Bovendien is hij daarmee in staat om sommige games zelfs op 8K-resolutie te spelen. Maar we betwijfelen of dat laatste een doorslaggevend argument is, want 8K-tv’s en -monitoren zijn ontzettend zeldzaam. En voor elke game die wel in 8K speelbaar is, kennen we er twee die níet soepel werken.

Energieverbruik

Meer prestaties gaan vaak samen met een hoger verbruik, maar de overstap van Nvidia van een 12nm-chip van TSMC naar een 8nm-chip geproduceerd door Samsung brengt ook efficiëntieverbeteringen met zich mee. Met een verbruik van maximaal circa 320 watt lust de RTX 3080 wel een slokje, maar verbruikt hij ruim minder dan de RTX 2080 Ti. Koop je een snellere variant van de RTX 3080, dan kan dat verbruik oplopen richting de 350 watt.

De RTX 3090 vraagt standaard rond de 350 watt en de allersnelste varianten vragen zelfs direct uit de doos al 420 watt. Er zijn zelfs modellen die met een kleine aanpassing 480 watt aan stroom kunnen verbruiken. Niet ongekend veel voor een high-end videokaart, maar wel fors. Rappe varianten van de RTX 2080 Ti zaten ook al snel tegen de 350 watt, terwijl hun prestaties niet eens in de buurt kwamen van een standaard RTX 3090. Nvidia heeft dus zeker een grote slag geslagen op het vlak van efficiëntie, maar je hebt nog altijd een stevige voeding nodig.

Zoek je een nieuwe voeding, dan is voor een RTX 3080 een topklasse voeding van 650 watt of hoger aan te raden. Voor een RTX 3090 heb je al snel een 750watt-voeding nodig. Ons gemiddeld systeemverbruik tijdens het gamen ligt rond de 420 watt met een RTX 3080 en circa 500 watt met een RTX 3090. Met een rappe versie of een beetje overklokken stijgt dat verbruik sterk, waardoor een goede voeding echt een must is.

Koop je de Founders Edition van Nvidia, dan zul je daar een nieuwe 12pins-voedingaansluiting op aantreffen. De meeste voedingen beschikken niet over deze aansluiting. Daarom levert Nvidia een adapter mee, waardoor je er gewoon twee 8pins-stekkers op kwijt kunt. In de toekomst verwachten we dat meer voedingen deze nieuwe aansluiting direct zullen integreren. Koop je een videokaart van bijvoorbeeld ASUS, Gigabyte, MSI of Palit, dan gebruiken die de reeds aanwezige kabels op bestaande voedingen.

©PXimport

Nieuwe mogelijkheden

Met een nieuwe generatie videokaarten volgen ook wat nieuwe mogelijkheden. Zo brengt Nvidia Reflex uit, een combinatie van verschillende technieken om de latency van je game te verlagen. Dat wil dus zeggen dat elk beeld daadwerkelijk sneller op je scherm verschijnt. Of het echt werkt, kunnen we nu nog niet zeggen: het zal meer tijd kosten om dit te testen.

Broadcast is een techniek waar je wel direct gebruik van kunt maken. Met deze tool is het mogelijk om achtergrondgeluiden uit je microfoon weg te filteren. Dit werkt uitstekend en is handig als je in jouw communicatie te maken hebt met vervelend achtergrondgeluid. Of je nu een game streamt of simpelweg in een zakelijke Zoom-meeting zit, met Broadcast kun je dit filter eenvoudig toepassen. Dezelfde tool brengt ook extra mogelijkheden naar je webcam. Zo kan hij de achtergrond verwijderen alsof je een green screen hebt, of je kunt de achtergrond simpelweg iets verzachten voor een rustiger of minder rommelig beeld.

Eenheidsworst

Elke nieuwe videokaartlancering werkt al jaren ongeveer hetzelfde. Nvidia ontwerpt de chip, en vervolgens krijgen hun bekende partners zoals ASUS, Gigabyte en MSI de ruimte om er zelf een eindproduct van te maken. Dat doen ze vaak door zaken zoals de PCB, koeler en software zelf te ontwikkelen. Zo hebben ze enige zeggenschap over de uiteindelijke prestaties, hoe warm de kaart wordt, hoeveel geluid hij maakt, extra mogelijkheden zoals dubbele biossen, de aansluitingen en het verbruik. Uiteraard met enige overlap tussen die punten: zo zijn de snellere varianten meestal wat minder zuinig en wat luider.

Toch is er een duidelijke verschuiving aan de gang in de wereld van videokaarten, vermoedelijk omdat Nvidia van bescheiden chipbakker is uitgegroeid tot een van de grootste bedrijven op het gebied van AI. Nvidia maakt inmiddels zelf ook complete videokaarten die écht goed concurreren. Ook heeft het bedrijf zelf veel meer controle over de prestaties van iedere kaart. Nvidia’s ingebouwde boost haalt inmiddels eigenlijk bijna het maximale uit elke kaart, ongeacht wat de eindfabrikant doet.

Jaren geleden zag je nog gigantische verschillen in gameprestaties tussen diverse kaarten met dezelfde gpu. Uitschieters van 10, 20 of zelfs meer procent waren geen uitzondering. Inmiddels zijn de prestatieverschillen tussen de verschillende kaarten met dezelfde chip bijna niet meer merkbaar.

Waar letten we op?

Vanwege die kleine prestatieverschillen verschuift onze focus bij het testen vooral naar secundaire zaken, zoals de efficiëntie van de koeler en relevante extra’s die impact hebben op jouw gebruik. We waarderen dus uitvoeringen die koeler en/of stiller zijn, maar ook modellen die iets unieks brengen met hun uitstraling. In de wetenschap dat de prestaties nauwelijks verschillen en dat computers met glazen zijpanelen en flashy rgb-verlichting populair zijn, is er helemaal niets mis mee om jouw keuze te baseren op de uitstraling of rgb-mogelijkheden.

Praktisch elke fabrikant past overigens exact dezelfde koeler toe op de RTX 3080 en RTX 3090, wat tot dezelfde conclusies leidt. Daarom combineren we die in één bespreking.

Tekorten en hoge prijzen

Al kort na de lancering bleek de beschikbaarheid van deze videokaarten een groot probleem. Mogelijk had Nvidia de populariteit zwaar onderschat of kampt het bedrijf gewoon met structurele productieproblemen. Hoe dan ook: veel gamers willen deze kaarten wel, maar kunnen hem nergens kopen. Daardoor kunnen we de prijzen van elk van deze varianten niet goed meewegen, die variëren sterk van dag tot dag. De straatprijzen zijn in ieder geval een flink stuk hoger dan de door Nvidia genoemde 719 en 1.549 euro voor respectievelijk de RTX 3080 en RTX 3090.

ASUS

Van ASUS hebben we twee modellen, de ietwat meer bescheiden TUF Gaming-variant en het ROG Strix-topmodel. De ROG Strix-uitvoering doet alles wat liefhebbers van een high-end kaart mogen verwachten: een goede standaard fabrieksoverklok, lage temperaturen, weinig geluid, fijne extra’s zoals een dubbel bios en een design om je vingers bij af te likken. Uiteraard met een flinke dosis rgb-verlichting die je kunt synchroniseren met je ASUS-moederbord. Zowel de fysieke bouw als de afwerking is zoals gebruikelijk top. Dat maakt de ROG Strix-versie van elke videokaart eigenlijk een van de meest begeerlijke.

De keerzijde van ROG Strix-producten is vrijwel altijd de prijs. En hoewel de huidige tekorten ervoor zorgen dat de exacte meerprijs lastig is vast te stellen, is een stevige meerprijs eigenlijk wel een gegeven. Toch kan zo’n meerprijs de moeite waard zijn als er geen concessies zijn gedaan in het ontwerp.

Waar ASUS soms wel erg hard bezuinigt op zijn goedkopere varianten, is daar ditmaal bij de TUF Gaming-uitvoering geen sprake van. Die mist weliswaar iets van de flair en de rgb-verlichting van zijn duurdere broer, maar dat is ook het enige. Met zijn aluminium ontwerp is hij fysiek alsnog indrukwekkend. Bovendien is hij (nipt) de meest efficiënte RTX 3080 die we hebben getest. En ook de extra mogelijkheden zoals het dubbele bios (één iets sneller, één iets stiller) van de ROG Strix zitten er gewoon op.

©PXimport

ASUS ROG Strix

Getest
GeForce RTX 3090
Websitewww.asus.com10Score100

  • Pluspunten

  • Fysiek het meest imposant

  • Koel én stil

  • Goede extra’s

  • Minpunten

  • Forse prijs

©PXimport

ASUS TUF Gaming

Getest
GeForce RTX 3080
Websitewww.asus.com9Score90

  • Pluspunten

  • Keurige bouw en uitstraling

  • Koel én stil

  • Goede extra’s

  • Minpunten

  • Mist wat rgb-flair

MSI

Van MSI hebben we ook twee modellen, de opvallende Gaming X Trio en de meer bescheiden Ventus 3X. De Gaming X Trio-uitvoering is praktisch gezien erg sterk: prima fabrieksoverklok, een indrukwekkende uitstraling met flink wat rgb-verlichting, plus de stilste koeling van alle kaarten. Dat verschil is zeker hoorbaar. Dit levert iets hogere temperaturen op dan bij de concurrentie, maar nooit té hoog.

MSI probeert de prijs iets aantrekkelijker te houden dan sommige concurrenten door wat mogelijkheden te schrappen. Zo komt deze kaart zonder dubbel bios of extra hdmi-aansluiting. MSI richt zich dus vooral op liefhebbers van stilte en rgb-verlichting, die verder niet meer nodig denken te hebben.

De Ventus 3X is de no nonsense-uitvoering van MSI. Deze variant zou tot de allergoedkoopste op de markt moeten behoren. Fancy extra’s zoals rgb-verlichting, extra aansluitingen of een tweede bios ontbreken dan ook. Wel krijg je een chique koeler met drie fans, die prima temperaturen noteert. Een uitstekende optie als je op zoek bent naar een goede RTX 3080 of RTX 3090 zonder fratsen.

©PXimport

MSI Gaming X Trio

Getest
GeForce RTX 3080 en RTX 3090
Websitewww.msi.com9Score90

  • Pluspunten

  • Zeer stil

  • Luxe uitstraling met veel rgb

  • Minpunten

  • Weinig extra’s

MSI Ventus Trio

Getest
GeForce RTX 3080
Websitewww.msi.com8Score80

  • Pluspunten

  • Keurige bouw en uitstraling

  • Prima en stille koeling

  • Scherpe prijs

  • Minpunten

  • Weinig extra’s

Gigabyte

Gigabytes mid-range-uitvoering is al enkele jaren de Gaming OC, met doorgaans een goede balans tussen efficiëntie, looks en prijs. En ook bij deze generatie is die balans weer prima in orde. Hij heeft niet de meest efficiënte koeler, maar de achterstand op de beste opties is zeer beperkt. Bovendien ziet hij er met een beetje rgb-verlichting leuk uit, en komt hij met wat fijne extra’s zoals het tweede bios en een hdmi2.1-poort.

Tel daar een normaliter scherpe prijs bij op en je hebt een interessante middenklasser die je af doet vragen waarom je meer zou moeten betalen voor je videokaart. Gezien de geringe verschillen is het sterkste aspect van deze kaart de extra garantie, vier jaar in plaats van de gebruikelijke drie. Wat ons betreft een goed argument wanneer je twijfelt tussen de vele goede opties.

©PXimport

Gigabyte Gaming OC

Getest
GeForce RTX 3080 en RTX 3090
Websitewww.gigabyte.com9Score90

  • Pluspunten

  • Goede balans prestaties en prijs

  • Prima efficiëntie

  • Extra lange garantie

  • Minpunten

  • Blinkt nergens echt in uit

Palit

De Palit Game Rock is een beetje een vreemde eend in de bijt. Deze normaliter vooral op Azië gerichte fabrikant kwam met de meest opvallende RTX-kaart aanzetten die we ooit hebben gezien. De hele voorkant is voorzien van een juweelachtige structuur (gewoon plastic overigens) die volledig oplicht met rgb-verlichting. In theorie kunnen die lichtjes uit, maar deze unieke uitstraling is zo dominant dat de doelgroep van Palit – iedereen die overtuigd is dat meer verlichting beter is – er bovenop is gesprongen.

De Game Rock is overigens niet louter looks, want hij is standaard zeer agressief afgesteld, met een wat hoger verbruik en hogere kloksnelheden tot gevolg. Daarmee is hij net wat sneller, maar ook weer net wat warmer en luider. De koeler presteert opvallend goed, maar er zijn efficiëntere kaarten. Extra’s zoals een dubbel bios ontbreken overigens niet. Een aardig complete kaart dus, zeker voor liefhebbers van die opvallende looks.

©PXimport

Palit Game Rock

Getest
GeForce RTX 3090
Websitewww.palit.com8Score80

  • Pluspunten

  • Unieke uitstraling

  • Zeer rap afgesteld

  • Prima extra’s

  • Minpunten

  • Uitstraling iets té uniek?

  • Net wat luider

Nvidia GeForce RTX 3080 Founders Edition

Nvidia’s Founders Edition (FE) is de enige uitvoering waarbij de koeler verschilt tussen de RTX 3080 en RTX 3090. De RTX 3090 is veel groter, maar die hebben we helaas niet kunnen testen. En dus richten we ons op de RTX 3080 FE.

Het ontwerp van Nvidia is opvallend. Met zijn volledig metalen design maakt de kaart echt indruk, ondanks de kleinere maatvoering die praktisch gezien ook weer voordelen heeft. Ook de koeler is opvallend. Die blaast aan de rechterkant warme lucht door de kaart heen naar boven. Dat werkt prima in een typische atx-computerkast, maar let op met compacte itx-behuizingen: daar gaat dat soms niet goed.

Een FE was in een ver verleden niet bijster interessant, maar is inmiddels gewoon een degelijke uitvoering die niet langzamer is dan de “OC” of “overclocked” versies van zogeheten boardpartners. Die grotere varianten zoals hierboven zijn weliswaar efficiënter, maar als het design van Nvidia je aanspreekt is hier niets mis mee, zeker als je bedenkt dat deze kaart voor een instapprijs wordt verkocht.

©PXimport

Nvidia Founders Edition

Getest
GeForce RTX 3080
Websitewww.nvidia.nl7Score70

  • Pluspunten

  • Indrukwekkende metalen bouw

  • Goede prestatie

  • Gunstige prijs

  • Minpunten

  • Partnerkaarten zijn efficiënter

Conclusie

Met een lagere prijs en grote prestatieverbetering ten opzichte van de RTX 2080 Ti is de RTX 3080 direct aantrekkelijk voor iedereen die op zoek is naar de ultieme prestaties. Het is voor de meeste gamers simpelweg de beste videokaart op de markt en vooralsnog verwachten we dat daar niet veel verandering in gaat komen. Alleen de RTX 3090 is nog iets sneller, maar met een meer dan dubbel zo hoge prijs is die echt alleen voor de allerrijksten weggelegd. Wij vinden de geringe prestatiewinst niet voldoende om hem aan gamers aan te bevelen.

Dankzij Nvidia’s slimme boostalgoritmes is het verschil in daadwerkelijke prestaties tussen de verschillende fabrikanten minimaal. We komen dan ook tot de conclusie dat de negen kaarten die wij hebben getest, stuk voor stuk voorzien van forse koelers, geen van allen een miskoop zijn. Technisch gezien is de ROG Strix de meest complete variant en daarmee nipt testwinnaar. De opvallend lage geluidsproductie van de MSI Gaming X Trio is ook aantrekkelijk voor liefhebbers van ultieme stilte en levert de kaart het keurmerk redactietip op. Hetzelfde keurmerk kennen we toe aan de Gigabyte Gaming OC, een van de normaliter meer betaalbare opties met een aantrekkelijke extra garantie. Wanneer de inhoudelijke verschillen klein zijn, is een extra lange garantie een sterk argument.

Maar mochten de tekorten aanhouden en zie je een van de geteste kaarten in de schappen, dan kun je je er sowieso geen buil aan vallen. De verschillen tussen de beste en de iets mindere kaarten zijn echt minimaal. Mocht je willen overklokken, kijk dan wel of de kaart een extra bios biedt. Vind je de prijs van deze kaarten nog iets te hoog? Tegen de tijd dat je dit leest, is de goedkopere GeForce RTX 3070 ook op de markt en wellicht geldt hetzelfde voor de RTX 3060(Ti). Ook die kaarten zullen hun voorgangers vermoedelijk met een ruime marge achter zich laten.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Wat doet 120 Hz voor je televisie of monitor, en heb je het wel echt nodig?
© ER | ID.nl
Huis

Wat doet 120 Hz voor je televisie of monitor, en heb je het wel echt nodig?

Als je de specificatielijst van een moderne televisie of monitor bekijkt, zie je achter het kopje 'verversingssnelheid' vaak een getal staan gevolgd door 'Hz'. Jarenlang was 50 of 60 Hz de standaard, maar tegenwoordig pronken fabrikanten met 100, 120 of zelfs 144 Hz. Klinkt sneller, en sneller is meestal beter, maar wat betekent het nou eigenlijk voor jouw kijkervaring? Is het een noodzaak voor iedereen, of vooral leuk voor fanatieke gamers?

Om te begrijpen wat die Hertz (Hz) doet, moet je een televisie of monitor niet zien als een statisch schilderij, maar als een soort digitale flipbook. Het beeld dat je ziet, wordt immers continu opnieuw opgebouwd. Een standaard 60Hz-scherm ververst het beeld 60 keer per seconde. Dat is voor het menselijk oog snel genoeg om een vloeiende beweging waar te nemen bij normaal tv-kijken, zoals het nieuws of een dramaserie. Een 120Hz-scherm doet dat dus dubbel zo vaak: 120 keer per seconde.

©DC Studio

Waarom zou je meer beelden per seconde willen?

Het grootste voordeel van een hogere verversingssnelheid is soepelheid. Hoe meer beelden er per seconde worden getoond, hoe vloeiender bewegingen eruitzien. Bij 60 Hz kunnen snelle acties soms wat schokkerig ogen of last hebben van bewegingsonscherpte, ook wel 'motion blur' genoemd. Bij 120 Hz blijven details scherp, zelfs als de camera snel draait of als er bijvoorbeeld een raceauto voorbij raast. Daarnaast voelt de besturing van games directer aan. Tussen het moment dat je een knop indrukt en het moment dat je actie op het scherm ziet, zit minder tijd. Dat verschil in milliseconden lijkt verwaarloosbaar, maar je brein pikt het direct op als een responsievere ervaring.

Het verschil tussen 120 en 144 Hz (en hoger)

Terwijl 120 Hz de nieuwe gouden standaard is voor televisies, zie je bij computermonitors vaak getallen als 144 Hz, 165 Hz of zelfs 240 Hz en hoger. Het principe blijft hetzelfde, maar de toepassing verschilt. 120 Hz is de limiet voor de huidige generatie spelcomputers, zoals de PlayStation 5 en Xbox Series X. Televisies richten zich daarom specifiek op dat getal. Pc-gamers hebben echter vaak krachtiger videokaarten die nóg meer beelden per seconde kunnen produceren. Daarom zie je monitors met 144 Hz of meer.

Is het verschil tussen 120 en 144 Hz zichtbaar? Voor de gemiddelde gebruiker nauwelijks. Waar de stap van 60 naar 120 Hz een wereld van verschil is die bijna iedereen direct ziet, is de stap naar 144 Hz of hoger vooral voer voor professionele e-sporters die elke mogelijke fractie van een seconde winst nodig hebben. Voor de consument die een monitor zoekt voor thuisgebruik en gaming, is alles boven de 120 Hz doorgaans een uitstekende keuze.

©ER | ID.nl

Heb jij het nodig?

Het antwoord op die vraag hangt volledig af van wat je met je scherm doet; of dat nu een tv of een gamemonitor is. Kijk je voornamelijk lineaire televisie, films en series via streamingdiensten? Dan is een 120Hz-scherm geen harde noodzaak, aangezien films doorgaans in 24 beelden per seconde worden geschoten. Toch hebben 100/120Hz-panelen in televisies vaak wel een betere beeldkwaliteit en kunnen ze die films rustiger weergeven dan goedkopere 60Hz-panelen.

Ben je echter een gamer? Dan is het antwoord volmondig ja. De nieuwste spelcomputers en moderne videokaarten zijn gemaakt om die hoge snelheden te benutten. Games spelen soepeler, zien er scherper uit tijdens actiescènes en je reageert sneller op wat er gebeurt. Als je nu een nieuwe tv of monitor koopt met het oog op de toekomst en gaming, is 120 Hz of hoger eigenlijk een vereiste op je wensenlijstje. Let er bij televisies wel op dat je beschikt over een HDMI 2.1-aansluiting, want alleen die kabel kan de enorme hoeveelheid data van 4K-beeld met 120 Hz verwerken.

Drie tv's met 120 Hz of meer

De meeste high-end tv's van dit moment ondersteunen 120 Hz voor spelcomputers (PS5/Xbox Series X) en gaan zelfs tot 144 Hz als je ze aan een krachtige gaming-pc hangt.

Als we kijken naar de huidige generatie televisies, kunnen we niet om de LG OLED evo C5 heen. Dit is de gloednieuwe opvolger van de populaire C4 en wordt gezien als de standaard voor gamers en filmliefhebbers. Hij beschikt over vier HDMI 2.1-poorten die de volle 144 Hz ondersteunen, wat hem toekomstbestendig maakt voor pc-gamers, terwijl hij naadloos samenwerkt met de PlayStation 5 en Xbox Series X op 120 Hz. Het nieuwe paneel heeft een nog hogere helderheid dan zijn voorganger, waardoor HDR-beelden nog meer impact hebben.

Daarnaast is de Samsung OLED S95F een absolute blikvanger in de winkels. Waar Samsung vorig jaar hoge ogen gooide met de S95D, doet de F-serie er nog een schepje bovenop met een vernieuwde antireflectielaag die nog beter werkt in lichte kamers. Dit model combineert de diepe zwartwaarden van OLED met de intense kleuren van Quantum Dots. Ook dit scherm ondersteunt verversingssnelheden tot 144 Hz en beschikt over de uitgebreide Gaming Hub van Samsung, waarmee je zelfs zonder console games kunt streamen.

Voor wie liever geen OLED wil, is de Samsung Neo QLED QN90F de meest courante keuze in het high-end lcd-segment. Dit 2025-model maakt gebruik van geavanceerde Mini-LED-technologie, waardoor de helderheid veel hoger ligt dan bij OLED-schermen. Dat maakt hem ideaal voor een zonovergoten woonkamer. Met een verversingssnelheid die oploopt tot 144 Hz en een extreem lage invoervertraging, is dit voor veel competitieve gamers de favoriete keuze.

Drie monitors met 120 Hz of meer

Bij monitors ligt de standaard tegenwoordig al hoger dan 120 Hz, omdat snelheid de uitkomst van een potje schieten of racen bepaalt. Deze modellen zijn populair op Kieskeurig.

Op het gebied van monitoren zien we dat 240 Hz langzaam de nieuwe standaard wordt voor de serieuze gamer. Een model dat momenteel erg goed scoort op Kieskeurig is de LG UltraGear 27GR83Q. Dit is een 27-inch IPS-scherm met een razendsnelle verversingssnelheid van 240 Hz. In tegenstelling tot oudere modellen biedt dit scherm een extreem snelle responstijd van 1 milliseconde, waardoor je in snelle shooters geen last hebt van wazige beelden. Het is een van de meest complete monitoren van dit moment die zowel voor pc als console geschikt is.

Zoek je de absolute top in beeldkwaliteit, dan is de Samsung Odyssey G6 (G60SD) een model dat je veel ziet. Dit is een moderne OLED-monitor met een verversingssnelheid van maar liefst 360 Hz. Hoewel dat misschien overkill klinkt, zorgt de combinatie van de OLED-techniek en deze snelheid voor een ongekend vloeiende en scherpe ervaring. Het scherm heeft bovendien een nieuw koelsysteem waardoor de kans op inbranden – een angst bij oudere OLED-monitoren – aanzienlijk is verkleind.

Voor wie een beperkter budget heeft maar wel snelheid wil, is de MSI MAG 27CQ6F een actuele hardloper. Dit is een gebogen scherm (Curved) met een snelheid van 180 Hz, wat net dat beetje extra soepelheid geeft ten opzichte van de standaard 144 Hz-schermen. Het paneel biedt een hoog contrast en is daarmee een uitstekende instapper voor wie zijn game-ervaring wil upgraden zonder direct de hoofdprijs te betalen.

▼ Volgende artikel
Waarom QD-OLED voor veel gamers de beste keus is
© ID.nl
Huis

Waarom QD-OLED voor veel gamers de beste keus is

QD-OLED is steeds vaker terug te vinden in gamingmonitoren. Waar deze techniek eerst vooral was voorbehouden aan het hogere segment, zie je steeds vaker in modellen die voor een veel bredere groep gamers betaalbaar zijn. De vraag is natuurlijk of je dat verschil in beeldkwaliteit ook echt merkt tijdens het spelen. In dit artikel lees je hoe QD-OLED werkt en wanneer je het verschil in de praktijk merkt.

In dit artikel

In dit artikel lees je wat QD-OLED precies is en waarom deze schermtechniek vooral bij gamen zichtbaar voordeel biedt. We leggen uit hoe QD-OLED verschilt van traditionele lcd-panelen, wat je merkt bij snelle actie en donkere scènes, en hoe het zit met helderheid, HDR en reflecties. Ook besteden we aandacht aan burn-in en de beschermingsmechanismen die moderne QD-OLED-monitoren gebruiken. Tot slot lees je voor welk type gamer QD-OLED het meest geschikt is en wanneer een Mini-LED-monitor een logisch alternatief kan zijn.

Lees ook: Lcd versus oled: wat is het verschil en welke televisie moet je kiezen?

Wat QD-OLED anders maakt

Een traditioneel LCD-paneel werkt met achtergrondlicht dat door meerdere lagen heen moet voordat je een beeld ziet. Dat kost tijd en maakt dat zwart nooit volledig zwart wordt. QD-OLED laat die tussenlagen achterwege. Elke pixel geeft zelf licht en schakelt onafhankelijk van de rest. Daardoor reageert het beeld direct. De quantum-dot-laag zet het blauwe OLED-licht om in diepe en zuivere kleuren. Het voelt alsof je condens van een raam veegt: zodra de waas verdwijnt, zie je het beeld helder en zonder vertraging.

©ID.nl

Vloeiende beelden bij snelle actie

Die directe pixelreactie merk je vooral wanneer je snelle spellen speelt. Omdat pixels vrijwel meteen overschakelen naar een nieuwe kleurstand, blijven objecten die over het scherm vliegen scherp in beeld. In shooters, racespellen en andere games waarbij snelheid telt, bijvoorbeeld voetbalgames, ontstaat daardoor een rustiger beeld met minder bewegingsonscherpte. Je ogen hoeven zich minder vaak aan te passen. Daardoor raken ze minder snel vermoeid en houd je makkelijker overzicht, ook wanneer je langere tijd achter elkaar speelt.

©ID.nl

Zicht in donkere scènes

QD-OLED blinkt uit in donkere scènes. Pixels die geen licht hoeven te geven, staan volledig uit en leveren een diep zwart dat je bij LCD-panelen zelden ziet. Doordat heldere elementen hier direct naast kunnen staan zonder dat ze licht lekken, ontstaat een sterk contrast dat schaduwen en lichte accenten duidelijker scheidt. Daardoor verdwijnen grijze waasjes in schaduwhoeken en blijven contouren van objecten helder zichtbaar. Vooral in stealth-games, horrorspellen en shooters waarin je tegenstanders soms alleen als silhouet ziet, levert dat een tastbaar voordeel op.

©ID.nl

Kleurrijk zonder overdrijven

De quantum-dot-laag zorgt voor een breed kleurbereik waardoor lichteffecten, huidtinten en subtiele schaduwen goed zichtbaar blijven. Veel QD-OLED-monitoren tonen kleuren standaard wat verzadigd, vooral in de felste modi. In een sRGB- of filmmodus wordt het beeld zachter en natuurgetrouwer, wat beter aansluit bij fotobewerking en dagelijks gebruik. Zodra je de juiste modus gebruikt, lopen kleuren vloeiend in elkaar over en blijven ze gelijkmatig, terwijl uitgesproken elementen zoals neon en magie juist duidelijk opvallen. Dat merk je niet alleen in games, maar ook wanneer je foto's bewerkt of films kijkt.

Helderheid en HDR in perspectief

QD-OLED heeft op het gebied van helderheid flinke stappen gezet ten opzichte van eerdere OLED-generaties. In HDR-games kunnen lichte delen krachtig oplichten zonder dat fel zacht of dof oogt; explosies, glinsteringen op water en fel tegenlicht komen daardoor beter tot hun recht. Toch is het goed om te weten dat deze techniek niet alle beperkingen wegneemt. De helderheid van QD-OLED hangt sterk af van de schermvulling. Bij SDR (standaard dynamisch bereik, het normale helderheidsniveau voor dagelijkse pc-taken) op een volledig wit scherm ligt de helderheid meestal rond de 200 tot 250 nits. Bij kleinere, heldere onderdelen kan dit oplopen richting 400 tot 500 nits. In HDR kunnen pieken van 1000 tot 1300 nits worden bereikt, maar die waarden gelden vooral voor kleine accenten en niet voor het hele scherm. Mini-LED-monitoren houden hogere helderheidsniveaus langer vast, wat in fel verlichte kamers zichtbaar voordeel geeft in extreme highlights. QD-OLED compenseert veel daarvan met perfect zwart, waardoor het contrast wel krachtig blijft (zie ook kader QD-OLED versus Mini-LED) .

Reflecties in daglicht

De meeste QD-OLED-monitoren hebben een glanzende afwerking. Dat helpt bij de kleurweergave en het contrast, maar maakt het paneel gevoeliger voor reflecties bij daglicht. Daarnaast ontbreekt een polarisatiefilter. Daardoor kunnen zwartwaarden in fel licht een paarse of grijze waas krijgen: het diepe zwart wordt zichtbaar opgelicht, meer dan bij een gewone spiegeling. Dat drukt het contrast in een goed verlichte kamer en kan afleiden bij gamen. Gebruik je de monitor vooral in een donkere of gelijkmatig verlichte ruimte, dan speelt dit nauwelijks. In kamers met veel direct zonlicht of grote ramen komt een matte Mini-LED-monitor daarom vaak rustiger over.

©ID.nl

Minimale inputvertraging

Naast de snelle pixelreacties is ook de invoervertraging laag. Moderne QD-OLED-modellen reageren direct op elke muisbeweging en elke controlleractie. Vooral in competitieve shooters is dat een voordeel, omdat elke handeling zonder merkbare vertraging op het scherm verschijnt. 

QD-OLED versus Mini-LED

QD-OLED en Mini-LED worden vaak naast elkaar genoemd, maar het zijn fundamenteel verschillende technieken. QD-OLED is zelflichtend: elke pixel geeft zijn eigen licht en kan volledig uit. Dat levert perfect zwart, zeer snelle pixelreacties en sterk contrast op, wat vooral bij games met veel beweging en donkere scènes zichtbaar voordeel geeft.

Mini-LED is een verfijnde vorm van LCD. Het paneel gebruikt duizenden kleine leds als achtergrondverlichting die in zones worden gedimd. Daardoor kan een Mini-LED-scherm hoge helderheid over grote delen van het scherm vasthouden, wat prettig is in fel verlichte kamers en bij HDR met veel lichtaccenten. Zwart is hierbij wel afhankelijk van lokale dimming en nooit volledig uitgeschakeld zoals bij OLED.

Kort gezegd blinkt QD-OLED uit in contrast, snelheid en beeldrust in donkere omgevingen, terwijl Mini-LED praktischer is bij veel omgevingslicht, wanneer dezelfde elementen of onderdelen langdurig in beeld staat en als hoge helderheid belangrijk is.

Burn-in en levensduur

Burn-in blijft bij elke OLED-variant een punt van aandacht, al zijn moderne QD-OLED-schermen duidelijk verder dan eerdere generaties. Ze gebruiken meerdere beschermingsmechanismen die de belasting door statische beelden beperken. Voor normaal gamegebruik werkt dat in de praktijk goed en blijft het risico klein.

Dat neemt niet weg dat enige nuance op zijn plaats is. Gebruik je een monitor dagelijks vele uren voor taken met veel vaste elementen, zoals spreadsheets, fotobewerkingspanelen of het steeds terugkerende HUD van één game, dan is de kans op inbranden groter dan bij LCD- of Mini-LED-panelen. Afwisseling in wat je op het scherm toont en af en toe even pauze nemen helpt om het paneel langer in goede staat te houden. Even pauze nemen is ook voor jezelf goed trouwens!

Wat voor beschermingstechnieken kun je tegenkomen?

Wat is het?Wat doet het?
Screensaver (schermbeveiliging)Dimt het scherm bij langdurig stilstaand beeld en herstelt de helderheid automatisch zodra er weer beweging is, om inbranden te voorkomen.
Pixel orbiting (pixelverschuiving)Verschuift het beeld continu minimaal op pixelniveau zodat vaste elementen nooit exact op dezelfde plek blijven staan.
Pixel refresh (pixelverversing)Start een onderhoudscyclus waarbij het paneel zichzelf corrigeert om slijtage en beginnende inbranding te verminderen.
Auto Warning (automatische waarschuwing)Geeft na een bepaalde gebruiksduur automatisch een melding om een pixel refresh uit te voeren.
Logos protection (logobescherming)Herkent vaste logo's in beeld en verlaagt daar lokaal de helderheid om inbranden te beperken.
Boundary dimmer (randdimming)Dimt automatisch delen van het scherm met zwarte balken of sterke helderheidsverschillen, bijvoorbeeld bij afwijkende beeldverhoudingen.
Taskbar dimmer (taakbalkdimming)Verlaagt specifiek de helderheid van de taakbalk om langdurige statische weergave op die plek te beperken.
Thermal protection (thermische beveiliging)Past de helderheid automatisch aan wanneer de monitor te warm wordt, om oververhitting en paneelslijtage te voorkomen.

©AGON by AOC

AGON by AOC PRO OLED AG276QKD2

Voorbeeld: bescherming in de praktijk

Veel QD-OLED-monitoren combineren verschillende beschermingsmechanismen om het risico op burn-in te beperken. In onderstaande tabel zie je bijvoorbeeld wat je kunt vinden in een aantal recente modellen uit de AGON PRO line-up van AOC. Je kunt al deze functies zelf in- en uitschakelen en je kunt de intensiteit ervan aanpassen. Dat betekent dat je zelf kunt bepalen hoe sterk de bescherming is.

Techniek ⬇ / Model ➡AG276QKD2AG276UZDAG346UCDAG276QZD2
Screen saverJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / Fast
Pixel orbitingJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / Strong
Pixel refreshJa: On / OffJa: On / OffJa: On / OffJa: On / Off
Auto WarningJa: On / OffJa: On / OffJa: On / OffJa: On / Off
Logos ProtectionJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2Ja: Off / 1 / 2Ja: Off / 1 / 2
Boundary dimmerJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3
Taskbar dimmerJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3
Thermal protectionJa: Off / OnJa: Off / OnJa: Off / OnJa: Off / On

Voor wie QD-OLED vooral interessant is

Gamers die veel snelle actie spelen, halen het meeste uit QD-OLED. De voordelen van de techniek zijn in elk genre zichtbaar, maar vallen vooral op in shooters en racespellen, waar tempo en directe reacties tellen. Ook filmische games die sterk leunen op licht-donkercontrasten winnen zichtbaar aan sfeer en detail.

Conclusie

QD-OLED combineert diepe zwartwaarden met snelle pixelreacties en een breed kleurbereik. Dat zorgt voor een vloeiend beeld in snelle games en meer overzicht in donkere scènes. HDR komt overtuigend tot zijn recht, al blijven Mini-LED-schermen beter overeind bij zeer hoge helderheid en fel daglicht. Inbranden blijft een punt van aandacht wanneer hetzelfde element lange tijd in beeld staat, maar moderne modellen beschikken over uitgebreide beschermingsmaatregelen. Voor veel gamers is QD-OLED daarmee een goede keuze: snel, sfeervol en klaar voor de komende jaren.

QD, OLED en QD-OLED

OLED
Elke pixel geeft zelf licht. Daardoor zijn zwartwaarden diep en schakelt het beeld snel. Geschikt voor gaming en films, met aandacht voor burn-in bij langdurig statisch beeld.

QD (Quantum Dots)
Quantum dots zetten licht om in pure, heldere kleuren. Ze worden ingezet om kleurvolume en helderheid te verbeteren.

QD-OLED
Combineert de zelflichtende OLED-pixelstructuur met een quantum-dot-laag. Je krijgt diepe zwarttinten, snelle reactie en een breed kleurbereik. Het is een balans tussen snelheid, helderheid en kleurprecisie die goed aansluit bij moderne games.