ID.nl logo
Maak van de Raspberry Pi een digitaal fotolijstje
© PXimport
Zekerheid & gemak

Maak van de Raspberry Pi een digitaal fotolijstje

Toe nu toe hebben we de Raspberry Pi vooral ingezet voor allerlei servertoepassingen. In deze how to gaan we creatiever aan de slag: we sluiten het kleine computertje aan op een schermpje en zetten het op die manier in als een digitaal fotolijstje.

We laten zien hoe je je favoriete foto's op het schermpje krijgt, zodat je ze altijd in de woonkamer kunt bekijken. Die foto's zet je bijvoorbeeld op een usb-stick, maar de Pi kan ook automatisch foto's van je netwerk halen of zelfs van websites downloaden. We tonen hoe je dit alles in elkaar knutselt. We gaan ervan uit dat Raspbian al op Raspberry Pi draait.

Overigens kun je je Raspberry Pi ook gebruiken als printserver of RSS-machine.

01 Scherm

Om ons fotolijstje te maken, gaan we een speciaal schermpje op de Raspberry Pi aansluiten, op de analoge video-aansluiting. Dat schermpje vereist een eigen voeding en wat tussenstukjes. Dat is het enige speciale dat we aan de hardware veranderen. Maar dit is niet verplicht: je kunt alle software-gerelateerde stappen in de workshop uittesten zonder speciaal schermpje. Sluit de Raspberry Pi dan eerst op een tv of een HDMI-computerscherm aan. Daardoor hoef je je maar op één ding tegelijk te focussen en kun je een apart schermpje desgewenst ook later aanschaffen.

©PXimport

02 Foto's op usb

Voor de eenvoud beginnen we met het scenario dat we foto's op een usb-stick zetten en die op het scherm willen te zien krijgen wanneer we die in de Raspberry Pi steken. We gaan ervan uit dat de usb-stick één partitie bevat die is geformatteerd in het FAT32-formaat van Windows. We gaan er ook van uit dat u maar één usb-stick tegelijk op de Pi aansluit. Daarna installeren we met het commando sudo apt-get install usbmount het programma usbmount, dat bij het aansluiten van een usb-apparaat automatisch het bestandssysteem in Raspbian aankoppelt.

©PXimport

03 Fotodirectory

De schijf moet wel zo aangekoppeld worden dat de gebruiker er toegang tot krijgt. Voer daarom de opdracht sudo nano /etc/usbmount/usbmount.conf uit (dit opent de teksteditor Nano) en voeg een regel toe met FS_MOUNTOPTIONS="-fstype=vfat,uid=pi,gid=pi,umask=007". En op de regel die begint met MOUNTPOINTS=" plaats je vóór /media/usb0 de directory /home/pi/pictures/usb. Sla dit op met Ctrl+O en sluit af met Ctrl+X. Maak die directory met de opdracht mkdir -p /home/pi/pictures/usb en sluit de usb-stick aan. Met de opdracht mount verifieer je of de stick aan de juiste directory gekoppeld is.

©PXimport

Tft-schermpje

Voor deze workshop hebben we een aantal onderdelen gekocht in de webshop Kiwi-electronics.nl. De belangrijkste component is het schermpje, een NTSC/PAL tft-scherm van 3,5 inch met een resolutie van 320 bij 240 pixels, dat op de composiet-uitgang van de Raspberry Pi past. Wie een groter scherm wil, moet eens kijken op de website www.adafruit.com, waar nog heel wat andere uitvoeringen te vinden zijn. Let wel goed op welke kabels of andere componenten je bij een scherm nodig hebt.

Andere componenten

Het schermpje komt met een kabel, maar die kabel heeft een mannelijke RCA-aansluiting en onze Pi ook, dus we hebben een koppelstuk nodig. Ook een voeding moeten we zelf voorzien: het schermpje kan overweg met 6 tot 15 V, dus normaal werkt elke standaard 12V-voeding. Ons schermpje heeft echter geen normale voedingsaansluiting, maar slechts twee draadjes, dus we hebben ook hier een koppelstukje nodig, met een terminal block.

©PXimport

04 Automatisch inloggen

Wanneer de Pi opgestart is, vraagt hij je om in te loggen. Als je van het apparaatje een fotolijstje wilt maken, wil je onmiddellijk foto's zien zonder te hoeven inloggen. Start daarom Nano met de opdracht sudo nano /etc/inittab en zoek de regel 1:2345:respawn:/sbin/getty --noclear 38400 tty1. Vervang die door 1:2345:respawn:/bin/login -f pi tty1 /dev/tty1 2>&1. Druk op Ctrl+O en Ctrl+X om het bestand op te slaan en af te sluiten, en herstart de Pi. Die zal nu na alle opstartmeldingen een opdrachtprompt (pi@raspberrypi ~ $) tonen, want de gebruiker pi wordt automatisch aangemeld.

©PXimport

05 Fbi

Om nu in plaats van de opdrachtprompt foto's te tonen, gebruiken we het programma fbi (framebuffer image viewer). We installeren dat met de opdracht sudo apt-get install fbi. Om ervoor te zorgen dat fbi automatisch uitgevoerd wordt als gebruiker 'pi' zich aanmeldt, voer je het commando nano ~/.bashrc uit. Helemaal op het einde van het bestand ~/.bashrc plaats je de volgende regel: fbi /home/pi/pictures/**/*. Druk op Ctrl+O en Ctrl+X, en herstart de Raspberry Pi. Na het opstarten krijg je op je scherm een van je foto's te zien.

©PXimport

06 Slideshow

Om een slideshow te laten zien van al je foto's in subdirectory's van de directory /home/pi/pictures, moeten we op het einde van het bestand /.bashrc een aantal opties aan het programma fbi doorgeven (zie ook vorige stap). Met de optie -t (gevolgd door een getal) geef je op hoeveel seconden pauze er tussen de foto's blijft. Met -a schakel je autozoom in, zodat elke foto het hele scherm inneemt. Met -u worden de foto's in willekeurige volgorde getoond. Met -noverbose voorkomen we dat de bestandsnaam getoond wordt. De regel wordt bijvoorbeeld:

fbi -t 10 -a -u -noverbose /home/pi/pictures/**/*

©PXimport

07 Nieuwe foto's (1)

Onze Raspberry Pi werkt nu als een fotolijstje, maar foto's toevoegen is nogal omslachtig. Je moet de usb-stick dan eerst uit de Pi trekken, in je pc steken, bestanden kopiëren en de usb-stick terug in je Pi steken. Daarna moet je je Pi herstarten omdat fbi de nieuwe bestanden niet ziet. De oplossing: we laten fbi automatisch opnieuw opstarten als de usb-stick opnieuw aangekoppeld wordt. Gelukkig is dat een functie die usbmount ondersteunt: alle scripts in /etc/usbmount/mount.d worden bij het aankoppelen van een usb-stick uitgevoerd.

©PXimport

08 Nieuwe foto's (2)

We gaan er voor de eenvoud van uit dat je slechts één usb-opslagapparaat op je Pi aansluit. Dan is ons script vrij eenvoudig. Maak een nieuw script aan met de opdracht sudo nano /etc/usbmount/mount.d/10_fbi_reload. Voeg in het bestand de regel pkill -t tty1 toe en daaronder de regel exit 0, sla het op met Ctrl+O en sluit het af met Ctrl+X. Maak het script nu uitvoerbaar met de opdracht sudo chmod +x /etc/usbmount/mount.d/10_fbi_reload. Zodra je nu je usb-stick opnieuw aankoppelt, wordt de gebruiker 'pi' afgemeld en terug aangemeld, waardoor fbi opnieuw de lijst met foto's inlaadt en de nieuwe foto's toont.

©PXimport

09 Foto's op het netwerk

Zelfs met deze oplossing moet je nogal wat handelingen met de usb-stick uitvoeren. Zou het niet handiger zijn als je Pi automatisch foto's toont op je lokale netwerk, bijvoorbeeld op je NAS of pc? Maak daarvoor eerst een subdirectory onder /home/pi/pictures aan voor elke Windows-share waarvan je foto's wilt gebruiken. Dat kan bijvoorbeeld met de opdracht mkdir /home/pictures/pc. Deel dan op je NAS of Windows-pc de directory en noteer het IP-adres en pad, bijvoorbeeld //192.168.0.109/Users/Koen/Pictures. Noteer indien er geen gasttoegang is ook de gebruikersnaam en het wachtwoord.

©PXimport

10 Netwerkschijf

Om te zorgen dat de netwerkshare automatisch aangekoppeld wordt, voegen we het pad toe aan de lijst. Voer daarvoor de opdracht sudo nano /etc/fstab uit en voeg onderaan deze regel toe: //192.168.0.109/Users/Koen/Pictures /home/pi/pictures/pc cifs guest 0 0. Indien je niet met gasttoegang werkt, gebruik dan /pc cifs username=gebruiker,password=wachtwoord 0 0 aan het einde van de regel, waarbij je uiteraard de juiste waardes invult. Druk op Ctrl+O en Ctrl+W, voer de opdracht sudo apt-get install cifs-utils uit en een herstart. Daarna verschijnen ook de foto's van de netwerkshare.

©PXimport

Scherm aansluiten

Stap 1

Het schermpje is met een fragiele platte kabel met een besturingsbordje verbonden. Wees voorzichtig. Je kunt het besturingsbordje aan het scherm vastlijmen als je ongelukken wilt vermijden. Sluit de ene kant van de videokabel op het besturingsbordje aan. Aan de andere kant heb je twee connectoren. Je hebt er maar één nodig: sluit die op het koppelstuk aan, dat je op de RCA-connector van de Pi aansluit.

©PXimport

Stap 2

De videokabel heeft een rood en een zwart draadje, waarmee het besturingsbordje stroom krijgt. Ontdoe beide draadjes op hun uiteinde van de isolatie en steek ze in de schroefklemmen van het DC-koppelstuk: de rode in de plus en de zwarte in de min. Schroef de klemmen dicht en steek de andere kant van de connector in de DC-voedingsadapter. Sluit nu de andere kabels van je Raspberry Pi aan en start het computertje op.

©PXimport

Stap 3

De resolutie is waarschijnlijk nog niet in orde. Open daarom het bootconfiguratiebestand met de opdracht sudo nano /boot/config.txt en voeg de regels framebuffer_width=320 en framebuffer_height=240 toe, waarbij je 320 en 240 vervangt door der resolutie van je scherm. Als er een zwarte rand te zien is, krijg je die weg met overscan_left=-26, overscan_right=26, overscan_top=-16 en overscan_bottom=-16. Experimenteer met de juiste waarden. Druk op Ctrl+O en Ctrl+X en herstart je Pi met sudo reboot.

©PXimport

11 WebDAV

Een andere manier om foto's over het netwerk te gebruiken is via WebDAV. Dit protocol wordt door diverse cloudopslagdiensten ondersteund, waaronder Box, Strato HiDrive en 4Sync. Zo geef je je Raspberry Pi toegang tot foto's in je cloudopslag, waarna je fotolijstje automatisch de foto's downloadt en toont. Noteer de WebDAV-url voor jouw cloudopslag. Voor Strato HiDrive is dat bijvoorbeeld https://webdav.hidrive.strato.com/users/gebruikersnaam. Noteer ook je inloggegevens. Installeer daarna davfs2 met de opdracht sudo apt-get install davfs2.

©PXimport

12 WebDAV configureren

De gegevens van je cloudopslag geef je op met de opdracht sudo nano /etc/davfs2/secrets. Voeg aan het einde van het bestand een regel toe met de WebDAV-url van je cloudopslag en het bijbehorende account en wachtwoord, bijvoorbeeld https://webdav.hidrive.strato.com/users/gebruikersnaam gebruikersnaam wachtwoord. Sla het bestand op met Ctrl+O en sluit het af met Ctrl+X. Maak nu op je Pi een subdirectory van je afbeeldingenmap aan, bijvoorbeeld met de opdracht mkdir /home/pi/pictures/hidrive. Zodra je je HiDrive-opslag gekoppeld hebt, zijn je bestanden in die directory zichtbaar voor fbi.

©PXimport

13 WebDAV aankoppelen

Om te zorgen dat je cloudoplag automatisch gekoppeld wordt na het opstarten, voeg je de WebDAV-url toe aan de lijst van aan te koppelen bestandssystemen. Voer de opdracht sudo nano /etc/fstab uit en voeg onderaan de regel https://webdav.hidrive.strato.com/users/gebruikersnaam /home/pi/pictures/hidrive davfs rw,noexec,auto,user,async,_netdev,uid=pi,gid=pi 0 0 toe (url afhankelijk van clouddienst). Druk op Ctrl+O en Ctrl+W en hertstart je Pi. Daarna zie je dat de online foto's automatisch getoond worden.

©PXimport

14 Foto van de dag

We kunnen het fotolijstje uitbreiden met nog meer internetfunctionaliteit. Er zijn bijvoorbeeld heel wat websites die dagelijks een 'foto van de dag' aanbieden. We kunnen een scriptje schrijven dat dagelijks die foto downloadt en in onze afbeeldingenmap plaatst, waardoor fbi ze oppikt en naast onze andere foto's toont. Dat wordt wel moeilijker, omdat we in principe voor elke website een aangepast scriptje moeten schrijven. We zullen enkele eenvoudige voorbeelden tonen. Maar eerst maak je een directory aan waarin die foto's komen met de opdracht mkdir /home/pictures/pod.

©PXimport

15 Tijdelijke directory

Omdat we niet willen dat al die 'foto's van de dag' de SD-kaart van de Pi opvullen, maken we een tijdelijk bestandssysteem aan, dat we aan de hiervoor gemaakte directory koppelen. Alle bestanden die daarin gedownload worden, verdwijnen na het uitschakelen of herstarten van de Pi. Dat aankoppelen gebeurt zoals je al gewend bent. Geef de opdracht sudo nano /etc/fstab en voeg onderaan de volgende regel toe: tmpfs /home/pi/pictures/pod tmpfs size=100M,rw,mode=777 0 0. Wijzig eventueel de grootte van het bestandssysteem, maar overdrijf niet: het wordt namelijk in het (weinige) RAM van de Pi opgeslagen.

©PXimport

16 NASA

De eerste tijdelijke foto's komen van de Astronomy Picture of the Day van NASA. Deze worden gedownload als de Pi opgestart is. Voer daarvoor de opdracht sudo nano /etc/rc.local uit en plaats onderaan het bestand vlak vóór de regel exit 0 de regel wget http://apod.nasa.gov/apod/ap`/bin/date +%y%m%d`.html -O- 2> /dev/null | grep -m 1 'IMG SRC=' | sed -e 's///' -e 's/.*=//' -e 's/"//g' -e 's/^/http:\/\/apod.nasa.gov\/apod\//' | wget -i- -O /home/pi/pictures/pod/apod.jpg. Overigens gebeurt er op sommige dagen niets, omdat NASA dan geen foto, maar een filmpje online zet. En let op: in deze stap en stap 18 is er verschil tussen de aanhalingstekens: zowel ' als ` (accent grave of backquote) worden gebruikt.

©PXimport

17 National Geographic

Ook National Geographic biedt elke dag een foto aan. Voer hiervoor de opdracht sudo nano /etc/rc.local uit en plaats onderaan vlak vóór de regel exit 0 de regel wget http://photography.nationalgeographic.com/photography/photo-of-the-day -O- 2> /dev/null | grep -m 1 -o 'img src=".*.jpg"' | sed -e 's/img src="/http:/' -e 's/"//' | wget -i- -O /home/pi/pictures/pod/national_geographic.jpg. Wat gebeurt hier: we halen met de grep-opdracht de url van het eerste jpeg-bestand uit de webpagina, plaatsen er http: voor en downloaden die dan in het juiste bestand.

©PXimport

18 Wikimedia Commons

Hetzelfde trucje kunnen we uitvoeren voor de foto van de dag bij Wikimedia Commons. Deze keer is de regel die we in /etc/rc.local zetten complexer, want we moeten eerst de pagina downloaden, waar de verwijzing naar de foto staat. Het commando: wget -qO - `wget -qO - http://commons.wikipedia.org/wiki/Commons:Picture_of_the_day | grep File: | sed -e "s/.*href=\"//" -e "s/\"//" | cut -d ' ' -f 1 | head -n 1 | sed -e 's/^/http:\/\/commons.wikipedia.org/'`| grep "Original file" | sed -e "s/.*href=\"/http:/" -e 's/\".*//' | wget -i- -O /home/pi/pictures/pod/wikimedia_commons.jpg.

©PXimport

19 En verder

Zoals je ziet zijn de mogelijkheden eindeloos. Je kunt zelf foto's op een usb-stick zetten, je kunt je Pi foto's van een gedeelde netwerkmap of je cloudopslag laten halen, en je kunt zelfs scripts schrijven die volautomatisch foto's van allerlei plaatsen op internet downloaden. Hopelijk is uit deze workshop duidelijk dat je van je Raspberry Pi een veel flexibeler en krachtiger fotolijstje kunt maken dan degene die je in de winkels vindt. Veel plezier!

©PXimport

Laat je fantasie werken

Het fotolijstje dat we in deze workshop gebouwd hebben, is nog maar een begin. Je kunt je bijvoorbeeld laten inspireren door Samuel Clay, die met de Raspberry Pi een fotolijstje gebouwd heeft dat via wifi automatisch foto's van zijn Flickr-account downloadt. Hij heeft bovendien een infraroodsensor toegevoegd, zodat het schermpje enkel ingeschakeld wordt wanneer er iemand in de kamer aanwezig is. Van het frame maakte hij iets artistieks.

©PXimport

Ander scherm

Je hebt heel wat keuze voor het scherm. Het type NTSC/PAL-schermpje dat we in deze workshop gebruikt hebben, is populair voor de Raspberry Pi, maar hebben niet zo'n hoge resolutie. Je kunt ook een HDMI-scherm aansluiten en de Pi erachter bevestigen. En voor de knutselaars: wie weet kun je een oud laptopscherm recyclen, al heb je vaak nog extra componenten nodig om het aan te sturen.

▼ Volgende artikel
10 tips om meer uit je robotstofzuiger te halen
© Mustafa_Art
Huis

10 tips om meer uit je robotstofzuiger te halen

Een robotstofzuiger scheelt flink wat werk, maar alleen als je hem goed gebruikt. Wie er net een in huis heeft, merkt al snel dat hij niet alles vanzelf doet. En ook als je al langer een robotstofzuiger gebruikt, valt er vaak nog winst te halen. Met deze tien praktische tips werkt je robotstofzuiger beter – en hoef jij minder te doen!

In het kort

Een robotstofzuiger kan je flink wat werk uit handen nemen, maar alleen als je hem goed gebruikt. Met deze 10 slimme tips werkt hij beter, blijft hij langer mee gaan en past hij zich aan jouw huishouden aan. Van zones instellen tot onderhoud: zo maak je er écht een huishoudhulp van.

Lees ook: Hier moet je op letten wanneer je een robotstofzuiger wilt kopen

1. Laat hem eerst je huis leren kennen

Veel robotstofzuigers kunnen een plattegrond van je woning maken. Dat kost eenmalig wat tijd, maar levert daarna veel gemak op. Tijdens zo'n verkenningsronde reinigt hij meestal nog niet, maar scant hij alleen. Geef hem de ruimte en zorg dat er geen spullen over de vloer slingeren. Als de kaart eenmaal is aangemaakt, kun je zones instellen, schoonmaakschema's maken en no-go-gebieden markeren.

2. Zorg voor voldoende licht

Robotstofzuigers met optische sensoren hebben licht nodig om goed te navigeren. Als je hem 's avonds laat rijden terwijl de lampen uit zijn, herkent hij obstakels minder goed. Plan het schoonmaken liever overdag of laat een lamp aan in de ruimte waar hij aan het werk is. Als het apparaat regelmatig moeite heeft om meubels of muren goed te herkennen, komt dat mogelijk door te weinig licht.

Licht, laser & optische sensoren

De lichtbehoefte van robotstofzuigers verschilt sterk per navigatiesysteem. Modellen met LiDAR-technologie (lasernavigatie) werken uitstekend in het donker omdat ze zelf licht uitstralen om obstakels te detecteren. Camera-gebaseerde robots daarentegen zijn afhankelijk van omgevingslicht om hun omgeving te kunnen 'zien' en hebben problemen in donkere ruimtes. Goedkopere modellen met alleen infrarood- of aanrakingssensoren navigeren weliswaar zonder licht, maar werken veel minder nauwkeurig en rijden vaker tegen obstakels aan.

3. Stel schoonmaakzones en kamers in

In de app van de meeste modellen kun je na de kaartopbouw aangeven welke kamers of delen van het huis wanneer moeten worden schoongemaakt. Dat is handig als je bijvoorbeeld elke ochtend de gang en keuken wilt laten doen, maar de slaapkamers alleen op zaterdag. Door het schoonmaken slim te verdelen, werkt de robotstofzuiger efficiënter en hoeft hij tussendoor minder vaak op te laden.

©Wesley Akkerman | ID.nl

4. Gebruik virtuele afbakeningen waar nodig

Veel modellen bieden de mogelijkheid om virtuele grenzen aan te maken: gebieden waar de robotstofzuiger niet mag komen. Denk aan een speelkleed met speelgoed, een losse kabel achter de bank of een plek waar de vloer nat kan zijn. In plaats van zo'n verboden plek elke keer handmatig af te schermen, door er bijvoorbeeld iets voor te zetten, stel je die zones gewoon één keer digitaal in. Het apparaat houdt daar vanaf dan automatisch rekening mee en weet dat hij daar niet meer mag komen.

5. Dweilen? Wees voorzichtig met schoonmaakmiddelen

Kan jouw robotstofzuiger ook dweilen? Gebruik dan alleen het aanbevolen reinigingsmiddel of gewoon water. Veel gewone schoonmaakmiddelen zijn te sterk of laten resten achter, waardoor leidingen of sproeiers kunnen verstoppen. Sommige robotstofzuigers hebben een speciaal reservoir voor schoonmaakmiddel, maar dat geldt niet voor elk model. Iets om naar te kijken voordat je een robotstofzuiger gaat kopen.

6. Maak borstels, wieltjes en sensoren regelmatig schoon

Haren, stof en vuil hopen zich snel op rond de draaiende onderdelen van de robotzuiger. Vooral huisdierharen kunnen oor problemen zorgen. Maak elke week de hoofdborstel los, controleer de zijborstels en veeg vuil weg met een droge doek of meegeleverd hulpstuk. Vergeet ook de val- en navigatiesensoren niet: die kunnen door stof minder goed functioneren, wat de navigatie beïnvloedt.

©Vershinin Evgenii

7. Leeg het stofreservoir af en toe ook zelf

Veel robotstofzuigers hebben een zelflegende functie. Handig, maar ook dan is het slim om af en toe zelf te controleren of alles goed blijft werken. Het stofreservoir is meestal klein en raakt sneller verstopt dan je denkt. Leeg het na een paar schoonmaakbeurten, zeker als je merkt dat hij minder vuil opzuigt of als hij zelf aangeeft dat het reservoir leeg is, maar je toch nog stof en kruimels op de vloer ziet liggen.

8. Zet het laadstation op een vaste plek

Een robotstofzuiger onthoudt zijn omgeving en zoekt na elke beurt zijn laadstation op. Verplaats je dat station naar een andere plek, dan moet hij opnieuw leren waar hij zich bevindt. Zet het station dus op een centrale, bereikbare plek waar voldoende ruimte is en laat het daar staan. Zo voorkom je dat hij de weg kwijt raakt of fouten maakt bij het navigeren.

9. Pas op bij huisdieren

Een ongelukje van een huisdier kan vervelende gevolgen hebben als de stofzuiger erdoorheen rijdt. Laat hem daarom liever schoonmaken op momenten dat je huisdieren buiten zijn of je zeker weet dat de vloer schoon is. Zo voorkom je niet alleen vieze sporen, maar ook schade aan het apparaat en extra schoonmaakwerk achteraf.

©Надія Коваль - stock.adobe.com

10. Automatiseer waar het kan, maar houd controle

Robotstofzuigers zijn bedoeld om werk uit handen te nemen. Toch blijft het verstandig om regelmatig de app te openen, meldingen te controleren en updates uit te voeren. Soms kun je met een kleine aanpassing – zoals het verplaatsen van een kabel, het instellen van een extra schoonmaakbeurt op vrijdag – het resultaat flink verbeteren.

Robotstofzuiger klaar? Zuigen maar!

Het is simpel: hoe beter je robotstofzuiger weet wat hij moet doen, hoe beter hij zijn werk doet. Met deze tips zorg je ervoor dat dat het geval is. En ja, je moet zelf ook af en toe nog wat doen, zoals het stofreservoir controleren of dierenhaar uit de wieltjes te peuteren, maar dat kost hooguit een paar minuutjes van je tijd. Want je weet nu hoe je ervoor zorgt dat de omstandigheden zo goed mogelijk zijn én hoe je hem 'traint'. En daarmee komt hij dicht in de buurt van je ideale huishoudhulp!


🤖 🧹 Accessoires voor je robotstofzuiger?

Je vindt ze

▼ Volgende artikel
Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!
© andrey
Huis

Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!

Hoewel koken op gas voorlopig nog mag, is duidelijk dat de toekomst elektrisch is. Veel mensen stappen nu al over op elektrisch koken – vaak in combinatie met inductie. Ben jij toe aan een nieuwe kookplaat of wil je van het gas af? Dan is het goed om te weten hoe je zo’n elektrische kookplaat aansluit, waar je op moet letten en wanneer je beter een professional kunt inschakelen.

Na het lezen van dit artikel weet je:
  • Dat er 1-, 2- en 3-fase-aansluitingen en -kookplaten zijn
  • Hoe je met de multimeter bepaalt wat voor aansluiting jij hebt
  • Hoe je de elektrische kookplaat aansluit

Dit vind je vast ook interessant: Wat voor soort kookplaten zijn er?

Eén, twee of drie fasen: wat betekent dat?

In tegenstelling tot een gaskookplaat, die je simpelweg aan een gasaansluiting koppelt, is een elektrische kookplaat net iets technischer. Zo'n kookplaat kan worden aangesloten op één, twee of drie elektrische fasen. Welke van de drie je nodig hebt, hangt af van het vermogen van je kookplaat én van de aansluiting in je keuken.

Een 1-fase kookplaat is het eenvoudigst. Die werkt op een gewone stekker met twee pinnen, precies zoals je gewend bent van andere apparaten in huis. Deze modellen hebben een beperkt vermogen – maximaal 3680 watt – maar zijn vaak krachtig genoeg voor wie niet al te fanatiek kookt. Aansluiten is simpel: stekker erin en je kunt aan de slag.

Voor een 2-fase kookplaat heb je een zogenoemde perilex-stekker nodig, met vijf pinnen. Die zie je vooral bij iets krachtigere inductiekookplaten. Meestal worden dit soort kookplaten zonder stekker geleverd, en is het slim om een elektricien in te schakelen voor de installatie. Het benodigde vermogen ligt tussen de 3681 en 7360 watt.

Een 3-fase kookplaat vraagt nog meer stroom en werkt op krachtstroom. Ook hier gebruik je een perilex-stekker met vijf pinnen, maar je moet wel eerst controleren of je meterkast daar op is voorbereid. De aansluitwaarde ligt boven de 7360 watt en het is belangrijk dat de aansluiting klopt – anders werkt de kookplaat niet of loop je zelfs risico op overbelasting. Laat dit daarom bij voorkeur aan een vakman over.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Een kookplaat voor 1- en 2-fase

Je kunt ook kiezen voor een kookplaat met powermanagement. Dat is een kookplaat die je op een normaal stopcontact of op een perilex-stopcontact aansluit. Deze kookplaat kun je in de toekomst uitbreiden, als je dat wilt, maar hiervoor hoef je nu nog niet meteen de aanpassingen in de meterkast en aansluiting door te voeren. Als je wel de aanpassingen in de meterkast laat doen, heb je profijt van de kracht van een 2-fase kookplaat.

Hoe weet je welke kookplaat bij je keuken past?

Wat je kunt aansluiten, hangt af van het type stopcontact in je keuken. Heb je een standaard wandcontactdoos met twee gaten? Dan past daar alleen een 1-fase kookplaat op. Die worden meestal geleverd met stekker en snoer, zodat je hem meteen kunt gebruiken.

Zie je een perilex-stopcontact (met vijf gaten)? Dan is je keuken in principe geschikt voor een 2- of 3-fase kookplaat. Alleen weet je dan nog niet of je meterkast daadwerkelijk drie fasen aankan. Dat kun je op twee manieren controleren: met een multimeter of door in je meterkast te kijken.

Zo check je de aansluiting met een multimeter

Heb je een multimeter in huis? Dan kun je precies meten hoeveel fasen je aansluiting ondersteunt. Teken op een papier het patroon van het perilex-stopcontact en noteer per gat wat je meet. Prik met één pin in het middelste gat (de aarde) en meet met de andere pin de overige vier. Krijg je twee keer 230 volt en twee keer 0? Dan heb je een 2-fase aansluiting. Meet je drie keer 230 volt en één keer 0? Dan is het een 3-fase aansluiting. Label de gaten met ‘L’ voor stroom en ‘N’ voor nul, zodat je straks precies weet wat waar hoort.

©Dmitriy

Voordat je een kookplaat aanschaft, check je eerst de nismaat van je aanrechtblad. Meet met een rolmaat eerst de nis op in het aanrechtblad. Doe dit voor de breedte, de diepte en de hoogte. Komen de afmetingen niet overeen met de kookplaat die je graag wilt? Kijk dan of je het aanrechtblad kunt aanpassen.

Geen multimeter? Kijk in de meterkast

Heb je geen meetapparatuur? Dan kun je in de meterkast zien hoeveel fasen er beschikbaar zijn. Bij een 2-fase aansluiting zie je twee gekoppelde groepen met een hendel ertussen. Zie je vier gekoppelde groepen? Dan is er krachtstroom aanwezig en kun je dus ook een 3-fase kookplaat aansluiten – mits het stopcontact daar geschikt voor is.

©auremar

Zelf een kookplaat aansluiten

Ga je zelf aan de slag? Dan is het belangrijk dat je weet wat je doet. Elektriciteit is geen speelgoed, dus bij twijfel: bel een vakman. Heb je een 1-fase kookplaat met powermanagement die je op een normaal stopcontact wilt aansluiten? Dan moet je deze eerst correct instellen.

Leg om te beginnen een stuk piepschuim onder de kookplaat, zodat je hem veilig kunt omdraaien zonder krassen of barsten. Plak daarna de afdichtband rondom het apparaat, bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de glasrand. Begin aan de achterkant, zodat de naad niet in het zicht valt.

Open het aansluitcompartiment onder de kookplaat en controleer het aansluitschema dat daar staat. Gebruik de bijgeleverde bruggetjes om de juiste verbindingen te maken. Sluit het snoer aan: bruin op L, blauw op N en geelgroen op aarde. Zet het snoer vast met trekontlasting en sluit het klepje.

Draai nu de kookplaat weer om en steek de stekker in het stopcontact. Leg de kookplaat op z’n plek in het aanrechtblad. Houd de pauzeknop vijf seconden ingedrukt om het menu te openen. Zoek via de plusknop naar het onderdeel ‘PO’ (power) en stel het vermogen in op 3.7 in plaats van 7.4. Bevestig dit door de pauzeknop nog eens vijf seconden ingedrukt te houden. Je kookplaat is nu geschikt voor een standaard aansluiting.

Houd de stekker op de juiste positie tijdens het meten met de multimeter. Kijk hoe je de stekker in het getekende stopcontact zou steken, zodat je de juiste kleuren van de draden noteert op je tekening.

Een 2-fase kookplaat aansluiten: zo werkt het

Heb je een 2-fase kookplaat? Dan moet je eerst bepalen welke kleur draad bij welk contact hoort. Meet het snoer door met een multimeter, op de piepstand of op de Ohm-stand. Noteer welke draad bij welke stekkerpin hoort en gebruik die info bij het aansluiten.

Open vervolgens het aansluitvak onder de kookplaat en kijk welk aansluitschema je moet gebruiken. L1 en L2 koppel je aan de juiste stroomdraden, 01 en 02 aan de juiste nuldraad. Maak de trekontlasting los, sluit de draden aan zoals je eerder hebt gemeten, en zet alles weer stevig vast.

Steek daarna de stekker in het stopcontact en plaats de kookplaat netjes in het blad. Dankzij de afdichtband blijft alles goed op z'n plek. Zet vervolgens de kookplaat aan en test of alle kookzones werken. Krijg je een foutmelding? Dan is er waarschijnlijk iets misgegaan bij het aansluiten. Geen foutmelding? Dan is je kookplaat klaar voor gebruik.

©S.Engels

Het is gebruikelijk dat de pannen een licht tikkend of zoemend geluid maken tijdens het koken. Dit heeft te maken met het magnetisch veld van de kookplaat. Ruik je een vreemde geur na het installeren van de kookplaat? Dit is ook gebruikelijk en de geur trekt uiteindelijk weg.