ID.nl logo
Huis

Linux hacken: zo eenvoudig is het

Afgelopen jaar kwamen talloze bedrijven in de problemen vanwege ransomware. De besmette servers draaiden voornamelijk Windows; Linux-servers kwamen er zonder al te veel kleerscheuren van af. Naar aanleiding van dit incident vragen veel beheerders zich af hoe veilig Linux eigenlijk is.

Door de manier waarop Linux ontworpen is, is het systeem van nature behoorlijk veilig. Dit is voor een groot deel te herleiden tot het gebruik van de execute-permissie. Zonder de execute-permissie kan geen enkel programma automatisch worden uitgevoerd. De beheerder van de betreffende computer zal eerst als bewuste actie de execute-permissie op een script of programmabestand moeten toepassen voordat een programma wordt uitgevoerd.

Bij het aanmaken van een bestand op een systeem zal dat bestand nooit automatisch uitvoerbaar worden gemaakt. Vanwege de manier waarop Linux omgaat met de execute-permissie, krijgen ook virussen op Linux weinig kans. Er zijn dan ook eigenlijk geen bekende virussen, noch zijn er virusscanners die veel meer scannen dan in- en uitgaande mail wanneer Linux gebruikt wordt als mailserver.

Een tweede kernelement is het gebruik van het root-gebruikersaccount. De gebruiker root is de almachtige systeembeheerder voor wie geen enkele beperking geldt. Alle andere gebruikers kunnen alleen bestanden aanmaken in hun eigen home directory of in /tmp. Dat betekent dat de schade, die een gebruiker bewust of onbewust kan uitvoeren, meestal slechts impact heeft op een beperkte omgeving.

Mandatory Access Control

Een ander belangrijk onderdeel van Linux’ beveiliging is Mandatory Access Control (MAC). Er zijn twee belangrijke systemen voor MAC: SELinux en AppArmor. Beide systemen hebben als doel om ervoor te zorgen dat alleen acties die specifiek zijn toegestaan mogen worden uitgevoerd. Hiervoor wordt gewerkt met profielen, die aan toepassingen worden gekoppeld. In deze profielen wordt op system call-niveau bepaald wat is toegestaan. Alles wat niet in zo’n profiel is gedefinieerd, wordt geblokkeerd.

Tot zover lijkt het alsof Linux zijn zaakjes goed voor elkaar heeft en het nagenoeg onmogelijk is om in te breken. Maar schijn bedriegt! Er zijn namelijk enkele precaire zaken die ervoor kunnen zorgen dat een verkeerd beheerde Linux-machine de deur wagenwijd openzet voor ongeoorloofde activiteit. In het vervolg van dit artikel gaan we verder in op aanvallen op het root-wachtwoord, de installatie van onbetrouwbare software, het uitvoeren van instabiele of onbetrouwbare scripts, brute-force attacks op ssh en zero-day-exploits.

Gevaar van root-gebruiker

De grootste zwakke plek in Linux is de root-gebruiker. Bij het ontwerp van het besturingssysteem werd onderscheid gemaakt tussen geprivilegieerde gebruikers en niet-geprivilegieerde gebruikers. Een niet-geprivilegieerde gebruiker is een gebruiker die slechts toegang heeft tot beperkte onderdelen van het besturingssysteem. De root-gebruiker is de geprivilegieerde gebruiker voor wie geen enkele beperking geldt. Je zou kunnen stellen dat de root-gebruiker onbeperkt toegang heeft tot de Linux-kernel. Zodra een aanvaller een root-shell kan openen, is hij dus binnen.

Het spreekt voor zich dat je de root-gebruiker voorziet van een zeer sterk en ingewikkeld wachtwoord. Daarnaast zorg je er als Linux-gebruiker voor om nooit in te loggen als root, want dan wordt elk proces dat je start met root-privileges opgestart. Het zwakke punt blijft echter dat de root-gebruiker überhaupt bestaat en dat het onder bepaalde omstandigheden mogelijk is om in te loggen als root. De enige beperkende factor is dat je hiervoor bij het opstarten wel consoletoegang moet hebben tot het Linux-systeem

Op een modern Linux-systeem geeft de volgende procedure vrijwel altijd toegang tot een root-shell zonder dat een wachtwoord hoeft te worden ingevoerd.

Zorg ervoor dat de doelwitmachine opnieuw wordt opgestart. Zodra je de Grub2 boot-prompt ziet, druk je op e om de editor te openen:

©PXimport

Eenmaal in de editor zoek je de regel op die begint met linux16. Voeg aan het eind van deze regel de tekst

rd.break

in. Gebruik nu de toetscombinatie Ctrl+X. Het Linux-systeem zal nu opstarten, waarbij alleen een kernel en het initramfs geladen worden. Initramfs is een minimaal besturingssysteem van waaruit je toegang hebt tot je volledige harde schijf, zonder dat je een root-wachtwoord hoeft in te voeren.

Na het opstarten wordt nu een root-shell weergegeven, maar dan ben je er nog niet. Als je het wachtwoord wilt resetten, dien je eerst de volledige toegang tot het root-filesystem op de schijf te herstellen. Hiervoor zijn nog een paar commando’s nodig. Tik eerst

mount

om uit te vinden op welke directory je root-filesystem is gemount. In het onderstaande voorbeeld gaan we uit van CentOS, waar het root-bestandssysteem op /sysroot wordt gemount. Typ nu:

mount -o bind /dev /sysroot/dev

Dit zorgt ervoor dat alle device files beschikbaar zijn. Gebruik nu deze opdracht, zodat ook de belangrijke kernel interface /proc beschikbaar is op het tijdelijke root-mountpunt:

mount -t proc proc /sysroot/proc

Als deze essentiële bestandssystemen zijn gemount, typ je

chroot /sysroot

sysroot om het tijdelijke mountpunt van het root-filesystem om te zetten naar de / directory. Wanneer je tools gebruikt die toegang vereisen tot de / directory op de schijf, zullen die het nu allemaal doen. Je kunt nu

passwd

gebruiken om het root-wachtwoord in te stellen. Tot slot: als je op een distributie werkt waar SELinux is ingeschakeld, moet je ervoor zorgen dat het hele bestandssysteem opnieuw wordt voorzien van SELinux contextlabels. Dat doe je met de opdracht

touch /.autorelabel

Typ nu reboot om opnieuw op te starten en in te loggen met je eigen rootwachtwoord. Veel plezier met de onbeperkte toegang tot het betreffende systeem!

Bescherming

Wellicht vraag je je af of het nu echt zo simpel is. Als je geen tegenmaatregelen getroffen hebt: ja, helaas wel. Gelukkig zijn er maatregelen die je als eigenaar van een Linux-systeem kunt treffen om deze zwakke plek te beschermen. Daarover meer in een later artikel.

Tekst: Sander van Vugt

▼ Volgende artikel
Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt
© fotomek
Huis

Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt

Denk je net goed bezig te zijn met een A+++-wasdroger, blijkt die vanaf juli 2025 opeens een magere C te scoren. Wat is hier aan de hand? Geen paniek: je apparaat is niet plotseling minder efficiënt geworden, het energielabel wordt een stuk strenger. In dit artikel lees je waarom de regels zijn veranderd, wat het nieuwe label precies meet en hoe je wél de juiste conclusies trekt bij je volgende aankoop.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Bemmel & Kroon

Vanaf 1 juli 2025 – morgen dus! – verandert het energielabel van wasdrogers in heel Europa. De bekende klassen als A+, A++ en A+++ verdwijnen en maken plaats voor een overzichtelijker schaal van A tot en met G. Hierdoor krijgen veel huidige A+++-drogers voortaan een label C. Niet omdat ze slechter presteren, maar omdat de normering strenger en toekomstbestendiger wordt.

Waarom een nieuw energielabel nodig was

Het oude systeem was zijn doel voorbijgeschoten. Doordat fabrikanten steeds energiezuinigere apparaten ontwikkelden, werden er voortdurend plussen aan de A-klasse toegevoegd. Daardoor ontstond een wildgroei aan energielabels die de consument eerder in verwarring bracht dan hielp. Met het nieuwe label keert de rust terug: één heldere schaal die opnieuw ruimte laat aan de top. De zuinigste klasse A blijft voorlopig zelfs leeg, zodat alleen uitzonderlijk efficiënte apparaten die plek mogen innemen.

©Bemmel & Kroon

Wat je ziet op het nieuwe label

Het nieuwe energielabel bevat veel meer informatie dan alleen een letter. Naast de energieklasse geeft het label nu ook inzicht in het verbruik per honderd droogbeurten, gemeten volgens een gestandaardiseerd Eco-programma. Ook de programmaduur, het maximale vulgewicht van de trommel, het geluidsniveau in decibel en de condensatie-efficiëntie staan erop vermeld. Via een QR-code kun je bovendien extra technische details opzoeken in de Europese EPREL-database. Deze toevoegingen zorgen ervoor dat je als consument beter kunt inschatten welk apparaat past bij jouw huishouden en gebruik. Meer informatie vind je op deze pagina.

©Bemmel & Kroon

1. QR-code met link naar de EU database
2. Energie-efficiëntieklasse
3. Energieverbruik in kWh/100 droogcycli*
4. Condensatie-efficiëntieklasse en -percentage

5. Geluidklasse en geluidemissie in dB(A)**
6. Maximale laadcapaciteit (nominale capaciteit in kg)**
7. Duur in uren en minuten**

* Waarden gelden voor een gewogen gemiddelde van halve en volle ladingen met een verhouding van 0,62 (24x volle lading, 76x halve lading).
** Droogcyclus van katoen eco-programma bij volle lading.

Het lastige van vergelijken

Oude en nieuwe energielabels kun je niet zomaar naast elkaar leggen. Een A+++-droger uit 2024 kan volgens de nieuwe testmethodes een label C krijgen, terwijl het apparaat in de praktijk nog steeds even zuinig is. Dat verschil komt puur door de aangescherpte meetnormen, en niet door een verandering in prestaties. Laat je dus niet misleiden door een ogenschijnlijke 'verslechtering' van het label, maar kijk naar de echte verbruiksgegevens en technische kenmerken van jouw wasdroger.

Wat dit voor jouw keuze betekent

Bij het kopen van een nieuwe droger is het dus belangrijk om verder te kijken dan alleen de letter op het label. De vermelding van het energieverbruik per honderd droogcycli geeft je een veel concreter beeld van de stroomkosten op jaarbasis. Ook het geluidsniveau, de capaciteit van de trommel en de duur van het droogprogramma bepalen in sterke mate hoe comfortabel en efficiënt het apparaat in de praktijk is. Dankzij de QR-code kun je bovendien snel en eenvoudig controleren of de technische gegevens aansluiten bij je verwachtingen.

©Viktoria

Slim kiezen met het nieuwe label

De vernieuwde energielabels maken het makkelijker om een slimme, bewuste keuze te maken. Niet alleen zie je in één oogopslag hoe energiezuinig een apparaat is volgens de nieuwste normen, je hebt ook toegang tot de details die er écht toe doen. Zo kun je jouw keuze afstemmen op wat je belangrijk vindt: lage kosten, weinig geluid, korte droogtijd of een groot vulgewicht. Door te letten op de werkelijke prestaties in plaats van alleen op een letter, maak je een duurzame keuze die ook op de lange termijn rendeert.

Wil je hulp bij het kiezen van een energiezuinige droger of persoonlijk advies over welk type het best bij jouw huishouden past? Laat je dan informeren door een specialist, zodat je met vertrouwen de juiste keuze maakt voor nu én de toekomst.

Op zoek naar een écht zuinige droger?

Bekijk de beste deals bij Bemmel & Kroon!
▼ Volgende artikel
Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op
© zephyr_p
Huis

Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op

Een nieuwe oven, koelkast of vaatwasser kiezen begint niet bij het design of de functies – het begint met een meetlint. Want hoe mooi of geavanceerd een apparaat ook is, als het nét niet past, zit je met een kostbare misser. Een paar millimeter speling kan het verschil maken tussen een perfect passende keuken en een frustrerende inbouwervaring. Met deze meetinstructies weet je zeker dat je straks niet voor verrassingen komt te staan.

Wil je je inbouwapparatuur tot op de millimeter nauwkeurig installeren, dan is precies meten onmisbaar. In dit artikel lees je over:

• Algemene meetprincipes • Waar je precies op moet letten bij een ⋄ inbouwkoelkast of -vriezer  ⋄ inbouwoven en -magnetron  ⋄ inbouwvaatwasser ⋄ inbouw-espressomachine  • Welke veelgemaakte fouten je moet zien te vermijden • Wat je altijd als laatste moet doen

Ook interessant: Een inbouwkoelkast kopen: waar moet je op letten?

Goed meten is het halve werk

Voordat je aan de slag gaat met meten, is het slim om een paar basisregels aan te houden. Gebruik altijd een betrouwbare rolmaat en eventueel een digitale schuifmaat voor extra precisie. Meet de binnenafmetingen van de nis (dus niet de buitenkant van je keukenkast) en noteer breedte, hoogte én diepte.

Houd daarnaast rekening met de ventilatieruimte: meestal is 2 tot 5 cm aan de achterkant en zijkanten nodig. En check of er ruimte is voor stopcontacten, wateraansluitingen en kabeldoorvoeren – die bepalen vaak óók of het apparaat goed kan worden geplaatst.

©Andrey Sinenkiy

Waar moet je op letten per apparaat?

Elk soort inbouwapparaat heeft zijn eigen eisen en aandachtspunten. Hieronder lees je per type waar je bij het opmeten en installeren specifiek op moet letten. Zo kom je niet voor verrassingen te staan.

Inbouwkoelkast of -vriezer

De hoogte van de nis is hier allesbepalend. Veelvoorkomende maten voor inbouwkoelkasten en -vriezers zijn 88, 140 en 178 cm, maar afwijkingen komen vaak voor. Let op het deursysteem: een sleepdeurmechanisme vraagt meestal om iets meer ruimte in de breedte. Diepte is vaak 55 cm, maar modellen met een ventilator achterop kunnen richting de 60 cm gaan.

Inbouwoven of -magnetron

Standaard? Niet helemaal. De nisbreedte is meestal 56 cm, terwijl het frontpaneel iets breder is (ca. 59,5 cm) voor een nette aansluiting. Hoogtes verschillen: compacte ovens zijn 45 cm hoog, standaardmodellen 60 cm. Magnetrons vragen soms extra ruimte aan de bovenkant voor uitstekende bedieningspanelen.

Inbouwvaatwasser

Hier draait het vooral om hoogte. Die varieert tussen 81,5 en 87 cm, met verstelbare poten voor wat speling. Meet ook de plinthoogte (van vloer tot onderkant kast), en vergeet de watertoevoer niet – reken op zo’n 5 cm extra ruimte in de diepte voor de slang.

Inbouw-espressomachine

Kleiner apparaat, maar niettemin precisiewerk. De breedte is vaak rond de 56 cm, maar de diepte varieert sterk. Let vooral op het waterreservoir (dat tot 55 cm diep kan zijn) en op kleppen of deurtjes die naar voren openen: die hebben extra werkruimte nodig.

©Cristina Villar Martin | Ladanifer

Veelgemaakte fouten die je makkelijk voorkomt

Zelfs met zorgvuldige metingen kan het misgaan, vaak doordat kleine details worden vergeten. Denk aan ventilatieruimte, uitstekende stekkers of leidingen die net in de weg zitten. Een handige tip: plak een strook tape op de vloer op de plek waar de achterkant van het apparaat komt, en markeer waar stekkers en leidingen zitten. Zo zie je snel of er iets in de weg zit.

Ook niet onbelangrijk: controleer of de nis waterpas is! Zeker bij koelkasten met uitschuiflades kan een scheve ondergrond voor problemen zorgen. Pas waar nodig je kast of ondervloer aan voordat je installeert.

Bij renovaties gelden vaak afwijkende maten. Oudere keukens hebben soms dikkere wanden of ongebruikelijke dieptes. Meet dus altijd de huidige situatie én de specificaties van je nieuwe apparaat. Twijfel je? Schakel een keukenexpert in, zeker bij combinaties zoals een oven met magnetron, waarbij elk detail telt.

En tot slot: de allerbelangrijkste stap

Het klinkt als een open deur, maar het voorkomt de meeste problemen: meet altijd twee keer! Schrijf je maten op en leg ze naast de officiële productspecificaties. Let daarbij op details als verstelbare voetjes, uitsparingen voor de deur of een uitschuifbaar bedieningspaneel. Zo weet je zeker dat jouw nieuwe inbouwapparaat niet alleen technisch past, maar ook mooi aansluit bij de rest van je keuken. Want uiteindelijk draait het om één ding: alles moet kloppen – tot op de millimeter.