ID.nl logo
Embedded Linux: Dit OS infiltreert al je apparaten
© PXimport
Huis

Embedded Linux: Dit OS infiltreert al je apparaten

De kans is groot dat je zonder dat je het weet thuis talloze apparaten met Linux hebt draaien. Je internetmodem, je draadloos toegangspunt, je nas, je smart-tv en zelfs je smartphone, ze draaien allemaal vaak ‘embedded Linux’. Hoog tijd om hier eens uitgebreid bij stil te staan.

Niet alle computers zijn dozen onder je bureau of laptops op je schoot. Heel wat computers maken onderdeel uit van een groter systeem, zien er niet als een computer uit en zitten vaak verborgen. We spreken dan van een ‘embedded system’, of in het Nederlands ingebed systeem / geïntegreerd systeem.

Enkele voorbeelden maken duidelijk waar het om gaat. Een barcodescanner in de supermarkt, allerlei controlesystemen in fabrieken, de motorbesturing in je auto, je magnetron thuis, je internetmodem, je draadloos toegangspunt, je nas, maar ook alle ‘slimme’ apparaten zoals smartphones, smartwatches, smart-tv’s en de tegenwoordig zo populaire IoT-apparaten (Internet of Things) zijn embedded systems.

De essentie van een embedded system is dat het om een combinatie van hardware en software gaat die samen een product met een specifieke taak vormen. Net zoals een ‘personal computer’ heeft een embedded system invoer en uitvoer, maar in tegenstelling tot een toetsenbord en scherm is dat vaak iets toepassingsspecifieks, zoals sensoren en actuatoren (bijvoorbeeld een motor).

Wat is embedded Linux?

Als we over Linux spreken, bedoelen we meestal het hele besturingssysteem, terwijl Linux strikt gezien alleen de kernel is. Zo ook met embedded Linux: meestal wordt met die term het hele besturingssysteem bedoeld dat op het apparaat draait. Vaak is het een op maat gemaakt Linux-besturingssysteem of een embedded Linux-distributie die specifiek ontworpen is voor embedded systems.

Linus Torvalds begon aan de ontwikkeling van zijn Linux-kernel omdat hij een GNU-besturingssysteem op zijn pc wilde draaien, maar ondertussen ondersteunt de kernel ook vele andere platforms. Er bestaat niet zoiets als een embedded Linux-kernel. Er is één broncode van de Linux-kernel, en die draait op alle mogelijke systemen, van smartphones tot supercomputers. Het enige verschil is dat je specifieke opties of modules tijdens het compileren van de kernel in- of uitschakelt, afhankelijk van wat je nodig hebt, en drivers toevoegt voor specifieke hardware.

Ook tussen embedded systems bestaan er grote verschillen. Een Raspberry Pi, die je ook als een embedded system kunt beschouwen als je er een product mee maakt, is heel wat krachtiger dan je internetmodem. De Linux-kernel heeft in beide systemen waarschijnlijk een heel andere configuratie.

©PXimport

Waarom zou een ontwikkelaar van een embedded system Linux gebruiken? Een van de voordelen noemden we al: de Linux-kernel is uiterst modulair en configureerbaar, waardoor je een kernel kunt compileren die geoptimaliseerd is voor je toepassing. Zeker op embedded systems met een zwakke processor en/of een beperkte hoeveelheid RAM en opslagruimte is dat heel handig: je verwijdert eenvoudig alle ballast.

Die modulariteit en configureerbaarheid zie je ook in het hele besturingssysteem. Een Linux-distributie is een samenraapsel van de kernel, een C-bibliotheek, bestandssysteem en allerlei software. Voor elk van die componenten kun je keuzes maken om je Linux-systeem op maat van je toepassing te ontwikkelen. Zo wordt de C-bibliotheek glibc in veel embedded systems vervangen door het lichtere uClibc en allerlei Unix-opdrachten door BusyBox.

Veel vrijheid

De meeste software die je nodig hebt om een embedded Linux-systeem op te bouwen, is opensource. Dat betekent dat de broncode beschikbaar is onder een vrije licentie zoals de (L)GPL of BSD-licentie. Je hoeft dus helemaal niets te betalen, een licentie te kopen of je te registreren voor een demo om het systeem te evalueren: je kunt er als ontwikkelaar van een embedded system onmiddellijk mee aan de slag. Dat wil overigens niet zeggen dat alles mag. Je dient je nog altijd aan de licentievoorwaarden te houden.

Doordat je toegang tot de broncode hebt en de licentievoorwaarden redelijk vrij zijn, hang je voor embedded Linux niet van één leverancier af. Als je dus een embedded system met behulp van Linux wilt ontwikkelen, heb je de keuze uit talloze leveranciers. Die verkopen je geen software (want die is vrij beschikbaar), maar leveren wel ondersteuning en maatwerk zoals het ontwikkelen van drivers of toevoegen van ondersteuning voor specifieke processoren.

Als je niet meer tevreden bent over één leverancier, kun je bovendien eenvoudig naar een andere overschakelen. Heb je voldoende expertise in huis, dan kun je zelfs besluiten om de integratie van de software die je nodig hebt volledig zelf te doen en je Linux-systeem dus zelf op te bouwen. Dat is een enorm verschil met bedrijfseigen embedded besturingssystemen, waarbij je volledig afhankelijk bent van de leverancier.

Hardware- en softwareondersteuning

De hardwareondersteuning van Linux is immens. De kernel ondersteunt niet alleen de x86-architectuur van onze pc’s, maar ook ARM (gebruikt in veel smartphones, IoT-apparaten en de Raspberry Pi), MIPS, PowerPC en het nieuwe RISC-V. Ondersteuning voor een nieuwe processorarchitectuur of specifieke processor toevoegen, heet ‘porten’ (porting in het Engels). Het voordeel van Linux is: zodra iemand de kernel en wat andere software onder de motorkap, zoals de C-library en de compiler, naar een nieuwe architectuur of processor geport heeft, hoef je zelf dat werk niet meer te doen.

Er draait ook heel veel (opensource-)software op Linux. Voor zowat alle mogelijke netwerkfunctionaliteit bijvoorbeeld bestaat er wel software die op embedded Linux draait. Bovendien werkt software die op één processorarchitectuur draait normaal ook probleemloos op een andere: de meeste Linux-software is immers heel ‘portable’. Schakel je als ontwikkelaar over van één processor naar een andere, dan hoef je je aan de softwarekant doorgaans niet veel zorgen te maken over die overstap.

©PXimport

Hoewel de Raspberry Pi strikt gezien geen embedded system is, geeft de gpio-header van het processorbordje je wel talloze mogelijkheden om sensoren, leds, motorcontrollers en allerlei andere hardware aan te sluiten. Het resultaat kan een (heel krachtig) embedded system zijn. Tegenwoordig is de eerste kennismaking van velen met embedded Linux dan ook de Raspberry Pi. Je installeert dan Raspbian Lite, een minimale Linux-distributie gebaseerd op Debian. Daarop installeer je vervolgens een van de vele beschikbare programma’s of je programmeert je eigen software, bijvoorbeeld in Python.

Draai je Raspbian op je Raspberry Pi en sluit je een toetsenbord, muis en beeldscherm aan, dan is het mogelijk om er een desktopsysteem van te maken, zeker met de Raspberry Pi 4. Maar de flexibiliteit van het computerbordje komt pas tot zijn recht als je het als embedded system inzet. En er bestaan ook gespecialiseerde besturingssystemen zoals LibreELEC, waarmee je van je Raspberry Pi een mediaspeler maakt.

Embedded Linux updaten

Een echt embedded system dient eigenlijk onzichtbaar te zijn. De eindgebruiker hoort er geen omkijken naar te hebben. Belangrijk daarvoor zijn ota-updates (‘over-the-air’): het systeem krijgt dan automatisch updates die beveiligingslekken en andere fouten dichten.

Bij een klassieke Linux-distributie zoals Raspbian werkt dat anders. Daar dien je zelf expliciet op updates te controleren en de beschikbare updates te installeren, met de commando’s sudo apt update en sudo apt upgrade. Er bestaan wel oplossingen om dat te automatiseren (onder Raspbian installeer je er een met sudo apt install unattended-upgrades), maar Debians pakketbeheerder apt mist een belangrijke eigenschap: atomiciteit.

Een update zou ofwel uitgevoerd moeten worden ofwel niet, maar niet half. Als je apt in Raspbian uitvoert (al dan niet automatisch), loop je altijd het risico dat een update om welke reden dan ook (bijvoorbeeld een tijdelijke netwerkstoring) maar half uitgevoerd is. Het besturingssysteem bevindt zich dan in een ongedefinieerde toestand en je embedded system werkt mogelijk niet meer.

Eén oplossing voor ota-updates van embedded Linux-systemen is Mender. Hiermee draai je een managementserver (of maak je gebruik van de managementserver van het bedrijf Mender), die via het netwerk updates naar je embedded systems verstuurt.

©PXimport

Een update wordt niet onmiddellijk in het draaiende systeem geïnstalleerd. Je embedded system heeft bij deze aanpak namelijk twee systeempartities: een actieve en een passieve.

De actieve systeempartitie bevat het besturingssysteem dat momenteel draait. Updates worden in de passieve systeempartitie geïnstalleerd, en daarna herstart je systeem. Als de update mislukt blijkt te zijn, draait het systeem die volledig terug en blijf je de huidige actieve systeempartitie gebruiken. Als de update lukt, wordt de passieve systeempartitie actief gemaakt en gebruik je dus de partitie met updates. Mender is een opensource-oplossing en ondersteunt meer dan 30 processorbordjes, onder andere de Raspberry Pi met Raspbian.

Ubuntu Core en Yocto Project

Canonical biedt met Ubuntu Core een andere oplossing: een minimale Linux-distributie met atomaire updates. Ubuntu Core draait op de Raspberry Pi 2 of 3, Intel Joule, Qualcomm Dragonboard, Nvidia Jetson en nog enkele andere processorbordjes. Alle software wordt in de vorm van ‘snaps’ verdeeld. Een snap is een programma met alle bijbehorende softwarebibliotheken, afgescheiden van andere snaps om compatibiliteitsproblemen te vermijden. Als je een snap updatet, gebeurt dat atomair: bij een mislukte update wordt er niets geïnstalleerd en blijf je gewoon de vorige versie gebruiken. Elke snap draait bovendien in een eigen ‘sandbox’, wat de beveiliging ten goede komt.

Die atomaire updates gelden niet alleen voor de software, maar ook voor de kernel en het besturingssysteem. Als er bij een update iets misloopt, draait het systeem die automatisch terug naar de laatste werkende toestand. Op de achtergrond werkt dat net zoals bij Menders oplossing ook met een actieve en passieve systeempartitie. Ubuntu Core installeert updates overigens automatisch. Dankzij de atomaire updates is dat niet zo’n groot risico als bij een klassieke pakketbeheerder.

©PXimport

Maar het belangrijkste project in de wereld van embedded Linux is geen embedded Linux-distributie, maar software waarmee je zo’n distributie kunt maken: Yocto Project. Dit project van de Linux Foundation biedt een framework aan om zelf je eigen embedded Linux-distributie te bouwen.

Yocto Project wordt relatief veel gebruikt in de embedded wereld en de IoT-industrie. Het ondersteunt Intel/AMD, ARM, MIPS en PowerPC en biedt een referentiedistributie, Poky, die als voorbeeld dient voor een minimaal embedded Linux-systeem dat je naar wens kunt aanpassen. De ontwikkeling doe je rechtstreeks op een Linux-desktop, of op Windows en macOS via de ontwikkelomgeving CROPS die gebruikmaakt van Docker. Er is ook een webgebaseerde interface, Toaster, voor basisfunctionaliteit. Maar als je echt aan de slag wilt met Yocto, zul je moeten gaan programmeren.

Linux op je router

De beste manier om kennis te maken met een embedded system dat niet zo krachtig is als een Raspberry Pi, is waarschijnlijk het installeren van Linux op een router. OpenWrt en DD-WRT zijn de populairste Linux-gebaseerde besturingssystemen voor draadloze routers en toegangspunten. Je moet dan wel een ondersteund model hebben: zowel OpenWrt als DD-WRT bieden een lijst van apparaten aan. Hou er ook rekening mee dat OpenWrt 19.07 de laatste versie is die nog apparaten met slechts 4 MB flash en 32 MB RAM ondersteunt.

Krijgt je draadloze toegangspunt geen updates meer van de leverancier, dan kun je de levensduur in veel gevallen nog verlengen door een van deze opensourcebesturingssystemen te installeren. Met wat geluk kun je gewoon een firmware-image downloaden en via de webinterface van het standaard besturingssysteem van je toegangspunt installeren, maar in andere gevallen verloopt de installatie omslachtiger. Bij sommige modellen dien je zelfs de behuizing open te doen en pinnetjes op het moederbord te solderen om een seriële kabel aan te sluiten. De wiki’s van OpenWrt en DD-WRT bieden gelukkig voor elk ondersteund model installatie-instructies.

Apparaatspecifieke aanpassingen

Dat je voor elk model specifieke installatie-instructies dient te volgen, komt doordat er voor embedded systems – in tegenstelling tot bijvoorbeeld pc’s – geen algemeen aanvaarde standaarden bestaan. Embedded systems zijn veel heterogener, met allerlei verschillende processorarchitecturen, chipsets, randapparatuur enzovoort. Bovendien passen veel ontwikkelaars van draadloze toegangspunten de Linux-kernel en andere opensourcesoftware aan om hun hardware te ondersteunen, zonder die aanpassingen aan deze projecten bij te dragen.

Een project zoals OpenWrt is dan ook verplicht om al die aanpassingen (‘patches’) te verzamelen (de leverancier van het apparaat is verplicht om die te publiceren als het om software gaat die de GPL als licentie gebruikt, zoals de Linux-kernel) en toe te passen om een firmware-image voor dat specifieke model te bouwen. Gelukkig zijn er ook routers die standaard al met een op OpenWrt gebaseerd besturingssysteem verkocht worden, zoals de Omnia en de MOX van het Tsjechische bedrijf Turris.

©PXimport

En nu zelf!

Embedded Linux-systemen zijn heel interessante systemen om mee te experimenteren. Je kennis van Linux op de desktop komt daarbij van pas, maar je dient ook heel wat andere kennis op te doen omdat alles toch net iets anders werkt. Je krijgt met een andere processorarchitectuur te maken (doorgaans ARM in plaats van Intel), een andere bootloader (U-Boot in plaats van GRUB), andere opslagmedia (flashgeheugen of een sd-kaart in plaats van een ssd of harde schijf) enzovoort.

Op de Embedded Linux Wiki vind je een schat aan informatie. Handig voor als je hier dieper op in wilt gaan, maar hou er rekening mee dat veel pagina’s op deze wiki verouderd zijn. Wat kennis van shellscripting en van programmeren, bijvoorbeeld in Python, komt ook van pas. Maar wie echt aan de ontwikkeling van embedded software wil beginnen, ontkomt er niet aan om de programmeertaal C te leren. Die laat je toe om nog ‘dichter tegen de hardware’ te programmeren.

▼ Volgende artikel
Wat je nog meer met wasverzachter kunt doen (en wat niet)
© africa-studio.com (Olga Yastremska and Leonid Yastremskiy) - stock.adobe.com
Huis

Wat je nog meer met wasverzachter kunt doen (en wat niet)

Wasverzachter gebruik je meestal om te zorgen dat je handdoeken of lakens lekker zacht worden en aangenaam gaan ruiken. Maar wist je dat je het spul ook op andere manieren in huis kunt gebruiken? Niet alles wat je online leest werkt of is veilig, maar er zijn wél een paar toepassingen die handig zijn. Deze kun je zonder zorgen uitproberen.

Wist je dat je wasverzachter ook kunt gebruiken: • Tegen muffe luchtjes • Als luchtverfrisser tijdens het stofzuigen • Om statische kleding te voorkomen • Om kunststof kozijnen en deurposten mee af te nemen

Ook interessant: Hier kun je vaatwastabletten óók voor gebruiken

Wil je wasverzachter vaker inzetten in huis? Dat kan, maar de mogelijkheden zijn niet enorm uitgebreid. Hieronder lees je waar dit goedje allemaal geschikt voor is.

Wattenbolletjes tegen muffe luchtjes

Heb je last van een muffe geur in je kledingkast, lade of schoenenkast? Drenk een watje in een klein beetje wasverzachter, laat het goed drogen en leg het ergens in de kast of lade neer. Het watje verspreidt subtiel geur zonder te overheersen.

Luchtverfrisser tijdens het stofzuigen

Tijdens het stofzuigen een frisse geur in huis verspreiden? Leg een gedroogd watje met wasverzachter in het stofreservoir of bij de filter van je stofzuiger. Let op: doe dit alleen als je een stofzuiger hebt zonder zak, en gebruik geen vloeibare wasverzachter direct in het apparaat.

Statische kleding voorkomen

Heb je vaak kledingstukken die knetteren als je ze aantrekt? Vul een plantenspuit met water en voeg een klein dopje wasverzachter toe. Even schudden en licht over de binnenkant van je kleding sprayen (test eerst op een onopvallende plek) helpt om de antistatische lading van je kleding snel te laten verdwijnen.

Lees ook: ⚡Sodeknetter: zo voorkom je statische elektriciteit in je kleding

Kunststof kozijnen en deurposten afnemen

Wasverzachter lost geen hardnekkig vuil op, maar je kunt er wel kunststof oppervlakken mee opfrissen. Denk aan vensterbanken, deurposten of lichtschakelaars. Meng een theelepel wasverzachter met een liter water, maak een doek licht vochtig en veeg ermee over het oppervlak. Het ruikt fris en laat een dun laagje achter dat stof een tijdje weert. Niet gebruiken op hout of natuursteen.

©sergeylapin

...En dit kun je er beter níet mee doen Op internet lees je vaak over andere toepassingen van wasverzachter, zoals badkamertegels of tapijt reinigen, pannen weken, statisch haar behandelen, of zelfs aan je badwater toevoegen voor een zachtere huid. Maar hier kun je juist beter géén wasverzachter voor gebruiken, want:

• Het is niet bedoeld voor contact met je huid of haar. De parfums en conserveermiddelen kunnen irritatie veroorzaken. • Het is niet voedselveilig. Gebruik het dus nooit in of op pannen, keukengerei of aanrechtbladen. • Het laat resten achter. Op tegels, tapijt of badkuipen ontstaat een vettig laagje dat vuil juist aantrekt of vlekken kan geven.

Gebruik wasverzachter dus met beleid, en alleen op plekken waar het geen schade aanricht of achterblijft op oppervlakken die je aanraakt.

Kan wel, maar let op

Sommige toepassingen zijn niet per se fout, maar vragen om wat meer voorzichtigheid. Zoals schoenen en vuilnisbakken opfrissen met wasverzachter.

Schoenen opfrissen

Een doek met verdunde wasverzachter gebruiken om de binnenkant van schoenen schoon te vegen kan geurtjes maskeren. Maar het reinigt niet écht en laat mogelijk geurstoffen of plakkerige resten achter. Dat is niet ideaal, zeker als je de schoenen zonder sokken draagt. Wil je het toch proberen? Gebruik een goed uitgewrongen doek en laat de schoenen daarna volledig drogen.

Vuilnisbak geurvrij maken

Een sopje met wat wasverzachter kan je vuilnisbak tijdelijk frisser laten ruiken. Het maskeert nare geurtjes, maar doodt geen bacteriën. Voor grondige reiniging blijft een oplossing met soda, azijn of allesreiniger effectiever. Wasverzachter is hier dus vooral geurdecoratie, geen echte schoonmaker.

ToepassingWél gebruiken?Toelichting
Wattenbolletjes in kast of lade✅ JaGeeft een subtiele geur zonder schade of risico. Wel laten drogen.
Wattenbolletje in stofzuiger✅ JaWerkt geurverspreidend, zolang je het droog toepast en niet in de motor.
Antistatisch spray voor kleding✅ JaVerdunnen met water, spaarzaam gebruiken, eerst testen op textiel.
Kunststof oppervlakken (kozijnen, schakelaars)✅ JaAlleen op gladde, niet-poreuze oppervlakken. Niet op hout of natuursteen.
Badkamertegels reinigen❌ NeeWerkt niet goed tegen kalkaanslag, laat vettig laagje achter.
Pannen weken met wasverzachter❌ NeeNiet voedselveilig, kans op chemische resten.
Statisch haar behandelen❌ NeeNiet huidveilig, kans op irritatie of allergie.
Wasverzachter in badwater❌ NeeNiet bedoeld voor huidcontact, zeker niet bij gevoelige huid.
Tapijt of stoffering opfrissen❌ NeeLaat resten achter, trekt vuil aan, kans op vlekken.
Schoenen van binnen reinigen⚠️ MogelijkMaskerende geur, maar geen echte reiniging. Risico op plaklaag en geurstoffen op de huid.
Vuilnisbak reinigen⚠️ MogelijkGeeft geur, maar desinfecteert niet. Beter alternatief: schoonmaken met azijn of soda.

Wasverzachter: handig, maar geen wondermiddel

Wasverzachter is dus best veelzijdig, maar niet het wondermiddeltje dat sommige blogs ervan maken. Als je het slim inzet – en altijd spaarzaam – kun je er net wat meer mee doen dan alleen gebruiken voor je was. Test wel altijd eerst op een klein stukje, en hou het bij oppervlakken waar het veilig is. Liever geen risico? Er zijn ook natuurlijke alternatieven, zoals azijn of etherische olie, die je op een vergelijkbare manier kunt gebruiken.

▼ Volgende artikel
Deze accessoires voor je hogedrukreiniger moet je hebben
© lara-sh
Huis

Deze accessoires voor je hogedrukreiniger moet je hebben

Een hogedrukreiniger is een krachtig hulpmiddel waarmee je snel en grondig allerlei oppervlakken rondom je huis schoonmaakt. Maar met de juiste accessoires haal je er nóg meer uit – en wordt schoonmaken niet alleen makkelijker, maar ook een stuk effectiever.

In dit artikel laten we zien welke accessoires onmisbaar zijn om optimaal gebruik te maken van je hogedrukreiniger en welke extra mogelijkheden ze bieden. Het nut van de volgende accessoires wordt besproken:

  • Vario-spuitlans
  • Terrasreiniger
  • Verlengslang
  • Schuimlans
  • Rioolontstoppingslans

Lees ook: Zo werkt een hogedrukreiniger

Let goed op dat niet elk accessoire op elke hogedrukreiniger past. Voordat je overgaat op de aanschaf van een accessoire, controleer dan goed de compatibiliteit met jouw hogedrukreiniger. Lees hier meer over in het artikel Praktische tips bij het gebruik van hogedrukreinigers.

Vario-spuitlans: veelzijdigheid troef

Een vario-spuitlans is eigenlijk onmisbaar als je het meest uit je hogedrukreiniger wilt halen. Met dit accessoire pas je in één handomdraai de spuithoek aan, zodat je de waterstraal precies kunt afstemmen op wat je schoonmaakt. Voor hardnekkig vuil zet je 'm op volle kracht, terwijl een zachtere straal ideaal is voor kwetsbare oppervlakken zoals ramen of andere glazen oppervlakken. Je hebt dus meerdere mogelijkheden in één handige lans.

©hedgehog94

Terrasreiniger: speciaal voor grotere oppervlakken

Een terrasreiniger is een handig hulpstuk in de vorm van een brede, ronde schijf met ronddraaiende spuitkoppen. Je bevestigt ’m aan je hogedrukreiniger en maakt er moeiteloos grotere oppervlakken mee schoon – denk aan je terras, oprit of zelfs muren. Doordat de waterstraal dicht bij het oppervlak blijft, reinig je extra effectief én verbruik je minder water. En het mooiste? Je hebt geen last van opspattend vuil of water, dus schoonmaken wordt een stuk comfortabeler.

Terrasreiniger kopen?

Bekijk nu de terrasreiniger die past bij jouw hogedrukreiniger

Verlengslang: vergroot je bereik

De meeste hogedrukreinigers worden geleverd met een slang van zo’n 5 tot 10 meter – vaak is dat genoeg, maar soms kom je nét iets te kort. Met een verlengslang vergroot je eenvoudig het bereik, zodat je ook moeilijker bereikbare plekken kunt schoonmaken zonder telkens het apparaat te hoeven verplaatsen. Verlengslangen zijn er in verschillende lengtes, dus er is altijd wel een variant die past bij jouw klus.

Schuimlans: effectieve reiniging met reinigingsmiddel

Soms is water alleen niet genoeg om hardnekkig vuil aan te pakken. Dan is een schuimlans dé oplossing. Hiermee breng je een dikke laag reinigingsschuim aan op het oppervlak. Het schuim blijft even zitten, zodat het schoonmaakmiddel goed kan inwerken en het vuil losweekt. Na een paar minuten spoel je alles gemakkelijk weg met de hogedrukreiniger. Perfect voor een grondige reiniging van bijvoorbeeld tuinmeubels, je auto of een schutting.

Alles spic en span

Extra schoon met deze speciale reiningsmiddelen

Rioolontstoppingslans: verstoppingen verhelpen

Een verstopte afvoer of riool is altijd vervelend, maar met een rioolontstoppingslans voor je hogedrukreiniger kun je het probleem vaak zelf oplossen, zonder meteen een loodgieter te hoeven bellen. De lange, flexibele lans schuif je eenvoudig in de afvoer. De krachtige waterstraal maakt vuil los en spoelt het direct weg. Zo is een verstopping vaak al binnen een paar minuten verholpen en heb je jezelf een vaak prijzig bezoekje van de loodgieter bespaard.

©BillionPhotos.com

Met de juiste accessoires wordt je hogedrukreiniger echt een alleskunner. Of je nu je terras weer spic en span wilt krijgen, je auto een wasbeurt gunt of een verstopte afvoer te lijf gaat – voor elke klus is er wel iets handigs te vinden. Begin met een paar basisaccessoires zoals een vario-spuitlans of een terrasreiniger, en breid daarna rustig uit met wat je nodig hebt. Zo ben je overal op voorbereid, zonder gedoe.

Vraag een offerte aan voor schoonmaak: