ID.nl logo
Digitaal surround uit de pc
© PXimport
Zekerheid & gemak

Digitaal surround uit de pc

Meerkanaalsgeluid is prachtig, helemaal wanneer u uw pc op een AV-receiver of 5.1-speakerset hebt aangesloten. U hebt alles goed voor elkaar en toch kan het u gebeuren dat u zo nu en dan om onverklaarbare redenen geen geluid of slechts stereogeluid hebt. Hoe kan dat en wat kunt u daaraan doen? In deze expertcursus gaan we aan de slag met digitale audio om uw films en games te laten vlammen.

Gebruikte testapparatuur en software

  • ASUS Radeon HD5670

  • ASUS Xonar HDAV1.3 Slim

  • ASUS P7H57D-EVO, Intel Core i5-655K

  • ASUS Xabertooth X58, Intel Core i7-970

  • Bose Acoustimass 15 5.1 Speakersysteem

  • Club 3D Radeon HD5750

  • Marantz SR1501 AV-receiver

  • PowerDVD 10 Ultra

  • TotalMedia Theatre 5

1. Opstelling

Met meerkanaals- of surroundgeluid bedoelen we 5.1-audio of hoger. Dit getal betekent dat er vijf audiokanalen zijn die een volledig bereik hebben van hoog tot laag, aangevuld met een Low Frequency Effects-kanaal (LFE), de .1 in het getal. Het LFE-kanaal bevat alleen de laagste frequenties van een audiosignaal en wordt daarom niet als vol audiokanaal aangemerkt en kan eigenlijk alleen goed weergegeven worden door een speciale subwoofer. Naast 5.1 zijn er bijvoorbeeld ook luidsprekeropstellingen mogelijk van 6.1, 7.1 en 8.1. Om praktische redenen wordt 5.1 het meest gebruikt. In de afbeelding ziet u een schematische weergave voor een 5.1-opstelling. Het LFE-kanaal is overigens niet per se noodzakelijk. Wanneer u over grote speakers (vloerstaanders) voor de frontkanalen beschikt, dan kunt u het LFE-kanaal laten vervallen. Dit doet wel enigszins afbreuk aan de lage effecten, maar daar is mee te leven. De tweede eigenschap van het LFE-kanaal is dat het ongevoelig voor richting is. Dit wil zeggen dat wanneer u een subwoofer gebruikt, deze niet per definitie op de luisterplaats gericht hoeft te zijn.

©PXimport

Een 5.1-set hebt u niet zomaar even onzichtbaar weggewerkt. Een set met compacte speakers zoals de Bose Acoustimass 15 is voor films goed genoeg.

2. Aansluiten

Standaard wordt bij pc's de koppeling tussen geluid en

speakerset analoog gemaakt. Dit wil zeggen dat gebruik gemaakt wordt van de 3,5mm-meerkanaalsaansluitingen. Het nadeel van deze methode van aansluiting is dat u volledig gebruikmaakt van de enigszins beperkte audiokwaliteiten van een onboard- of losse geluidskaart. Hoewel specificaties u anders willen laten geloven, laat de audiokwaliteit doorgaans te wensen over. Wie voor kwaliteit en flexibiliteit gaat en één enkele kabel wil gebruiken (HDMI of S/PDIF) sluit zijn pc digitaal aan en maakt dankbaar gebruik van de kwaliteiten van moderne AV-receivers (home-cinema-receivers). In dit geval is er wel wat bijzonders aan de hand voor meerkanaalsaudio in games. Daarvoor is namelijk ondersteuning voor Dolby Digital LIVE of DTS Connect nodig, daarover straks meer.

©PXimport

Onboard-audio heeft de aansluitingen op het moederbord geïntegreerd. De gekleurde aansluitingen zijn de analoge uitgangen, de enkele de digitale.

3. Audioprocessors

Realtek is de belangrijkste producent van audioprocessors die geïntegreerd worden op een moederbord. Intel heeft zijn audioprocessor in de Core i3- en Core i5-processor gebakken onder de naam Intel HD Graphics. Losse geluidskaarten worden tegenwoordig voorzien van een Creative- of C-Media-audioprocessor. C-Media brengt zelf geen geluidskaarten uit onder eigen naam, maar verkoopt zijn audioprocessor aan onder meer ASUS. ASUS heeft de CMI8788 Oxygen HD processor van C-Media (ASUS AV200) een aantal jaar geleden via een deal met C-Media exclusief voor zichzelf gekregen. Hierdoor zijn ASUS en Creative de belangrijkste leveranciers voor geluidskaarten.

4. Decoderen

Bij beeld spreken we van decoderen wanneer een bestandsformaat ingelezen en gedecodeerd moet worden, zodat dit weergegeven kan worden. Wanneer het om meerkanaalsgeluid gaat, dan is er sprake van decodering van bijvoorbeeld Dolby Digital- of DTS-informatie. Dit kan een 5.1-audioformaat zijn. Het decoderen moet door de audioprocessor worden gedaan. Beide formaten komen in diverse smaken voor, maar zijn altijd backwards compatibel met de normale Dolby Digital 5.1- of DTS 5.1-varianten. Als u een recente geluidskaart hebt, dan is de ondersteuning voor Dolby Digital en DTS geen probleem. Decoderen op de geluidskaart zelf hebt u nodig wanneer u uw pc analoog aansluit op de versterker, versterkte luidsprekerset of beeldscherm. Sluit u de geluidskaart digitaal aan op een receiver, dan is decoderen niet nodig. Het decoderen wordt dan door de receiver gedaan.

S/PDIF gebruiken

S/PDIF staat voor Sony Philips Digital Interface (zie ook pagina 94). Op de meeste pc's zit een optische digitale uitgang, maar ook de coaxiale variant komt voor. In Windows 7 moet u die wel eerst selecteren anders werkt deze niet. Via Configuratiescherm / Hardware en geluiden / Audioapparaten beheren kunt u de digitale uitgang van de pc selecteren als het standaardapparaat. Houd er rekening mee dat u via S/PDIF alleen reeds gecodeerde 5.1-audio naar een receiver kunt sturen. Dat wil zeggen: het bronbestand moet reeds Dolby Digital of DTS zijn, zoals dat op bijvoorbeeld een dvd het geval is. Het bronbestand wordt dan als een Bitstream naar de AV-receiver gestuurd, die het vervolgens weer decodeert. Is het bronbestand geen Dolby Digital of DTS (er wordt dan een meerkanaals PCM verstuurd), dan kan S/PDIF alleen overweg met PCM 2.0 (stereo), door een beperking van beschikbare bandbreedte op de S/PDIF.

 

©PXimport

Zo stelt u de digitale uitgang van uw geluidskaart als standaardapparaat in.

5. PCM of Bitstream

Er zijn twee methoden waarmee digitaal geluid naar de AV-receiver kan worden gestuurd: via PCM (Pulse Code Modulation) of Bitstream. Dit kunt u zelf instellen. Bij PCM wordt het DTS- of Dolby Digital-formaat gedecodeerd aangeboden aan de receiver. PCM wordt bij een resolutie van 24 bits en een samplefrequentie van 96 kHz, beschouwd als een zuivere digitale weergave van een analoog meerkanaalssignaal. DTS-HD MA (Master Audio)haalt bij tweekanaalsaudio zelfs 24 bits 192 kHz. Uit bovenstaande wordt ook duidelijk dat een PCM-signaal, dat 5.1-audio-informatie bevat, veel bandbreedte nodig heeft en daarom alleen over HDMI getransporteerd kan worden. Bij Bitstream is veel minder bandbreedte nodig, omdat het gecomprimeerde bestand zonder enige bewerking (non-decoded), één-op-één overgezet wordt van uw pc naar de AV-receiver, om vervolgens daar gedecodeerd te worden. Als u S/PDIF gebruikt moet u kiezen voor Bitstream, omdat er onvoldoende bandbreedte beschikbaar is voor PCM 5.1. Het PCM-signaal op een S/PDIF-uitgang is om die reden gelimiteerd tot PCM 2.0.

6. DTS-formaat

DTS wordt gezien als een beter geluidsformaat dan Dolby Digital. Het verschil zit in de gebruikte techniek. Zonder nu diep in te gaan op bits en samplefrequenties, komt het erop neer dat het DTS-formaat nauwkeuriger is in het digitaal opslaan en weergeven van opgenomen geluid dan Dolby Digital (AC3). Puristen zullen om die reden dan ook kiezen voor het DTS-formaat als dat beschikbaar is. Hebt u uw pc analoog aangesloten op een versterker of beeldscherm en gebruikt u bijvoorbeeld Windows Media Player 12, dan hebt u een DTS-filter nodig, u hebt anders geen geluid. De DTS-decodering moet immers op de pc plaatsvinden want u wilt een analoog signaal uitsturen. Het benodigde filter kunt u toevoegen door AC3Filter (www.ac3filter.net) op uw pc te installeren. Windows Media Player 12 gebruikt dan het DTS-filter van eerder genoemde applicatie. Hebt u uw pc digitaal aangesloten op een AV-receiver dan moet u wel over een heel oud exemplaar beschikken wil deze geen DTS kunnen decoderen.

©PXimport

Windows heeft standaard geen DTS-filter aanboord. U kunt dit alsnog toevoegen door het gratis programma AC3Filter op uw pc te installeren.

HDMI gebruiken

Net als bij het selecteren van de digitale uitgang S/PDIF, moet u bij gebruik van HDMI deze instellen als standaardapparaat. Dat doet u via Configuratiescherm / Hardware en geluiden / Audioapparaten beheren. Bij een Intel Core i3- of i5-systeem kunt u de HDMI-uitgang van het moederbord gebruiken. Gebruikt u een grafische kaart met HDMI, dan wordt de HD-audio via de PCI Express-bus naar de grafische kaart gestuurd. U gebruikt dan de HDMI-uitgang van de grafische kaart. Wanneer u ook nog een losse geluidskaart gebruikt, zoals de ASUS Xonar HDAV1.3, dan moet u de DVI-uitgang van de grafische kaart doorlussen naar de HDMI-ingang van de geluidskaart. Voor onderstaande foto hebben we een ASUS HD5670-videokaart en een Xonar HDAV1.3 Slim-geluidskaart uit de pc gehaald en op elkaar aangesloten. Zo ziet u hoe het in elkaar zit. De DVI-uitgang van de videokaart zit op de HDMI-ingang van de geluidskaart. De HDMI-uitgang van de geluidskaart sluit u aan op uw AV-receiver.

 

©PXimport

Voor het overzicht hebben we de ASUS HD5670 en een Xonar HDAV1.3 Slim uit de pc gehaald en op elkaar aangesloten, zodat u beter kunt zien hoe het in elkaar zit. De DVI-uitgang van de HD5670 zit op de HDMI-ingang van de Xonar HDAV1.3 Slim. De HDMI-uitgang van de Xonar HDAV1.3 Slim sluit u dan weer aan op uw AV-receiver.

7. HD-audio

Dolby TrueHD en DTS-HD MA zijn de standaarden voor High Definition-audio. Deze audioformaten zijn niet te decoderen op een pc, dit komt door de AACS-standaard (Advanced Access Content System) met betrekking tot DRM (Digital Rights Management). De club die hierover gaat heeft besloten dat deze geluidsformaten alleen getransporteerd mogen worden over ten minste HDMI 1.3 en om die reden dus niet op analoge of S/PDIF-uitgangen van apparaten beschikbaar is. Dit maakt decoderen van Dolby TrueHD en DTS-HD MA op een pc onmogelijk en er zal altijd teruggeschaald worden naar respectievelijk Dolby Digital 5.1 en DTS 5.1. Om deze HD-audio standaarden toch op een pc te kunnen gebruiken, hebt u een geluidskaart nodig die over ten minste een HDMI 1.3-uitgang beschikt en via Bitstream deze informatie naar AV-receiver kan sturen, die vervolgens deze geluidsformaten via HDMI 1.3 kan decoderen. De ASUS Xonar HDAV1.3 is zo'n geluidskaart die deze audioformaten in Bitstream door kan sturen naar een AV-receiver. De Intel HD Graphics op de Core i3 en Core i5, met bijbehorende H5x/H6x moederborden, kunnen via Bitstream ook met dit formaat overweg.

©PXimport

De ASUS HDAV1.3 is de ultieme geluidskaart voor wie zijn pc aan een AV-systeem heeft gekoppeld.

8. Blu-ray

Met alleen een HDMI 1.3-geluidskaart en grafische kaart bent u er nog niet, als het gaat om blu-ray-weergave op een pc. Op dit moment zijn er maar een paar applicaties die daarmee overweg kunnen. Dat zijn CyberLink PowerDVD 10 Ultra (99,95 euro), Corel WinDVD Pro 2010 (79,90 euro) en ArcSoft TotalMedia Theatre 5 (99,95 euro). Geen van alle is gratis, dit komt door de licenties die nodig zijn voor blu-ray-weergave. Regelmatig zijn er promotieacties en dan gaat er zo'n 20 tot 25 euro van de prijs af. Als u tot aanschaf overgaat, let dan wel heel goed op dat u een pakket koopt dat kan wat u graag wilt. Om het product goedkoper te maken, worden varianten aangeboden waar functionaliteit weggenomen is. Het is vooral bij CyberLink niet altijd duidelijk wat wel en niet kan, maar voor blu-ray-weergave dient u PowerDVD 10 Ultra te gebruiken.

©PXimport

Om DTS-HD MA en Dolby TrueHD naar uw AV-receiver te sturen moet u de audio-eigenschappen van PowerDVD 10 Ultra op Non-decoded high definition audio to external device instellen.

9. Games

OpenAL en DirectSound zijn de standaarden voor meerkanaalsaudio in games. Dit werkt prima als u surroundluidsprekers hebt aangesloten op de analoge uitgangen van uw geluidskaart, maar digitaal worden deze meerkanaalsformaten niet begrepen door een AV-receiver. Op de S/PDIF-uitgang van uw geluidskaart wordt daarom een PCM 2.0-signaal aangeboden, een digitaal stereoformaat. Bij een digitale connectie hebt u ondersteuning voor DTS Connect of Digital LIVE nodig. Dit zijn technieken die de meerkanaalsaudio van een game, realtime coderen naar DTS 5.1 of Dolby Digital 5.1 en dit formaat vervolgens via Bitstream aanbieden aan de S/PDIF-uitgang. Een AV-receiver weet dan wel raad met het aangeboden signaal en laten het spel vervolgens netjes in 5.1 horen.

©PXimport

Als uw pc-games echt moeten knallen dan kunt u dankzij DTS Connect of Dolby Digital LIVE een receiver als de Marantz NR1501 gebruiken, om uw spellen in surround te luisteren.

HDCP

We hebben het belang van HDMI al even aangekaart met betrekking tot de weergave van DTS-HD MA en Dolby True HD. De keten voor weergave van High Definition (HD) moet aan bepaalde eisen voldoen, anders wordt teruggeschaald naar Standard Definition (SD). Deze eis is een geldige HDCP-sleutel (High-bandwidth Content Protection). Uw geluidskaart, grafische kaart, receiver én beeldscherm moeten voorzien zijn van HDCP en HDMI. Pas dan bent u verzekerd van HD-geluid en -beeld. HDCP is een beveiligingsmethode waarbij een unieke sleutel in de HDCP-chip wordt geladen, die fysiek op elk apparaat aanwezig is. Een partij die geen jaarlijkse licentiekosten heeft betaald aan Intel (de partij achter HDCP), wordt met zijn unieke HDCP-sleutels op een blacklist gezet. Nieuwe HD-media zouden dan voorzien moeten zijn van deze blacklist-herkenning waardoor HD-weergave geblokkeerd wordt. Het systeem ligt behoorlijk onder vuur en wordt eigenlijk nauwelijks gebruikt. Bovendien is vorig jaar via internet de Masterkey uitgelekt, waardoor onbeperkt nieuwe sleutels gegenereerd kunnen worden. Op dit moment dient HDCP dan ook geen doel meer.

NVIDIA GeForce

De oudere grafische kaarten van GeForce (onder andere 8000-series) hebben geen HDMI-audioprocessor, met het gevolg dat u een S/PDIF-koppeling moet maken tussen uw grafische kaart en geluidskaart om audio via HDMI uit te sturen. U sluit de S/PDIF-uitgang van de geluidskaart aan op de S/PDIF-ingang van de GeForce kaart. De benodigde kabel wordt geleverd door de leverancier van de grafische kaart. Dit betekent ook dat u op deze grafische kaarten geen DTS-HD MA of Dolby True HD kunt gebruiken. Meer recente GeForce-kaarten hebben dezelfde implementatie die ATI al jaren volgt. Een fysieke koppeling via een S/PDIF-kabel is dan niet meer nodig. U kunt dan in Configuratiescherm / Hardware en geluiden / Audioapparaten beheren HDMI van NVIDIA selecteren als standaard audio-apparaat.

 

©PXimport

Om op oudere NVIDIA GeForce-kaarten HDMI-audio te gebruiken hebt u een S/PDIF-verbindingskabel nodig.

▼ Volgende artikel
Luchtbevochtiger, luchtontvochtiger of luchtreiniger: wat helpt het best bij hooikoorts?
© wayhome.studio
Energie

Luchtbevochtiger, luchtontvochtiger of luchtreiniger: wat helpt het best bij hooikoorts?

Onophoudelijke niesbuien, branderige ogen en een niet te tackelen vermoeidheid: voor hooikoortspatiënten is de lente lang niet altijd een pretje. Gelukkig zijn er apparaten die je klachten kunnen verlichten. Wij vertellen je wat het beste werkt: een luchtbevochtiger, luchtontvochtiger of luchtreiniger.

In het kort: Een luchtbevochtiger voegt vocht toe aan een ruimte. Dat is nuttig bij hooikoorts, zou je denken, want door vocht komen pollen naar beneden. Maar een luchtontvochtiger voorkomt schimmel en huisstofmijt in huis, wat ook nuttig kan zijn bij allergische klachten. En dan is er nog de luchtreiniger, die onzuiverheden uit de lucht haalt. Dus: welk van de drie apparaten moet je nu in huis halen? In dit artikel leggen we dat allemaal uit.

Lees ook: Hatsjoe! 💦 Last van hooikoorts? Deze apparaten kunnen je klachten verminderen

Hooikoorts is een allergische reactie op pollen, oftewel stuifmeel van grassen, planten of bomen. Wanneer de temperaturen beginnen te stijgen en de natuur na een koude winter tot bloei komt, verspreiden deze pollen zich via wind in een rap tempo door de lucht. Wie dan op een zonnige dag de deuren en ramen open zet, kan rekenen op een ontelbare hoeveelheid ronddwarrelende pollen in huis. Dat zorgt niet alleen overdag voor vervelende hooikoortsklachten binnenshuis, maar ook je nachtrust kan er flink onder lijden.

Om allergische klachten in huis te verlichten, kun je een aantal dingen doen. Horren plaatsen voor deuren en ramen bijvoorbeeld: die houden een deel van de pollen tegen, maar helaas niet alle. Ook met regelmatig stofzuigen haal je een deel van de pollen weg, al geldt dat alleen voor de pollen die al op de grond liggen. Om pollen uit de lucht te verwijderen, kun je een luchtreiniger overwegen. Dit apparaat trekt stof en pollen uit de lucht en blaast vervolgens schone lucht de ruimte in. Ook een luchtbevochtiger of luchtontvochtiger kan helpen bij hooikoortsklachten, afhankelijk van de luchtvochtigheid in je woning en jouw specifieke allergieën.

Luchtbevochtiger

Te droge lucht in huis is absoluut niet fijn bij hooikoorts. Droge lucht veroorzaakt irritatie aan de slijmvliezen, waardoor deze minder goed in staat zijn om stofdeeltjes en allergenen te weren. Bestaande hooikoortsklachten, zoals droge ogen, een kriebelkeel en benauwdheid, kunnen daardoor erger aanvoelen. Bovendien kunnen pollen in een droge ruimte makkelijker blijven rondzweven dan in een goed bevochtigde ruimte. Ga maar na: hoe minder regen er valt, hoe heviger je hooikoortsklachten (waarschijnlijk) zijn. Dat komt omdat pollen er zonder regen langer over doen om naar beneden te komen en je ze dus makkelijker blijft inademen.

©HN Works

Het voordeel van een luchtbevochtiger lijkt dus tweeledig: het vermindert klachten door geïrriteerde slijmvliezen én het voorkomt dat pollen in huis blijven circuleren. Toch zijn luchtbevochtigers meestal niet de eerste keuze als het om hooikoorts gaat. Hun vermogen om pollen daadwerkelijk uit de lucht te halen lijkt beperkt, en bovendien zijn huizen in de lente en zomer – wanneer hooikoortsklachten het ergst zijn – vaak eerder te vochtig dan te droog. Plaats je een luchtbevochtiger in een al vochtig huis, dan kunnen allergische klachten door een toename van schimmels juist verergeren. Een luchtbevochtiger heeft alleen zin bij hooikoortsklachten als de luchtvochtigheid in je woning lager is dan 40 procent. Met een hygrometer kun je dit eenvoudig meten. 

Luchtontvochtiger

Omdat warme lucht vocht vasthoudt, hebben veel huizen in de lente en zomer last van een te hoge luchtvochtigheid. Huisstofmijt en schimmels zijn dol op vochtige omgevingen, wat bijvoorbeeld verklaart waarom je in de zomer doorgaans meer schimmelplekken in huis opmerkt. Voor hooikoortspatiënten is dat helaas (extra) slecht nieuws. Vaak reageert hun overgevoelige immuunsysteem niet alleen op pollen, maar ook op schimmelsporen, mijten en dierenharen. Die combinatie van allergenen zorgt dan voor een extra belasting van het immuunsysteem, waardoor hooikoortsklachten kunnen verergeren. 

Een luchtontvochtiger onttrekt vocht uit de lucht en lijkt dus een goede keuze als je met hooikoorts én een te vochtige woning kampt. Toch kent ook dit apparaat zijn beperkingen als het om hooikoorts gaat. Zo filtert een luchtontvochtiger geen pollen uit de lucht zoals een luchtreiniger dat doet. Daarnaast werkt een luchtontvochtiger alleen als de luchtvochtigheid in huis daadwerkelijk te hoog is, oftewel meer dan 60 procent. Is dat niet het geval, dan loop je het risico dat de lucht in huis juist te droog wordt, waardoor klachten als benauwdheid en een droge keel alleen maar verergeren.

©Sue Tansirimas

Luchtreiniger

Er is één apparaat waar vrijwel iedere hooikoortspatiënt baat bij heeft: de luchtreiniger. Luchtreinigers zijn speciaal ontwikkeld om stof, pollen en andere allergenen uit de lucht te halen. Dat doen ze door verontreinigde lucht aan te zuigen, deze te filteren en vervolgens weer schone lucht uit te blazen. Er zijn verschillende soorten luchtreinigers met elk hun eigen werking, dus als hooikoortspatiënt is het goed om extra aandacht te besteden aan wat voor type luchtreiniger je in huis haalt.

Kies in elk geval een luchtreiniger met HEPA-filter. Dit type filter haalt zelfs de kleinste stofdeeltjes en pollen uit de lucht én voorkomt dat deze opnieuw de lucht in worden geblazen. Ook nuttig bij hooikoortsklachten is een luchtreiniger met ionisator: die voegt negatief geladen deeltjes toe aan de lucht, waardoor pollen onschadelijk worden gemaakt en naar beneden vallen. Met een ionisator is de kans heel klein dat er toch nog pollen in de lucht blijven zweven.

Of kies beide

Soms is een combinatie van apparaten het beste om je hooikoortsklachten aan te pakken. Is de lucht in jouw woning te droog? Zet dan een luchtreiniger én luchtbevochtiger neer. Bij een te hoge vochtigheid kies je voor een luchtreiniger en luchtontvochtiger. Zo pak je het probleem aan twee kanten aan en zul je waarschijnlijk de meeste verlichting merken.

▼ Volgende artikel
Sapcentrifuge versus slowjuicer: welke moet je kiezen?
© africaimages.com (Olga Yastremska, Africa Images)
Huis

Sapcentrifuge versus slowjuicer: welke moet je kiezen?

Als je gezonde verse sapjes wilt maken, heb je een sapcentrifuge of slowjuicer nodig. Hoewel deze apparaten op het eerste gezicht erg op elkaar lijken, zijn ze zeker niet hetzelfde. Weet je niet welk van de twee je moet kiezen? Wij helpen je op weg! 

In het kort: twijfel je tussen een sapcentrifuge en een slowjuicer? Beide apparaten maken gezonde sapjes, maar werken heel anders. Daardoor is het sap uit het ene apparaat gezonder dan het sap uit het andere. Ook het soort ingrediënten dat je in sapcentrifuges en slowjuicers kunt verwerken, verschilt. In dit artikel leggen we het allemaal uit.

Lees ook: 7 fruitsoorten die je het beste kunt eten als je wilt afvallen

Voor de duidelijkheid: er is een verschil tussen sapjes en smoothies. Smoothies maak je met een blender en bestaan meestal uit gepureerd fruit met een vloeistof, zoals water, melk of yoghurt. Omdat in een blender hele stukken fruit of groenten worden verwerkt, is de structuur van een smoothie wat dikker. Een sapje is daarentegen vloeibaar en vaak helder. Je maakt het met een sapcentrifuge of slowjuicer. Het verschil tussen die twee? Een sapcentrifuge creëert helder sap met weinig vezels, een slowjuicer maakt geconcentreerd sap waarin de vezels behouden blijven. Daardoor is het sap uit een slowjuicer iets gezonder, maar een slowjuicer is ook duurder. Daarnaast vindt niet iedereen het sap uit een slowjuicer vanwege de vezelige structuur even lekker. 

Benieuwd naar de grootste verschillen tussen sapcentrifuges en slowjuicers? Dit zijn ze! 

Werking

Sapcentrifuges en slowjuicers persen beide op een andere manier. In een sapcentrifuge zit een rasp die snel ronddraait. Gooi je een stuk fruit in de vulopening, dan begint de rasp te draaien en wordt het sap uit het fruit geperst. De natte pulp die daarbij overblijft, wordt van het sap gescheiden. Het resultaat is een helder gekleurd sapje waar je bijna doorheen kunt kijken. Een sapcentrifuge werkt heel snel; binnen enkele seconden tot een minuut staat er een heerlijk vitaminebommetje voor je klaar. En dankzij de brede vulopening hoef je je fruit en groenten niet eerst te snijden – ook wel zo makkelijk. 

©279photo

Een slowjuicer is, zoals de naam al zegt, een stuk minder snel. In dit apparaat worden ingrediënten heel langzaam gekneusd met een vijzel. Op die manier komt er tijdens het persen minder warmte en oxidatie vrij, waardoor vitaminen, vezels en antioxidanten zo goed mogelijk behouden blijven. Daardoor blijft er ook iets meer pulp in het sap van een slowjuicer achter dan in het sap van een sapcentrifuge. Een slowjuicer vergt door zijn kleine vulopening daarnaast iets meer voorbereidend werk; je moet je groenten en fruit eerst in grove stukken snijden voordat je ze in het apparaat stopt. Maar daar krijg je dus wel wat voor terug: een sapje bomvol vitaminen en vezels. 

Soorten groenten en fruit 

Een ander voordeel aan slowjuicers is dat je er heel veel kanten mee op kunt. De vijzel in een slowjuicer werkt namelijk zo krachtig en zorgvuldig dat hij zelfs uit de meest vochtarme groenten en fruit sap weet te persen. Je kunt met een (goede) slowjuicer dus ook sap maken uit bladgroenten en bananen. Als je wilt, kun je er zelfs notenpasta mee maken. Een sapcentrifuge krijgt door zijn snelle en lichtere werking alleen sap uit groenten en fruit met een hoog vochtgehalte, zoals appels, sinaasappelen en bleekselderij. 

Gezondheid

Zoals gezegd is het sap uit een slowjuicer iets gezonder dan het sap uit een sapcentrifuge. Dat komt omdat in het sap uit een slowjuicer naast de vitaminen ook de vezels beter behouden blijven. Vezels zijn goed voor de spijsvertering en zorgen voor een langzamere opname van de natuurlijke suikers in fruit, waardoor de bloedsuikerspiegel stabiel blijft. Maar dat betekent niet dat het sap uit een sapcentrifuge helemaal niet gezond is. Je profiteert immers nog steeds van de vele vitaminen en antioxidanten. En zolang je niet te veel fruit ten opzichte van groente in je sapje verwerkt, zal het met die schommelende bloedsuikerspiegel wel meevallen. Een goede verhouding is 70 procent groenten, 30 procent fruit. 

©Maridav

Prijs 

Aan de krachtige pers van een slowjuicer en de supergezonde sapjes die daaruit komen, hangt wel een flink prijskaartje. Voor een goede slowjuicer leg je namelijk al snel zo'n 200 tot 400 euro neer. Er zijn ook slowjuicers van slechts een paar tientjes, maar het risico van deze goedkopere modellen is dat ze vaak minder efficiënt persen en sneller stukgaan. Een goede sapcentrifuge heb je daarentegen al voor nog geen 100 euro of iets meer dan dat. Maar laat het prijskaartje nooit leidend zijn: uiteindelijk gaat het erom wat je wilt met het apparaat. Het zou zonde zijn als een sapcentrifuge voor jou uiteindelijk toch te beperkt blijkt en je alsnóg een dure slowjuicer moet aanschaffen. 

Dus: wat kies je? 

Een sapcentrifuge is fijn als je van helder sap houdt, je alleen fruit en groenten met een hoog vochtgehalte gaat persen en je niet te veel geld wilt uitgeven. Een slowjuicer kies je als je extra gezonde, vezelrijke sapjes wilt en je ook van plan bent bladgroenten, vochtarm fruit en eventueel noten te gaan persen. Kies je voor een sapcentrifuge, maar wil je toch af en toe vochtarme ingrediënten in je sapjes verwerken? Maak dan eerst sap met je sapcentrifuge en doe dit vervolgens samen met de vochtarme ingrediënten in een blender. Heeft een slowjuicer jouw voorkeur, maar houd je niet zo van vezelige sapjes? Zeef je sapje na het juicen nog eens door een fijne zeef of theedoek. Zo heb je alsnog een helder sapje zonder pulp.