ID.nl logo
De werking van en bescherming tegen fileless malware
© PXimport
Zekerheid & gemak

De werking van en bescherming tegen fileless malware

In de strijd om systemen te infecteren met malware bedenken criminelen steeds vernuftigere methodes waarmee ze de digitale beveiliging om de tuin hopen te leiden. Eén zo’n wapenfeit is het ontwikkelen van zogeheten fileless malware. Wat moet je daarover weten?

Malware evolueert. Criminelen proberen steeds nieuwe methodes te vinden waarop zij virussen kunnen verspreiden, en daarbij lijken zij zeker in de afgelopen jaren een interessante nieuwe manier te hebben ontdekt: malware zonder bestanden, waarbij virussen worden verspreid zonder sporen achter te laten en die alleen werken in het werkgeheugen van een computer. Het is een effectieve methode; om een virus doeltreffend te verspreiden, moet je namelijk vaak beveiligingssoftware zoals antivirus weten te omzeilen. Malware-zonder-bestanden is daar heel erg geschikt voor. ‘Fileless malware’ voert code uit binnen bestaande, vertrouwde computerprocessen, waardoor virusscanners ze al snel als legitiem aanmerken.

Traditionele malware is niet voor niets traditioneel. Al jaren is het de meest gebruikte methode voor de verspreiding van malware om een computersysteem binnen te dringen en een malafide bestand zoals een .dll of .exe te installeren. Dat zet vervolgens een virus op de computer, bijvoorbeeld omdat het een ‘payload’ bevat met daarin de kwaadaardige code die bestanden versleutelt (ransomware) of die persoonlijke gegevens steelt (trojans).

Antivirus wordt echter steeds geavanceerder en kan zulke bestanden steeds makkelijker herkennen. Virusscanners detecteren virussen op basis van handtekeningen (‘signatures’), die worden samengesteld uit een combinatie van factoren zoals gedrag, afkomst of grootte van het bestand, en uit een grote database van bekende malware. Ziet een antivirusprogramma verdachte activiteit met zo’n handtekening, dan wordt die geblokkeerd.

Daarom wordt bestandsloze malware steeds interessanter voor criminelen. Bij deze vorm van malware wordt juist geen bestand op de harde schijf geplaatst, maar verspreidt het virus zich via bestaande systeemfuncties. Een voorbeeld van hoe dat werkt: een slachtoffer krijgt een geïnfecteerd document binnen en schakelt macro’s in. Bij traditionele malware is dat het moment dat een bestand zich op het systeem nestelt en direct code uitvoert, bijvoorbeeld ransomware die bestanden versleutelt.

Als de crimineel in kwestie echter gebruikmaakt van een bestandsloos virus, dan gaat de code op zoek naar bestaande applicaties op het systeem (zoals PowerShell of de commandoprompt) en gebruikt die applicatie om code uit te voeren. Die blijft dan vervolgens alleen in het werkgeheugen van de computer draaien. Vanaf dat moment kan er van alles gebeuren: de malware kan inloggegevens van de computer naar een server sturen, of juist een virus (zoals ransomware) downloaden of zelfs vanaf een andere server uitvoeren.

Volledig en gedeeltelijk

Juist dat laatste aspect maakt het lastig om één enkele definitie op te stellen voor bestandsloze malware, zegt Christiaan Beek. Hij is beveiligingsonderzoeker bij McAfee Security en ziet inderdaad dat deze vorm van cybercrime in opkomst is. Hij wil het graag uitleggen, “maar dan moeten we wel eerst helder hebben wat je onder bestandsloos verstaat”, zegt hij.

Je kunt bijvoorbeeld stellen dat bestandsloze malware überhaupt geen bestanden achterlaat op de harde schijf, maar er zijn vormen van deze malware die dat juist wel doen. Er zijn ook virussen die zelf geen bestanden naar de schijf schrijven, maar die wel bestaande bestanden indirect gebruiken. “Aan het begin van de eeuw verstonden we onder fileless nog ‘alles wat in het geheugen van computers’ draait”, zegt Beek. “Tegenwoordig bedoelen we daarmee meestal malafide bestanden die een script uitvoeren via het werkgeheugen en daarom zelf geen bestanden direct op de computer plaatsen.”

In veel gevallen gaat het bijvoorbeeld om een tussenweg. Dan draait het virus zelf weliswaar via het werkgeheugen, maar wordt de harde schijf op een of andere manier alsnog ingezet. Beek: “Er wordt bijvoorbeeld een tijdelijk bestand gedownload, soms maar heel kort, dat zichzelf automatisch weer verwijdert. Dan zie je dus wel even kort diskactiviteit.” Ook als er met zo’n aanval een payload wordt gedownload met daarin het daadwerkelijke virus, wordt dat alsnog bestandsloos genoemd. Immers, de malware draait volledig in een door Windows vertrouwd proces, en bevat uit zichzelf geen payload.

©PXimport

Via die scripts wordt gebruikgemaakt van bestaande processen, programma’s en bestanden die al op de computer staan. Ze installeren dus zelf niks, maar voeren de code uit via bijvoorbeeld PowerShell of Windows Management Instrumentation (WMI), een andere tool die veel rechten heeft binnen Windows. In de beveiligingswereld wordt dat proces ook wel ‘living off the land’ genoemd; gebruikmaken van wat er beschikbaar is, in dit geval op een systeem. Om die reden kan bestandsloze malware heel klein zijn. “Soms gaat het om slechts vijf of zes regels code die in een macro verstopt zit. Het is niet echt raketwetenschap”, zegt Beek.

De ironie is dat bestandsloze malware alleen actief is en schade kan veroorzaken zolang een computer draait. Start je het systeem opnieuw op, dan wordt het werkgeheugen gewist en daarmee ook de malware. Dus ook om deze vorm van malware tegen te gaan, werkt het bekende ‘Have you tried turning it off and on again’ perfect. “Het probleem is alleen dat bijna niemand zijn computer tegenwoordig nog opnieuw opstart”, zegt Beek. Hij ziet dat vaak gebeuren in bijvoorbeeld bedrijven waar het dikwijls makkelijker is om een computer in de slaapstand te zetten dan helemaal opnieuw op te starten.

Oud probleem

De aanvalsmethode is niet bepaald zo oud als de weg naar Rome, maar gaat in de geschiedenis van computers wél erg lang terug. Maar de laatste jaren ziet Beek de trend van bestandsloze malware sterk opkomen, met name in het bedrijfsleven. “Er is een grote stijging te zien, zeker in het afgelopen jaar. Dat is begonnen in de hoek van landen die hackaanvallen uitvoeren.” Inmiddels, zegt hij, gebruiken ook ‘gewone’ criminelen de methode.

Dat komt doordat bestandsloze malware geen op zichzelf staande categorie malware is. Het is slechts een van de vele methodes waarop digitale criminelen hun zaken doen en waarmee zij hopen onopgemerkt te blijven. En als zo’n methode effectief blijkt, wordt die steeds vaker gebruikt. Daarom komt bestandsloze malware over het hele spectrum van cybercrime voor: in ransomwareaanvallen, cryptojacking, trojans die logins stelen en in overheidshacks.

Daarom ziet Beek wat veel andere beveiligingsbedrijven ook zien. Sinds 2017 is een duidelijke trend zichtbaar, waarbij steeds meer slachtoffers vallen. Onderzoek van het Ponemon Institute naar 665 ict-bedrijven toonde bijvoorbeeld een stijging van 30 procent aan in het aantal besmettingen met bestandsloze malware in 2018 ten opzichte van het jaar daarvoor. Ook Microsoft waarschuwde in 2018 voor de opkomst van de nieuwe vorm van infectie en kondigde nieuwe veranderingen aan voor Windows Defender om daarmee om te gaan. Cijfers verschillen per rapport, omdat verschillende bedrijven verschillende metingen doen. Maar één ding is duidelijk: de lijn stijgt.

Opvallend is dat het voornamelijk bedrijven zijn die getroffen worden door bestandsloze malware. “De impact voor consumenten is veel lager”, zegt Beek. “Als je een exploit hebt ontdekt, kun je in een bedrijfsomgeving veel meer bereiken met een infectie. Je kunt dan veel meer computers tegelijkertijd bereiken.”

PowerShell en WMI

Er zijn meerdere methodes om een bestandsloze aanval uit te voeren, zoals Beek eerder al uitlegde. Maar wat je vaak ziet, is dat een bestaand onderdeel van Windows wordt misbruikt om die code uit te voeren. Eén tool komt daarbij heel prominent naar voren in de strijd tegen bestandsloze malware. “PowerShell-aanvallen komen heel vaak voor”, zegt Beek. “Een aanval bestaat dan vaak uit een Base64-decode. Of er wordt een spatie geplaatst in een http-string in de code, zodat die niet opvalt als hyperlink.” Op die manier verhult de code voor virusscanners wat er precies gebeurt. Als PowerShell ineens contact legt met een server is dat namelijk al snel vreemd en verdacht, maar als je die code eerst verbergt valt dat wel mee.

©PXimport

Naast PowerShell is ook Windows Management Instrumentation (WMI) populair. Het zijn tools die toegang hebben tot diepgaande onderdelen van het Windows-ecosysteem en die dus veel zwakheden in het OS kunnen misbruiken. En, ook handig, het zijn tools die op elke Windows-computer staan. Dat maakt het überhaupt al heel makkelijk om zulke virussen in elkaar te knutselen, want ze kunnen op vrijwel elke geïnfecteerde pc toeslaan. Voor PowerShell geldt bovendien dat het in het bedrijfsleven nagenoeg onmisbaar is, voegt Beek toe.

Macro’s in Word-documenten

Het mag allemaal best geavanceerd klinken, maar zo geraffineerd hoeft een aanval niet te zijn om een systeem te infecteren. In de meeste gevallen gaat het om behoorlijk generieke aanvallen, zegt Beek. “Dat zijn aanvallen die gewoon via een document met een macro worden uitgevoerd.”

Voor wie op de hoogte is van cybercrime zal de aanvalsmethode bekend voorkomen. Een aanvaller stuurt een document per e-mail naar een potentieel slachtoffer. Als die het document opent lijkt het leeg, maar, zo staat er, de tekst wordt leesbaar als er macro’s worden ingeschakeld. Het virus zit in die macro’s en kan dan al snel toeslaan. De methode is effectief. “Hele volksstammen klikken erop”, zegt Beek. “Ik vermoed dat het in 80 tot 90 procent van de aanvallen om zo’n aanval met een document met macro’s gaat.”

Wel zien beveiligingsbedrijven tegelijkertijd een toename in aanvallen via RDP (Remote Desktop Protocol). Daarmee kunnen computers op afstand worden bestuurd, wat vooral in bedrijven veel voorkomt.

Naast macro-aanvallen via phishing volgt de opkomst van bestandsloze malware ook andere trends op het gebied van malwareontwikkeling. Malvertising is bijvoorbeeld een methode die nog af en toe wordt gespot. Daarbij wordt malware verspreid via een geïnfecteerd advertentienetwerk. Malvertising komt wel steeds minder voor, omdat steeds meer internetgebruikers een adblocker gebruiken en omdat websites in toenemende mate beter toezicht houden op de websites die zij tonen.

©PXimport

Ransomware en cryptojacking

Bestandsloze infecties komen voor over het hele spectrum van cybercrime. Het is niet voorbehouden aan één soort virus, dus het wordt niet alleen gebruikt om bijvoorbeeld ransomware te versturen. Beek: “Je ziet dat fileless malware in het begin vooral groot was bij wat we ‘nation states’ noemen, staatshackers die namens een land ergens een aanval uitvoeren. Aanvankelijk gebeurde dat voor spionage, inmiddels ook steeds vaker voor sabotage.” WannaCry en (Not)Petya zijn voorbeelden van zulke sabotagemalware, al is het niet zeker dat in al die gevallen bestandsloze malware werd gebruikt.

Er zijn wel gevallen bekend van ransomwareaanvallen waarbij een bestandsloze infectie de oorzaak was. Begin dit jaar ontdekten beveiligingsbedrijven zoals McAfee bijvoorbeeld de Anatova-ransomware die de methode inzette, en in 2017 en 2018 werd een dergelijke infectie ook al gebruikt om een cryptominingaanval op te zetten tegen bedrijven. Maar de aanvallen gaan nog langer terug: in 2003 werd de Slammer-worm ontdekt die SQL-injecties via het werkgeheugen uitvoerde.

Een ander bekend voorbeeld is Kovter, een zogenaamd scareware-politievirus. Het virus begon als een grote pop-up die werd geactiveerd als een gebruiker bestanden downloadde. De pop-up leek afkomstig van de politie en maande gebruikers een boete te betalen voor het downloaden, meestal in bitcoins of cadeaukaarten. Het lijkt qua werking veel op het Ukash-politievirus dat in 2012 en 2013 rondging. Onderzoekers van Trend Micro ontdekten dat de malware een paar jaar geleden evolueerde en bestandsloos werd. Beek: “Bestandsloze virussen zijn slechts een manier om een aanval te maskeren.” Wat voor aanval dat dan precies is, is minder belangrijk; het kan alles zijn waarvoor je een virus zou inzetten.

Opsporen

Dat maakt het veel lastiger om zulke malware te detecteren. Traditionele antivirus probeert malware tegen te houden op basis van inhoud: wat zit er in een bestand of een datapakketje, en is dat bekend of verdacht? Bij bestandsloze malware is het veel belangrijker naar gedrag te kijken, zegt Beek. “Je stelt dan de vraag: ‘Klopt dit gedrag wel? Is dit logisch?’ Als je bijvoorbeeld ziet dat iemand een e-mail opent, dat een minuut later PowerShell wordt geopend en daarna internetverkeer naar buiten gaat, dan is dat natuurlijk verdacht.” Beveiligingsbedrijven zien veel heil in machine learning, dat steeds beter wordt in het detecteren van zulk verdacht gedrag.

Bestandsloze malware brengt een extra probleem met zich mee. Omdat er niets op de harde schijf wordt geplaatst, is het in veel gevallen ook lastig om achteraf aan opsporing en identificatie te doen.

“Het is sowieso al een probleem dat een computer aan moet blijven staan, voordat je die gaat onderzoeken”, zegt Beek. En hoewel veel gewone gebruikers hun computers lang niet altijd afsluiten, is dat wel een van de eerste dingen die een systeembeheerder doet als hij verdachte activiteit spot.

Dat maakt het volgens Beek ook heel moeilijk om specifieke daders aan te wijzen. “Attributie, zoals we dat noemen, is soms erg lastig. Zeker als iemand alleen scripts uitvoert via PowerShell, dan is het heel moeilijk te achterhalen wie zo’n aanval heeft uitgevoerd. Misschien kun je wel wat sporen vinden op de machine zelf, zoals event logs, maar je bent altijd afhankelijk van de context.” Daarmee doelt hij vooral op andere activiteit op de machine die mogelijk iets kan zeggen over een aanval of over andere apparaten op het netwerk waar meer informatie te vinden is over een aanval.

Net zoals bij andere soorten malware spelen hackers ook in dit geval een kat-en-muisspel met onderzoekers en malwarebestrijders. “Criminelen doen steeds meer moeite om lagen van obfuscatie toe te voegen, manieren om malware te verbergen voor scanners. Op die manier kunnen ook nieuwe technologieën zoals machine learning ze niet zomaar meer detecteren. Het blijft een spel.” Ondertussen blijft het advies van kracht dat beveiligingsexperts bij elke nieuwe dreiging herhalen: update systemen, open geen vreemde links of documenten, en denk logisch na voor je iets opent.

▼ Volgende artikel
Gamers, opgelet: de ROG Xbox Ally en Ally X komen in oktober!
© ASUS
Huis

Gamers, opgelet: de ROG Xbox Ally en Ally X komen in oktober!

ASUS Republic of Gamers (ROG) heeft op Gamescom 2025 in Keulen de ROG Xbox Ally en de krachtiger ROG Xbox Ally X onthuld. Beide handhelds liggen vanaf 16 oktober 2025 wereldwijd in de winkels. Bezoekers van de gamingbeurs kregen deze week de primeur om de nieuwe apparaten zelf uit te proberen.

Laten we beginnen met wat specs: de standaard ROG Xbox Ally draait op een AMD Ryzen Z2 A-processor met vier Zen 2-cores en acht RDNA 2-GPU-cores. In combinatie met 16 GB LPDDR5X-6400 RAM, een 512 GB SSD en een 60 Wh-batterij mikt dit model op solide prestaties voor onderweg. De Ally X gaat echter nog een stapje verder: deze versie krijgt de nieuwe AMD Ryzen AI Z2 Extreme met acht cores, zestien threads, 16 RDNA 3.5-GPU-cores en een geïntegreerde NPU. Daarbij hoort 24 GB sneller LPDDR5X-8000 werkgeheugen, een 1 TB SSD en een grotere 80 Wh-batterij voor langere speeltijd.

Xbox-ervaring in handheld-vorm

Bij het inschakelen start de Ally direct in een fullscreen Xbox-omgeving. Daarmee voelt het apparaat aan als een natuurlijke uitbreiding van de console, terwijl Windows 11 onderliggend toegang biedt tot je volledige pc-bibliotheek. Spelen kan via Game Pass, Steam en andere pc-stores, maar ook via cloudgaming of remote play vanaf een Xbox-console. Xbox heeft bovendien met gamestudio's samengewerkt om duizenden titels beter geschikt te maken voor handhelds. In de bibliotheek verschijnen nieuwe aanduidingen als Handheld Optimized en Mostly Compatible, zodat je meteen weet welke games vlekkeloos draaien.

©ASUS

Scherm, geluid en comfort

Zowel de Ally als de Ally X hebben een 7-inch Full-HD-scherm met 120 Hz verversingssnelheid, 500 nits helderheid en FreeSync Premium voor vloeiende beelden. Het scherm is beschermd met Gorilla Glass. De Ally X onderscheidt zich met dual Smart-Amp speakers, vibrerende triggers en subtiele RGB-verlichting rond de sticks voor extra feedback. Ook ergonomie kreeg de nodige aandacht: de vorm van de grepen is geïnspireerd op de Xbox-controller, met een gebalanceerd gewicht zodat langere speelsessies comfortabel blijven.

Prestaties en uitbreidbaarheid

Om te zorgen dat de hardware ook bij intensief gebruik koel blijft, introduceert de Ally X een zogenoemd Zero Gravity-koelsysteem dat in elke houding stabiel presteert. Beide modellen zijn bovendien eenvoudig uit te breiden dankzij een M.2-slot voor extra opslag. De connectiviteit verschilt wel enigszins: waar de standaard Ally beschikt over usb-c (3.2 Gen 2), microSD en wifi 6E, voegt de Ally X daar usb 4 met Thunderbolt-ondersteuning aan toe.

©ASUS

Slimme software en AI-functies

Nieuwe softwarefuncties moeten het gebruik verder stroomlijnen. Shaders worden al tijdens het downloaden voorgeladen, waardoor games sneller starten en minder energie verbruiken. Voor de Ally X zijn vanaf 2026 bovendien extra AI-mogelijkheden gepland, zoals Automatic Super Resolution voor hogere beeldkwaliteit en het automatisch vastleggen van hoogtepunten in korte videoclips.

▼ Volgende artikel
Inductie, keramisch of gas: welke pan past bij jouw kookplaat?
© Malkov Konstantin
Huis

Inductie, keramisch of gas: welke pan past bij jouw kookplaat?

Of je nu op gas, inductie of een keramische plaat kookt, het type kookplaat in je keuken bepaalt in grote mate welke pannen je kunt gebruiken. Daarbij draait het vooral om het materiaal van de pan. In dit artikel lees je wat je nodig hebt om zorgeloos en efficiënt te kunnen koken, wat er op jouw fornuis ook staat. Smakelijk alvast!

👨🏼‍🍳 In het kort:

• Gas, inductie of keramisch: zo werken deze kookplaten • Van koper tot roestvrijstaal: welke pan past bij welke kookplaat? • Onderhoudstips voor je kookplaat • Misvattingen ontkracht

Lees ook: Overstappen van gasfornuis naar inductieplaat: de voor- en nadelen

Hoe werkt jouw kookplaat eigenlijk?

Om te begrijpen welke pannen het best op jouw kookplaat werken, is het handig om eerst te weten hoe die kookplaten precies hun werk doen. Een gaskookplaat verwarmt je pan direct via een open vlam: simpel, doeltreffend en visueel controleerbaar. Bij inductie gebeurt dat heel anders: een spoel onder het kookoppervlak wekt een magnetisch veld op, waardoor alleen pannen met een magnetiseerbare bodem zelf warm worden. De plaat zelf blijft koel. Keramische kookplaten zitten daar qua techniek tussenin. Onder een glad glasoppervlak zit een elektrisch verwarmingselement dat de plaat en vervolgens de pan verwarmt.

Van koper tot RVS: welke pan werkt waarbij?

Pannen zijn er in allerlei materialen, en elk daarvan gedraagt zich anders op een kookplaat. Hieronder lees je wat je van de bekendste soorten kunt verwachten.

Roestvrijstaal (RVS)

RVS is een echte alleskunner. Deze pannen doen het goed op alle soorten kookplaten, zolang ze voor inductie wel een magnetische bodem hebben. RVS geleidt warmte iets minder goed dan bijvoorbeeld koper of gietijzer, maar met een goede, dikke bodem kun je er uitstekend mee uit de voeten, ook op inductie.

©tsarenko | Fototocam

Gietijzer

Gietijzeren pannen zijn zwaar, maar daar krijg je gelijkmatige warmteverdeling voor terug. Ze zijn prima geschikt voor gas en keramisch, en door hun magnetische eigenschappen ook voor inductie. Let wel op bij glas-keramische kookplaten: de wat ruwe of ongelijke bodem van gietijzer kan krassen veroorzaken en minder efficiënt verwarmen. Ook het onderhoud vraagt aandacht – afwassen doe je met warm water en keukenpapier, niet in de vaatwasser.

©kseyale

Check: geschikt voor inductie? Bij inductiekookplaten is het belangrijk dat de pan magnetisch is, anders zal deze niet werken. Dit kun je eenvoudig controleren door een magneet aan de onderkant van de pan te houden - als deze wordt aangetrokken, is de pan compatibel.

Lees ook: Zo kook je extra zuinig op een inductiekookplaat

Koper

Met koperen pannen kook je snel en nauwkeurig: koper geleidt warmte als de beste. Tegelijk zijn ze kwetsbaarder voor krassen en deuken, en ze vergen wat meer onderhoud om mooi te blijven. Niet geschikt voor de vaatwasser dus. Op gas en keramisch doen ze het prima, maar voor inductie heb je een speciale bodem nodig. Zonder die aanpassing werkt het simpelweg niet.

©fotofabrika

Aluminium

Aluminium is licht, betaalbaar en geleidt warmte goed. Het doet zijn werk uitstekend op gas en keramisch. Voor inductie moet aluminium speciaal bewerkt zijn – alleen dan werkt het magnetische veld. Aluminium krast en deukt snel, dus voorzichtigheid is geboden bij gebruik én schoonmaak.

Check: geschikt voor keramisch? Voor keramische kookplaten moet de bodem van de pan vlak en glad zijn om een goede warmteoverdracht te garanderen en krassen op de plaat te voorkomen.

Pannen met een dikke, goed geleidende bodem leveren doorgaans het beste resultaat, ongeacht het fornuis. Koper en gietijzer scoren hoog op warmteverdeling en -behoud, terwijl roestvrij staat en aluminium het juist moeten hebben van slimme combinaties en coatings. Denk bijvoorbeeld aan een antiaanbaklaag of een gelaagde bodem, die verschillende eigenschappen combineren voor betere prestaties.

Welke pan op welke kookplaat?

MateriaalGasInductieKeramisch
RVSJaJa*Ja
GietijzerJaJaJa
AluminiumJaNee**Ja
KoperJaNee**Ja

*= Mits voorzien van een ferromagnetische bodem ** = Alleen als ze een speciale inductie-geschikte bodem hebben

Nog even in het kort:

⚪ RVS pannen werken goed op alle kookplaten, maar kunnen door inductie sneller en gelijkmatiger verhit worden. ⚫ Gietijzer is minder geschikt voor inductie vanwege de oneffen bodem, maar werkt prima op gas en keramisch. 🟠 ⚪ Koper en aluminium geleiden goed, maar zijn gevoelig voor krassen en deuken.

Zo houd je je kookplaat en pannen in topvorm

Met een beetje aandacht gaan je kookplaat én pannen langer mee. Voor inductie is het cruciaal dat de bodem van je pan vlak en onbeschadigd is, anders kunnen er krassen op de plaat ontstaan. Keramische platen vragen om een zachte aanpak: gebruik geen schurende middelen of scherpe voorwerpen. Hardnekkige resten? Leg er wat vochtig keukenpapier op en laat het twintig minuten weken. Daarna kun je het vuil meestal met een nat doekje verwijderen. Voor echt aangekoekte plekken is een speciale keramische schraper een veilig alternatief.

Lees ook: Inductiekookplaat schoonmaken? Dit moet je wel doen en dit niet

©Maryna Pleshkun | zest_marina

Misverstanden de wereld uit: vier hardnekkige kookmythes

Er doen nogal wat verhalen de ronde over pannen en kookplaten. Tijd om de vier hardnekkigste misverstanden recht te zetten.

1. Overstappen betekent al je pannen vervangen

Niet per se. Veel pannen kun je gewoon blijven gebruiken, ook als je overstapt naar een andere kookplaat. Kijk goed naar het materiaal, de staat van de pan en of de bodem geschikt is voor je nieuwe kooktype. Je hoeft dus zeker niet halsoverkop een nieuwe pannenset te kopen.

2. Inductie is gevaarlijk

Sommige mensen maken zich zorgen over het magnetisme van inductieplaten. Dat is nergens voor nodig: het magnetische veld is zwak en werkt alleen als er een geschikte pan op staat. Voor de gebruiker is het volkomen veilig.

3. Keramische platen zijn breekbaar

Zolang je ze met zorg gebruikt en pannen met een gladde bodem kiest, gaan keramische kookplaten jarenlang mee zonder noemenswaardige schade. Het glas is stevig, maar vraagt wel om voorzichtig gebruik.

4. Elke pan werkt op elke kookplaat

Helaas, zo eenvoudig is het niet. Niet elk materiaal is compatibel met elk type kookplaat. De juiste pan kiezen begint bij weten wat voor kookplaat je hebt en wat voor bodem die pan nodig heeft.

Tot slot

Je weet nu waar je op moet letten als je een pan kiest voor jouw kookplaat. Niet ieder materiaal werkt overal even goed, maar met de juiste match zit je altijd goed. Tijd om de keuken in te duiken en je kookkunsten de vrije loop te laten. Veel plezier aan het fornuis!