ID.nl logo
0, 0+, 1, 2, 3 en i-Size: de juiste maat autostoeltje
© PXimport
Mobiliteit

0, 0+, 1, 2, 3 en i-Size: de juiste maat autostoeltje

Kinderen kleiner dan 1,35 meter moet je volgens de wet vervoeren in een goedgekeurde kinderautostoel. Daarmee bedoelen we kinderzitjes met een Europees keurmerk. Op dit moment zijn er twee keurmerken in omloop: de ECE-R129-norm (beter bekend als i-Size) en de ECE-R44-norm. Bij deze laatste worden autostoelen opgedeeld in verschillende autostoel-groepen. We bespreken beide keurmerken en vertellen je hoe je het juiste formaat kinderzitje kiest. We hanteren daarbij drie overkoepelende categorieën: autostoeltje baby, autostoeltje peuter en autostoeltje kinderen.

Babystoeltjes: Groep 0 en 0+

Autostoeltjes met het ECE-R44-keurmerk worden ingedeeld in groepen, waarbij iedere groep geschikt is voor een andere gewichtsklasse. Autostoeltjes in groep 0 zijn geschikt voor baby's tot 10 kg (van 0 tot ongeveer 9 maanden). Een baby autostoel in groep 0+ is geschikt voor baby's tot 13 kg (van 0 tot ongeveer 1 jaar). In de volksmond worden deze stoeltjes ook wel eens een Maxi Cosi of Prénatal autostoel genoemd.

Stoeltjes in deze groep worden in achterwaartse richting geplaatst. Bevestiging van het stoeltje kan vaak op twee manieren: met autogordels of met Isofix. In het geval van een Isofix-onderstel kan het stoeltje daarna eenvoudig vastgeklikt worden. Autostoelen uit groep 0 en 0+ mogen alleen voor in de auto geplaatst worden als er géén airbag aanwezig is, of als de airbag is uitgeschakeld.

Baby-/peuterstoeltjes: Groep 0/1 en 0+/1

Er zijn ook autostoeltjes op de markt die bovenstaande gewichtsklassen combineren, bijvoorbeeld de baby-/peuterstoeltjes in groep 0/1 of 0+/1. Deze stoeltjes zijn bedoeld voor kinderen van de geboorte tot 18 kg (ongeveer 4 jaar). Let op: er zijn ook autostoeltjes groep 1, maar die zijn echt alleen bedoeld voor kinderen van 9 tot 18 kilo. Voor peuters dus. Je kunt voor de allerkleinsten dus wel de combinatiegroep 0/1 of 0+/1 kiezen, maar niet ‘alleen’ 1.

Van dit soort autostoeltjes zijn er verschillende varianten, zowel met gordelbevestiging als met Isofix. Let wel goed op en kies niet te snel een voorwaarts geplaatst stoeltje: het wordt aangeraden dat je een kindje pas vooruitkijkend gaat vervoeren wanneer het zwaarder is dan 13 kg of wanneer het hoofdje boven het stoeltje uitkomt

Peuterstoeltjes: Groep 1

Een autostoel groep 1 wordt ook wel een peuterstoel genoemd. Anders dan de combinatiestoelen hierboven, zijn deze stoeltjes echt bedoeld voor peuters van 9 tot 18 kg (ongeveer 9 maanden tot 4 jaar).

In stoeltjes uit groep 1 zit het kind meestal in de rijrichting. De autostoeltjes worden vaak vastgezet met de gewone autogordel, maar er komen ook steeds meer stoeltjes met Isofix op de markt.

Peuter-/kinderstoeltjes: Groep 1/2 en 1/2/3

Net zoals de eerder besproken combinatiestoelen in groep 0/1 zijn er ook stoeltjes die de groepen 1 en 2 (en soms ook 3) combineren. De stoelen uit groep 1/2/3 zijn bedoeld voor kinderen van 9-36 kg (ongeveer 9 maanden tot 12 jaar). Met deze autostoeltjes kun je een langere periode overbruggen. Ze worden zodoende ook wel meegroei-autostoeltjes genoemd.

De autostoeltjes in deze categorie worden eigenlijk altijd met de rijrichting mee in de auto geplaatst. Om ervoor te zorgen dat deze autostoeltjes zowel geschikt zijn voor peuters als kinderen maken ze vaak gebruik van een 5-punts-harnas of een 'vangtafel' voor de kleintjes. Wanneer ze daar zijn uitgegroeid, wordt dit interne tuigje verwijderd en worden kinderen met de autogordel vastgezet.

Kinderstoeltjes: Groep 2/3

Autostoeltjes in groep 2/3 zijn bedoeld voor kinderen van 15 tot 36 kg (ongeveer van 3 tot 12 jaar). Een losse autostoel groep 2 of een losse kinderautostoel groep 3 is minder gemakkelijk te vinden. Autostoelen in groep 2 (van 15 tot 25 kg) en groep 3 (vanaf 22 kg) worden vrijwel altijd gecombineerd in één autostoeltje.

Een autostoel groep 2/3 wordt ook wel een zittingverhoger genoemd. Je kind wordt hierin rechtstreeks met de autogordel vastgezet. Omdat het kind hoger zit, past de gordel beter. Bij voorkeur heeft een zittingverhoger een rugleuning om het hoofd steun te bieden. Sinds 2017 worden zittingverhogers zonder rugleuning sowieso alleen nog voor kinderen groter dan 125 cm en zwaarder dan 22 kg goedgekeurd.

©PXimport

Wat betekent i-Size bij autostoeltjes?

Daar waar de ECE R44/04-norm uitgaat van het gewicht van het kind, is de i-Size autostoel gebaseerd op de lengte van het kind. Er zijn zodoende ook geen vaste categorieën. In plaats daarvan geeft elke fabrikant zelf aan voor welke lengtes het kinderzitje geschikt is.

Sinds 2013 is de i-Size-norm stapsgewijs ingevoerd. Als je een ouder autostoeltje hebt dat voldoet aan de R44-norm, mag je die gewoon blijven gebruiken. Er verschijnen echter wel steeds meer i-Size stoeltjes op de markt. Zodoende hieronder wat richtlijnen om je te helpen kiezen.

• Een autostoel tot 13 kg in groep 0 en 0+ komt overeen met i-Size 40-75 cm.

• Een autostoel tot 18 kg in groep 0/1 en 0+/1 komt overeen met i-Size 40-105 cm.

• Een autostoel 9-18 kg in groep 1 komt overeen met i-Size 60-105 cm.

• Een autostoel 9-25 kg of 9-36 kg in groepen 1/2 of 1/2/3 komt overeen met i-Size-maat 60-135/150 cm.

• Een autostoel 15-36 kg in groep 2/3 komt overeen met i-Size-maat 100-135/150 cm.

▼ Volgende artikel
Help, mijn airfryer stinkt! Wat moet ik doen?
© Saskia van Weert
Huis

Help, mijn airfryer stinkt! Wat moet ik doen?

Wie zijn airfryer vaak gebruikt, komt het vroeg of laat tegen: hij verspreidt een vreemd geurtje. Zelfs als je de mand en bak na elke sessie schoonmaakt, kan hij gaan stinken. Maar geen nood, met onze tips maak je een einde aan de onprettige luchtjes.

In dit artikel over je airfryer lees je:

• Waar die etenslucht vandaan komt • Hoe je je airfryer nog beter schoonmaakt • Hoe je voorkomt dat er nieuwe vervelende geurtjes ontstaan

Lees ook: Review Ninja Foodi Dual Zone-airfryer – Toegankelijke alleskunner

Hoe ontstaat een nare geur in de airfryer?

Een veelvoorkomende oorzaak van luchtjes is opgehoopt vet of achtergebleven voedselresten. Tijdens het bakken vallen er regelmatig kruimels, vet uit vlees of snacks of stukjes voedsel op de bodem van het apparaat, waar ze bij volgende sessies kunnen verbranden. Die deeltjes worden heet, waardoor je ze ruikt. Ze kunnen ook rookontwikkeling veroorzaken.

Ook als je sterk ruikende etenswaren bereidt, zoals vis of broccoli, ruik je dit tijdens het bakken en vaak ook de keer erna, als je je airfryer opwarmt.

Ook is het verwarmingselement gevoelig voor vervuiling. Als vet tijdens het bakken opspat en zich hecht aan het element, zal dit bij volgende keren verbranden, wat opnieuw geur- en rookoverlast veroorzaakt. Het element zit doorgaans boven in je apparaat, of achter de mand, waardoor je er eigenlijk niet goed bij kunt om even met een natte doek af te nemen.

Schoonmaken: de eerste stap naar een frisse airfryer

Reiniging van losse onderdelen

Begin bij de lade en het mandje van de airfryer. Laat deze componenten 15 tot 30 minuten weken in warm water met afwasmiddel. Gebruik daarna een zachte borstel of spons om achtergebleven vet en vuil te verwijderen. Als je een schuurspons gebruikt, kies dan de zachte kant.

Voor hardnekkige vervuiling is baking soda een probate oplossing. Strooi het poeder op aangekoekte delen en schenk er een zure vloeistof over, zoals azijn. Het gaat dan bruisen. Laat even inwerken en neem af met een zachte doek.

©ID.nl

Reiniging van het verwarmingselement

Het verwarmingselement wordt vaak vergeten, terwijl dit juist de plek is waar hardnekkig aangekoekt vet gaat stinken. Zet de airfryer uit, haal de stekker uit het stopcontact en kantel het apparaat voorzichtig zodat het element goed bereikbaar is. Gebruik een zachte doek of borstel, eventueel met een milde ontvetter, om vetresten voorzichtig te verwijderen. Let erop dat je geen agressieve schoonmaakmiddelen of harde schuurmaterialen gebruikt – die kunnen het element beschadigen. Klaar? Gebruik dan een vochtige doek om eventuele resten van het schoonmaakmiddel weg te vegen.

Neutraliseren van geuren

Is je airfryer nog redelijk schoon of nieuw, dan kun je hem opfrissen met een simpele truc. Leg enkele plakjes citroen in een ovenschaaltje met water, zet dit in de airfryer en laat het apparaat circa tien minuten draaien op 180 graden. De stoom neutraliseert geurtjes en maakt het vet alvast wat los, zonder dat je hoeft te schrobben.

Een alternatief is het gebruik van azijn. Vul een hittebestendig schaaltje met een scheut witte azijn, plaats dit in de airfryer en laat het apparaat vijf minuten verwarmen op circa 160 graden. De dampen nemen geurtjes op – helemaal natuurlijk.

Voorkomen is beter dan genezen

Het structureel schoonhouden van de airfryer voorkomt dat geuren zich überhaupt kunnen ontwikkelen. Een van de handige manieren om geurtjes te voorkomen is om speciaal voor de airfryer ontwikkeld bakpapier te gebruiken, of herbruikbare siliconen vormen.

Maak er dus een gewoonte van om je airfryer na elk gebruik even schoon te maken. Ook als alles er schoon uitziet, blijven er vaak toch vetresten achter. Laat de bak en mand afkoelen en was ze daarna af – of zet ze in de vaatwasser, als dat kan. Neem tot slot het binnenwerk af met een vochtige doek.

Gebruik jij al airfryer-bakpapier?

Dat houdt je machine schoon (dus: minder afwas 😃)

©Hazal

Ideale aanpak

Een schone airfryer ruikt niet alleen frisser, maar werkt ook beter. Door regelmatig schoon te maken, af en toe citroen of azijn te gebruiken en ook het verwarmingselement niet over te slaan, voorkom je dat het apparaat gaat stinken.


 

▼ Volgende artikel
Ecostand op wasmachines: hoe werkt dat en wat bespaar je ermee?
© Washing in a washing machine
Huis

Ecostand op wasmachines: hoe werkt dat en wat bespaar je ermee?

We draaien thuis heel wat wasjes en dat maakt de wasmachine tot een van de grootste verbruikers van stroom en water. Energiezuinige functies zoals de ecostand moeten dat verbruik terugdringen. Maar hoe werkt zo'n stand precies? En belangrijker nog: wat levert het op?

In dit artikel lees je: • Waarom de ecostand écht zuiniger en goedkoper is • Wanneer je kunt kiezen voor wassen op lagere temperaturen • Waarom korte wasprogramma's juist níet zuinig zijn • Waar je op moet letten als je een energiezuinige wasmachine wilt kopen

Lees ook: Zo kies je de zuinigste huishoudelijke apparatuur in huis

In een gemiddeld huishouden is de wasmachine verantwoordelijk voor zo'n 5 procent van de energierekening. Per wasbeurt verbruikt een machine gemiddeld 60 liter water – vergelijkbaar met een lange douche. Vooral op het stroomverbruik valt winst te behalen. Wassen op lagere temperaturen is niet alleen gunstig voor je elektriciteitsverbruik, ook je kleding blijft langer mooi bij niet te hoge temperaturen. En het milieu vaart er ook wel bij.

Alle reden dus om bewuster te wassen. Vrijwel elke moderne wasmachine biedt meerdere zuinige programma's. Je kunt kleding wassen op 20 of 30 graden, maar dat is niet altijd de beste keuze. De ecostand is vaak slimmer.. En de knop voor de snelle was? Sla die maar zo veel mogelijk over.

©Monkey Business Images

De ecostand is écht zuiniger en goedkoper

De ecostand op de wasmachine is ontwikkeld om – inderdaad – stroom te besparen. Op nieuwere modellen herken je dit programma aan de naam 'Eco 40-60', bij oudere machines zie je vaak een 'e' of een icoontje met een blaadje. Wie dit programma weleens gebruikt, weet dat het aanzienlijk langer duurt dan een normaal wasprogramma. De vraag is dan ook: ben je met de ecostand echt voordeliger uit?

Het korte antwoord: ja. Een ecowasbeurt verbruikt gemiddeld zo'n 30 procent minder energie dan een standaardprogramma. Dat verschil zit vooral in de temperatuur. '40-60' verwijst niet naar de temperatuur van het ecoprogramma zelf, maar naar de temperatuur waarop je je kleding normaal zou wassen. De ecostand warmt het water minder op – meestal blijft de temperatuur onder de 40 graden – maar laat de trommel wel langer draaien. Daardoor wordt de was alsnog goed schoon. Qua stroomverbruik maakt die langere wastijd nauwelijks verschil; het verwarmen van water kost namelijk veel meer energie dan het ronddraaien van de trommel.

Per ecowasbeurt bespaar je ongeveer 0,4 kWh. Doe je honderd wasjes per jaar, dan komt dat neer op 40 kWh. Afhankelijk van je stroomtarief scheelt dat al snel enkele tientjes op jaarbasis. Ook het waterverbruik daalt: gemiddeld gebruik je 30 liter minder per wasbeurt.

Nog een voordeel aan dit wasprogramma is dat je dankzij de lage temperatuur al je kleding bij elkaar kunt gooien, of je deze nu normaal gesproken op 40 of 60 graden wast. Zo krijg je de trommel sneller vol, hoef je minder vaak te wassen en bespaar je nog meer.

Was niet al te vies? Op lagere temperaturen wassen kan ook

Een andere mogelijkheid is om een standaardprogramma te kiezen op een lagere temperatuur, bijvoorbeeld 20 of 30 graden. Dat is vaak een zuinige keuze, zolang je was niet al te vuil is. Deze programma's duren namelijk minder lang dan de ecostand, waardoor hardnekkig vuil soms blijft zitten. Is de was echt vies? Dan kies je beter voor het ecoprogramma.

Zelfs een verschil van 10 graden kan al behoorlijk schelen in je stroomverbruik. Volgens de Consumentenbond kost een was op 30 graden de helft minder dan eentje op 40 graden. En meestal wordt je was net zo schoon. Wanneer is 40 graden dan wel aan te raden? Bijvoorbeeld als je ziek bent geweest, een allergie hebt, of als je was echt vuil is – met geurtjes of vlekken. Ook ondergoed en sokken kunnen beter op 40 graden.

©Mr Doomits

Wist je dat handdoeken en beddengoed lang niet altijd op 60 graden gewassen hoeven te worden? Alleen als je zeker wilt zijn dat bacteriën worden gedood – bijvoorbeeld bij een huisstofmijtallergie, besmettelijke ziektes of wondjes – is die temperatuur echt nodig. In de meeste gevallen is dat niet aan de orde en volstaat een lagere stand prima. Vaak is zelfs 40 graden al meer dan genoeg. Houd er wel rekening mee: hoe warmer je wast, hoe sneller stoffen slijten.

Korte was: klinkt voordelig, is het niet

Op de meeste wasmachines vind je ook de mogelijkheid om extra snel te wassen. Deze optie staat meestal aangegeven als 'snelle was'. Je was is dan binnen een halfuur klaar, wat misschien zuinig lijkt. Maar dat ís het niet.

Omdat het programma in korte tijd net zo grondig moet wassen als een normaal programma, gebruikt het juist veel water en vooral veel energie. Per saldo ben je dus duurder uit dan met een standaard wasbeurt. Snelle programma's zijn vooral handig in noodgevallen – bijvoorbeeld als je iets hebt gemorst of een paar kwetsbare kledingstukken apart wilt wassen. Maar gebruik deze optie liever niet te vaak.

©Krakenimages.com

Overstappen op een energiezuinige wasmachine

Als je nog een oude wasmachine hebt staan, kan het lonen om over te stappen op een energiezuinig model. Dat kan je per wasbeurt zo een paar dubbeltjes schelen. Een moderner exemplaar mag dan misschien wat kosten, maar die investering betaalt zich uiteindelijk vanzelf terug.

De besparing zit vooral in het verwarmen van water – moderne machines doen dat een stuk slimmer. Daarnaast zijn veel zuinige modellen uitgerust met automatische beladingsdetectie. Daarmee meet de wasmachine precies hoeveel was er in de trommel zit, en soms zelfs hoe vuil die is. Op basis daarvan past het apparaat het water- en energieverbruik aan per wasbeurt. Ben je op zoek naar een nieuwe wasmachine? Bij goede witgoed(web)winkels kun je filteren op energielabel en op de aanwezigheid van automatische beladingsdetectie. Zo weet je zeker dat je niet te veel verbruikt!