ID.nl logo
Hoe beveilig je domotica en andere slimme apparatuur?
© PXimport
Huis

Hoe beveilig je domotica en andere slimme apparatuur?

De verwarming die aanspringt als je de straat in fietst. Een deurbel met een camera. Een horloge dat inzicht geeft in onze gezondheid. Slimme apparaten hebben het leven in korte tijd een stuk aangenamer gemaakt. Maar niet veiliger, want qua beveiliging zijn deze apparaten een stuk minder slim. Vaak zijn IoT-apparaten zelfs een bedreiging voor het thuisnetwerk en jouw gegevens. Dus zul je die beveiliging zelf moeten regelen.

Dat beveiliging hét zwakke punt is van veel Internet of Things-apparaten (IoT), is geen verrassing. De IoT-producenten op jacht naar marktaandeel willen dat hun producten vooral cool, gebruiksvriendelijk en goedkoop zijn. Beveiliging speelt geen rol, ook niet bij de kopers. Veel IoT-apparaten zijn bovendien merkloos, worden ergens ver weg in grote aantallen gemaakt, verscheept en verkocht. Niemand die zich er daarna nog op laat aanspreken dat een lek gedicht moet worden. Vaak is een IoT-apparaat ook een gesloten systeem dat helemaal geen verdere configuratie toelaat of slechts minimale opties biedt. En als dan ook nog de Nederlandse en Europese autoriteiten verzuimen op te treden of eisen te stellen, dan komen we in de situatie waarin we nu verkeren, met een enorm aanbod aan slimme maar onveilige apparaten en dus een probleem dat we zelf moeten oplossen.

Gelukkig zijn er voldoende mogelijkheden om IoT-apparaten wel goed te beveiligen. Dat doe je door de beveiliging in lagen te organiseren, ‘defence in depth’ of ‘layered security’ in techneuten-Engels. De eerste laag zijn de IoT-apparaten zelf. Alles wat je daar kunt regelen en dichttimmeren, hoeft in de schillen eromheen niet meer. De tweede laag is het netwerk waarmee de apparaten verbonden zijn en de derde laag zijn de gebruikers. Allemaal kunnen ze specifieke zaken bijdragen om IoT veilig te maken.

©PXimport

Wat is Internet of Things?

Ook al zegt de term ‘Internet of Things’ of afgekort ‘IoT’ je niets, de kans is groot dat je er toch al wel iets van in huis hebt. Bij IoT gaat het om fysieke apparaten zoals lampen, wasmachines, de smart-tv, eigenlijk alle apparaten die ingebouwde elektronica, software, sensoren en actuatoren combineren met een netwerkverbinding die gegevens kunnen verzamelen en uitwisselen. Populaire IoT-apparaten zijn de Philips Hue-lampen, de Toon en Nest slimme thermostaat, maar ook draagbare fitnessmeters.

©PXimport

Waar zitten de gaten?

IoT-apparaten kennen een aantal veelvoorkomende zwakheden. De eerste is vaak de firmware. Bij het schrijven van de code is er weinig aandacht voor beveiliging, vaak worden ook blokken code en componenten hergebruikt die soms al verouderd of bewezen onveilig zijn. Een tweede manco is het gebrek aan updates en security-fixes én aan een mechanisme om die automatisch te installeren op de IoT-apparaten. Daarnaast zijn IoT-apparaten zelden serieus gehardened, wat betekent dat functionaliteit en communicatieprotocollen ingeschakeld zijn die niet worden gebruikt. Opties om deze alsnog zelf uit te schakelen ontbreken vaak. Ook is de algehele configureerbaarheid vaak beperkt. Tot slot gebruiken veel IoT-apparaten standaard gebruikersnamen en wachtwoorden en ontbreekt soms zelfs de mogelijkheid die aan te passen.

01 Updaten

Het is weliswaar een wetmatigheid dat elke update ook nieuwe fouten introduceert, toch is het updaten van de software op een apparaat een beproefde methode om beveiligingslekken te verhelpen. Voorzie daarom in elk geval je nieuwe IoT-apparaat van de nieuwste firmware wanneer je het in gebruik neemt. En probeer die, wanneer dat mogelijk is, ook later te blijven updaten. Sommige IoT-apparaten komen met een eigen app die soms laat zien welke firmwareversie er wordt gebruikt en of daar updates voor beschikbaar zijn. Controleer dat anders zelf op de website van de leverancier. Check ook de handleiding voor informatie over hoe je moet updaten. Download dan de updates en sla deze op. Log in op de webinterface van het IoT-apparaat en zoek de functie om de firmware te updaten. Upload de nieuwe versie naar het apparaat en laat deze installeren. Controleer daarna of het apparaat naar behoren werkt en of de belangrijkste instellingen, zoals het ip-adres (zie verderop) en de netwerkverbinding, onveranderd zijn gebleven.

©PXimport

02 Wachtwoorden

Neem je een nieuw IoT-apparaat in gebruik, pas dan minimaal het administrator-wachtwoord aan. Veelal is dit een standaard wachtwoord dat voor alle soortgelijke apparaten gelijk is – soms zelfs voor alle apparaten van hetzelfde merk. Gebruik ook niet één wachtwoord voor al je IoT-apparaten maar geef elk een uniek en moeilijk wachtwoord. Dat kan een lange maar makkelijk te onthouden wachtwoordzin zijn, maar helaas kunnen lang niet alle IoT-apparaten daar goed mee overweg. Dan is een kort maar random gegeneerd wachtwoord de betere optie. Gebruik een wachtwoordkluis als Keepass of Enpass om het unieke wachtwoord van elk apparaat te bewaren. Ondersteunt het IoT-apparaat het veranderen van de naam van het admin-account of kun je meerdere admin-accounts maken en het standaardaccount uitschakelen, dan is dat een aanvullende maatregel die je eenvoudig kunt nemen. Het maakt de beveiliging nog beter.

©PXimport

03 Hardening

Hardening is technisch jargon voor sterker maken. En de beveiliging van apparaten maak je sterker door ongebruikte en onveilige opties uit te schakelen. Ongebruikte opties uitschakelen is lastig omdat dit de functionaliteit van het IoT-apparaat raakt, maar denk ook aan overbodige accounts. Ook is de functionaliteit lang niet altijd toegankelijk, al biedt een login via ssh soms mogelijkheden die via de webinterface of app onzichtbaar zijn. De mogelijkheid tot communiceren via ssh of Telnet zijn wel weer voorbeelden van opties die uitgeschakeld moeten worden wanneer er geen gebruik van gemaakt wordt. En dat geldt bijvoorbeeld ook voor communicatie via poort 80 (http) wanneer poort 443 (https) ook wordt ondersteund en natuurlijk helemaal voor IPv6.

©PXimport

04 Configuratie

Behalve het standaard wachtwoord en account, zijn er, afhankelijk van het (soort) apparaat en bijvoorbeeld het gebruikte communicatieprotocol, ook nog andere opties om de IoT-apparaten beter te beveiligen. Schakel over naar tweefactor-authenticatie voor de login, gebruik voor normaal alledaags gebruik geen account met admin- of root-rechten maar een standaard account met beperkte rechten. Configureer ook zo’n beperkt account voor verbindingen met andere apparaten in het thuisnetwerk zoals tussen een bewakingscamera en een nas. Ook daarvoor zijn geen admin-rechten nodig, niet op de camera en niet op de nas. Schakel op alle IoT-apparaten dhcp uit en configureer een vast ip-adres. Een vast ip-adres zorgt ervoor dat het IoT-apparaat altijd goed bereikbaar is voor de diensten of verbindingen die het mag maken, terwijl het niet na bijvoorbeeld een stroomstoring ineens met een ander ip-adres in het netwerk kan komen en zich bijvoorbeeld onttrekt aan specifieke firewall-regels.

©PXimport

05 Isolatie

De tweede laag in de beveiliging van IoT-apparaten is de netwerklaag. Er zijn meerdere manieren om een netwerk te beveiligen en sommige daarvan kunnen naast elkaar worden gebruikt. Veel ervan berusten op netwerksegmentatie. Zonder netwerksegmentatie kunnen alle apparaten in het netwerk met elkaar communiceren. Met netwerksegmentatie kan dat niet, er worden dan verschillende groepen binnen het netwerk aangebracht die niet zomaar met elkaar kunnen communiceren.

Is er geen mogelijkheid een apart netwerk voor de IoT-apparaten in te stellen, kies dan voor Access Point Isolatie. Hiermee zorg je ervoor dat draadloos verbonden apparaten zoals de IoT-apparaten, alleen met het internet kunnen communiceren en niet met elkaar. Het nadeel van deze methode is dat het geldt voor alle draadloos verbonden apparaten, maar weinig routers bieden de mogelijkheid dit per apparaat in te stellen. Een uitzondering zijn routers voorzien van het opensource-besturingssysteem voor routers DD-WRT. Daarin kan het wel per apparaat worden aangegeven.

©PXimport

06 Gastnetwerk

Een gemakkelijke variant van de AP-isolatie is het gastnetwerk. Dit keer komt er een apart draadloos netwerk bij dat speciaal voor de gasten en in dit geval de IoT-apparaten is. Voor alle apparaten in het gastnetwerk geldt dat deze niet naar de apparaten in het gewone thuisnetwerk kunnen en veelal kunnen ze ook niet met de andere apparaten in het gastnetwerk communiceren. Door nu de IoT-apparaten met dit gastnetwerk te verbinden, beveilig je dus de apparaten in het thuisnetwerk tegen de IoT-apparaten. Een nadeel is wel dat je hiermee de mogelijkheid verliest het gastnetwerk ook echt voor gastgebruik in te zetten. Dat kan nog wel maar dan zitten gasten en IoT-apparaten in één netwerk, en of je dat altijd wilt is ook maar weer de vraag.

©PXimport

07 Een tweede router

Beschik je over een tweede router, dan kun je daarmee een heel apart netwerk neerzetten specifiek voor de IoT-apparaten. De twee routers komen dan in lijn te staan, een router is verbonden met het internet, de wan-poort zit op het modem van de internetprovider. De tweede router is verbonden met de eerste. Je verbindt dus de wan-poort van de tweede router met een lan-poort van de eerste router. Dit stelt wel eisen aan de configuratie van de beide routers. Configureer op beide verschillende wachtwoorden, een verschillend ip-netwerk en verschillende draadloze netwerken met verschillende wpa2-beveiligingscodes. Voor wat het ip-netwerk betreft, configureer bijvoorbeeld op de eerste router het 192.168.0.x netwerk en op de tweede 192.168.1.x of een 10.10.10.x wanneer je het liever echt heel duidelijk verschillend wilt hebben. De tweede router heeft op de wan-poort een ip-adres uit het ip-netwerk van de eerste. Als dns van de tweede router kun je het ip-adres aan de lan-kant van de eerste router nemen maar je kunt ook een dns op het internet configureren zoals de 8.8.8.8 van Google. De IoT-apparaten verbind je draadloos en bedraad met de eerste router. De tweede router is voor het klassieke thuisnetwerk met de goed beveiligde apparaten. Doordat op de tweede router een firewall actief is die al het binnenkomende verkeer, ook dat van het netwerk op de eerste router, weigert, zijn de apparaten die verbonden zijn met de tweede router beveiligd tegen de apparaten die met de eerste router verbonden zijn, dus tegen de IoT-apparaten. Apparaten die met de tweede router verbonden zijn, kunnen wel verbinding maken met apparaten die met de eerste router zijn verbonden.

08 Houd overzicht

Zorg ervoor dat er geen onbekende of vergeten apparaten in het IoT-netwerk komen. Houd een administratie bij van de IoT-apparaten en hun ip-adressen. Dat kan prima in de wachtwoordmanager of Notepad. Controleer zo nu en dan eens of alle apparaten nog aanwezig zijn of investeer in een Fingbox, een 24/7 netwerkmonitor die alles wat er op een netwerk gebeurt monitort en volgens vooraf ingestelde regels waarschuwt. Bijvoorbeeld wanneer een onbekend apparaat online komt maar ook wanneer bekende apparaten nieuwe verbindingen aangaan.

©PXimport

09 Vervang eerder

Kijk kritisch welke IoT-apparaten nog echt actief en in het netwerk aanwezig moeten zijn. Verwijder al die apparaten die je toch niet meer gebruikt of waarvan de functionaliteit ook door andere, nieuwere apparaten kan worden geleverd. Door de hoge innovatiesnelheid en de lage beschikbaarheid van beveiligingsupdates voor bestaande apparaten, is de technische levensduur van IoT-apparaten vaak veel groter dan de economische en zeker de security-technische levensduur. Vervangen door een nieuwe versie met betere software en betere beveiliging is dan een goede keuze ook als het apparaat zelf nog prima functioneert.

Naar standaard beveiliging

Dat het niet handig is dat je bijna een IT-professional moet zijn om veilig gebruik te maken van IoT-apparaten mag duidelijk zijn. Dit is nu ook aan het doordringen bij de bedrijven die IoT pushen. Zo zijn er inmiddels meerdere voorstellen gedaan voor een veilige standaard voor IoT-communicatie. Sommige betreffen echt nieuwe technieken, andere gebruiken bestaande technieken. Tot de laatste behoort het voorstel van Ericsson-engineer M. Sethi die Radius, EAP en 802.1x gebruikt voor authenticatie en netwerktoegang van IoT-apparaten, technieken die nu vooral door bedrijven worden gebruikt. Ook de politiek wordt wakker. Zo heeft Californië sinds kort een wet die vanaf 2020 makers van internet-verbonden apparaten verplicht deze “naar redelijkheid” te beveiligen. Zo zijn standaard wachtwoorden verboden of moet de gebruiker de eerste keer dat hij verbinding maakt zelf een wachtwoord instellen. Kritiek is er echter ook: de wet richt zich vooral op het toevoegen van nieuwe beveiligingseisen en niet op het dichten van de bekende gaten. In Europa is vooral het cybersecurity-agency ENISA een voorvechter van nieuwe standaarden en, waar nodig, regelgeving. Concreet is er echter nog niets.

De cyberaanval-killchain

Een cyberaanval of hack doorloopt altijd een aantal standaard stappen. De eerste is reconnaissance. Hierin verkent de hacker zijn doelwit en zoekt kwetsbaarheden. Stap 2 is weaponization, waarin de aanval wordt voorbereid bijvoorbeeld door specifieke malware te schrijven of een exploit te selecteren. Stap 3 is de delivery, waarin het wapen naar het doel wordt gebracht. Bijvoorbeeld: de malware wordt via mail aan de sysadmin gestuurd in de hoop dat die deze activeert. Stap 4 is exploitation, de eigenlijke hack: het doelwit wordt aangevallen en overgenomen. Stap 5 is command and control, waarbij blijvende toegang wordt ingericht. En tot slot stap 6: actions and objectives, waarin de hacker zijn eigenlijke doel uitwerkt zoals het stelen of vernietigen van gegevens, gebruik van een IoT-apparaat in een ddos-aanval op een ander doel. Respectievelijke tegenmaatregelen zijn detectie, weigeren van toegang, verstoren van de aanval, tegenaanval op de command en control, misleiden van de aanvaller (honeypot) en het inperken, het ‘apart’ plaatsen van een besmet systeem dat daarmee zijn toegang tot de overige infrastructuur verliest.

▼ Volgende artikel
Inbouwkoelkast vervangen: dit moet je weten over afmetingen en montage
© Oleg Fedosenko
Huis

Inbouwkoelkast vervangen: dit moet je weten over afmetingen en montage

Ben je van plan een inbouwkoelkast te kopen of een bestaande te vervangen? Let dan goed op de juiste nismaten, het type scharniersysteem en de benodigde ventilatieruimte. In dit artikel lees je hoe je de juiste maat kiest, welke standaardhoogtes er zijn en hoe je voorkomt dat je nieuwe koelkast straks nét niet past.

In dit artikel lees je:
  • Welke standaard nismaten er zijn voor inbouwkoelkasten
  • Hoe je breedte, diepte en ventilatieruimte correct opmeet
  • Wat het verschil is tussen een sleepdeur en een deur-op-deur-systeem
  • Wanneer maatwerk nodig is (en hoe je dat voorkomt)
  • Hoe je bij vervanging of een nieuwe keuken kiest voor de juiste inbouwmaat

Wie op zoek is naar een nieuwe inbouwkoelkast, ontdekt al snel dat afmetingen minstens zo belangrijk zijn als inhoud, energielabel of uitstraling. Zeker als het apparaat in een bestaande nis moet passen of deel uitmaakt van een strak ontworpen keukenfront. Een kleine afwijking in maatvoering kan leiden tot frustratie, extra kosten of zelfs een keukenaanpassing. Gelukkig zijn er standaarden die houvast bieden.

De standaardhoogtes voor inbouwkoelkasten

Inbouwkoelkasten zijn er in een aantal vaste hoogtes, afgestemd op gangbare keukenkastmaten. De meest voorkomende nishoogtes zijn 88, 102, 122, 140 en 178 centimeter. Een koelkast van 88 centimeter wordt vaak gekozen in compacte keukens of onder het aanrecht. De 102 en 122 centimeter zijn net iets ruimer en bieden meer koelruimte zonder een volledige hoge kast nodig te hebben. De 140 centimeter is populair bij mensen die wel wat extra capaciteit willen, maar niet kunnen of willen overstappen naar een vloerhoge koelkast. Wie echt voldoende ruimte zoekt voor een gezin of een royale levensstijl, komt al snel uit bij de nishoogte van 178 centimeter, die geldt als de standaard voor volwaardige inbouwkoelkasten (vaak met een vriezer er direct onder). Het is goed om te weten dat de koelkast zelf altijd iets kleiner is dan de nismaat, zodat er ruimte overblijft voor ventilatie en installatie.

©rois010

Breedte, diepte en ventilatie-eisen

Naast de hoogte zijn ook de breedte en diepte van de nis van belang. In vrijwel alle gevallen gaat het om een nisbreedte van 56 tot 60 centimeter en een diepte van ongeveer 55 tot 60 centimeter. Daarmee sluiten de meeste inbouwkoelkasten mooi aan op standaard keukenkasten. Toch is het belangrijk om altijd te controleren of er voldoende ruimte is aan de achterkant en zijkanten voor luchtcirculatie, want een gebrek aan ventilatie kan de levensduur van je apparaat verkorten en het energieverbruik verhogen. De exacte marges en ventilatie-eisen staan altijd vermeld in de inbouwtekening van de fabrikant.

Let op het juiste deursysteem

Een ander aspect waar je zeker rekening mee moet houden is het type deurscharnier en bevestigingssysteem. Er zijn twee veelgebruikte manieren om de keukendeur aan de koelkastdeur te koppelen. Bij een sleepdeur schuiven beide deuren over elkaar via een glijgeleider. Bij een deur-op-deur-systeem wordt de keukendeur rechtstreeks vastgemaakt aan de koelkastdeur. Deze laatste methode is robuuster, eenvoudiger in gebruik en vaak de voorkeur bij moderne keukens. Belangrijk is dat je bij vervanging van een koelkast goed controleert welk systeem je huidige keuken gebruikt, want een sleepdeursysteem en deur-op-deur-systeem zijn niet onderling uitwisselbaar zonder aanpassingen.

©yunava1

Wanneer maatwerk nodig is

Hoewel standaardmaten veel problemen voorkomen, is maatwerk soms toch onvermijdelijk. Dit is bijvoorbeeld het geval bij oudere keukens met afwijkende kastafmetingen, bij zelfbouwkeukens of designoplossingen waarbij concessies zijn gedaan op standaardisatie. Ook in kleine woningen of appartementen met schuine wanden of andere beperkingen kan het nodig zijn om af te wijken van de standaard. Soms volstaat een simpele opvulling of aanpassing, maar in andere gevallen moet een kast volledig opnieuw worden ontworpen.

Problemen voorkomen bij aankoop of vervanging

Wie verrassingen wil voorkomen bij de aanschaf van een nieuwe koelkast of bij de montage in een nieuwe keuken, doet er goed aan om alles zorgvuldig op en in te meten. Dat betekent dat je niet alleen de hoogte, breedte en diepte van de nis opneemt, maar ook rekening houdt met de ruimte voor ventilatie en het juiste type deursysteem.

Daarnaast is het verstandig om altijd de technische tekening van het apparaat te raadplegen en je goed te laten adviseren door een keuken- of witgoedspecialist. Zeker bij vervanging is het belangrijk om niet alleen naar de buitenmaten te kijken, maar ook naar de technische en functionele eigenschappen die bepalen of een apparaat probleemloos past.

Wie zich aan deze richtlijnen houdt en bewust kiest voor een standaardmaat, voorkomt gedoe, vertragingen of kostbare aanpassingen achteraf. Een koelkast op maat hoeft dus helemaal geen maatwerk te zijn, als je maar weet waar je op moet letten.

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 betaalbare digitale waterpassen met laser
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 betaalbare digitale waterpassen met laser

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt. Een paar keer per week speuren we daarom binnen een bepaald thema naar zulke deals. Deze zomer klussen? Goed gereedschap is dan onontbeerlijk. Ee digitale waterpas bijvoorbeeld, ook wel kruislijnlaser genoemd. Dankzij een duidelijke lijn van laserlicht kun je alles mooi waterpas ophangen, zetten of plaatsen.

Een digitale waterpas met laser, ook wel kruislijnlaser genoemd, helpt je om alles perfect recht of waterpas te krijgen, bijvoorbeeld bij het ophangen van een schilderij, het plaatsen van een plank of het tegelen van een muur. De ingebouwde laser projecteert een strakke lijn op de muur, zodat je grotere afstanden gemakkelijk kunt uitlijnen zonder steeds opnieuw te hoeven meten. Handig bij het klussen, verbouwen of inrichten van je huis! Wij vonden vijf betaalbare kruislijnlasers.

Kapro Prolaser 862GS

Deze Kapro Prolaser 862GS verrast met een opvallend groen laserlijn die beter zichtbaar is in fel licht, perfect voor binnen én buiten gebruik. Hij werkt tot zo’n 20 m met indrukwekkende nauwkeurigheid van ± 0,2 mm/m en een zelfnivelleringsbereik van ± 3°. Je krijgt er zelfs een mini‑statief bij, waardoor je meteen aan de slag kunt. Compact, lichtgewicht – maar gebouwd om te presteren onder uiteenlopende omstandigheden dankzij zijn IP 54‑behuizing en lange batterijduur. Een slimme keuze voor wie zowel gemak als zichtbaarheid wil tijdens precisiewerk.

Lasertype: Kruislijn, horizontaal, verticaal
Nauwkeurigheid: 0,4 mm / meter
Automatische correctie: ± 3 °
Lijnzichtbaarheid: 20 meter
Stroombron: 2x AA-batterij

Parkside PKLL 7 D3

De Parkside PKLL 7 D3 is een betaalbare instapper die verrassend veel kan. Hij projecteert kruislijnen met automatische nivellering tot ± 4° en werkt tot ca. 7  meter afstand. Uniek is de mogelijkheid om de lasers onder vaste hoeken te projecteren – handig bij creatief-imaginair werk of wanneer precieze hoeken nodig zijn zonder automatisch corrigerend niveau. Hij is compact, licht en ideaal voor gebruik bij kleine klussen in huis. De nauwkeurigheid van deze kruislijnlaser is met een afwijking van 0,8 mm per meter echter wel iets minder goed, iets om rekening mee te houden.

Lasertype: Kruislijn, horizontaal, verticaal
Nauwkeurigheid: 0,8 mm / meter
Automatische correctie:
Lijnzichtbaarheid: 7 meter
Stroombron: 2xAA-batterij

Makita SK105DZ

Deze Makita projecteert heldere rode lijnen tot 25 meter, ideaal voor zowel horizontale als verticale lijnprojectie. Dankzij de zelfnivellerende functie hoef je je nooit druk te maken over scheve hoeken: hij corrigeert automatisch tot zo'n 4° graden. Deze Makita werkt op en afzonderlijk te verkrijgen 12Volt CXT-accu. De nauwkeurigheid van de SK105DZ is met een afwijking van 0,3 mm per meter erg goed.

Lasertype: Kruislijn, horizontaal, verticaal
Nauwkeurigheid: 0,3 mm / meter
Automatische correctie:
Lijnzichtbaarheid: 25 meter
Stroombron: Accu

Stanley STHT77502-1 Cross 90

Deze Stanley Cross 90 projecteert naast een horizontale en verticale ook nog een extra verticale lijn op exact 90°, waardoor hij ideaal is voor bijvoorbeeld tegelwerk, vloeren en het netjes uitlijnen van tussenschotten. De automatische nivellering zorgt voor een precieze uitlijning zonder gedoe. Een uitstekende keuze voor wie professioneel resultaat wil zonder poespas.

Lasertype: Kruislijn, horizontaal, verticaal
Nauwkeurigheid: 0,5 mm / meter
Automatische correctie: ± 4°
Bereik: 12 meter
Stroombron: 2xAA-batterij

Bosch Universal Level 2

De Bosch Universal Level 2 biedt drie handige modi: kruislijnen met automatische nivellering, verticale lijnen met puntenfunctie of een hellingsmodus voor schuine uitlijning. Dankzij de heldere rode laserstraal en de intuïtieve bediening ervaar je snel gemak en nauwkeurigheid. Compleet geleverd inclusief batterijen en opberghoes.

Lasertype: Kruislijn, horizontaal, verticaal
Nauwkeurigheid: 0,5 mm / meter
Automatische correctie: 4 °
Lijnzichtbaarheid: 10 meter
Stroombron: 3xAA-batterij