ID.nl logo
Hoe beveilig je domotica en andere slimme apparatuur?
Huis

Hoe beveilig je domotica en andere slimme apparatuur?

De verwarming die aanspringt als je de straat in fietst. Een deurbel met een camera. Een horloge dat inzicht geeft in onze gezondheid. Slimme apparaten hebben het leven in korte tijd een stuk aangenamer gemaakt. Maar niet veiliger, want qua beveiliging zijn deze apparaten een stuk minder slim. Vaak zijn IoT-apparaten zelfs een bedreiging voor het thuisnetwerk en jouw gegevens. Dus zul je die beveiliging zelf moeten regelen.

Dat beveiliging hét zwakke punt is van veel Internet of Things-apparaten (IoT), is geen verrassing. De IoT-producenten op jacht naar marktaandeel willen dat hun producten vooral cool, gebruiksvriendelijk en goedkoop zijn. Beveiliging speelt geen rol, ook niet bij de kopers. Veel IoT-apparaten zijn bovendien merkloos, worden ergens ver weg in grote aantallen gemaakt, verscheept en verkocht. Niemand die zich er daarna nog op laat aanspreken dat een lek gedicht moet worden. Vaak is een IoT-apparaat ook een gesloten systeem dat helemaal geen verdere configuratie toelaat of slechts minimale opties biedt. En als dan ook nog de Nederlandse en Europese autoriteiten verzuimen op te treden of eisen te stellen, dan komen we in de situatie waarin we nu verkeren, met een enorm aanbod aan slimme maar onveilige apparaten en dus een probleem dat we zelf moeten oplossen.

Gelukkig zijn er voldoende mogelijkheden om IoT-apparaten wel goed te beveiligen. Dat doe je door de beveiliging in lagen te organiseren, ‘defence in depth’ of ‘layered security’ in techneuten-Engels. De eerste laag zijn de IoT-apparaten zelf. Alles wat je daar kunt regelen en dichttimmeren, hoeft in de schillen eromheen niet meer. De tweede laag is het netwerk waarmee de apparaten verbonden zijn en de derde laag zijn de gebruikers. Allemaal kunnen ze specifieke zaken bijdragen om IoT veilig te maken.

©PXimport

Wat is Internet of Things?

Ook al zegt de term ‘Internet of Things’ of afgekort ‘IoT’ je niets, de kans is groot dat je er toch al wel iets van in huis hebt. Bij IoT gaat het om fysieke apparaten zoals lampen, wasmachines, de smart-tv, eigenlijk alle apparaten die ingebouwde elektronica, software, sensoren en actuatoren combineren met een netwerkverbinding die gegevens kunnen verzamelen en uitwisselen. Populaire IoT-apparaten zijn de Philips Hue-lampen, de Toon en Nest slimme thermostaat, maar ook draagbare fitnessmeters.

©PXimport

Waar zitten de gaten?

IoT-apparaten kennen een aantal veelvoorkomende zwakheden. De eerste is vaak de firmware. Bij het schrijven van de code is er weinig aandacht voor beveiliging, vaak worden ook blokken code en componenten hergebruikt die soms al verouderd of bewezen onveilig zijn. Een tweede manco is het gebrek aan updates en security-fixes én aan een mechanisme om die automatisch te installeren op de IoT-apparaten. Daarnaast zijn IoT-apparaten zelden serieus gehardened, wat betekent dat functionaliteit en communicatieprotocollen ingeschakeld zijn die niet worden gebruikt. Opties om deze alsnog zelf uit te schakelen ontbreken vaak. Ook is de algehele configureerbaarheid vaak beperkt. Tot slot gebruiken veel IoT-apparaten standaard gebruikersnamen en wachtwoorden en ontbreekt soms zelfs de mogelijkheid die aan te passen.

01 Updaten

Het is weliswaar een wetmatigheid dat elke update ook nieuwe fouten introduceert, toch is het updaten van de software op een apparaat een beproefde methode om beveiligingslekken te verhelpen. Voorzie daarom in elk geval je nieuwe IoT-apparaat van de nieuwste firmware wanneer je het in gebruik neemt. En probeer die, wanneer dat mogelijk is, ook later te blijven updaten. Sommige IoT-apparaten komen met een eigen app die soms laat zien welke firmwareversie er wordt gebruikt en of daar updates voor beschikbaar zijn. Controleer dat anders zelf op de website van de leverancier. Check ook de handleiding voor informatie over hoe je moet updaten. Download dan de updates en sla deze op. Log in op de webinterface van het IoT-apparaat en zoek de functie om de firmware te updaten. Upload de nieuwe versie naar het apparaat en laat deze installeren. Controleer daarna of het apparaat naar behoren werkt en of de belangrijkste instellingen, zoals het ip-adres (zie verderop) en de netwerkverbinding, onveranderd zijn gebleven.

©PXimport

02 Wachtwoorden

Neem je een nieuw IoT-apparaat in gebruik, pas dan minimaal het administrator-wachtwoord aan. Veelal is dit een standaard wachtwoord dat voor alle soortgelijke apparaten gelijk is – soms zelfs voor alle apparaten van hetzelfde merk. Gebruik ook niet één wachtwoord voor al je IoT-apparaten maar geef elk een uniek en moeilijk wachtwoord. Dat kan een lange maar makkelijk te onthouden wachtwoordzin zijn, maar helaas kunnen lang niet alle IoT-apparaten daar goed mee overweg. Dan is een kort maar random gegeneerd wachtwoord de betere optie. Gebruik een wachtwoordkluis als Keepass of Enpass om het unieke wachtwoord van elk apparaat te bewaren. Ondersteunt het IoT-apparaat het veranderen van de naam van het admin-account of kun je meerdere admin-accounts maken en het standaardaccount uitschakelen, dan is dat een aanvullende maatregel die je eenvoudig kunt nemen. Het maakt de beveiliging nog beter.

©PXimport

03 Hardening

Hardening is technisch jargon voor sterker maken. En de beveiliging van apparaten maak je sterker door ongebruikte en onveilige opties uit te schakelen. Ongebruikte opties uitschakelen is lastig omdat dit de functionaliteit van het IoT-apparaat raakt, maar denk ook aan overbodige accounts. Ook is de functionaliteit lang niet altijd toegankelijk, al biedt een login via ssh soms mogelijkheden die via de webinterface of app onzichtbaar zijn. De mogelijkheid tot communiceren via ssh of Telnet zijn wel weer voorbeelden van opties die uitgeschakeld moeten worden wanneer er geen gebruik van gemaakt wordt. En dat geldt bijvoorbeeld ook voor communicatie via poort 80 (http) wanneer poort 443 (https) ook wordt ondersteund en natuurlijk helemaal voor IPv6.

©PXimport

04 Configuratie

Behalve het standaard wachtwoord en account, zijn er, afhankelijk van het (soort) apparaat en bijvoorbeeld het gebruikte communicatieprotocol, ook nog andere opties om de IoT-apparaten beter te beveiligen. Schakel over naar tweefactor-authenticatie voor de login, gebruik voor normaal alledaags gebruik geen account met admin- of root-rechten maar een standaard account met beperkte rechten. Configureer ook zo’n beperkt account voor verbindingen met andere apparaten in het thuisnetwerk zoals tussen een bewakingscamera en een nas. Ook daarvoor zijn geen admin-rechten nodig, niet op de camera en niet op de nas. Schakel op alle IoT-apparaten dhcp uit en configureer een vast ip-adres. Een vast ip-adres zorgt ervoor dat het IoT-apparaat altijd goed bereikbaar is voor de diensten of verbindingen die het mag maken, terwijl het niet na bijvoorbeeld een stroomstoring ineens met een ander ip-adres in het netwerk kan komen en zich bijvoorbeeld onttrekt aan specifieke firewall-regels.

©PXimport

05 Isolatie

De tweede laag in de beveiliging van IoT-apparaten is de netwerklaag. Er zijn meerdere manieren om een netwerk te beveiligen en sommige daarvan kunnen naast elkaar worden gebruikt. Veel ervan berusten op netwerksegmentatie. Zonder netwerksegmentatie kunnen alle apparaten in het netwerk met elkaar communiceren. Met netwerksegmentatie kan dat niet, er worden dan verschillende groepen binnen het netwerk aangebracht die niet zomaar met elkaar kunnen communiceren.

Is er geen mogelijkheid een apart netwerk voor de IoT-apparaten in te stellen, kies dan voor Access Point Isolatie. Hiermee zorg je ervoor dat draadloos verbonden apparaten zoals de IoT-apparaten, alleen met het internet kunnen communiceren en niet met elkaar. Het nadeel van deze methode is dat het geldt voor alle draadloos verbonden apparaten, maar weinig routers bieden de mogelijkheid dit per apparaat in te stellen. Een uitzondering zijn routers voorzien van het opensource-besturingssysteem voor routers DD-WRT. Daarin kan het wel per apparaat worden aangegeven.

©PXimport

06 Gastnetwerk

Een gemakkelijke variant van de AP-isolatie is het gastnetwerk. Dit keer komt er een apart draadloos netwerk bij dat speciaal voor de gasten en in dit geval de IoT-apparaten is. Voor alle apparaten in het gastnetwerk geldt dat deze niet naar de apparaten in het gewone thuisnetwerk kunnen en veelal kunnen ze ook niet met de andere apparaten in het gastnetwerk communiceren. Door nu de IoT-apparaten met dit gastnetwerk te verbinden, beveilig je dus de apparaten in het thuisnetwerk tegen de IoT-apparaten. Een nadeel is wel dat je hiermee de mogelijkheid verliest het gastnetwerk ook echt voor gastgebruik in te zetten. Dat kan nog wel maar dan zitten gasten en IoT-apparaten in één netwerk, en of je dat altijd wilt is ook maar weer de vraag.

©PXimport

07 Een tweede router

Beschik je over een tweede router, dan kun je daarmee een heel apart netwerk neerzetten specifiek voor de IoT-apparaten. De twee routers komen dan in lijn te staan, een router is verbonden met het internet, de wan-poort zit op het modem van de internetprovider. De tweede router is verbonden met de eerste. Je verbindt dus de wan-poort van de tweede router met een lan-poort van de eerste router. Dit stelt wel eisen aan de configuratie van de beide routers. Configureer op beide verschillende wachtwoorden, een verschillend ip-netwerk en verschillende draadloze netwerken met verschillende wpa2-beveiligingscodes. Voor wat het ip-netwerk betreft, configureer bijvoorbeeld op de eerste router het 192.168.0.x netwerk en op de tweede 192.168.1.x of een 10.10.10.x wanneer je het liever echt heel duidelijk verschillend wilt hebben. De tweede router heeft op de wan-poort een ip-adres uit het ip-netwerk van de eerste. Als dns van de tweede router kun je het ip-adres aan de lan-kant van de eerste router nemen maar je kunt ook een dns op het internet configureren zoals de 8.8.8.8 van Google. De IoT-apparaten verbind je draadloos en bedraad met de eerste router. De tweede router is voor het klassieke thuisnetwerk met de goed beveiligde apparaten. Doordat op de tweede router een firewall actief is die al het binnenkomende verkeer, ook dat van het netwerk op de eerste router, weigert, zijn de apparaten die verbonden zijn met de tweede router beveiligd tegen de apparaten die met de eerste router verbonden zijn, dus tegen de IoT-apparaten. Apparaten die met de tweede router verbonden zijn, kunnen wel verbinding maken met apparaten die met de eerste router zijn verbonden.

08 Houd overzicht

Zorg ervoor dat er geen onbekende of vergeten apparaten in het IoT-netwerk komen. Houd een administratie bij van de IoT-apparaten en hun ip-adressen. Dat kan prima in de wachtwoordmanager of Notepad. Controleer zo nu en dan eens of alle apparaten nog aanwezig zijn of investeer in een Fingbox, een 24/7 netwerkmonitor die alles wat er op een netwerk gebeurt monitort en volgens vooraf ingestelde regels waarschuwt. Bijvoorbeeld wanneer een onbekend apparaat online komt maar ook wanneer bekende apparaten nieuwe verbindingen aangaan.

©PXimport

09 Vervang eerder

Kijk kritisch welke IoT-apparaten nog echt actief en in het netwerk aanwezig moeten zijn. Verwijder al die apparaten die je toch niet meer gebruikt of waarvan de functionaliteit ook door andere, nieuwere apparaten kan worden geleverd. Door de hoge innovatiesnelheid en de lage beschikbaarheid van beveiligingsupdates voor bestaande apparaten, is de technische levensduur van IoT-apparaten vaak veel groter dan de economische en zeker de security-technische levensduur. Vervangen door een nieuwe versie met betere software en betere beveiliging is dan een goede keuze ook als het apparaat zelf nog prima functioneert.

Naar standaard beveiliging

Dat het niet handig is dat je bijna een IT-professional moet zijn om veilig gebruik te maken van IoT-apparaten mag duidelijk zijn. Dit is nu ook aan het doordringen bij de bedrijven die IoT pushen. Zo zijn er inmiddels meerdere voorstellen gedaan voor een veilige standaard voor IoT-communicatie. Sommige betreffen echt nieuwe technieken, andere gebruiken bestaande technieken. Tot de laatste behoort het voorstel van Ericsson-engineer M. Sethi die Radius, EAP en 802.1x gebruikt voor authenticatie en netwerktoegang van IoT-apparaten, technieken die nu vooral door bedrijven worden gebruikt. Ook de politiek wordt wakker. Zo heeft Californië sinds kort een wet die vanaf 2020 makers van internet-verbonden apparaten verplicht deze “naar redelijkheid” te beveiligen. Zo zijn standaard wachtwoorden verboden of moet de gebruiker de eerste keer dat hij verbinding maakt zelf een wachtwoord instellen. Kritiek is er echter ook: de wet richt zich vooral op het toevoegen van nieuwe beveiligingseisen en niet op het dichten van de bekende gaten. In Europa is vooral het cybersecurity-agency ENISA een voorvechter van nieuwe standaarden en, waar nodig, regelgeving. Concreet is er echter nog niets.

De cyberaanval-killchain

Een cyberaanval of hack doorloopt altijd een aantal standaard stappen. De eerste is reconnaissance. Hierin verkent de hacker zijn doelwit en zoekt kwetsbaarheden. Stap 2 is weaponization, waarin de aanval wordt voorbereid bijvoorbeeld door specifieke malware te schrijven of een exploit te selecteren. Stap 3 is de delivery, waarin het wapen naar het doel wordt gebracht. Bijvoorbeeld: de malware wordt via mail aan de sysadmin gestuurd in de hoop dat die deze activeert. Stap 4 is exploitation, de eigenlijke hack: het doelwit wordt aangevallen en overgenomen. Stap 5 is command and control, waarbij blijvende toegang wordt ingericht. En tot slot stap 6: actions and objectives, waarin de hacker zijn eigenlijke doel uitwerkt zoals het stelen of vernietigen van gegevens, gebruik van een IoT-apparaat in een ddos-aanval op een ander doel. Respectievelijke tegenmaatregelen zijn detectie, weigeren van toegang, verstoren van de aanval, tegenaanval op de command en control, misleiden van de aanvaller (honeypot) en het inperken, het ‘apart’ plaatsen van een besmet systeem dat daarmee zijn toegang tot de overige infrastructuur verliest.

▼ Volgende artikel
Rijden met de nieuwe Renault 5: Overtreft alle verwachtingen
Mobiliteit

Rijden met de nieuwe Renault 5: Overtreft alle verwachtingen

Het is verreweg de belangrijkste auto die het merk sinds lange tijd introduceert. Met de nieuwe Renault 5 geeft het merk een flinke slinger aan zijn Renaulution. Een strategie waarmee het merk de snel veranderende automarkt met al zijn facetten omarmt. Technologie, connectiviteit en schone energie: Renault heeft een duidelijk een stip op de horizon geplaatst. De eerste kilometers achter het stuur van de nieuwe Renault 5, die vanaf 27.990 euro bestelbaar is, tonen aan dat de eerste Renaulution-vrucht een absolute gouden zet blijkt te zijn.

Download nu GRATIS het EV Duurtest-rapport 2024!

In het EV Duurtest-rapport zijn nieuwe elektrische auto's door verschillende consumenten getest. Alle resultaten vind je terug in dit digitale rapport. Door het invullen van je naam en e-mailadres meld je je aan voor ontvangst van het Kieskeurig EV Duurtest-rapport. Tevens ben je ingeschreven voor de Kieskeurig.nl EV-nieuwsbrief.

Duimpjes gegarandeerd

Begin dit jaar mocht ik er in een studio nabij Parijs al aan snuffelen. De wedergeboorte van een icoon, de nieuwe Renault 5. Goed een half jaar later staat er een knalgele (Jaune Pop) Iconic Cinq uitvoering op mij te wachten. Het merk wil met de nieuwe 5 zowel de oude generatie, zij die zich het origineel nog goed kunnen herinneren, als de jonge garde aanspreken. Een uitdaging, maar mede dankzij designtermen als 'retro futuristisch' heb ik zelden gedurende een intro zoveel enthousiaste reacties mogen ontvangen. Van jong tot oud, van surfer tot mondaine dame. De duimpjes waren haast ontelbaar!

Bekijk onderaan dit artikel een video van de nieuwe Renault 5!

©Irwin Versteegh

Standaard 18 inch

De nieuwe 5 rolt standaard op 18inch-wielen en dat geeft 'm samen met de goede proporties een sterk voorkomen. Stap ik achter het stuur, dan valt direct de lage en sportieve instap op. Ik zak weg in prima gevormd meubilair en dankzij een axiaal verstelbaar stuurwiel is een goede zitpositie snel gevonden. 

🚘Ook interessant: EV-profiel Renault Scenic E-Tech: Is de 'Auto van het Jaar 2024' écht zo goed?

©Irwin Versteegh

Andere zit dan verwacht

Toch moet ik voor de juiste ondersteuning van mijn bovenbenen net iets verder naar achteren gaan zitten. Een kantelbare zitting zou hier uitkomst bieden. Iets wat met name voor passagiers op de achterbank bovendien wat ademruimte zou verschaffen. Achter mijzelf plaatsnemen, zat er namelijk niet in. 

©Irwin Versteegh

Ontdek jouw ideale elektrische auto

Vergelijk en vind de beste deals op Kieskeurig.nl!

Ruim genoeg voor bagage

De kofferruimte blijkt ook in de praktijk prima bruikbaar. 320 liter is conform het segment en bleek ruim voldoende voor twee handbagage-reiskoffers en twee rugtassen. Staan de voorstoelen vrij ver naar achteren, dan zul je de hoofdsteunen van de achterbankleuning moeten verwijderen als je deze neer wilt klappen. 

©Irwin Versteegh

Vanaf 27.990 euro

De nieuwe Renault 5 komt er met twee accu's en voorlopig twee elektromotoren. Later volgt een derde met zo’n 90 pk. De Urban Range met 40kWh en 327 km range is leverbaar vanaf 27.990 euro. Je krijgt dan een 120 pk sterke elektromotor. De Techno-uitvoering is 2 mille duurder en de compleetste Iconic Cinq kost 31.490 euro. Voor net geen 30 mille stap je in de Comfort Range Techno. Die heeft een 52kWh batterij, een 150 pk sterke motor en een bereik van 410 kilometer volgens de WLTP-testmethode. Standaard zijn een 3-Fase 11kW boordlader, een warmtepomp en een snellaadtijd van 30 minuten. 

©Irwin Versteegh

Overtreft verwachtingen

Gedurende de dynamisch introductie heb ik zo'n 200 kilometer in het Vijfje afgelegd. Uiterst plezierige kilometers welteverstaan, want qua rijkwaliteit en plezier overtreft 'ie mijn verwachtingen. De 5 is zo wendbaar als een dartele poedel! De zeer directe (soms iets te directe) stuurinstallatie zorgt met het lage zwaartepunt van het gloednieuwe – toegewijd EV – AmpR Small platform voor een middenmotor-achtige ervaring. De 5 bijt zich in elke bocht vast, voelt fantastisch wendbaar en mede dankzij – uniek in deze klasse – een mooie Multilink-ophanging voor de achteras ligt de grens ver voorbij die van plezier.

©Irwin Versteegh

MINI-rijders kunnen naar Renault

En dit alles in combinatie met een verrassend verfijnde rijervaring. Binnen de bebouwde kom is-ie verre van 'te stug' en ondanks dat 'ie op een verkeersdrempel soms iets vergevingsgezinder zou mogen zijn, stoort dit niet. De nieuwe 5 blijkt op dit vlak zo goed, dat 'ie zelfs MINI-rijders zou weten te overtuigen. Zeker ook gezien het feit dat hij zich op de snelweg bovendien ontpopt als een fijne cruiser met een C-segment-waardige geluidsisolatie. 

Meer weten over de nieuwe Renault 5? Bekijk dan de video van InstaAutoVlog. 

Watch on YouTube

 

▼ Volgende artikel
Scherm delen via WhatsApp: zo werkt het
Huis

Scherm delen via WhatsApp: zo werkt het

Net zoals je op de pc je scherm kunt delen met een tool als TeamViewer, kun je ook je scherm delen via WhatsApp. Dit lukt zowel in een een-op-eengesprek als in een groepsgesprek. Handig als je iets op je smartphone wilt laten zien of uitleggen.

In drie eenvoudige stappen laten we zien hoe je in WhatsApp je scherm kunt delen, zodat je iets aan een ander kunt laten zien:

  • Videogesprek starten
  • Scherm delen
  • Delen stoppen

Lees ook: Privacy op WhatsApp beschermen: zo doe je dat

1 Videogesprek

Deze functie werkt zowel op de Android-, iOS- als Windows-app, maar alleen als je een videogesprek bent gestart. De optie werkt dus niet tijdens WhatsApp-spraakgesprekken. Heb je een Android-telefoon dan kun je overigens probleemloos je scherm delen met iemand met een iPhone en andersom. Houd er wel rekening mee dat alles wat op je scherm te zien is, zichtbaar wordt voor je gesprekspartner. Kijk dus uit als er bijvoorbeeld bankgegevens, foto’s of andere gevoelige informatie op het scherm staan. Net als de berichten en oproepen, versleutelt WhatsApp de inhoud van schermdeling voor extra beveiliging.

2 Laat de ander meekijken

Nieuw is dat je nu ook de audio van je smartphone op die manier kunt delen. Start een videogesprek op de gebruikelijke manier en je ziet onderaan bij de bedieningsknoppen een pictogram met drie horizontale stippen: tik hierop en klik op Deel scherm (iOS) of Scherm delen (Android). Vervolgens verschijnt er een korte uitleg van deze functie. Ga door en tik op Start uitzending (iOS) of Nu starten (Android). Hierdoor wordt de schermdeling gestart; vanaf nu kan de ander alles volgen wat er bij jou op je scherm gebeurt. Zo kun je bijvoorbeeld teruggaan naar het homescreen en ook andere apps openen terwijl de ander meekijkt. Wanneer je dit scherm verlaat, keer je terug naar het videogesprek in WhatsApp.

Handig om te weten! Ken je deze 8 handigheidjes in WhatsApp al?

3 Schermdeling stoppen

Ook iedereen die deelneemt aan een groepsvideogesprek kan een schermdeling-sessie starten. Er kan echter maar één persoon tegelijk zijn scherm delen. Om op een Android-telefoon te stoppen met delen, keer je terug naar het WhatsApp-videogesprek en tik je op Stoppen met delen. Op de iPhone tik je op het groene pictogram in de linkerbovenhoek van de statusbalk van de iPhone. Daarna tik je op de rode knop in het centrum van het scherm.

Watch on YouTube