ID.nl logo
Zelf mobiele apps bouwen (deel 3)
© Reshift Digital
Huis

Zelf mobiele apps bouwen (deel 3)

In het vorige deel hebben we een nieuw project gemaakt. Hiermee heb je eigenlijk meteen een basis voor je app. We laten nu zien welke bestanden zijn aangemaakt en wat het doel van die bestanden is. Ook gaan we op twee manieren een tekst aanpassen: via de gebruikersinterface en via code.

We gaan in dit deel verder met de app die we in deel 2 hadden opgezet. Herhaal als het nodig is de stappen door in Android Studio een nieuw project te beginnen met als template Empty Activity. Hiermee zijn al enkele mappen en bestanden voor de app gemaakt en ook al grotendeels ingevuld, zodat je in feite al een werkende app hebt. In het projectvenster zie je deze bestanden en mappen terug onder de map app. Het gaat om:

- manifests: deze map bevat het belangrijke bestand AndroidManifest.xml, dat allemaal details over je app bevat. Er staat bijvoorbeeld in welke activity moet worden begonnen bij het starten van de app. Als toegang nodig is tot systeemonderdelen, zoals internet of de camera, vermeld je dat ook in dit bestand. Bij het uitbreiden van je app zul je hier zelf aanpassingen in maken;

- java: deze map bevat alle broncode voor je app (in Kotlin of Java) in verschillende mappen. Hierbij gebruik je doorgaans de bovenste map (met de ‘package name’ als naam). De twee mappen daaronder bevatten testcode. Er is in de map al één bestand met de naam MainActivity.kt gemaakt, waarin al enkele regels code zijn ingevuld. Aan de extensie .kt kun je zien dat het in Kotlin is geschreven.

- res: deze map bevat extra zogeheten resources (bronnen), verdeeld over mappen. In de map drawable vind je grafische bestanden. De map layout bevat alle lay-outs. Daarmee bedoelen we de schermen voor de app, ofwel grafische interfaces, waarop bijvoorbeeld teksten, afbeeldingen en buttons staan. Zo’n lay-out wordt beschreven in een xml-bestand en voor het eerste eenvoudige scherm is al een bestand activity_main.xml gegenereerd. De map values bevat andere resources, zoals variabelen die in de app worden gebruikt. Zo vind je in strings.xml de naam die je aan de app hebt gegeven terug.

©PXimport

Lay-out openen

Open de automatisch gegeneerde lay-out via het projectvenster door onder app/res/layout te dubbelklikken op activity_main.xml. Deze lay-out wordt dan aan de rechterkant geopend, waar het zoals elk geopend bestand een eigen tabblad krijgt. Bij het bewerken van een lay-out kies je rechtsboven uit de drie modi Code, Split en Design.

Onder Code kun je het xml-bestand rechtstreeks bewerken. Via Design kan dit visueel door bijvoorbeeld elementen naar de app te slepen. Bij de modus Split heb je die twee opties naast elkaar. We beginnen met Design.

Links in het venster Palette zie je alle componenten waarmee je de gebruikersinterface voor je app bouwt, zoals teksten, afbeeldingen en knoppen. Dat doe je door zulke componenten naar je scherm te slepen en daarop te positioneren. Er is al één component voor tekst geplaatst, ook wel TextView genoemd. In de gebruikersinterface zie je dat deze component al de tekst Hello World! bevat. Als je op die tekst klikt, is de TextView-component geselecteerd, wat je ook ziet in het venster Component Tree. Dat is een soort boomstructuur voor alle gebruikte componenten.

©PXimport

Tip: bestanden terugvinden

Wil je voor een geopend bestand weten wáár het tussen je projectbestanden staat? Klik dan in het projectvenster op het icoontje Select Opened File.

Eigenschappen aanpassen

Elke component kent talloze eigenschappen die je kunt aanpassen, ook wel attributen genoemd. Zorg daarvoor eerst dat de component is geselecteerd, door erop te klikken in de gebruikersinterface of in de Component Tree. Selecteer als voorbeeld de TextView-component en open rechts (als het nog niet is geopend) het venster Attributes. Hierin vind je alle attributen voor deze component. De tekst voor de TextView is in eerste instantie Hello World! en vind je bij het attribuut met de naam text. De attributen waaraan reeds een waarde is toegekend, vind je altijd snel terug onder Declared Attributes.

Er zijn nog talloze andere attributen. De volledige lijst vind je onder All Attributes. Veel attributen komen in latere delen aan bod, als we dieper ingaan op het bouwen van gebruikersinterfaces. We gaan alvast één belangrijke attribuut met de naam id invullen. Daarmee kunnen we straks in code de component aanwijzen. Dit attribuut vind je al direct bovenaan. Vul de gewenste naam in; als voorbeeld kiezen we text_welkom.

Ga ten slotte rechtsboven naar Code om te zien hoe de lay-out er in het xml-bestand uitziet. Let daarin vooral op de TextView-component en de attributen text en id. Als je het handiger vindt, kun je ook altijd in het xml-bestand aanpassingen maken. Dat gaat in sommige gevallen sneller omdat je wat handiger kunt knippen, kopiëren en plakken.

©PXimport

Code schrijven volgens de richtlijnen

Bij het programmeren is het altijd handig om bepaalde richtlijnen te volgen, zodat code voor iedereen herkenbaar en goed leesbaar is. Dat helpt je niet alleen bij de stijl van je code, maar ook bij de keuze van namen voor bijvoorbeeld ID’s en variabelen. Een voorbeeld van zulke richtlijnen voor Android vind je via www.bit.ly/andrguide. In deze cursus volgen we overwegend de richtlijnen. Zo nemen we voor de ID steeds de naam van de component als uitgangspunt, gevolgd door een underscore, zoals text_ voor een TextView, image_ voor een ImageView, button_ voor een Button en tot slot menu_ voor een Menu. De TextView-component waarop we de welkomsttekst laten zien, noemen we daarom text_welkom. Voor een variabele in de code die verwijst naar deze ID zou je dezelfde naam mogen gebruiken. In deze cursus gebruiken we voor de duidelijkheid een andere afgeleide naam, met een hoofdletter in plaats van het underscore-teken als afscheiding, bijvoorbeeld textWelkom.

Bestaande code

Je hebt gezien hoe je voor de TextView-component in je ontwerp de tekst aan kunt passen. De aanpassing kun je ook via code maken tijdens de uitvoering van je app. We laten zien hoe je dat doet. Open het bestand MainActivity.kt via het projectvenster. Dit bestand bevat een eenvoudige basis voor de (enige) activity van deze app, waaronder de volgende regels:

class MainActivity : AppCompatActivity() {

override fun onCreate(savedInstanceState: Bundle?) {

super.onCreate(savedInstanceState)

setContentView(R.layout.activity_main)

}

}

Belangrijk om te weten is dat er verschillende toestanden bestaan waarin een activity kan verkeren. Dit heet ook wel levenscyclus of lifecycle. Je kunt via zogenoemde ‘callbacks’ inhaken op elke (veranderende) toestand. In een van de komende delen gaan we hier uitgebreider op in door de levenscyclus en callbacks met een werkend voorbeeld te demonstreren. Hier gebruiken we zo’n callback voor de belangrijke onCreate() die optreedt zodra onze activity wordt gemaakt. Door hier zelf met sleutelwoord override een functie voor te maken, overschrijf je als het ware de bestaande code, waarbij je met super.onCreate(savedInstanceState) eerst de bestaande code (alsnog) kunt laten uitvoeren. Hierbij is savedInstanceState de bewaarde eerdere toestand van de app. Daaronder kun je dan je eigen aanvullende code schrijven. Je ziet daarin nu alleen de regel setContentView(R.layout.activity_main). Die regel zorgt ervoor dat de gewenste lay-out (in dit geval het bestand activity_main.xml) wordt geladen en op het scherm wordt getoond.

Code toevoegen

Voordat je code gaat schrijven, is het handig om een instelling te wijzigen, zodat de benodigde bibliotheken automatisch worden geïmporteerd als je ze gebruikt in je code (zie het kader ‘Importregels voor bibliotheken’). Vervolgens hoeven we maar twee regels toe te voegen om de tekst te veranderen. Zet de regels direct onder de regel setContentView(). Eerst zoeken we via de in de lay-out toegekende id de TextView-component op en maken we deze beschikbaar via de variabele die we textWelkom noemen:

val textWelkom: TextView = findViewById(R.id.text_welkom) as TextView

Hierna kunnen we eenvoudig de tekst veranderen:

textWelkom.text = "Dit is een live aanpassing!"

Als je geen automatische importregels hebt ingesteld, wordt gevraagd om op Alt+Enter te drukken om de bibliotheken te importeren, die nodig zijn voor deze app. Als je de app start, bijvoorbeeld in de emulator, zie je als het goed is de aangepaste tekst. Je merkt nergens dat de tekst via de code wordt aangepast. Dat is niet omdat het te snel zou gaan om op te vallen, maar omdat de bewuste activity binnen de onCreate() nog niet zichtbaar is gemaakt voor de gebruiker.

©PXimport

Importregels voor bibliotheken

We raden je aan om voor de hand liggende bibliotheken automatisch toe te laten voegen. Om dat in te stellen, ga je naar File / Settings en dan Editor / General / Auto Import. Zet onder Kotlin en Java een vinkje bij Add unambigious imports on the fly. Dat zorgt ervoor dat de importregel automatisch wordt toegevoegd als je bijvoorbeeld de Log-opdracht schrijft. Ook de optie Optimize imports on the fly is handig. Deze instelling zal automatisch de importregels verwijderen voor bibliotheken die je niet meer raadpleegt.

©PXimport

Testen in emulator

Fysiek of virtueel Android-toestel

Om je app te testen heb je een Android-toestel nodig. Je kunt hiervoor een fysiek toestel gebruiken (wat in deel 4 aan bod gaat komen), maar ook een virtueel toestel via de emulator te gebruiken. Die werkt tegenwoordig net zo snel of zelfs sneller dan een ‘echt’ toestel. Doorgaans zul je in de eerste fase van je ontwerp vooral de emulator gebruiken en in de laatste fase – voor het perfectioneren van de app – een echt toestel. Om virtuele toestellen voor de emulator te bekijken en te beheren, open je de AVD (Android Virtual Device) Manager via Tools / AVD Manager.

©PXimport

Virtuele toestellen

Bij een standaardinstallatie heb je een toestelconfiguratie gemaakt voor de Pixel 3a. Als voorbeeld voegen we een virtueel toestel toe via de optie Create Virtual Device. Je ziet dan verdeeld over categorieën als TV, Phone, Wear OS en Tablet allerlei profielen voor bekende apparaten die je als basis voor je virtuele toestel kunt gebruiken, al kun je ook zelf een profiel maken (zie het kader ‘Profielen voor apparaten maken’).

Hier kiezen we onder Phone voor Pixel 4. Zoals je aan het icoontje in de kolom Play Store kunt zien, bevat dit virtuele toestel ook de Google Play Store. Je kunt dus (andere) apps op het toestel installeren vanuit de appstore van Android, net als op een echte telefoon. Klik op Next om verder te gaan.

Nu kun je kiezen welke versie van Android moet worden geïnstalleerd. Onder Recommended zie je aanbevolen releases, maar je kunt ook andere systeem-images kiezen. Dit bepaalt de versie van Android. We gebruiken als voorbeeld de release genaamd Q oftewel Android 10. Klik indien nodig eerst op Download om het systeem-image te downloaden en te installeren. Daarna selecteer je het systeem-image en klik je op Next. Als laatste kun je het toestel een naam geven en een standaard schermoriëntatie kiezen (Portret of Landschap).

Via Show Advanced Settings kun je extra details zien. Zo kies je bij Boot option voor Cold boot als het toestel steeds schoon moet starten, of Quick boot als het verder moet gaan in de toestand waarin je het de laatste keer hebt gebruikt. Klik ten slotte op Finish om de configuratie af te ronden.

©PXimport

Profielen voor apparaten maken

De AVD Manager bevat profielen voor allerlei soorten apparaten, zoals smart-tv’s met Android TV en wearables met Wear OS. Zo’n profiel geeft bijvoorbeeld aan wat de schermgrootte, resolutie en pixeldichtheid zijn, maar ook hoeveel geheugen het apparaat heeft en wat voor sensoren erop zitten. Klik je op New Hardware Profile, dan kun je zo’n profiel zelf helemaal samenstellen. Je kunt bij het maken van een profiel ook een bestaand profiel uit de lijst als uitgangspunt nemen en deze aanpassen. Daarvoor klik je met rechts op een toestel en kies je Clone.

©PXimport

App starten op toestel

Als je het virtuele toestel hebt gemaakt, start je deze vanuit het overzicht door op het groene speelicoontje te klikken. De eerste keer kan het opstarten wat langer duren. Als het toestel is opgestart, kun je het gebruiken zoals een echte Android-smartphone. Zo kun je bijvoorbeeld instellingen veranderen via het instellingenmenu en dankzij de Play Store na inloggen ook aanvullende apps installeren. De emulator zelf geeft je via een knoppenbalk nog diverse extra opties (zie het kader ‘Emulator aanpassen’).

Ga je naar Android Studio, dan selecteer je het toestel in de werkbalk onder Running Devices. Dat kan ook via Run / Select Device (Alt+Shift+F11). Klik je op het groene icoontje (of Shift+F10), dan wordt de app gecompileerd en vervolgens op het virtuele toestel geïnstalleerd en gestart.

Emulator aanpassen

De emulator geeft je een knoppenbalk waarmee je allerlei opties kunt wijzigen. Denk aan het roteren van het scherm of wijzigen van het volume. Via de drie puntjes is een extra menu beschikbaar, waarin je nog veel meer details kunt veranderen. Dat gaat vooral om externe invloeden. Zo kun je bijvoorbeeld de gps-locatie wijzigen, een inkomend gesprek simuleren, de sensoren voor richting, beweging en versnelling beïnvloeden of het soort netwerkverbinding en signaalsterkte wijzigen.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Kerstsfeer in huis? Dit kun je allemaal met Philips Hue
© Philips
Zekerheid & gemak

Kerstsfeer in huis? Dit kun je allemaal met Philips Hue

Kerstverlichting ophangen hoort bij december, maar de sfeer zit niet alleen in extra lampjes. Het verschil maak je met hóe je licht inzet. Met Philips Hue kun je dat piekfijn regelen. Of je nu rustig sfeervol licht wilt tijdens het kerstdiner of juist een uitbundig fonkelende kerstboom: in de Hue-app kies je scènes en pas je de verlichting helemaal naar je eigen wensen aan. Wat er allemaal mogelijk is, lees je in dit artikel.

Dit artikel in het kort

Je leest hoe je met Philips Hue warme kerstsfeer neerzet, van rustige scènes voor het diner tot levendiger licht tijdens een borrel. Ook lees je hoe muziek- en filmsynchronisatie werken, welke lichteffecten passen bij kerst, hoe je zelf scènes kunt maken en wat je kunt doen om de kerstsfeer door te trekken naar buiten.

Met Hue combineer je het licht in huis op een natuurlijke manier. Een lamp op tafel geeft fijn licht tijdens het eten, terwijl het plafondlicht gewoon aan kan blijven zonder te overheersen. De kerstboom mag daarbij natuurlijk opvallen. Het Festavia-lichtsnoer is speciaal gemaakt voor in de boom en bestaat uit losse lampjes die je afzonderlijk kunt aansturen. Zo kun je het licht in de boom net iets levendiger maken, zonder dat het druk wordt.

Ook met lightstrips breng je nog meer kerstsfeer in huis. Plaats je ze langs een kast, onder een dressoir of langs een raam, dan voeg je extra licht toe zonder dat het direct in het oog springt. Door dezelfde kleuren te gebruiken als in de kerstboom voelt de verlichting vanzelf als een samenhangend geheel.

©Philips

Festavia-lichtsnoer of Hue lightstrip?

Het Festavia-lichtsnoer is ontwikkeld als decoratieve kerstverlichting. Het bestaat uit losse lampjes aan een snoer en is bedoeld voor de kerstboom of een overdekte buitenplek. Omdat je elk lampje apart kunt aansturen, kun je effecten gebruiken waarbij de lichtjes afwisselend oplichten of in meerdere kleuren door de boom verdeeld zijn.

Een Hue lightstrip is een flexibele lichtstrip die een doorlopende lichtlijn geeft. Je gebruikt deze vooral als indirecte verlichting langs meubels, wanden of ramen. Lightstrips zijn niet seizoensgebonden en blijven het hele jaar door in gebruik als sfeerverlichting.

Warm licht op donkere decembermomenten

In december valt de avond snel. Met Hue kun je instellen dat de verlichting automatisch aangaat rond zonsondergang, zodat het licht al brandt wanneer je thuiskomt. Dat is prettig en zorgt er meteen voor dat je huis er bewoond uitziet als je later op de avond weg bent.

Ook 's ochtends kun je daar gebruik van maken. In plaats van fel licht gaat de verlichting geleidelijk aan, met warmere tinten die langzaam sterker worden. Dat maakt opstaan in de winter net wat makkelijker. Heb je meerdere Hue-lampen, dan stel je ze per ruimte in. De kerstboom kan bijvoorbeeld op vaste tijden aan en uit gaan, terwijl de rest van de woonkamer apart wordt geregeld of juist tegelijk mee aan- en uitgaat.

Kerstscènes en lichteffecten

In de Hue-app vind je de Scene Gallery met voorgeprogrammeerde scènes. Rond de feestdagen verschijnt daar een speciale categorie: Winterse feestdagen / Kerstmis. Daarmee zet je met één tik een complete kerstsfeer neer, zonder zelf kleuren te hoeven kiezen. Voorbeelden? De scène Onder de boom is geïnspireerd op cadeaus onder de kerstboom en werkt met een combinatie van rood, geel en groen. Dat zorgt voor een herkenbaar, klassiek kerstgevoel dat goed past bij traditionele decoratie. Vrolijk gebruikt meerdere kleuren tegelijk en oogt daardoor speelser dan de rustigere kerstscènes. Deze scène werkt goed wanneer het licht wat meer mag opvallen, bijvoorbeeld tijdens een borrel of wanneer er bezoek is. Stille nacht kiest juist voor rust, met zachte perziktinten en minder contrast. Een goede keuze dus voor tijdens het kerstdiner of een lange avond aan tafel, omdat zo aandacht vooral bij het eten en het gezelschap blijft.

Sommige Hue-lampen, zoals het Festavia-lichtsnoer, bieden daarnaast extra lichteffecten. Denk aan effecten als Sparkle en Prism, waarbij lampjes afwisselend oplichten of kleuraccenten zich door de verlichting verplaatsen. Voor rustigere momenten zijn er ook effecten zoals kaarslicht of haardvuur, waarbij het licht subtiel knippert.

©ID.nl

Kerstscènes in de Hue Scene Gallery

In de categorie Winter Holiday / Christmas staan tien speciale kerstscènes: Onder de boom, Vrolijk, Gouden ster, Notenkraker, Roze glinstering, Stille nacht, Sneeuwschittering, Kleurexplosie, Feestelijk plezier en Kristalhelder. Je vindt ze in de Hue-app via Scènes en vervolgens Scene Gallery. Kies de categorie, selecteer een scène en wijs een kamer of zone toe. Na opslaan blijft de scène beschikbaar, ook wanneer de categorie later weer uit de galerie verdwijnt.

Zelf een kerstscène maken

Naast de vaste kerstscènes kun je ook zelf lichtscènes maken. Dat is handig als je een specifieke sfeer zoekt die beter past bij jouw interieur of bij een bepaald moment. Zie het als het samenstellen van een lichtrecept. Je kiest een beperkt kleurenpalet, bepaalt hoe het licht zich door de ruimte verdeelt en stelt in hoe rustig of levendig het effect mag zijn.

Begin met twee tot vier kleuren om het geheel in balans te houden. Warm wit met een vleugje amber werkt goed voor rustige avonden, terwijl rood en groen met een zachtere tussenkleur een klassieke kerstsfeer geven. Vervolgens kies je een stijl, zoals een geleidelijke overgang of kleuren die op verschillende plekken terugkomen. Tot slot stel je het tempo in. Langzame overgangen passen bij een rustige avond, snellere wisselingen bij een borrel. Stel eenmalig je ideale kerstscène in, sla hem op en laat de app het werk doen; de verlichting schakelt dan op jouw vaste tijden automatisch over.

Ook buiten in kerstsfeer

De kerstsfeer hoeft niet bij de voordeur te stoppen. Met Hue-buitenverlichting trek je het licht door naar de tuin, het balkon of de oprit. Door binnen en buiten dezelfde scènes te gebruiken ontstaat één geheel. Hang bijvoorbeeld een Festavia-buitenlichtsnoer op aan de overkapping van je veranda, of langs de rand van je balkon.

©Philips

Licht dat meebeweegt met muziek en film

Tijdens een kerstborrel mag het licht best wat levendiger zijn. Met de muziek-synchronisatie van Hue - vaak aangeduid als Party Mode - reageert de verlichting direct op het ritme en de sfeer van de muziek. Je stelt dit in via de Entertainment-functies in de Hue-app. Daarbij kies je een stijl, past je de intensiteit aan en bepaal je of Hue vaste kleuren gebruikt of automatisch meebeweegt met de muziek. Voor deze synchronisatie heb je een Hue Bridge nodig om de extra functies te ontgrendelen.

Review Philips Hue Bridge Pro: dé bridge voor de toekomst

Ook bij een filmavond voegt gesynchroniseerde verlichting iets toe. In Homecinema-modus past het licht zich aan het beeld op het scherm aan. Koel bij winterse scènes, warmer bij een haardvuur of een gezellig interieur. Zo zit je nog meer in de film.

©Philips

Bedienen zonder telefoon

Tijdens het koken of wanneer je gasten ontvangt, wil je niet steeds je telefoon erbij pakken. Met slimme schakelaars van Hue bedien je de verlichting net zo eenvoudig als met een gewone lichtknop. Je schakelt scènes, dimt het licht of zet alles in één keer uit.

De Hue Dimmer Switch is de bekendste keuze en maakt het makkelijk om snel een andere lichtstand te kiezen. Wie wat meer mogelijkheden wil, kan de Hue Tap Dial of de kleinere Tap Switch Mini kiezen, waarmee je meerdere instellingen kunt bedienen of het licht preciezer bijstelt. Voor eenvoudige handelingen is er de Smart Button, waarmee je met één druk bijvoorbeeld je vaste kerstsfeer inschakelt. Al deze schakelaars stel je in via de Hue-app en koppel je aan kamers en scènes, zodat de verlichting doet wat je op dat moment nodig hebt.

Oude kerstverlichting slim maken

Heb je al bestaande kerstverlichting die niet slim is? Dan hoef je die niet te vervangen. Met een slimme stekker zorg je ervoor dat ook die automatisch aan of uit gaat, zonder dat je 's avonds onder de boom hoeft te zoeken naar de aan/uit-knop of het stekkerblok.

©Philips

Kerst: nu écht feest van het licht

Met slimme Philips Hue-verlichting kun je tijdens de feestdagen meer met licht doen dan alleen aan en uit. Door vooraf een paar scènes en momenten in te stellen, past de verlichting zich aan je de dag aan: rustig tijdens het eten, wat uitbundiger bij bezoek en weer ingetogen aan het einde van de avond. Zo draagt het licht bij aan de kerstsfeer, zonder dat je er steeds mee bezig hoeft te zijn.

©Philips

Checklist kerst met Philips Hue

Philips Hue Festavia lichtsnoer: speciaal voor in de kerstboom. Er zijn ook Festavia-snoeren voor buiten.

Philips Hue Lightstrips: leuk om bijvoorbeeld langs het raam- of deurkozijn te gebruiken.

Philips Hue Starterkit White & Color Ambiance: leuk als je net begint met Hue, om basisverlichting flexibel in te stellen in verschillende kamers. Goed om te weten: ook beschikbaar in de (goedkopere) Essential reeks.

Philips Hue Bridge: wil je kunnen automatiseren, muziek en licht synchroniseren en scènes instellen en gebruiken? Daarvoor heb je de Bridge nodig).

Er zijn ook Hue tafellampen, zoals Hue Signe, Hue Iris en de Hue Go. Dat is een draagbare lamp die je dus makkelijk overal in huis kunt neerzetten.

Philips Hue Sync Box: voor synchronisatie media en geluid.

Philips Hue slimme stekkers: om je oude kerstverlichting te automatiseren.

Review Philips Hue Essential: goedkoper aan de slag met Hue-lampen

©Philips

Hue Bridge versus de Sync Box: wat is het verschil?

Hoewel de namen op elkaar lijken, hebben de Philips Hue Bridge en de Sync Box een totaal andere functie. De Bridge is de basis die je nodig hebt om je lampen slim te maken. Je kunt dit kastje zien als de verkeersleider: het verbindt je lampen met het internet en zorgt dat je alles via de app kunt bedienen, ook als je niet thuis bent. Zonder Bridge zijn de mogelijkheden van je slimme verlichting een stuk beperkter.

De Sync Box is een extra uitbreiding voor wie van films en gamen houdt. Je koppelt dit apparaat aan je televisie en je mediabox of spelcomputer. De Sync Box kijkt naar wat er op het scherm gebeurt en stuurt je lampen aan om in exact dezelfde kleuren mee te lichten. Zo trek je de actie van een film of game je hele woonkamer in. Belangrijk om te weten: om de Sync Box te gebruiken, heb je altijd ook de Bridge nodig.

▼ Volgende artikel
Van foto naar video: breng je afbeeldingen tot leven met Pollo
© ID.nl
Huis

Van foto naar video: breng je afbeeldingen tot leven met Pollo

In de stortvloed aan nieuwe AI-videogeneratoren introduceren we Pollo. Net als bij de meeste AI-tools begin je met een tekstopdracht, maar in dit geval kun je van bestaande foto's fimpjes maken.

Wat gaan we doen

In dit stappenplan zie je hoe je met Pollo een stilstaand beeld omzet in een korte video. Je begint met het kiezen van Image to Video, snijdt het beeld bij tot het juiste formaat en geeft daarna een duidelijke opdracht om de animatie te laten maken.

Lees ook: Van prompt tot filmpje: zo maak je je eigen AI-video met Bing Video Creator

Stap 1: Image to video

Je kunt Pollo gratis uitproberen. Je start met 50 credits en ontvangt daarna elke maand 20 extra credits. De video's die je gratis maakt, zijn wel allemaal voorzien van een watermerk. Wil je video's zonder watermerk en toegang tot meer functies, dan zijn er drie abonnementsopties: 15, 30 en 90 dollar per maand, goed voor respectievelijk 300, 800 en 3000 credits. Pollo is een webapplicatie. Ga op je laptop naar https://pollo.ai en klik op Try for free. Vervolgens log je in met je e-mailadres.

Op de homepage zie je dat je deze generator niet alleen kunt gebruiken voor het maken van AI-video's, maar ook om AI-afbeeldingen te genereren, gezichten in filmpjes te vervangen door iemand anders of AI-effecten toe te passen op je foto's. Bekijk zeker de voorbeelden in de showcase. Wij kiezen in dit stappenplan voor de optie Image to Video, waarmee je stilstaande beelden tot leven wekt in een korte videoanimatie.

Er staat een massa voorbeelden klaar die de mogelijkheden van Pollo illustreren.

Stap 2: Beeld bijsnijden

Laad eerst de afbeelding in die je als basis voor je video wilt gebruiken. In de pop-up kun je bij Aspect Ratio de gewenste beeldverhouding van het eindresultaat instellen. Zo kun je bijvoorbeeld een staande foto bijsnijden naar een liggend (landscape) of vierkant formaat. Verschuif de foto indien nodig, zodat de belangrijkste onderdelen mooi in beeld blijven. Bevestig vervolgens met OK.

Kies zorgvuldig de hoogte-breedteverhouding van je filmpje om te zorgen dat het perfect aansluit bij je publicatiekanaal.

Stap 3: Video creëren

In het vak Prompt beschrijf je wat Pollo met de foto moet doen. In dit voorbeeld willen we bijvoorbeeld dat het meisje op de schouders van de man enthousiast de menigte aanmoedigt. Zet de optie Translate Prompt aan voor een beter resultaat. Je ziet meteen dat dit type opdracht 5 credits kost. Onder Advanced kun je extra instellingen aanpassen, zoals de videolengte die standaard op 5 seconden staat, maar die je kunt verlengen tot 10 seconden. Wil je meerdere outputvideo's genereren, dan kost dat uiteraard meer credits. Het eindresultaat kun je upscalen voor een hogere kwaliteit, delen en publiceren.

Pollo produceert in dit geval een video van 5 seconden.

Liever meteen video's maken?

Vlogcamera's