ID.nl logo
Simpele support voor iPads en iPhones
© Reshift Digital
Huis

Simpele support voor iPads en iPhones

Nu werknemers hun eigen mobiele apparaten mee mogen brengen, vreest IT dat ze steeds meer tijd kwijt zullen zijn aan ondersteuning. Voor iOS is die vrees ongegrond.

Ik krijg de afgelopen maanden steeds vaker hetzelfde te horen van IT-managers: ja, we kunnen apparaten beveiligen door middel van Exchange of managementtools voor mobiele apparaten, maar waar we ons echt zorgen over maken is de extra druk die al die iPads en iPhones op ons zullen leggen. Ik je kan gelukkig vertellen dat de druk op IT-ondersteuning niet al te veel of zelfs helemaal niet hoeft toe te nemen - tenminste, niet wanneer werknemers iOS-apparaten binnenbrengen.

Maar eerst even een waarschuwing: Android is een heel ander verhaal, vanwege de verschillen in het besturingssysteem per leverancier en de onduidelijkheid over de herkomst van apps. Sommige principes die ik hieronder beschrijf voor de ondersteuning van iOS-apparatuur, gelden ook voor Android. Maar in tegenstelling tot bij iOS kun je van Android-gebruikers wel telefoontjes verwachten omdat ze geen verbinding kunnen maken met je beveiligde draadloze netwerk, omdat Android 2.x en 3.x geen PEAP-beveiligde WiFi-netwerken ondersteunen. Hetzelfde geldt voor gebruikers van Android 2.x smartphones wiens apparatuur geen ondersteuning biedt voor een groot deel van de Exchange ActiveSync policies, zoals on-device encryptie en complexe wachtwoorden. Daar kan ik je helaas niet mee helpen.

Recent onderzoek heeft uitgewezen dat iOS-apparaten van alle belangrijke mobiele platformen de minste ondersteuning vereisen. Het platform waar IT op dit moment nog de voorkeur aan geeft, BlackBerry van Research in Motion, is moeilijker te ondersteunen, maar aangezien BlackBerry duidelijk op zijn retour is, zou de druk op IT support uit die richting moeten afnemen. Het lijkt er zelfs op dat het agressief vervangen van Blackberry's door iPhones een snelle en effectieve manier kan zijn om de druk op het support-team te verlichten. Android-apparaten vereisen de meeste ondersteuning, maar het gebrek aan fundamentele beveiliging en management tools voor dat platform betekent dat waarschijnlijk toch al dat je dat platform niet snel binnen zult halen, en dan hoef je ze dus ook niet te ondersteunen. (Overigens is Motorola wel al goed bezig met pogingen om hun nieuwe zakelijke Android-toestellen geschikt te maken voor de zakelijke omgeving, door bijvoorbeeld standaard ondersteuning toe te voegen voor Exchange en een deel van het Exchange ActiveSync-beleid.)

Het onderzoek geeft voor de gunstige beoordeling van iOS een reden waar niemand raar van zal opkijken: de gebruikersinterface van iOS is gemakkelijker voor gebruikers, dus hebben ze doorgaans minder hulp nodig. Rapporten van Forrester Research en de Aberdeen Group laten zien dat gebruikers die hun eigen apparaat uitkiezen (ongeacht wie ervoor betaalt) minder ondersteuning nodig hebben. Bovendien: als het apparaat van de gebruiker zelf is, ook al wordt hij voor het bedrijf gebruikt, gaan mensen er veel voorzichtiger mee om. Dit alles verklaart de lagere ondersteuningsbelasting voor iOS-apparaten.

Maar op een gegeven moment zal IT zelf iOS-apparaten willen verstrekken, ondersteunen en beheren. En wanneer dat gebeurt zijn er manieren om met minimale inspanning aan de behoeften van de gebruikers te voldoen.

Maak gebruik van beveiligingspolicies en certificaten

iOS ondersteunt meer Exchange ActiveSync (EAS) policies dan enig ander modern mobiel besturingssysteem; alleen het vrijwel uitgestorven Windows Mobile, dat nog steeds door de overheid en een aantal bedrijven gebruikt wordt, ondersteunt er meer. Wanneer iemand vanuit Exchange of Gmail (met EAS ingeschakeld) e-mail probeert te benaderen, valideert de e-mailserver de policies meteen, waardoor gebruikers gedwongen worden zich eraan te houden in ruil voor toegang. Omdat iOS gebruik maakt van standaard EAS-policies hoef je ze alleen maar in te stellen, zonder dat je hoeft te weten of de gebruiker iOS heeft - dezelfde set policies kan ook voor desktoptoegang worden gebruikt.

Als je IBM's Lotus Notes en Domino gebruikt kun je deze policies niet opleggen aan het iOS-apparaat (met versie 8.5.2 of nieuwer van de Notes Server), alleen aan de Lotus client. Dat is een beperking van IBM - niet van Apple. Hetzelfde geldt, om dezelfde reden, voor de GroupWise e-mailserver, ervan uitgaand dat je het Data Mobility Pack geïnstalleerd hebt om EAS-ondersteuning toe te voegen. Voor deze twee oldschool e-mailsystemen is het het overwegen waard een mobile device management (MDM) tool in gebruik te nemen die door middel van policies meerdere mobiele besturingssystemen ondersteunt.

iOS ondersteunt ook certificaten, zoals voor PEAP-beveiligde WiFi-toegang en VPNs. Ook daar zou de ondersteuning niet af moeten wijken van andere apparaten.

Maak gebruik van configuratieprofielen

Maar waar je echt in moet investeren is provisioningprofielen, omdat deze je heel wat tijd kunnen besparen als je een zelfconfiguratiedienst opzet voor gebruikers.

De provisioningcertificaten van Apple zijn gebaseerd op XML, dus je kunt ze op verschillende manieren genereren. MDM-tools kunnen dat bijvoorbeeld. Mac OS X Lion Server genereert ze ook en installeert ze van op afstand, naar behoefte per gebruiker of per apparaat, passend bij je Active Directory of Open Directory infrastructuur, zodat je policies kunt instellen en toepassen voor individuen, groepen, apparaten en groepen van apparaten. De webinterface is eenvoudig, en de policies kunnen toegepast worden op Macs die Lion draaien. Dit betekent dat je een aparte tool moet gebruiken, maar dat verschilt niet van het gebruik van BlackBerry Enterprise Server (BES) waar je hetzelfde doet voor Blackberry's. Mac OS X Lion Server is veel goedkoper dan een MDM-tool, mits de policies ervan aan je behoeften voldoen. (Lion Server kost slechts € 39,99.)

Verder heb je Apple's gratis iPhone Configuration Utility, de nog steeds beschikbare voorganger van OSX Lion Servers policymanager. De iPhone Configuration Utility draait op zowel Windows (XP tot en met 7) en Macs (zowel Snow Leopard als Lion), dus het is best mogelijk dat veel IT-organisaties het verkiezen boven Lion Server. Je kunt voor elk apparaat een profiel aanmaken, en het apparaat vervolgens met het profiel synchroniseren via USB, door het naar de gebruiker te e-mailen, of door het bestand op een webpagina te plaatsen en de gebruiker die link te laten openen.

Maar wat je vooral wilt doen als je je gebruikers zelf hun configuratie wilt laten uitrollen is configuratieprofielen aanmaken voor verschillende klassen gebruikers, in plaats van elke gebruiker individueel te behandelen. Ook dat kan met de iPhone Configuration Utility: je kunt configuratieprofielen aanmaken door Configuration Profiles te selecteren in het Library-gedeelte in de Sidebar. Klik vervolgens op New. Je krijgt dan verschillende vensters te zien, één voor elk type policy of configuratie dat je wilt instellen. Doorloop ze één voor één.

Zo kun je voor de VPN shared secret credentials instellen zodat jij of de gebruiker ze niet op ieder apparaat met de hand hoeft in te voeren - de gebruiker moet alleen zijn eigen legitimatie invoeren (en dat wil je sowieso, anders ligt je VPN wijdopen als het apparaat verloren zou raken), net als in Active Directory. Op dezelfde wijze kun je het adres van de Exchange Server voor een groep toevoegen, of de instellingen voor interne WiFi toegangspunten, LDAP-configuraties, gedeelde agendagegevens, beveiligingskenmerken laden, een benodigde MDM-server specificeren, enzovoorts - alle gebruikelijke dingen die je voor een groep moet doen.

Belangrijk in het venster General is de optie Security; hier kun je instellen met welk wachtwoord het configuratiecertificaat herroepen kan worden, zodat IT dat in noodgevallen op afstand kan regelen.

Als je enkele configuraties hebt die universeel zijn en andere die specifiek zijn voor een bepaalde rol of afdeling, maak dan aparte configuratieprofielen aan. Je kunt dit het beste hiërarchisch doen, zodat alleen het universele profiel de universele instellingen vastlegt en de lokale profielen alleen de lokale instellingen. iOS laat je meerdere configuraties installeren, zodat je de configuraties gelaagd kunt opslaan en later slechts de universele of een lokale kunt updaten, zonder dat de instellingen van de andere configuraties worden beïnvloed.

Wanneer je het profiel opslaat kun je het vervolgens delen met zoveel gebruikers als je maar wilt. Je kunt de profielen emailen en wanneer de gebruikers het profiel op hun iOS-apparaat openen krijgen ze een prompt te zien om het te installeren. Een andere mogelijkheid, die wellicht meer geschikt is voor zelfbediening, is dat je links naar deze profielen op een webpagina of intranetsite plaatst (zoals een welkomstpagina voor nieuwe gebruikers die ook het personeelshandboek, de salaris- en de urenadministratie en dat soort zaken bevat), zodat gebruikers simpel hun eigen profiel kunnen installeren. Omdat deze profielen hun iPhones en iPads configureren zodat ze ermee op je netwerk en bij de bedrijfsmiddelen kunnen, weet je dat ze dat ook zullen doen - nou ja, ervan uitgaande dat ze die apparatuur ook inderdaad voor werkdoeleinden gebruiken.

Het nadeel van de iPhone Configuration Utility is dat het geïnstalleerde profielen niet automatisch kan updaten, zoals een MDM-tool of Lion Server dat wel kan. Gebruikers moeten zelf de nieuwste versie downloaden, tenzij je je eigen over-the-air policyserver wilt creëren (Apple heeft instructies gepubliceerd om dit te doen met behulp van het SCEP-protocol en een Cisco IOS of het Microsoft Windows Server platform).

Helaas is mij niets bekend van vergelijkbare manieren om dergelijke zelf-installatieprofielen voor Blackberry, Android of andere mobiele platforms te creëren (tips in die richting zijn zeer welkom in de reacties).

Bedrijfsapplicaties

Wat je verder kunt doen om zelfbediening door werknemers te bevorderen is webpagina's aanbieden met daarop links naar apps waar je voorkeur naar uitgaat. Apple heeft een iTunes minisite aangemaakt met daarop populaire bedrijfsapps; dat is een goede plek om geschikte apps te vinden.

Klik in iTunes met de rechter muisknop op het icoon van een app en kies Copy Link in het contextmenu. Als een gebruiker op die link klikt, wordt hij of zij naar de iTunes Store op het iOS-apparaat geleid om de app te kopen of te downloaden. Op deze manier stimuleer je het gebruik van de tools waarvan jij graag wilt dat je werknemers ze gebruiken. Voor gebruikers van Android kun je links aanmaken naar de Google Android Market voor je aanbevolen Android apps.

Het is waarschijnlijk het gemakkelijkst om werknemers deze aanbevolen apps zelf te laten betalen en ze te laten declareren; iTunes ze stuurt via email een printervriendelijke rekening. Apple heeft wel een Business App Store service waarmee je een soort eigen gesloten app store kunt inrichten, maar dat is helaas vooralsnog alleen beschikbaar in de VS.

Als je gebruikers wilt beperken tot specifieke apps, dan kan dat via policies, maar dan heeft de hele BYOD-benadering natuurlijk weinig zin. Ik neem aan dat de meeste bedrijven die iOS-apparaten willen ondersteunen met zo min mogelijk druk op IT, ook de belasting voor werknemers die de apparaten gebruiken zo laag mogelijk willen houden. Bedenk vooral dat hoe meer je oplegt, hoe meer ondersteuning je moet bieden.

Problemen oplossen

iOS mag dan voor de meeste gebruikers intuïtief zijn, niet alles is meteen duidelijk. En elk apparaat heeft weleens problemen. Voor sommige, zoals verloren wachtwoorden, zou IT al een universeel systeem moeten hebben. Maar er zijn vragen die vaker opduiken en waar je de antwoorden maar beter alvast in een zelfbedienings FAQ kunt opnemen:

[list]iCloud backupt automatisch de apparaatinstellingen voor gebruikers die inloggen met hun Apple ID of iCloud account. Dat is ideaal voor het herstellen van een systeem dat op één of andere manier gereset wordt. Maar applicatiegegevens worden niet naar iCloud gebackupped. iTunes volgt ook alle apps en media die via iTunes worden aangeschaft, dus die kunnen opnieuw worden gedownload wanneer een apparaat gewist of gereset wordt, en ze kunnen ook (zonder extra kosten) naar een nieuw apparaat worden gedownload, mocht een werknemer het huidige apparaat verliezen. Verder maakt iTunes een backup van gebruikersgegevens en instellingen, dus door regelmatig het iOS-apparaat te synchroniseren met iTunes kan een gebruiker zelf een gewist apparaat herstellen of de apps, data en instellingen naar een nieuw apparaat overzetten. De draadloze backupmogelijkheden van iOS 5 maken dit backupproces nog eenvoudiger.

iOS heeft geen zichtbaar bestandssysteem (bestanden worden als beveiligingsmaatregel binnen hun apps opgeslagen), dus het is voor gebruikers vaak onduidelijk hoe ze bestanden aan e-mails moeten hangen of binnen een app moeten openen. De truc is te beginnen met de inhoud. Bijvoorbeeld: om een foto te emailen ga je naar de Foto's app. Selecteer de foto's, gebruik vervolgens het Delen menu om ze via email te versturen. De meeste apps gebruiken dat menu of iets vergelijkbaars. Om bestanden tussen apps te verplaatsen zoek je naar het Openen In menu. Dit krijg je te zien door op een document te drukken en vast te houden, of door het Delen menu te openen, of andere applicatiespecifieke methodes. Apps moeten wel specifiek Openen In ondersteunen, dus sommige apps hebben deze mogelijkheid niet. Een andere optie die je kunt proberen is bepaalde inhoud te selecteren en te kopiëren (door er enige tijd op te drukken) en het vervolgens in een andere app te plakken.

Als een werknemer problemen krijgt wanneer hij niet in de buurt is van een IT-ondersteuningsmedewerker kan hij gemakkelijk een screenshot maken die hij kan doormailen om het probleem te laten zien. Druk tegelijkertijd op de Sluimer-knop en de Home-knop om een screenshot te maken. Deze verschijnt dan in de Foto's app. Je kunt zoveel screenshots maken als je wilt.

De meeste apps bieden een optie om snel te kunnen scrollen: druk bovenaan op het scherm en gewoonlijk springt dan het beeld van de app naar het begin (zoals de lijst met e-mailberichten). Helaas is er geen vergelijkbare functie om helemaal naar beneden te scrollen.

Een aantal gebaren zijn universeel: scroll binnen een app met één vinger; scroll binnen een venster in een app (doorgaans is dit voor Websites) met twee vingers. Beweeg je wijsvinger naar je duim toe om in te zoomen en doe het omgekeerde om uit te zoomen. Druk tweemaal op de Home-knop om de taakbalk met alle draaiende apps te zien te krijgen waarmee je op een andere reeds openstaande app kunt overstappen (of deze kunt sluiten door een app ingedrukt te houden en vervolgens op Sluiten te drukken).[/list]

Meer tips voor zo'n FAQ zijn zeer welkom in de reacties.

Als je je zorgen maakt over een stortvloed aan iOS-apparaten waarin je ondersteuningsteam gaat verdrinken: relax. Ze zijn gemakkelijker te ondersteunen dan je denkt - en door je werknemers zelfbedieningsopties aan te bieden met de technieken hierboven, kun je de druk nog verder verminderen.

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.