ID.nl logo
Microsoft Teams vs Slack: welke tool is beter?
© PXimport
Huis

Microsoft Teams vs Slack: welke tool is beter?

Slack heeft miljoenen gebruikers, maar die heeft Microsoft Teams ook. Het zijn beide tools om in samen te werken, waarbij Microsoft het voordeel heeft dat het past binnen de Office-producten. Kortom, het bedrijfsleven maakt veelal gebruik van Teams. Slack moet het hebben van de mond-tot-mond-reclame. Waarschijnlijk weet je van tenminste één van de twee dat het bestaat, maar welke samenwerktool is uiteindelijk het beste?

Om te bepalen welke beter is, duiken we in wat ze te bieden hebben. Ze zijn aan elkaar gewaagd. Beide bieden handige online opties om samen te werken, waar ter wereld de teamleden zich ook bevinden. Handig voor samenwerken, dat zijn ze allebei. Gratis, dat zijn ze -vooral in eerste instantie- ook allebei. Je kunt Microsoft Teams en Slack beide gebruiken op Windows, MacOS, Linux, Android en iOS. Ze zijn bovendien steeds meer op elkaar gaan lijken, maar er zijn wel degelijk verschillen op te merken.

Laten we meteen voortborduren op de kosten van beide tools. Bij Teams kun je ongelimiteerd berichten sturen, scherm delen en krijg je 2GB opslag per persoon. Heb je echter een team dat groter is dan 300 man, dan kost dat geld. Je moet dan namelijk een Office 365 Business Premium-account laten maken voor 10,50 euro per persoon per maand. Je krijgt dan echter ook toegang tot andere Office-programma’s, zoals Outlook, Word, PowerPoint, SharePoint, enzovoort. Elke gebruiker heeft dan ongelimiteerde opslagmogelijkheden. Kortom, voor grote bedrijven die niet gebruikmaken van Office is Microsoft Teams relatief duur. Je krijgt er echter wel meer voor: voor het duurdere abonnement is bijvoorbeeld ook multi-factor authenticatie mogelijk.

©PXimport

Microsoft Teams

Voor Office 365 Business Premium betaal je €10,50 voor per gebruiker per maand, mits je een jaarcontract afneemt. Voor Office 365 E3 is dit €12,60 per maand bij een jaarcontract. Verschillen zijn er echter niet in de versie van Teams. Doe je het dus alleen voor Teams dan ben je met de Office 365 Business Premium versie het goedkoopst uit.

Dan Slack, een programma dat veelvuldig gratis wordt gebruikt. Je krijgt sowieso 5GB geheugen, een ongelimiteerd aantal kanalen (chat-onderwerpen) én je kunt tot 10.000 chatberichten per persoon plaatsen. Er is voor zover bekend geen bovengrens in het aantal gebruikers.

Er is echter wel een reden om toch voor 6,25 euro per maand een premium account te nemen: je kunt dan een ongelimiteerd aantal apps aan de dienst knopen. Normaal zijn dit er slechts 10 (versus 180 bij Microsoft). Ook krijg je voor dat maandbedrag 10GB opslag per gebruiker. Slack is bovendien niet in de mogelijkheid om scherm te delen, tenzij je daarvoor betaalt. Er is ook een duurder abonnement van 11,75 euro per maand, waarmee je 20GB opslag per gebruiker hebt. Bij betaalde abonnementen komt wel nog een voordeel, namelijk dat je ongelimiteerd berichten kunt versturen.

©PXimport

Slack

Beide tools kunnen binnen een paar minuten in gebruik worden genomen, dus daarin is er geen voortrekker. Echter is dat er wel als het gaat om een account maken. Zo kun je met elk e-mailadres een Slack-account maken, wat bij Microsoft Teams nog steeds een Microsoft-mailadres moet zijn. Dit kan, zeker voor mensen die hun vrijheid op het internet belangrijk vinden, een reden zijn om Microsofts samenwerktool links te laten liggen.

Het hart van beide platforms is de chatfunctie. Je kunt hierin langzaam of heel snel met elkaar chatten, afhankelijk van hoeveel er te bespreken is. Je kunt daarbij gifjes gebruiken, maar dat is bij Slack net even wat ingewikkelder dan bij Teams. Bij Slack moet je eerst intypen /giphy en dan een onderwerp, bij Microsoft Teams gaat dat iets intuïtiever. Daar is een eigen menu waarin je stickers en gifjes kunt zoeken in een bibliotheek.

Wil je de tools echter ook gebruiken om bijvoorbeeld te videobellen, dan halen we toch die betaalde abonnementen er weer bij. Op Slack kun je prima in de gratis versie een videogesprek met iemand aangaan, maar zodra er een extra persoon bijkomt, is er een abonnement nodig. Je kunt dan met 15 mensen tegelijk videobellen. Teams is juist grotendeels ingestoken op videobellen, wat ongetwijfeld mede komt doordat Skype van Microsoft is. Je kunt in de gratis versie al meteen met maximaal 250 mensen videobellen en in tegenstelling tot Slack kun je er zelfs een opname van maken.

Waar Microsoft nooit heel sterk in was, dat is de mogelijkheid om te personaliseren. Eigen kleuren kiezen bijvoorbeeld, dat is iets wat ook nagenoeg niet kan bij Microsoft Teams. Je krijgt drie thema’s: hoog contrast, licht en donker. Bij Slack kun je licht en donker kiezen, met daarnaast nog 10 kleurenopties voor de zijbalk.

©PXimport

Microsoft Teams versus Slack

Zoals vaak het geval met Microsoft, is vooral het feit dat het in zoveel bedrijven alleenheerser is als het gaat om de software die wordt gebruikt de reden om voor Teams te kiezen. Juist door de app-integratie met 180 apps kan Microsoft Teams feilloos samenwerken met andere applicaties. Dat is waar Slack absoluut punten laat liggen. Niet alleen omdat het niet gebruik kan maken van de veelheid aan Microsoft-geïntegreerde producten, maar omdat het simpelweg maar weinig app-connecties kent. Tel daarbij op dat Microsoft net iets sterker is als het gaat om beeldbellen en we komen er al gauw op uit dat het hier Microsoft is dat wint. Wat hierbij ook een rol kan spelen, is dat Microsoft servers in Nederland heeft. Werk je met Slack, dan wordt je informatie opgeslagen in de Verenigde Staten.

Echter heeft Slack het voordeel dat het langer bestaat, waardoor veel bedrijven daar inmiddels al helemaal hun weg in hebben gevonden. Uiteindelijk hangt het ook van je bedrijf af: is het groot en is videobellen iets wat jullie veel doen en via een geïntegreerde tool binnen je workspace wil doen, dan is Microsoft Teams de beste keuze. In andere gevallen, zeker als je bijvoorbeeld met veel mensen werkt die van Macbooks gebruikmaken zonder Windows-software, of met mensen die juist via hun telefoon discussiëren, is Slack weer net even iets toegankelijker.

▼ Volgende artikel
Hoe betrouwbaar zijn weer- en regenapps eigenlijk?
© Kaspars Grinvalds
Huis

Hoe betrouwbaar zijn weer- en regenapps eigenlijk?

Wel of niet een terrasje pakken? Jas mee of hoeft dat niet? Vanavond de BBQ aan of toch maar binnen de airfryer? Even snel de weerapp checken is inmiddels een automatisme geworden. Vooral in de zomer bekijken we massaal de regenradar. Maar hoe betrouwbaar zijn die voorspellingen eigenlijk? Waarom kloppen ze soms tot op de minuut, en lijken ze op andere momenten nergens op? En kun je erop vertrouwen als je je planning erop afstemt?

☀️⛅☔ In dit artikel lees je:

• Hoe weerapps aan hun data komen • Waarom voorspellingen soms wel, en soms niet kloppen • Hoe je een weerapp zo goed mogelijk interpreteert • Waarom het weer (vooral lokaal!) toch altijd blijft verrassen

Lees ook: De handigste apps voor een onvergetelijke zomer

Van meting tot melding: hoe een app aan zijn data komt

Weerapps maken geen eigen voorspellingen, maar gebruiken data van meteorologische instituten zoals het KNMI, ECMWF (European Centre for Medium-Range Weather Forecasts) of het Amerikaanse NOAA (National Oceanic and Atmospheric Administration). Die instellingen verwerken gigantische hoeveelheden informatie uit weerstations, satellieten, vliegtuigen, weerballonnen en radars. Op basis daarvan draaien ze computermodellen die het weer proberen te voorspellen. Zo'n model analyseert bijvoorbeeld hoe luchtdruksystemen zich bewegen, hoe windrichtingen veranderen en wat de temperatuurverschillen zijn in verschillende lagen van de atmosfeer.

Een weerapp kiest één of meer van die modellen als basis en combineert dat met eigen algoritmes en visualisaties. De bekende buienradars gaan nog een stap verder en laten regen zien die al is gevallen of onderweg is. Daarvoor gebruiken ze gegevens van neerslagradars, die elk kwartier of zelfs elke vijf minuten een nieuwe 'foto' maken van waar regenbuien zich bevinden en hoe die zich verplaatsen.

Waarom voorspellingen wél en soms juist níet kloppen

In grote lijnen zijn de verwachtingen van weerapps vaak behoorlijk accuraat, zeker als het om de eerstkomende uren gaat. Hoe dichter je bij het moment zit, hoe betrouwbaarder de voorspelling. Dat komt omdat het weer zich op korte termijn minder grillig gedraagt dan op langere termijn. Je kunt een bui redelijk goed volgen over een tijdsbestek van een uur of twee, maar het is veel lastiger om drie dagen vooruit exact te zeggen wanneer en waar die bui valt.

Vooral bij regenval in de zomer zit daar vaak de grootste afwijking. Zomerse buien ontstaan door opwarming van de lucht en ontwikkelen zich snel en lokaal. Op het ene moment lijkt er nog niets aan de hand, en tien minuten later valt er een wolkbreuk in één wijk, terwijl een paar straten verderop de stoep droog blijft. Dat maakt het haast onmogelijk om op straatniveau precies te voorspellen waar het gaat regenen.

Daarnaast hangt veel af van welk weermodel de app gebruikt. Het Europese ECMWF-model wordt wereldwijd gezien als zeer nauwkeurig, maar is ook duur om te gebruiken. Sommige apps kiezen daarom voor Amerikaanse modellen of zelfs simpelere versies om kosten te besparen. Dat maakt de ene app betrouwbaarder dan de andere, ook al lijken ze qua uiterlijk op elkaar.

©ID.nl

De weerapp goed interpreteren

Wie slim omgaat met weerapps, kan er veel profijt van hebben. Kijk niet alleen naar het icoontje van een zon of wolk, maar naar de verwachte neerslag in millimeters en het tijdstip daarvan. Bekijk ook de regenradar in beweging en niet als stilstaand beeld: je ziet dan hoe snel een bui zich verplaatst en of je die kunt ontwijken.

Veel apps geven tegenwoordig ook aan hoe 'zeker' een voorspelling is. Staat er bijvoorbeeld 40% kans op regen? Dan betekent dat: op 4 van de 10 vergelijkbare dagen in het verleden viel er daadwerkelijk neerslag. Het is geen gokje, maar een inschatting op basis van modelberekeningen. En hoe hoger dat percentage, hoe groter de kans dat het ook echt nat wordt.

Waarom het weer (vooral lokaal!) blijft verrassen

Ondanks alle technologie blijft het weer een natuurverschijnsel met een eigen wil. Geen enkel model is feilloos. Kleine veranderingen in luchtdruk of windrichting kunnen grote gevolgen hebben, zeker in een land als Nederland waar zee, rivieren en open vlaktes allemaal invloed uitoefenen. Dat verklaart waarom het soms ineens hard begint te regenen terwijl je app nog droog weer beloofde – of andersom.

Toch is de betrouwbaarheid van de meeste apps de afgelopen jaren sterk toegenomen. Snellere computers, betere satellietbeelden en geavanceerdere modellen zorgen ervoor dat de inschattingen steeds dichter bij de werkelijkheid komen. Maar honderd procent garantie biedt geen enkele app, en dat is misschien maar goed ook: want we moeten natuurlijk wel íéts hebben om over te klagen, toch?

Regen én harde wind?

Kijk voor stormparaplu's

▼ Volgende artikel
10 tips om meer uit je robotstofzuiger te halen
© Mustafa_Art
Huis

10 tips om meer uit je robotstofzuiger te halen

Een robotstofzuiger scheelt flink wat werk, maar alleen als je hem goed gebruikt. Wie er net een in huis heeft, merkt al snel dat hij niet alles vanzelf doet. En ook als je al langer een robotstofzuiger gebruikt, valt er vaak nog winst te halen. Met deze tien praktische tips werkt je robotstofzuiger beter – en hoef jij minder te doen!

In het kort

Een robotstofzuiger kan je flink wat werk uit handen nemen, maar alleen als je hem goed gebruikt. Met deze 10 slimme tips werkt hij beter, blijft hij langer mee gaan en past hij zich aan jouw huishouden aan. Van zones instellen tot onderhoud: zo maak je er écht een huishoudhulp van.

Lees ook: Hier moet je op letten wanneer je een robotstofzuiger wilt kopen

1. Laat hem eerst je huis leren kennen

Veel robotstofzuigers kunnen een plattegrond van je woning maken. Dat kost eenmalig wat tijd, maar levert daarna veel gemak op. Tijdens zo'n verkenningsronde reinigt hij meestal nog niet, maar scant hij alleen. Geef hem de ruimte en zorg dat er geen spullen over de vloer slingeren. Als de kaart eenmaal is aangemaakt, kun je zones instellen, schoonmaakschema's maken en no-go-gebieden markeren.

2. Zorg voor voldoende licht

Robotstofzuigers met optische sensoren hebben licht nodig om goed te navigeren. Als je hem 's avonds laat rijden terwijl de lampen uit zijn, herkent hij obstakels minder goed. Plan het schoonmaken liever overdag of laat een lamp aan in de ruimte waar hij aan het werk is. Als het apparaat regelmatig moeite heeft om meubels of muren goed te herkennen, komt dat mogelijk door te weinig licht.

Licht, laser & optische sensoren

De lichtbehoefte van robotstofzuigers verschilt sterk per navigatiesysteem. Modellen met LiDAR-technologie (lasernavigatie) werken uitstekend in het donker omdat ze zelf licht uitstralen om obstakels te detecteren. Camera-gebaseerde robots daarentegen zijn afhankelijk van omgevingslicht om hun omgeving te kunnen 'zien' en hebben problemen in donkere ruimtes. Goedkopere modellen met alleen infrarood- of aanrakingssensoren navigeren weliswaar zonder licht, maar werken veel minder nauwkeurig en rijden vaker tegen obstakels aan.

3. Stel schoonmaakzones en kamers in

In de app van de meeste modellen kun je na de kaartopbouw aangeven welke kamers of delen van het huis wanneer moeten worden schoongemaakt. Dat is handig als je bijvoorbeeld elke ochtend de gang en keuken wilt laten doen, maar de slaapkamers alleen op zaterdag. Door het schoonmaken slim te verdelen, werkt de robotstofzuiger efficiënter en hoeft hij tussendoor minder vaak op te laden.

©Wesley Akkerman | ID.nl

4. Gebruik virtuele afbakeningen waar nodig

Veel modellen bieden de mogelijkheid om virtuele grenzen aan te maken: gebieden waar de robotstofzuiger niet mag komen. Denk aan een speelkleed met speelgoed, een losse kabel achter de bank of een plek waar de vloer nat kan zijn. In plaats van zo'n verboden plek elke keer handmatig af te schermen, door er bijvoorbeeld iets voor te zetten, stel je die zones gewoon één keer digitaal in. Het apparaat houdt daar vanaf dan automatisch rekening mee en weet dat hij daar niet meer mag komen.

5. Dweilen? Wees voorzichtig met schoonmaakmiddelen

Kan jouw robotstofzuiger ook dweilen? Gebruik dan alleen het aanbevolen reinigingsmiddel of gewoon water. Veel gewone schoonmaakmiddelen zijn te sterk of laten resten achter, waardoor leidingen of sproeiers kunnen verstoppen. Sommige robotstofzuigers hebben een speciaal reservoir voor schoonmaakmiddel, maar dat geldt niet voor elk model. Iets om naar te kijken voordat je een robotstofzuiger gaat kopen.

6. Maak borstels, wieltjes en sensoren regelmatig schoon

Haren, stof en vuil hopen zich snel op rond de draaiende onderdelen van de robotzuiger. Vooral huisdierharen kunnen oor problemen zorgen. Maak elke week de hoofdborstel los, controleer de zijborstels en veeg vuil weg met een droge doek of meegeleverd hulpstuk. Vergeet ook de val- en navigatiesensoren niet: die kunnen door stof minder goed functioneren, wat de navigatie beïnvloedt.

©Vershinin Evgenii

7. Leeg het stofreservoir af en toe ook zelf

Veel robotstofzuigers hebben een zelflegende functie. Handig, maar ook dan is het slim om af en toe zelf te controleren of alles goed blijft werken. Het stofreservoir is meestal klein en raakt sneller verstopt dan je denkt. Leeg het na een paar schoonmaakbeurten, zeker als je merkt dat hij minder vuil opzuigt of als hij zelf aangeeft dat het reservoir leeg is, maar je toch nog stof en kruimels op de vloer ziet liggen.

8. Zet het laadstation op een vaste plek

Een robotstofzuiger onthoudt zijn omgeving en zoekt na elke beurt zijn laadstation op. Verplaats je dat station naar een andere plek, dan moet hij opnieuw leren waar hij zich bevindt. Zet het station dus op een centrale, bereikbare plek waar voldoende ruimte is en laat het daar staan. Zo voorkom je dat hij de weg kwijt raakt of fouten maakt bij het navigeren.

9. Pas op bij huisdieren

Een ongelukje van een huisdier kan vervelende gevolgen hebben als de stofzuiger erdoorheen rijdt. Laat hem daarom liever schoonmaken op momenten dat je huisdieren buiten zijn of je zeker weet dat de vloer schoon is. Zo voorkom je niet alleen vieze sporen, maar ook schade aan het apparaat en extra schoonmaakwerk achteraf.

©Надія Коваль - stock.adobe.com

10. Automatiseer waar het kan, maar houd controle

Robotstofzuigers zijn bedoeld om werk uit handen te nemen. Toch blijft het verstandig om regelmatig de app te openen, meldingen te controleren en updates uit te voeren. Soms kun je met een kleine aanpassing – zoals het verplaatsen van een kabel, het instellen van een extra schoonmaakbeurt op vrijdag – het resultaat flink verbeteren.

Robotstofzuiger klaar? Zuigen maar!

Het is simpel: hoe beter je robotstofzuiger weet wat hij moet doen, hoe beter hij zijn werk doet. Met deze tips zorg je ervoor dat dat het geval is. En ja, je moet zelf ook af en toe nog wat doen, zoals het stofreservoir controleren of dierenhaar uit de wieltjes te peuteren, maar dat kost hooguit een paar minuutjes van je tijd. Want je weet nu hoe je ervoor zorgt dat de omstandigheden zo goed mogelijk zijn én hoe je hem 'traint'. En daarmee komt hij dicht in de buurt van je ideale huishoudhulp!


🤖 🧹 Accessoires voor je robotstofzuiger?

Je vindt ze