ID.nl logo
Huis

LibreOffice vs. OpenOffice.org

Na de overname van Sun door Oracle splitste een deel van de OpenOffice.org ontwikkelaars zich af en begon LibreOffice. Wil de beste van de twee nu opstaan?

OpenOffice.org is een van de belangrijkste concurrenten van Microsofts Office kantoortoepassingen. Het pakket werd eind jaren ’90 ontwikkeld als StarOffice, dat in 1999 door Sun Microsystems werd opgekocht. De broncode van dit pakket werd gebruikt voor OpenOffice.org, dat onder GPL werd vrijgegeven. Maar toen Oracle Sun overnam in april 2009, werd de toekomst van de voormalige Sun-producten onzeker – en dan vooral de gratis producten, zoals OpenOffice.org. Het duurde niet lang of de voornaamste ontwikkelaars van het OpenOffice.org-platform kropen onder de mantel van Oracle vandaan.

Lees ook:

OpenOffice.org hoeft op Oracle niet te rekenen

Microsofts heimelijke aanval op OpenOffice

Oracle en Sun: een jaar na de overname

Upgraden naar Office 2010 is overbodig

Deze ontwikkelaars begonnen LibreOffice, een ‘vork’ van de OpenOffice.org basiscode, onderhouden door een organisatie zonder winstoogmerk die de Document Foundation wordt genoemd. LibreOffice ziet eruit als OpenOffice.org en het gedraagt zich als openOffice.org – het werkt zelfs met dezelfde OpenDocument bestandsformaten als OpenOffice.org. Het verschil is dat LibreOffice volledig door een community ontwikkeld wordt, zonder dat Oracle daar iets over te zeggen heeft (voor wie het niet meteen doorheeft: ‘libre’ komt van het latijnse woord voor ‘vrij’ – als in ‘Cuba Libre’).

Maar welke van de twee kun je nu het beste gebruiken? Zowel OpenOffice.org als LibreOffice hebben onlangs een 3.3.0-versie van hun product gelanceerd. Beide kun je gratis downloaden, al verkoopt Oracle ook een OpenOffice.org-versie waar commerciële (betaalde) ondersteuning bij geleverd wordt. Maar welke van de twee heeft de beste papieren, voor nu en de nabije toekomst? Ik heb ze beide geïnstalleerd en vergeleken.

Installatie en taalondersteuning

OpenOffice.org en LibreOffice bestaan allebei uit zes applicaties, die in beide gevallen Writer, Calc, Impress, Draw, Base en Math worden genoemd. Het zijn respectievelijk een tekstverwerker, een rekenbladprogramma (spreadsheet), een programma om presentaties te maken, een zakelijk grafiekenpakket, een databasemanager en een programma voor wiskundige formules.

Beide pakketten zijn beschikbaar voor Windows, Linux en Mac OS X (zowel Intel als PowerPC), maar alleen OpenOffice.org is ook te krijgen voor Solaris (Sparc en Intel). Voor dit artikel ben ik uitgegaan van het meest voor de hand liggende scenario en heb ik beide suites geïnstalleerd op een Intel-pc onder Windows 7.

De installatieprocedures lijken sterk op elkaar: je krijgt dezelfde vragen en de installatiescripts lijken hetzelfde, hoewel de installatie van LibreOffice iets langer duurt. In beide gevallen heb ik de ‘typische installatie’ gekozen.

OpenOffice.org heeft in dit stadium een punt voor op LibreOffice, omdat het wordt geleverd met JRE, de Java Runtime Environment (mits je die optie bij het downloaden aangevinkt hebt gelaten). Nu is JRE niet geheel onmisbaar voor deze suites, maar het maakt wel een aantal extra functionaliteiten mogelijk, en de databasemanager kan in elk geval niet zonder. Als je voor LibreOffice kiest betekent dit dat je eerst nog een apart installatieprogramma moet downloaden en draaien. Dat gezegd hebbende: de met OpenOffice.org meegeleverde Java-versie bleek niet de meest recente.

OpenOffice.org kun je downloaden in 25 taalversies (waaronder Nederlands), en zelfs meer als je oudere versies meetelt. LibreOffice doet dat anders: daar download je een universeel installatieprogramma, maar zijn er wel weer aparte downloads voor hulp in je eigen taal. Die helpbestanden zijn beschikbaar in maar liefst 113 talen, maar in de praktijk kun je er onder Windows maar 54 gebruiken (waaronder Nederlands). De installatie ervan is wat onhandig: je moet niet alleen een apart Help Pack installatieprogramma draaien, maar je moet ook opletten dat je een ‘aangepaste installatie’ draait van de suite zelf (als je tenminste een andere taal wilt dan Engels). Blijft staan dat LibreOffice meer talen ondersteunt dan OpenOffice.org, wat voor sommigen natuurlijke een voordeel kan zijn.

Voor enterprise admins is het wellicht goed te weten dat beide suites weliswaar als executables worden aangeleverd, maar dat het in feite gewoon Windows .msi-bestanden zijn. Handig als je de software op grotere aantallen pc’s moet installeren. Helaas bleek alleen het .msi-bestand van LibreOffice goed te werken onder Windows 7. Het .msi-bestand van OpenOfice.org deed het wel onder Windows XP, dus laten we maar hopen dat deze fout snel hersteld wordt.

Overstappen vanaf Microsoft Office

Als ze eenmaal geïnstalleerd zijn, wordt duidelijk dat OpenOffice.org en LibreOffice schrikbarend veel op elkaar lijken. De hele menustructuur is identiek - alleen heeft LibreOffice nog wat extra functies toegevoegd. Als je het ene product kent, hoef je aan het andere in elk geval niet meer te wennen. Je ziet hooguit wat kleine afwijkingen in de afwerking, zoals wat aangepaste icoontjes; ik denk zelf dat de icoontjes van OpenOffice.org wellicht iets eenvoudiger te begrijpen zijn, maar dat is ook maar een subjectieve mening – de verschillen zijn in feite minimaal.

Ik had zelf verwacht dat bij de compatibiliteit met Microsoft Office de grote verschillen zouden opduiken, maar helaas lijkt daar niet opvallend veel aandacht aan besteed. Beide suites kunnen redelijk omgaan met bestanden uit Office 2003 en ouder, maar de ondersteuning van de nieuwere op XML gebaseerde bestandsformaten is slecht zodra het ook maar iets ingewikkelder wordt. Op XML gebaseerde Excel-werkbladen overleven de overstap nog het beste, maar het importeren van .docx en .pptx bestanden levert gegarandeerd problemen op. Met wat goede wil zou je kunnen zeggen dat OpenOffice.org in sommige gevallen wat dichter in de buurt van de oorspronkelijke Word-fonts blijft, maar op het hele tegenvallende geheel maakt dat nauwelijks indruk.

En zelfs de oudere Office-bestanden worden niet altijd goed overgezet. Van PowerPoint wordt bijvoorbeeld slechts een deel van de overgangen en teksteffecten meegenomen, hoewel wat niet wordt ondersteund over het algemeen wel netjes wordt afgehandeld. Wat Writer doet met complexere Word-documenten laat zich moeilijk voorspellen; met name bij de fontkeuze gaat het geregeld mis. In Calc is wel een bewonderenswaardige poging gedaan de meest voorkomende Excel-macro’s te ondersteunen, maar ook daar zijn helaas niet alle opties beschikbaar (al is volledige compatibiliteit misschien wel wat al teveel gevraagd). Jammer dat LibreOffice nauwelijks tot niets ondernomen lijkt te hebben om OpenOffice.org op dit gebied de loef af te steken.

Toch is de algemene indruk van beide pakketten overwegend positief, vooral als je bedenkt dat LibreOffice pas eind januari zijn eerste stabiele versie heeft uitgebracht. Ook op het gebied van prestaties en stabiliteit heb ik geen noemenswaardige verschillen kunnen ontdekken. Geen van beide is in deze test ooit vastgelopen, ook niet als ik ze documenten voerde die ontworpen waren om juist op dat gebied de pakketten eens flink onder druk te zetten.

Nieuw in LibreOffice

Wat LibreOffice aan extra’s op tafel legt, zijn vooral kleine verbeteringen van de functionaliteit die OpenOffice.org ook al biedt. LibreOffice Calc wordt bijvoorbeeld geleverd met een nieuwe set standaard sneltoetsen die voor gebruikers van Excel en andere spreadsheets prettig bekend voorkomen. Writer heeft een nieuw dialoogvenster waarmee het eenvoudiger is voorbladen van documenten op te maken. En de ondersteuning van Microsoft Office mag dan nauwelijks verbeterd zijn, je vindt in LibreOffice wel betere ondersteuning van Microsoft Works, Lotus Word Pro en WordPerfect documenten dan in OpenOffice.org. Bovendien zijn er meer bugs verwijderd.

De meest veelzeggende nieuwe functionaliteit in LibreOffice is wellicht de ondersteuning van Schaalbare Vector Graphics (SVG) bestanden in Writer, Impress en Draw. SVG is een open standaard voor vector-afbeeldingen die door een groot aantal populaire tekenprogramma’s wordt ondersteund, zoals Adobe Illustrator, Microsoft Visio en veel CAD-programma’s.

Bovendien vind je in de optielijst van LibreOffice nog de mogelijkheid om “experimentele functionaliteit” in te schakelen. Raar genoeg zorgt dat er niet voor dat een aantal nieuwe verbeteringen beschikbaar komen die toch wel staan aangekondigd op de website van LibreOffice – in elk geval niet in de Windows-versie. De site stelt bijvoorbeeld dat LibreOffice in staat zou moeten zijn OpenDocument-bestanden op te slaan als “flat XML”, waarmee het eenvoudiger zou moeten zijn de documenten te manipuleren via XSLT transformaties – maar die optie staat nergens in het Opslaan Als dialoogvenster onder Windows. Ook een aantal nieuwe elementen in de gebruikersinterface, zoals keuzevakjes in complexe menu-onderdelen, verschijnen niet in de Windows-versie van de suite. Het lijkt erop dat de nieuwste ontwikkelingen voor LibreOffice in eerste instantie voor Linux worden uitgerold, en dat Windows een duidelijke tweede viool speelt.

Welke open source office suite moet het worden?

De uiteindelijk keuze voor een office-pakket zal waarschijnlijk veel te maken hebben met de mate waarin de organisatie vast zit aan de Microsoft Office bestandsformaten. Als je regelmatig moet werken met grote aantallen complexe Office-documenten, dan is helemaal overstappen wellicht niet eens een optie. Als dat je niet zal weerhouden, hangt de keuze tussen OpenOffice.org en LibreOffice grotendeels af van twee factoren: ondersteuning en ontwikkeling.

Als je onderneming hoge eisen stelt aan ondersteuning, dan is OpenOffice.org op dit moment je enige redelijke alternatief. Oracle levert bijvoorbeeld Premier Support op OpenOffice.org, voor € 31,56 per jaar per gebruiker (vanaf 100 gebruikers). Daarnaast heeft Oracle nog een speciale Oracle Open Office editie voor individuele gebruikers en kleine ondernemingen (€ 39,-) of een uitgebreidere Enterprise Edition (€ 71,- vanaf 100 gebruikers).

De Document Foundation is meer een los samenwerkingsverband van ontwikkelaars dan een softwareleverancier. Ze zetten geen commerciële versie van de LibreOffice suite in de markt en bieden ook geen ondersteuningscontracten. Er zullen ongetwijfeld wel derde partijen opstaan die bereid zijn ondersteuning te leveren voor dit pakket, en misschien gebeurt dat zelfs nu al, maar op de LibreOfice website zoek je vergeefs naar links voor dit soort partijen. In dit stadium van het project is ondersteuning nog beperkt tot mailing lists, IRC-kanalen (#libreoffice), FAQs en online documentatie – vrijwel alles in het Engels.

De andere overweging is wat er in de komende maanden gaat gebeuren. OpenOffice.org en LibreOffice mogen dan uitgaan van dezelfde basiscode, waardoor de meeste functies overeenkomen – maar dat hoeft bepaald niet zo te blijven. Hoelang Oracle van plan is een desktop office suite te blijven ondersteunen is niet helemaal duidelijk, en nu een groot aantal van de oorspronkelijke OpenOfice.org-ontwikkelaars is overgelopen naar de Document Foundation, zou je mogen verwachten dat LibreOffice zich sneller gaat ontwikkelen dan Oracle’s versie van deze suite. Je ziet nu al dat in LibreOfice 3.3.0 een aantal uitbreidingen zit die OpenOffice.org 3.3.0 moet missen.

Het mooiste van deze suites is echter dat je beslissing niet meteen allesbepalend is. Omdat de OpenDocument-formaten echte open standaarden zijn, vermijd je de lock-in die je wel hebt met Microsoft Office (of zelfs met specifieke versies van MS Office). Toekomstige versies van beide suites zullen allemaal net zo goed in staat zijn je documenten te openen, en naar alle waarschijnlijkheid zal dat ook gelden voor eventuele toekomstige concurrenten.

Als je niet zonder ondersteuning op enterprise-niveau kunt, is OpenOffice.org op dit moment je beste keuze. Maar LibreOffice is er zeker een om in de gaten te houden - ongeacht de grootte van je organisatie.

▼ Volgende artikel
Voorkom vakantiefraude en ga goed beschermd op reis!
© Studio Romantic
Huis

Voorkom vakantiefraude en ga goed beschermd op reis!

Of je nu een vlucht boekt, een visum aanvraagt of een vakantiehuis huurt: online liggen oplichters op de loer. In dit artikel lees je hoe je betrouwbare websites herkent, welke trucs veel worden gebruikt door fraudeurs en hoe je jezelf digitaal beschermt met slimme tools van Bitdefender. Zo vertrek je veilig en zorgeloos.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Bitdefender

Een vakantie begint steeds vaker achter je laptop of smartphone: je boekt je vlucht, regelt je verblijf en vraagt eventueel een visum aan – allemaal online. Maar dat gemak kent ook een keerzijde. Het internet wemelt van de nepsites en digitale oplichters liggen op de loer om goedgelovige reizigers te misleiden. De Fraudehelpdesk waarschuwde onlangs nog voor nepwebsites rondom het Engelse ETA-visum, waarmee mensen onnodig geld kwijtraakten of privégegevens prijsgaven.

©Black Forest Labs

Zo herken je betrouwbare websites

Een vakantiedeal gevonden die nét iets te mooi lijkt om waar te zijn? Dan is dat vaak ook zo. Criminelen maken steeds geavanceerdere nepsites die sprekend lijken op bekende boekingsplatforms of luchtvaartmaatschappijen. Denk aan nagemaakte logo's, professioneel ogende foto's en zelfs nepbeoordelingen. Toch zijn er manieren om betrouwbaarheid te toetsen.

Controleer altijd het webadres: een officiële partij gebruikt doorgaans een herkenbare domeinnaam die begint met https en eindigt op een logische extensie, zoals .nl, .com of .gov.uk. Een vage of afwijkende URL – bijvoorbeeld met spelfouten of vreemde toevoegingen – is vaak een waarschuwingssignaal. Gebruik daarnaast een zoekmachine om de naam van de aanbieder op te zoeken in combinatie met woorden als 'ervaring', 'klacht' of 'fraude'. Reizigers zijn niet te beroerd om hun slechte ervaringen online te delen, en dat helpt jou om een val te vermijden.

💰 Check-check-dubbelcheck

Let ook op de betaalmethoden: betrouwbare sites bieden meerdere, goed beveiligde opties. Word je onder druk gezet om snel via een directe bankoverschrijving te betalen? Dan is de kans groot dat je te maken hebt met een malafide partij. Vertrouwen op je onderbuikgevoel kan ook geen kwaad: als iets niet helemaal pluis voelt, neem dan de tijd om dubbel te checken.

Visa, valse beloften en verborgen kosten

Steeds meer landen eisen een digitale toestemming of visum voor aankomst, zoals de ETA (Electronic Travel Authorisation) voor het Verenigd Koninkrijk of de ESTA (Electronic System for Travel Authorization) voor de Verenigde Staten. Op het eerste gezicht lijkt het aanvragen hiervan eenvoudig: je vult je gegevens in, rekent af en klaar. Maar juist dáár maken malafide tussenpersonen misbruik van. Ze bouwen websites die zich voordoen als officiële loketten, compleet met vlaggen, stempels en zogenaamd juridische taal. Vervolgens rekenen ze forse bedragen voor diensten die in werkelijkheid veel goedkoper of zelfs gratis zijn, en soms sturen ze helemaal niets op.

In sommige gevallen ontvang je wel een geldig document, maar betaal je daar vier keer te veel voor. In andere gevallen geef je zonder het te beseffen je paspoortgegevens of creditcardinformatie aan een criminele organisatie. Controleer daarom altijd of je op de officiële overheidswebsite van het betreffende land zit. Deze zijn meestal in het Engels beschikbaar en eindigen vaak op een .gov-domein. Twijfel je? Begin je aanvraag dan via de website van je eigen overheid, zoals Nederlandwereldwijd.nl – zij verwijzen altijd door naar de juiste instanties. Vertrouw bij voorkeur niet op links uit zoekadvertenties of social media; die leiden vaker naar commerciële of malafide aanbieders.

©tanaonte

Veelvoorkomende fraude: wees alert op deze signalen

Online reisfraude is helaas al lang geen uitzondering meer. Fraudeurs spelen slim in op de behoefte aan goedkope vakanties, last minutes en unieke accommodaties. Denk aan een prachtig vakantiehuis tegen een aantrekkelijke prijs, waarbij je gevraagd wordt om een aanbetaling over te maken buiten het reguliere boekingsplatform om. Of aan phishingmails van zogenaamd bekende luchtvaartmaatschappijen waarin je wordt gevraagd om je boeking te bevestigen via een link. Ook bestaan er valse apps die zich voordoen als officiële platforms voor vervoer, verblijf of sightseeing, maar in werkelijkheid malware verspreiden of je gegevens stelen.

Een klassiek trucje is ook het sturen van urgente meldingen: een ‘verloren bagagebericht’ via sms of een ‘laatste kans om je vlucht te bevestigen’ via e-mail. Deze berichten zijn ontworpen om paniek of haast op te roepen, zodat je zonder goed te kijken op de link klikt. Daarom is het cruciaal om altijd even stil te staan bij onverwachte meldingen en niet zomaar op elke link te tikken. Zeker op reis, wanneer je minder alert bent en afhankelijker van je telefoon, loont het om extra waakzaam te zijn.

Onmisbare tools voor vertrek

Je koffers inpakken is één ding, maar hoe zit het met je digitale uitrusting? Een goede voorbereiding begint bij je apparaten: je smartphone, laptop en tablet zijn onmisbare reisgenoten, maar ook kwetsbaar voor digitale dreigingen. Zorg daarom vóór vertrek dat je beveiliging op orde is. Installeer een betrouwbaar beveiligingspakket dat niet alleen virussen detecteert, maar ook bescherming biedt tegen phishing, valse websites en diefstal van persoonsgegevens. Gebruik daarnaast een VPN om veilig te internetten via openbare wifi-netwerken op luchthavens, in cafés of hotels. Tot slot is een wachtwoordmanager geen overbodige luxe: die helpt je om unieke, sterke wachtwoorden te gebruiken voor al je accounts, zonder dat je ze zelf hoeft te onthouden.

Bitdefender biedt met pakketten als Premium Security en Total Security complete oplossingen waarmee je jezelf digitaal wapent. Daarmee bescherm je je apparaten automatisch tegen risico’s, waar je ook bent – thuis, onderweg of op je vakantiebestemming.

Checklist: zo ga je veilig voorbereid op vakantie

☐ Boek je reis altijd via betrouwbare, goed gereviewde websites. ☐ Controleer visumaanvragen bij officiële instanties. ☐ Installeer vóór vertrek een beveiligingspakket, VPN en wachtwoordmanager. ☐ Vermijd openbare wifi zonder bescherming. ☐ Let op verdachte mails, aanbiedingen en meldingen.

▼ Volgende artikel
Review Tefal AeroSteam – Zuigfunctie maakt stomen makkelijker
© AK | ID.nl
Gezond leven

Review Tefal AeroSteam – Zuigfunctie maakt stomen makkelijker

Bij gewone kledingstomers moet je de stof met één hand straktrekken terwijl je met de andere hand stoomt. Dat betekent dat je kleding ergens moet ophangen – aan een deur, haak of kastknop. De Tefal AeroSteam werkt anders: dankzij de verstelbare zuigkracht wordt de stof automatisch strak getrokken. Hierdoor kun je hem overal gebruiken, ook op plekken waar niets is om je kleding aan op te hangen. Tijd voor een test.

Uitstekend
Conclusie

De Tefal AeroSteam hoort met zijn adviesprijs van 129,99 euro bij de duurdere kledingstomers. Zijn snelle opwarmtijd, drie verschillende standen, lange snoer en de zuigkracht maken de hogere prijs begrijpelijk. Over het algemeen haalt hij kreukels inderdaad snel en makkelijk weg, maar bij sommige stoffen, zoals linnen structuur, is het resultaat wat minder. Hij is erg makkelijk in gebruik; wel is het jammer dat het waterreservoir snel leeg is en dat je hem niet horizontaal kunt gebruiken.

Plus- en minpunten
  • Drie standen
  • Zuigfunctie
  • Gebruiksgemak
  • Erg snel opgewarmd
  • Lang snoer
  • Inhoud waterreservoir
  • Niet horizontaal te gebruiken

Wanneer grijp je naar een kledingstomer? Meestal is dat als je snel van de kreukels af wilt. Wat dat betreft verrast de Tefal AeroSteam met zijn opwarmtijd: heb je het waterreservoir gevuld en zet je hem aan, dan is hij in 30 seconden gebruiksklaar. Dat zie je (aan het blauwe lichtje dat niet meer knippert) en dat hoor je door een duidelijk geluidssignaal.

Gebruiksgemak

Op het apparaat zitten naast de aan-/uitknop nog twee knoppen: eentje die je indrukt om te beginnen met stomen en eentje waarmee je tussen de drie verschillende standen schakelt: alleen stoom, stoom met zachte zuigkracht en stoom met turbo zuigkracht. Op die zuigkracht komen we verderop nog terug.

Wat betreft de standen is de vuistregel dat hoe delicater de stof, hoe lager de stand die je kiest. Maar dat blijft een beetje uitproberen. Op ons testmateriaal (een kantoenen hemdje, een T-shirt, een overhemd en een linnen blouse) werkte de middelste stand (stoom + zachte zuigkracht) over het algemeen het meest effectief. Alleen bij de linnen blouse hebben we teruggeschakeld naar alleen stomen; doordat de stof van nature ongelijk is (linnenstructuur) vonden we de zuigkracht juist niet handig.

Erg fijn vonden we het lange snoer (2,6 meter), waardoor we genoeg bewegingsvrijheid hadden. Ook het gewicht (1,4 kilo) is prima: het is niet zo dat je na één kledingstuk al een lamme arm hebt van alleen het apparaat omhooghouden. De driehoekige vorm van de zoolplaat is ook prettig: dat maakt het makkelijk om bijvoorbeeld langs knoopjes te stomen.

©AK | ID.nl

Door de vorm van de zoolplaat kun je overal makkelijk bij.

Zuigkracht

Zoals gezegd is de Tefal AeroSteam uitgerust met zuigkracht. Schakel je een van de twee standen waarop dit werkt, dan hoef je in principe zelf de kleding niet meer strak te trekken; dat doet het apparaat dan automatisch. Daar komt wel wat geluid bij kijken, geluid dat in de verte – niet heel vreemd – aan een stofzuiger doet denken. Staat de zuigstand aan, dan zie je inderdaad hoe de stof tegen de zoolplaat wordt gezogen.

Voor het beste resultaat houd je in je vrije hand een hanger met het te stomen kledingstuk erop. Dat geeft je meer vrijheid dan wanneer het kledingstuk aan een hangertje aan de kast hangt. In principe werkt dit goed: je kunt het kledingstuk zo makkelijker draaien of even meer in het licht gaan staan om te kijken of de kreukels overal uit gaan. Daarbij wel een kleine kanttekening: dat geldt vooral voor kleding die niet te zwaar is, zoals een shirtje of een overhemd. Bij het stomen van een spijkerjasje vonden we het zelf toch makkelijker om de jas op de kapstok te laten hangen. Maar dat kan ook gelegen hebben aan ons gebrek aan spierballen…

©AK | ID.nl

Je schakelt makkelijk tussen de verschillende standen.

Resultaat

In totaal hebben we vijf kledingstukken aan de stoomtest onderwerpen: een katoenen hemdje, een dun T-shirt, een wat zwaarder overhemd, een linnen blouse en een spijkerjasje. De beste resultaten bereikten we op het hemdje en op het overhemd. De hardnekkige kreukels die daar in zaten, waren in een mum van tijd verdwenen. Het dunne T-shirt knapte ook behoorlijk op, maar de zuigstand veroorzaakte daar af en toe juist nieuwe kreukels (net zoals dat weleens gebeurt wanneer je aan het strijken bent). Het lukte ons niet om de linnen blouse kreukvrij te krijgen, maar dat heeft vooral te maken met de bobbelige structuur van de stof. Ook met een gewoon strijkijzer zou dit ons niet gelukt zijn.

Aangenaam verrast waren we over de resultaten op het spijkerjasje. Daar hoefden geen kreukels uit, maar omdat het veel gedragen wordt, kon het wel een opfrisbeurt gebruiken. Dat lukte prima, met de turbostand. Na afloop rook het jasje aanmerkelijk frisser dan vóór de behandeling.

©AK | ID.nl

Kleine minpuntjes

Een waterreservoir met een inhoud van 100 milliliter is redelijk gangbaar bij kledingstomers, maar er zijn er ook behoorlijk wat waarin je zo'n 200 milliliter kwijt kunt. Een voorbeeld daarvan is de Philips GC810/20), die qua prijs ongeveer een tientje meer kost dan de AeroSteam. Tefal heeft zelf ook 200 ml-modellen in het assortiment. Wij vinden het daarom jammer dat er bij de AeroSteam is gekozen voor een capaciteit van 100 milliliter. Dat zou volgens Tefal zelf genoeg moeten zijn voor het stomen van ongeveer drie overhemden of vier T-shirts, maar in onze test haalden wij dat niet. We moesten echt een paar keer bijvullen. Nu is het natuurlijk wel zo dat je in het dagelijks gebruik niet je hele was wilt wegwerken (daar heb je je strijkijzer voor), maar waarschijnlijk alleen net dat ene shirtje of jasje kreukvrij wilt maken; dan heb je er wel voldoende aan. Dat bijvullen gaat overigens heel makkelijk en het dopje sluit het reservoir vervolgens lekvrij af.

©AK | ID.nl

Het waterreservoir had wat ons betreft wel wat meer inhoud mogen hebben.

Ook hadden we het fijn gevonden als de AeroSteam ook horizontaal te gebruiken zou zijn (dat maakt het wegwerken van een kreukel soms net wat gemakkelijker), maar dit kan niet. Sterker nog: in de handleiding wordt zelfs expliciet benadrukt dat je de stomer nooit horizontaal mag gebruiken. Maar goed: het is dan ook geen strijkijzer, dus ook hier kunnen we overheen stappen.

Tefal AeroSteam kopen?

Al met al is de Tefal AeroSteam een prima kledingstomer, een mening die ook naar voren komt uit tientallen gebruikersreviews op Kieskeurig.nl.  Zijn snelle opwarmtijd, drie verschillende standen, lange snoer, de zuigkracht en het gebruiksgemak zijn echte pluspunten. Over het algemeen haalt hij kreukels inderdaad snel en makkelijk weg, hoewel bij sommige stoffen, zoals linnen structuur, het resultaat wat minder is. Enige minpunten zijn eigenlijk het feit dat het waterreservoir snel leeg is en dat je hem niet horizontaal kunt gebruiken. Maar dat weegt niet op tegen het gemak waarmee je er snel even een kledingstuk netjes mee maakt of opfrist.