ID.nl logo
Hoe de EU innovatie afdwingt op de smartphonemarkt
© adam smigielski
Huis

Hoe de EU innovatie afdwingt op de smartphonemarkt

De tijd dat je smartphone al rond zijn eerste verjaardag heftig achter de feiten aanliep, ligt achter ons. De smartphone-markt lijkt verzadigd en innovaties vinden slechts geleidelijk plaats. Tenminste … als het aan de fabrikanten ligt. Als het aan wetgevers ligt, kunnen we de komende tijd wél veel vernieuwing verwachten. Niet per se fijn voor de smartphone-ontwikkelaars. Wel fijn voor ons en het milieu.

“Europeanen hebben zich lang genoeg geërgerd aan al die niet-uitwisselbare opladers die zich opstapelden in hun lades. We hebben de industrie ruimschoots de tijd gegeven om met eigen oplossingen te komen, nu is de tijd rijp voor wetgevende maatregelen voor een gemeenschappelijke oplader. Dit is een belangrijke overwinning voor consumenten en het milieu, en in lijn met onze groene en digitale ambities.” Dat waren de woorden van Eurocommissaris Margrethe Vestager, waarmee ze aankondigde dat de Europese Unie een universele oplader gaat verplichten voor oplaadbare elektronica, zoals smartphones, koptelefoons en camera’s.

In die woorden klonk best wel wat frustratie kunnen door. De Europese Unie heeft de afgelopen tien jaar de industrie meermaals aangespoord om gezamenlijk een universele lader te implementeren. Veel fabrikanten gingen hier in mee, maar sommige fabrikanten zoals Apple hielden zich Oost-Indisch doof. Inkomsten uit licenties en kabels zijn immers aantrekkelijk genoeg om regelgevers, consumenten- en milieubelangen te negeren. Met als saillant detail dat in het geval van Apple de eigen niet-universele lightning-aansluiting technisch en fysiek minderwaardig is vergeleken met de usb-c-standaard die eind 2023 verplicht wordt op alle apparatuur. Nog een saillant detail: voor andere producten, zoals MacBooks gebruikt Apple al usb-c in plaats van lightning.

Ondanks dat Apple zich maar wat graag profileert als een groen bedrijf, ging het bedrijf tegen de nieuwe standaard in verzet. Onder meer door te stellen dat ‘het (ongepast) gebruik van standaarden innovatie verstikt en het doel van brede interoperabiliteit ondermijnt’. Daarmee verwijst Apple naar de micro-usb-aansluiting die tien jaar terug de universele standaard was.

Vestager en de rest van de Europese Commissie trapten er niet in. Vanaf het najaar van 2023 mag geen iPhone (of ander Apple-apparaat) alleen over een lightning-aansluiting beschikken. Waarborgen dat usb-c in de toekomst plaats kan maken voor een nieuwe, betere universele aansluiting, ontkrachten daarbij Apples belangrijkste argumenten.

Eén aansluiting to rule them all.

E-waste

Hoe groot is het e-waste-probleem? Volgens een rapport van de Verenigde Naties uit 2019 wordt er wereldwijd 50 miljoen ton per jaar afgedankt. Bijna de helft van het elektronisch afval ontstaat in Azië, zo’n 25 miljoen ton dus. Gerekend per hoofd van de bevolking voert Europa de lijst aan met 16,2 kilo per persoon. En in die hoge score heeft Nederland een belangrijk aandeel: gemiddeld dankte men hier in 2019 21,6 kilo af.

Innovatie

Een universele lader: fijn voor iedereen! Hoewel het voor sommigen even een zure appel wordt om doorheen te bijten als het aankomt op het vervangen van hun telefoon-oplaadkabels. De e-waste zal daarmee eerst hoger zijn, voordat het onvermijdelijk vermindert. Vooral omdat opladers niet meer meegeleverd mogen worden, zodat consumenten ze alleen maar aanschaffen wanneer ze deze daadwerkelijk nodig hebben.

Het is wel een opvallend gegeven: in deze kwestie wordt innovatie gedreven door wetgevers, niet door fabrikanten. Smartphonefabrikanten zijn sowieso minder inventief dan tien jaar terug. Veel smartphones lijken op elkaar qua ontwerp en features, en er wordt vooral zijdelings veel geld verdiend. Bijvoorbeeld in het geval van lightning. Waarbij de boekhouders van Apple zeer creatief zijn in het wegmoffelen van deze inkomsten. Fabrikanten moeten vier dollar licentiekosten betalen voor lightning-apparaten, terwijl je ook ongelicenseerde, (natuurlijk) door Apple afgeraden, kabeltjes kunt kopen.

Usb-c is Apple niet vreemd: veel Apple-producten beschikken erover en Apple heeft zelfs actief bijgedragen aan de ontwikkeling van de aansluiting.

Verdienen maar!

Los van die licentiekosten verdient Apple natuurlijk ook zelf aan de verkoop van kabels, die minimale productiekosten met zich meebrengen en nou niet bepaald geproduceerd worden met een lange levensduur in het achterhoofd.

Vanuit dat licht bekeken is het verwijderen van de audiopoort ook logisch: daar kunnen geen licentiekosten voor worden gevraagd. Boekhouders zijn vooral blij met inkomsten voor oortjes met lightning-aansluiting en met name de verkoop van AirPods, die een enorme vlucht genomen heeft.

Natuurlijk is het niet alleen Apple dat enorm veel geld verdient aan bluetooth-audioapparatuur. Elektronicabedrijven zoals Samsung, OnePlus, Oppo, Google en Xiaomi verkopen allemaal bluetooth-oortjes en -telefoons zonder audio-aansluiting. Gelukkig wél met de nodige innovatie op het gebied van audiokwaliteit, ruisonderdrukking en slimme functies. Alleen is en blijft het een lucratieve wegwerpmarkt: de kleine accu’s van draadloze oortjes slijten na enkele jaren en zijn niet vervangbaar. Gamers en audiopuristen zitten met dongels opgescheept om geen last te hebben van minderwaardige bluetooth-audiokwaliteit of geluidsvertraging.

Platformen & poortwachters

Elektronicafabrikanten beschikken over meer melkkoeien. Smartphones zijn bijvoorbeeld enorm kwetsbaar, mede dankzij glazen voor- en achterzijden. Reparateurs wordt het leven zuur gemaakt door reparaties nodeloos ingewikkeld of zelfs gevaarlijk te maken. Vooral Samsung is op dit vlak berucht: door hun accu’s vast te lijmen, kun je deze alleen maar verwijderen door er een hittepistool op te richten. Met alle risico’s van dien.

En dan is het ook nog eens vrijwel onmogelijk om reserve-onderdelen te verkrijgen en in sommige gevallen worden onderdelen cryptografisch aan elkaar gekoppeld. Detecteert je smartphone een ander scherm? Dan wordt functionaliteit beperkt of zelfs onmogelijk gemaakt.

Nieuwe wetgeving en daaruit voortvloeiende innovatie kunnen we wel bij een andere melkkoe verwachten: applicatiewinkels. De Digital Markets Act (DMA) moet een eerlijkere markt creëren voor consumenten en app-ontwikkelaars. Momenteel is er een duopolie voor smartphoneplatformen: Apples iOS (het besturingssysteem voor iPhones) en Googles Android, waarop alle andere smartphones draaien. Beide platformen hebben een eigen applicatiewinkel, waarin hoge commissies gevraagd worden voor iedere (in-)app-aankoop of verkochte abonnementsdienst.

Bovendien mogen app-ontwikkelaars geen andere betaalmethode gebruiken dan die van Apple of Google en mag de app de consument niet doorverwijzen naar een mobiele website voor een aankoop, om zo onder de commissies of betaalmethodeverplichting uit te komen. De wereldwijde noodkreet van (vooral app-makers) is inmiddels luid genoeg om meerdere landen te laten werken aan wetgeving om deze praktijken aan banden te leggen.

Vrije digitale markt

Ook hier is Apple als eerste in het vizier- gekomen, nadat Spotify in 2019 een antitrust klacht over dit bedrijf had gedeponeerd. Reden genoeg voor Eurocommissaris Vestager om de mouwen wederom op te stropen:

“App-stores spelen een centrale rol in de huidige digitale economie. We kunnen via apps onze boodschappen doen, toegang krijgen tot nieuws, muziek of films in plaats van websites te bezoeken. Onze voorlopige bevinding is dat Apple een poortwachter is voor gebruikers van iPhones en iPads via hun App Store. Met Apple Music concurreert Apple ook met aanbieders van muziekstreaming. Door strikte regels op te stellen voor de App Store die concurrerende muziekstreamingdiensten benadelen, ontneemt Apple gebruikers goedkopere muziekstreamingkeuzes en verstoort het de concurrentie. Dit wordt gedaan door hoge commissies in rekening te brengen voor elke transactie in de App Store voor rivalen en door hen te verbieden hun klanten te informeren over alternatieve abonnementsopties.”

De Europese DMA is nog in werk in uitvoering. Maar het is niet ondenkbaar dat commissies verplicht omlaag moeten, ontwikkelaars zelf mogen kiezen welke betaalmethodes ze toepassen of dat zelfs alternatieve applicatiewinkels geïnstalleerd mogen worden. Niet alleen Apple krijgt hiermee te maken. Ook Googles Play Store en andere opkomende applicatiewinkels zullen met nieuwe spelregels geconfronteerd worden; of het nu een Windows Store of applicatiewinkel voor VR-brillen is. Alternatieve applicatiewinkels installeren is al mogelijk op Android, maar zal wellicht zelfs vanuit de Play Store en App Store moeten gebeuren. Of anders zal er een mogelijkheid komen om apps buiten de App Store te mogen installeren (sideloaden).

Natuurlijk was Apple er al bij de eerste geruchten als de kippen bij om een rapport te publiceren over het Apple-ecosysteem, waarin wordt gesteld dat openheid funest zou zijn voor privacy en veiligheid.

Paniekvoetbal: een rapport dat aangeeft waarom alternatieve applicatiewinkels ten koste zou gaan van onze veiligheid.

Betaalvrijheid op je iPhone

Nóg een gebied waar Apple waarschijnlijk moet inschikken en mogelijk ook forse EU-boetes kan verwachten: de NFC-chip. Deze kan voor veel doeleinden gebruikt worden: identificatie, mobiel betalen, koppelen van apparaten en in sommige landen zelfs om in te checken bij het OV. Behalve als je een iPhone hebt, want daarop mag de NFC-chip alleen gebruikt worden voor Apple Pay; de eigen betaaldienst van Apple, waarbij het bedrijf geld ontvangt (0,15%) voor iedere transactie.

Zo mogen andere betaaldiensten, zoals PayPal of je bank, alleen mobiel bankieren toestaan als ze Apple Pay implementeren. Andere toepassingen voor de NFC-chip op de iPhone worden eveneens geweerd. Op 2 mei maakte de EU formeel bezwaar tegen de NFC-praktijken van Apple en startte tegelijk een antitrustonderzoek. Dit kan leiden tot een boete van maximaal tien procent van de jaaromzet van Apple: 36 miljard euro.

Vestager hierover: “Voor de integratie van de Europese betaalmarkten is het van belang dat consumenten profiteren van een concurrerend en innovatief betaallandschap. We hebben aanwijzingen dat Apple de toegang van derden tot belangrijke technologie die nodig is om concurrerende mobiele portemonnee-oplossingen op Apple-apparaten te ontwikkelen, bewust heeft beperkt.” Apple heeft nog geen formele reactie op het onderzoek gegeven.

Waarom EU-innovatie?

Dat de Europese Unie bereid is techgiganten aan te pakken die hun machtspositie misbruiken, is al bekend sinds Microsoft torenhoge boetes kreeg vanwege misbruik van hun browser. De roep om het machtsmisbruik van techgiganten aan te pakken, is overigens niet alleen in de EU hoorbaar. Ook in de VS, VK, Japan en Zuid-Korea worden de teugels aangetrokken; met name vanwege de regels binnen de applicatiewinkels.

Maar ook over het ‘ecosysteem’ wordt veel gesproken. Techbedrijven lokken klanten graag in hun wereldje van producten en diensten, waarna het vervolgens onmogelijk wordt gemaakt over te stappen naar andere diensten door bijvoorbeeld je data binnen hun muren te houden. Van gezondheidsdata op je Fitbit tot chatgegevens in iMessage.

Het nieuwe regelgevingspakket van de EU waarborgt dan ook dat jij controle krijgt over jouw data, dus meer openheid en migratiemogelijkheden van apps en platformen. Bijvoorbeeld door te verplichten dat je via WhatsApp een bericht kunt sturen naar iemand op iMessage, Signal of Telegram – en vice versa.

Door deze machtsposities te doorbreken, moeten niet alleen consumenten meer keuzevrijheid en eerlijkere prijzen krijgen, ook app-ontwikkelaars zijn beter af. Innovatie die niet op een hardwarematige manier, zoals bij eerdergenoemde aansluitingen, maar op een softwarematige wijze de digitale markt flink opschudt. Hoewel de consument hier niet direct veel van zal merken en het onwaarschijnlijk lijkt dat men straks massaal andere applicatiewinkels gaat downloaden, verandert er toch iets fundamenteels: in plaats van dat smartphonebedrijven bepalen wat wij mogen doen op onze eigen smartphones, krijg je zelf de controle over jouw toestel en jouw data.

Nieuwe smartphones met oude Androidversies, korte update-ondersteuning en een trage update-uitrol: Motorola laat zien hoe het niet moet.

DMA

Veel van de komende innovatie zit al verpakt in EU-wetgeving die steeds concreter wordt: de DMA (Digital Markets Act) en de DSA (Digtital Services Act). Wetten die een veel breder terrein omvatten dan alleen smartphones.

Andere veranderingen die we kunnen verwachten, zijn onder meer de mogelijkheid om voorgeïnstalleerde apps van smartphones te mogen verwijderen. Dataportabiliteit: de mogelijkheid om over te stappen naar andere diensten met behoud van je gegevens (bijvoorbeeld van Deezer naar Spotify, met behoud van je playlists) en interoperabiliteit (bijvoorbeeld om via WhatsApp een bericht te sturen naar een ander op Signal).

Margrethe Vestager is als Eurocommissaris verantwoordelijk voor de portefeuille digitalisering.

Groener, veiliger en open

Het lijkt er dus op dat veel innovatie op smartphonegebied niet uit de koker komt van fabrikanten, maar van wetgevers. De Europese Unie voorop. En er zijn nog meer dubieuze gebruiken van smartphonefabrikanten onder de aandacht gebracht. Zo wordt de roep om ‘reparatierecht’ steeds feller. Het zou de smartphonefabrikanten, die zonder uitzondering pretenderen een groen bedrijf te zijn, sieren. Met reparatierecht wordt met name bedoeld dat er reserve-onderdelen en handleidingen beschikbaar komen en dat reparatie überhaupt mogelijk is zonder technische restricties en softwarematige koppelingen.

In het verlengde hiervan is ook een updateverplichting in de agenda’s komen te staan. Niet alleen voor smartphones overigens, maar bijvoorbeeld ook voor smarthome-apparatuur. Een updateverplichting zou fabrikanten ertoe dwingen hun ondersteuning op orde te brengen. Met name voor Chinese smartphonemakers zou dit een cultuuromslag betekenen. Merken als Motorola, OnePlus, Xiaomi en Oppo zijn berucht als het aankomt op de ondersteuningsduur en uitrolsnelheid van hun updates. Bovendien worden nieuwe toestellen vaak zelfs met een verouderde Androidversie op de markt gebracht. Betere ondersteuning, in combinatie met reparatierecht moeten ervoor gaan zorgen dat een smartphone langer meegaat, waarmee de enorme berg e-waste niet nodeloos groeit.

Wetgeving moet ervoor zorgen dat duurzaamheid verder gaat dan plaatjes van planten op websites van fabrikanten.

▼ Volgende artikel
Samsung voorziet Galaxy S25 Edge van sterker Corning Gorilla Glass Ceramic 2
Huis

Samsung voorziet Galaxy S25 Edge van sterker Corning Gorilla Glass Ceramic 2

Samsung gaat de nieuwe Galaxy S25 Edge-telefoons voorzien van het nieuwere Coring Gorilla Glass Ceramic 2. De nieuwste variant van dit sterke keramische glas maakt de telefoon sterker en beter beschermd tegen beschadigingen.

De Gorilla Glass Ceramic 2-technologie bevat kristallen die fijn in de glasmatrix zijn ingebed, waardoor het display beter bestand is tegen barsten zonder dat dit ten koste gaat van de optische transparantie.

"De Galaxy S25 Edge zet een nieuwe standaard voor vakmanschap en prestaties als ons dunste toestel uit de Galaxy S-serie tot nu toe", zegt Kwangjin Bae, EVP en hoofd van het team Mechanical R&D van Mobile eXperience Business bij Samsung Electronics. "Ter ondersteuning van dit baanbrekende ontwerp was het essentieel om een displaymateriaal te ontwikkelen dat zowel uitzonderlijk dun als betrouwbaar sterk was - een uitdaging die Corning en Samsung heeft samengebracht, verenigd door een gedeelde visie van doelgerichte engineering en gebruikersgerichte innovatie. Die visie is verankerd in elk detail van de Galaxy S25 Edge."

Het ionenuitwisselingsproces van Corning speelt een belangrijke rol bij de verbeterde weerstand tegen schade. Deze techniek versterkt het glaskeramische materiaal en verbetert de duurzaamheid van het display. Andrew Beck, Vice President en General Manager bij Corning Gorilla Glass, licht toe: "Met Gorilla Glass Ceramic 2 hebben we een opmerkelijke combinatie van dunheid en sterkte bereikt, waardoor consumenten het beste van twee werelden krijgen - uitzonderlijke duurzaamheid in een modern, strak ontwerp."

Op 13 mei aanstaande zal Samsung tijdens een live-event meer onthullen over de nieuwe Samsung Galaxy S25 Edge-telefoon. Via de onderstaande link kun je je alvast abonneren op het YouTube-kanaal van Samsung, waar het live-evenement zal worden uitgezonden:

▼ Volgende artikel
Van No Frost tot automatische ontdooifunctie: deze functies kan een vriezer allemaal hebben
© qwartm - stock.adobe.com
Huis

Van No Frost tot automatische ontdooifunctie: deze functies kan een vriezer allemaal hebben

Een vriezer zorgt ervoor dat je eten langer goed blijft. Maar sommige modellen doen meer dan alleen invriezen. Dankzij slimme functies zoals supervriezen of automatisch ontdooien bewaar je je eten niet alleen langer, maar ook beter. Welke functies kun je tegenkomen op een vriezer en wat heb je eraan? Je leest het hieronder.

In dit artikel over vriezers lees je: Welke extra functies en eigenschappen je op vriezers kunt tegenkomen: supervriezen, thermostaat, No Frost, automatische ontdooifunctie, dooiwaterafvoer en ijsblokjeslade. Ook lees je waarom zulke functies niet alleen goed zijn voor de werking van je vriezer, maar ook de kwaliteit van je ingevroren eten ten goede komen.

Lees ook: Wat is de ideale temperatuur voor jouw koelkast en vriezer?

Supervriezen: snel (terug) naar de juiste temperatuur

Gooi je een lading verse boodschappen in de vriezer, dan stijgt de temperatuur tijdelijk. Niet ideaal: eerder ingevroren etenswaren kunnen deels ontdooien en nieuwe producten doen er langer over om echt koud te worden. Met de supervriesfunctie voorkom je dat. Deze functie – ook wel snelvriesfunctie of 'fast freeze' genoemd – verlaagt de temperatuur tijdelijk tot -24 graden Celsius of nog kouder. Zo worden alle producten in één keer snel ingevroren. Zet supervriezen het liefst aan vóór je boodschappen gaat doen. Dan werkt het systeem al op volle kracht zodra je thuiskomt. Ook handig: gebruik de functie na het ontdooien van je vriezer om 'm weer snel op temperatuur te brengen.

Thermostaat: houd de temperatuur onder controle

De beste temperatuur voor een vriezer is -18 graden Celsius. Zo blijven de meeste etenswaren lang houdbaar en blijft het energieverbruik binnen de perken. Veel vriezers hebben daarom een ingebouwde thermostaat, waarmee je de temperatuur precies kunt instellen en in de gaten houdt. Zorg dat de temperatuur altijd onder de -17 graden ligt, maar stel 'm niet kouder in dan -30 graden. Want: hoe kouder hoe beter gaat bij vriezen niet op. Een te koude vriezer slurpt onnodig veel stroom en kan de structuur en smaak van producten als groente, fruit, vis, vlees en dranken aantasten.

Heeft jouw vriezer geen ingebouwde thermostaat? Je kunt ook een losse thermometer gebruiken om de temperatuur te controleren en zo nodig bij te stellen.

©Hedgehog94

No Frost: nooit meer ontdooien

Een dikke laag ijs in je vriezer is niet alleen onhandig, maar ook ongunstig voor je eten. Lades kunnen vast komen te zitten en er blijft minder ruimte over. Bovendien beïnvloedt ijs de temperatuur en vochtbalans in de vriezer. Daardoor kunnen smaak, textuur en houdbaarheid van je eten achteruitgaan. Daarnaast geldt: hoe meer ijs in de vriezer, hoe harder de vriezer moet werken om de juiste temperatuur te behouden.

Met No Frost voorkom je dat. Deze functie gebruikt een ventilatiesysteem dat lucht op de juiste temperatuur gelijkmatig door de vriezer blaast. Zo ontstaat er geen ijsafzetting op de wanden, lades of verpakkingen. Je hoeft dus nooit meer te ontdooien én je vriezer blijft efficiënt werken.

Automatische ontdooifunctie: minder ijs, minder werk

De automatische ontdooifunctie lijkt op No Frost, maar werkt net even anders. In plaats van ijsvorming continu te voorkomen, schakelt de automatische ontdooifunctie het koelsysteem van de vriezer af en toe tijdelijk uit. Het smeltwater loopt naar een opvangbak bij de motor en verdampt daar vanzelf. Deze functie helpt vooral bij overmatige ijsvorming, maar de ontdooifunctie zal je vriezer in tegenstelling tot No Frost niet volledig ijsvrij houden. Af en toe handmatig ontdooien blijft nodig – al scheelt het flink wat werk vergeleken met een vriezer die géén automatische ontdooifunctie heeft.

©Tolstoy | Prozorov Andrey

Dooiwaterafvoer: makkelijk ontdooien zonder gedoe

Ontdooi je je vriezer handmatig? Dan is een model met dooiwaterafvoer een slimme keuze. Dit systeem voert het smeltwater automatisch af via een gootje naar een opvangbak buiten de vriezer. Je hoeft dus niet meer te dweilen of met handdoeken in de weer. Het water loopt netjes weg, ook vanaf de bodem, waardoor je vriezer na afloop meteen schoon en droog is. En je voorkomt dat achtergebleven water bij het opnieuw inschakelen weer bevriest.

IJsblokjeslade: altijd ijsblokjes bij de hand

Je kent het wel: je hebt ijsblokjes nodig, maar deze liggen ergens ver achter in de vriezer. Na een poosje graaien heb je ze eindelijk, maar dan blijkt dat de ijsblokjes volledig aan elkaar vastgevroren zijn. Een vriezer met een aparte ijsblokjeslade voorkomt dit. De ijsblokjes liggen op een vaste plek, waardoor je er altijd makkelijk bij kunt. Ze komen niet in contact met andere etenswaren, blijven fris van smaak en vriezen niet aan elkaar vast. Bovendien houd je de rest van je vriezer overzichtelijker en beter ingedeeld, omdat de ijsblokjes een eigen plek hebben.

Welke functies passen bij jou?

Ben je op zoek naar een vriezer die past bij jouw manier van bewaren? Dan is het handig om te weten dat je bij veel webwinkels eenvoudig kunt filteren op functies als No Frost, supervriezen, een ijsblokjeslade of een automatische ontdooifunctie. Zo zie je in één oogopslag welke modellen aansluiten bij wat jij belangrijk vindt. Dat maakt het kiezen van een vriezer die écht bij je past een stuk makkelijker.