ID.nl logo
Huis

Raw-fotografie: 8 tips voor de mooiste foto's

Met een camera of smartphone zijn zeer fraaie plaatjes te maken. Vooral als je ze daarna nog even bewerkt met een fotoprogramma, voor het optimale resultaat. Dat gaat nog beter als je in raw fotografeert. Wat is het, hoe werkt het en wat heb je allemaal nodig voor raw-fotografie??

Het grote voordeel van digitale fotografie, is dat een foto meteen klaar is. Nu we ook met smartphones fotograferen en er digitale camera’s met wifi bestaan, zijn daar nog een aantal voordelen bijgekomen. Want nu kun je een foto zodra hij is gemaakt direct bewerken met een app. Om hem vervolgens te printen, te delen op sociale media, op een fotowebsite te plaatsen, of hem rechtstreeks naar familie en vrienden te sturen.

Standaard worden de foto’s die je met een camera of je smartphone maakt, in jpg-formaat opgeslagen. Daardoor kun je jouw foto’s in elk fotoprogramma en elke foto-app bekijken of bewerken. Minder bekend is dat er nog een andere manier van fotograferen bestaat, waarbij je geen kant-en-klare jpg-foto’s krijgt, maar het ruwe, onbewerkte fotomateriaal van de beeldsensor. Dit heet fotograferen in raw. Een raw-bestand is eigenlijk nog geen echte foto en je kunt hem dus ook niet zomaar met ieder programma bekijken. Je moet er eerst een toonbaar plaatje van maken door het beeldmateriaal te bewerken. Fotograferen in raw is daardoor omslachtiger, maar er zitten grote pluspunten aan die het echt de moeite waard kunnen maken.

Photoshoppende camera

In een digitale camera zit een beeldsensor die gevoelig is voor licht. Maar met alleen een beeldsensor heb je nog geen foto. De signalen die de sensor opvangt, moeten worden bewerkt om er een voor ons zichtbaar en herkenbaar plaatje van te maken. In elke camera vindt daarom enorm veel beeldbewerking plaats. Vaak willen we een zo mooi mogelijk plaatje hebben dat we direct kunnen gebruiken, zonder eerst een fotobewerker in te duiken. Een camera maakt daarom de kleuren lekker levendig, verhoogt het contrast flink en verscherpt details en contouren extra zodat alles er levensecht uitziet. Dit gebeurt allemaal in de camera zodra je afdrukt. Om zuinig met de geheugenruimte om te springen, wordt het beeldmateriaal ook nog eens flink gecomprimeerd. Een foto ziet er op het oog nog steeds perfect uit, maar in een jpg-bestand is uiteindelijk maar een fractie van het oorspronkelijke beeldmateriaal bewaard gebleven.

©PXimport

01 Bewerkt beeldmateriaal

Zoals je in het kader ‘Photoshoppende camera’ leest, gebeurt er nogal wat zodra je een foto maakt. Jouw camera of smartphone bewerkt het ruwe beeldmateriaal van de sensor, zodat er een leuk plaatje ontstaat dat je direct kunt gebruiken. Het toestel maakt hierbij enorm veel keuzes. Dat is prima als je meteen tevreden bent met het eindresultaat, maar minder leuk als er iets aan de foto mankeert. Je ziet bijvoorbeeld een schitterend landschap en maakt er een foto van. Maar omdat de lucht heel fel is, raakt deze volledig overbelicht. Of andersom: je ziet wel een prachtige lucht, maar het landschap zelf of iemand die daar voor je poseert is niet te zien omdat het een silhouet is geworden. Of je maakt een foto in een sfeervol restaurant, maar het eten ziet er op de foto nogal onsmakelijk uit. Zelfs het witte servies heeft een vieze gelige kleurzweem gekregen. Heel anders dan het smakelijke gerecht dat voor je staat. Wat nu?

02 Puur beeldmateriaal

In een fotobewerker kun je dit helaas maar beperkt verhelpen. Je kunt hooguit een beetje bijsturen. Want ga je te ver, dan holt de beeldkwaliteit achteruit en kun je de foto alleen nog in het klein bekijken of afdrukken. Dat komt vooral omdat een jpg-bestand maar een fractie van het originele beeldmateriaal bevat en dat is ook nog eens flink bewerkt door de camera.

Fotografeer je in plaats daarvan in raw, dan heb je alle originele beeldinformatie van de sensor tot je beschikking, zonder dat de camera dat heeft bewerkt. Vaak kun je dan zowel details in de lucht als in het landschap terughalen. En zelfs die rare kleurzweem in het restaurant kan volledig hersteld worden. Dit betekent dat je met raw wél enorm veel vrijheid hebt om zaken als de belichting, kleuren, detaillering en scherpte volledig naar eigen smaak aan te passen. Met een minimum aan kwaliteitsverlies, zodat je alsnog de perfecte foto krijgt. Vandaar dat steeds meer mensen in raw fotograferen.

©PXimport

©PXimport

©PXimport

02 Een jpg-foto wordt al snel lelijk als je hem flink bewerkt. Begin je met een raw-bestand, dan krijg je pas echt een fraai plaatje.

03 Welke camera of smartphone

Om in raw te fotograferen, heb je wel een camera of smartphone nodig die dit ondersteunt. Vervolgens hoef je alleen nog maar via de instellingen aan te geven dat je het wilt activeren. Met een spiegelreflex of systemcamera (een modernere variant van de spiegelreflex) zit je eigenlijk altijd wel goed. Daarnaast bestaat er tegenwoordig een opvolger van de ouderwetse compactcamera’s, namelijk zogenaamde premium-compactcamera’s. Deze hebben een extra grote beeldsensor, zodat de technische fotokwaliteit een stuk hoger is. Een paar voorbeelden zijn de Sony RX100-serie, de Canon G8X en de Ricoh GR. Ook deze premium-compactcamera’s hebben raw aan boord.

Nu fotograferen we steeds vaker met een smartphone… het goede nieuws is dat raw-fotografie ook daarbij steeds vaker mogelijk is. Als je een iPhone met een 12megapixel-camera hebt en minimaal iOS 10 draait, dan kun je raw gebruiken. Dat zijn momenteel de iPhone SE, iPhone 6S (Plus) en iPhone 7 (Plus). Heb je een Android toestel, dan is Android versie 5 Lollipop of nieuwer vereist. Daarnaast heb je een toestel nodig waarop deze mogelijkheid uit het besturingssysteem (genaamd Camera2 API) ook daadwerkelijk door de telefoonfabrikant is geïmplementeerd. Raw zit in ieder geval op veel high-end-toestellen, zoals de LG G5, Samsung S7 (Edge) en de Huawei P9. Het is dus vooral een kwestie van de specificaties van jouw telefoon bekijken, of even de digitale handleiding op de website van de fabrikant raadplegen om te zien of het op jouw toestel mogelijk is.

©PXimport

04 Raw inschakelen

Zodra je weet dat raw op jouw toestel beschikbaar is, is inschakelen een eitje. Op zowel een gewone camera als een smartphone duik je hiervoor in het instellingenmenu. Daar is een optie te vinden waarmee je raw activeert. Hoe deze optie precies heet en in welk menuonderdeel hij verstopt zit, verschilt per merk en soms zelfs per cameramodel. Voor de duidelijkheid, op een smartphone moet je bij de instellingen van de camera-app zijn en niet bij de algemene toestelinstellingen. Het kan zijn dat je eerst de zogenaamde professionele stand van de camera-app moet activeren voordat de raw-optie in de instellingen beschikbaar komt.

Verder is het belangrijk om te weten dat raw-fotografie niet door de standaard camera-app van een iPhone ondersteund wordt. Hierin vind je dan ook geen raw-optie. Je moet er altijd een camera-app van een derde partij voor installeren. Goede apps hiervoor zijn ProCam 4 van Samer Azzam (3,99 euro) of het gratis MuseCam van Museworks. Heb je een Android-toestel, dan kun je gelukkig meestal wel met de standaard camera-app in raw fotograferen zodra dit geactiveerd is. Zit het daar toch niet in maar ondersteunt het toestel het wel? Dan kun je altijd nog een poging wagen met een app zoals Camera FV-5 van FGAE (2,99 euro) of Open Camera van Mark Harman (gratis).

©PXimport

Fotobewerker of raw-converter

Een jpg-foto bewerk je in een fotobewerker. Maar voor een raw-bestand heb je een zogenaamde raw-converter nodig. Dat lijkt misschien wat lastiger, maar je voert ongeveer eenzelfde soort bewerkingen uit als je al gewend bent, maar dan in een iets ander soort programma. Een voorbeeld van een raw-converter en tevens fotobeheerder is Adobe Lightroom CC, maar het kan ook gratis met het ietwat ingewikkelder Raw Therapee. Je vindt een masterclass over beide pakketten in Computer!Totaal 12-2016, ook te lezen hier. Daarnaast herkennen zowel Adobe Photoshop CC als Adobe Photoshop Elements en diverse andere fotobewerkers het vanzelf zodra je een raw-bestand opent. Dan kom je automatisch in een met het fotopakket meegeleverde raw-converter terecht. Die van Adobe heet bijvoorbeeld Camera Raw. Zodra je een raw-bestand hebt bewerkt, kun je daar een perfecte jpg-foto van laten maken, om te bekijken, printen of delen. Raw-bestanden die je met een smartphone maakt, kun je gewoon op het toestel zelf bewerken met bijvoorbeeld het overbekende en veelgebruikte Snapseed.

©PXimport

05 Zowel in raw als jpg fotograferen

Raw-bestanden herken je makkelijk aan de naam. Op smartphones hebben ze .dng als achtervoegsel. Bij een gewone camera hangt het van de fabrikant af. Bij Canon is het bijvoorbeeld .cr2, bij Nikon .nef en bij Sony .arw. Activeren van raw heeft wel een belangrijke consequentie. Want omdat je hierbij geen kant-en-klare jpg-foto’s meer krijgt, moet je altijd eerst de gemaakte raw-bestanden bewerken en daarna alsnog opslaan als jpg-foto’s voordat je ze kunt printen, publiceren of delen met anderen. Dat is niet altijd handig. Gelukkig is er een handige truc om alsnog razendsnel wat foto’s te delen. Op de meeste toestellen (camera’s en smartphones) kun je er in de instellingen voor kiezen om voor elke foto zowel een raw-bestand als een jpg-bestand op te slaan. Is de foto meteen goed? Dan gebruik je gewoon het jpg-bestand en dat is dat. Moet de foto eerst nog verbeterd worden? In dat geval neem je het raw-bestand, je bewerkt de foto en genereert daarna een betere en mooiere jpg-versie. Op die manier maak je gebruik van het beste van beide werelden. Overigens is in apps deze optie niet altijd aanwezig, maar worden ondanks dat vaak toch beide formaten opgeslagen. Dat is dus een kwestie van uitproberen.

©PXimport

06 Opslagruimte

Een jpg-foto bevat maar een fractie van de oorspronkelijke beeldinformatie en is ook nog eens gecomprimeerd. Daardoor zijn deze fotobestanden relatief klein. Een raw-bestand daarentegen bevat alle beeldinformatie en is daarmee een flink stuk groter. Er wordt soms een lichte mate van compressie toegepast, ditmaal zonder verlies van data, maar het blijven immense bestanden. Hoe hoger de resolutie van de beeldsensor, hoe groter de bestanden zullen worden. Een jpg-foto kan bijvoorbeeld twee of vier megabyte groot zijn, terwijl het bijbehorende raw-bestand gerust veertien of twintig megabyte groot is. Heb je ervoor gekozen om beide op te slaan, dan ben je uiteraard nog meer geheugenruimte kwijt. Kortom, fotograferen in raw heeft best een grote consequentie voor de opslagruimte. Gebruik je een digitale camera, dan kun je gemakkelijk even van geheugenkaartje wisselen. Je leert in de praktijk snel genoeg hoeveel kaartjes je bij je moet steken voor een dagje uit of een vakantie van een paar weken.

©PXimport

07 Opslagruimte smartphone

Bij een smartphone zijn de grote raw-bestanden een wat groter probleem. Bij veel telefoons (iPhones, maar ook sommige Android-toestellen) kun je het geheugen bijvoorbeeld niet uitbreiden. Bij Android-toestellen waar het geheugen wel is uit te breiden via een micro-sd-geheugenkaartje, is dat niet altijd even eenvoudig. Er wordt namelijk ook allerlei (app-)data naar dat geheugenkaartje weggeschreven en ook kunnen er apps op geïnstalleerd staan. Dat kaartje trek je dus beter niet zomaar uit het toestel. Fotografeer je graag en veel en wil je gebruikmaken van de vele voordelen van raw-fotografie? Dan is het aan te raden om – zodra je naar een nieuw toestel uitkijkt – hier goed rekening mee te houden. Met andere woorden, neem een smartphone met extra veel geheugen, speciaal voor de opslag van raw-bestanden. Gebruik ook een groot micro-sd-kaartje zodat je niet te snel tegen beperkingen aan loopt.

Niet-destructief bewerken

Bij een gewone jpg-foto bewerk je het beeldmateriaal rechtstreeks. Dus als je de kleuren en de belichting verandert en de foto daarna opnieuw opslaat, is dat een permanente wijziging. Je kunt dat niet meer terugdraaien of een kleine aanpassing doen, zoals de kleuren net even wat anders instellen. Je kunt hem hooguit opnieuw bewerken, maar dat is dan een bewerking bovenop de eerdere bewerking en geeft een minder fraai resultaat. Vandaar dat je beter eerst een kopie kunt maken, zodat je altijd vanuit het origineel kunt starten. Als je een raw-bestand bewerkt, gebeurt dat op een bijzondere manier. Hierbij pas je namelijk het beeldmateriaal niet rechtstreeks aan. Alle bewerkingen worden als een soort instructies los van het raw-bestand in een apart bestandje bewaard. Daar merk je verder niets van, een raw-converter zoals Lightroom of Snapseed regelt dit onzichtbaar voor je. Hierdoor kun je oneindig bewerkingen toevoegen, veranderen of weer weghalen. Pas zodra je een nieuwe jpg-foto uit het raw-bestand genereert, worden daarin al je bewerkingen op het originele beeldmateriaal aangebracht. Dit heet niet-destructief bewerken.

©PXimport

08 Offloaden naar je computer

Raw-bestanden zijn behoorlijk groot en nemen dus veel opslagruimte in beslag, maar gelukkig hoef je ze niet allemaal op je telefoon te bewaren. Net zoals je de foto’s op het geheugenkaartje van je camera regelmatig naar je computer overzet om ruimte vrij te maken, zo kun je dit het beste ook doen met de raw-bestanden op je smartphone. Het doel van raw-fotografie is immers om er mooiere en betere jpg-foto’s mee te maken.

Als je dat eenmaal gedaan hebt, bijvoorbeeld met een mobiele raw-converter zoals Snapseed, dan kun je in ieder geval de al wat oudere raw-bestanden het beste ergens op je computer archiveren. Daarmee win je enorm veel opslagruimte terug. Mocht je ze later nog een keer nodig hebben, dan heb je ze in ieder geval bewaard. Gooi raw-bestanden dus liever niet te snel weg. Je kunt ze het beste beschouwen als de moderne variant van het negatief uit het analoge fotografietijdperk. Raw-bestanden op een camera of smartphone zet je supereenvoudig over. Je verbindt het apparaat via een usb-kabel met de computer, waarna deze als een gewone schijf benaderd kan worden. Je moet zijn in een map genaamd DCIM. Daarin bevinden zich één of meerdere fotomappen. Natuurlijk kun je ze ook via wifi naar een clouddienst uploaden, maar doordat de bestanden groot zijn, duurt dit wel (veel) langer. Je kunt ook het geheugenkaartje van je camera in de kaartlezer van bijvoorbeeld je laptop plaatsen, en de beelden op deze manier kopiëren.

©PXimport

Weg of niet weg

Als je op een iPhone een foto weggooit, bijvoorbeeld omdat hij mislukt is, wordt zowel de jpg- als de raw-versie verwijderd. Doe je dit onder Android met bijvoorbeeld de Galerij-app, dan wordt alleen de jpg-foto verwijderd. Dit betekent dat het geheugen op den duur dichtslibt als je niet ook af en toe via een app als Bestanden even de achtergebleven raw-bestanden opruimt. Je kunt het ook via Verkenner doen als je telefoon toevallig een keer met je computer is verbonden.

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 airfryers met bijzondere functies
© Grandbrothers - stock.adobe.com
Huis

Waar voor je geld: 5 airfryers met bijzondere functies

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt. Een paar keer per week speuren we daarom binnen een bepaald thema naar zulke deals. Zin in een lekkere maaltijd, maar niet in een vette hap? Dan is een airfryer wellicht iets voor je. De redactie van ID.nl zocht er vijf uit, die bovendien van bijzondere functies zijn voorzien.

Aan een airfryer kun je niets meer verbeteren, horen we je denken. Toch is dat niet zo, want hoewel deze handige apparaten al in menig keuken te vinden zijn, wordt er nog veel doorontwikkeld. Daarom valt de keuze dit keer op airfryers met bijzondere functies die je niet direct op iedere airfryer tegen komt.

Tefal EY905D Easy Fry & Grill Dual 8.3L XXL

Deze Tefal-airfryer heeft twee gescheiden kookzones waarmee je verschillende gerechten tegelijkertijd kunt klaarmaken. Beide zones kunnen apart worden ingesteld qua temperatuur en tijd. Hierdoor kun je gerechten bereiden die niet dezelfde bereidingstijd nodig hebben, maar wel op hetzelfde moment klaar moeten zijn, bijvoorbeeld kip en friet. De inhoud van 8,3 liter is ruim genoeg voor huishoudens van 3 tot 5 personen.

De bediening van deze airfryer is digitaal, met knoppen en een overzichtelijk scherm. Het apparaat heeft verder een timer, instelbare temperatuur tot 200 graden en antiaanbaklaag. Er zijn geen geavanceerde voorgeprogrammeerde standen, maar de basisfuncties zijn voldoende voor alledaags gebruik. De manden zijn uitneembaar en kunnen met de hand of in de vaatwasser worden schoongemaakt. Met de Tefal-app vind je handige gerechten voor deze airfryer.

Inventum GF1200HLD

Dit model van Inventum combineert de functies van een airfryer en heteluchtoven. Het apparaat heeft een inhoud van 12 liter en beschikt over een roterende mand, waarmee je bijvoorbeeld friet automatisch kunt laten draaien voor een gelijkmatig resultaat. Daarnaast zijn ook een grillrek, bakplaat en draaispit meegeleverd, zodat je verschillende bereidingswijzen kunt toepassen. De temperatuur is instelbaar tot 200 graden en de timer tot 90 minuten.

LEES OOK: Airfryer met één of twee lades? Zo kies je slim

De bediening bestaat uit fysieke knoppen met een klein digitaal display. Gebruikers geven aan dat de prestaties stabiel zijn, en dat vooral de draaimand goed werkt bij snacks en aardappelproducten. Er is geen stoomfunctie of slimme aansturing. De buiten- en onderkant worden tijdens gebruik warm, dus plaatsing op een hittebestendig oppervlak is aanbevolen.

Ninja Foodi SP101EU

De Ninja Foodi SP101EU is opvallend in die zin dat het eruit ziet en werkt als een oven, maar toch airfryer-functionaliteit heeft. Het heeft dan ook acht functies: heteluchtfrituren, bakken, braden, grillen, drogen, roosteren, warmhouden en een aparte bagelstand. De oven heeft een vermogen van 2400 watt en verwarmt snel op, met een opwarmtijd van ongeveer 60 seconden. Door de combinatie van zes infrarood verwarmingselementen en luchtcirculatie wordt voedsel gelijkmatig bereid. De temperatuur en bereidingswijze worden digitaal ingesteld via een bedieningspaneel.

Bij de oven worden standaard een bakplaat, een heteluchtfrituurmand en een rooster geleverd. Het apparaat is geschikt voor verschillende soorten gerechten, van ovenschotels tot broodjes en gegrilde groenten. Dankzij het ontwerp en de functies kan de oven ook worden gebruikt als alternatief voor een traditionele heteluchtoven.

Ninja Foodi Dual Zone AF400EUWH

De Ninja Foodi AF400EU beschikt over twee aparte manden van elk 4,75 liter. Dit maakt het mogelijk om twee gerechten tegelijk te bereiden, met verschillende instellingen qua tijd en temperatuur. De zogenaamde 'Match Cook'- en 'Sync Finish'-functies zorgen ervoor dat je gerechten op hetzelfde moment klaar zijn, zelfs als deze andere bereidingstijden hebben. De bediening is volledig digitaal, met zes automatische kookprogramma’s zoals max crisp, air fry, roast en bake.

LEES OOK: Dit zijn de meestgemaakte fouten met airfryers (en zo voormijd je ze)

Je kunt de temperatuur instellen vanaf 40 tot 240 graden Celsius en het maximum vermogen is 2470 Watt. De binnenmanden zijn voorzien van een keramische antiaanbaklaag en kunnen in de vaatwasser. Het apparaat is relatief groot, dus dat is wel iets om rekening mee te houden als de ruimte in je keuken beperkt is. Gebruikers van de AF400EUWH waarderen de stille werking en de mogelijkheid om flexibel te koken zonder tussendoor schoon te maken of het apparaat opnieuw in te stellen.

Princess 1.182068.01.001

Met de Princess 1.182068.01.001 Double Basket Airfryer kun je twee gerechten tegelijk bereiden, dankzij de dubbele mand. Het apparaat staat los op het aanrecht en heeft een zwart ontwerp dat in de meeste keukens past . Je bedient het eenvoudig via het LED-display en de touchknoppen. Er zijn acht programma’s, een timer en je kunt de temperatuur zelf instellen tot 220 °C. De totale inhoud is 8 liter, genoeg voor ongeveer zes porties.

Tijdens het gebruik blijven de handvatten koel, en bij oververhitting schakelt het apparaat zichzelf automatisch uit. De losse onderdelen – inclusief de binnenbakken – mogen gewoon in de vaatwasser. Met een vermogen van 2400 watt warmt de airfryer snel op en bereid je je eten gelijkmatig. Of je nu frietjes bakt of kip grilt, deze airfryer maakt het eenvoudig zonder veel gedoe.

▼ Volgende artikel
Voorjaarsklus: verzakt terras of pad zelf herstellen? Zo doe je dat!
© Irina Zharkova
Huis

Voorjaarsklus: verzakt terras of pad zelf herstellen? Zo doe je dat!

Het is lente, en dat is hét moment om allerlei klusjes in de tuin aan te pakken. Heb je een terras of pad dat in de loop van tijd wat is verzakt? Daarvoor hoef je geen stratenmaker in te huren, dat kun je prima zelf weer herstellen. Hoe je dat doet, lees je in deze uitgebreide handleiding.

In dit artikel lees je: • Waardoor bestrating verzakt en hoe je dat voorkomtHoe je verzakte plekken herkent en beoordeeltHoe je stenen of tegels veilig verwijdertHoe je het zandbed ophoogt en de bestrating weer vlak maaktHoe je opsluitbanden opnieuw plaatst of verstevigtWat je kunt doen bij schade door wortelsHoe je verzakking door mollen voorkomt en herstelt

Lees ook: Zo leg je zelf een terras aan

Het gebeurt regelmatig dat (sier)bestrating verzakt. Vaak ligt dat aan een instabiele ondergrond, slechte afwatering, zand dat is weggespoeld door regen of een te zware belasting. Door hier bij de aanleg of tijdens het herstel al rekening mee te houden, voorkom je veel problemen. Denk bijvoorbeeld aan voldoende ophoogzand, goede opsluitbanden en een slimme afwatering.

Probleemplekken identificeren

Je ziet het meestal snel als een pad of terras verzakt is. Zeker als regenwater blijft staan op plekken waar het niet weg kan. Vaak ligt dat aan een deel van de bestrating dat letterlijk is ingezakt. Ook als stenen zijn gaan schuiven of er kieren ontstaan, heb je waarschijnlijk te maken met verzakking. Dat gebeurt vaak wanneer opsluitbanden niet stevig genoeg geplaatst zijn en langzaam naar buiten zijn gedrukt of gekanteld.

©MG | ID.nl

👷 Dit heb je nodig voor je klus


• Goede werkhandschoenen

Waterpas

• Metseldraad

• Balk of lat


Rubberen hamer

• Bats of spade

• Ophoogzand

Tegels wippen

Zelfs de kleinste verzakking kan er al voor zorgen dat er water blijft liggen, omdat water nu eenmaal de weg van de minste weerstand kiest, dus het is belangrijk dat je goed in kaart brengt waar bij jou alle verzakkingen zitten. Leg een lange, rechte lat over het deel dat is weggezakt of gebruik een waterpas . Zo zie je hoe scheef het ligt. Een lange lat werkt het best als je die op zijn smalle kant neerlegt. Leg je hem plat, dan buigt hij makkelijk door en geeft hij een vertekend beeld.

NK Tegelwippen 2025

Doet jóúw woonplaats al mee?

Heb je duidelijk welk stuk verzakt is en dus opgehoogd moet worden, dan haal je daar de tegels of stenen weg. Bij randen zonder opsluitband lukt dat meestal met je handen of een klein schepje. Zit het probleem ergens in het midden van het terras, dan heb je er iets meer werk aan.

©MG | ID.nl

Doe dat wel voorzichtig: je wilt schade aan de tegels natuurlijk zoveel mogelijk voorkomen. Ga dus niet wrikken met een spade of schep. Beter gebruik je twee platte schroevendraaiers. Zet ze aan weerszijden van de steen en wip deze voorzichtig los. Geen oude schroevendraaiers bij de hand? Dan kun je ook lange, dikke spijkers of schroeven gebruiken. Draag daarbij wel handschoenen.

Stenen 'opzuigen'
Er bestaan ook zuignapsystemen voor bestrating, vergelijkbaar met zuignapsystemen om bijvoorbeeld grote glasplaten te plaatsen. Deze apparaten zijn te huur bij specialistische bedrijven, maar zijn eigenlijk vooral geschikt voor zeer grote, zware tegels. De de huurprijs kan liggen tussen de 20 en 30 euro per dag.

Is de eerste steen eruit, dan volgen de andere meestal vanzelf. Haal ze als het kan met de hand eruit, zo blijft het zandbed eronder zoveel mogelijk intact.

Hoogte bepalen

Ligt het verzakte deel open, dan kun je het zandbed ophogen. Gebruik een rechte lat of metseldraad om de juiste hoogte af te stemmen op de rest van het terras. De lat of het draad laat je dan van links naar rechts lopen vanaf de hoogte van de niet-verzakte bestrating. Vervolgens schep je er ophoogzand bij en controleer je – door een tegel of steen neer te leggen – of het zandbed op de goede hoogte is gebracht. Vergeet niet dat je ongeveer 3 tot 5 millimeter hoger legt dan de rest van de bestrating. De tegel of steen sla je er immers nog een stukje in.

©MG | ID.nl

Ligt alles op zijn plek? Leg dan een stevige balk of plank (die je op op z'n kant legt) op de nieuwe bestrating en tik er met een rubberen hamer op. Zo werk je kleine hoogteverschillen weg.

©MG | ID.nl

Tot slot veeg je overtollig straatzand in de voegen. Je kunt ook inveegzand gebruiken dat onkruidwerend is. Dat werkt vooral goed bij nieuw aangelegde terrassen die nog onkruidvrij zijn, dus voornamelijk bij nieuw aan te leggen terrassen.

Lees ook: Het belang van goede tuindrainage

Opsluitbanden (her)plaatsen

Zijn de randen van je terras verzakt of verschoven en heb je daar opsluitbanden liggen? Dan zijn die waarschijnlijk gaan kantelen of wijken ze naar buiten uit. Dat zie je vaak bij opritten die hoger liggen dan de omliggende grond. Zit er aan de buitenzijde te weinig grond, dan geven die opsluitbanden niet genoeg tegendruk.

In zo’n geval kun je proberen de banden opnieuw in te graven. Lukt dat niet, maar wil je ze wel verstevigen? Zet ze dan – nadat je ze natuurlijk in de hoogte ook waterpas hebt gezet – vast in beton. Dat kan gewoon met kant-en-klare betonmortel uit de bouwmarkt. Alleen wat water erbij en het hardt vanzelf uit.

©Bron: YouTube / Papaklust

Beschadigde bestrating door wortels

Wortels van bomen en struiken kunnen ervoor zorgen dat je bestrating niet verzakt, maar juist omhoog komt. Je ziet dan een bult in het terras en losse tegels. In dat geval moet je eerst de wortels aanpakken. Daarnaast moet je extra zand aanbrengen om de vrijgekomen ruimte op te vullen.

©MG | ID.nl

Wortels kunnen ervoor zorgen dat de bestrating omhoog komt.

Verwijder uitgelopen wortels zo veel mogelijk buiten de bestrating zelf: het heeft geen zin om wortels vlak vóór of in het bestratingsdeel af te zagen of af te steken. Binnen enkele maanden zullen ze namelijk weer voor hetzelfde probleem zorgen. Helemaal tegenhouden lukt niet, maar je kunt wel voorkomen dat ze omhoog komen. Gebruik daarvoor worteldoek. Dat stuurt de wortels onder je bestrating horizontaal verder.

Zoeken naar worteldoeken

Bescherm je terras tegen wortels en onkruid

Let op: worteldoek werkt vooral bij kleinere wortels. Grote wortels kunnen alsnog schade veroorzaken. Een bijkomend voordeel van worteldoek is dat het onkruidgroei tegengaat. Worteldoek leg je overigens aan bij een compleet nieuw terras of bestrating. Wil je worteldoek gebruiken bij het herstellen van een terras of pad, dan moet je eigenlijk helemaal opnieuw beginnen, omdat het worteldoek onder de gehele bestrating en onder het niveau van het straatzand komt te liggen.

Mollen

Mollen maken niet alleen je gazon kapot, ze kunnen ook zorgen voor verzakking van je bestrating. Door gangen onder je terras te graven, ontstaat er instabiliteit. Storten die gangen in, dan zakken de tegels weg. Bij dit soort verzakkingen heb je vaak veel zand nodig voor herstel.

Lees ook: Acht manieren om je tuin te beschermen tegen ongedierte

©MG | ID.nl

Mollen graven gangen en die kunnen ervoor zorgen dat je bestrating verzakt.

Mollen zijn lastig te weren, maar je kunt het ze wel moeilijker maken. Hoe diverser je beplanting, hoe minder aantrekkelijk je tuin is voor mollen: wortels vormen obstakels. Wil je specifiek je terras beschermen, dan kun je een mollennet plaatsen. Dat graaf je verticaal in langs de randen van je terras, tot zo'n 70 cm diep. Deze klus kun je prima uitvoeren na het ophogen, want je hoeft alleen de zijkanten aan te pakken.

Vraag een offerte aan voor hovenier: