ID.nl logo
Aan de slag met Stage Manager in iPadOS 16
Huis

Aan de slag met Stage Manager in iPadOS 16

Dé nieuwe feature van iPadOS 16 is Stage Manager, een systeem waarmee je apps in vensters op het scherm plaatst. Is het echt zo geweldig, wat kun je er mee en wat zijn de beperkingen?


In dit artikel leggen we het volgende uit:

  • Op welke iPads je Stage Manager goed kunt gebruiken
  • Hoe je Stage Manager inschakelt
  • Hoe je het formaat van vensters aanpast en/of vensters op een andere plek zet
  • Hoe je onderdelen kunt slepen tussen apps
  • Hoe je een app-groep maakt
  • Hoe je de weergavemodus aanpast

Ook interessant voor jou: Welke iPad moet ik kiezen?

Stage Manager was al ver voor de introductie van iPadOS 16 een soort van heet hangijzer. Ten eerste laat Apple er voor het eerst z’n filosofie van ‘één app in beeld’ echt mee los. Goed, er was split screen en je kon in voorgaande versies van iPadOS een appje zwevend over een andere app leggen. Maar dat was slechts behelpen, waarbij ook geldt dat het splitsen en zwevend maken van apps wat onpraktisch werkte. Stage Manager moet dat allemaal een heel stuk vereenvoudigen. Inmiddels is iPADOS16 mét Stage Manager beschikbaar. Tijd dus om eens te kijken hoe (en of) het werkt!

Met welke iPads kun je Stage Manager gebruiken?

Voor een ieder die dacht dat de iPad nu eindelijk volledig vrij met vensters kan werken, is Stage Manager een teleurstelling. Dat is namelijk niet het geval, maar het komt een eind. Veel belangrijker is dat het geheel eigenlijk pas echt lekker werkt op iPad’s met een M1 of M2 SoC (System on a Chip) aan boord. Sommige oudere iPad’s hebben wel een meer gelimiteerde versie gekregen, maar echt interessant is die niet. Kortom: heb je een meer recente iPad Pro of Air met de M-SoC aan boord, dan zit je goed.

Nog geen iPad?

Op Kieskeurig.nl kun je alle modellen vergelijken.


Hoe schakel je Stage Manager in?

Standaard is Stage Manager uitgeschakeld. Er zijn twee manieren om het aan te zetten. Open de app Instellingen en zet onder Beginscherm en multitasking de schakelaar achter Gebruik Stage Manager op de iPad aan. Plan B is het Bedieningspaneel van rechtsboven uit het scherm naar beneden te vegen. Daar vind je eveneens een knop om de optie te activeren of weer uit te zetten (zie afbeelding hieronder). Stage Manager is dus ‘on the fly’ op te roepen; je hoeft je iPad er bijvoorbeeld niet voor te herstarten.

Je kunt iPadOS 16 Stage Manager activeren via het bedieningspaneel.

Vensters verslepen en groter of kleiner maken

Had je apps geopend, dan worden die allemaal verhuisd naar hun eigen venster. Aan de linkerkant van je scherm zie je miniaturen van de apps; door er op te klikken schakel je er snel tussen. Rechtsonder (of linksonder, afhankelijk van de vensterpositie) aan elk – inmiddels in een venster draaiende – app vind je een handgreepje. Met je vinger of de muis sleep je hiermee een venster groter of kleiner. Helemaal vrij gaat die grootte aanpassen niet; uiteindelijk pakt Stage Manager een van de ingebakken standaardafmetingen.

Eindelijk: echt multitasken!

Aardig is, dat Stage Manager voor het eerst ook écht multitasken mogelijk maakt. Apps die in beeld zijn en als venster over elkaar heen liggen zijn bijvoorbeeld allemaal actief. Dat betekent wel dat je een technisch dingetje in het achterhoofd moet houden. Een M1 of M2 gebaseerde iPad beschikt over 8 GB RAM (de meest uitgebreide zelfs 16GB). Om meerdere apps tegelijk te draaien is die 8 GB echter niet altijd genoeg. In dat geval gebruikt iPadOS 16 een truc en ‘leent’ het geheugen van de interne opslagruimte (SSD). Voor de techneuten onder ons: inderdaad, het aloude ‘swappen’. Wat je dan ook ziet gebeuren bij gebruik van Stage Manager, is dat je ineens een flink stuk opslagruimte ‘kwijt’ kunt raken. Denk aan bijvoorbeeld 10 GB of meer. Op een iPad met ruim voldoende vrije opslag is dat geen probleem, maar heb je een iPad met minder opslag (denk aan 128 GB) die flink gevuld is met apps en documenten, dan loop je wellicht tegen de grenzen aan. Gelukkig geldt wel, dat na een tijdje die opslag (natuurlijk) weer wordt vrijgegeven.

Onderdelen slepen tussen apps en app-groeps maken

Praktisch is, dat je makkelijk content van de ene naar de andere app binnen Stage Manager-vensters kunt slepen. Plaatje invoegen in Word? Kwestie van slepen uit de app Foto’s naar de plek in het geopende Word-document waar je de afbeelding wilt plaatsen. Ben je vaak met teksten én afbeeldingen bezig, dan is dit absoluut ideaal. Ook links uit websites kun je zo snel in een document slepen. Waar je even aan moet wennen is het ‘vensterbeheer’. Om meerdere vensters over elkaar heen te leggen, sleep je vanuit het overzicht aan lopende apps een app over een al in beeld staande app heen. Dat overzicht roep je op door met je muis naar de linkerrand van het scherm te bewegen, of door vanuit de linkerrand naar rechts te vegen. Je maakt nu een app-groep, bestaande uit twee of meer ‘gekoppelde’ apps. Dat is iets waar je even aan moet wennen. Maar het is wat we gekregen hebben van Apple, en dus moeten we het ermee doen.

Content slepen is nu heel makkelijk geworden.

Meer scherminhoud: de weergavemodus aanpassen

Een nadeel van Stage Manager is, dat informatie in vensters soms nogal onpraktisch groot wordt qua afmetingen. Heb je een iPad met een wat groter scherm, dan kun je overwegen om een andere weergavemodus in te stellen. Ook deze truc werkt alléén op iPad’s met een M-SoC. Start de app Instellingen en tik of klik op Scherm en helderheid. Selecteer de optie Meer ruimte en tik op Gereed, gevolgd door een tik op Gebruik meer ruimte ter bevestiging. De iPad wordt nu herstart (of beter: het onderdeel dat de bureaubladweergave regelt wordt herstart) en je ziet ineens veel meer informatie in beeld! Dit betekent wel dat elementen in beeld kleiner worden. Inclusief tekst op bijvoorbeeld een webpagina, de pictogrammen op het startscherm en de begeleidende teksten. Het kan zijn dat het voor jou allemaal net een tikje te klein wordt; dan kun je altijd weer op als hierboven beschreven manier terugkeren naar de standaardweergave van je iPad. Alleen kies je dan niet voor de optie Meer Ruimte, maar voor Standaard.

Wat deze ‘ruimere’ weergave vooral interessant maakt, is een op stapel staande functie van iPadOS 16. Namelijk de mogelijkheid tot het gebruiken van externe beeldschermen. In dat geval heb je een groter schermoppervlak tot je beschikking, waardoor je geen ‘last’ hebt van de kleinere weergave.

Goed om te weten

Nog wat handige weetjes. Je kunt vensters slepen door ze – net als bijvoorbeeld in Windows of macOS – te slepen met de bovenrand. Helemaal vrij slepen kan niet, het geheel wordt door Stage Manager geordend. Ook tref je aan apps in Stage Manager-modus een knop  aan midden boven in het venster. Klik hierop, en je krijgt diverse handige opties te zien. Zoals Schermvullend, waarmee een venster weer op de oude beeldvullende manier getoond wordt. Dat is bijvoorbeeld praktisch bij beeldbewerking waarbij je liefst zoveel mogelijk schermoppervlak tot je beschikking hebt. Maar in deze beeldvullende modus zie je rechtsonder in beeld wel het handgreepje waarmee je het venster desgewenst weer kleiner kunt slepen. Verder geldt dat Stage Manager eigenlijk het best tot z’n recht komt met een toetsenbord en muis. Verder zijn apps via  snel te sluiten. Je kunt je iPad dan gebruiken als meer serieuze vervanger voor een laptop. Hopelijk gaan we ooit nog eens de mogelijkheid zien om macOS-apps op de iPad te draaien. Technisch gezien moet dat nu goed te doen zijn. De SoC in de iPad Pro en Air is immers exact hetzelfde als die in de nieuwe generatie MacBooks.

Je kunt de inhoud van een venster schermvullend laten weergaven.

Al doende leert men

Tot slot de gouden tip: gun jezelf de tijd om te wennen aan Stage Manager. Het is (nog?) geen perfecte oplossing voor vrij beheer van vensters. Het geheel hinkt een beetje op twee benen, filosofieën zo je wilt. Uiteindelijk zal het geheel vast verder ontwikkeld gaan worden, of dat hopen we dan toch. Zoals de optie nu functioneert is het met name interessant voor de groep mensen die veel tussen apps schakelt en informatie tussen apps uitwisselt. Omdat uitschakelen geen enkel probleem is – een klik op de in het begin genoemde knop in het Bedieningspaneel volstaat – kun je je iPad dus Stage Manager-loos ‘traditioneel’ gebruiken in bijvoorbeeld de trein, om webpagina’s te lezen, of een eBook. Voor serieus werk koppel je muis en toetsenbord en switch je naar venstermodus.

▼ Volgende artikel
Je muur als canvas: slimme lichteffecten met de Philips Hue Play wall washer
© Philips
Zekerheid & gemak

Je muur als canvas: slimme lichteffecten met de Philips Hue Play wall washer

Op zoek naar slimme verlichting die méér doet dan alleen een kamer verlichten? De nieuwe Philips Hue Play wall washer projecteert kleurrijke lichteffecten op je muur en tilt sfeer naar een hoger niveau, ideaal voor films, muziek en ontspannen avondjes.

Een lege muur is vaak gewoon… nou ja, leeg. Praktisch misschien, maar niet echt spannend. Daar wil Philips Hue met de nieuwe Play wall washer iets aan veranderen. Deze compacte designlamp projecteert een kleurrijk lichtspel op je wand, waarmee je in één beweging sfeer aan je kamer toevoegt. Van subtiele achtergrondverlichting tot passende effecten tijdens een film of game, de wall washer is verrassend veelzijdig.

©Philips

Lavalamp 2.0: licht dat meer doet dan verlichten

De Philips Play wall washer is ontworpen om je muren tot leven te brengen. Dankzij een nieuwe techniek, ColorCast genaamd, ontstaan vloeiende kleurverlopen die echt iets doen met de ruimte. Het licht voelt rijk en dynamisch aan, alsof je muur zelf begint te ademen. Sluit je de lamp aan op je Hue-entertainmentsysteem, dan reageert het licht bovendien op wat je kijkt of luistert – of dat nu een film is, een game of je favoriete playlist.

Ook lezen: Review Philips Hue Play Gradient Lightstrip - duur, maar wel leuk

Je bepaalt zelf hoe groot het projectiegebied moet zijn: zet je de lamp dichter bij de muur, dan krijg je een strakke lichtbundel; plaats je hem verder weg, dan spreidt het effect zich breder uit. Via de Hue-app stel je alles eenvoudig in, inclusief richting, helderheid en de snelheid waarmee de kleuren worden afgewisseld.

©Philips

Designlamp met een slimme binnenkant

Wat meteen opvalt, is dat de lamp zelf geen aandacht opeist. De behuizing is strak, mat en gemaakt van aluminium – geen plastic spul dus. In zwart of wit past hij moeiteloos in een modern interieur. Het projectievenster is transparant en subtiel, zodat het vooral het licht is dat de show steelt. Daardoor ervaar je de wall washer meer als een designobject dan als tech-gadget.

De lamp werkt naadloos samen met het Hue-ecosysteem. Of je nu gebruikmaakt van een afstandsbediening, je smartphone of je stem via Siri, Alexa of Google Assistant, alles werkt zoals je mag verwachten van Hue. De wall washer is bovendien volledig compatibel met accessoires zoals de Hue HDMI Sync Box en de desktop-apps voor pc en tv.

Een vleugje AI in je verlichting

Tegelijk met de lamp lanceert Philips Hue ook zijn eerste AI-assistent. Die denkt bijvoorbeeld met je mee over de juiste sfeer. Je zegt of typt bijvoorbeeld 'gezellige avond' of 'ochtendenergie' en de assistent kiest automatisch een bijpassende lichtscène, of stelt er zelf eentje samen als er nog geen goede match is.

De AI werkt voorlopig alleen als je de Hue-app op Engels hebt staan en is beschikbaar in Nederland, België en Luxemburg. Andere landen volgen later dit jaar.

Niet goedkoop, wel doordacht

Met een prijs van 199,99 euro (en 349 euro voor een 2-pack) voor een enkele lamp is de wall washer duidelijk bedoeld als luxe toevoeging, niet als basisverlichting. Maar als je van sfeer, detail en controle houdt én je hebt al wat spullen van Philips Hue hangen, dan is dit een opvallend compleet pakket. De combinatie van slim licht, subtiel design en – nou ja, laten we het creatieve vrijheid noemen, maakt deze lamp interessant voor iedereen die meer uit z'n lege muren wil halen.

Meer informatie is te vinden op de site van Philips Hue.

▼ Volgende artikel
Zelf je tv kalibreren: kan dat eigenlijk (en zo ja, hoe?)
© Robert Daly/KOTO
Huis

Zelf je tv kalibreren: kan dat eigenlijk (en zo ja, hoe?)

Kijk je graag films of series zoals ze bedoeld zijn? Dan heb je vast weleens gehoord dat je je televisie moet kalibreren. In professionele kringen is dat dé manier om kleur, contrast en helderheid perfect af te stemmen. Maar hoe haalbaar is dat voor thuisgebruik? En wat kun je zelf doen om het beeld te verbeteren zonder dure meetapparatuur?

Dit ga je lezen

In dit artikel leggen we uit wat kalibratie precies inhoudt, waarom het zo lastig is om zelf te doen, en welke eenvoudige instellingen je wél kunt aanpassen voor beter beeld. Ook bespreken we hoe je dit aanpakt bij deze televisiemerken: Samsung LG Sony Philips Panasonic TCL Hisense

Lees ook: Tv direct na aankoop laten kalibreren: zinvol of niet?

Wat is een gekalibreerd beeld?

Een gekalibreerd beeld voldoet aan internationale normen voor helderheid, kleur en contrast. Zo zie je wat de regisseur of producent voor ogen had. Bij nieuws en sport vertaalt dat zich in natuurlijke kleuren, met name bij huidskleuren. Onze ogen herkennen die immers feilloos. Films zijn wat lastiger, omdat makers vaak opzettelijk een bepaalde kleurtoon gebruiken – neem bijvoorbeeld een film als The Shape of Water, die bewust groenig is. Juist dan is een goede afstelling belangrijk. Alleen dan zie je alle details in donkere scènes en blijft de sfeer van het beeld overeind.

Zelf kalibreren: kan dat eigenlijk?

Ja, maar het is niet eenvoudig. Je hebt gespecialiseerde apparatuur nodig zoals een kleurmeter, software en een patroongenerator. Dat kost je al snel honderden tot duizenden euro's. Daarnaast moet je metingen correct uitvoeren en de data goed kunnen interpreteren. Er is online wel hulp te vinden, maar het blijft ingewikkeld. Voor de meeste mensen is zelf kalibreren daarom geen realistische optie, tenzij je er diep induikt als hobby.

Wat kun je dan wél doen?

Met de juiste instellingen kom je verrassend dicht in de buurt van een gekalibreerd resultaat. Zo'n 90 tot 95 procent, en dat zonder extra apparatuur.

Begin met het kiezen van de juiste beeldmodus. Zet je televisie op Film, Bioscoop, Cinema of – bij Sony – op Professioneel. Heeft je tv een Filmmaker Mode? Gebruik die dan. Voor sport is het prettig om de optie voor vloeiender beeld in te schakelen. Die vind je onder Motion- of Beweging-instellingen. Games speel je het beste in Game- of Spelmodus.

Beeldmodi zoals Film of Filmmaker Mode zijn vaak wat donkerder ingesteld. Pas de helderheid aan via opties als Achtergrondverlichting, OLED-helderheid of Helderheid. Activeer ook de lichtsensor, zodat de tv zich automatisch aanpast aan het omgevingslicht.

Wat is Filmmaker Mode en waarom zou je dit gebruiken?

Sommige televisies bieden een speciale beeldinstelling genaamd Filmmaker Mode. Deze modus is ontwikkeld in samenwerking met filmmakers en studio's, met als doel het beeld precies zo weer te geven als bedoeld. Alle nabewerking zoals ruisonderdrukking, verscherping of bewegingscompensatie wordt uitgeschakeld. Kleuren, contrast en beeldverhoudingen blijven ongemoeid. De beeldinstelling schakelt automatisch in als je televisie de juiste metadata in een film of serie herkent. Werkt dat niet automatisch, dan kun je de modus handmatig selecteren. Je vindt hem meestal tussen de beeldmodi, net als de opties voor Film of Cinema. Niet elke televisie biedt deze stand, maar steeds meer merken ondersteunen hem – vooral in de midden- en hogere prijsklasse. Filmmaker Mode is bedoeld voor standaardbeeld (SDR), maar je kunt dezelfde filosofie toepassen op HDR-beelden. Kies in dat geval de Film-modus voor HDR-bronnen. Kijk je naar iets in Dolby Vision, dan is 'Dolby Vision Donker' of 'Dolby Vision IQ' meestal de beste keuze. Die modi respecteren grotendeels de oorspronkelijke kleurinstellingen, maar houden ook rekening met de omgeving waarin je kijkt.

©Eric Beeckmans


Ook interessant: Zo kies je de ideale televisie voor jouw woonkamer

Verschillende instellingen voor overdag en 's avonds

Het licht in je kamer verandert flink gedurende de dag. Bij veel daglicht kun je baat hebben bij een iets fellere helderheid, terwijl 's avonds een zachter beeld prettiger is voor je ogen. Hoewel de lichtsensor dit automatisch kan regelen, kun je ook zelf twee aparte beeldmodi instellen: een voor overdag en een voor 's avonds.

De meeste tv's laten je per ingang of beeldbron afzonderlijk instellingen opslaan. Je zou bijvoorbeeld de HDMI-poort van je mediabox kunnen instellen op een felle variant van de Film-modus, en de ingebouwde streaming-apps juist op een zachtere versie. Ook kun je sommige instellingen kopiëren of opslaan als aangepaste modus.

Zo schakel je snel tussen twee beelden die aansluiten bij de sfeer en verlichting in je kamer, zonder steeds handmatig de helderheid of kleur aan te passen.

©Eric Beeckmans

Waarom die lichtsensor zo belangrijk is

Je ogen nemen kleuren en contrast anders waar bij veel of weinig licht. Overdag lijken donkere scènes soms flets, terwijl diezelfde scènes in een verduisterde kamer ineens veel detail tonen. De lichtsensor past het beeld automatisch aan op basis van het omgevingslicht. Opties voor helderheid en donkere details mag je activeren. Soms zijn er ook opties om de kleurtemperatuur automatisch aan te passen; die raden we af.

Zo stel je de lichtsensor in per merk
  • Samsung: Instellingen, -> Algemeen en Privacy, -> Aan/uit en spaarstand, Helderheidsoptimalisatie.
  • LG: Instellingen, -> Algemeen, -> Energiebesparing; zet de Energiebesparingsstap op Automatisch.
  • Sony: Instellingen, -> Weergave en geluid, -> Beeld, -> Omgevingslichtsensor. Zet deze aan, en activeer Automatisch Luminantieniveau.
  • Philips: Instellingen, -> Weergave en Geluid, -> Beeld, -> Optimalisatie lichtniveau.
  • Panasonic: Hoofdmenu, -> Beeld, -> Instellingen omgevingssensor.
  • TCL: Instellingen, -> Beeld en geluid, -> Intelligente instellingen -> Intelligent beeld, -> Aanpasbare helderheid.
  • Hisense: Instellingen, -> Beeld, -> Achtergrondverlichting -> Automatische Lichtsensor.

Wat je beter niet kunt doen

Laat instellingen rond kleur en contrast zoveel mogelijk met rust. Die zijn bedoeld voor professionele afstelling en kunnen je beeld ook verslechteren. Instellingen voor scherpte en bewegingsscherpte zijn minder risicovol: daarmee kun je rustig experimenteren. Als het resultaat tegenvalt, kun je altijd de beeldmodus terugzetten naar de fabrieksinstellingen.

Geef jezelf even de tijd

Een tv die goed staat afgesteld oogt in het begin misschien wat vlak of flets. Maar na een paar dagen wennen merk je dat het beeld rustiger, natuurlijker en prettiger is om naar te kijken. Zet je het daarna terug naar de oorspronkelijke modus, dan lijkt het al snel te fel en te overdreven scherp. Dus neem even de tijd. Met een beetje geduld geniet je dan van beeld zoals jij dat het mooist vindt!