ID.nl logo
Infraroodverwarming: dit zijn de voor- en nadelen
© magraphics - stock.adobe.com
Energie

Infraroodverwarming: dit zijn de voor- en nadelen

Het is dé trend van de laatste maanden: een infraroodpaneel om bijvoorbeeld je werkplek op te warmen of voor wat extra comfort in de badkamer. In een extreem goed geïsoleerd huis zou het zelfs als hoofdverwarming kunnen dienen. Als je zonnepanelen hebt, is het bovendien een enorm duurzame manier van verwarmen. Ook kun je energie besparen, omdat bijvoorbeeld de centrale verwarming een paar tandjes lager kan. Niet iedereen is bekend met de (on)mogelijkheden van infraroodverwarming en er zijn een hoop misvattingen. Daarom zetten we in dit artikel alle voor- en nadelen van infraroodverwarming voor je op een rijtje.

De overheid ziet graag dat we allemaal van het gas af gaan. Gas wordt immers duurder en op termijn zelfs beperkt beschikbaar. Daarom vind je in nieuwbouwwoningen de laatste jaren geen gasaansluiting meer. Elektrisch verwarmen wordt in de toekomst dus steeds meer de norm. Maar nu al zoeken mensen vanwege de hoge gasprijzen naar alternatieve manieren om het huis te verwarmen. Een warmtepomp is vanwege het zeer hoge rendement het meest zuinig, maar vergt ook veel aanpassingen en is een forse investering. Daarom kan infraroodverwarming een gunstig alternatief zijn. Het is relatief zuinig, zeker als je het gedoseerd kunt gebruiken. We zetten de voor- en nadelen voor je op een rijtje.

Voordelen

Stralingswarmte

Infraroodverwarming verwarmt niet de lucht, zoals een traditionele verwarming, maar de mensen en objecten in de ruimte. Dat voelt heel comfortabel zolang je in de stralingswarmte zit, zelfs als de luchttemperatuur om je heen lager is. Je plaatst ze daarom in de buurt van waar je zit of staat. Denk aan een bureau, zithoek of in de serre. Ook in een koele ruimte kun je dan comfortabel zitten.

Energiebesparend

Een infraroodpaneel is vaak energiebesparend. In elke ruimte waar je infraroodpanelen toepast, kan de centrale verwarming al snel zo’n 2 graden lager zonder dat je veel aan comfort moet inleveren. In het voorbeeld van de serre hoef je de ruimte zelfs niet of nauwelijks op te warmen om er nog comfortabel te kunnen zitten in het voor- of najaar. Werk je enkele dagen per week thuis op een slecht geïsoleerde zolder, dan brengt een infraroodpaneel ook daar vaak al genoeg warmte. Het kost veel minder energie dan de radiator aan laten staan. Zeker als je alleen thuis bent en daardoor overal de verwarming laag kunt zetten.

©pololia - stock.adobe.com

Je centrale verwarming kan wellicht wat lager als je profiteert van de stralingswarmte van een infraroodpaneel.

Benut je zonnestroom optimaal Als je zonnepanelen hebt en op jaarbasis meer elektriciteit teruglevert aan het net dan je hebt verbruikt, dan krijg je daar een vergoeding voor: de zogenoemde terugleververgoeding. Als die vergoeding relatief laag is, is het vaak gunstiger om het elektrisch ‘op te stoken’, zodat je het gasverbruik kunt beperken. Wil je nog zonnepanelen laten installeren, dan kan dat zelfs een reden zijn om méér panelen te laten installeren dan je nu nodig hebt op basis van je verbruik.

Lage aanschafkosten

Kijken we naar de aanschaf van infraroodpanelen, dan valt op dat ze relatief voordelig zijn in vergelijking met andere vormen van elektrische verwarming. Ook al krijg je er geen subsidie voor. De beschikbaarheid kan wel tijdelijk een probleem zijn, omdat er veel vraag naar is. Het wordt vaak aanbevolen om eerst met één paneel in een bepaalde ruimte te beginnen, zodat je weet wat je er aan hebt en hoe je de warmte ervaart. Verwarming is namelijk altijd heel persoonlijk.

Flexibele plaatsing

Wat plaatsing betreft zien we ook vooral voordelen. Je kunt de installatie eenvoudig zelf doen, als je een beetje handig bent. Er is alleen een stopcontact in de buurt nodig. Als je veel panelen gaat installeren, moet je wel de aansluitwaarde in de gaten houden. Veel panelen kun je gewoon ergens neerzetten. Dan kun je de warmte precies naar de plek brengen waar je er behoefte aan hebt. Ook kun je ze vast aan de muur of het plafond bevestigen.

Moderne afwerking

Infraroodpanelen kunnen bijna onzichtbaar in je interieur worden geïntegreerd. Ze nemen heel weinig plaats in, zeker in vergelijking met standaard radiatoren. Afhankelijk van de toepassing kun je bijvoorbeeld kiezen uit aluminium, glas en keramiek. Er zijn zelfs panelen met ingebouwde spiegel voor in de badkamer en schilderijen waar een infraroodpaneel achter zit. Het optisch wegwerken van de kabels kan wel wat uitdagender zijn. Wellicht kan er bij de bouw van het huis al rekening mee worden gehouden.

Gezondheidsvoordelen

Infraroodpanelen maken gebruik van langgolvige stralen (ongeveer 10 micrometer) die sterk lijken op die van de zon. Die verwarmen de huid, maar dringen er niet in door. Daarom is het niet schadelijk voor de gezondheid. Het zou zelfs gezondheidsvoordelen bieden. Zo geeft het verlichting bij gespannen spieren. Ook blijft de luchtvochtigheid beter in balans bij deze manier van verwarmen.

Omdat niet de lucht maar objecten worden verwarmd, is het temperatuurverschil tussen muur en plafond kleiner dan bij traditionele verwarming. Daardoor is er veel minder luchtcirculatie, en dus ook een veel lagere verspreiding van huisstof en ander fijnstof. Hier hebben astmapatiënten en mensen met allergieën baat bij. En omdat de warmte aan objecten wordt afgegeven, dringt die beter door in muren, die daardoor droger blijven en minder last hebben van schimmelgroei. En hoewel de panelen zelf warm worden, zijn ze veilig om aan te raken.

©candy1812 - stock.adobe.com

De stralen van infraroodpanelen lijken sterk op die van de zon.

Nadelen

Let op je verbruik

Hoewel een infraroodpaneel energiebesparend kan zijn, moet je wel goed op het verbruik letten. De daadwerkelijke besparing zal sterk afhangen van jouw situatie thuis én de manier waarop je de infraroodpanelen gebruikt. Denk aan bijvoorbeeld het aantal vierkante meters dat moet worden verwarmd, de manier waarop je de ruimte nu verwarmt en de mate van isolatie. Ook je levertarieven voor gas en elektriciteit zijn een belangrijke factor, net als de aanwezigheid van zonnepanelen en het eventuele overschot aan stroom op jaarbasis.

Plaatsing kijkt kritisch

Een nadeel van infraroodverwarming is dat de plaatsing en het gekozen vermogen enorm belangrijk zijn. Plaats je bijvoorbeeld een infraroodpaneel boven je bureaublad, dan zullen het bureaublad zelf en je bovenlichaam warm aanvoelen, maar je benen kunnen koud blijven. Dan is soms toch een acceptabele basistemperatuur nodig. Als je een hele ruimte homogeen wilt verwarmen – dus zonder koude zones – met meerdere panelen, moet je ook goed over de plaatsing en het vermogen van panelen nadenken. Als je bij een paneel wegloopt, is de warmte immers ook weg. Je voelt de warmte tot op enkele meters van een paneel. De beste plek is vaak aan het plafond, maar dat maakt de installatie ook weer lastiger.

Soms lange opwarmtijd

Infraroodpanelen hebben een opwarmtijd van gemiddeld zo’n 5 tot 10 minuten. Daardoor geven ze niet direct (genoeg) warmte als je ze aanzet. Dat is lastig in ruimtes waar je maar kort bent. Let hier goed op bij aanschaf en kies waar nodig voor panelen met een kortere opwarmtijd. Dat is handig in bijvoorbeeld de badkamer, wat meestal ook een van de beste plekken is voor een infraroodpaneel.

Extra handelingen

Infraroodverwarming hoeft alleen aan te staan als je daadwerkelijk in de ruimte bent. Het biedt immers vooral stralingswarmte. Het is daarom ook zonde om ze aan te laten staan als je niet in de ruimte bent. Het betekent wel dat je actief op zoek moet naar een oplossing voor het aan- en uitzetten van de panelen of een slimme aansturing. Alleen dan kun je goed besparen. Sommige panelen hebben een eenvoudige aan-uitschakelaar, maar dat is niet altijd praktisch. Veel handiger is bijvoorbeeld een thermostaat met bewegingssensor.

Geen ruimteverwarming!

Zoals aangegeven, zal infraroodverwarming de ruimte zelf niet of in elk geval niet op korte termijn verwarmen. Dat kun je als nadeel zien. Wil je een bepaalde ruimte vorstvrij houden op de koudste dagen van het jaar, zoals een garage of de kas in je moestuin, dan is infraroodverwarming geen optie. Als je een heel goed geïsoleerd huis hebt, dan ligt dat mogelijk anders. Maar ook dan wordt infraroodverwarming niet vaak als hoofdverwarming gebruikt, omdat er zuiniger opties zijn, zoals een warmtepomp.

Interesse in een infraroodpaneel? Hier vind je een aantal interessante modellen op een rij!

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.