ID.nl logo
Zo krijg je Apple CarPlay in de auto
© PXimport
Huis

Zo krijg je Apple CarPlay in de auto

Als je aan Apple denkt, dan denk je waarschijnlijk niet direct aan je auto. Toch zal dat in de komende jaren gaan veranderen, want met CarPlay timmert Apple hard aan de weg in de auto-industrie. Maar wat is het precies en hoe krijg je het in jouw auto?

CarPlay is één van de producten van Apple waarover al jaren geruchten rondzongen, maar waarvan tot op de dag van de aankondiging onduidelijk was of het nu daadwerkelijk bestond of niet. In maart 2014 liet het bedrijf eindelijk officieel weten dat CarPlay bestond (al heette het eerst iOS in the Car). Het duurde daarna nog wel even voor er echt gebruik van gemaakt kon worden. Lees ook: Apple CarPlay nu in Nederland.

Wat is CarPlay

Eigenlijk omschrijft de eerste naam van het product, iOS in the Car, heel erg goed wat CarPlay precies is. Het is overigens een van de weinige producten van Apple waarvoor het bedrijf alleen de software maakt en niet ook de hardware. De beste manier om CarPlay te omschrijven is alsof je je iPhone of iPad in het dashboard van je auto klikt, zodat je toegang hebt tot de diensten van Apple in je auto. Je kunt hierbij denken aan Siri, Kaarten, maar ook muziek en natuurlijk de mogelijkheid om te bellen.

Natuurlijk bevatten vrijwel alle nieuwe auto's dit soort mogelijkheden en zijn er zelfs al jaren auto's op de markt die kunnen samenwerken met de iOS-apparaten van Apple, maar absoluut niet op de manier waarop CarPlay dat doet. We durven zelfs te beweren dat, zodra CarPlay écht beschikbaar is voor alle automobilisten (waarom dit nu niet zo is lees je verderop), het een revolutie zal veroorzaken op het gebied van dashboardsystemen - op dezelfde manier waarop Apple revoluties heeft veroorzaakt in de smartphone-industrie, e-book-industrie, muziekindustrie enzovoort.

©PXimport

CarPlay is Apples manier om iOS in de auto te krijgen.

Waarom is CarPlay zo bijzonder?

Je kunt je afvragen of het nu echt zo indrukwekkend is, de iOS-interface in je auto. Het antwoord is zowel ja als nee. De interface van iOS is voor ons immers allang niet meer revolutionair. We zijn eraan gewend op de iPad en de iPhone. Daardoor is het eenvoudig om te vergeten dat nog niet eens zo heel lang geleden (de iPhone bestaat pas sinds 2007) de interfaces op smartphones (toen nog vooral gewoon mobiele telefoons) een drama waren. Nokia, Sony Ericsson, Motorola; allemaal hadden ze hun eigen besturingssysteem en allemaal hadden ze één ding gemeen: traag, niet intuïtief en ronduit inefficiënt. Daar heeft Apple met iOS eigenhandig een einde aan gemaakt en inmiddels weten we niet beter dan dat de interface van een smartphone gewoon prettig werkt.

©PXimport

Het fijne aan CarPlay is dat het korte metten maakt met die onpraktische interfaces van in-dash-systemen.

De auto-industrie is wat dat betreft te vergelijken met de smartphone-industrie van voor 2007. Vrijwel alle nieuwe auto's (binnen een bepaalde prijsklasse uiteraard) hebben inmiddels een infotainmentsysteem. Daarin zit gps ingebouwd en heb de mogelijkheid om je smartphone te koppelen zodat je muziek kunt afspelen via het systeem of kunt bellen via de luidsprekers in je auto, zonder dat je daar nog een aparte handsfree-set voor nodig hebt. Er is echter één probleem: enkele uitzonderingen daargelaten zijn dit soort systemen verschrikkelijk als het om de interface gaat. De bediening is traag, niet intuïtief, het navigatiesysteem is niet half zo handig en modern als dat van TomTom of Apple Maps, en na het synchroniseren van vijf contactpersonen zit het geheugen vol.

Hier wilde Apple iets doen, en dat doen ze op een erg eenvoudige manier. Het brengt namelijk het besturingssysteem dat alle Apple-gebruikers al jaren gebruiken - waar ze aan gewend zijn en dat zich heeft bewezen als efficiënt en gebruikersvriendelijk - over naar de auto. En dat is dus waar CarPlay punten gaat scoren en waarom het zo bijzonder is. Niet alleen voor de gebruikers van CarPlay zelf, maar ook voor de concurrenten, die zich nu genoodzaakt zullen voelen om eindelijk eens iets aan die verschrikkelijke interfaces te doen. Om weer even die vergelijking te trekken: niet lan na de iPhone kwamen immers de Android-telefoons, simpelweg omdat de concurrentie niet kon en wilde achterblijven.

©PXimport

CarPlay brengt bijvoorbeeld Siri en Apple Maps in je auto, hoe handig is dat?

CarPlay en je iPad

Hoe handig CarPlay ook mag zijn, er is wel één maar: je hebt er, op de navigatiefunctie na, niet zo veel aan als je geen iOS-apparaat in je auto hebt. Wanneer je bijvoorbeeld je iPad meeneemt in de auto (en dan bij voorkeur wel eentje met een mobiele dataverbinding), dan kun je CarPlay onder andere gebruiken om berichten te versturen (via Siri), om muziek te streamen vanaf je iPad, om Podcasts te luisteren enzovoort. Siri is daarbij geoptimaliseerd voor gebruik in de auto en begrijpt dat het niet de bedoeling is dat je naar het display staart, dus alle commando's kun je met je stem afhandelen. Heb je een iPhone op zak, dan kun je CarPlay ook gebruiken om te bellen.

Het handige van de navigatie is overigens dat het systeem dankzij CarPlay een lijst heeft met contactpersonen, waardoor je dus heel gemakkelijk kunt zeggen: Siri, plan een route naar Martine (ervan uitgaande dat je haar adres in je iPad hebt). Kortom: CarPlay is vooral een leuke ontwikkeling voor mensen die al een Apple-apparaat bezitten (gelukkig zijn dat er aardig wat).

©PXimport

Vanaf je CarPlay-systeem heb je toegang tot functionaliteiten van je iPad.

Welke auto's hebben CarPlay?

Zoals je verderop in dit artikel kunt lezen is het mogelijk om CarPlay in je auto in te (laten) bouwen. Maar ben je nu toch al van plan een nieuwe auto te kopen en wil je dat CarPlay daar direct bij zit? De enige manier om dat voor elkaar te krijgen, is door een auto te kopen die écht net de fabriek uit komt rollen. In 2014 waren er slechts vijf merken die auto's verkochten met CarPlay, te weten Ferrari, Mercedes-Benz, Honda, Volvo en Hyundai. Nu kunnen we ons voorstellen dat je geen geld hebt voor een Ferrari of Mercedes, dus is het goed om te weten dat er in 2015 maar liefst 27 automerken bij zijn gekomen die CarPlay ondersteunen, waaronder Alfa Romeo, Fiat, Ford, Citroën, Kia, Renault, Suzuki, Toyota en Volkswagen. Kortom, als je tóch een nieuwe auto gaat kopen, is het goed om dit even in je achterhoofd te houden.

©PXimport

Wil je een auto met CarPlay, dan zul je echt de nieuwste modellen moeten aanschaffen.

CarPlay in je huidige auto

Tot voor kort was dit artikel nogal een dooddoener geweest. Want nadat we je enthousiast hadden gemaakt over CarPlay, hadden we je moeten vertellen dat het niet mogelijk was om gebruik te maken van het systeem, tenzij je een van de eerdergenoemde nieuwe auto's aanschafte waarin CarPlay al is ingebouwd. Gelukkig hoeven we je nu niet meer teleur te stellen! Inmiddels zijn er diverse after-market-oplossingen voor CarPlay, wat betekent dat er apparaten zijn die je kunt inbouwen waarmee je de CarPlay-functionaliteit toevoegt aan je huidige auto.

©PXimport

Als je wilt, kun je CarPlay zelf inbouwen, maar eenvoudig is dat niet.

Problemen

Helaas is het inbouwen van een dergelijk systeem niet altijd zo eenvoudig als het misschien klinkt. Althans, het hangt een beetje af van wat voor soort auto je hebt, en dan met name van wat voor soort infotainmentsysteem je op dit moment aan boord hebt. Wrang genoeg: hoe duurder de auto, hoe ingewikkelder het wordt om deze van CarPlay te voorzien. De reden daarvoor is heel eenvoudig: als je een auto hebt die alleen beschikt over een autoradio die verder niets doet, is het zeer eenvoudig om die autoradio eruit te wippen en te vervangen voor een systeem dat CarPlay ondersteunt. Hoe meer je huidige infotainmentsysteem kan, des te lastiger wordt het om het CarPlay-systeem in plaats daarvan in te bouwen.

Denk bijvoorbeeld maar eens aan infotainmentsystemen die je in staat stellen om te bellen via de luidsprekers, die je toegang geven tot een camera aan de achterkant zodat je nergens tegenaan rijdt, die je kunt bedienen via het stuur enzovoort. Bij dit soort systemen is het echt niet zomaar een kwestie van oude systeem eruit, nieuwe systeem erin: álles moet worden doorgelust, voor zover dat al mogelijk is. Wanneer je naar een specialist gaat op dit gebied, hoeft dat je echt geen fortuin te kosten (afhankelijk van de complexiteit en de partij tussen de 99 en 299 euro), maar zelfs dan kun je nog tegen vervelende problemen aanlopen. Zo trachtten wij een Pioneer-systeem met CarPlay in onze Citroën C3 in te bouwen, en kregen we doodleuk te horen dat dat niet kon omdat er geen frontje was om het ding op z'n plaats te houden. Van 3D-printen hebben de meeste technici blijkbaar nog niet gehoord.

©PXimport

Om CarPlay in te bouwen, heb je een compatibele auto nodig, zoals de Citroën C4 Cactus.

Welke systemen ondersteunen CarPlay?

Heb jij een auto die niet zo ingewikkeld is qua infotainmentsysteem, of heb je het er wel voor over om de trukendoos open te trekken voor wat Apple-functionaliteit in je auto? Dan wil je wel weten wat je precies moet kopen. Op dit moment moet je vooral kijken bij het merk Pioneer, want dát is toch wel het merk dat helemaal los is gegaan op het integreren van CarPlay binnen z'n systemen. We lichten er een paar uit.

Pioneer AVIC-8100NEX

Dit in-dash-systeem van Pioneer heeft een WVGA-display van 7 inch met een resolutie van 800 x 480. Het is een multitouch-scherm, zodat je de interface van iOS in al z'n facetten kunt gebruiken, waaronder het pinch-to-zoom onderdeel (al zijn dat zaken waar je tijdens het rijden niet mee bezig moet zijn). Mocht je het autorijden nog wat gevaarlijker willen maken, dan is het fijn om te weten dat de AVIC-8100NEX ook de mogelijkheid bevat om dvd's af te spelen. In Europa hebben we dit model nog niet voorbij zien komen, maar in de Verenigde Staten betaal je er 800 dollar voor. Je moet er dus wel wat voor over hebben.

©PXimport

Pioneer SPH-DA120

Wil je toch graag iets minder uitgeven, ga dan voor dit 6inch-model van Pioneer. Hij is verkrijgbaar voor circa 400 euro. De resolutie is hetzelfde, en je krijgt dezelfde mogelijkheden op het gebied van CarPlay, maar het systeem bevat geen cd-sleuf, dus je kunt er geen cd's of dvd's mee afspelen. Wat ons betreft geen schande, want wie heeft cd's nodig als alle muziek op je iPad staat?

©PXimport

Parrot RNB6

Wil je graag CarPlay, maar liever niet van Pioneer, dan zul je nog even moeten wachten. Bijvoorbeeld tot de Parrot RNB6 later dit jaar op de markt komt. Dit in-dash-systeem, dat de 'Best Innovation Award' won tijdens de CES 2015, heeft een 7inch-scherm dat multitouch. Interessant aan dit systeem is dat het ook informatie uit de andere systemen van de auto kan uitlezen, waardoor het bijvoorbeeld ook mogelijk wordt om een dashcam aan te sluiten. Een adviesprijs is nog niet bekend, maar reken erop dat je er meer voor zult betalen dan het duurste Pioneer-systeem in dit overzichtje.

©PXimport

Werkt Apple aan een AppleCar?

Omdat Apple meestal de software én de hardware van producten maakt, vragen veel mensen (vooral in de auto-industrie) zich af: is Apple in het diepste geheim bezig aan het bouwen van een heuse AppleCar? Een echt antwoord kunnen wij daar natuurlijk niet op geven, maar er is wel informatie waaruit we veel kunnen afleiden. We zijn er absoluut van overtuigd dat Apple bezig is met het idee voor een AppleCar. Immers, het bedrijf is altijd op zoek naar nieuwe segmenten die het kan betreden, en de automarkt is in veel opzichten een interessante markt. Al was het alleen maar om het aspect van de interfaces waar we het eerder in dit artikel over hebben gehad. Zeker nu we aan de vooravond staan van een revolutie op het gebied van zelfrijdende auto's, is hier voor Apple veel winst te behalen.

Maar denken wij dat Apple op dit moment ook echt een auto aan het bouwen is? Nee, wij zien dit in elk geval in de komende drie jaar nog geen realiteit worden. Apple is heel erg goed in het bewaren van geheimen, maar toch is de afgelopen drie/vier jaar vrijwel alle informatie over de iPhone, iPad en zelfs de Apple Watch uitgelekt. Voornamelijk via de partners waarmee Apple samenwerkt. En tenzij Apple op z'n nieuwe Campus II een geheime autofabriek heeft gebouwd, zal het voor een AppleCar toch echt de samenwerking moeten aangaan met partners ... en dan zou er allang iets zijn uitgelekt. Kortom, we zijn er absoluut van overtuigd dat Apple werkt aan een eigen auto - er zijn zelfs geruchten dat het bedrijf mensen heeft weggekocht bij Tesla - maar als dat zo is, dan bevindt dit project zich in een fase waarbij het net zo eenvoudig in de prullenbak gegooid kan worden als dat het doorgang kan vinden. Die auto van Apple komt er uiteindelijk wel, maar niet op korte termijn.

©PXimport

Het gerucht gaat dat Apple aan een eigen auto werkt.

▼ Volgende artikel
Review Xiaomi Pad 7 Pro – Voor een brede doelgroep
© Wesley Akkerman
Huis

Review Xiaomi Pad 7 Pro – Voor een brede doelgroep

De Xiaomi Pad 7 Pro is een krachtige en capabele Android-tablet met een prijskaartje vanaf 489 euro. Daar krijg je het model met 8 GB werkgeheugen en 256 GB opslagruimte voor; als je 589 euro betaalt, dan krijg je respectievelijk 12 en 512 GB.

Goed
Conclusie

Het gebrek aan echt unieke AI-functies zal veel mensen een zorg zijn. Als je niets met dat soort functies hebt, dan kan het juist goed zijn om te investeren in de Xiaomi Pad 7 Pro. Andere redenen daarvoor zijn de krachtige processor, de prima accuduur en het sobere doch strakke ontwerp. Het scherm zou beter kunnen, maar als je binnen blijft, hoeven er geen problemen te zijn. Het updatebeleid is overigens wel echt ondermaats. Dat is het grootste struikelblok momenteel: voor de rest is dit een prima tablet voor een brede doelgroep.

Plus- en minpunten
  • Goede processor
  • Redelijke batterijduur
  • Doeltreffend display
  • Snel opladen
  • Fijn formaat
  • Weinig AI-functies
  • Lcd-scherm laat te wensen over
  • Prijzige accessoires
  • Weinig AI-functies
  • Sober ontwerp

Wat je van de Xiaomi Pad 7 Pro mag verwachten, hangt sterk af van wat je ermee wilt doen. Gebruik je 'm vooral om te streamen, scrollen of wat licht werk te verrichten, dan zit je met het basismodel goed. Maar wil je de tablet echt als werkmachine gebruiken? Dan loont het om zo’n honderd euro extra te investeren in accessoires zoals het toetsenbord en de stylus.

Beide zijn nog niet officieel op de Nederlandse Xiaomi-site verschenen, maar de prijzen lijken rond de 80 euro voor het toetsenbord en 70 euro voor de stylus te liggen. Niet goedkoop, maar vergelijkbaar met accessoires voor concurrerende modellen zoals de OnePlus Pad 2.

Er lijken overigens twee toetsenbordvarianten te bestaan: eentje met touchpad en eentje zonder. Wij testten de versie zonder touchpad. Daarmee kun je prima typen, maar de bediening verloopt dan verder via het touchscreen, de stylus of eventueel een externe muis via de usb-c-aansluiting.

Gebruik op schoot is verrassend prettig: het geheel voelt stabiel aan en kantelt niet naar achteren. Ook op tafel of aan een bureau kun je er comfortabel mee werken. Het toetsenbord voegt daarmee echt iets toe – zeker als je de tablet regelmatig productief inzet.

©Wesley Akkerman

Krachtig en courant

De Xiaomi Pad 7 Pro draait op de Qualcomm Snapdragon 8s Gen 3 – een iets lichtere variant van de high-end chip uit 2023 en sinds begin 2024 op de markt. Deze processor levert ruim voldoende kracht voor dagelijkse taken, browsen, tekstverwerken en zelfs de meeste Android-games. Voor zwaardere toepassingen zoals videobewerking is het nét niet de ideale keuze, maar met de juiste apps is het zeker mogelijk. Wel belangrijk om te weten: bij intensief gebruik wordt het apparaat behoorlijk warm.

Het ontwerp is strak, functioneel en onopvallend. Je zou het zakelijk kunnen noemen, al mist het net dat beetje flair waarmee andere merken zich weten te onderscheiden. Op één detail na: de aansluiting voor de toetsenbordhoes zit in een hoek van het toestel, in plaats van in de rand – zoals je bij concurrenten als Samsung, Lenovo of OnePlus vaak ziet. Dat oogt wat minder elegant, al kijk je er zelf zelden tegenaan. Verder doet het ontwerp gewoon wat het moet doen, zonder veel poespas.

©Wesley Akkerman

Goed genoeg voor binnenshuis

Met zijn 11,2 inch lcd-scherm zit de Xiaomi Pad 7 Pro precies op de grens tussen handzaam en serieus werkbaar. Hij is compact genoeg voor op schoot of voor een relaxte sessie op de bank. Het scherm biedt een scherpe resolutie van 3200 bij 2136 pixels, wat zorgt voor een prettige kijkervaring bij films, series en games. De kleuren zijn oké, maar missen wat levendigheid en contrast. Ook de helderheid is niet overweldigend, maar ruim voldoende zolang je binnen blijft. Positieve noot: de verversingssnelheid van 144 Hz maakt het scrollen en gamen heerlijk soepel, en dankzij de 3:2-verhouding heb je lekker veel ruimte om te lezen, typen of multitasken.

Onder de motorkap vind je een accu van 8850 mAh. Dat is niet uitzonderlijk voor een tablet van dit formaat, maar voldoende om een dag door te komen – mits je je bezighoudt met lichte taken zoals tekstverwerken of fotobewerking. Opladen gaat gelukkig razendsnel: met 67 watt zit je in een half uur op zo'n 60 procent, en na een uurtje is de batterij weer vol. Ideaal als je snel nog wat extra sap nodig hebt voor onderweg of een werksessie.

©Wesley Akkerman

Coole software, maar…

De Xiaomi Pad 7 Pro draait op Android 15, met daaroverheen HyperOS – Xiaomi's eigen softwareschil, die je ook terugziet op toestellen als de Xiaomi 15 Ultra. Het systeem is vooral gericht op naadloze samenwerking tussen Xiaomi-apparaten. Heb je bijvoorbeeld ook een Xiaomi-telefoon, dan kun je eenvoudig meldingen synchroniseren, het klembord delen, apps heen en weer gebruiken en zelfs de camera's van beide apparaten combineren voor een extra camerahoek tijdens het livestreamen.

Qua gebruikservaring biedt HyperOS op de tablet wat je inmiddels mag verwachten. Je kunt werken met meerdere vensters (tot vier tegelijk), onderaan staat een dock met veelgebruikte apps, en multitasking verloopt soepel. Allemaal prima, maar niet bijzonder.

Wat wel opvalt: de softwareondersteuning is aan de magere kant. De Pad 7 Pro krijgt slechts twee Android-upgrades en drie jaar beveiligingsupdates. Voor een Pro-model is dat ronduit karig – zeker aangezien het reguliere model vier Android-versies en zes jaar beveiligingspatches krijgt. Ook staan er standaard enkele Xiaomi-apps op die je misschien niet direct nodig hebt, al is dat inmiddels bij vrijwel elk Android-merk gangbaar.

©Wesley Akkerman

Beperkingen in AI en kleine ergernissen

Op het gebied van AI-mogelijkheden stelt de Xiaomi Pad 7 Pro enigszins teleur. Je kunt aan de slag met Google Gemini en Circle to Search, wat basisfunctionaliteit biedt, maar daar houdt het grotendeels op. Voor andere AI-functies binnen Xiaomi's eigen apps ben je aangewezen op plug-ins die alleen werken als je ook een Xiaomi-account hebt. Fotobewerking werkt redelijk, al gaat het – net als bij de Xiaomi 15 Ultra – niet altijd vlekkeloos. Zo zie je soms duidelijk sporen van een opvulfunctie, en ondersteuning voor Nederlandse taal ontbreekt volledig.

Ook zijn er wat kleinere details die in de praktijk kunnen storen. Het hoesje dat wij meekregen blokkeert deels de vingerafdrukscanner, waardoor je je vinger schuin moet houden om goed contact te maken. Het uit de behuizing stekende camera-eiland zorgt er bovendien voor dat de tablet wiebelt wanneer je hem plat op tafel legt. En met een gewicht van 500 gram is hij niet bijzonder zwaar, maar bij langdurig gebruik – zeker op schoot of als je hem gewoon vasthoudt – voel je het gewicht wel degelijk.

©Wesley Akkerman

Xiaomi Pad 7 Pro kopen?

Het gebrek aan echt unieke AI-functies zal veel mensen een zorg zijn. Als je niets met dat soort functies hebt, dan kan het juist goed zijn om te investeren in de Xiaomi Pad 7 Pro. Andere redenen daarvoor zijn de krachtige processor, de prima accuduur en het sobere doch strakke ontwerp. Het scherm zou beter kunnen, maar als je binnen blijft, hoeven er geen problemen te zijn. Het updatebeleid is overigens wel echt ondermaats. Dat is het grootste struikelblok momenteel: voor de rest is dit een prima tablet voor een brede doelgroep.

▼ Volgende artikel
Nieuwe wasdroger? Lees hier of je een condens- of een warmtepompdroger moet hebben!
© stenkovlad
Huis

Nieuwe wasdroger? Lees hier of je een condens- of een warmtepompdroger moet hebben!

Sta jij ook weleens 's ochtends in een mand vol klamme kleding te graaien, op zoek naar iets dat nét droog genoeg is om aan te kunnen? Dan is het hoog tijd voor een droger die wél met je meewerkt. Maar waar kies je voor: een condensdroger of een warmtepompdroger? Of toch die ouderwetse luchtafvoerdroger? We leggen je uit wat de verschillen zijn, zodat jij straks nooit meer hoeft te gokken of je sokken al droog zijn.

Toe aan een nieuwe droger, maar weet je niet zo goed waar je het moet zoeken? Wij helpen je een handje! In dit artikel lees je:

  • De belangrijkste verschillen tussen een condensdroger, luchtafvoerdroger en warmtepompdroger
  • Welke soort droger het snelst je was droogt
  • Waar je op moet letten bij beperkte ruimte
  • Welke droger het meest energiezuinig en duurzaam is
  • Handige tips om de juiste keuze te maken

Ook interessant: Waar voor je geld: 5 energiezuinige warmtepompdrogers

De belangrijkste verschillen op een rij

Er zijn grofweg drie soorten wasdrogers, elk met hun eigen gebruiksgemak en eigenaardigheden:

💨 De luchtafvoerdroger is een echte no-nonsense machine. Hij blaast warme lucht door je kleding en voert de vochtige lucht naar buiten af via een slang. Simpel, snel en effectief. Maar let op: je moet wel een raam of gat in de muur hebben waar die slang doorheen kan. Niet bepaald ideaal in een strak appartement.

💧 De condensdroger is wat flexibeler: hij vangt het vocht uit je was op in een waterreservoir of voert het af via een afvoerslangetje. Geen gedoe met buitenlucht, dus hij past overal. Verwacht wel iets meer droogtijd dan bij de luchtafvoerdroger.

De warmtepompdroger is de energiebesparende kampioen. Hij hergebruikt de warme lucht, waardoor je stroomverbruik flink daalt. Wel even geduld hebben, want deze droger neemt de tijd – maar dat doet hij met beleid én liefde voor je energierekening.

Snel, maar niet meer van deze tijd: de luchtafvoerdroger

Heb jij geen zin om uren te wachten tot je was eindelijk droog is? Dan klinkt de luchtafvoerdroger als een droom: snel, doeltreffend en niet al te duur in aanschaf. De vochtige lucht wordt direct naar buiten geblazen, dus jouw handdoeken liggen in no-time weer fris en droog in de kast. Ideaal voor drukke huishoudens of ongeduldige types die niet van half werk houden.

Maar… er zit een addertje onder het wasrek. Deze drogers zijn tegenwoordig lastig te vinden – en dat is niet voor niets. Ze slurpen namelijk energie en zijn allesbehalve zuinig. Heb je er nog eentje thuis staan? Dan is het misschien tijd om te overwegen over te stappen op een nieuwer, duurzamer model. Je portemonnee (en het milieu) zullen je dankbaar zijn.

©alexlmx

Compact en flexibel: de condensdroger

Weinig ruimte, maar toch geen zin in rondslingerende wasrekken? Dan is de condensdroger jouw redder in nood. Omdat hij het vocht opvangt in een reservoir, hoef je geen afvoerslang naar buiten te leggen. Stekker in het stopcontact en draaien maar, of je nu in een studio woont of in een kast van een huis.

Qua prijs en verbruik zit de condensdroger mooi in het midden. Iets duurder dan de ouderwetse luchtafvoerdroger, maar een stuk vriendelijker voor je energierekening. En hoewel hij je was niet razendsnel droogt, doet hij dat wel netjes, betrouwbaar en zonder ingewikkeld gedoe met installaties of verbouwingen.

Slim, zuinig en toekomstproof: de warmtepompdroger

Wil je je was drogen zónder dat je energiemeter op tilt slaat? Dan zit je goed met een warmtepompdroger. Deze slimme droogtechnologie hergebruikt warme lucht, waardoor je wasmachinevriend net zo efficiënt werkt als een moderne chef met restjes: weinig verspilling, groots resultaat. Het energieverbruik is opvallend laag en dat zie je terug op je energierekening.

Ja, de aanschafprijs ligt wat hoger. Maar daar staat tegenover dat je jarenlang vooruit kunt met deze duurzame krachtpatser. Hij werkt rustiger, slijt minder snel en heeft vaak allerlei handige programma's om je kleding in topvorm te houden.

En dan hebben we het nog niet eens gehad over de planeet. Warmtepompdrogers zijn veruit de meest milieuvriendelijke optie van de drie. Minder CO₂-uitstoot, minder verspilling, meer gemoedsrust. Goed voor je portemonnee én voor de wereld van morgen.

Ook interessant: Het ideale vulgewicht voor jouw wasmachine

🔌 Wat scheelt dat nou, zo'n warmtepompdroger?

Heel wat, blijkt als je naar het stroomverbruik kijkt. Een condensdroger gebruikt gemiddeld zo'n 4 kWh per beurt, terwijl een warmtepompdroger genoeg heeft aan ongeveer 1,5 kWh. Dat scheelt dus al snel meer dan de helft. Reken je even mee? Bij 150 droogbeurten per jaar bespaar je met een warmtepompdroger zo'n 150 tot 200 euro aan stroomkosten. Dat is serieus geld — en dan hebben we het nog niet eens over de besparing op CO₂-uitstoot. Dus ja, hij droogt wat langzamer, maar je portemonnee (en het klimaat) varen er wel bij.

Succes met je beslissing!

Zoals je ziet, heeft elk type droger zo z'n eigen voordelen. Het is dus vooral een kwestie van goed afwegen wat voor jou de beste keuze is. Is je budget wat krapper en heb je niet al te veel ruimte thuis? Dan is een condensdroger waarschijnlijk de beste keuze voor jou. Als je voor duurzaamheid gaat, dan is de warmtepompdroger jouw vriend. Met deze handige tips kun jij in ieder geval een weloverwogen beslissing nemen over de aanschaf van je nieuwe droger. Veel succes en geniet van je sneldrogende was!