ID.nl logo
Zo beveilig je je thuisnetwerk met het opensource OPNsense
© ParinPIX - stock.adobe.com
Huis

Zo beveilig je je thuisnetwerk met het opensource OPNsense

Stel, je wilt je thuisnetwerk beter afschermen en beveiligen. Wellicht heb je hiervoor een oude pc of mini-pc ter beschikking of je zet een hypervisor in. Dan is de gratis en opensource-firewall en -routersoftware OPNsense precies wat je zoekt. We geven je hier een solide basis.

Na het lezen van dit artikel weet je hoe je OPNsense kunt configureren als krachtige, gratis en opensource firewall voor je netwerk:

  • Installeer OPNsense op een mini-pc of als virtuele machine
  • Controleer de basisinstellingen
  • Beheer de firewallregels
  • Breid functionaliteit uit met plug-ins

Ook interessant om te lezen: Bescherm je thuisnetwerk: DNS-filters voor zorgeloos surfen

Je router zorgt al voor enige bescherming van je netwerk en waarschijnlijk gebruik je ook een softwarematige firewall, zoals de Windows Firewall. Maar als je meer flexibiliteit wilt en liever alles zelf instelt, dan is OPNsense een uitstekend alternatief. Het is gratis en opensource. Het tweede betekent dat iedereen de broncode kan bestuderen, wat de kans op achterdeurtjes verkleint. De naam ‘opensense’ is dus zeker niet toevallig gekozen.

OPNsense is een afsplitsing van pfSense, een firewallproject dat op zijn beurt weer gebaseerd is op m0n0wall (dat ongeveer twintig jaar geleden begon). Toen het pfSense-team tien jaar later aankondigde te willen commercialiseren, leidde dit in 2015 tot de lancering van OPNsense door het Nederlandse netwerkbedrijf Deciso. In tegenstelling tot pfSense blijft OPNsense volledig gratis en opensource onder de BSD-licentie.

De software heeft een moderne, gebruiksvriendelijke webinterface en ondersteunt functies als IPS/IDS (Intrusion Detection/Prevention System), VPN (zoals WireGuard), verkeersmonitoring en bandbreedtebeheer, en biedt een architectuur voor opensource-plug-ins.

1 Benodigdheden

OPNsense draait op diverse hardware en er zijn zelfs ‘security appliances’ beschikbaar waarop OPNsense reeds is geïnstalleerd. Voorbeelden zijn de DEC700-serie van Deciso voor kleinere netwerken en de DEC4200-serie voor grotere bedrijven (geschikt voor 19inch-racks). Maar in dit artikel installeren we OPNsense zelf. We gebruiken hiervoor een gratis en opensource hypervisor, Oracle VM VirtualBox, maar je kunt dit op vrijwel identieke wijze op bijvoorbeeld een bare-metal-machine doen, zoals een oude pc of een mini-pc (zie ook het kader ‘Zuinige mini-pc’).

De minimale systeemeisen zijn bescheiden, zeker voor een thuisnetwerk. Je kunt al starten met een 1GHz-dualcore-processor, 2 GB RAM en 4 GB opslagruimte. In de praktijk is het beter om iets krachtigere hardware te gebruiken: minstens een 1,5GHz-processor met meer dan twee cores, 4 tot 8 GB RAM en minimaal 40 GB. Dit hangt natuurlijk ook af van welke functies je activeert. Een cache-webproxy zoals Squid of een Captive Portal kunnen bijvoorbeeld flink wat cpu-belasting veroorzaken.

Deciso maakt ook eigen hardware voor kleine en grote bedrijven.

Zuinige mini-pc

Je kunt OPNsense op een oude pc installeren, vooropgesteld dat deze voldoet aan de minimale hardware-eisen, maar dergelijke apparaten zijn vaak niet energiezuinig. Een betere optie is een mini-pc: goede prestaties en toch energiezuinig. Ga voor een 64bit-processor, zoals een Intel Celeron J4125 of Intel N100, en zorg voor 8 GB RAM of meer als je extra functies als IDS/IPS wilt gebruiken.

Je hebt minimaal twee, maar liever drie of meer gigabit- of multi-gigabit-ethernetpoorten nodig. Een ssd van 128 GB kan volstaan. Geschikte mini-pc’s zijn bijvoorbeeld de Protectli Vault FW48, HUNSN RS34g en Beelink EQ12. Deze voorbeelden zijn verkrijgbaar tussen 250 en 300 euro.

Beelink EQ12: mini-pc met Intel N100-processor, 16 GB geheugen, een ssd van 512 GB, wifi 6 en twee 2,5Gbit/s-poorten.

2 Fysieke machine

De benodigde schijfkopiebestanden voor OPNsense vind je op de officiële website. Op het moment van schrijven is versie 24.7 Thriving Tiger de meest recente stabiele versie. Klik op de Download-knop en selecteer amd64 als architectuur. Ga je voor een fysieke installatie, zoals op een (mini-)pc, dan kies je vga als image-type.

De download komt weliswaar in de vorm van een bz2-archief, maar dit kun je naar een img-schijfkopiebestand uitpakken met een gratis tool als 7-Zip. Dit img-bestand kun je vervolgens naar een bootstick schrijven, bijvoorbeeld met het gratis Rufus of balenaEtcher. Bij deze laatste selecteer je Install from file, verwijs je naar het img-bestand, kies je bij Select target een usb-stick en start je de procedure met de Flash!-knop.

De pc die je vervolgens met dit bootmedium opstart, dient wel over minstens twee netwerkadapters te beschikken. Of zelfs drie voor bijvoorbeeld een gastnetwerk of een DMZ-zone voor servers die je van je primaire netwerk wilt isoleren. In de meeste scenario’s is een van deze adapters direct met je modem(/router) verbonden.

In paragraaf 4 lees je meer over de installatieprocedure.

Je kunt het img-bestand omzetten naar een bootstick met balenaEtcher.

3 Virtuele machine

Doe je liever een installatie op een virtuele machine, kies dan voor dvd als image-type om een iso-schijfkopiebestand te krijgen. Zo’n virtuele installatie kan bijvoorbeeld handig zijn om een veilig testlab te bouwen met meerdere virtuele machines. De gratis en opensource-hypervisor Oracle VM VirtualBox is een goed programma om te gebruiken.

Installeer VirtualBox, start deze op en druk op de knop Nieuw. In het dialoogvenster geef je OPNsense op bij Naam, kies je een geschikte map (met voldoende opslagruimte) en verwijs je bij ISO-image naar het uitgepakte iso-bestand. Stel Type in op BSD, Subtype op FreeBSD, en Versie op FreeBSD (64-bit).

Open de sectie Hardware, waar je afhankelijk van je systeembronnen en het beoogde gebruik het veld Basisgeheugen instelt op bijvoorbeeld 4096 MB, en Processoren op 2. Stel Harde schijf in op bijvoorbeeld 40 GB en bevestig met Afmaken. De nieuwe virtuele machine wordt nu toegevoegd.

Voor je deze start, klik je eerst met rechts op de (nog uitgeschakelde) VM en kies je Instellingen. In het onderdeel Netwerk moet je nu minimaal twee netwerkadapters instellen. In het kader ‘Virtuele netwerkconfiguratie’ en in de tabel lees je meer over hoe je dit kunt aanpakken.

Stel de nodige parameters in voor de virtuele machine van OPNsense.

Virtuele netwerkconfiguratie

Ook in een virtuele configuratie met een hypervisor zoals VirtualBox moet je de nodige netwerkadapters toevoegen. Er zijn verschillende netwerkconfiguraties mogelijk, afhankelijk van je doel en netwerkbehoeften. In de afbeelding beschrijven we kort drie vrij gebruikelijke scenario’s met twee virtuele netwerkadapters.

Als je een derde netwerk(adapter) wilt toevoegen, bijvoorbeeld voor een DMZ of gastnetwerk, is een ‘intern netwerk’ meestal de beste keuze voor maximale isolatie. Vooral als je DMZ of gastnetwerk geen toegang tot het LAN nodig heeft.

Een host-only-adapter biedt wat meer flexibiliteit, terwijl een bridged-adapter ook toegang tot je LAN-netwerk mogelijk maakt. Je zult dus zelf de nodige afwegingen voor een optimaal netwerkscenario moeten maken.

Afhankelijk van het beoogde scenario kies je de juiste netwerkconfiguratie.

4 Installatie

Start de installatie van OPNsense door de bootstick of virtuele machine op te starten en het proces te voltooien. Dit duurt grofweg vijf minuten. Aan het eind hoor je doorgaans een korte piep. De live-versie van OPNsense draait nu en is bereikbaar via het standaard ip-adres 192.168.1.1, zowel via de webinterface als via SSH met bijvoorbeeld met het gratis Putty. De standaard inloggegevens zijn gebruikersnaam root met wachtwoord opnsense.

Omdat deze live-omgeving in het geheugen draait, wordt de configuratie niet permanent opgeslagen. Dit geeft je de kans om de omgeving eerst te testen. Voor een permanente installatie moet je opnieuw installeren. Meld je hiervoor aan in de consoleprompt met de naam installer en wachtwoord opnsense. Als dit toch niet lukt: log dan in als root, kies Shell in het menu (optie 8) en typ opnsense-installer, of gebruik hiervoor SSH.

Tijdens de installatie kies je: het toetsenbord (keymap); het bestandssysteem (bij voorkeur ZFS of eventueel UFS); de partitie-opties (doorgaans stripe zonder redundantie bij een enkele schijf); en de schijf zelf (meestal da0 of nvd0). Bevestig met Yes om de schijf te partitioneren en formatteren (kies bij UFS ook Yes voor de swap). Stel een sterk root-wachtwoord in (let op de correcte toetsenbordindeling) en bevestig dit. Selecteer tot slot Complete Install – Exit and reboot.

De ‘echte’ installatie van OPNsense is volop bezig.

5 Netwerkinterfaces

Na de herstart verschijnt, na aanmelding als root, het configuratiemenu van OPNsense. Hier vind je opties als Logout, Power offsystem en Reboot system. Boven dit menu zie je de toegewezen netwerkinterfaces, bijvoorbeeld:

LAN (em0) -> v4: 192.168.1.1/24

WAN (em1) -> v4/DHCP4: 192.168.0.171/24

De WAN-toewijzing kan per systeem verschillen. Als er geen WAN is toegekend, kies dan menuoptie 1 (Assign interfaces). Beantwoord de vraag over LAGG’s (Link Aggregation Groups) en VLAN’s met N. Voer eventueel zelf de naam in van de nog niet toegewezen netwerkadapter (in ons voorbeeld em1). Je kunt dit proces altijd nog onderbreken en terugkeren naar het menu met Ctrl+C.

Ga na of de netwerkinterfaces correct zijn toegewezen aan de LAN- en WAN-instellingen.

6 Informatie

Na de installatie van OPNsense kun je beginnen met de configuratie en optimalisatie via het grafische dashboard. Dit is toegankelijk via de webinterface op 192.168.1.1, waar je inlogt met je (inmiddels gewijzigde) inloggegevens.

Klik linksboven op het OPNsense-logo om widgets te bekijken met statusinformatie. Bij Traffic Graph en InterfaceStatistics zie je bijvoorbeeld live-grafieken voor inkomend en uitgaand verkeer. Ook kun je op de Firewall-grafiek klikken om gefilterd verkeer door de firewall te bekijken. Verder geeft een widget inzicht in het geheugen-, schijf- en cpu-gebruik en toont het blok Services welke services actief zijn, zoals DHCPv4Server, Unbound DNS en Web GUI. Hier kun je services (her)starten en sommige ook stopzetten.

In de widget System Information kun je via Click to check for updates controleren op updates. Scrol naar beneden en klik op Update om OPNsense bij te werken. Bevestig met OK om het systeem na de update te herstarten.

Om het dashboard aan te passen, klik je rechtsboven op het potloodpictogram Edit dashboard, waarna je ook extra widgets kunt toevoegen, zoals OpenVPN en WireGuard.

Extra rapporten vind je in de rubriek Reporting en subrubrieken als Health (met tabbladen Packets, System en Traffic) en Unbound DNS. Om de DNS-aanvragen te kunnen zien, moet je deze rapportage wel eerst activeren. Dit doe je bij Reporting / Settings, waar je Enables local gathering of statistics inschakelt. Ook interessant is Reporting / Traffic voor een live-weergave van het verkeer – kijk ook even op het tabblad Top Talkers, voor de actiefste systemen.

Dankzij live-widgets krijg je vanuit je dashboard een goed inzicht de status van je OPNsense.

7 Basisconfiguratie

Voordat je de geavanceerdere functies van OPNsense verkent, is het verstandig enkele basisinstellingen te controleren. Ga naar System / Settings / General, waar je de Hostname (standaard OPNsense), Domain (standaard localdomain, eventueel vervangen door je eigen domeinnaam) en Time zone (bijvoorbeeld Europe/Amsterdam) kunt instellen. De optie Dutch is vooralsnog niet beschikbaar bij Language.

Bij DNS servers kun je DNS-servers instellen voor het systeem, inclusief voor de DHCP-service. Wij laten deze lijst echter leeg en vinken Allow DNS server list to be overridden bij DHCP/PPP on WAN aan, zodat de DNS-servers van de internetprovider (mogelijk via je fysieke router) worden overgenomen. Klik altijd op Save (of soms Apply) om wijzigingen te bevestigen voordat je een andere rubriek in het dashboard opent.

Vervolgens kun je bij System / Settings / Administration de optie HTTP inschakelen bij Protocol als je het storend vindt om telkens het zelf-ondertekende SSL-certificaat te bevestigen (indien gewenst, kun je via System / Trust / Certificates trouwens een echt certificaat importeren). Je kunt bij Listen interface ook kiezen voor LAN in plaats van All als je alleen verbindingen van die specifieke netwerkinterface wilt accepteren.

Controleer als eerste een aantal basisinstellingen.

8 Interfaces

Standaard activeert OPNsense een DHCP-service binnen het LAN-subnet (192.168.1.0/24). Hierdoor krijgen clients die (wellicht via een switch) met de toegewezen netwerkinterface verbinden, automatisch een compatibel ip-adres en DNS-server (standaard 192.168.1.1) toegewezen. Je kunt dit controleren bij Services / ISC DHCPv4 / [LAN]. De optie Enable DHCP serveron the LAN interface staat standaard aan met een ip-bereik van 192.168.1.100 tot 192.168.1.199, zodat je ruimte hebt om bepaalde apparaten een statisch ip-adres toe te kennen. Hier vind je trouwens ook diverse geavanceerde opties.

Als alles goed is ingesteld, ga dan naar Interfaces / Assignments. Hier controleer je welke interface met welk MAC-adres aan de LAN- of WAN-interface is gekoppeld. Heb je een extra netwerkinterface, bijvoorbeeld voor een DMZ of gastnetwerk, dan kun je die hier toewijzen. Selecteer de interface bij + Assign a new interface, klik op Add en dan op Save om de interface aan de rubriek Interfaces toe te voegen. Open de nieuwe interface en vink Enable Interface en eventueel ook Prevent interface removal aan. Stel IPv4 Configuration Type in op Static IPv4 en geef een ip-adres, zoals 192.168.2.1 / 24. Bevestig met Save en Apply changes.

Ga vervolgens naar Services / ISC DHCPv4 / [interfacenaam] om de DHCP-server in te schakelen en een passend ip-bereik in te stellen. Je doet er wellicht ook goed aan om Services / Unbound DNS / General te openen en daar Register ISC DHCP4 Leases en Register DHCP Statis Mappings in te schakelen, zodat je de machines ook via hun hostnaam kunt bereiken.

Je moet de extra netwerkinterface wel nog even koppelen en configureren.

9 Firewall

Bij een extra netwerk zijn alle inkomende verbindingen standaard geblokkeerd door de firewall. Open Firewall / Rules en selecteer de LAN-interface. OPNsense heeft hier al pass-regels aangemaakt voor IPv4 en IPv6 (verwijder de IPv6-regel indien gewenst). De regel IPv4* LAN net * * * * * staat al het verkeer toe.

Voor je extra interface kun je regels toevoegen, bijvoorbeeld om toegang tot het LAN-netwerk te blokkeren. Klik op de rode plus-knop, stel Action in op Block, en kies DMZ bij Interface. Laat Protocol op any staan, stel Source in op DMZ net en kies LANnet bij Destination. Voeg een beschrijving toe, zoals Blokkeer LAN toegang. Sla deze wijzigingen op met Save en bevestig met Apply changes.

Om je DMZ wel toegang tot je DNS-server en gateway binnen het LAN te verlenen, kun je extra pass-regel toevoegen. Kies Pass bij Action, DMZ bij Interface, en Single host ornetwork bij Destination. Vul hier het (standaard) ip-adres 192.168.1.1 in, stel Protocol in op TCP/UDP en kies bij Destination bij de optie Port(other) voor poort 53.

Kopieer deze pass-regel via de Clone-knop en pas deze aan voor TCP, en respectievelijk poort 80 en 443, zodat je HTTP(S)-verkeer naar je gateway toestaat. Zorg met behulp van de pijlknopjes dat de drie pass-regels boven de blokkeerregel staan, aangezien de firewall deze regels altijd van boven naar beneden doorloopt.

De kans is groot dat je de standaardfirewallregels nog wat moet verfijnen.

10 Firewall-regels voor DMZ-zone

Wil je wel verkeer van de DMZ naar het internet toestaan, voeg dan een extra regel toe. Kies Pass als Action en DMZ als Interface. Stel Source in op DMZ net en Destination op WAN net. Vul een beschrijving in, bijvoorbeeld Toegang naar internet toelaten, en bewaar de regel.

Voor het toegankelijk maken van services op de DMZ vanaf het internet, ga je naar Firewall / NAT / Port Forward. Klik op Add, kies WAN als Interface en stel het juiste protocol in, bijvoorbeeld TCP/UDP. Selecteer WAN address bij Destination en stel bij Destination Port Range de poort(en) in die je wilt openstellen, bijvoorbeeld HTTP. Vul bij Redirect target IP het ip-adres in van het DMZ-netwerk dat het verkeer moet ontvangen. Indien nodig stel je bij Redirect target Port een alternatieve poort in voor de service (bijvoorbeeld (other), 8080). Bewaar de regel en bevestig ook hier met Apply changes.

Zo zou de firewall-regelset van je extra netwerk (bijvoorbeeld een DMZ-zone) er eventueel uit kunnen zien.

11 Plug-ins

Zoals je aan de menu-opties in je dashboard kunt zien, biedt OPNsense allerlei mogelijkheden en services, zoals VPN (inclusief OpenVPN en WireGuard), OpenDNS en een Captive Portal. We hebben helaas niet de ruimte hier verder op in te gaan, maar tonen je nog wel hoe je de functionaliteit van OPNsense kunt uitbreiden met gratis plug-ins. Bekende namen zijn clamav, ddclient, freeradius, os-intrusion-detection, iperf, nginx, squid, tftp, VirtualBox en VMware guest additions, zabbix enzovoort.

Om bijvoorbeeld ClamAV toe te voegen, zorg je er eerst voor dat OPNsense up-to-date is. Ga vervolgens naar System / Firmware / Plugins en klik op de plusknop Install bij os-clamav. Op het tabblad Updates volg je de voortgang van de installatie.

Na de installatie vind je ClamAV in de rubriek Services. Ga naar Configuration, klik op Download signatures en zorg dat Enable clamd service is ingeschakeld. Pas waar nodig de instellingen aan en klik op Save om de wijzigingen op te slaan.

Veel configuratiewerk vergt ClamAV dus niet, andere plug-ins vergen juist wat meer aanpassingen.

ClamAV is slechts een van de tientallen beschikbare plug-ins voor OPNsense.

▼ Volgende artikel
Laptop nodig voor school? Zo kies je de juiste voor je kind
© Svitlana
Huis

Laptop nodig voor school? Zo kies je de juiste voor je kind

Gaat je kind na de zomervakantie naar de middelbare school? Dan heeft hij of zij waarschijnlijk een laptop nodig. Als ouder wil je natuurlijk een laptop kiezen die past bij wat de school vraagt én bij de manier waarop je kind ermee werkt. Maar waar let je dan op?

💻 🎒 Schoollaptop kopen? Hier moet je op letten

Bij het kiezen van een schoollaptop zijn er een aantal zaken die belangrijk zijn: • Besturingssysteem – Chrome of Windows? • Snelheid en geheugen – Voldoende RAM en snelle SSD • Formaat en gewicht – Licht en handzaam voor in de schooltas • Batterijduur – Moet een hele schooldag meegaan • Degelijkheid – Moet tegen een stootje kunnen • Handige extra's – Denk aan laptophoes of los toetsenbord. • Veiligheid en updates – Van updatebeleid tot vingeradrukscanner • Connectiviteit en aansluitingen – Wifi, USB en HDMI. • Kosten en regelingen – Check schoolopties en gemeentelijke hulp

Lees ook: Van powerbank tot adapter: dit zijn de handigste accessoires voor je laptop

Een laptop is best een uitgave; wanneer je schoolgaande kind er een nodig heeft, is het dus zaak dat je er eentje koopt waarmee hij of zij een aantal jaar vooruit kan (sterker nog: het liefst de hele schooltijd). Door vooraf goed te kijken naar wat de school aanraadt en specificaties te vergelijken, weet je zeker dat je de juiste laptop voor je kind vindt. 

Chromebook of Windows?

De eerste keuze die je vaak moet maken is die tussen een Chromebook en een Windows-laptop. Veel scholen werken met Google Workspace, zoals Google Docs, Drive en Classroom. In dat geval is een Chromebook een logische keuze: snel, betaalbaar en makkelijk in gebruik.

Werkt de school met specifieke software zoals Office of educatieve programma's die alleen op Windows draaien? Dan is een Windows-laptop een betere optie. Die kan bovendien zwaardere toepassingen aan, zoals fotobewerking of programmeren – handig als je kind in de bovenbouw zit of een technisch profiel kiest.

Snelheid en geheugen

Een laptop moet vlot reageren, ook als er meerdere tabbladen openstaan. Kijk daarom naar de processor en het werkgeheugen. Voor een Chromebook volstaat een eenvoudige chip, maar ook daar is 8 GB werkgeheugen aan te raden – 4 GB is eigenlijk te krap. Bij een Windows-laptop is een i3 of Ryzen 3 het minimum, maar voor soepel multitasken is een i5 of Ryzen 5 verstandiger.

Ook het type opslag maakt verschil: kies voor een SSD in plaats van een traditionele harde schijf. Een SSD is stiller, sneller en minder kwetsbaar. Met 256 GB heb je voldoende ruimte voor schoolwerk, documenten en af en toe een download.

Formaat en gewicht

Een laptop voor school gaat dagelijks mee in de tas. Hij moet dus niet te zwaar zijn. Een scherm van 13 tot 15 inch is een goede keuze: dat is groot genoeg om prettig op te kunnen werken, klein genoeg om mee te nemen. Let ook op het gewicht. Alles onder de 1,7 kilo is prima voor dagelijks vervoer. Sommige modellen zijn 2-in-1: ze hebben een touchscreen en kunnen ook als tablet worden gebruikt. Dat is handig bij creatieve opdrachten, maar niet per se nodig voor iedereen.

Batterijduur

De batterij moet een hele schooldag meegaan, want opladen in de klas is vaak geen optie. Reken op minimaal zes uur, maar meer is beter. Chromebooks scoren hier vaak goed, met accuduur tot tien uur of meer. Bij Windows-laptops verschilt het sterk per model. Kijk daarom niet alleen naar de opgegeven accuduur, maar ook naar ervaringen van andere gebruikers.

©ID.nl

Lees ook: Zo geef je je laptop een langere adem

Degelijkheid

Scholieren gaan niet altijd even voorzichtig met hun spullen om. Het is daarom slim om te letten op de bouwkwaliteit van de laptop. Modellen met een stevige behuizing kunnen beter tegen een stootje in een volle schooltas. In dat opzicht zijn zogeheten 'zakelijke laptops' interessant. Denk aan laptopseries zoals de HP EliteBook, Dell Latitude of Lenovo ThinkPad. Die zijn oorspronkelijk bedoeld voor intensief gebruik op kantoor, maar juist daardoor zijn ze vaak robuuster dan vergelijkbare consumentenmodellen.

Als ouder ga je waarschijnlijk niet direct op zoek naar een zakelijke laptop voor je kind, maar in het aanbod van refurbished laptops kom je dit soort modellen veel tegen. Ze zijn dan professioneel opgeknapt, opnieuw geïnstalleerd en meestal voorzien van garantie. Voor een bedrag van 200 à 300 euro heb je dan een laptop die beter gebouwd is dan veel nieuwe modellen in die prijsklasse. Je betaalt niet voor uiterlijk of overbodige functies, maar voor een betrouwbaar apparaat dat tegen een stootje kan.

Handige extra's

Naast de laptop zelf zijn er nog wat dingen die het gebruik makkelijker maken. Een stevige hoes of laptoptas is natuurlijk een must: het is niet slim om de laptop los in een schooltas of rugzak mee te nemen. Een extra toetsenbord of losse muis kan thuis handig zijn, bijvoorbeeld als je kind huiswerk maakt aan een bureau. Een laptopstandaard helpt om rechter te zitten en voorkomt dat je kind lang in een verkeerde houding werkt.

Laptop veilig mee naar school?

Gebruik een laptophoes

Veiligheid en updates

Het is de bedoeling dat de schoollaptop die je koopt jarenlang meegaat, dus het is verstandig om te controleren hoe lang het besturingssysteem nog updates krijgt. Zeker bij Chromebooks kun je per model opzoeken tot welk jaar er beveiligingsupdates worden aangeboden. Omdat Google een updatebeleid heeft waarbij Chromebooks van na 2021 10 jaar updates krijgen, zit je hiermee dus eigenlijk altijd goed. Heb je een model op het oog? Dan kun je online opzoeken wat de AUE-datum (Auto Update Expiration) is.

Ook voor Windows krijg je jarenlang updates. Belangrijk is wel dat je kiest voor de meest recente versie – op dit moment is dat Windows 11. Kom je ergens een goedkope laptop met Windows 10 tegen? Let dan goed op of de hardware geschikt is voor een upgrade naar Windows 11. Is dat niet het geval, dan kun je die laptop maar beter niet kopen, want de ondersteuning voor Windows 10 stopt op 14 oktober 2025.

Let er ook op of je de aanwezige opslag of het werkgeheugen eventueel nog kunt uitbreiden – dat maakt het apparaat toekomstbestendiger. Extra beveiligingsopties zoals een vingerafdrukscanner of webcamcover zijn geen noodzaak, maar kunnen wel prettig zijn.

Zorg er ook voor dat bestanden automatisch worden opgeslagen in de cloud, bijvoorbeeld via Google Drive of OneDrive. Afhankelijk van de leeftijd kan het ook nog slim zijn om ouderlijk toezicht in te stellen, bijvoorbeeld via een beheerd Google-account of de instellingen van Windows.

Connectiviteit en aansluitingen

De meeste laptops zijn standaard uitgerust met wifi, maar het loont om te letten op ondersteuning voor wifi 6. Daarmee is de verbinding sneller en stabieler, wat handig is op drukke schoolnetwerken. Een USB-C-poort is aan te raden voor opladen, randapparatuur en accessoires. Een HDMI-aansluiting is handig als je kind presentaties moet geven of thuis een groter scherm wil aansluiten. En hoewel steeds minder laptops er standaard mee komen, kan een ethernetpoort soms handig zijn als wifi tijdelijk niet werkt. De laptop kan dan met een kabel rechtstreeks op de router worden aangesloten.

Kosten en regelingen

Een goede laptop hoeft niet extreem duur te zijn, maar je moet toch al snel rekenen op een bedrag van minimaal 400 euro voor een geschikt Chromebook. Voor een nieuwe Windows-laptop ben je al snel 550 euro of meer kwijt. Kies je voor refurbished, dan ben je goedkoper uit. Kun je het zelf niet betalen, kijk dan of de school een regeling heeft. Informeer ook bij je gemeente: vaak bieden die een vergoeding of tegemoetkoming voor mensen met een minimum inkomen die een laptop voor hun kind moeten kopen

Sommige ouders kiezen ervoor om een laptop te verzekeren, wat zeker iets is om te overwegen bij jongere kinderen. Schade of diefstal komt helaas regelmatig voor. Daarnaast bieden bedrijven als Microsoft en Adobe korting aan wanneer hun software wordt aangeschaft voor leerlingen (én ouders).  Kijk ook eens op Surfspot; daar is veel software waarvoor je korting kunt krijgen verzameld.

Tot slot

Voor de meeste middelbare scholieren is een Chromebook met 8 GB werkgeheugen een goede, betaalbare keuze, zeker als de school volledig met Google werkt. Wordt er intensiever met software gewerkt of wil je dat de laptop ook in de bovenbouw nog voldoet? Kies dan voor een Windows-model met een snellere processor en meer opslag. Wat je ook kiest: let op het gewicht, de batterijduur en hoe lang het apparaat nog updates krijgt. Dan weet je zeker dat je kind er niet alleen dit schooljaar, maar ook daarna goed mee uit de voeten kan.

▼ Volgende artikel
Bovenwarmte, onderwarmte, hetelucht of grill: zo kies je de juiste ovenstand
© Dejan Krsmanovic
Huis

Bovenwarmte, onderwarmte, hetelucht of grill: zo kies je de juiste ovenstand

Je oven kan veel meer dan je denkt. Toch gebruiken veel mensen alleen de heteluchtstand – ook al is dat niet altijd de beste keuze. Boven- en onderwarmte, grill en hetelucht: ze doen allemaal iets anders. Wat je waarvoor gebruikt, lees je hier.

Als je weet wanneer je welke stand gebruikt, zijn mislukte cakes, uitgedroogde lasagne en slappe pizzabodems verleden tijd. In dit artikel leggen we per stand uit wat het effect is, wanneer je hem gebruikt en hoe je je oven slimmer benut.

Onder- en bovenwarmte: langzaam en zeker

Bij onder- en bovenwarmte komt de warmte van twee verwarmingselementen die los of samen gebruikt kunnen worden. De oven verwarmt gelijkmatig van boven en beneden, maar zonder ventilator. Daardoor is dit een wat tragere maar stabiele manier van garen, ideaal voor gerechten die tijd nodig hebben om te rijzen of die niet mogen uitdrogen. Denk aan cakes, appeltaarten of ovenschotels. Ook als je werkt met meerdere lagen bladerdeeg of deeg met gist, helpt deze stand om alles rustig en gelijkmatig te laten garen.

Wil je juist een knapperige onderkant, zoals bij quiches of pizza's? Dan kun je alleen onderwarmte gebruiken, zodat de bodem stevig en bruin wordt zonder dat de bovenkant te snel kleurt. Let er wel op dat deze stand minder geschikt is voor het tegelijk bakken van meerdere gerechten, omdat de warmte zich niet vanzelf verspreidt zoals bij hetelucht.

©Povozniuk Olha & Max

Hetelucht: snel en gelijkmatig

De heteluchtstand gebruikt een ventilator om warme lucht gelijkmatig door de oven te blazen. Daardoor is de temperatuur overal ongeveer gelijk, wat ideaal is als je meerdere bakplaten tegelijk wilt gebruiken. Denk aan koekjes, ovenfriet of groenten die je op twee niveaus tegelijk wilt garen.

Hetelucht is ook efficiënter: je gebruikt minder energie omdat je de temperatuur 10 tot 20 graden lager kunt instellen dan bij boven- en onderwarmte, terwijl het gerecht even snel klaar is. Maar daar schuilt ook het risico: door de circulerende lucht droogt je gerecht sneller uit. Bij bijvoorbeeld brood of cake kan het resultaat daardoor minder luchtig zijn dan bij boven- en onderwarmte. Gebruik bij baksels dus liever onder- en bovenwarmte, tenzij je ervaring hebt met aanpassen van de temperatuur en baktijd.

©Daisy Daisy

Grillstand: bruinen en gratineren

De grillstand gebruik je wanneer je snel een korstje of bruine bovenkant wilt creëren. De bovenste verwarmingselementen worden extra heet, waardoor kaas smelt, paneerlagen krokant worden en vlees een mooie kleur krijgt krijgt. Denk aan gegratineerde gerechten, tosti's of het afbakken van een lasagne.

De grill is minder geschikt voor volledige bereidingen: de hitte is te eenzijdig en te sterk om iets gelijkmatig te garen. Gebruik deze functie daarom alleen voor korte bereidingen of als afmaker. Houd je gerecht goed in de gaten; de grill werkt razendsnel en je wilt natuurlijk voorkomen dan je gerechten aanbranden.

©Monkey Business Images

Combinatiestanden: het beste van twee

Veel moderne ovens bieden combinaties van de bovengenoemde functies, zoals hetelucht met grill of onderwarmte met ventilator. Die kun je slim inzetten voor specifieke gerechten. Bij vleesgerechten bijvoorbeeld zorgt hetelucht-grill voor een sappige binnenkant én een krokante buitenlaag. Bij het bakken van ovenschotels zorgt onderwarmte met ventilatie dat de inhoud gelijkmatig warm wordt, terwijl de bovenkant niet uitdroogt.

Tot slot

Welke ovenstand je kiest, maakt een groter verschil dan je misschien denkt. Wie blind op hetelucht vertrouwt, loopt het risico op droge cake, slappe frietjes of mislukte pizza's. Door te begrijpen hoe elke functie werkt, kies je gericht de stand die past bij jouw gerecht. Zo haal je meer uit je oven én uit je kookinspanningen. Wanneer je op zoek bent naar een nieuwe oven, loont het dan ook zeker de moeite om na te denken over welke standen je nodig hebt en ovens uitgebreid te vergelijken, online of bij de keukenspecialist. Want heb je de ovenstanden eenmaal in de vingers, dan wil je misschien wel meer: wie weet heb je dan ook wel behoefte aan extra's als een warmhoud- of stoomfunctie!