ID.nl logo
Je privacy gegarandeerd: zo zet je een veilige SFTP-verbinding op
© Reshift Digital
Huis

Je privacy gegarandeerd: zo zet je een veilige SFTP-verbinding op

FTP (File Transfer Protocol) was decennialang het protocol bij uitstek voor het versturen van bestanden. Maar omdat het geen beveiliging biedt, wordt dit protocol bijna niet meer gebruikt. SFTP is heel wat veiliger, aangezien zowel de gegevens als de authenticatie (het aanmelden) versleuteld worden.

In dit artikel nemen we je mee in hoe je een sftp-verbinding op kunt zetten, zodat je veilig bestanden kunt versturen.

  • OpenSSH-server installeren
  • Mobiele verbinding opzetten
  • Sleutels genereren
  • Portforwarding instellen

Lees ook: Bestanden uitwisselen met Cyberduck

Om een SFTP-verbinding op te kunnen zetten, hebben we een SFTP/SSH-server nodig, omdat commando’s en data via een ssh-datastream (Secure Shell) worden versleuteld. Handig is dat er in Windows 10/11 standaard al zo’n server aanwezig is, in de vorm van OpenSSH, een opensource-implementatie van SSH die in 1999 door enkele OpenBSD-ontwikkelaars werd uitgebracht. Je vindt meer informatie over dit protocol op www.openssh.com.

©nomaden - stock.adobe.com

Bij een SFTP-verbinding wordt data versleuteld met SSH.

OpenSSH-server

Je vindt deze OpenSSH-server in Windows als volgt: open de module Instellingen van Windows (Windows-toets+I), open het onderdeel Apps en klik op Optionele onderdelen (in Windows 10 vind je dit bij Apps en onderdelen). Wellicht zie je hier de OpenSSH-client al staan, maar wij hebben voor ons opzet ook nog de optie OpenSSH-server nodig. Staat deze niet in de lijst, klik dan op Een onderdeel toevoegen (Windows 10) of op Functies weergeven (Windows 11) en scrol tot bij OpenSSH-server. Plaats een vinkje bij dit onderdeel en klik op Installeren (Windows 10) of op Volgende / Installeren (Windows 11). Eventueel herhaal je dit voor OpenSSH-client. Herstart daarna je pc.

OpenSSH-server is een optioneel onderdeel van Windows.

Gegevens veilig bewaren?

Bekijk usb-sticks met wachtwoordbeveiliging

Handmatige installatie

Werk je met een nog oudere eerdere Windows-versie of lukt de installatie van de OpenSSH-server onverhoopt niet, dan kan het nog handmatig. Download de recentste stabiele versie. Er zijn versies voor Windows 32 en 64 bit.

Pak het gedownloade zip-bestand uit naar de map C:\Program Files\openssh. Vervolgens klik je met rechts op Windows PowerShell in het Windows-startmenu en kies je Als administrator uitvoeren. Voer nu eerst dit commando uit (gevolgd door een druk op Enter):

cd "c:\program files\openssh"

Voer daarna het volgende commando uit:

Powershell.exe -ExecutionPolicy Bypass -File install-sshd.ps1

De sshd- en ssh-agent-services worden nu geïnstalleerd. Je kunt PowerShell nu afsluiten.

Services

Je vindt nu ook OpenSSH-server (kortweg sshd) in de lijst met optionele onderdelen. Deze service moet natuurlijk wel operationeel zijn en dit kan vanuit het onderdeel Services. Druk op Windows-toets+R en voer services.msc uit. Scrol tot bij OpenSSH Authentication Agent (kortweg ssh-agent), selecteer deze en klik linksboven op De service starten. Zie je deze optie niet, dubbelklik dan op de service en stel het Opstarttype in op Handmatig. Na je bevestiging met OK is de optie wel beschikbaar. Om er zeker van te zijn dat deze service altijd paraat staat, stel je het Opstarttype in op Automatisch. Herhaal deze procedure voor de service OpenSSH SSH Server.

In het onderdeel Services regel je hoe de OpenSSH-server start.

Firewall (via PowerShell)

De OpenSSH-services zijn nu geïnstalleerd en operationeel, maar mogelijk krijg je last van een spelbreker: de firewall. We gaan ervan uit dat je de ingebouwde Windows-firewall gebruikt. Die moet je duidelijk maken dat hij de aanvragen bedoeld voor de OpenSSH-server niet mag blokkeren. De snelste manier is via Windows PowerShell, dat je weer als administrator dient op te starten. Hier tik je dan de volgende commandoregel in:

New-NetFirewallRule -Name sshd -DisplayName 'OpenSSH SSH Server' -Enabled True -Direction Inbound -Protocol TCP -Action Allow -LocalPort 22

Eventueel voeg je hier de parameter -Profile Private aan toe als je de regel tot dit netwerkprofiel wilt beperken.

Met deze opdracht open je de firewall voor de server.

Firewall (via Defender)

Het kan ook stapsgewijs, vanuit het venster Windows Defender Firewall met geavanceerde beveiliging. Je opent dit venster door op Windows-toets+R te drukken, waarna je wf.msc uitvoert.

Klik in het linkerdeelvenster op Regels voor binnenkomend verkeer en in het rechterdeelvenster op Nieuwe regel. In het dialoogvenster selecteer je Poort en druk je op Volgende. Bij Specifieke lokale poorten vul je het (standaard) poortnummer 22 in. Druk op Volgende, kies De verbinding toestaan, druk nogmaals op Volgende en laat bij voorkeur alleen het vinkje staan bij Privé. Vul een naam in, bijvoorbeeld OpenSSH, en sluit af met Voltooien. De regel is toegevoegd.

Ook via deze toegankelijkere route is de firewall in te stellen.

SFTP versus FTPS FTP is zonder meer onveilig. Een veiliger alternatief is FTPS ofwel FTP over SSL/TLS (Secure Sockets Layer / Transport Layer Security), een cryptografisch protocol dat ook voor andere communicatievormen wordt gebruikt, zoals surfen en e-mailen. Net als FTP werkt ook FTPS met twee verbindingen, via een controle- en een datakanaal.

SFTP ofwel SSH FTP (Secure Shell FTP) werkt geheel anders dan FTP(S). Zo zet SFTP voor zowel de authenticatie als de dataoverdrachten slechts één verbinding op, wat handiger is achter firewalls. Beide onderdelen worden ook versleuteld, terwijl bij FTPS vaak alleen de data worden versleuteld.

Lokale test (met WinSCP)

Je OpenSSH-server is klaar voor gebruik. Dit kun je testen vanaf de pc waarop je OpenSSH-server draait, met een geschikte client zoals WinSCP of FileZilla. Eerst WinSCP: download en installeer het programma. Start het op en klik op Nieuwe Sessie. In het venster Inloggen klik je op Nieuwe Site. Bij Bestandsprotocol kies je SFTP, waarna je localhost invult bij Adres doelcomputer en 22 bij Poortnummer. Bij Gebruikersnaam en Wachtwoord vul je de inloggegevens van je Windows-account in. Klik op Opslaan en geef je verbinding een naam. Selecteer deze en klik op Inloggen. Er zal dan een melding verschijnen over een onbekende serversleutel. Aangezien het om jouw machine gaat, kun je gerust op Ja of OK klikken. De verbinding is gereed.

Test met WinSCP of de server bereikbaar is.

Lokale test (FileZilla)

Werk je liever met FileZilla Client, dan kan dat ook. Download de software en installeer hem (pas op dat je geen ongewenste software mee-installeert). Start FileZilla Client, open Bestand / Sitebeheer. Klik op Nieuwe site en vul een naam in. Bij Protocol kies je SFTP - SSH File Transfer Protocol. Host en Poort stel je respectievelijk in op localhost en 22. En bij Gebruiker en Wachtwoord vul je je Windows-inloggegevens in.

Ook nu zal er een melding opduiken van een onbekende serversleutel. Aangezien het om jouw machine gaat, kun je gerust op Ja of OK klikken. De verbinding is gereed.

Het testen kan ook met FileZilla, als je daar liever mee werkt.

Je bestanden overal kunnen openen? Vind een geschikte NAS 👇

Mobiele verbinding

Het kan ook handig zijn om via een smartphone verbinding met de OpenSSH-server te kunnen maken. We nemen een Android-toestel als voorbeeld met de gratis app Cx File Explorer, beschikbaar in de Play Store. Start de app, selecteer Network, tik op de plusknop boven New Location, kies Remote en selecteer SFTP. Bij Host vul je de hostnaam of het lokale ip-adres van je OpenSSH-server in. Je vindt dit adres door op die pc in de Opdrachtprompt het commando ipconfig uit te voeren. Laat Port ingesteld staan op 22, en vul bij Username en Password je Windows-inloggegevens in. Bevestig met OK, waarna de mappenlijst van de server tevoorschijn komt.

Het wordt al interessanter: verbinding maken vanaf je smartphone.

Android-smartphone nodig?

Bekijk & vergelijk alle nieuwe modellen

Sleutelpaar genereren

Wanneer je de OpenSSH-server van buitenaf wilt bereiken, is het veiliger om met een zogenoemd sleutelpaar te werken, met een private en een publieke sleutel. De stappen tot en met ‘Anders verbinden’ zijn optioneel en vergen wel enige voorbereiding.

Start Opdrachtprompt als administrator op en voer het commando ssh-keygen uit, bij voorkeur vanuit je eigen profielmap (C:\Users\<accountnaam>). Dit bestand bevindt zich na de installatie van OpenSSH-server standaard in de map %windir%\system32\openssh (maar aangezien deze locatie in de path-variabele is opgenomen, vindt Opdrachtprompt dit zelf wel). Geef een bestandsnaam op en eventueel een wachtwoord (2x).

Sleutelparen zijn veiliger dan wachtwoorden, maar moet je wel voorbereiden.

Private sleutel

De gemaakte sleutels zijn bewaard in de bestanden <je_bestandsnaam> en <je_bestandsnaam>.pub, standaard in map van waaruit je de opdracht hebt gegeven; we nemen aan op dezelfde machine als waar de OpenSSH-server draait. Volg de volgende stappen: controleer nogmaals dat de OpenSSH-services actief zijn en voer het volgende commando uit vanaf de Opdrachtprompt:

ssh-add <pad_naar_je_private_sleutel>

Dit is dus het pad naar het bestand <je_bestandsnaam>.

De OpenSSH-agentservice regelt je lokale private sleutel(s) en, nadat je het wachtwoord correct hebt ingevoerd, neemt hij deze de nieuwe sleutel in de lokale sleutelstore op.

De OpenSSH-agentservice bewaart de nieuwe sleutel.

Publieke sleutel

Nu moet je nog je publieke sleutel aan de OpenSSH-server koppelen. Kopieer het bestand <je_bestandsnaam>.pub naar de map .ssh, een submap van je profielmap. Indien nodig maak je deze submap eerst. Hernoem het gekopieerde bestand naar authorized_keys (zonder bestandsextensie). Ben je administrator op het systeem, dan moet je dit bestand kopiëren naar de verborgen map C:\Programdata\ssh, onder de naam administrators_authyorized_keys.

Vervolgens navigeer je naar het bestand sshd_config, standaard in de map C:\Programdata\ssh. Open dit in je favoriete teksteditor (eventueel Kladblok).

Verwijder het hekje (#) bij de regels PubkeyAuthentication yes en StrictModes yes, en wijzig die laatste regel vervolgens in StrictModes no.

Koppel de publieke sleutel aan de OpenSSH-server.

Verbinding via WinSCP

Sla het gewijzigde bestand op en herstart de service vanaf de Opdrachtprompt met deze opdracht:

net stop sshd && net start sshd

Nu moet je je SFTP-client nog aanpassen, zodat die de private sleutel doorstuurt naar de server. In WinSCP doe je dit als volgt: selecteer de verbinding, klik op Bewerken en op Geavanceerd. Bij SSH klik je op Authenticatie en verwijs je bij Privé-sleutelbestand naar je private sleutelbestand. Dit moet je wel eerst laten converteren naar een ondersteund formaat (.ppk van de tool Putty). Bevestig vervolgens met OK, bewaar de configuratie en verbind je met de server. Indien je je private sleutel met een wachtwoord had vergrendeld, moet je dit wel eerst invoeren.

Kies bij Authenticatie voor Privé-sleutelbestand.

Anders verbinden

We tonen ook nog even hoe je in FileZilla Client een verbinding opzet via een private ssh-sleutel. De werkwijze is vergelijkbaar met die van WinSCP. Het volstaat in het venster van Sitebeheer via de knop Bladeren naar je private sleutelbestand te navigeren. Ook hier zal het programma voorstellen de sleutel eerst naar een ondersteund ppk-formaat te converteren.

Maak je gebruik van de mobiele app Cx File Explorer, tik dan bij het aanmaken van je inloggegevens op More en vervolgens op het pijltje bij Private Key, waarna je ook hier naar je private sleutelbestand verwijst.

Het verbinden via een ssh-sleutel gaat in FileZilla op een vergelijkbare manier.

Portforwarding

Wanneer de OpenSSH-server zich op een pc achter een router bevindt (en die kans is groot), dan laat deze zich doorgaans niet zomaar van buitenaf bereiken. Een mogelijke oplossing is een portforwarding-regel in je router in te stellen. Open de betreffende rubriek in de (web)interface van je router en voer de volgende gegevens in: een naam voor je regel, tcp-poortnummer 22 en het interne ip-adres van je OpenSSH-server.

Mocht je router zich nog achter een andere router bevinden, dan is het niet uitgesloten dat je op de ‘buitenste’ router eerst een vergelijkbare portforwarding-regel moet opstellen die naar het interne ip-adres van je ‘binnenste’ router verwijst.

Om de server van buitenaf te bereiken, moet je poort 22 koppelen aan het interne ip-adres van de server.

DDNS

Het is vervelend dat je het publieke ip-adres van je router/netwerk moet kennen om een verbinding van buitenaf te maken met je SFTP-server. De kans is ook groot dat dit adres dynamisch wordt toegekend door je provider en dus zomaar kan wijzigen. Beide problemen los je op met een DDNS-dienst, die een eigen domeinnaam aan dat adres koppelt waarna een client elke wijziging van je ip-adres meteen aan de DDNS-dienst doorgeeft.

Je kunt zo’n dienst gratis gebruiken via Dynu. Meld je aan en open in het Control Panel de optie DDNS Services. Klik op Add, en kies bij Use Our Domain Name een eigen host (zoals mijn-sftp-server) en een toplevel-domein (bijvoorbeeld ddnsfree.com). Bevestig met ADD en met Save. Klaar! Via de Dynu IP Update Client kun je vervolgens een client downloaden die vanaf je pc en via je aanmelding met je Dynu-account, de koppeling tussen je hostnaam en je publieke ip-adres netjes intact houdt.

Met antivirussoftware houd je je computer vrij van corrupte bestanden 👇

▼ Volgende artikel
Gratis en complete grafische tool: aan de slag met Gimp 3
© ID.nl
Huis

Gratis en complete grafische tool: aan de slag met Gimp 3

Ben je op zoek naar goede software voor het bewerken van foto’s en andere grafische bestanden? Dan is de kans groot dat je Gimp al kent als veelzijdig alternatief voor dure grafische pakketten. Nu is er een nieuwe versie beschikbaar: Gimp 3. Hoe verhoudt deze nieuwe versie zich ten opzichte van de andere grafische programma's?

Er is lange tijd gewerkt aan versie 3 van Gimp: het team heeft er maar liefst zeven jaar aan gesleuteld. De makers, bestaande uit vrijwilligers, begonnen direct aan deze editie na de release van Gimp 2.10 in 2018. Al terug in 2020 kregen we een voorproefje van Gimp 3.0 via een ontwikkelversie, maar pas in 2025 zag de definitieve editie het daglicht. Wie overigens nu denkt dat het Gimpt-team aan het uitrusten is, heeft het mis. Op dit moment is het team namelijk alweer bezig met een volgende versie: Gimp 3.2.

Brede ondersteuning

Wat erg prettig is aan Gimp is dat het programma beschikbaar is voor verschillende platformen. Voor dit artikel bekeken we versie 3.0.4. Deze versie is er voor Windows, Linux en macOS. Zorg bij Windows voor Windows 10 of hoger en bij macOS voor versie 11 of hoger. Je vindt de nieuwste edities via www.gimp.org/downloads.

Indeling

Je kunt Gimp tot in detail naar je hand zetten . Dat is geen overbodige luxe: het programma kent een relatief grote hoeveelheid opties die je niet altijd gebruikt. Hoe je Gimp indeelt, heeft voornamelijk te maken met de acties die je ermee wilt uitvoeren, bijvoorbeeld foto’s bewerken, illustraties maken of digitale kunst maken. Om de omgeving te stroomlijnen, kun je gebruikmaken van dokbare vensters. Open het menu Vensters en kies Dokbare vensters. Bepaal vervolgens welke opties je snel toegankelijk wilt hebben. Je vindt verschillende opties, zoals de kleurenwaaier, lettertypes, lagen en penselen.

Je kunt Gimp tot in detail naar je hand zetten.

Wil je je volledig concentreren op het document zelf? Dan kun je de dokvensters ook (tijdelijk) uitschakelen. Kies Vensters / Dokken verbergen (en dezelfde optie om ze later weer zichtbaar te maken). Een tussenvorm is ook mogelijk, waarbij je de gedokte vensters laat zweven. Je hebt hierdoor meer vrijheid bij het optimaal inrichten van je werkomgeving. Kies voor Vensters en verwijder het vinkje bij Enkelvenstermodus.

Ben je tevreden over je eigen indeling? Dan kun je deze direct opslaan. Kies dan Bewerken / Voorkeuren / Interface / Vensterbeheer. Klik op Vensterposities nu opslaan. Standaard wordt de werkomgeving bewaard zodra je het programma afsluit (controleer of Vensterposities opslaan bij verlaten is geactiveerd).

Als je gebruikmaakt van meerdere beeldschermen, dan kun je Gimp hiermee rekening laten houden. Activeer Open vensters op dezelfde beeldschermen als eerder. Heb je vensters verschoven, maar wil je snel terugkeren naar eerdere posities? Klik op Opgeslagen vensterposities terugzetten.

Handig: de aangepaste gebruikersomgeving bewaren.

Specifieke functies

Eerlijk is eerlijk: Gimp bevat een flinke hoeveelheid functies. De kans bestaat dat je een gewenste functie niet kunt vinden. In plaats van uren te zoeken, kun je de functie ook opzoeken in een overzicht. Kies Hulp / Een functie zoeken en deze uitvoeren. Typ de naam of omschrijving van de functie, bijvoorbeeld ‘lagen’.

In het zoekoverzicht toont Gimp alleen opties die met het trefwoord te maken hebben. Klik op een resultaat om de functie daadwerkelijk uit te voeren. Bij elke functie zie je ook waar deze zich in het programma bevindt, zodat je deze een volgende keer zelfstandig kunt uitvoeren.

In het zoekoverzicht kun je zoeken naar specifieke opties die je niet snel kunt vinden.

Meerdere schermen

Als je gebruikmaakt van meerdere schermen, kun je Gimp hiermee rekening laten houden. Zo kun je de vensters naar een ander scherm verplaatsen. Kies voor Beeld / Verplaatsen naar scherm. Ook kun je individuele vensters naar een ander scherm verplaatsen. Klik op het kleine pictogram rechtsboven (Tabblad configureren) en kies Verplaatsen naar scherm.

Grootte aanpassen

Je kunt op elk gewenst moment het formaat van de afbeelding aanpassen. Kies Afbeelding / Afbeelding schalen. Bepaal de gewenste breedte en hoogte in de sectie Afbeeldingsgrootte. Standaard is de eenheid millimeter, maar je kunt ook een andere eenheid kiezen. Bijvoorbeeld Pixels of Percent.

Die laatste optie is interessant als je de volledige afbeelding in één keer wilt vergroten of juist verkleinen. Standaard zijn de verhoudingen tussen breedte en hoogte aan elkaar gekoppeld. Dat is niet verplicht: klik op het pictogram van de ketting om die koppeling te verbreken. Tevreden met de nieuwe waarden? Bevestig met een klik op Schalen.

De titelbalk van de afbeelding die je hebt geopend, geeft in Gimp belangrijke informatie. Zo lees je in de titelbalk onder meer de bestandsnaam af, maar ook welke afmetingen het bestand heeft. Ook zie je hier welke kleurindeling wordt gebruikt, bijvoorbeeld RGB-kleur 8-bit, en uit hoeveel lagen de afbeelding is opgebouwd.

Je kunt zelf een afbeelding schalen.

Transformeren

Je kunt Gimp goed gebruiken om nieuw materiaal te maken, maar ook om bestaande grafische afbeeldingen aan te passen. Bijvoorbeeld door ze te roteren of bij te snijden. De meeste functies hiervoor vind je onder Gereedschap / Transformeren. Wil je bijvoorbeeld een afbeelding bijsnijden (croppen), dan kies je voor Gereedschap / Transformeren / Bijsnijden. Om een afbeelding te roteren, kies je in hetzelfde menu voor Draaien. Ook andere opties, zoals Schalen en Spiegelen, zijn ondergebracht in hetzelfde menu.

Je bent overigens niet afhankelijk van dit menu: je kunt de functies ook bereiken via de werkbalk die standaard links in het venster wordt getoond. Houd de muisaanwijzer boven een knop voor meer informatie. Veel functies hebben gedetailleerde eigenschappen. Klik je bijvoorbeeld op Penseel, dan kun je kiezen welke grootte het penseel heeft, welk inkttype en welke kleuropties worden gehanteerd. Gimp toont die eigenschappen in het venster Gereedschapsopties, direct onder de werkbalk waarop je de eerdergenoemde opties vindt.

In de linkeronderhoek vind je details van geselecteerde acties.

Geschiedenis

Alle bewerkingen die je op een afbeelding toepast, worden vastgelegd in de geschiedenis. Dit tabblad wordt standaard links in het venster getoond en vult zich naarmate je de acties toepast. Om terug te keren naar een punt in het verleden, klik je op de actie in de lijst. De geschiedenis is handig, omdat je hiermee ziet welke acties je hebt uitgevoerd en kunt experimenteren met verschillende bewerkingen.

Herstellen

Gimp houdt bij welke acties je op een document uitvoert. Dat is handig: hierdoor kun je op een later moment terugkeren naar een eerder punt en wijzigingen ongedaan maken of juist doorvoeren. Je kunt deze geschiedenis op elk moment opvragen: kies voor Bewerken / Geschiedenis ongedaan maken. Linksonder verschijnt een venster met de verschillende stappen. Selecteer nu een bewerking en klik op de knop Ongedaan maken linksonder in het venster.

Heb je een aardige set bewerkingen gemaakt, ben je tevreden en wil je schoon schip maken? Dan kun je de geschiedenis van bewerkingen ook wissen. Afhankelijk van de hoeveelheid bewerkingen kan dit geheugen vrijmaken. Klik op de (verwarrende) knop Alles wissen uit Geschiedenis ongedaan maken. Je vindt deze knop rechtsonder in het geschiedenisvenster.

De geschiedenis geeft een overzicht van de gedane bewerkingen.

Filters

Gimp heeft een volwassen verzameling filters: open hiervoor het menu Filters. Er zijn verschillende categorieën. Met sommige filters kun je afbeeldingen verbeteren, bijvoorbeeld door ruis te verwijderen. Om een afbeelding te verbeteren door deze te verscherpen, kies je Filters / Verbeteren / Verscherpen. Ook kun je een afbeelding verbeteren door deze zachter en minder kartelig te maken, via Filters / Vervagen / Gaussiaanse vervaging of Focus vervaging. Om ruis uit een afbeelding (zoals een foto) te halen, kies je Filters / Ruis.

Ook de artistieke filters zijn het bekijken waard. Kies Filters / Artistiek. Zo kun je bijvoorbeeld kiezen voor het effect van een fotokopie, maar ook voor een getekende stijl (Cartoon) of voor verfeffect (Olieverven). Verder vind je in dezelfde categorie andere kenmerkende stijlen, zoals Textieldruk en Van Gogh.

Gimp heeft een flinke verzameling filters.

Effecten

Je kunt filters gebruiken om effecten op een afbeelding toe te passen, bijvoorbeeld door de belichting van een afbeelding aan te passen of door een ‘lens flare’ (een schittering) na te bootsen. Kies Filters / Licht en schaduw. Selecteer je bijvoorbeeld Kies belichtingseffecten, dan opent een venster waarin je opties kiest. Open de tab Licht en bepaal het effect.

Ook via de andere tabbladen in hetzelfde venster, zoals Materiaal en Omgevingsprojectie, kun je de effecten naar je hand zetten. Klik op Instellingen opslaan, zodat je het profiel een volgende keer snel kunt gebruiken. 

Afbeeldingsinfo

Heb je een bestand geopend en wil je alles weten over de afmeting, resolutie, bitdiepte en andere belangrijke gegevens? Kies Afbeelding / Afbeeldingsinfo. Of nog sneller: druk op de toetscombinatie Alt+Enter. Het venster bestaat uit drie tabbladen, waarbij Eigenschappen de meeste informatie bevat. Neem ook een kijkje bij Afbeelding / Metadata / Metagegevens bekijken. Hier vind je aanvullende informatie over het document.

Exporteren

Gimp ondersteunt een flinke hoeveelheid bestandsformaten. Standaard worden bestanden opgeslagen in xcf. Dit is de eigen bestandsindeling van Gimp. Een xcf-bestand bevat alle informatie, zoals lagen. Verder is er ondersteuning voor andere formaten. Dat is handig bij het opslaan van de bestanden.

Ben je klaar met een bestand, kies dan Bestand / Exporteren als. In het venster geef je een bestandsnaam op en bepaal je de locatie. Werp hierna een blik op Bestandstype selecteren. Kies de gewenste indeling, zoals gif-afbeelding of png-afbeelding. Het valt hierbij op dat Gimp ook exotischere grafische formaten ondersteunt, zoals Windows-pictogrammen of Windows-cursors.

Tevreden met de keuze? Bevestig met een klik op Exporteren. Afhankelijk van de keuze verschijnt een venster waarin je verregaande controle hebt over het eindresultaat. Kies je bijvoorbeeld voor jpeg, dan verschijnt het venster Afbeelding exporteren als JPEG. Via de balk Kwaliteit bepaal je de kwaliteit, en daarmee de bestandsgrootte van de afbeelding. Onder Geavanceerde instellingen kun je de afbeelding verder aanpassen, bijvoorbeeld door deze minder kartelig te maken. Onder Metadata kun je extra informatie aan de afbeelding meegeven, zoals wie de auteur van het beeld is. Maak je vaak gebruik van dezelfde instellingen, sla de set dan op als profiel via een klik op Instellingen opslaan.

Bepaal in welke bestandsindeling je de afbeelding wilt bewaren.

Xcf-bestand verkleinen

Afhankelijk van de complexiteit kan een xcf-bestand flink in omvang toenemen. Heb je behoefte aan een compactere omvang, dan kun je een betere compressie selecteren. Kies Bestand / Opslaan (XCF). In het nieuw geopende venster zet je een vinkje bij Dit XCF-bestand opslaan met betere maar tragere compressie. Houd er rekening mee dat je het bestand vervolgens alleen in de nieuwste versies van Gimp kunt gebruiken: in oudere edities kan het mogelijk niet worden ingelezen.

Standaardafbeelding

 Mogelijk werk je vaak met dezelfde soort afbeeldingen, bijvoorbeeld met dezelfde afmetingen. Je kunt tijd besparen door in Gimp deze waarden als standaard in te stellen. Kies Bewerken / Voorkeuren / Standaardafbeelding. Ga uit van een sjabloon, dat je eventueel nog kunt aanpassen.

Kies Sjabloon en selecteer de afmeting. Voor specifieke formaten heb je niet voldoende aan de opties in dat menu. Je kunt de afmetingen ook handmatig opgeven bij Afbeeldingsgrootte. Nog interessanter is de sectie Geavanceerde opties. Hier kun je onder meer de resolutie en een kleurprofiel bepalen, zodat je volledige controle hebt over de nieuwe afbeelding.

Bespaar tijd door een standaardafbeelding te definiëren.

Sneller werken

Grote kans dat je het grootste gedeelte van de tijd in Gimp werkt met muis of pen, maar je kunt het toetsenbord ook goed inzetten voor het uitvoeren van acties. De sneltoetsen vind je bij elke menuvermelding, maar je hoeft hiermee geen genoegen te nemen. In Gimp kun je ook eigen sneltoetsen samenstellen. Kies Bewerken / Voorkeuren / Interface. In de sectie Sneltoetsen klik je op Sneltoetsen configureren. Zoek de actie waarvoor je een sneltoets wilt maken of deze wilt aanpassen en selecteer de actie. Druk vervolgens op de toetscombinatie die je wilt toewijzen. Herhaal dit voor alle sneltoetsen die je gebruikt. Tevreden? Klik op Oké

Werken met raw-bestanden

Om met raw-bestanden in Gimp te werken, kun je gebruikmaken van externe hulp. Twee populaire uitbreidingen zijn RawTherapee (www.rawtherapee.com) en Darktable (www.darktable.org/install). Met deze uitbreidingen kun je de raw-bestanden klaarmaken en vervolgens verwerken in Gimp. Je mag beide programma’s kosteloos gebruiken.

▼ Volgende artikel
Chaos in Chrome? Met tabgroepen krijg je weer overzicht (en zo werkt het)
© Copyright © 2017 Michael Burrell
Huis

Chaos in Chrome? Met tabgroepen krijg je weer overzicht (en zo werkt het)

Tabbladen zijn handig, maar kunnen al snel uitmonden in een onoverzichtelijke wirwar. Om dat probleem aan te pakken, introduceerde Google Chrome tabgroepen: een slimme manier om je openstaande tabs te ordenen en labelen.

Wat gaan we doen

In dit artikel zie je hoe je tabgroepen aanmaakt, benoemt en indeelt, zodat je browser niet langer uitpuilt. Je leert hoe je snel een nieuwe groep maakt, kleuren gebruikt om orde te scheppen en hoe je groepen verplaatst, sluit of opheft. Zo blijft je werkruimte overzichtelijk, zelfs als je tientallen tabbladen open hebt staan.

Lees ook: Trage Chrome? Zet de efficiëntiemodus uit!

Stap 1: Nieuwe groepen

Zorg eerst dat je de nieuwste versie van Chrome op je laptop hebt staan. Klik op de drie puntjes rechtsboven, kies Help / Over Google Chrome en installeer eventueel de update. Om tabbladgroepen in de vingers te krijgen, open je snel een paar tabbladen. Denk aan pagina's over hetzelfde onderwerp of project. Klik met de rechtermuisknop op een tabblad en kies Toevoegen aan een nieuwe groep.

Met de rechtermuisknop maak je een nieuwe tabbladgroep.

Stap 2: Naam en kleur

Er verschijnt een venstertje waarin je de groep een naam en kleur kunt geven. Kies een korte, herkenbare naam die het onderwerp van de groep weergeeft, zoals 'Werk', 'Recepten' of 'Vakantieplanning'. Een kleur toewijzen helpt je om snel onderscheid te maken tussen verschillende groepen. De groep verschijnt vervolgens als een gekleurde knop tussen je tabbladen. Een groot voordeel: als je op de groepsnaam klikt, worden de bijbehorende tabbladen ingeklapt, dat bespaart ruimte.

Tabbladen kun je later eenvoudig toevoegen: klik met de rechtermuisknop op het gewenste tabblad en kies de gewenste groep.

Ieder tabblad kun je snel aan een bestaande of nieuwe groep toevoegen.

Stap 3: Groep sluiten

Klik je met de rechtermuisknop op de naam van de tabbladgroep, dan krijg je andere mogelijkheden. Met de optie Nieuw tabblad in groep open je een leeg tabblad in de bestaande groep. Het is ook mogelijk om een bestaand tabblad gewoon in de groep te slepen. Kies je Groep verplaatsen naar een nieuw venster, dan opent Chrome een nieuw browservenster met daarin alle opgenomen tabbladen. Met de opdracht Groep sluiten verdwijnt de groep van je scherm. Dit doe je als je de hele groep niet meer nodig hebt en je de tabbladen niet langer wilt openhouden. Met Groep verwijderen (in sommige versies: Groep opheffen) blijven de tabbladen open, maar worden ze losgekoppeld van de groep. De kleur en de groepsnaam verdwijnen. Dit doe je als je de inhoud nog nodig hebt, maar je geen groepsindeling meer wilt.

Je kunt de groep verwijderen dan blijven de ingesloten tabbladen wel bestaan.


5x Chromebooks

Zeg je Chrome, dan denk je ook al snel aan Chromebooks. Hieronder een selectie 5 fijne modellen.

Acer Chromebook Plus 514

Compacte 14-inch Chromebook met vlotte prestaties, lichte aluminium behuizing en degelijke accuduur.

HP Chromebook x360 14b‑cd0625nd

14″ touchscreen Chromebook met 8 GB RAM en 128 GB opslag; geschikt voor alle dagelijkse taken.

Acer Chromebook Plus 515 CB515-2H-32UH

Stevige 15,6″ Chromebook met Full HD-scherm, Intel Core-i3, 8 GB RAM en 128 GB SSD, geschikt voor werk, school, surfen en media.

Lenovo IdeaPad / Slim 3 Chrome / 83BN0038MH

Compacte 14″ Chromebook met Full HD-scherm en Intel Core i3, prima voor school, mail, web en licht werk.

HP Chromebook 14a-nf0050nd

Lichte 14″ Chromebook met Full HD-scherm, Intel N-processor, 4 GB RAM en 128 GB opslag; geschikt voor internet, mail, documenten en basisgebruik op school of werk.

Ook je papieren overzichtelijk?

Berg ze op in sorteermappen