ID.nl logo
Weg met de chaos! Organiseer je bestanden met TagSpaces
Huis

Weg met de chaos! Organiseer je bestanden met TagSpaces

Soms zie je door de bomen het bos niet meer met al die tienduizenden bestanden. TagSpaces helpt je om er wat meer organisatie in aan te brengen.

Iedereen verzamelt in de loop der tijd honderden, zo niet duizenden bestanden. Wil je die gemakkelijk kunnen terugvinden, dan is het handig er metadata aan te hangen. Dat kan met TagSpaces. In dit artikel nemen we hierin je mee:

  • We installeren TagSpaces Light
  • We voegen locaties toe
  • We voegen tags toe
  • We maken taggroepen aan

Wil je foto's naar iemand anders versturen, dan wil je juist niet dat er metagegevens meekomen. Hoe je ze weer verwijdert, lees je in dit artikel: Foto’s zonder metadata met Photo Anonymizer

Sommige bestandstypen hebben een structuur die het mogelijk maakt om er informatie over het bestand in op te slaan, zogeheten metagegevens. We kennen dat bij foto’s in de vorm van exif-data waarin technische gegevens, zoals sluitertijd en diafragma, worden vastgelegd en natuurlijk in de uitgebreide tags waarmee je de muziek in een mp3’tje kunt identificeren. Windows kan deze metadata ook lezen, zodat je criteria daarin ook kunt gebruiken om bestanden te sorteren in Verkenner. Dat alles is reuzehandig, maar werkt alleen voor een beperkt aantal zeer specifieke bestandsformaten.

En hier komt TagSpaces om de hoek kijken. Dit programma biedt een universeel systeem om elk type bestand van metadata te voorzien op welke manier je maar wilt. En dat is nog maar het begin.

Installeren

Om te beginnen, download TagSpaces. Zoals je ziet, zijn er meerdere varianten beschikbaar, maar wij gaan aan de slag met de gratis Lite-versie. We klikken op Download for Windows: op moment van schrijven daarmee het bestand tagspaces-win-x64-5.2.5.exe gedownload (112 MB). We voeren dit programmabestand uit, gaan akkoord met de voorwaarden en klikken door de installatie (deze heeft geen bijzonderheden).

Aan het eind wordt TagSpaces gestart en kunnen we het programma gaan configureren. Wij kiezen met Dark voor het donkere thema voor de interface, dat vinden we minder vermoeiend voor onze ogen. Kies Light als je liever een lichte achtergrond wilt. Klik daarna op Next.

Bij de eerste start moeten we wat zaken configureren.

Instellen

Met TagSpaces kun je elk type bestand van trefwoorden (tags) voorzien en op het volgende scherm stel je in hoe deze worden opgeslagen. Met de standaard-instelling gebeurt dit tussen rechte haken als onderdeel van de bestandsnaam. De lengte van bestandsnamen heeft in Windows echter een maximum, zodat je problemen kunt krijgen als je al bestanden met zeer lange namen hebt of als je veel tags toevoegt. Wij geven daarom de voorkeur aan de andere optie: Use sidecar file.

We klikken weer op Next en zien dan een reclame voor een browserextensie van de makers van TagSpaces die we kunnen overslaan met Next. Tot slot klikken we op Start using TagSpaces. We krijgen dan nogmaals een gebruiksovereenkomst die we accepteren met een klik op I Agree.

Je ziet nu een korte rondleiding waar je desgewenst doorheen kunt klikken via Go Forward en bij de laatste stap Finish.

Locatie toevoegen

Het is in TagSpaces uiteraard niet de bedoeling om al je schijven en mappen van beschrijvingen te voorzien. Het programma is bedoeld om tags te creëren voor bestanden in specifieke locaties. Zo’n locatie voeg je toe via Connect a Location linksboven. Je kunt bijvoorbeeld denken aan de map waarin je al je foto’s in onderliggende mappen bewaart of je hoogste map met documenten.

Wij kiezen voor dit voorbeeld een map met foto’s. We geven als Location name de naam Foto 1. Via Location Path zoeken we de map waarmee we willen gaan werken. De betaalde Pro-versie biedt hier overigens aanvullende mogelijkheden in de vorm van het volledig doorzoekbaar maken van documenten en het monitoren van wijzigingen in de map.

Met een klik op OK wordt de map toegevoegd en omdat het een map met beeld betreft, gaat TagSpaces zelf miniaturen maken.

De eerste map is toegevoegd.

Bekijken

Wat TagSpaces doet wanneer je op een bestand klikt, hangt af van het type. In ons voorbeeld van een map met foto’s verschijnt een nieuw venster waarin de foto wordt uitvergroot. Boven deze foto verschijnen vervolgens allerlei pictogrammen.

Hier kun je bijvoorbeeld een foto fullscreen bekijken of hem in een extern programma openen. Klik je op Open in full width dan krijg je een grote versie te zien en zie je twee pictogrammen waarmee je door de grote foto’s kunt bladeren.

Rechtsonder in het hoofdvenster zie je drie puntjes. Klik je daarop, dan krijg je toegang tot nog meer functies. Zo kun je foto’s roteren of spiegelen, in- en uitzoomen en converteren.

Wat je met bestanden kunt, hangt af van het type. Zo is er een ingebouwde fotoviewer.

Geen foto's om te taggen?

De beste foto's maak je met een echte camera

Tags koppelen

Het linker pictogram boven de vergroting (Toggle properties) geeft toegang tot de bestandsnaam en de mogelijkheid hem te wijzigen. Daaronder zie je een vak genaamd Tags. Klik je daarop, dan kun je allerlei voorgebakken tags toevoegen door erop te klikken. Zo zijn er bijvoorbeeld tags waarmee je een waardering aan een afbeelding kunt toekennen, of waarmee je kunt aangeven of een foto nog moet worden bewerkt. In de Pro-versie kun je daarnaast een beschrijving toevoegen.

Zodra je tags hebt toegevoegd, verschijnen deze op het miniatuur.

In deze weergave kun je ook met het muiswiel scrollen voor meer mogelijkheden. Zo zie je de bestandsdatum, de grootte en het pad met daarachter de mogelijkheid om een bestand te verplaatsen.

Tags verschijnen ook op miniaturen, zodat je in één oogopslag de status van een bestand ziet.

Tagbibliotheek

Dat de makers van TagSpaces al wat tags hebben verzonnen is natuurlijk leuk, maar vaak zul je ook zelf trefwoorden willen bedenken. Dat is extra onvermijdelijk in de gratis versie, omdat je daarin geen beschrijving aan een bestand kunt koppelen (zoals in de Pro-versie) en dus helemaal aangewezen bent op tags.

Linksonder in het venster zie je zes pictogrammen. Hiervan is standaard het tweede actief (Location Manager, waar je mappen toevoegt en beheert). Rechts daarvan zie je het pictogram Tag Library. Klik je erop, dan verschijnt een overzicht van de tags die al aanwezig zijn.

Je ziet dat ze verschillende kleuren kunnen hebben, maar je ziet ook dat de lijst begint met blauwe tags die je niet zag toen we hierboven een tag aan een bestand koppelden. Dat komt omdat je deze zogeheten Smart Tags helaas alleen in de Pro-versie kunt gebruiken.

De reeds aanwezige tags zijn verdeeld in categorieën.

Taggroep maken

Een handig gebruik van TagSpaces zou kunnen zijn dat je je foto’s voorziet van een tag waarop je het genre ziet, zodat je daarmee uiteindelijk bijvoorbeeld snel portretten, zonsondergangen en andere standaard-scènes kunt vinden. We gaan daarom eerst een taggroep maken.

Klik daarvoor op de drie puntjes achter Tag Library en kies Create Tag Group. Vul bij Tag Group Name de naam Genre in. Kies voor de Default tag background color liefst een achtergrondkleur die nog niet in gebruik is, zodat je straks direct ziet met wat voor soort tag je te maken hebt.

Wij kiezen voor donkerpaars. Daar hoort een lichte tekstkleur bij, waardoor TagSpaces wit voorstelt. Kies je een lichte achtergrond, dan moet je klikken op Default tag text color om zelf een donkere tint voor de tekst te kiezen. Met een klik op OK verschijnt de zojuist gemaakte groep nu onderaan de lijst.

We maken een nieuwe groep met tags om straks foto’s op genre te kunnen taggen.

Lees ook: Foto's organiseren met DigiKam.

Tags toevoegen

Om tags aan een groep toe te voegen, klik je op de drie puntjes achter de naam van de groep, in ons geval Genre. Met Edit Tag Group wijzig je achteraf de instellingen (naam en gebruikte kleuren) van een groep.

Wij kiezen nu Add Tags: je kunt nu zo veel trefwoorden invoeren als je maar wilt om het genre van foto’s mee te beschrijven. Naast de al genoemde zonsondergang en portret kun je denken aan feest, vakantie, voedsel en voertuigen. We adviseren om niet al te specifiek te worden, want dan bevat straks elk genre slechts een handvol foto’s.

Let op: scheid je tags alleen door een komma: spaties zijn niet nodig. Verzin je er later meer, dan kun je ze altijd op dezelfde manier toevoegen. Heb je een tikfout gemaakt, dan klik je op de drie puntjes achter een individuele tag om deze te bewerken (Edit tag) of te verwijderen (Delete tag). Is je taggroep klaar, dan kun je deze gaan gebruiken.

Onze eerste zelfgemaakte groep met tags.

Tags gebruiken

In de paragraaf ‘Tags koppelen’ gaven we een bestand een tag door het bestand te selecteren en vervolgens de eigenschappen te bewerken (Toggle Properties). Tags toevoegen kan ook op een andere manier en die gaan we gebruiken met onze zojuist gemaakte trefwoorden voor genres. Daarvoor selecteren we eerst meerdere afbeeldingen in hetzelfde genre, bijvoorbeeld zonsondergangen, met Ctrl+Linkermuisknop.

Vervolgens klikken we boven de miniaturen op het pictogram Tag selected entries (Ctrl+T kan ook). We zien dan een lijst met geselecteerde bestanden en met een klik in het vak Select tags kunnen we daaraan het gewenste trefwoord toekennen. Tot slot klikken we op Add tags en zien ze dan op de miniaturen verschijnen.

We kunnen tags aan meerdere bestanden tegelijk toevoegen.

Zoeken

Het hele doel van tags is natuurlijk dat we daarmee snel bepaalde bestanden kunnen terugvinden. Om deze functie te gebruiken, activeren we in het linkervenster weer de Tag Library (derde pictogram). Vervolgens scrollen we omlaag tot we de groep Genre zien.

Wij hebben onze categorieën in willekeurige volgorde ingevoerd. Klik op de drie puntjes achter Genre en kies voor Sort Tag Group om ze op alfabetische volgorde te zetten, iets wat je uiteraard moet herhalen als je in de toekomst nieuwe tags aan een groep toevoegt.

Nu kunnen we in onze geordende groep snel de gewenste tag vinden. We klikken op de drie puntjes achter Zonsondergang en kiezen Show Files With This Tag. In het miniaturenvenster verschijnen nu alleen foto’s die van deze tag zijn voorzien.

Vind je heel veel bestanden, dan kun je uiteraard ook meerdere tags opgeven om de zoekresultaten te verfijnen.

Tags gebruiken om specifieke bestanden snel terug te vinden.

Locaties beheren

Het eerste wat we na installatie deden, was het toevoegen van een locatie. We gaven daarbij al aan dat dat de hoogst mogelijke map moet zijn waarbinnen je een bepaald soort bestanden bewaart. De reden daarvoor heeft te maken met het zoeken op tags zoals we dat zojuist deden.

Dit zoeken gebeurt binnen de locatie die je het laatst hebt gekozen in Location Manager.

Stel nu dat je ook een map met Word-documenten hebt toegevoegd als locatie. Je zou als je die geselecteerd hebt niets vinden voor de tag Zonsondergang, terwijl er wel bestanden met die tag bestaan. Wil je heel veel verschillende soorten bestanden in één keer kunnen doorzoeken, dan moet je dus zorgen dat ze zich in één map bevinden.

Bestandstypen

Voor heel wat bestandstypen bekijk je binnen TagSpaces een (grote) preview. Dat dit voor afbeeldingen werkt zag je in deze workshop, maar het programma ondersteunt veel meer formaten. Dat gebeurt deels via een ingebouwde viewer en deels via extensies (zie TagSpaces Extensions). Dit is nog maar het begin van de mogelijkheden van dit interessante programma. Er valt nog genoeg zelf te ontdekken!

▼ Volgende artikel
Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!
© andrey
Huis

Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!

Hoewel koken op gas voorlopig nog mag, is duidelijk dat de toekomst elektrisch is. Veel mensen stappen nu al over op elektrisch koken – vaak in combinatie met inductie. Ben jij toe aan een nieuwe kookplaat of wil je van het gas af? Dan is het goed om te weten hoe je zo’n elektrische kookplaat aansluit, waar je op moet letten en wanneer je beter een professional kunt inschakelen.

Na het lezen van dit artikel weet je:
  • Dat er 1-, 2- en 3-fase-aansluitingen en -kookplaten zijn
  • Hoe je met de multimeter bepaalt wat voor aansluiting jij hebt
  • Hoe je de elektrische kookplaat aansluit

Dit vind je vast ook interessant: Wat voor soort kookplaten zijn er?

Eén, twee of drie fasen: wat betekent dat?

In tegenstelling tot een gaskookplaat, die je simpelweg aan een gasaansluiting koppelt, is een elektrische kookplaat net iets technischer. Zo'n kookplaat kan worden aangesloten op één, twee of drie elektrische fasen. Welke van de drie je nodig hebt, hangt af van het vermogen van je kookplaat én van de aansluiting in je keuken.

Een 1-fase kookplaat is het eenvoudigst. Die werkt op een gewone stekker met twee pinnen, precies zoals je gewend bent van andere apparaten in huis. Deze modellen hebben een beperkt vermogen – maximaal 3680 watt – maar zijn vaak krachtig genoeg voor wie niet al te fanatiek kookt. Aansluiten is simpel: stekker erin en je kunt aan de slag.

Voor een 2-fase kookplaat heb je een zogenoemde perilex-stekker nodig, met vijf pinnen. Die zie je vooral bij iets krachtigere inductiekookplaten. Meestal worden dit soort kookplaten zonder stekker geleverd, en is het slim om een elektricien in te schakelen voor de installatie. Het benodigde vermogen ligt tussen de 3681 en 7360 watt.

Een 3-fase kookplaat vraagt nog meer stroom en werkt op krachtstroom. Ook hier gebruik je een perilex-stekker met vijf pinnen, maar je moet wel eerst controleren of je meterkast daar op is voorbereid. De aansluitwaarde ligt boven de 7360 watt en het is belangrijk dat de aansluiting klopt – anders werkt de kookplaat niet of loop je zelfs risico op overbelasting. Laat dit daarom bij voorkeur aan een vakman over.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Een kookplaat voor 1- en 2-fase

Je kunt ook kiezen voor een kookplaat met powermanagement. Dat is een kookplaat die je op een normaal stopcontact of op een perilex-stopcontact aansluit. Deze kookplaat kun je in de toekomst uitbreiden, als je dat wilt, maar hiervoor hoef je nu nog niet meteen de aanpassingen in de meterkast en aansluiting door te voeren. Als je wel de aanpassingen in de meterkast laat doen, heb je profijt van de kracht van een 2-fase kookplaat.

Hoe weet je welke kookplaat bij je keuken past?

Wat je kunt aansluiten, hangt af van het type stopcontact in je keuken. Heb je een standaard wandcontactdoos met twee gaten? Dan past daar alleen een 1-fase kookplaat op. Die worden meestal geleverd met stekker en snoer, zodat je hem meteen kunt gebruiken.

Zie je een perilex-stopcontact (met vijf gaten)? Dan is je keuken in principe geschikt voor een 2- of 3-fase kookplaat. Alleen weet je dan nog niet of je meterkast daadwerkelijk drie fasen aankan. Dat kun je op twee manieren controleren: met een multimeter of door in je meterkast te kijken.

Zo check je de aansluiting met een multimeter

Heb je een multimeter in huis? Dan kun je precies meten hoeveel fasen je aansluiting ondersteunt. Teken op een papier het patroon van het perilex-stopcontact en noteer per gat wat je meet. Prik met één pin in het middelste gat (de aarde) en meet met de andere pin de overige vier. Krijg je twee keer 230 volt en twee keer 0? Dan heb je een 2-fase aansluiting. Meet je drie keer 230 volt en één keer 0? Dan is het een 3-fase aansluiting. Label de gaten met ‘L’ voor stroom en ‘N’ voor nul, zodat je straks precies weet wat waar hoort.

©Dmitriy

Voordat je een kookplaat aanschaft, check je eerst de nismaat van je aanrechtblad. Meet met een rolmaat eerst de nis op in het aanrechtblad. Doe dit voor de breedte, de diepte en de hoogte. Komen de afmetingen niet overeen met de kookplaat die je graag wilt? Kijk dan of je het aanrechtblad kunt aanpassen.

Geen multimeter? Kijk in de meterkast

Heb je geen meetapparatuur? Dan kun je in de meterkast zien hoeveel fasen er beschikbaar zijn. Bij een 2-fase aansluiting zie je twee gekoppelde groepen met een hendel ertussen. Zie je vier gekoppelde groepen? Dan is er krachtstroom aanwezig en kun je dus ook een 3-fase kookplaat aansluiten – mits het stopcontact daar geschikt voor is.

©auremar

Zelf een kookplaat aansluiten

Ga je zelf aan de slag? Dan is het belangrijk dat je weet wat je doet. Elektriciteit is geen speelgoed, dus bij twijfel: bel een vakman. Heb je een 1-fase kookplaat met powermanagement die je op een normaal stopcontact wilt aansluiten? Dan moet je deze eerst correct instellen.

Leg om te beginnen een stuk piepschuim onder de kookplaat, zodat je hem veilig kunt omdraaien zonder krassen of barsten. Plak daarna de afdichtband rondom het apparaat, bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de glasrand. Begin aan de achterkant, zodat de naad niet in het zicht valt.

Open het aansluitcompartiment onder de kookplaat en controleer het aansluitschema dat daar staat. Gebruik de bijgeleverde bruggetjes om de juiste verbindingen te maken. Sluit het snoer aan: bruin op L, blauw op N en geelgroen op aarde. Zet het snoer vast met trekontlasting en sluit het klepje.

Draai nu de kookplaat weer om en steek de stekker in het stopcontact. Leg de kookplaat op z’n plek in het aanrechtblad. Houd de pauzeknop vijf seconden ingedrukt om het menu te openen. Zoek via de plusknop naar het onderdeel ‘PO’ (power) en stel het vermogen in op 3.7 in plaats van 7.4. Bevestig dit door de pauzeknop nog eens vijf seconden ingedrukt te houden. Je kookplaat is nu geschikt voor een standaard aansluiting.

Houd de stekker op de juiste positie tijdens het meten met de multimeter. Kijk hoe je de stekker in het getekende stopcontact zou steken, zodat je de juiste kleuren van de draden noteert op je tekening.

Een 2-fase kookplaat aansluiten: zo werkt het

Heb je een 2-fase kookplaat? Dan moet je eerst bepalen welke kleur draad bij welk contact hoort. Meet het snoer door met een multimeter, op de piepstand of op de Ohm-stand. Noteer welke draad bij welke stekkerpin hoort en gebruik die info bij het aansluiten.

Open vervolgens het aansluitvak onder de kookplaat en kijk welk aansluitschema je moet gebruiken. L1 en L2 koppel je aan de juiste stroomdraden, 01 en 02 aan de juiste nuldraad. Maak de trekontlasting los, sluit de draden aan zoals je eerder hebt gemeten, en zet alles weer stevig vast.

Steek daarna de stekker in het stopcontact en plaats de kookplaat netjes in het blad. Dankzij de afdichtband blijft alles goed op z'n plek. Zet vervolgens de kookplaat aan en test of alle kookzones werken. Krijg je een foutmelding? Dan is er waarschijnlijk iets misgegaan bij het aansluiten. Geen foutmelding? Dan is je kookplaat klaar voor gebruik.

©S.Engels

Het is gebruikelijk dat de pannen een licht tikkend of zoemend geluid maken tijdens het koken. Dit heeft te maken met het magnetisch veld van de kookplaat. Ruik je een vreemde geur na het installeren van de kookplaat? Dit is ook gebruikelijk en de geur trekt uiteindelijk weg.

▼ Volgende artikel
⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping
© Olga Yastremska, New Africa, Africa Studio
Huis

⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping

Vooral in de zomer is het vaak raak: code geel of code oranje wegens onweer. Weet jij wat je wél en juist níet moet doen als er een onweersbui nadert? Thuis kun je veel risico's beperken, maar juist buitenshuis – en zeker op de camping – is het opletten geblazen. In dit artikel lees je hoe je jezelf en anderen beschermt, of je nu binnen, buiten of aan het kamperen bent.


In het kort:

⚡ Onweer & thuis ⚡ Onweer & buiten ⚡ Onweer en kamperen: 🏕️ Tent 🚐 Caravan

Lees ook: Regen, regen en nog eens regen … zo voorkom je wateroverlast

Thuis tijdens onweer: veilig, maar niet zonder risico's

In huis ben je relatief goed beschermd tegen blikseminslag, zeker als het gebouw voorzien is van een goede bliksemafleider. Toch zijn er een paar voorzorgsmaatregelen die je serieus moet nemen. Gebruik bij onweer liever geen apparaten die verbonden zijn met het stroomnet of met leidingen. Denk aan de wasmachine, een vaste telefoon of een bedrade computer. Bliksem kiest daarbij meestal de makkelijkste route naar de grond, en dat zijn vaak metalen onderdelen in huis zoals koperdraden of waterleidingen.

Trek bij voorkeur de stekkers uit het stopcontact van kwetsbare apparatuur zoals computers, tv's of de router. Een stekkerdoos met overspanningsbeveiliging biedt wel wat bescherming, maar niet bij een directe inslag. Ga liever ook niet douchen of in bad, want waterleidingen kunnen de elektrische spanning van een blikseminslag geleiden.

Ramen kun je gewoon dicht houden, en als je wilt kijken naar het natuurgeweld, doe dat dan vanaf een veilige plek binnenshuis. Zorg dat huisdieren binnen zijn en zet het alarmsysteem even uit als dat storingsgevoelig is bij blikseminslag.

Buiten bij onweer: voorkom dat je zelf bliksemafleider bent

Ben je onderweg of buiten als het begint te donderen, dan is het zaak om snel te handelen.

Onthoud: als je de bliksem ziet en binnen 10 seconden de donder hoort, zit je binnen de gevarenzone. Zoek dan zo snel mogelijk een veilige schuilplek.

De veiligste plek is een gebouw met muren en een dak – bijvoorbeeld een winkel, huis of station. Een auto met metalen carrosserie is ook een prima optie. Die werkt als een kooi van Faraday en geleidt de stroom om je heen in plaats van door je heen.

Vermijd tijdens onweer open velden zoals weilanden of sportterreinen, want daar ben je letterlijk het hoogste punt. Ook hooggelegen plekken zoals duinen of heuveltoppen vormen een risico. Zoek geen beschutting onder een boom die in z'n eentje op een veld staat – dat is juist een bliksemmagneet. Blijf verder uit de buurt van metalen objecten zoals hekken, masten of fietsen, en houd afstand van water – of dat nu een meer, sloot of zwembad is.

Kun je nergens heen? Maak jezelf dan zo klein mogelijk: hurk neer op je voetzolen, houd je voeten tegen elkaar en wikkel je armen om je knieën. Ga niet liggen; zo vergroot je je contactoppervlak met de grond, wat het risico op aardstroom vergroot.

©ID.nl

Kamperen met onweer: extra opletten in tent of caravan

Kamperen geeft een gevoel van vrijheid, maar bij onweer ben je juist extra kwetsbaar. Een tent biedt geen enkele bescherming tegen bliksem, hoe stevig het doek ook is. Het metalen frame vergroot het risico juist, vooral als je op een open veld kampeert of vlak bij een losse boom staat.

Als er onweer op komst is, zoek dan zo snel mogelijk een veilig onderkomen. Een stenen sanitairgebouw, de receptie of je auto bieden veel meer bescherming dan een tent. Zit je in een camper of caravan met een metalen buitenkant? Dan ben je redelijk veilig, mits je ramen en deuren gesloten houdt en geen contact maakt met metalen delen. Stacaravans met een houten of kunststof omhulsel bieden die bescherming niet: het klopt dat ze geen stroom geleiden, maar ze voeren die ook niet af. Daardoor kan een blikseminslag via leidingen of metalen onderdelen binnen alsnog gevaarlijk uitpakken. Tijdens onweer blijf je dus beter uit de buurt van dat soort constructies.

Laat ook je elektronische spullen niet in de tent of aan opladers zitten. Berg ze los op, zonder kabels of contact met de grond.

Staan er bomen op de camping? Zorg dat je tent daar niet direct onder staat. Bij inslag kunnen takken afbreken of kan de bliksem via de wortels naar de grond doorslaan. Ook op campings in de bergen of aan open water is het risico op blikseminslag extra hoog – check bij aankomst wat de aanbevolen schuilplaatsen zijn.

En hoe zit het met de tentstokken?

Metalen tentstokken zijn niet per definitie gevaarlijk, maar ze kunnen wel extra risico opleveren bij onweer. Omdat tenten vrijwel altijd met metalen haringen in de grond staan, is er al snel sprake van een geleidende verbinding met de bodem. Bij een blikseminslag kan de stroom zich dan via het frame en de haringen verspreiden, met risico voor wie zich in de tent bevindt. Daarom blijft het advies: verlaat bij onweer de tent en zoek een écht veilige plek op.

Tot slot: een goede voorbereiding helpt

Kijk altijd naar de weersvoorspelling voordat je op pad gaat. Veel weerapps geven een melding bij onweerskansen, vaak met een tijdsindicatie en locatie. Op de camping is het handig om bij aankomst al te weten waar je naartoe kunt bij slecht weer.

Zorg ook dat je zaklamp, powerbank en radio of noodaccu paraat hebt als je kampeert, voor het geval de stroom uitvalt. En vooral: blijf rustig. Onweer is gevaarlijk, maar met de juiste kennis en voorzorgsmaatregelen voorkom je ongelukken.

🔦 Voor als de stroom uitvalt

Licht in de duisternis!