ID.nl logo
Huis

Routers: Mu-Mimo, 64QAM, NitroQAM, NXXX en ACXXX uitgelegd

Reclamepraatjes als ‘2X sneller’, ‘Maximale Streaming’, ‘Mu-Mimo’, ‘Next-Gen AC’, ‘Gigabit’ en ‘1300 Mbit/s’, betekenen ze echt iets? In deze derde workshop rond het maximaliseren van je wifi-snelheid kijken we naar enkele geavanceerde technieken.

Sommige van bovenstaande begrippen vertellen je echt iets over de potentiële snelheid van een router. Andere termen zijn dan weer compleet verzonnen marketingtaal. En in alle gevallen geldt dat op de verpakking sowieso de theoretisch maximale snelheid staat. Dat is totaal iets anders dan de werkelijke snelheid die je in jouw thuissituatie gaat halen.

Lees eerst: Wifi traag? Tips voor een sneller draadloos netwerk
Lees eerst: 2,4 GHz en 5 GHz - snellere wifi door aanpassen frequenties en kanalen

Antennes combineren, ofwel mimo

Zend- en ontvangstkanalen combineren is één trucje om hogere wifi-snelheden te halen. Een tweede trucje is meerdere antennes combineren. Op die manier kun je twee, drie of vier gelijktijdige datastromen verzenden en ontvangen en de maximale doorvoersnelheid overeenkomstig verdubbelen, verdrievoudigen of verviervoudigen. Dit wordt afgekort tot mimo (multiple input output). 

Wireless-N laat bijvoorbeeld vier gelijktijdige datastromen toe. Dit wordt ook weleens aangeduid als 4 x 4. Het eerste cijfer is dan het aantal datastromen dat tegelijk uitgezonden kan worden. Het tweede cijfer heeft betrekking op de ontvangstkant. De totale doorvoersnelheid stijgt tot 600 Mbit/s voor Wireless-N (ofwel viermaal 150 Mbit/s) of 1732 Mbit/s voor Wireless-AC (ofwel viermaal 433 Mbit/s).

4 X 4 = vier gelijktijdige datastromen

Zender en ontvanger moeten echter evenveel antennes hebben om de maximale snelheid te halen. 4 x 4-routers bestaan al, maar 4 x 4-clients nog niet. De meeste laptops, smartphones, tablets en streamers hebben maar een of twee zend- en ontvangstantennes (2 x 2). En Asus heeft een (grote) 3 x 3-wifi-insteekkaart voor desktopcomputers. 

Met één antenne haal je zelfs bij een 4 x 4-Wireless-N-router toch ‘maar’ maximaal 150 Mbit/s. Met twee antennes stijgt dit tot 300 Mbit/s. De router kan zijn niet-gebruikte antennes natuurlijk wel inzetten om een tweede draadloos apparaat aan 300 Mbit/s te bedienen. Een router met meerdere antennes is dus wel degelijk nuttig in een omgeving met veel wifi-apparaten.

64QAM

Om hogere doorvoersnelheden te halen zijn er verschillende systemen om meer digitale gegevens over dezelfde analoge draaggolf te transporteren. Daarbij wordt het signaal op allerlei manieren gemanipuleerd om meer bits tegelijk te verzenden of te ontvangen. Dat heet moduleren en slaat bijvoorbeeld op het op allerlei manieren manipuleren van de amplitude of de fase van een signaal. Modulatie is een ingewikkelde materie waarover je gedetailleerde informatie vindt op het internet. 

Samenvattend gebruikt Wireless-N 64bit-kwadratuur-amplitudemodulatie, afgekort tot 64QAM. Daarmee kun je zes bits per ‘symbool’ versturen, maar het leidt wel tot meer fouten in het signaal, waardoor je meer moet corrigeren. Daarvoor heb je krachtigere en dus duurdere processoren nodig, reden waarom routers met geavanceerde modulatietechnieken duurder zijn. Wireless-AC kan dankzij 256QAM nog 33 procent meer bits per ‘symbool’ transporteren (acht in plaats van zes).

©PXimport

NitroQAM

Sommige fabrikanten zoals Broadcom leveren wifi-chips met nog krachtigere modulatietechnieken, zoals ‘NitroQAM’, wat in feite hetzelfde is als 1024QAM. Dat is nog eens 25 procent efficiënter dan 256QAM. NitroQAM haalt in theorie tot 1000 Mbit/s voor Wireless-N en tot 2166 Mbit/s voor Wireless-AC, afhankelijk van de hoeveelheid beschikbare antennes. Maar die hogere snelheden zijn alleen mogelijk wanneer zender én ontvanger dezelfde modulatie ondersteunen én hetzelfde aantal antennes aan boord hebben. 

Die hogere snelheden staan mooi op de verpakking, maar zijn veeleer theorie aangezien er momenteel nauwelijks client-apparatuur bestaat die dit ondersteunt. Bovendien behoort NitroQAM voorlopig niet tot de officiële wifi-standaard, die het houdt bij 256QAM waarmee de Broadcom-chip overigens gewoon ook overweg kan. Het zal pas volgend jaar of nog later officieel worden toegevoegd aan de volgende wifi-standaard, 802.11ax.

Mu-mimo

Gewone of single-user (su-)mimo zendt en ontvangt van punt naar punt, dus van router naar endpoint of client-systeem. Je kunt de doorvoersnelheid nog opdrijven via een volgend trucje, namelijk multi-user (mu-)mimo. Eén antenne kan dan gelijktijdig tot vier aangesloten draadloze apparaten bedienen. Eén op één leidt mu-mimo niet noodzakelijkerwijs tot hogere doorvoersnelheden dan su-mimo, maar in een omgeving met meerdere draadloze endpoints wordt de capaciteit van het volledige draadloze netwerk wel efficiënter benut. 

Het gevolg zijn stabielere verbindingen en een verbeterde kwaliteit van bijvoorbeeld videostreaming naar meerdere apparaten tegelijkertijd. Mu-mimo zorgt ook voor minder ‘dead spots’ in het draadloze signaal, wat het bereik en dus de doorvoersnelheid verder verbetert.

©PXimport

Beamforming

Nog een trucje om de verbinding sneller te maken is ‘beamforming’. Daarbij richt de router zijn draadloze signaal actief naar de aangesloten client. Bij Wireless-N bestaat er geen beamforming-standaard; de router probeert zelf te raden waar de client zich bevindt en richt dan het signaal zo goed mogelijk. 

Bij Wireless-AC kan het client-apparaat aan de router laten weten in welke richting die moet uitzenden. Dit ‘transmit beamforming’ werkt efficiënter, maar is een optioneel onderdeel van de standaard. Het functioneert daarom alleen wanneer deze optie aanwezig is bij zowel router als aangesloten apparaat. Meestal is dat alleen het geval met routers en wifi-adapters van hetzelfde merk, reden waarom die vaak de hoogste doorvoersnelheden met elkaar halen.

Het verchil tussen NXXX en ACXXX

Op verpakkingen en in de literatuur wordt de snelheid van wifi-apparatuur steeds vaker afgekort tot NXXX en/of ACXXX, waarbij in plaats van de x’en een cijfer wordt gebruikt. Bijvoorbeeld N300 betekent dat het wifi-apparaat maximaal 300 Mbit/s haalt voor Wireless-N. Staat er bijvoorbeeld ‘N300+AC433’ dan lees je de snelheden voor respectievelijk Wireless-N en -AC. 

Om het ingewikkelder te maken, tellen fabrikanten tegenwoordig de N- en AC-snelheden samen in één ACXXX-afkorting. Dan moet je als gebruiker al iets van wifi-standaarden kennen om dit juist te interpreteren. Bijvoorbeeld AC750 op een apparaat dat zowel Wireless-N als Wireless-AC ondersteunt, telt effectief de N- en AC-doorvoersnelheden samen: in de praktijk is dat dan N300 en AC433. Maar als het apparaat alleen Wireless-AC ondersteunt, betekent het in de praktijk AC750. 

Afkortingen zijn niet gestandaardiseerd, dus verwarrend

Die afkortingen zijn duidelijk niet gestandaardiseerd en dus nogal verwarrend. Je hebt nu bijvoorbeeld al AC5400 routers van onder andere Asus en Linksys, maar denk niet dat je daarmee 5.400 Mbit/s haalt met één aangesloten apparaat. De afkorting slaat op de gecombineerde draadloze doorvoersnelheid van dit type router, dat drie aparte wifi-radio’s in één kast gebruikt, voorzien van de niet-standaard NitroQAM-technologie van Broadcom. 

Deze tri-band routers hebben één Wireless-N radio met een maximale snelheid van 1000 Mbit/s en twee Wireless-AC radio’s met een maximale snelheid van elk apart 2.166 Mbit/s. Tel je dat samen dan geeft dat 5.332 Mbit/s, maar dat zal je met één wifi-client natuurlijk nooit halen. Het zou trouwens eigenlijk afgekort moeten worden tot AC5300, maar Broadcom rondt het naar boven af tot AC5400. Jawel, AC5300 en AC5400 zijn dus in feite hetzelfde. (Zo bestaat er bijvoorbeeld ook AC3100 én AC3150, identieke afkortingen voor 1000 Mbit/s + 2166 Mbit/s dual-band routers met NitroQAM.)

802.11ac-routers

Hoewel 802.11ac op het eerste gezicht wellicht een uniforme standaard lijkt, is de praktijk een stuk minder overzichtelijk. Hieronder zie je een overzicht van de verschillende versies van 802.11ac-routers die je op dit moment kunt aanschaffen.

AC750: twee datastromen op 2,4 GHz (300 Mbit/s) en een op 5 GHz (433 Mbit/s);
AC1200: twee datastromen op 2,4 GHz (300 Mbit/s) en twee op 5 GHz (867 Mbit/s);
AC1750: drie datastromen op 2,4 GHz (450 Mbit/s) en drie op 5 GHz (1300 Mbit/s);
AC1900: drie datastromen op 2,4 GHz met TurboQAM (600 Mbit/s) en drie op 5 GHz (1300 Mbit/s), MU-MIMO mogelijk;
AC2350: drie datastromen op 2,4 GHz met TurboQAM (600 Mbit/s) en vier op 5 GHz (1750 Mbit/s), MU-MIMO;
AC2600: vier datastromen op 2,4 GHz met TurboQAM (800 Mbit/s) en vier op 5 GHz (1750 Mbit/s), MU-MIMO;
AC3100: vier datastromen op 2,4 GHz met NitroQAM (1000 Mbit/s) en vier op 5 GHz met NitroQAM (2165 Mbit/s), mu-mimo;
AC3200: drie datastromen op 2,4 GHz met TurboQAM (600 Mbit/s) en twee keer drie op 5 GHz (1300 + 1300 Mbit/s);
AC5300/5400: vier datastromen op 2,4 GHz met NitroQAM (1000 Mbit/s) en twee keer vier op 5 GHz met NitroQAM (2165 + 2165 Mbit/s), mu-mimo.

Tekst: Jozef Schildermans

▼ Volgende artikel
Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt
© fotomek
Huis

Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt

Denk je net goed bezig te zijn met een A+++-wasdroger, blijkt die vanaf juli 2025 opeens een magere C te scoren. Wat is hier aan de hand? Geen paniek: je apparaat is niet plotseling minder efficiënt geworden, het energielabel wordt een stuk strenger. In dit artikel lees je waarom de regels zijn veranderd, wat het nieuwe label precies meet en hoe je wél de juiste conclusies trekt bij je volgende aankoop.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Bemmel & Kroon

Vanaf 1 juli 2025 – morgen dus! – verandert het energielabel van wasdrogers in heel Europa. De bekende klassen als A+, A++ en A+++ verdwijnen en maken plaats voor een overzichtelijker schaal van A tot en met G. Hierdoor krijgen veel huidige A+++-drogers voortaan een label C. Niet omdat ze slechter presteren, maar omdat de normering strenger en toekomstbestendiger wordt.

Waarom een nieuw energielabel nodig was

Het oude systeem was zijn doel voorbijgeschoten. Doordat fabrikanten steeds energiezuinigere apparaten ontwikkelden, werden er voortdurend plussen aan de A-klasse toegevoegd. Daardoor ontstond een wildgroei aan energielabels die de consument eerder in verwarring bracht dan hielp. Met het nieuwe label keert de rust terug: één heldere schaal die opnieuw ruimte laat aan de top. De zuinigste klasse A blijft voorlopig zelfs leeg, zodat alleen uitzonderlijk efficiënte apparaten die plek mogen innemen.

©Bemmel & Kroon

Wat je ziet op het nieuwe label

Het nieuwe energielabel bevat veel meer informatie dan alleen een letter. Naast de energieklasse geeft het label nu ook inzicht in het verbruik per honderd droogbeurten, gemeten volgens een gestandaardiseerd Eco-programma. Ook de programmaduur, het maximale vulgewicht van de trommel, het geluidsniveau in decibel en de condensatie-efficiëntie staan erop vermeld. Via een QR-code kun je bovendien extra technische details opzoeken in de Europese EPREL-database. Deze toevoegingen zorgen ervoor dat je als consument beter kunt inschatten welk apparaat past bij jouw huishouden en gebruik. Meer informatie vind je op deze pagina.

©Bemmel & Kroon

1. QR-code met link naar de EU database
2. Energie-efficiëntieklasse
3. Energieverbruik in kWh/100 droogcycli*
4. Condensatie-efficiëntieklasse en -percentage

5. Geluidklasse en geluidemissie in dB(A)**
6. Maximale laadcapaciteit (nominale capaciteit in kg)**
7. Duur in uren en minuten**

* Waarden gelden voor een gewogen gemiddelde van halve en volle ladingen met een verhouding van 0,62 (24x volle lading, 76x halve lading).
** Droogcyclus van katoen eco-programma bij volle lading.

Het lastige van vergelijken

Oude en nieuwe energielabels kun je niet zomaar naast elkaar leggen. Een A+++-droger uit 2024 kan volgens de nieuwe testmethodes een label C krijgen, terwijl het apparaat in de praktijk nog steeds even zuinig is. Dat verschil komt puur door de aangescherpte meetnormen, en niet door een verandering in prestaties. Laat je dus niet misleiden door een ogenschijnlijke 'verslechtering' van het label, maar kijk naar de echte verbruiksgegevens en technische kenmerken van jouw wasdroger.

Wat dit voor jouw keuze betekent

Bij het kopen van een nieuwe droger is het dus belangrijk om verder te kijken dan alleen de letter op het label. De vermelding van het energieverbruik per honderd droogcycli geeft je een veel concreter beeld van de stroomkosten op jaarbasis. Ook het geluidsniveau, de capaciteit van de trommel en de duur van het droogprogramma bepalen in sterke mate hoe comfortabel en efficiënt het apparaat in de praktijk is. Dankzij de QR-code kun je bovendien snel en eenvoudig controleren of de technische gegevens aansluiten bij je verwachtingen.

©Viktoria

Slim kiezen met het nieuwe label

De vernieuwde energielabels maken het makkelijker om een slimme, bewuste keuze te maken. Niet alleen zie je in één oogopslag hoe energiezuinig een apparaat is volgens de nieuwste normen, je hebt ook toegang tot de details die er écht toe doen. Zo kun je jouw keuze afstemmen op wat je belangrijk vindt: lage kosten, weinig geluid, korte droogtijd of een groot vulgewicht. Door te letten op de werkelijke prestaties in plaats van alleen op een letter, maak je een duurzame keuze die ook op de lange termijn rendeert.

Wil je hulp bij het kiezen van een energiezuinige droger of persoonlijk advies over welk type het best bij jouw huishouden past? Laat je dan informeren door een specialist, zodat je met vertrouwen de juiste keuze maakt voor nu én de toekomst.

Op zoek naar een écht zuinige droger?

Bekijk de beste deals bij Bemmel & Kroon!
▼ Volgende artikel
Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op
© zephyr_p
Huis

Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op

Een nieuwe oven, koelkast of vaatwasser kiezen begint niet bij het design of de functies – het begint met een meetlint. Want hoe mooi of geavanceerd een apparaat ook is, als het nét niet past, zit je met een kostbare misser. Een paar millimeter speling kan het verschil maken tussen een perfect passende keuken en een frustrerende inbouwervaring. Met deze meetinstructies weet je zeker dat je straks niet voor verrassingen komt te staan.

Wil je je inbouwapparatuur tot op de millimeter nauwkeurig installeren, dan is precies meten onmisbaar. In dit artikel lees je over:

• Algemene meetprincipes • Waar je precies op moet letten bij een ⋄ inbouwkoelkast of -vriezer  ⋄ inbouwoven en -magnetron  ⋄ inbouwvaatwasser ⋄ inbouw-espressomachine  • Welke veelgemaakte fouten je moet zien te vermijden • Wat je altijd als laatste moet doen

Ook interessant: Een inbouwkoelkast kopen: waar moet je op letten?

Goed meten is het halve werk

Voordat je aan de slag gaat met meten, is het slim om een paar basisregels aan te houden. Gebruik altijd een betrouwbare rolmaat en eventueel een digitale schuifmaat voor extra precisie. Meet de binnenafmetingen van de nis (dus niet de buitenkant van je keukenkast) en noteer breedte, hoogte én diepte.

Houd daarnaast rekening met de ventilatieruimte: meestal is 2 tot 5 cm aan de achterkant en zijkanten nodig. En check of er ruimte is voor stopcontacten, wateraansluitingen en kabeldoorvoeren – die bepalen vaak óók of het apparaat goed kan worden geplaatst.

©Andrey Sinenkiy

Waar moet je op letten per apparaat?

Elk soort inbouwapparaat heeft zijn eigen eisen en aandachtspunten. Hieronder lees je per type waar je bij het opmeten en installeren specifiek op moet letten. Zo kom je niet voor verrassingen te staan.

Inbouwkoelkast of -vriezer

De hoogte van de nis is hier allesbepalend. Veelvoorkomende maten voor inbouwkoelkasten en -vriezers zijn 88, 140 en 178 cm, maar afwijkingen komen vaak voor. Let op het deursysteem: een sleepdeurmechanisme vraagt meestal om iets meer ruimte in de breedte. Diepte is vaak 55 cm, maar modellen met een ventilator achterop kunnen richting de 60 cm gaan.

Inbouwoven of -magnetron

Standaard? Niet helemaal. De nisbreedte is meestal 56 cm, terwijl het frontpaneel iets breder is (ca. 59,5 cm) voor een nette aansluiting. Hoogtes verschillen: compacte ovens zijn 45 cm hoog, standaardmodellen 60 cm. Magnetrons vragen soms extra ruimte aan de bovenkant voor uitstekende bedieningspanelen.

Inbouwvaatwasser

Hier draait het vooral om hoogte. Die varieert tussen 81,5 en 87 cm, met verstelbare poten voor wat speling. Meet ook de plinthoogte (van vloer tot onderkant kast), en vergeet de watertoevoer niet – reken op zo’n 5 cm extra ruimte in de diepte voor de slang.

Inbouw-espressomachine

Kleiner apparaat, maar niettemin precisiewerk. De breedte is vaak rond de 56 cm, maar de diepte varieert sterk. Let vooral op het waterreservoir (dat tot 55 cm diep kan zijn) en op kleppen of deurtjes die naar voren openen: die hebben extra werkruimte nodig.

©Cristina Villar Martin | Ladanifer

Veelgemaakte fouten die je makkelijk voorkomt

Zelfs met zorgvuldige metingen kan het misgaan, vaak doordat kleine details worden vergeten. Denk aan ventilatieruimte, uitstekende stekkers of leidingen die net in de weg zitten. Een handige tip: plak een strook tape op de vloer op de plek waar de achterkant van het apparaat komt, en markeer waar stekkers en leidingen zitten. Zo zie je snel of er iets in de weg zit.

Ook niet onbelangrijk: controleer of de nis waterpas is! Zeker bij koelkasten met uitschuiflades kan een scheve ondergrond voor problemen zorgen. Pas waar nodig je kast of ondervloer aan voordat je installeert.

Bij renovaties gelden vaak afwijkende maten. Oudere keukens hebben soms dikkere wanden of ongebruikelijke dieptes. Meet dus altijd de huidige situatie én de specificaties van je nieuwe apparaat. Twijfel je? Schakel een keukenexpert in, zeker bij combinaties zoals een oven met magnetron, waarbij elk detail telt.

En tot slot: de allerbelangrijkste stap

Het klinkt als een open deur, maar het voorkomt de meeste problemen: meet altijd twee keer! Schrijf je maten op en leg ze naast de officiële productspecificaties. Let daarbij op details als verstelbare voetjes, uitsparingen voor de deur of een uitschuifbaar bedieningspaneel. Zo weet je zeker dat jouw nieuwe inbouwapparaat niet alleen technisch past, maar ook mooi aansluit bij de rest van je keuken. Want uiteindelijk draait het om één ding: alles moet kloppen – tot op de millimeter.