ID.nl logo
OPNsense VPN-server opzetten en configureren
© PXimport
Huis

OPNsense VPN-server opzetten en configureren

Als je buitenshuis toegang tot je thuisnetwerk wilt, kan dat op een veilige manier met een vpn-server. Het routerbesturingssysteem OPNsense maakt het heel gemakkelijk om zo’n vpn-server op je router te draaien. In dit artikel gaan we in op alle mogelijkheden. Een OPNsense VPN-server opzetten doe je als volgt.

Eerder vertelden we je hoe je met OPNsense een veilige firewall en router voor je thuisnetwerk instelt. Hier bouwen we daarop voort en installeren we een vpn-server op de OPNsense-machine. We gaan er hier dus van uit dat je OPNsense op je router hebt draaien. Voor de installatie en configuratie daarvan verwijzen we je door naar het volgende artikel:

Firewall op router installeren met open-source OPNsense

Vpn staat voor ‘virtual private network’ en het is een versleutelde verbinding via internet tussen twee locaties. Dat kan bijvoorbeeld tussen een hoofdkantoor en een agentschap van een bedrijf zijn, of tussen je smartphone en je thuisnetwerk. Dankzij dit virtuele netwerk lijkt het voor de verbonden toestellen of de verschillende locaties op één lokaal netwerk verbonden zijn. Op de achtergrond gebeurt de communicatie via internet, via een versleutelde tunnel, zodat alle verzonden informatie privé blijft.

In dit artikel gaan we niet in op het verbinden van meerdere kantoren, maar focussen we ons op het verbinden van mobiele toestellen zoals een smartphone of laptop met je thuisnetwerk. Op die manier heb je dus op een veilige manier toegang tot je domoticasysteem thuis of de gedeelde bestanden op je nas. En als je je OPNsense-router als gateway opgeeft voor het virtuele netwerk, kun je ook nog eens vanaf elke plek internetten via je internetverbinding thuis. Ideaal om regioblokkades te omzeilen als je in het buitenland bent.

Er bestaan diverse technologieën om een vpn op te zetten. OPNsense ondersteunt standaard IPsec en OpenVPN. In deze workshop gebruiken we Open VPN, dat ook weleens als SSL VPN omschreven wordt. Er bestaan OpenVPN-clients voor alle mogelijke besturingssystemen en de configuratie is vrij eenvoudig. Daarnaast ondersteunt OPNsense via plug-ins tinc, ZeroTier en WireGuard.

Dat zijn zeker interessante opties om te bekijken, maar nog niet zo breed ondersteund. Tevens zijn er plug-ins voor L2TP en PPTP, maar die worden ondertussen als onveilig beschouwd.

Certificaatautoriteit en servercertificaat aanmaken

Als vpn-server draaien we OpenVPN, dat voor zijn beveiliging net zoals ssl met certificaten werkt. De certificaten van clients en servers dienen ondertekend te worden door een certificaatautoriteit (CA), die zich daardoor in feite borg stelt voor het certificaat: als gebruiker vertrouw je alle certificaten die door de CA ondertekend zijn.

Om websites met https te kunnen bezoeken (waarvoor onderliggend ook ssl gebruikt wordt), bevatten alle besturingssystemen een lijst met ‘betrouwbare’ CA’s. Alle servercertificaten die door die CA’s ondertekend zijn, worden door je browser automatisch vertrouwd. Maar als je zelf je eigen vpn-server gaat opzetten en certificaten voor de clients gaat aanmaken, zijn die natuurlijk niet ondertekend door de standaard CA’s.

©PXimport

We gaan daarom in OPNsense onze eigen CA aanmaken waarmee we onze certificaten ondertekenen. Daarvoor ga je links in de webinterface van OPNsense naar System / Trust / Authorities (zie bovenstaande afbeelding) en klik je rechtsboven op Add. Bij Method kies je voor Create an internal Certificate Authority.

Vul daarna alle gegevens in. Geef je CA een naam (bijvoorbeeld OpenVPN CA). Verhoog de standaard sleutellengte (Key length) gerust van 2048 bits naar het veiligere 4096 bits en het Digest Algorithm van SHA256 naar het veiliger SHA512. Standaard is je CA-certificaat een jaar geldig. Klik tot slot onderaan op Save om het CA-certificaat op te slaan.

Dan kunnen we nu een certificaat voor de vpn-server aanmaken. Ga daarvoor naar System / Trust / Certificates en klik rechtsboven weer op Add. Kies Create an internal Certificate en vul alle gegevens in, met bijvoorbeeld als beschrijvende naam OpenVPN-servercertificaat.

Je ziet dat er bij Certificate authority je hiervoor aangemaakte OpenVPN CA ingevuld staat. Daarmee verzekeren we dat ons certificaat door de CA ondertekend wordt. Zet zeker het type certificaat op Server Certificate en kies gerust weer een veiligere Key length en Digest Algorithm. Vul bij Common Name hetzelfde in als de beschrijvende naam en klik tot slot onderaan op Save.

Gebruikers aanmaken

Nu gaan we voor iedereen die toegang nodig heeft tot ons vpn een gebruiker aanmaken. Dat doe je door in System / Access / Users rechtsboven op Add te klikken. Vul een gebruikersnaam, twee keer hetzelfde wachtwoord en een volledige naam in. Zet onderaan bij Certificate een vinkje bij Click to create a user certificate. Klik dan op Save.

Je krijgt nu de vraag om een certificaat voor de gebruiker aan te maken. Kies weer Create an internal Certificate, verander eventueel weer de Key length en Digest Algorithm en laat al de rest op de standaardwaarden staan. Het type certificaat moet Client Certificate zijn en als certificaatautoriteit moet er je hiervoor aangemaakte OpenVPN CA staan. Ook dit certificaat is weer standaard een jaar geldig, daarna moet je het vernieuwen.

©PXimport

Klik onderaan op Save om het certificaat aan te maken, waarna je weer op de pagina om de gebruiker aan te maken terechtkomt. Klik hier onderaan op Save and go back om de nieuwe gebruiker op te slaan.

OpenVPN-server instellen

Dan komen we nu op het punt dat we de OpenVPN-server kunnen inschakelen. Klik links op VPN / OpenVPN / Servers en dan rechtsboven op Add. Je ziet hier een hele lijst velden om in te vullen en opties om aan te vinken, maar de meeste kun je op hun standaardwaarde laten staan. We lopen langs de opties die je dient te veranderen en die speciale aandacht vereisen.

Vul een beschrijving van je vpn-server in en kies bij Server Mode voor Remote Access (SSL TLS + User Auth). Bij Backend for authentication kies je voor Local Database. Het protocol laat je op UDP staan en de apparaatmodus op tun. De interface verander je naar WAN en het poortnummer laat je op 1194 staan.

Onder de cryptografische instellingen kies je als servercertificaat je hiervoor aangemaakte OpenVPN-servercertificaat, waarbij je de CA waarmee het certificaat ondertekend is tussen haakjes staat. Kies ook gerust veiliger cryptografische parameters, zoals 4096 bits voor de optie DH Paramters Length, AES-256-CBC voor de optie Encryption algorithm en SHA512 voor de optie Auth Digest Algorithm. Overigens moeten je clients deze parameters wel ondersteunen: mogelijk dien je ze dus uit compatibiliteitsoverwegingen toch wat conservatiever in te stellen.

Onder Tunnel Settings staan de instellingen voor het virtuele netwerk. Bij IPv4 Tunnel Network vul je een privé-adresbereik in dat je aan je vpn wilt toekennen, zoals 10.10.0.0/24. Bij IPv4 Local Network vul je het adresbereik in van je lokale netwerk waartoe je de vpn-clients toegang wilt geven, bijvoorbeeld 192.168.0.0/24. Kies bij Compression voor Enabled with Adaptive Compression. Gebruik je geen IPv6, vink dan Disable IPv6 aan.

Klik onderaan op Save om je vpn-server op te zetten. Daarna draait je OpenVPN-server en het succes daarvan kun je nakijken in VPN / OpenVPN / Log File.

©PXimport

Firewall instellen

Je vpn-server draait nu, maar is nog niet bereikbaar: je dient eerst in de firewall de poort van de OpenVPN-server open te zetten op de wan-interface. Open Firewall / Rules / WAN en klik bovenaan rechts op Add. Kies bij protocol UDP en vul bij Destination port range bij zowel from als to de waarde OpenVPN in. Voeg ook een beschrijving toe, zodat je later nog weet waarvoor deze firewallregel dient. Klik onderaan op Save en dan bovenaan op Apply changes. Als je OPNsense-router nog achter een router van je provider hangt, moet je daar in de instellingen voor portforwarding ook udp-poort 1194 naar je OPNsense-router laten doorsturen.

Daarna dienen de vpn-clients ook nog toegang te krijgen tot het thuisnetwerk op je lan-interface. Klik links op Firewall / Rules / OpenVPN en daarna op Add. Als je je vpn-clients toegang tot alle toestellen op je lokale netwerk wilt geven, hoef je alleen maar bij Source voor Single host or Network te kiezen, dan 10.10.0.0/24 in te vullen, je firewallregel een beschrijving te geven, op te slaan en de wijzigingen toe te passen.

©PXimport

Android-client configureren

Nu de serverkant klaar is, wordt het tijd om de clients te configureren. We tonen je hoe dat werkt op Android. Installeer eerst de app OpenVPN for Android van Arne Schwabe. Voor iOS verloopt het proces vergelijkbaar en dan raden de ontwikkelaars van OPNsense de app OpenVPN Connect aan.

Open op je Android-telefoon (terwijl je met het thuisnetwerk verbonden bent) de webinterface van je OPNsense-router en ga naar VPN / OpenVPN / Client Export. Vul bij de hostname je dynamische dns in en kies bij het exporttype File Only. Klik dan onderaan op het downloadicoontje naast de gebruiker die je gedefinieerd hebt. Open het bestand met de OpenVPN-app en sla het profiel op.

Zorg nu dat je niet met je wifi-thuisnetwerk verbonden bent, open de OpenVPN-app, druk op je profiel en bevestig dat je met de vpn-server wilt verbinden. Geef je gebruikersnaam en wachtwoord in. Als alles goed gaat, ben je nu via je vpn verbonden met je thuisnetwerk en zijn je lokale ip-adressen bereikbaar.

©PXimport

Hostnames en je lokale dns-server gebruiken

Met deze aanpak kun je alleen nog maar bij je lokale toestellen via hun ip-adres, niet via hun lokale hostname. Je smartphone gebruikt immers nog altijd de standaard dns-server die in Android ingesteld is en die kent je lokale hostnames niet.

We gaan er hier van uit dat je in je thuisnetwerk de standaard ingeschakelde dns-server van OPNsense gebruikt, Unbound. Geef dan in de dhcp-instellingen van OPNsense (Services / DHCPv4 / [LAN]) je lokale toestellen een statisch ip-adres op basis van hun mac-adres met een bijbehorende hostname. Vink daar de optie Register DHCP static mappings aan en vink ook in Services / Unbound DNS / General de optie Register DHCP leases aan. Zo zijn al je toestellen in je thuisnetwerk via hun hostname bereikbaar.

Nu hoeven we alleen nog te zorgen dat ook de clients die via het vpn met je thuisnetwerk verbinden je lokale dns-server gebruiken. Ga daarvoor in de instellingen van je vpn-server naar Client Settings, vink DNS Default Domain aan en vul het domein van je thuisnetwerk in (bijvoorbeeld home), vink DNS Servers aan en vul dan het ip-adres van je OPNsense-machine als dns-server in (of het ip-adres van je dns-server als je die op een andere machine in je netwerk hebt draaien). De opties Dynamic IP, Address Pool en Topology vink je ook het best aan.

Nadat je onderaan op Save hebt geklikt, verbind je opnieuw je Android-telefoon met het vpn. Je zult zien dat je de toestellen in je thuisnetwerk nu ook via hun hostnames kunt bereiken. Een leuk neveneffect is dat nu alle dns-aanvragen op je Android-telefoon via je router thuis verlopen. Als die via een dns-blocklist advertenties en malware blokkeert, profiteer je nu ook onderweg van deze beveiliging.

Mobiel surfen via je thuisrouter

Tot nu gebruiken we ons vpn gewoon om van buitenaf bij systemen op ons thuisnetwerk te kunnen. Maar we kunnen nog meer: als we met ons thuisnetwerk verbonden zijn, kunnen we ook onze router thuis als springplank gebruiken om te surfen. Waarom zou je die omweg via je huis gebruiken in plaats van rechtstreeks mobiel te surfen? Daar kunnen verschillende redenen voor zijn.

Allereerst als je met regioblokkades te maken krijgt: een website die niet werkt als je je in het buitenland bevindt. Dan verbind je gewoon met je vpn thuis en bezoek je de website via je thuisrouter. Voor die website lijkt het alsof jij thuis bent. Maar deze manier van surfen komt ook van pas als je het wifi-netwerk van je hotel niet vertrouwt: dan verbind je gewoon met het onveilige wifi-netwerk, maar surf je over de vpn-verbinding naar je huis.

©PXimport

En tot slot kan deze manier van surfen ook nuttig zijn als je op je router thuis allerlei beveiligingsmaatregelen zoals firewallregels en een ‘intrusion prevention system’ ingesteld hebt: door je smartphone via je router thuis te laten surfen, profiteer je ook buitenshuis van dit alles.

Deze mogelijkheid inschakelen is met alles wat je tot nu tot gedaan hebt vrij eenvoudig: vink in de instellingen van je vpn-server Redirect Gateway aan. Sla je wijziging op en daarna wordt al het netwerkverkeer van je Android-telefoon via je router geforceerd wanneer die met het vpn verbonden is.

Troubleshooting

Lukt het verbinden met je vpn niet de eerste keer, kijk dan in het logboek van de vpn-server van OPNsense: dat vind je onder VPN / OpenVPN / Log File. Als je bijvoorbeeld het verkeerde wachtwoord ingevoerd hebt, krijg je dat hier te zien. Is dat het probleem niet, kijk dan eens in Firewall / Log Files / Live View. Je ziet daar realtime welke netwerkpakketjes er door de firewall tegengehouden en doorgelaten worden.

Misschien ontdek je hier dat je in de instellingen van de firewall iets verkeerds hebt geconfigureerd? De OpenVPN-client onder Android toont bij het verbinden ook een logboekvenster dat nuttige informatie kan opleveren.

Multifactorauthenticatie en time-based one-time password

Tot nu toe loggen we met onze smartphone op het vpn-netwerk in met een gebruikersnaam en wachtwoord in combinatie met een clientcertificaat. Het is dus een vorm van multifactorauthenticatie: iemand die je via je vpn op je thuisnetwerk wil komen, heeft daarvoor het juiste clientcertificaat nodig (iets wat je hebt, op je telefoon) én je gebruikersnaam en wachtwoord (iets wat je weet). Dat is al een stevige beveiliging tegen toegang door onbevoegden.

Maar je kunt nog een extra factor toevoegen, een eenmalige code (‘one-time password’ of OTP). Op deze manier vraagt de OpenVPN-server je bij elke aanmelding een nieuwe code om in te voeren. Die code haal je uit bijvoorbeeld de app Google Authenticator of Authy. Die installeer je dan wel het best op een ander toestel dan datgene waarmee je op het vpn wilt verbinden.

Ga in de webinterface van OPNsense naar System / Access / Servers. Je ziet dat er momenteel één toegangsserver geconfigureerd is, namelijk Local Database. Die controleert van gebruikers of de combinatie van een ingevoerde gebruikersnaam en wachtwoord bekend is. Klik rechts op Add om een andere toegangsserver toe te voegen. Geef de server een beschrijvende naam, zoals TOTP VPN-toegang, en kies als type Local + Timebased One Time Password. De andere instellingen laten we op hun standaardwaarde staan. Klik op Save.

©PXimport

Bewerk nu onder System / Access / Users de gebruiker die je voor je vpn aangemaakt hebt. Vink bij OTP seed de optie Generate new secret (160 bit) aan en klik op Save. OPNsense maakt dan een willekeurige startwaarde voor je OTP-codes aan. Klik dan op Click to unhide bij OTP QR code. Scan de qr-code die verschijnt met je authenticatie-app. In Google Authenticator gaat dat door op het rode plusteken rechts onderaan te drukken

Ga dan naar VPN / OpenVPN / Servers en bewerk je vpn-server. Vink bij Backend for authentication de Local Database uit en vink je zonet ingestelde TOTP VPN-toegang aan. Sla je wijzigingen op met Save. Vul nu op je Android-telefoon in je OpenVPN-client bij het inloggen in het wachtwoordveld eerst de zescijferige OTP-code van Google Authenticator in en daarna je normale wachtwoord. Je vpn is nu ook veilig als iemand je telefoon steelt en toevallig je wachtwoord heeft kunnen bekijken.

▼ Volgende artikel
MediaMonkey: jouw digitale jukebox
© Mr.Pancho Store - stock-adobe.com
Huis

MediaMonkey: jouw digitale jukebox

Bezit je veel audiobestanden van uiteenlopende artiesten? Het is dan een hele uitdaging om de boel enigszins netjes te ordenen. De gratis versie van MediaMonkey helpt je hierbij. Maak met dit Windows-programma een overzichtelijke muziekbibliotheek en speel je favoriete liedjes op de computer af.

In dit artikel laten we zien hoe je eenvoudig je muziekcollectie kunt beheren met MediaMonkey:

  • Installeer en configureer MediaMonkey
  • Voeg muziek toe vanuit je computer, NAS of cloudopslag
  • Gebruik slimme zoekfuncties om snel je favoriete nummers te vinden
  • Maak en personaliseer afspeellijsten
  • Rip en brand cd’s
  • Pas metadata aan voor een overzichtelijke bibliotheek
  • Stream muziek binnen je thuisnetwerk naar andere apparaten

Lees ook: De beste apparatuur om in huis lekker naar muziek te luisteren

Tip 1 Digitale jukebox

MediaMonkey is eigenlijk een digitale jukebox. Het programma ondersteunt nagenoeg alle gangbare audioformaten, zoals flac, ogg, wma, ape en natuurlijk mp3. Alle liedjes die je aan dit programma toevoegt, belanden in een overzichtelijke catalogus. Het maakt niet uit of je nou honderden, duizenden of honderdduizenden nummers toevoegt, want MediaMonkey ordent zorgvuldig alle bestanden.

Om MediaMonkey te downloaden, klik onder Standard Version op DOWNLOAD [versienummer]. Dubbelklik op het exe-bestand en selecteer de Nederlandse taal, waarna je bevestigt met OK. Je klikt nu telkens op Volgende om de installatie te doorlopen. Accepteer hierbij de licentieovereenkomst. Klik als laatste op Installeren / Voltooien.

Download de gratis Windows-versie van MediaMonkey naar je computer.

Tip 2 Liedjes toevoegen

Misschien heb je op de computer of NAS flink wat muziek opgeslagen. In de tijd dat downloaden voor eigen gebruik nog min of meer gedoogd werd, lagen de audiobestanden immers voor het oprapen. Wellicht kun je omstreden downloadnetwerken als Napster, Kazaa, LimeWire, bittorrent en usenet (nieuwsgroepen) nog herinneren. Daarnaast kun je natuurlijk ook kopieën van cd’s op de computer bewaren (zie tip 6).

MediaMonkey wil eerst weten waar jouw digitale audiocollectie zich bevindt. Hierbij selecteert het programma automatisch de standaard muziek- en video-map in Windows. Staan daar geen liedjes in, dan haal je de vinkjes voor deze bestandslocaties weg. Klik rechtsboven op LOCATIE TOEVOEGEN en kies Lokale opslag. Zodra je de juiste map met muziek hebt gevonden, zet je hier een vinkje voor. Je kunt zo meerdere bestandslocaties selecteren. Klik daarna op OK.

Naast lokale mappen voeg je net zo eenvoudig muziek van andere apparaten toe, zoals een NAS of pc. Kies in dat geval LOCATIE TOEVOEGEN / Netwerk of Mediaserver, waarna je de juiste map of server selecteert. Klik daarna op OK.

Via VOLGENDE / VOLGENDE / VOLTOOIEN importeert MediaMonkey alle nummers in de bibliotheek. Dit proces kan even duren. Klik tot slot op SLUITEN.

Geef aan in welke (netwerk)map de muziek staat opgeslagen.

Tip 3 Eerste blik

Het hoofdvenster van MediaMonkey opent eerst met een welkomstscherm. Klik linksboven op Home om je muziekcollectie te tonen. Als het goed is, zie je verschillende albumhoesjes. Met de standaardinstellingen staan de secties Artiesten en Albums op alfabetische volgorde gerangschikt. Klik achter een sectie op alles weergeven om een volledig overzicht te tonen. Gebruik als alternatief bovenaan de knoppen Alle bestanden, Albums en Genres om binnen jouw muziekverzameling te snuffelen. Via Home keer je op ieder moment weer terug naar het beginvenster.

Zeker in een omvangrijke collectie is het nog een hele kunst om dat ene liedje te vinden. Gelukkig heeft MediaMonkey een snelle zoekfunctie. Klik rechtsboven op het vergrootglas om het zoekveld te ontvouwen. Je hoeft maar een deel van een liedje, albumtitel of artiest te typen. Het programma laat namelijk meteen de bijbehorende resultaten zien. Klik voor een uitgebreidere zoekfunctie bovenaan op Naar Geavanceerd.

MediaMonkey maakt van alle muziek een overzichtelijke bibliotheek met albumhoesjes.

Grotere albumhoesjes

Vind je de albumhoesjes in de muziekcatalogus te klein? Dat kun je aanpassen! Navigeer bovenin de menubalk achtereenvolgens naar Beeld / Weergave hoofdvenster / Afbeeldingsgrootte. Sleep het oranje schuifje nu naar rechts om de albumcovers te vergroten. Je klikt als laatste op OK om het resultaat te bekijken.

Maak de albumhoesjes desgewenst tweemaal zo groot.

Tip 4 Muziek luisteren

Uiteraard wil je de muziek ook graag beluisteren. Als je op een albumhoesje klikt, komen de onderliggende nummers tevoorschijn. Afhankelijk van in welke sectie je zit, dien je mogelijk nogmaals op de afbeelding te klikken. Gebruik achter de albumtitel de afspeelknop om alle liedjes in chronologische volgorde af te spelen. Je hoort meteen geluid.

Je kunt de liedjes ook husselen. Klik in dat geval op het pictogram met de twee gekruiste pijlen en luister in willekeurige volgorde naar de nummers. Wil je een specifiek liedje van het album horen? Zweef dan met de muisaanwijzer boven een titel en klik daarna op de afspeelknop.

Achter ieder albumhoesje schuilen er meerdere nummers.

Tip 5 Afspeellijst maken

Je maakt in MediaMonkey eenvoudig een eigen afspeellijst. Daarmee luister je naar jouw favoriete nummers van verschillende artiesten. Klik in de menubalk op Bewerken / Nieuwe afspeellijst. Er verschijnt aan de rechterkant een nieuw deelvenster. Typ een relevante naam en bevestig met Enter.

Zoek nu een nummer dat je aan de lijst wilt toevoegen. Klik eerst op de naam van het liedje en sleep deze audiotrack met ingedrukte muisknop naar het rechterdeelvenster. Je kunt als alternatief ook met de rechtermuisknop op een nummer klikken. Navigeer vervolgens naar Verzenden naar / Afspeellijst en klik op de juiste naam. Je maakt zoveel favorietenlijstjes als je maar wilt. Alle afspeellijsten zijn in het linkermenu bereikbaar.

Geen zin om zelf een afspeellijst te maken? Laat MediaMonkey dit dan voor je doen. Ga naar Bewerken / Nieuwe Auto-Afspeellijst. Er verschijnt een nieuw venster waarin het programma volgens zelfgekozen criteria liedjes selecteert. Misschien wil je bijvoorbeeld alleen maar rockmuziek horen. Klik in dat geval op het plusteken en kies Genre. Je typt volgens bovengenoemd voorbeeld Rock, waarna je bevestigt met Enter. Uiteraard staat het je vrij om andere criteria te gebruiken. Geef de automatische afspeellijst tot slot een andere naam.

Voeg via het contextmenu goede nummers aan een afspeellijst toe.

Tip 6 Audio-cd’s rippen

Wil je een digitale kopie van een fysiek muziekalbum op de computer bewaren? Dan komt de ripfunctie van MediaMonkey goed van pas. Daarmee kopieer je de inhoud van een audio-cd naar de pc. Een voorwaarde is dat het systeem is voorzien van een (extern) cd/dvd-station.

Doe eerst een muziek-cd in de lade van de optische drive. Na even wachten verschijnt in MediaMonkey vanzelf het venster Albumgegevens kiezen. Selecteer in het overzicht het juiste muziekalbum. Dat is belangrijk, want het programma koppelt zo de juiste eigenschappen aan elk liedje. Denk onder meer aan de artiest, de naam van het nummer en het genre. Maak een keuze en bevestig met OK.

Klik in de menubalk op Extra / Audio-CD rippen. De nummers van het album komen tevoorschijn. Standaard staan voor alle liedjes vinkjes. Als je een bepaald nummer niet op de computer wilt bewaren, haal je het desbetreffende vinkje weg.

Heb je alleen interesse in de grootste hits van een album? Verwijder voor de overige nummers dan de vinkjes.

Tip 7 Ripinstellingen

Voordat je de cd naar de computer kopieert, neem je eerst de instellingen door. Geef aan in welke map je de nummers wilt opslaan. Zodra je op CONFIGUREREN klikt, komt er een nieuw venster tevoorschijn. Ga via BLADEREN naar de gewenste map en bevestig met OK om deze opslaglocatie te selecteren. MediaMonkey plaatst elk geript album in een eigen submap. Sluit het venster met OK.

Met de huidige instellingen maakt het programma mp3’tjes. Je kunt desgewenst ook een ander audioformaat instellen. Klik dan eerst op MP3 en kies bijvoorbeeld WMA, WAV of FLAC. De twee laatstgenoemde bestandsformaten bieden over het algemeen een hogere audiokwaliteit. Daarentegen nemen de liedjes wel meer opslagruimte in beslag. Mp3 staat bekend om zijn acceptabele geluidskwaliteit en geringe bestandsomvang.

Bij sommige audioformaten kun je de kwaliteit aanpassen, zoals in het geval van ogg, wav, wma, aiff en flac. Klik dan achter de gekozen indeling op INSTELLINGEN. Een hogere waarde resulteert doorgaans in een betere geluidskwaliteit. Houd hierbij wel rekening met grotere bestanden en een langere ripduur. Maak een keuze en klik op OK. Bevestig nogmaals met OK om het ripproces te starten. Na afloop belanden de nummers vanzelf in de bibliotheek van MediaMonkey.

Bepaal in welke (sub)map je de geripte nummers wilt opslaan.

Tip 8 Schijfjes branden

De omgekeerde route werkt ook: niet rippen, maar brand een album naar een schijfje en speel deze cd vervolgens af op een cd-speler. Handig voor wie nog een klassieke audioset met goede speakers bezit. Overigens heb je voor dit klusje wel een (externe) cd-brander en leeg schijfje nodig.

Doe een beschrijfbare cd-r in de lade van de cd-brander. Je kunt hier normaal gesproken tachtig minuten muziek op kwijt. Klik nu met de rechtermuisknop op een albumhoes en kies Verzenden naar / Audio-CD (Branden). Belangrijk is dat in het kleine venster achter Schijf: de juiste cd-brander is geselecteerd. Klik op BRANDEN om het proces te starten. Na afloop hoor je een geluidssignaal en wordt de cd uitgeworpen. Overigens kun je deze opties eventueel uitvinken.

Je brandt desgewenst ook nummers van verschillende albums en artiesten op een cd. Het is dan handig om van jouw favoriete liedjes eerst even een afspeellijst te maken (zie tip 5). Je navigeert in het linkermenu daarna naar Afspeellijsten. Klik met de rechtermuisknop op de bewuste lijst en kies Verzenden naar / Audio-CD (Branden) / BRANDEN.

Brand een muziekalbum of afspeellijst eenvoudig naar een lege cd.

Muziek vanuit cloud

MediaMonkey kan ook muziek bij diverse clouddiensten ophalen. Deze optie is nuttig voor wie audiobestanden op een online server van een bekende aanbieder bewaart. Er is ondersteuning voor Microsoft OneDrive, Google Drive en Dropbox ingebakken.

Klik in de menubalk op Bestand / Bestanden herscannen/toevoegen. Ga via LOCATIE TOEVOEGEN naar Cloudopslag. Na het aanwijzen van de juiste aanbieder opent er een webpagina in de browser. Je dient MediaMonkey toegang tot jouw persoonlijke cloudomgeving te geven. Log zo nodig in en beslis of je het mediaprogramma wel of geen toegang geeft.

Klik in MediaMonkey op OK / NU SCANNEN om audiobestanden vanuit de cloud te importeren. Daarnaast bewaar je optioneel een kopie van de muziekbibliotheek op een online server. Gebruik hiervoor het tabblad Inhoud bibliotheek. Je kunt de koppeling tussen MediaMonkey en de clouddienst op elk moment weer verbreken.

Als je MediaMonkey toegang tot jouw Google Drive-omgeving geeft, voeg je audiobestanden vanuit de cloud toe.

Tip 9 Metadata wijzigen

Elk digitaal opgeslagen liedje bevat metadata. Dit noemt men ook wel tags. Hierin staan allerlei gegevens, zoals de artiest(en), de naam van het nummer en het uitgiftejaar. Het is belangrijk dat alles klopt, want MediaMonkey deelt op basis van deze informatie zijn bibliotheek in. Bovendien bevindt zich in de metadata ook een hoesafbeelding.

Met name bij gedownloade bestanden klopt de metadata soms niet. Gelukkig herstel je eenvoudig een foutje. Klik in MediaMonkey met de rechtermuisknop op het bewuste liedje en kies Eigenschappen. Er verschijnt een venster met verschillende kenmerken. Pas naar eigen inzicht een of meerdere velden aan. Bij Score laat je eventueel ook nog jouw waardering voor het nummer blijken. Kies tussen een waarde van één tot vijf sterren.

Bij het tabblad Details staan nog meer kenmerken van het liedje. Die kun je eveneens allemaal wijzigen. Verder voeg je via Songteksten vrijblijvend een complete liedtekst toe. Kijk tot slot ook nog even bij Illustraties, want je kunt hier zo nodig een andere albumhoes selecteren. Klik op OK om eventuele wijzigingen op te slaan.

Controleer in de Eigenschappen of het liedje aan de juiste albumhoes is gekoppeld.

Tip 10 Automatisch taggen

Het aanpassen van metadata heet ook wel het taggen van muziek. MediaMonkey heeft hiervoor een slimme functie, want het programma wijst op jouw verzoek automatisch de juiste metadata aan alle nummers van een album toe.

Klik met rechts op een muziekalbum en kies Auto-labelen. Het programma gaat nu op zoek naar de correcte gegevens. Hebben liedjes bijvoorbeeld geen titels, dan probeert de software deze via een zogenoemde audiovingerafdruk te achterhalen. Door de huidige audiodata met dat van een database te vergelijken, komt MediaMonkey de juiste tags op het spoor. Er wordt zo nodig ook een verse albumhoes opgehaald. Vink de nummers aan waarvan je de metadata wilt aanpassen en bevestig met LABELEN EN DOORGAAN.

Wijs in één klap correcte tags aan alle liedjes van een muziekalbum toe.

Tip 11 Mediaserver

Tijdens de installatie activeert MediaMonkey op de achtergrond een mediaserver. Het voordeel hiervan is dat je met andere apparaten in je thuisnetwerk de muziekbibliotheek kunt benaderen. Denk onder andere aan een geschikte smart-tv, netwerkreceiver, wifi-speaker en soundbar. Je speelt de nummers op deze apparaten af.

Open maar eens met de afstandsbediening de bronlijst van een smart-tv en kies MediaMonkey Bibliotheek. Daarachter staat waarschijnlijk ook nog de naam van jouw computer vermeld. Je dient deze televisie nu toegang tot de muziekbibliotheek te geven. Klik in MediaMonkey op JA. Zodra je de bibliotheek op de smart-tv vernieuwt, heb je toegang tot alle albums en afspeellijsten.

Stream de nummers over je thuisnetwerk naar andere apparaten, zoals een smart-tv.

MediaMonkey Gold

Er bestaat ook een betaalde Gold-versie van MediaMonkey. Die bevat nóg meer functies. Met name op het gebied van audio-cd’s rippen zijn er meer mogelijkheden. Zo stel je desgewenst een hogere geluidskwaliteit voor de gekopieerde nummers in. Een andere handige functie is dat je een ongelimiteerd aantal nummers tegelijk automatisch kunt taggen. Daarnaast bevat MediaMonkey Gold extra opties om liedjes te ordenen en over je eigen (thuis)netwerk te streamen. De betaalde versie kost ca. 39 euro. Je kunt voor ca. 97 euro ook een zogeheten lifetime-licentie aanschaffen.

Voor het gebruik van MediaMonkey Gold dien je een gebruikersnaam en licentiesleutel in te voeren.

Watch on YouTube
▼ Volgende artikel
Nieuw van L'OR: Barista Absolu – een koffiemachine die ook ijskoffie zet
© L'OR
Huis

Nieuw van L'OR: Barista Absolu – een koffiemachine die ook ijskoffie zet

IJskoffie is populairder dan ooit. Om in te spelen op die trend lanceert L'OR de Barista Absolu: een nieuwe koffiemachine die niet alleen warme, maar ook gekoelde koffie zet. Samen met de speciale capsules zet je er thuis gewoon zelf een goede ijskoffie mee – mét smaak en cremalaag.

Gekoelde koffie met één druk op de knop

De Barista Absolu is de eerste koffiemachine van L'OR die speciaal is ontworpen met ijskoffie in gedachten. Een opvallend detail is de knop 'Enjoy Over Ice'. Die activeert een langzamere, zachte extractie van de koffie, zodat de smaken behouden blijven en niet verwateren door het ijs. Voeg zelf ijsklontjes toe aan het glas en je krijgt een koude koffie met een volle cremalaag en een verfrissende smaak.

Wie liever iets romigs of zoets drinkt, kan de basis eenvoudig aanvullen met melk, siroop of slagroom. Ook warme koffievarianten zijn mogelijk: van ristretto en espresso tot lungo of twee koppen tegelijk. Dankzij 19 bar pompdruk en geavanceerde extractietechnologie belooft de machine koffie met de intensiteit van een barista.

©L'OR

Tot 18 koffievariaties

De L'OR Barista Absolu is geschikt voor zowel standaard- als XXL-capsules van L'OR, waarmee je tot 18 verschillende koffievariaties kunt bereiden. Met de knop 'Intensity Boost' verhoog je de extractieduur voor een krachtiger kopje. De machine is beschikbaar in zwart, wit en grijs, met een adviesprijs van 129 euro.


Ook nieuw: zomerse (ijs)koffiesmaken

Speciaal voor de zomer introduceert L'OR twee nieuwe capsules, speciaal voor ijskoffie: 🥥 Coconut Iced Een zachte koffie met kokossmaak, bedoeld om koud te serveren. De blend is gemaakt van 100% gecertificeerde koffie (Common Grounds) en zit in recycleerbare capsules. Geschikt voor zowel L'OR Barista- als Nespresso-machines. 🧊 Iced Coffee XXL Een capsule met dubbele inhoud voor grotere ijskoffies. De smaak is krachtig en fris, en ideaal als basis voor recepten met ijsblokjes, melk of siroop.