ID.nl logo
Huis

Online veiligheid: de grootste risico's van het moment

De wereld van het vertrouwde, veilige en incrowd internet is niet meer. Op allerlei fronten dreigen veiligheidsrisico's, ze zijn aan de orde van de dag. Welke gevaren zijn het grootst en wat doe je er tegen?

Gestolen wachtwoord

Wachtwoorden zijn zo veilig als jij én een ander ze houden. Jij door niet te trappen in nepsites en phishing-mails om je kostbare wachtwoord afhandig te maken. Daarnaast is er een belangrijke rol weggelegd voor ‘een ander’, zoals de site of dienst waarvoor je een wachtwoord gebruikt. Als daar digitaal wordt ingebroken en alle wachtwoorden zijn gestolen, dan moge het duidelijk zijn dat dit een probleem is. Een probleem waarbij timing cruciaal kan zijn.

Hoe snel slaan de dieven toe met de buitgemaakte inloggegevens? En hoe snel zet het slachtoffer de oude wachtwoorden op slot? Belangrijk voor de gebruiker: hoe gemakkelijk, maar toch ook goed en veilig is de procedure voor het resetten van wachtwoorden? Moet er een favoriet dier worden gekozen uit een korte lijst? Dan is het wachtwoord überhaupt niet goed beveiligd.

Wordt er een nieuw wachtwoord aangemaakt en krijg je dat even toegemaild? Dat is zeker niet veilig. Allereerst omdat e-mail geen veilig communicatiemedium is. Maar ook omdat de aanbieder dan zelf de wachtwoorden kan inzien en dus bij diefstal direct ‘beschikbaar stelt’ aan de dieven. Beter is het om wachtwoorden te versleutelen. Daarbij is het gebruikte algoritme voor die encryptie van belang, maar ook technieken als hashing en salting.

Hashing is het omvormen van een (versleuteld) wachtwoord tot een unieke hash-code die niet zomaar valt terug te voeren naar de oorspronkelijke invoer. Let wel: niet zomaar. Want er zijn omvangrijke ‘woordenboeken’ met codes beschikbaar, handige tabellen om vlot door te rekenen en natuurlijk de algemene vooruitgang in rekenkracht, zoals in grafische processors die ook in krachtige cloud-clusters zijn te huren. Dit alles zorgt voor kraakbaarheid van zwakkere encryptie en hashing.

Het gebruik van salt moet de bescherming door hashing versterken. Dit gebeurt door het toevoegen van informatie aan het oorspronkelijke wachtwoord vóórdat het wordt gehashed. Belangrijk is dat dit toegevoegde zout wel willekeurig is én per gebruiker verschilt. Zonder salt kan een datadief namelijk gelijke wachtwoorden zomaar ontcijferen als hij een enkel wachtwoord plus de hash daarvan in handen heeft.

Meest voorkomende wachtwoord

Dit klinkt vergezocht, maar in de praktijk bleken veel gebruikers onwetend dezelfde wachtwoorden te verzinnen. Daaronder ook eenvoudige, onveilige - en dus zéér kraakbare - klassiekers als ‘123456’, ‘qwerty’, ‘wachtwoord1’, ‘abc123’, enzovoorts. De digitale inbraak bij zakelijk sociaal netwerk LinkedIn toont dit opnieuw aan. Bij die hack in 2012 leken toen de inloggegevens voor 6,5 miljoen gebruikers gestolen. Nu blijkt dat er toen 117 miljoen accounts zijn buitgemaakt. De wachtwoorden waren wel gehasht, maar niet van salt voorzien. Analyse van de online gedumpte LinkedIn-buit wijst uit dat ‘123456’ het meest gebruikt is, gevolgd door ‘linkedin’. De rest van de top 20 is niet bepaald beter.

Wat de impact van zwakke wachtwoorden nog erger maakt, is het feit dat individuele gebruikers nogal eens hetzelfde wachtwoord hanteren voor verschillende zaken. Diefstal voor de ene dienst, of inbraak daar, zorgt er dan voor dat alle accounts onveilig zijn. Hackers weten dit in de praktijk uit te baten. Zo zijn er gevallen bekend van berovingen bij PayPal-accounts dankzij een hack elders, zoals bijvoorbeeld bij een kleine site voor amateurboekenschrijvers.

Malware via Flash

De harde uitspraken die Apple-topman Steve Jobs in april 2010 deed over Adobe Flash blijken visionaire woorden te zijn geweest. De multimedia-afspeelsoftware van Adobe was volgens Jobs niet alleen bloatware, die computers overdadig belastte. Onveiligheid was het derde punt van zijn open brief waarin hij Flash hekelde. Vandaar ook dat de strak door Apple bestierde iPhone die Adobe-software niet toestaat. Maar ook het meer open Android heeft Flash uiteindelijk in de ban gedaan.

©PXimport

Niet verbazingwekkend, want computerkrakers blijken nogal voorstanders van Flash te zijn. Zij maken malware die slim gaten in de veelgeplaagde software misbruiken om binnen te komen op computers. Dat gebeurt veelal via besmetting van advertenties die via ads-netwerken worden getoond op gewone, nette websites. Dit is in Nederland al aan de orde geweest voor bijvoorbeeld NU.nl, de Telegraaf, Weeronline.nl, Wehkamp en Marktplaats.

Ook de beruchte surveillancefaciliteerders van Hacking Team blijken veel vertrouwen te hebben in Flash, specifiek in voorheen onbekende gaten (zogeheten 0-days) in die software. Dit is aan het licht gekomen door - ironisch genoeg - een digitale inbraak bij Hacking Team zelf. Daarbij is 400 gigabyte aan interne informatie buitgemaakt en geopenbaard. De hackers gehackt dus.

HTML 5

Het is al met al veiliger om - net als Apple - Flash geheel af te schaffen. Tegenwoordig is dat al grotendeels doenbaar, doordat HTML5 inmiddels veel van de mogelijkheden van Flash heeft overgenomen. Dat was wel anders toen Jobs zijn kruistocht tegen de Adobe-software begon. Afschaffen van Flash leidt tot ontwijking van een groot deel van de wapenwedloop met malwaremakers. Voor gebruikers die anno 2017 nog geen afscheid kunnen of willen nemen van Flash, is er nog een andere optie.

Het is namelijk al een stuk veiliger om Flash beter af te stellen. Webbrowsers als Mozilla bieden hiervoor de optie om Flash-elementen op websites standaard te blokkeren, waardoor ze niet worden afgespeeld en eventuele malware niet gelijk wordt uitgevoerd. Pas als je de Flash-content aanklikt, wordt die geactiveerd. Dit geldt dan per geval van Flash-content op een site en geeft dus geen brede permissie voor de Flash browser plug-in op alle bezochte sites. De meeste browsers doen dit tegenwoordig automatisch al. Flash, maar met mate.

Veilige antivirus?

Wacht even, securitysoftware gevaarlijk? Ja, en wel op twee verschillende manieren. Ten eerste is er het duidelijke gevaar van nep. Dit omvat nepmeldingen waarbij websites middels pop-ups waarschuwen dat je een virus of ander stuk malware op je pc hebt staan. Gelieve even híer te klikken om wat te doen aan dit gevaar, dat volgens de melding toch echt heel acuut is. Klikken op zo’n nepmelding kan je dan leiden naar een malafide site of voorbesmette webpagina, die al dan niet draait op een legitieme maar stiekem gehackte site.

Anderzijds kan het klikken op zo’n alarmerende nepmelding leiden tot een aankooppagina voor securitysoftware die het zogenaamd geconstateerde gevaar belooft weg te nemen. Eigenlijk is dit dus ouderwetse oplichterij. Er wordt je een probleem aangepraat en vervolgens de oplossing ervoor geboden. Maakt niet uit dat je al securitysoftware hebt draaien. Die bestaande bescherming ziet overigens niets loos, simpelweg omdat er niets loos ís.

Echter, de securitysituatie is complexer dan het lijkt. Hier komt de tweede manier aan bod waarop beveiligingssoftware gevaarlijk kan zijn. Echte, gewone securitypakketten zijn immers ook maar software. En in software kunnen zoals bekend bugs zitten: foutjes, slordigheden, bagage uit het verleden, kwetsbaarheden. Bovendien hebben securityprogramma’s juist vanwege hun taak nogal vergaande bevoegdheden op de computers waarop ze draaien. Het is voor (cyber)criminelen ideaal om de bewaker voor hun karretje te spannen.

Het stille gevaar van securitysoftware is geen theoretische kwestie. Dat is recent weer eens aangetoond door de beruchte gatenjager Tavis Ormandy, die in dienst is van Google’s speciale team (Project Zero) om kwetsbaarheden te vinden in veelgebruikte software. Ormandy heeft jaren terug al grote en misbruikbare gaten gevonden in Windows, Linux en andere software. Recent heeft hij zijn pijlen gericht op beveiligingsprogramma’s, van bekende namen als Trend Micro, ESET, AVG, Avast, Kaspersky, FireEye, Malwarebytes en Comodo.

Zero-days

In deze securitysoftware heeft de beveiligingsonderzoeker gaten gevonden - en die vervolgens netjes gemeld bij de makers, om ze te laten dichten. Ormandy kon zelfgemaakte exploitcode uitvoeren op computers die in theorie werden beschermd door bepaalde securitypakketten, maar die in de praktijk dus juist kwetsbaar waren door die software. De ironie ten top.

In sommige gevallen waren de gevonden gaten op afstand te misbruiken en zonder dat de gebruiker ook maar iets hoeft te doen. Het simpelweg bezoeken van een besmette site of zien van een malafide ad kan al voor infectie zorgen. Daarnaast kan het onmerkbaar ontvangen van een speciaal gemaakt netwerkpakket de malware nog heimelijker binnenbrengen. De gevonden gaten zijn na veel werk wel gedicht, waarvoor de securitybedrijven patches hebben uitgebracht. Gebruikers moeten die updates dus wel installeren. Bijblijven blijft belangrijk.

Terwijl 0-days (voorheen onbekende gaten) een flink gevaar vormen - er is immers nog geen fix voor - moeten oudere gaten niet onderschat worden. Uit onderzoek van securitybedrijf Verizon naar digitale inbraken blijkt dat 85 procent van de succesvolle exploitsoftware gebruikmaakt van de top tien aan reeds bekende kwetsbaarheden.

Voor sommige van die gaten zijn al maanden, soms al jaren, patches beschikbaar. Deze bevindingen zijn echter niet heiligmakend, want het rapport vermeldt bijvoorbeeld niet het kwetsbare Adobe Flash. Daarnaast speelt ook de mens een belangrijke rol, wat wel wordt belicht in het rapport. Zo worden veel softwarebugs immers benut doordat mensen hun software niet updaten of domweg voor oplichtingstrucs vallen.

Phishing

De mens speel zoals gezegd een belangrijke rol voor security. Een oud gezegde bij IT’ers is dat veel problemen met computers, software en systemen een duidelijke oorzaak hebben. Het probleem bevindt zich tussen de stoel en het toetsenbord: PEBCAK (Problem Exists Between Chair And Keyboard).

Dit klinkt nogal neerbuigend en getuigt ook wel van de kloof die gaapt tussen techneuten en de gewone gebruikers die maar met technologie om moeten zien te gaan. Anderzijds zit er helaas wel een kern van waarheid in.

©PXimport

Het gevaar van phishingmails is al eerder genoemd in dit PCM-overzicht van hedendaagse digitale dreigingen. Daar komt de kunst van social engineering bij kijken. Dit uit zich in gladde praatjes van zogenaamde Microsoft-helpdeskmedewerkers, in overtuigende spamberichten met aanlokkelijke aanbiedingen of makkelijke quizzen, in aansprekende profielen van vreemdelingen die vrienden met je willen worden, enzovoorts. Waakzaamheid is geboden.

Ook mailkaping moet niet worden onderschat. Daarmee vallen bijvoorbeeld accounts elders over te nemen, zoals een Apple ID om daarmee alle iPhones en Macs te kunnen wissen, zoals een Amerikaanse techjournalist in 2012 al overkwam. Hij zag stuk voor zijn stuk Apple-apparaten gewist worden en zijn digitale bestaan langzaam verdampen. Verder kan via mailkaping de zogeheten CEO-fraude in beeld komen. Kwaadwillenden doen zich daarbij voor als een leidinggevende, bijvoorbeeld via het mailaccount. Vervolgens geven ze werknemers opdrachten, zoals het doen van een overboeking naar een andere bankrekening. Dit is ook in Nederland al voorgekomen.

Ransomware

Technisch gezien is ransomware gewoon een bepaald soort malware die is gemaakt voor een specifiek doel. Praktisch gezien is het fenomeen echter dermate om zich heen aan het grijpen dat het aparte aandacht verdient. Ransomware is kwaadaardige software die op verschillende manieren kan binnenkomen, op pc’s, smartphones en zelfs NAS-opslagapparaten. Eenmaal binnen gaat het zijn redelijk unieke werk verrichten: kostbare gegevens ontoegankelijk maken en dan losgeld eisen.

Hoe ransomware zoal binnenkomt, verschilt in de praktijk eigenlijk niet van ‘gewone’ malware. Het bijzondere zit erin wat gijzelingssoftware doet en vooral waarom de daders erachter het doen. Het gijzelen van bestanden door ze te versleutelen is een lucratieve activiteit te zijn voor cybercriminelen. Dit is te danken aan een ‘perfect storm’ van factoren: de waarde van data, plus het vaak voorkomende gebrek aan actuele back-ups, plus de kracht van hedendaagse encryptie, plus de anonieme betalings- en doorsluismogelijkheden van de virtuele valuta Bitcoin.

Eenmaal gegijzeld, zijn je bestanden in wezen onkraakbaar versleuteld. Soms is er sprake van geluk, na het ongeluk. Security-onderzoekers, politie en Justitie kunnen een technische doorbraak boeken of dankzij inbeslagname de ontsleutelingscodes in handen krijgen. Hierdoor is gegijzelde data te bevrijden. Soms is er bizar toeval, zoals datagijzelnemers die kennelijk tot inkeer komen en hun meestersleutel vrijgeven wat alle slachtoffers helpt. Dit is gebeurd met de TeslaCrypt-ransomware.

In de meeste gevallen is een gijzeling echter succesvol voor de daders. Een recente back-up kan het dataverlies beperken. Zwichten voor de afpersing kan ook helpen, hoewel er natuurlijk geen garanties zijn. Datagijzelnemers zijn nu eenmaal geldbeluste criminelen, zoals het Amerikaanse Kansas Heart ziekenhuis recent heeft ontdekt: na betaling van het geëiste losgeld wilden de afpersers ineens een tweede betaling voor volledige ontsleuteling.

Het internet-of-things

Tot slot dan nog de meest recente dreiging, die is op het gebied van het internet-of-things. Te vaak zijn deze slimme apparaten niet goed genoeg beveiligd en vormen ze dus een doelwit voor cybercriminelen. Daarvoor verwijzen we je graag door naar een ander artikel: 'De grootste veiligheidsrisico's - Is IoT veilig?'

▼ Volgende artikel
Help, mijn airfryer stinkt! Wat moet ik doen?
© Saskia van Weert
Huis

Help, mijn airfryer stinkt! Wat moet ik doen?

Wie zijn airfryer vaak gebruikt, komt het vroeg of laat tegen: hij verspreidt een vreemd geurtje. Zelfs als je de mand en bak na elke sessie schoonmaakt, kan hij gaan stinken. Maar geen nood, met onze tips maak je een einde aan de onprettige luchtjes.

In dit artikel over je airfryer lees je:

• Waar die etenslucht vandaan komt • Hoe je je airfryer nog beter schoonmaakt • Hoe je voorkomt dat er nieuwe vervelende geurtjes ontstaan

Lees ook: Review Ninja Foodi Dual Zone-airfryer – Toegankelijke alleskunner

Hoe ontstaat een nare geur in de airfryer?

Een veelvoorkomende oorzaak van luchtjes is opgehoopt vet of achtergebleven voedselresten. Tijdens het bakken vallen er regelmatig kruimels, vet uit vlees of snacks of stukjes voedsel op de bodem van het apparaat, waar ze bij volgende sessies kunnen verbranden. Die deeltjes worden heet, waardoor je ze ruikt. Ze kunnen ook rookontwikkeling veroorzaken.

Ook als je sterk ruikende etenswaren bereidt, zoals vis of broccoli, ruik je dit tijdens het bakken en vaak ook de keer erna, als je je airfryer opwarmt.

Ook is het verwarmingselement gevoelig voor vervuiling. Als vet tijdens het bakken opspat en zich hecht aan het element, zal dit bij volgende keren verbranden, wat opnieuw geur- en rookoverlast veroorzaakt. Het element zit doorgaans boven in je apparaat, of achter de mand, waardoor je er eigenlijk niet goed bij kunt om even met een natte doek af te nemen.

Schoonmaken: de eerste stap naar een frisse airfryer

Reiniging van losse onderdelen

Begin bij de lade en het mandje van de airfryer. Laat deze componenten 15 tot 30 minuten weken in warm water met afwasmiddel. Gebruik daarna een zachte borstel of spons om achtergebleven vet en vuil te verwijderen. Als je een schuurspons gebruikt, kies dan de zachte kant.

Voor hardnekkige vervuiling is baking soda een probate oplossing. Strooi het poeder op aangekoekte delen en schenk er een zure vloeistof over, zoals azijn. Het gaat dan bruisen. Laat even inwerken en neem af met een zachte doek.

©ID.nl

Reiniging van het verwarmingselement

Het verwarmingselement wordt vaak vergeten, terwijl dit juist de plek is waar hardnekkig aangekoekt vet gaat stinken. Zet de airfryer uit, haal de stekker uit het stopcontact en kantel het apparaat voorzichtig zodat het element goed bereikbaar is. Gebruik een zachte doek of borstel, eventueel met een milde ontvetter, om vetresten voorzichtig te verwijderen. Let erop dat je geen agressieve schoonmaakmiddelen of harde schuurmaterialen gebruikt – die kunnen het element beschadigen. Klaar? Gebruik dan een vochtige doek om eventuele resten van het schoonmaakmiddel weg te vegen.

Neutraliseren van geuren

Is je airfryer nog redelijk schoon of nieuw, dan kun je hem opfrissen met een simpele truc. Leg enkele plakjes citroen in een ovenschaaltje met water, zet dit in de airfryer en laat het apparaat circa tien minuten draaien op 180 graden. De stoom neutraliseert geurtjes en maakt het vet alvast wat los, zonder dat je hoeft te schrobben.

Een alternatief is het gebruik van azijn. Vul een hittebestendig schaaltje met een scheut witte azijn, plaats dit in de airfryer en laat het apparaat vijf minuten verwarmen op circa 160 graden. De dampen nemen geurtjes op – helemaal natuurlijk.

Voorkomen is beter dan genezen

Het structureel schoonhouden van de airfryer voorkomt dat geuren zich überhaupt kunnen ontwikkelen. Een van de handige manieren om geurtjes te voorkomen is om speciaal voor de airfryer ontwikkeld bakpapier te gebruiken, of herbruikbare siliconen vormen.

Maak er dus een gewoonte van om je airfryer na elk gebruik even schoon te maken. Ook als alles er schoon uitziet, blijven er vaak toch vetresten achter. Laat de bak en mand afkoelen en was ze daarna af – of zet ze in de vaatwasser, als dat kan. Neem tot slot het binnenwerk af met een vochtige doek.

Gebruik jij al airfryer-bakpapier?

Dat houdt je machine schoon (dus: minder afwas 😃)

©Hazal

Ideale aanpak

Een schone airfryer ruikt niet alleen frisser, maar werkt ook beter. Door regelmatig schoon te maken, af en toe citroen of azijn te gebruiken en ook het verwarmingselement niet over te slaan, voorkom je dat het apparaat gaat stinken.


 

▼ Volgende artikel
Ecostand op wasmachines: hoe werkt dat en wat bespaar je ermee?
© Washing in a washing machine
Huis

Ecostand op wasmachines: hoe werkt dat en wat bespaar je ermee?

We draaien thuis heel wat wasjes en dat maakt de wasmachine tot een van de grootste verbruikers van stroom en water. Energiezuinige functies zoals de ecostand moeten dat verbruik terugdringen. Maar hoe werkt zo'n stand precies? En belangrijker nog: wat levert het op?

In dit artikel lees je: • Waarom de ecostand écht zuiniger en goedkoper is • Wanneer je kunt kiezen voor wassen op lagere temperaturen • Waarom korte wasprogramma's juist níet zuinig zijn • Waar je op moet letten als je een energiezuinige wasmachine wilt kopen

Lees ook: Zo kies je de zuinigste huishoudelijke apparatuur in huis

In een gemiddeld huishouden is de wasmachine verantwoordelijk voor zo'n 5 procent van de energierekening. Per wasbeurt verbruikt een machine gemiddeld 60 liter water – vergelijkbaar met een lange douche. Vooral op het stroomverbruik valt winst te behalen. Wassen op lagere temperaturen is niet alleen gunstig voor je elektriciteitsverbruik, ook je kleding blijft langer mooi bij niet te hoge temperaturen. En het milieu vaart er ook wel bij.

Alle reden dus om bewuster te wassen. Vrijwel elke moderne wasmachine biedt meerdere zuinige programma's. Je kunt kleding wassen op 20 of 30 graden, maar dat is niet altijd de beste keuze. De ecostand is vaak slimmer.. En de knop voor de snelle was? Sla die maar zo veel mogelijk over.

©Monkey Business Images

De ecostand is écht zuiniger en goedkoper

De ecostand op de wasmachine is ontwikkeld om – inderdaad – stroom te besparen. Op nieuwere modellen herken je dit programma aan de naam 'Eco 40-60', bij oudere machines zie je vaak een 'e' of een icoontje met een blaadje. Wie dit programma weleens gebruikt, weet dat het aanzienlijk langer duurt dan een normaal wasprogramma. De vraag is dan ook: ben je met de ecostand echt voordeliger uit?

Het korte antwoord: ja. Een ecowasbeurt verbruikt gemiddeld zo'n 30 procent minder energie dan een standaardprogramma. Dat verschil zit vooral in de temperatuur. '40-60' verwijst niet naar de temperatuur van het ecoprogramma zelf, maar naar de temperatuur waarop je je kleding normaal zou wassen. De ecostand warmt het water minder op – meestal blijft de temperatuur onder de 40 graden – maar laat de trommel wel langer draaien. Daardoor wordt de was alsnog goed schoon. Qua stroomverbruik maakt die langere wastijd nauwelijks verschil; het verwarmen van water kost namelijk veel meer energie dan het ronddraaien van de trommel.

Per ecowasbeurt bespaar je ongeveer 0,4 kWh. Doe je honderd wasjes per jaar, dan komt dat neer op 40 kWh. Afhankelijk van je stroomtarief scheelt dat al snel enkele tientjes op jaarbasis. Ook het waterverbruik daalt: gemiddeld gebruik je 30 liter minder per wasbeurt.

Nog een voordeel aan dit wasprogramma is dat je dankzij de lage temperatuur al je kleding bij elkaar kunt gooien, of je deze nu normaal gesproken op 40 of 60 graden wast. Zo krijg je de trommel sneller vol, hoef je minder vaak te wassen en bespaar je nog meer.

Was niet al te vies? Op lagere temperaturen wassen kan ook

Een andere mogelijkheid is om een standaardprogramma te kiezen op een lagere temperatuur, bijvoorbeeld 20 of 30 graden. Dat is vaak een zuinige keuze, zolang je was niet al te vuil is. Deze programma's duren namelijk minder lang dan de ecostand, waardoor hardnekkig vuil soms blijft zitten. Is de was echt vies? Dan kies je beter voor het ecoprogramma.

Zelfs een verschil van 10 graden kan al behoorlijk schelen in je stroomverbruik. Volgens de Consumentenbond kost een was op 30 graden de helft minder dan eentje op 40 graden. En meestal wordt je was net zo schoon. Wanneer is 40 graden dan wel aan te raden? Bijvoorbeeld als je ziek bent geweest, een allergie hebt, of als je was echt vuil is – met geurtjes of vlekken. Ook ondergoed en sokken kunnen beter op 40 graden.

©Mr Doomits

Wist je dat handdoeken en beddengoed lang niet altijd op 60 graden gewassen hoeven te worden? Alleen als je zeker wilt zijn dat bacteriën worden gedood – bijvoorbeeld bij een huisstofmijtallergie, besmettelijke ziektes of wondjes – is die temperatuur echt nodig. In de meeste gevallen is dat niet aan de orde en volstaat een lagere stand prima. Vaak is zelfs 40 graden al meer dan genoeg. Houd er wel rekening mee: hoe warmer je wast, hoe sneller stoffen slijten.

Korte was: klinkt voordelig, is het niet

Op de meeste wasmachines vind je ook de mogelijkheid om extra snel te wassen. Deze optie staat meestal aangegeven als 'snelle was'. Je was is dan binnen een halfuur klaar, wat misschien zuinig lijkt. Maar dat ís het niet.

Omdat het programma in korte tijd net zo grondig moet wassen als een normaal programma, gebruikt het juist veel water en vooral veel energie. Per saldo ben je dus duurder uit dan met een standaard wasbeurt. Snelle programma's zijn vooral handig in noodgevallen – bijvoorbeeld als je iets hebt gemorst of een paar kwetsbare kledingstukken apart wilt wassen. Maar gebruik deze optie liever niet te vaak.

©Krakenimages.com

Overstappen op een energiezuinige wasmachine

Als je nog een oude wasmachine hebt staan, kan het lonen om over te stappen op een energiezuinig model. Dat kan je per wasbeurt zo een paar dubbeltjes schelen. Een moderner exemplaar mag dan misschien wat kosten, maar die investering betaalt zich uiteindelijk vanzelf terug.

De besparing zit vooral in het verwarmen van water – moderne machines doen dat een stuk slimmer. Daarnaast zijn veel zuinige modellen uitgerust met automatische beladingsdetectie. Daarmee meet de wasmachine precies hoeveel was er in de trommel zit, en soms zelfs hoe vuil die is. Op basis daarvan past het apparaat het water- en energieverbruik aan per wasbeurt. Ben je op zoek naar een nieuwe wasmachine? Bij goede witgoed(web)winkels kun je filteren op energielabel en op de aanwezigheid van automatische beladingsdetectie. Zo weet je zeker dat je niet te veel verbruikt!