Online pesten: dit kun je eraan doen
Digitaal pesten of cyberpesten komt vaker voor dan je denkt. Zo’n 10% van de jongeren krijgt ermee mee te maken en dit cijfer stijgt ieder jaar. Gelukkig kun je als kind, ouder of school zelf het cyberpesten voorkomen én tegengaan.
Voor een kind dat gepest wordt is het vaak moeilijk om hierover te praten. Het is dan ook aan de ouders of school om te signaleren of er misschien iets niet klopt. Kinderen die gepest worden zijn vaak stil, hebben weinig vrienden en vriendinnen en vaker ziek. Naast geestelijk klachten zoals neerslachtigheid en desinteresse kunnen deze ze ook last hebben van allerlei fysieke problemen zoals buikpijn, bedplassen of weinig eetlust. Wanneer dit gesignaleerd wordt en uit een gesprek inderdaad blijkt dat pesten de oorzaak is, kan actie worden ondernomen en nieuwe pesterijen worden vermeden. We geven je 3 praktische tips.
1. Probeer het pesten te voorkomen
Cyberpesten hangt – net als ‘traditioneel’ pesten – nauw samen met hoe weerbaar iemand is. Door met kinderen te praten en afspraken te maken, wordt de kans op pesten een stuk kleiner. Pesters kan de wind uit de zeilen worden genomen door te vermijden dat privé-gegevens zoals adres en telefoonnummer worden gedeeld. Plaats het liefst helemaal geen of alleen onherkenbare foto’s, kies goede wachtwoorden en spreek af dat deze ook echt geheim worden gehouden. En door zelf ook geen anderen kinderen te pesten wordt het goede voorbeeld gegeven.
Beveiligingssoftware zoals Norton Family Premium of Norton Security Premium helpt ook goed. Niet zelden proberen pesters de apparaten van hun slachtoffers te besmetten of wachtwoorden te stelen en door virussen, spyware en andere gevaren buiten de deur te houden en de identiteit en online aankopen te beschermen steek je hier een stokje voor.
2. Neem het pesten serieus
Vertelt je kind dat het wordt gepest, wordt dan niet boos. Hiermee wordt het melden van eventuele nieuwe pesterijen alleen maar verder ontmoedigd. Stap niet direct op degene die pest of andere ouders af maar bespreek samen met je kind hoe de situatie het beste kan worden aangepakt. Probeer de persoon die pest te blokkeren, verzamel bewijsmateriaal en vraag vervolgens om het materiaal waarin het kind wordt gepest te verwijderen.
3. Check wat de school kan doen
In twee derde van de gevallen is bekend wie de pestkop is. En niet zelden gaat het om een andere leerling op school. Die school speelt dan ook een belangrijke tol wanneer het om het aanpakken van het probleem gaat. Sinds 2015 is er een speciale wet – de Wet Sociale Veiligheid op Scholen – die schoolbesturen verplicht om het pesten aan te pakken. De school heeft als het goed is de beschikking over speciaal lesmateriaal en zogeheten pestprotocollen met stappenplannen waarin precies staat wat er moet gebeuren. Leerlingen die gepest worden kunnen dit het beste zo snel mogelijk bij de schoolleiding melden.
4. Doe aangifte
Als het ‘pesten’ niet na gesprekken met andere ouders of de school stopt of serieuze vormen aanneemt, kan dit een reden zijn om naar de politie te stappen. Een andere reden kan zijn dat ook anderen gevaar lopen. Aangifte doe je in principe bij het plaatselijke politiebureau waarna een proces-verbaal wordt opgesteld en de politie onderzoek doet. Dat onderzoek kun je vergemakkelijken door zo veel mogelijk gegevens zoals data, chatlogs, berichtjes, foto’s, video’s en screenshots te overhandigen waaruit de pesterijen blijken. Tips kun je vinden op Meldknop.nl
Lees meer over veiligheid & privacy op onze speciale pagina
die we maakten in samenwerking met Norton.
Meer weten over de cijfers en oorzaken van digitaal pesten, de verschillende vormen van cyberpesten en hoe je het online leuk kan houden? Bekijk ons dossier over cyberpesten hier.