ID.nl logo
Netflix-strijd tegen wachtwoorddelers levert chaos op
© PXimport
Huis

Netflix-strijd tegen wachtwoorddelers levert chaos op

Hoewel Netflix altijd voorstander was van gebruikers die hun accounts delen, zien we nu dat het bedrijf hierop terugkomt. Een test in Peru, die wachtwoorddelers aanpakt, levert in elk geval al chaos op. Want de videostreamingdienst kondigde de veranderingen niet aan...

Netflix-gebruikers in Peru, Costa Rica en Chili moeten er al aan geloven: zij moeten extra betalen voor hun abonnement wanneer ze hun accounts delen met Jan en alleman. Dit is onderdeel van een experiment, dat sinds maart actief is. Maar dat experiment levert veel verwarring op.

Want wat blijkt: het gros van de gebruikers werd hiervan niet op de hoogte gebracht. In sommige gevallen is dat, ruim twee maanden later, nog steeds niet gebeurd. Daarnaast is er verschil in de handhaving van het nieuwe beleid. Sommige gebruikers kunnen gedeelde accounts gewoon blijven gebruiken, zonder te hoeven bewijzen dat ze de eigenaar zijn van dat account of onderdeel zijn van het huishouden. Het nieuwe beleid aldaar lijkt vooralsnog dus weinig uit te halen.

©PXimport

Wat is een huishouden voor Netflix?

Om de verwarring compleet te maken is er ook gedoe om de definitie ‘huishouden’. Wat is voor Netflix precies een huishouden? Je zou zeggen dat het om gezinsleden gaan die in hetzelfde huis wonen als de accounteigenaar. Maar dat blijkt niet het geval te zijn, zo meldt een klantenservicemedewerker anoniem tegenover de website Rest of World.

De medewerker in kwestie moest verificatiecodes uitdelen aan mensen die buiten het huishouden inloggen op een gedeeld account. Daardoor is het voor wachtwoorddelers nog steeds mogelijk de content te bekijken die ze willen, zonder daarvoor extra te hoeven betalen.

Ter verduidelijking, dit staat daarover in de officiële regels.

Een Netflix-account is voor mensen die samen één huishouden vormen. Dit huishouden is het Netflix-huishouden. Het is gekoppeld aan de apparaten van de hoofdeigenaar van het account en de apparaten van andere mensen die onderdeel uitmaken van het Netflix-huishouden.

Extra kosten voor accountdelers

Uit het experiment kwam eerder al naar voren dat Netflix ongeveer twee tot drie dollar rekent voor mensen die buiten het huishouden vallen. Dat is omgerekend zo’n 1,87 tot 2,81 euro, exclusief btw. Daarmee kun je tot twee mensen buiten je huishouden om toevoegen aan je account.

Omdat het bedrag zo laag is, lijkt dit een prima deal te zijn en lijkt het er niet op dat Netflix hier grof geld aan probeert te verdienen. Wellicht is dit ook een beetje voor de bühne, om investeerders gerust te stellen en om te laten zien dat het bedrijf wel degelijk problemen aanpakt.

Het is op moment van schrijven nog niet duidelijk wanneer Netflix ook in Nederland en België meer geld gaat rekenen voor accountdelers. Als dat zo is, dan is het goed om te weten dat zo’n meerprijs nog altijd goedkoper is dan het goedkoopste abonnement op de dienst. 

Update: 19-7-2023

Ondertussen is er meer informatie naar buiten gebracht over het nieuwe, aanvullende Netflix-abonnement. Het bedrijf schreef en publiceerde er onlangs een blog over, maar brengt via deze supportpagina, voor Honduras, eveneens meer informatie naar buiten.

De prijs die Netflix rekent is 2,99 dollar per maand in de landen waar de dienst het nieuwe abonnement test. Een prijs voor Europa is nog altijd niet bekend, maar het ligt in de lijn der verwachting dat we 2,99 euro per nieuw huis gaan betalen. Per nieuw huis? Ja, Netflix laat je als het ware huishoudens toevoegen aan accounts, die je wellicht beter kunt omschrijven als locaties.

Die extra huishoudens, of locaties, voeg je toe aan het hoofdhuishouden. Binnen dat huishouden kan iedereen kijken wat diegene wil, thuis, onderweg of op andere locaties. Daar zit wel een randvoorwaarde aan. Want wanneer je de app opstart op een nieuw locatie (of een onbekend apparaat) dan krijg je tot twee weken de tijd om je account te gebruiken. Na die twee weken moet je dus 2,99 dollar per maand betalen. Doe je dat niet, dan verlies je de toegang tot het account, tot het moment waarop je besluit toch te betalen.

Hoe weet Netflix dat je binnen een nieuw huis naar de content kijkt? Daar gebruikt het bedrijf verschillende graadmeters voor, namelijk IP-adressen, apparaat-id’s en accountactiviteit. Per type abonnement verschilt overigens hoeveel externe huishoudens je kunt toevoegen. Het basisabonnement geeft je één extra huishouden, terwijl het standaardabonnement tot twee extra huishoudens ondersteunt. Het Premiumabonnement biedt tot drie locaties aan.

Waarom voor de opslag kiezen?

Waarom zou je voor zo’n extra opslag kiezen? Nou, veel mensen delen hun Netflix-accounts al jaren. Onder hun eigen profiel, binnen een gedeeld account, maken ze mogelijk dankbaar gebruik van persoonlijke aanbevelingen, die je kwijtraakt op het moment dat je zelf een los abonnement neemt. Daarnaast kan het nog steeds goedkoper zijn om met een groep mensen de kosten te delen, dan voor persoonlijke abonnementen te gaan – maar dat verschilt echt per persoon, per abonnement en per besteedbaar inkomen.

Maar er zijn dus redenen om voor deze structuur te kiezen als abonnee. Ja, het is jammer dat Netflix hier nu geld voor vraagt, terwijl het bedrijf eerder geen problemen had met mensen die accounts deelden. Maar voor niets gaat de zon op; dus dan kun je beter voor de goedkopere opties kiezen. Helemaal als je daarmee de toegang tot je persoonlijke profiel behoudt.

Ondertussen werkt Netflix aan een nog goedkoper abonnement. Dat abonnement wordt ondersteund door advertenties. Daar bestaan nog een hoop onduidelijkheden over: wat dit kost, hoe veel, hoe vaak en hoe lang je reclame te zien krijgt en wanneer het lanceert. Het enige dat we daar nu over weten is dat Microsoft de advertentiepartner wordt en dat we hier voor het einde van 2022 meer van gaan zien.

▼ Volgende artikel
Bestanden delen zonder cloud? Dit zijn je opties
© KOB
Huis

Bestanden delen zonder cloud? Dit zijn je opties

Je wilt bestanden delen met jezelf op een ander apparaat in je netwerk of met anderen via internet, bij voorkeur zonder deze data onderweg tijdelijk op te slaan. Je kiest dus voor een directe peer-to-peer overdracht, zonder externe opslagservers in de cloud.

In dit artikel laten we zien hoe je bestanden direct deelt tussen apparaten:

  • Deel bestanden binnen je netwerk met tools als Winpinator, LANDrop of AirDrop
  • Installeer Cx File Explorer op Android om via SMB, FTP of lokale servers bestanden uit te wisselen
  • Richt een eigen FTP-server in met FileZilla
  • Gebruik Magic Wormhole om eenmalig bestanden te versturen
  • Synchroniseer mappen handmatig of automatisch tussen apparaten met Syncthing
  • Installeer een webserver om bestanden beschikbaar te maken via een lokaal ip-adres
  • Zet met Tailscale een eigen VPN op

Lees ook: Grote bestanden versturen? Dit zijn je gratis opties

Veel mensen delen gegevens via cloudopslagdiensten als Google Drive, OneDrive of Dropbox. Dit werkt prima, maar de bestanden worden wel tijdelijk online opgeslagen. Wil je dit vermijden, dan moet je een methode vinden om de data rechtstreeks naar de ontvanger te sturen, desnoods via een relay die enkel als doorgeefluik fungeert en de (bij voorkeur versleutelde) data niet opslaat. Hiervoor bestaan verschillende tools en technieken, zoals een SMB-, FTP- of P2P-verbinding.

In dit artikel bespreken we diverse tools, zodat je op basis van je opzet en technische vaardigheden voor jezelf de beste oplossing kunt kiezen. Eerst komen tools aan bod die vooral geschikt zijn voor directe datatransfers binnen je eigen netwerk. Daarna laten we methodes zien die ook over het internet werken. Op het laatst tonen we je nog hoe je snel een eigen VPN-netwerk opzet, om ook andere servers voor bestanden delen op afstand veilig te kunnen benaderen.

1 Via je thuisnetwerk

Om binnen je thuisnetwerk bestanden te delen, zijn er verschillende mogelijkheden. Windows heeft weliswaar het ingebouwde SMB-protocol (Server Message Block), waarmee je mappen kunt delen en lees- of schrijfrechten kunt instellen, maar in dit artikel richten we ons vooral op externe, gratis tools.

Een eenvoudige oplossing is Winpinator, dat dataoverdrachten tussen Windows-apparaten ondersteunt. Bij File / Preferences / Connection kun je onder meer de netwerkinterface en binnenkomende poorten instellen. Specifiek voor dataoverdrachten tussen iOS- en macOS-apparaten biedt Apple de functie AirDrop aan.

Voor meer flexibiliteit is er LANDrop, beschikbaar voor vrijwel alle platformen, inclusief mobiel. We nemen als voorbeeld een Windows-pc en een Android-apparaat. We installeren de app op onze Windows-pc en geven desgevraagd de firewall toestemming om verbindingen toe te staan. We installeren daarna de mobiele app en zorgen dat beide apparaten met hetzelfde netwerk zijn verbonden. Als alles correct werkt, verschijnen de aangesloten toestellen in de LANDrop-app. We selecteer de bestanden en het doelapparaat, en meteen na de bevestiging start de overdracht.

Bestanden delen tussen apparaten binnen je netwerk, vanuit een grafisch venster.

Firewallregels

Veel tools in dit artikel vereisen firewalltoegang. We gaan uit van de Windows Defender Firewall, waar standaard alle uitgaande verbindingen zijn toegestaan. Je hoeft je dus vooral te richten op binnenkomend verkeer.

Open de app Windows Defender Firewall met geavanceerde beveiliging en ga naar Regels voor binnenkomend verkeer. Als je tijdens de installatie van bijvoorbeeld LANDrop toestemming gaf, zijn er standaard twee regels met landrop.exe aangemaakt. Onder Eigenschappen zie je op het tabblad Protocollen en poorten dat alle poorten openstaan, één regel voor TCP en één regel voor UDP.

Het kan ook gebeuren dat je voor sommige tools zelf firewallregels moet toevoegen. Klik dan in het rechterdeelvenster op Nieuwe regel, kies Programma en verwijs naar de app met binnenkomend verkeer. Selecteer vervolgens De verbinding toestaan en kies de gewenste netwerkprofielen, op z’n minst Privé.

Deze methode opent standaard alle lokale poorten voor de app. Wil je dit beperken, kies dan bij Nieuwe regel de optie Poort of Aangepast. Zo kun je precies bepalen welke poorten en protocollen worden toegestaan, wat veiliger is. Vaak vind je in (de helpbestanden van) zo’n programma om welke poorten het gaat (bij LANDrop kun je dit instellen bij Preferences / Listening Port).

Voor de meeste dataoverdracht-diensten moet je wel een gaatje in je firewall prikken.

2 Android

Wissel je regelmatig bestanden uit tussen je Android-apparaat en andere apparaten in je netwerk, zoals Windows-pc’s, dan is de gratis bestandsbeheerder Cx File Explorer een handige oplossing. Deze app, beschikbaar in de Google Play Store, is ook geschikt voor lokaal bestandsbeheer op Android.

Start de app, ga naar Network en tik op New Location. Via Cloud kun je bestanden delen via cloudopslagdiensten, maar voor ons doel kies je Remote. Hier vind je verschillende protocollen voor netwerktoegang en bestandsdeling. Local Network en SMB werken beide via het Windows-protocol SMB. De eerste optie detecteert netwerkshares automatisch, terwijl je bij de tweede handmatig de hostnaam of het ip-adres en inloggegevens invoert om toegang te krijgen tot gedeelde mappen op bijvoorbeeld een Windows-pc. Het WebDAV-protocol laten we buiten beschouwing, aangezien het buiten NAS-omgevingen weinig wordt gebruikt.

De opties FTP en SFTP veronderstellen dat er elders in je netwerk al een (S)FTP-server draait waarmee je kunt verbinden (meer hierover lees je in de volgende paragraaf). Maar je kunt het ook makkelijk omkeren en op je Android-apparaat een FTP-server opzetten. Ga opnieuw naar Network en kies Access from network. Bevestig met Start service en je krijgt een url (bijvoorbeeld ftp://192.168.0.165:6094) en de inloggegevens te zien. Neem deze gegevens over in een FTP-client, zoals FileZilla, op een ander apparaat in je netwerk om bestanden in beide richtingen uit te wisselen. Na afloop klik je op Stop service.

Met Cx File Explorer wissel je op verschillende manieren data uit, waaronder met FTP.

3 FTP

Dataoverdracht-tools zoals LANDrop zijn minder geschikt voor grote bestanden of langdurige overdrachten, en bieden geen gescheiden toegang per apparaat of gebruiker. In zo’n geval is een eigen FTP-server een betere optie. Dit kan eenvoudig met het gratis FileZilla, waarvan zowel de server- als clientversie beschikbaar is op www.filezilla-project.org.

Installeer de servercomponent met de standaardopties en stel een beheerwachtwoord in. De server kan automatisch met Windows starten, zelfs zonder dat je bent aangemeld. Start de tool, klik op Connect to Server, en bevestig met OK en Ja.

Ga naar Server / Configure en voeg onder Users via Add een nieuwe gebruiker toe, bij voorkeur met een wachtwoord. Bij Mount points klik je op Add, stel je bij Native path de map in die je wilt delen (bijvoorbeeld C:\fotos) en geef je bij Virtual path een duidelijke naam (bijvoorbeeld /gedeeldefotos). Kies bij Access Mode voor Read only of Read+Write en bevestig met OK.

Installeer nu een FTP-client, zoals FileZilla, op een ander apparaat in je netwerk of gebruik de FTP-functie van Cx File Explorer. Vul de connectiegegevens in: de hostnaam of het interne ip-adres van de server, standaardpoort 21, gebruikersnaam en wachtwoord. Als de firewall aan serverzijde de verbinding blokkeert, voeg dan een regel toe die TCP-poorten 20 en 21 doorlaat (zie kader ‘Firewallregels’).

Een FTP-server met FileZilla heb je snel opgezet, met gescheiden gebruikersrechten.

4 Magic Wormhole

We hebben ons tot nu toe gericht op bestandsuitwisselingen binnen het thuisnetwerk. Dit is veiliger en technisch eenvoudiger, omdat de router aan de publieke zijde niet hoeft te worden gepasseerd. In het vervolg van dit artikel gaat het over het delen van data met een apparaat op het internet, zonder online opslag te gebruiken.

Laten we beginnen met het gratis en opensource Magic Wormhole. Deze tool verstuurt bestanden tussen apparaten zonder complexe netwerkconfiguratie zoals portforwarding. Hoe dit precies werkt, lichten we toe in het kader ‘Relay’.

Magic Wormhole is vooral handig voor incidentele, maar veilige bestandsoverdrachten. Het is beschikbaar voor macOS en Linux en kan ook met enkele extra stappen op Windows worden geïnstalleerd. De eenvoudigste manier is via de pakketbeheerder Chocolatey. Installeer deze door PowerShell als administrator te openen en het volgende commando uit te voeren:

Set-ExecutionPolicy Bypass -Scope Process -Force; iex ((New-Object System.Net.WebClient).DownloadString('https://community.chocolatey.org/install.ps1'))

Open daarna de Opdrachtprompt als administrator en voer deze commando’s uit:

choco install -y python
call RefreshEnv
pip install magic-wormhole

Hiermee installeer je de benodigde onderdelen. Gebruik de volgende opdrachten om een bestand of een volledige map (die automatisch gezipt wordt) te verzenden:

wormhole send <volledig_pad_naar_bestand>
wormhole send <volledig_pad_naar_map>

Je krijgt nu een code te zien. Op het ontvangende apparaat, waar Magic Wormhole ook geïnstalleerd moet zijn, voer je het onderstaande commando uit om de overdracht te voltooien:

wormhole receive <ontvangen_code>

Bij elke datatransfer via Wormhole hoort een unieke code.

Relay

De verzender genereert een unieke en leesbare code. Deze wordt handmatig gedeeld met de ontvanger. Zodra de ontvanger dezelfde code invoert, wordt de PAKE-sleutel (Password-Authenticated Key Exchange) berekend. Met deze sleutel wordt een veilige sessie opgezet waarin beide apparaten elkaar kunnen vinden. Indien mogelijk wordt direct een P2P-verbinding opgezet via NAT Traversal-technieken. Lukt dit niet, omdat de apparaten zich bijvoorbeeld achter een strikte NAT of firewall bevinden, dan verloopt de overdracht via een ‘transit relay server’. Deze fungeert uitsluitend als doorgeefluik en slaat geen bestanden op. De data worden bovendien altijd via end-to-end-encryptie verzonden. Dit alles maakt Magic Wormhole een veilige oplossing.

Op deze pagina vind je meer technische details.

5 Syncthing

Wil je bestanden (continu) selectief beschikbaar stellen voor meerdere apparaten, dan is Magic Wormhole minder geschikt. De gratis en opensource synchronisatie-tool Syncthing is hiervoor een betere mogelijkheid. Dankzij TLS kunnen je data veilig versleuteld blijven en net als Magic Wormhole probeert Syncthing apparaten eerst direct te verbinden. Lukt dat niet, ondanks NAT Traversal-technieken, zoals STUN, UPnP en NAT-PMP, dan worden publieke relayservers ingezet, zonder de verstuurde data op te slaan.

Ga naar www.syncthing.net/downloads (macOS, Windows, Linux). Download de Windows-versie door op Latest te klikken en syncthing-windows-setup.exe op te halen. Installeer deze met een dubbelklik. De standaardwaarden kun je behouden en indien gewenst start Syncthing automatisch met Windows op. Bevestig indien gevraagd of de firewall automatisch mag worden aangepast. Even later is de server toegankelijk in je browser via 127.0.0.1:8384.

De Syncthing-server heb je in een oogwenk klaar voor gebruik.

6 Beheer Syncthing

Via Acties / Instellingen kun je op het tabblad GUI een gebruikersnaam en wachtwoord instellen om de GUI-beheermodule af te schermen. Op het tabblad Verbindingen begrens je desgewenst de download- en uploadtransfers. Laat alle opties, zoals NAT traversalinschakelen en Relaying inschakelen, het best geactiveerd. Bevestig je aanpassingen met Opslaan.

In het hoofdvenster selecteer je een map om via Syncthing met andere apparaten te delen. Klik op +Maptoevoegen, vul een naam in bij Maplabel, kies een Map-ID en geef bij Maplocatie het pad op, zoals C:\GedeeldeData. Bevestig met Opslaan. Klik op de toegevoegde map voor details. Gebruik Bewerken voor aanpassingen of om de map eventueel te verwijderen.

Je kunt mooi volgen welke mappen je (hoe) hebt gedeeld.

7 Delen met Syncthing

De map is klaar, maar je moet Syncthing nog vertellen met welke apparaten je deze wilt delen. Daarvoor is minstens een tweede apparaat nodig. Laten we een Android-apparaat als voorbeeld nemen. Download en installeer de Syncthing Fork-app uit de officiële Play Store. Geef met Machtiging verlenen toestemming voor toegang tot je lokale bestanden. Een locatiemachtiging is niet nodig, tenzij je Syncthing alleen op geselecteerde wifi-netwerken wilt gebruiken. De optie Notification Permission schakel je liefst wel in.

Wil je dataverbruik beperken, tik linksboven op het menu-icoon, open Instellingen / Uitvoervoorwaarden en stel Run on Wi-Fi selecteren in (of eventueel Run on specifieke Wi-Fi-netwerken).

Nu moeten beide apparaten elkaar vinden. Open op je pc de Syncthing-beheermodule, ga naar Acties / ID weergeven, en noteer of kopieer dit. Ga op je mobiele apparaat naar Apparaat-ID, open het tabblad Apparaten, tik op de plus-knop, en vul de ID en een geschikte apparaatnaam in. Als beide apparaten in hetzelfde netwerk zitten, wordt de ID waarschijnlijk automatisch ingevuld. Bevestig je invoer.

Herhaal dit op je pc via +Extern apparaat toevoegen in het hoofdvenster. Open daarna een gedeelde map, kies Bewerken, ga naar het tabblad Delen, vink het gekoppelde apparaat aan en bevestig met Opslaan. Accepteer de meldingen in de Syncthing-app op je mobiele apparaat en in het dashboard om de koppeling en het delen te voltooien. De synchronisatie kan beginnen.

Je moet de gevraagde mapsynchronisatie wel nog even bevestigen.

Andere servers

Er zijn nog veel andere servers die je op je pc kunt installeren om bestanden, foto’s en andere data uit te wisselen. Een mogelijke optie is bijvoorbeeld een webserver zoals de gratis Abyss Webserver. Je kunt die met een paar muisklikken installeren en gebruikt standaard poort 8080. Mappen die je vervolgens in de document-rootmap plaatst (standaard C:\Abyss Web Server\htdocs) zijn dan meteen bereikbaar via <hostnaam_of_ip-adres>:8080/<mapnaam>.

Helaas ondersteunen deze webserver en de meeste andere servers voor het delen van data geen NAT Traversal-technieken, laat staan relayservers, waardoor ze van buitenaf moeilijk bereikbaar zijn. Je kunt dan portforwarding op je router instellen, eventueel met DDNS of beter nog: met een VPN. Dit laatste is veiliger, maar technisch uitdagender.

Van binnenuit is deze (web)server alvast makkelijk bereikbaar.

8 Set-up Tailscale

Een eenvoudige oplossing om snel een eigen VPN-netwerk op te zetten is een dienst als Tailscale. Deze vereist aan beide kanten een beperkte configuratie en gebruikt onderliggend ook het WireGuard-protocol om een versleuteld privé-VPN-netwerk op te zetten. Een Tailscale-relayserver zorgt ervoor dat je apparaat bereikbaar is vanaf internet, in principe zonder firewall-instellingen aan te passen of routerpoorten door te sturen.

Ga naar www.tailscale.com/download en download de app voor je besturingssysteem (Linux, macOS, Windows, iOS of Android). We gaan aan de slag met Windows. De installatie verloopt met een paar muisklikken. Start de app en klik nu eerst op Sign up om een account aan te maken. Je kunt hiervoor onder meer een Google- of Microsoft-account gebruiken (voor Personal Use). Terug in de app klik je op Sign in to your network. Na aanmelding klik je op Connect en maakt je apparaat deel uit van het privé-VPN-netwerk van Tailscale, met een ip-adres dat typisch begint met 100.). Aangemeld op de Tailscale-website kun je de status van je netwerk altijd bekijken.

Het eerste apparaat is aan het Tailscale-VPN-netwerk toegevoegd.

9 Externe toegang Tailscale

Een VPN-netwerk met slechts één apparaat heeft weinig zin, dus voegen we snel een tweede toe. We nemen een Android-apparaat als voorbeeld. Download en installeer de Tailscale-app uit de officiële Google Play Store en start deze op. Tik op Get Started / OK / Get Started. Meld je aan met je Tailscale-account en klik na succesvol inloggen op Connect. In het dashboard op de site zie je nu dat je toestel met het VPN-netwerk is verbonden.

Wil je apparaten van andere gebruikers tijdelijk toegang geven tot je VPN-netwerk zonder je eigen inloggegevens te delen, ga dan naar het dashboard op de site en open Users. Klik op Invite external users en vul het e-mailadres van de ontvanger in. Standaard wordt deze als Member toegevoegd, maar je kunt bijvoorbeeld ook Admin selecteren.

Let op: Heb je jezelf via een Google-account aangemeld, dan moet het e-mailadres van de ontvanger ook aan een Google-account gekoppeld zijn om zich hiermee te kunnen aanmelden. De ontvanger hoeft enkel de link in het e-mailbericht te openen, Tailscale te downloaden, zich met dit e-mailadres aan te melden en zijn apparaat aan het VPN-netwerk te koppelen.

Je kunt ook anderen uitnodigen om zich met je Tailscale-netwerk te verbinden.

10 Overdracht met Tailscale

Stel nu dat je op je apparaat een server op poort 8080 hebt draaien (zoals Abyss Webserver), dan kun je deze via Tailscale voortaan makkelijk extern bereiken. Vul in je browser het Tailscale ip-adres van dat apparaat in, gevolgd door het poortnummer, bijvoorbeeld 100.66.72.65:8080. Alle datatransfers van en naar die server verlopen nu veilig binnen de VPN-tunnel van Tailscale.

Via het Tailscale VPN-netwerk is onze server nu ook van buitenaf bereikbaar.

Watch on YouTube
▼ Volgende artikel
Hoe kies je de beste inbouw-magnetron?
© v74
Huis

Hoe kies je de beste inbouw-magnetron?

Een inbouw-magnetron is ideaal als je op zoek bent naar een vaste plek voor je magnetron in een strakke, opgeruimde keuken. Maar hoe weet je welke je moet kiezen? De opties zijn uitgebreid: van compacte solo-magnetrons tot volwaardige combi-magnetrons met stoomfunctie. In dit artikel lees je waar je op moet letten zodat je een model vindt dat past bij jouw keuken én bij de manier waarop je kookt!

Dit is belangrijk bij het kiezen van een inbouw-magnetron
  • Nishoogte, nisbreedte en nisdiepte
  • Solo-magnetron of combi-magnetron?
  • Bediening: draaiknop of touch?
  • Aansluitingen ventilatie

Meten = weten

Een inbouw-magnetron moet precies passen in de nis van je keukenmeubel. Daarom is het belangrijk om goed naar de afmetingen te kijken. Fabrikanten vermelden altijd de benodigde nishoogte, nisbreedte en nisdiepte in de specificaties. De standaard nishoogtes zijn meestal 38 cm of 45 cm. Sommige modellen zijn hoger, maar dan gaat het vaak om combi-ovens of apparaten met extra functies.

De nisbreedte is vrijwel altijd 56 cm. 60 cm komt ook voor, maar dat is eigenlijk meer geschikt voor een volledige oven dan voor een inbouw-magnetron. De nisdiepte varieert tussen de 55 en 58 cm. Meet de beschikbare ruimte goed op, inclusief de diepte van de achterwand en eventuele obstakels zoals elektriciteitsleidingen. Zit er een plint of deur onder? Controleer dan ook of de klep van de magnetron volledig open kan. Hieronder lees je nog wat meer over de afmetingen.

Nishoogte, nisbreedte en nisdiepte: dit zijn de gangbare maten

✅ Nishoogte 38 cm (ca. 380 mm): gangbare maat voor solo-magnetrons. Wordt vaak ingebouwd boven een oven of in een hoge kast. 45 cm (ca. 450 mm): gebruikelijk voor combi-magnetrons. Deze hoogte heb je nodig als je naast de gewone magnetronfuncties (ontdooien/opwarmen) ook wilt grillen of met hetelucht wilt bakken. 60 cm (ca. 590 mm): deze hoogte heb je nodig voor een volwaardige oven met magnetronfunctie. Let op: de magnetronfunctie werkt meestal minder krachtig dan bij een echte magnetron. ✅ Nisbreedte 56 cm (meestal 560 mm nismaat) is standaard. De frontbreedte van het apparaat is dan vaak rond de 595 mm, zodat het mooi aansluit op de omliggende kastfronten. ✅ Nisdiepte 55 tot 56 cm is standaard bij een diepe kast. Sommige apparaten passen al vanaf 50 cm diepte, vooral als de stekker naar beneden kan worden weggewerkt.

©RossandHelen

Solo of combi: welk type magnetron heb je nodig?

Een solo-magnetron gebruik je voor het opwarmen van voedsel, het ontdooien van diepvriesproducten of het bereiden van eenvoudige gerechten. Dit type magnetrons is eenvoudig in gebruik, vaak goedkoper en verbruikt minder stroom. Gebruik je de ovenfunctie nauwelijks, dan is dit een logische keuze.

Een combi-magnetron combineert de magnetronfunctie met een heteluchtoven. Je kunt er dus ook pizza's, taarten of ovenschotels in maken. Sommige combi-magnetrons hebben zelfs een grillstand of een stoomfunctie , waardoor je meerdere keukenapparaten kunt vervangen door één toestel. Houd er wel rekening mee dat een combi-magnetron doorgaans iets duurder is en iets langer nodig heeft om voor te verwarmen dan een volwaardige oven.

Voorbeeld: kook je veel met verse groenten en vis, dan is een model met stoomfunctie interessant. Warm je vooral soep en kant-en-klaarmaaltijden op, dan is een solo-magnetron vaak meer dan voldoende.

Bediening: draaiknop of touch?

Het gebruiksgemak verschilt per model. Traditionele modellen hebben vaak draaiknoppen: één voor het vermogen, één voor de tijd. Simpel en overzichtelijk, vooral geschikt als je de magnetron hoofdzakelijk gebruikt voor opwarmen en ontdooien.

Moderne inbouw-magnetrons zijn vaak uitgerust met touchbediening of zelfs een touchscreen. Je selecteert dan via het display het programma, de temperatuur of het gewicht. Sommige modellen hebben automatische programma's die zelf de bereidingstijd en het vermogen aanpassen. Handig, maar soms ook wat omslachtiger bij simpele taken.

Tip: probeer in een winkel of showroom hoe intuïtief het menu aanvoelt. Kies een bediening die past bij hoe jij graag kookt.

©Tom Baker | tab62

Let op de aansluiting en ventilatie

Een inbouw-magnetron werkt op een standaard stopcontact (230 volt), maar let goed op het vermogen. Sommige combi-modellen hebben een hoger piekverbruik; zorg dat de groep waarop je het aansluit dit aankan. Kijk ook waar de stekker zit: die moet je kwijt kunnen achter het meubel of via een uitsparing in de achterwand.

Daarnaast is ventilatie belangrijk. Tijdens het gebruik komt warmte vrij. In de handleiding van het apparaat staan minimale ventilatieruimtes aangegeven, bijvoorbeeld 2 cm boven en 5 cm achter. Houd je je daar niet aan, dan kan de magnetron oververhit raken of minder lang meegaan. Zit er al een oven onder of boven de plek waar je de magnetron wilt inbouwen? Controleer dan of de gecombineerde warmteafvoer goed geregeld is.

Praktische keuzehulp

Stel jezelf de volgende vragen voor je een keuze maakt:

☐ Waar komt de magnetron precies? In een hoge kast, boven een oven of op ooghoogte?
☐ Gebruik je nu vooral de magnetronfunctie of bak je ook regelmatig in de oven?
☐ Heb je al een aparte oven? Dan heb je vaak voldoende aan een solo-magnetron
☐ Wil je kunnen grillen of stomen?
☐ Wil je eenvoudige bediening of juist veel automatische programma's?
☐ Komt de magnetron in een bestaande nis of kastenwand, of wordt de keuken nog gebouwd?

Een voorbeeld: stel, je woont alleen, kookt snel en gebruikt de oven amper. Dan is een solo-magnetron van 38 cm hoog met draaiknoppen prima. Heb je een gezin, kook je gevarieerd en wil je ruimte besparen? Dan is een combi van 45 cm met grill en stoomfunctie een betere match.

Conclusie

Een inbouw-magnetron kiezen begint bij de afmetingen, maar gaat vooral over hoe jij kookt. Warm je snel iets op, dan is een eenvoudige solo-magnetron vaak genoeg. Bak je graag of heb je weinig ruimte, dan loont het om te investeren in een goede combi-magnetron. Let altijd op de inbouwmaten, ventilatie en bediening. Zo voorkom je verrassingen en haal je het meeste uit je keuken.