ID.nl logo
Met Pi-hole kun je weer veilig de digitale snelweg op
© chaylek - stock.adobe.com
Huis

Met Pi-hole kun je weer veilig de digitale snelweg op

Ben je helemaal klaar met de advertenties op alle websites en voel je je ongemakkelijk door sluwe phishing-sites? Probeer dan een tool zoals Pi-hole, waarmee je al deze ellende buiten je thuisnetwerk houdt. Het vergt enig installatiewerk, maar het is wel geheel gratis.

In dit artikel leren we je hoe je Pi-hole kunt installeren en instellen, zodat je online geen last meer hebt van advertenties en websites die mogelijk jouw gegevens willen stelen.

  • WSL of Docker installeren
  • IP-adres en DNS-server configureren
  • Blacklists maken

Ook interessant: Mijn data zijn gelekt, wat nu?

Pi-hole is een DNS-filter (Domain Name Service) dat webadressen filtert voordat ze worden geladen in je browser. Het maakt gebruik van blokkeerlijsten, ook wel blacklists (of adlists) genoemd, om te controleren of het domein van een webadres op de lijst staat. Als dat het geval is, wordt het DNS-verzoek geannuleerd en zie je de webpagina of advertentie niet. Dit zorgt ervoor dat ongewenste inhoud wordt geblokkeerd en webpagina’s sneller laden, zonder die overtollige elementen.

Hoewel Pi-hole oorspronkelijk bedoeld was voor installatie op een Raspberry Pi, is het ook mogelijk om het op andere systemen en apparaten te installeren, zoals Linux, macOS, Windows, als virtuele machine of op een NAS.

In deze workshop richten we ons op de installatie van Pi-hole op een Windows-machine. We bekijken twee opties binnen Windows: installatie via WSL en met behulp van Docker. We laten je ook zien hoe je Pi-hole kunt configureren voor je volledige thuisnetwerk. We raden we je wel aan deze installatie eerst uit te proberen op een testtoestel of (beter nog) hiervoor een extra toestel te gebruiken.

WSL-script

Voor de installatie van Pi-hole op WSL (Windows Subsysteem voor Linux) gaan we ervan uit dat je een bijgewerkte versie van Windows 10 of 11 hebt. Om WSL te activeren, hoef je alleen de Opdrachtprompt als administrator te openen en het commando wsl --install uit te voeren. Na afloop moet je je machine herstarten. Op deze manier wordt standaard ook Ubuntu geïnstalleerd.

Nu is het tijd om Pi-hole binnen deze Linux-omgeving te installeren. Je kunt dit handmatig doen, maar we maken het onszelf gemakkelijk door een kant-en-klaar installatiescript te gebruiken. We hebben dit succesvol uitgevoerd op een wat oudere computer met Windows 10 versie 22H2.

Je vindt het script op GitHub. Klik op de groene knop Code en kies Download ZIP om het ziparchief te downloaden. Pak het zipbestand uit naar een lege map. In die map vind je het bestand PH4WSL1.cmd. Dit is het batchscript dat alle benodigde onderdelen zal activeren, downloaden, installeren en configureren. Je kunt het bestand eerst bekijken met een eenvoudige teksteditor zoals Kladblok. Om het script uit te voeren, klik je met de rechtermuisknop op het bestand en kies je Als administrator uitvoeren. Mogelijk moet je tijdelijk je antivirustool uitschakelen (zoals Windows Defender), omdat dit de installatie kan vertragen of in het ergste geval blokkeren.

De snelste manier op Pi-hole via WSL te installeren is via dit installatiescript.

WSL-installatie

Druk direct na het uitvoeren van het script op Enter om de standaard installatielocatie (C:\Program Files) te accepteren. Er wordt nu een Debian-distributie opgehaald en geïnstalleerd, gevolgd door de officiële Pi-hole-applicatie. Dit kan enkele minuten duren. Na de installatie zie je onder andere de geïnstalleerde Pi-hole-versie, in ons geval was dit versie 5.17.1. Er wordt ook gevraagd om een webadmin-wachtwoord, maar je kunt dit gewoon leeg laten door op Enter te drukken.

Vervolgens start normaal gesproken de webinterface voor het beheer van Pi-hole automatisch op. Standaard is deze te vinden op het adres http://<computernaam>/admin of op http://127.0.0.1/admin. Of je roept de interface op vanaf een ander netwerktoestel via het interne ip-adres van die machine (open de Opdrachtprompt en voer ipconfig uit om dit adres te achterhalen).

Vanaf de paragraaf ‘Configuratie ip-adres’ vertellen we je meer over hoe je Pi-hole kunt gebruiken op dit apparaat en andere apparaten, en hoe je de applicatie verder kunt configureren.

Op het einde van de uitvoer van het WSL-installatiescript zie je het versienummer van de geïnstalleerde Pi-hole.

Automatische start

Het installatiescript heeft tevens gezorgd voor de nodige uitzonderingen in de Windows Firewall en een taak aangemaakt waarmee Pi-hole automatisch wordt gestart met Windows. Het is raadzaam om deze taak aan te passen voordat je verdergaat. Open de Taakplanner van Windows en dubbelklik in de Task Scheduler-bibliotheek op de taak Pi-hole for Windows. Op het tabblad Algemeen selecteer je Uitvoeren ongeacht of de gebruiker wel of niet is aangemeld en op het tabblad Voorwaarden verwijder je het vinkje bij De taak alleen starten als de computer op netstroom werkt (indien je een laptop gebruikt). Klik op OK en voer het wachtwoord van je beheerdersaccount in. Klik op OK en sluit de Taakplanner af.

Het is ook goed om weten dat er in de installatiemap (standaard C:\Program Files\Pi-hole) verschillende cmd-bestanden staan die (uitgevoerd als administrator) allerlei beheertaken kunnen uitvoeren. De belangrijkste zijn:

  • Pi-hole System Update.cmd: om diverse componenten van Pi-hole te updaten;

  • Pi-hole Launcher.cmd: om Pi-hole handmatig op te starten;

  • Pi-hole Gravity Update.cmd: om de database van de blokkeerlijsten te updaten en consolideren;

  • Pi-hole Configuration.cmd: om Pi-hole te resetten;

  • Pi-hole Uninstall.cmd: om de installatiebestanden van Pi-hole te verwijderen.

Deze taak zorgt ervoor dat Pi-hole automatisch met Windows kan worden opgestart.

Docker-installatie

Als je de voorkeur geeft aan een andere installatiemethode, zijn er nog andere opties. Een daarvan is het installeren met behulp van een Docker-container. In tegenstelling tot een volledige virtuele machine deelt een Docker-container alleen de bronnen van de hostmachine, wat het geheel lichter maakt. Hiervoor heb je Windows 10 21H1 of Windows 11 21H2 nodig, samen met een 64bit-processor met SLAT-ondersteuning (Second Level Address Translation) en minimaal 4 GB geheugen. Daarnaast moet hardware-virtualisatie ingeschakeld zijn in je UEFI/BIOS. Raadpleeg indien nodig je systeemhandleiding.

We gaan ervan uit dat je WSL gebruikt als backend voor Docker. Dit is namelijk sneller en is zelfs vereist als je met Windows Home werkt. Zoals eerdergenoemd, activeer je WSL door de Opdrachtprompt als administrator te openen en wsl --install uit te voeren, waarna je Windows herstart.

Download nu Docker Desktop voor Windows en voer het exe-bestand uit met een dubbelklik. De installatie vereist slechts enkele muisklikken, maar kan even duren. Indien van toepassing laat je het selectievakje Install required Windows components for WSL 2 ingeschakeld. Na de installatie herstart je Windows en open je Docker Desktop als administrator. Klik in de applicatie op het tandwielpictogram en ga naar General, waar je een vinkje plaatst bij Use the WSL 2 based engine. Plaats tevens een vinkje bij Start Docker Desktop when you log in.

Bevestig de wijzigingen door op Apply & restart te klikken.

Controleer nog even enkele Docker-instellingen.

Container-installatie

Nu Docker klaar is, moet je natuurlijk nog de Pi-hole-container toevoegen. Hiervoor open je de Opdrachtprompt als administrator en voer je deze opdracht uit:

docker pull pihole/pihole

Daarna voer je het volgende commando uit:

docker run -d --name pihole -e ServerIP=<intern-ip-adres> -e WEBPASSWORD=<wachtwoord> -e TZ=Europe/Amsterdam -e DNS1=127.17.0.1 -e DNS2=1.1.1.1 -e DNS3=1.0.0.1 -p 80:80 -p 53:53/tcp -p 53:53/udp -p 443:443 --restart=unless-stopped pihole/pihole:latest

Vervang <intern-ip-adres> door het interne ip-adres van je apparaat en <wachtwoord> door het gewenste wachtwoord voor het beheer van Pi-hole. Laat DNS1 staan op 127.17.0.1. Voor DNS2 en DNS3 hebben we de DNS-servers van Cloudflare gekozen (1.1.1.1 en 1.0.0.1), maar je kunt ook andere DNS-servers instellen, zoals die van Google (bijvoorbeeld 8.8.8.8 en 8.8.4.4).

Wanneer je Docker Desktop vervolgens opstart als administrator, zie je (als alles goed is gegaan) de zojuist geïnstalleerde Pi-hole-container in het gedeelte Containers. Via de bijbehorende knop bij Actions kun je deze container op elk gewenst moment starten en stoppen. Opgestart is je Pi-hole-dashboard bereikbaar via http://<ip-adres-pi-hole/admin.

Het ophalen en installeren van de Pi-hole-container in Docker is volop aan de gang.

Configuratie ip-adres

We gaan ervan uit dat je Pi-hole inmiddels hebt geïnstalleerd, ongeacht de gekozen installatiemethode. Aangezien Pi-hole functioneert als een DNS-filter, moeten alle apparaten die hiervan gebruik willen maken, weten op welke computer Pi-hole is geïnstalleerd. Dit gebeurt via het ip-adres van de machine waarop Pi-hole draait en daarom is het raadzaam om een statisch ip-adres aan die machine toe te wijzen.

Dit kun je op routerniveau doen via DHCP-reserveringen, maar als Pi-hole op een Windows-machine draait, is het beter om dit in het besturingssysteem zelf in te stellen. Typ netwerkverbindingen in het Windows-startmenu en open Netwerkverbindingen weergeven. Klik met de rechtermuisknop op de actieve netwerkverbinding – bij voorkeur een bekabelde verbinding (Ethernet) aangezien een DNS-filter beter werkt met een bedrade verbinding. Kies Eigenschappen. We gaan ervan uit dat je met IPv4 werkt. Klik met de rechtermuisknop op Internet Protocol versie 4 (TCP/IPv4) en kies opnieuw Eigenschappen.

Selecteer Het volgende IP-adres gebruiken en vul de vereiste gegevens in: het gewenste IP-adres, het Subnetmasker (vrijwel altijd 255.255.255.0) en bij Standaardgateway het ip-adres van je router. Bij Voorkeurs-DNS-server kun je het ip-adres van de Pi-hole-machine zelf invullen (of eventueel het ip-adres van je router). Bevestig met OK en herstart je pc.

Je geeft je Pi-hole-machine het best een vast ip-adres mee.

Configuratie DNS-server

Als je slechts enkele specifieke apparaten in je DNS-filternetwerk van Pi-hole wilt laten werken, hoef je alleen het ip-adres van je Pi-hole-machine in te stellen als de DNS-server voor die apparaten. Voor Windows-machines kan dit door het adres in te vullen bij Voorkeurs-DNS-server in je actieve netwerkverbinding(en). Als Alternatieve DNS-server kun je een publieke DNS-server zoals die van Cloudflare of Google invullen, bijvoorbeeld 1.1.1.1 of 8.8.8.8.

Als je van plan bent om nagenoeg al je netwerkapparaten, zoals pc’s, tablets en smartphones, aan te sluiten op Pi-hole, kun je dit meer gecentraliseerd aanpakken via je router. Ga naar de setup-pagina van je router in een browser. Het routeradres vind je bij Standaard-gateway nadat je het commando ipconfig hebt uitgevoerd vanaf de Opdrachtprompt.

Er zijn in principe twee manieren om de verbonden clients naar het DNS-filter van Pi-hole te leiden. De eenvoudigste manier is om in een sectie zoals Settings / Internet (de exacte benaming varieert bij de verschillende merken) de Primary DNS Server in te stellen op het ip-adres van je Pi-hole-machine.

Een alternatieve optie is om de DNS-server van je Pi-hole-machine in te stellen binnen de DHCP-service van je router. Deze mogelijkheid moet natuurlijk wel beschikbaar zijn en zal enkel werken indien je netwerkapparaten een ip-adres via DHCP van je router krijgen toegewezen. Raadpleeg desnoods de handleiding bij je router.

Je kunt de DNS-server netwerkbreed instellen via de webinterface van je router.

Blokkeerlijsten

Als alles goed is, worden de DNS-verzoeken op de betreffende apparaten nu via het Pi-hole-filter geleid. Mogelijk moet je deze apparaten direct na de wijziging even opnieuw opstarten.

Je kunt de werking meteen controleren door de beheermodule van Pi-hole te openen via http://<ip-adres-pi-hole>/admin. Op het dashboard vind je onder andere enkele knoppen met het totale aantal DNS-verzoeken (queries in het Engels) en het aantal verzoeken dat geblokkeerd is door de blacklists.

Onderaan staat een lijst met de top tien van toegestane en geblokkeerde domeinen. Via deze knoppen kun je ook doorklikken naar het aantal verbonden clients en naar de specifieke verzoeken die zijn geblokkeerd.

Klik rechtsboven op Manage adlists om inzicht te krijgen in de actieve blacklists. Standaard wordt de lijst van Steven Black gebruikt, die momenteel ongeveer 200.000 domeinen blokkeert. Je kunt ook extra lijsten activeren. Er zijn verzamelsites met links naar tientallen lijsten, zoals deze en deze, van The Firebog. Een bekende lijst is bijvoorbeeld Oisd, die bijna 800.000 domeinen aan je DNS-blokkade toevoegt. Voer gewoon een of meerdere URL’s in bij Address, klik op Add en controleer of de toegevoegde lijst is ingeschakeld (Enabled). Ga na het toevoegen naar http://<ip-adres-pi-hole>/admin/gravity.php en klik op Update.

Standaard is er al een lijst in het overzicht van blacklists geactiveerd, maar je kunt ze ook zelf toevoegen.

Extra configuratie

Er zijn nog andere configuratie- en optimalisatiemogelijkheden beschikbaar via de beheermodule van Pi-hole. Als je bijvoorbeeld het onderdeel Query Log opent, zie je normaal gesproken de opgevraagde domeinen van de verschillende clients. Als je gezinsleden of collega’s dit niet prettig vinden, kun je de detaillering van deze logs aanzienlijk verminderen via Settings / Privacy. Je kunt bijvoorbeeld overschakelen van Show everything and record everything naar Anonymous mode. Je kunt ook het tabblad System openen en op Disable query logging klikken. Hier vind je ook knoppen om Pi-hole af te sluiten of te herstarten.

Interessant is ook het tabblad Teleporter bovenaan. Hier kun je je Pi-hole-configuratie back-uppen en de gemaakte back-up selectief terugzetten via de knop Restore.

We willen je ook wijzen op het onderdeel Domains in de beheermodule. Hier kun je zelf domeinen toevoegen aan de blacklist of whitelist van Pi-hole. Op het tabblad Domain voer je eenvoudig de gewenste domeinen in. Als je bekend bent met RegEx, kun je dit wellicht handiger doen vanaf het tabblad RegEx filter. Hier vind je een handige uitleg hiervoor. Je kunt ook naar het gedeelte Query Log gaan en op de knop Blacklist klikken om een specifiek domein dat in de logs verschijnt meteen naar de blacklist te sturen.

We wensen je veel plezier en vooral veel ongestoorde surfmomenten met Pi-hole!

Maak een configuratieback-up van je Pi-hole, dan is alles snel opnieuw in te stellen als er iets misgaat.

Alternatieven

Naast de besproken installatiemethoden in het artikel, kun je Pi-hole ook op een virtuele machine installeren, bijvoorbeeld met behulp van de gratis software VirtualBox. We hebben helaas niet genoeg ruimte om hier dieper op in te gaan, maar als je googelt naar pi-hole virtualbox zul je al snel handleidingen en YouTube-video’s vinden. Zorg er in ieder geval voor dat je de virtuele netwerkadapter in de instellingen van je virtuele machine instelt op Bridged adapter, zodat je virtuele Pi-hole-service gemakkelijk toegankelijk is vanuit je netwerk.

Je kunt er ook voor kiezen om Linux op een extra apparaat, zoals een oude laptop, te installeren en daarop Pi-hole te installeren. Dit hoeft niet moeilijker te zijn dan het uitvoeren van één commando:

curl -sSL https://install.pi-hole.net | bash

Op deze documentatiepagina vind je nog alternatieve installatiemethoden, waaronder het gebruik van de commando’s git en wget.

Als je een NAS hebt, is dat ook een geschikte plek om Pi-hole te installeren. Afhankelijk van het model van je NAS kun je, net als in Windows, een Docker-container gebruiken. Instructies voor bijvoorbeeld Synology kun je op deze website vinden.

Met één commando start je de installatie van Pi-hole in Linux.

 

▼ Volgende artikel
Hisense in 2025: nieuwe modellen en miniled-verbeteringen
© Eric Beeckmans | ID.nl
Huis

Hisense in 2025: nieuwe modellen en miniled-verbeteringen

Het 2025-aanbod van Hisense focust zich duidelijk op de verbetering van miniled, zo blijkt uit het persevent waar wij aanwezig waren. Lichte verbeteringen van het aantal zones en piekhelderheid zijn de grootste vernieuwingen. Bij de topmodellen is er een opmerkelijke vernieuwing met rgb-miniled, al zal dat voorlopig alleen in een extreem grote maat beschikbaar zijn.

We beginnen met een groot model. De UXQ is een schoolvoorbeeld van wat een vlaggenschip wordt genoemd. Het model is alleen beschikbaar in een 116 inch beeldmaat. Maar het is niet dat enorme formaat waarmee deze tv opvalt. De UXQ maakt gebruik van een gloednieuwe rgb-miniled-achtergrondverlichting. Daarin is elke miniled samengesteld uit een aparte rode, groene en blauwe miniled. Daardoor kan de UXQ niet alleen dimmen in enorm veel zones (een exact cijfer kregen we niet) om contrast te verbeteren, maar kan hij in die zones ook de kleuren individueel dimmen. Die aanpak heeft belangrijke voordelen.

De UXQ heeft een hogere helderheid (tot 10.000 nits), een breder kleurbereik (tot 97% Rec.2020) en efficiënter energieverbruik (tot 20% ten opzichte van qd-oled). Dat zijn bijzonder indrukwekkende getallen. Maar het mag wel duidelijk zijn dat dit toestel niet voor iedereen zal zijn. De 116 inch UXQ komt beschikbaar in de tweede helft van 2025.

Uitgebreid miniled-aanbod

Bij de miniled-modellen (te herkennen aan de vermelding miniled ULED), is er een nieuwkomer. De E8Q is nu het goedkoopste miniled-model. Hij voegt zich bij de U8Q, U7Q Pro en U7Q. Al die toestellen ondersteunen Dolby Vision IQ en HDR10+ Adaptive. Voor het eerst zijn er modellen met vier HDMI 2.1-poorten (de UXQ en de U7Q Pro). Verversingssnelheden gaan tot 165Hz (vanaf de U7Q Pro) en er is ondersteuning voor FreeSync Premium (vanaf de E8Q). Grote modellen winnen aan populariteit en Hisense komt om die reden met een ruim aanbod van tv's van 100 inch. Zowel de U8Q, U7Q Pro, U7Q en E7Q Pro zijn beschikbaar in die maat.

U8Q: heldere topper

De U8Q was helaas nog niet te zien op het Hisense-event, maar het toestel belooft in elk geval topprestaties. Deze miniled QLED-tv zal tot 5.000 nits piekhelderheid leveren; dat is een stevige upgrade tegenover de 3000 nits van vorig jaar. De achtergrondverlichting is onderverdeeld in 1000 tot 6000 zones. De tv is uitgerust met een Anti-Reflection Pro-laag en gebruikt een 4.1.2-kanaals audioconfiguratie. Het toestel beschikt over slechts drie HDMI 2.1-poorten die allemaal tot 4K165Hz aankunnen. De vierde HDMI-poort is vervangen door een usb-c-poort waar een DisplayPort-signaal doorheen kan lopen, erg handig voor moderne laptops. Het is voor het eerst dat we dit op een tv terugzien.  De Hisense U8Q is beschikbaar in 100, 85, 75, 65 en 55 inch.

U7Q Pro: premium middenklasse

De U7Q Pro moet het focusmodel van Hisense worden. De miniled QLED-tv is beschikbaar in 100, 85, 75, 65 en 55 inch. Met 300 tot 1000 zones in de achtergrondverlichting en een piekhelderheid van 2000 nits biedt ook dit model een stevige upgrade tegenover de voorganger. Voor gamers is deze televisie uitgerust met vier HDMI 2.1-poorten die tot 4K165Hz aankunnen. Een anti-reflectie-laag moet de contrastprestaties bij omgevingslicht verbeteren.

©Eric Beeckmans | ID.nl

U7Q: mainstream model in veel maten

Vorig jaar was de U6N het instap miniled-model; die plaats is nu ingenomen door de E8Q. De U6N kreeg een upgrade en is nu de U7Q. Samen met de U7Q Pro is dit een focusmodel voor Hisense. De miniled achtergrondverlichting gebruikt 100 - 600 zones, en levert een piekhelderheid tot 1.000 nits. Daarmee lijkt het prima uitgerust voor betaalbaar filmplezier. Er zijn vier HDMI-poorten waarvan twee HDMI 2.1 met een 48-144Hz refreshrate en ondersteuning voor AMD FreeSync Premium. De U7Q is beschikbaar in 100, 85, 75, 65, 55 en 50 inch.

©Eric Beeckmans | ID.nl

E8Q: de goedkoopste miniled

Een nieuw model dat ook mikt op gamers, maar dat wel een miniled QLED-achtergrondverlichting biedt met rond de 120 tot 240 zones. De maximale helderheid bedraagt 600 nits, en hij beschikt over vier HDMI-poorten waarvan twee HDMI 2.1 met een 48-144Hz refreshrate en ondersteuning voor AMD FreeSync Premium. De E8Q is beschikbaar in 75, 65 en 55 inch.

©Eric Beeckmans | ID.nl

E7Q Pro: instapper voor gamers

Met dit model hoopt Hisense gamers te verleiden. De E7N Pro gebruikt een Full Array QLED achtergrondverlichting  en beschikt over vier HDMI-poorten waarvan twee HDMI 2.1 met een 48-144Hz refreshrate. De E7Q Pro is beschikbaar in 100, 85, 75, 65 en 55 inch.

©Eric Beeckmans | ID.nl

TV als kunst: S7NQ Canvas TV

Hisense mikt net als Samsung en TCL op mensen die de tv willen laten dubbelen als kunstwerk. De S7NQ Canvas TV is enkel beschikbaar in 55 inch en werd vorig jaar in het najaar geïntroduceerd. Het toestel gebruikt een edge-led QLED-achtergrondverlichting die tot 400 nits levert, heeft een 144Hz refreshrate en een mat scherm om reflecties te weren. De omlijsting is beschikbaar in drie kleuren (wit, licht hout en donker hout).

©Eric Beeckmans | ID.nl

Het smart tv-platform: VIDAA U9

VIDAA U heeft, net als de andere smart tv-platformen, een relatief stabiele vorm bereikt. Er is voor versie 9 wat gesleuteld aan de lay-out. Zo staat de rij met persoonlijke aanbevelingen nu bovenaan, met op de eerste plaats de meest recente bron. De favoriete apps staan eronder, met daar op de eerste plaats de ingangen. Zodra je het pictogram van de ingangen selecteert, verschijnen de mogelijke keuzes onderaan.

©Eric Beeckmans | ID.nl

Selecteer je een app, dan zie je aanbevelingen uit die app. Verder is er in de navigatiebalk links een sectie voor games en een voor kindercontent bijgekomen. De selectie lokale apps is wat verder uitgebreid. Zo is de app voor Tv Vlaanderen/Canal Digitaal er bijgekomen en voor België is alvast Streamz en VTM Go bevestigd. Voor een volledige lijst is het wachten op de eerste testen.  VIDAA U heeft nu ook MultiView toegevoegd waarbij je twee bronnen tegelijk op het scherm zet.

©Eric Beeckmans | ID.nl

▼ Volgende artikel
Overzichtelijke teksten: zo voeg je kop- en voetteksten toe
© Andreas Prott - stock.adobe.com
Huis

Overzichtelijke teksten: zo voeg je kop- en voetteksten toe

Met kop- en voetteksten in Microsoft Word zorg je ervoor dat de lezer de draad niet kwijtraakt in de structuur van lange teksten. Ze bevatten doorgaans belangrijke informatie, zoals de paginanummering, de naam van de auteur en de titel van een hoofdstuk. Ook kun je telkens een andere kop- en/of voettekst instellen voor ieder hoofdstuk.

In dit artikel laten we zien hoe je in drie stappen kop- en/of voetteksten aan je document kunt toevoegen:

  • Eerst plaats je eindemarkeringen (sectie-einden)
  • Vervolgens voeg je kop-/voetteksten toe

Lees ook: Kop- en voettekst in Excel stel je zo in

Eindemarkeringen plaatsen

Om delen van een tekst een andere indeling te geven, gebruik je secties. Op die manier kun je bijvoorbeeld zorgen dat pagina 1 tot 5 uit doorlopende tekst bestaat, maar dat daarna de tekst in twee kolommen moet verschijnen. Secties zijn ook de manier om verschillende kop- en voetteksten in hetzelfde document toe te passen. Denk aan een document dat bestaat uit een inleiding en vijf hoofdstukken. Elk hoofdstuk willen we van aparte koptekst voorzien. Plaats de muisaanwijzer voor het eerste hoofdstuk en voeg een sectie-einde toe. Via het tabblad Indeling en de knop Eindemarkeringen plaats je een sectie-einde, namelijk een Pagina-einde.

Plaats een sectie-einde van het type Pagina-einde.

Eindemarkeringen controleren

Je kunt die sectie-einden beter zien door te klikken op de knop Alles weergeven in het tabblad Start. Deze knop noemt men vaak ook 'onzichtbare tekens'. Je roept deze functie nog gemakkelijker op met Ctrl+Shift+8. Ook bij de volgende hoofdstukken voeg je op dezelfde manier telkens een sectie-einde van het type Volgende pagina toe. Daarbij kun je ook de F4-toets gebruiken. Deze combinatie herhaalt telkens de laatste handeling. Dat gaat dus een stuk sneller.

Door de onzichtbare tekens weer te geven, worden de eindemarkeringen zichtbaar.

Kop- en voetteksten toevoegen

Wanneer je alle sectie-einden hebt toegevoegd, kun je de kopteksten aanbrengen. Op de eerste pagina dubbelklik je op de koptekst. Het tabblad Kop- en voettekst verschijnt dan. In het label lees je dat dit Koptekst (Sectie 1) is. Als je wilt dat de eerste pagina geen koptekst mag hebben, dan zet je een vinkje bij Eerste pagina afwijkend. Met de knop Volgend ga je naar de volgende koptekst. Op die manier kun je telkens een andere tekst invullen als koptekst. Dit werkt trouwens hetzelfde bij voetteksten. Wanneer de knop Aan vorige koppelen actief is, wordt deze koptekst dezelfde als de vorige sectie. Als je dat niet wilt, moet je deze optie uitschakelen. Als je nu door het document gaat, zul je zien dat er verschillende kopteksten staan.

Voeg de nieuwe inhoud aan de kopteksten toe.