ID.nl logo
Met Pi-hole kun je weer veilig de digitale snelweg op
© chaylek - stock.adobe.com
Huis

Met Pi-hole kun je weer veilig de digitale snelweg op

Ben je helemaal klaar met de advertenties op alle websites en voel je je ongemakkelijk door sluwe phishing-sites? Probeer dan een tool zoals Pi-hole, waarmee je al deze ellende buiten je thuisnetwerk houdt. Het vergt enig installatiewerk, maar het is wel geheel gratis.

In dit artikel leren we je hoe je Pi-hole kunt installeren en instellen, zodat je online geen last meer hebt van advertenties en websites die mogelijk jouw gegevens willen stelen.

  • WSL of Docker installeren
  • IP-adres en DNS-server configureren
  • Blacklists maken

Ook interessant: Mijn data zijn gelekt, wat nu?

Pi-hole is een DNS-filter (Domain Name Service) dat webadressen filtert voordat ze worden geladen in je browser. Het maakt gebruik van blokkeerlijsten, ook wel blacklists (of adlists) genoemd, om te controleren of het domein van een webadres op de lijst staat. Als dat het geval is, wordt het DNS-verzoek geannuleerd en zie je de webpagina of advertentie niet. Dit zorgt ervoor dat ongewenste inhoud wordt geblokkeerd en webpagina’s sneller laden, zonder die overtollige elementen.

Hoewel Pi-hole oorspronkelijk bedoeld was voor installatie op een Raspberry Pi, is het ook mogelijk om het op andere systemen en apparaten te installeren, zoals Linux, macOS, Windows, als virtuele machine of op een NAS.

In deze workshop richten we ons op de installatie van Pi-hole op een Windows-machine. We bekijken twee opties binnen Windows: installatie via WSL en met behulp van Docker. We laten je ook zien hoe je Pi-hole kunt configureren voor je volledige thuisnetwerk. We raden we je wel aan deze installatie eerst uit te proberen op een testtoestel of (beter nog) hiervoor een extra toestel te gebruiken.

WSL-script

Voor de installatie van Pi-hole op WSL (Windows Subsysteem voor Linux) gaan we ervan uit dat je een bijgewerkte versie van Windows 10 of 11 hebt. Om WSL te activeren, hoef je alleen de Opdrachtprompt als administrator te openen en het commando wsl --install uit te voeren. Na afloop moet je je machine herstarten. Op deze manier wordt standaard ook Ubuntu geïnstalleerd.

Nu is het tijd om Pi-hole binnen deze Linux-omgeving te installeren. Je kunt dit handmatig doen, maar we maken het onszelf gemakkelijk door een kant-en-klaar installatiescript te gebruiken. We hebben dit succesvol uitgevoerd op een wat oudere computer met Windows 10 versie 22H2.

Je vindt het script op GitHub. Klik op de groene knop Code en kies Download ZIP om het ziparchief te downloaden. Pak het zipbestand uit naar een lege map. In die map vind je het bestand PH4WSL1.cmd. Dit is het batchscript dat alle benodigde onderdelen zal activeren, downloaden, installeren en configureren. Je kunt het bestand eerst bekijken met een eenvoudige teksteditor zoals Kladblok. Om het script uit te voeren, klik je met de rechtermuisknop op het bestand en kies je Als administrator uitvoeren. Mogelijk moet je tijdelijk je antivirustool uitschakelen (zoals Windows Defender), omdat dit de installatie kan vertragen of in het ergste geval blokkeren.

De snelste manier op Pi-hole via WSL te installeren is via dit installatiescript.

WSL-installatie

Druk direct na het uitvoeren van het script op Enter om de standaard installatielocatie (C:\Program Files) te accepteren. Er wordt nu een Debian-distributie opgehaald en geïnstalleerd, gevolgd door de officiële Pi-hole-applicatie. Dit kan enkele minuten duren. Na de installatie zie je onder andere de geïnstalleerde Pi-hole-versie, in ons geval was dit versie 5.17.1. Er wordt ook gevraagd om een webadmin-wachtwoord, maar je kunt dit gewoon leeg laten door op Enter te drukken.

Vervolgens start normaal gesproken de webinterface voor het beheer van Pi-hole automatisch op. Standaard is deze te vinden op het adres http://<computernaam>/admin of op http://127.0.0.1/admin. Of je roept de interface op vanaf een ander netwerktoestel via het interne ip-adres van die machine (open de Opdrachtprompt en voer ipconfig uit om dit adres te achterhalen).

Vanaf de paragraaf ‘Configuratie ip-adres’ vertellen we je meer over hoe je Pi-hole kunt gebruiken op dit apparaat en andere apparaten, en hoe je de applicatie verder kunt configureren.

Op het einde van de uitvoer van het WSL-installatiescript zie je het versienummer van de geïnstalleerde Pi-hole.

Automatische start

Het installatiescript heeft tevens gezorgd voor de nodige uitzonderingen in de Windows Firewall en een taak aangemaakt waarmee Pi-hole automatisch wordt gestart met Windows. Het is raadzaam om deze taak aan te passen voordat je verdergaat. Open de Taakplanner van Windows en dubbelklik in de Task Scheduler-bibliotheek op de taak Pi-hole for Windows. Op het tabblad Algemeen selecteer je Uitvoeren ongeacht of de gebruiker wel of niet is aangemeld en op het tabblad Voorwaarden verwijder je het vinkje bij De taak alleen starten als de computer op netstroom werkt (indien je een laptop gebruikt). Klik op OK en voer het wachtwoord van je beheerdersaccount in. Klik op OK en sluit de Taakplanner af.

Het is ook goed om weten dat er in de installatiemap (standaard C:\Program Files\Pi-hole) verschillende cmd-bestanden staan die (uitgevoerd als administrator) allerlei beheertaken kunnen uitvoeren. De belangrijkste zijn:

  • Pi-hole System Update.cmd: om diverse componenten van Pi-hole te updaten;

  • Pi-hole Launcher.cmd: om Pi-hole handmatig op te starten;

  • Pi-hole Gravity Update.cmd: om de database van de blokkeerlijsten te updaten en consolideren;

  • Pi-hole Configuration.cmd: om Pi-hole te resetten;

  • Pi-hole Uninstall.cmd: om de installatiebestanden van Pi-hole te verwijderen.

Deze taak zorgt ervoor dat Pi-hole automatisch met Windows kan worden opgestart.

Docker-installatie

Als je de voorkeur geeft aan een andere installatiemethode, zijn er nog andere opties. Een daarvan is het installeren met behulp van een Docker-container. In tegenstelling tot een volledige virtuele machine deelt een Docker-container alleen de bronnen van de hostmachine, wat het geheel lichter maakt. Hiervoor heb je Windows 10 21H1 of Windows 11 21H2 nodig, samen met een 64bit-processor met SLAT-ondersteuning (Second Level Address Translation) en minimaal 4 GB geheugen. Daarnaast moet hardware-virtualisatie ingeschakeld zijn in je UEFI/BIOS. Raadpleeg indien nodig je systeemhandleiding.

We gaan ervan uit dat je WSL gebruikt als backend voor Docker. Dit is namelijk sneller en is zelfs vereist als je met Windows Home werkt. Zoals eerdergenoemd, activeer je WSL door de Opdrachtprompt als administrator te openen en wsl --install uit te voeren, waarna je Windows herstart.

Download nu Docker Desktop voor Windows en voer het exe-bestand uit met een dubbelklik. De installatie vereist slechts enkele muisklikken, maar kan even duren. Indien van toepassing laat je het selectievakje Install required Windows components for WSL 2 ingeschakeld. Na de installatie herstart je Windows en open je Docker Desktop als administrator. Klik in de applicatie op het tandwielpictogram en ga naar General, waar je een vinkje plaatst bij Use the WSL 2 based engine. Plaats tevens een vinkje bij Start Docker Desktop when you log in.

Bevestig de wijzigingen door op Apply & restart te klikken.

Controleer nog even enkele Docker-instellingen.

Container-installatie

Nu Docker klaar is, moet je natuurlijk nog de Pi-hole-container toevoegen. Hiervoor open je de Opdrachtprompt als administrator en voer je deze opdracht uit:

docker pull pihole/pihole

Daarna voer je het volgende commando uit:

docker run -d --name pihole -e ServerIP=<intern-ip-adres> -e WEBPASSWORD=<wachtwoord> -e TZ=Europe/Amsterdam -e DNS1=127.17.0.1 -e DNS2=1.1.1.1 -e DNS3=1.0.0.1 -p 80:80 -p 53:53/tcp -p 53:53/udp -p 443:443 --restart=unless-stopped pihole/pihole:latest

Vervang <intern-ip-adres> door het interne ip-adres van je apparaat en <wachtwoord> door het gewenste wachtwoord voor het beheer van Pi-hole. Laat DNS1 staan op 127.17.0.1. Voor DNS2 en DNS3 hebben we de DNS-servers van Cloudflare gekozen (1.1.1.1 en 1.0.0.1), maar je kunt ook andere DNS-servers instellen, zoals die van Google (bijvoorbeeld 8.8.8.8 en 8.8.4.4).

Wanneer je Docker Desktop vervolgens opstart als administrator, zie je (als alles goed is gegaan) de zojuist geïnstalleerde Pi-hole-container in het gedeelte Containers. Via de bijbehorende knop bij Actions kun je deze container op elk gewenst moment starten en stoppen. Opgestart is je Pi-hole-dashboard bereikbaar via http://<ip-adres-pi-hole/admin.

Het ophalen en installeren van de Pi-hole-container in Docker is volop aan de gang.

Configuratie ip-adres

We gaan ervan uit dat je Pi-hole inmiddels hebt geïnstalleerd, ongeacht de gekozen installatiemethode. Aangezien Pi-hole functioneert als een DNS-filter, moeten alle apparaten die hiervan gebruik willen maken, weten op welke computer Pi-hole is geïnstalleerd. Dit gebeurt via het ip-adres van de machine waarop Pi-hole draait en daarom is het raadzaam om een statisch ip-adres aan die machine toe te wijzen.

Dit kun je op routerniveau doen via DHCP-reserveringen, maar als Pi-hole op een Windows-machine draait, is het beter om dit in het besturingssysteem zelf in te stellen. Typ netwerkverbindingen in het Windows-startmenu en open Netwerkverbindingen weergeven. Klik met de rechtermuisknop op de actieve netwerkverbinding – bij voorkeur een bekabelde verbinding (Ethernet) aangezien een DNS-filter beter werkt met een bedrade verbinding. Kies Eigenschappen. We gaan ervan uit dat je met IPv4 werkt. Klik met de rechtermuisknop op Internet Protocol versie 4 (TCP/IPv4) en kies opnieuw Eigenschappen.

Selecteer Het volgende IP-adres gebruiken en vul de vereiste gegevens in: het gewenste IP-adres, het Subnetmasker (vrijwel altijd 255.255.255.0) en bij Standaardgateway het ip-adres van je router. Bij Voorkeurs-DNS-server kun je het ip-adres van de Pi-hole-machine zelf invullen (of eventueel het ip-adres van je router). Bevestig met OK en herstart je pc.

Je geeft je Pi-hole-machine het best een vast ip-adres mee.

Configuratie DNS-server

Als je slechts enkele specifieke apparaten in je DNS-filternetwerk van Pi-hole wilt laten werken, hoef je alleen het ip-adres van je Pi-hole-machine in te stellen als de DNS-server voor die apparaten. Voor Windows-machines kan dit door het adres in te vullen bij Voorkeurs-DNS-server in je actieve netwerkverbinding(en). Als Alternatieve DNS-server kun je een publieke DNS-server zoals die van Cloudflare of Google invullen, bijvoorbeeld 1.1.1.1 of 8.8.8.8.

Als je van plan bent om nagenoeg al je netwerkapparaten, zoals pc’s, tablets en smartphones, aan te sluiten op Pi-hole, kun je dit meer gecentraliseerd aanpakken via je router. Ga naar de setup-pagina van je router in een browser. Het routeradres vind je bij Standaard-gateway nadat je het commando ipconfig hebt uitgevoerd vanaf de Opdrachtprompt.

Er zijn in principe twee manieren om de verbonden clients naar het DNS-filter van Pi-hole te leiden. De eenvoudigste manier is om in een sectie zoals Settings / Internet (de exacte benaming varieert bij de verschillende merken) de Primary DNS Server in te stellen op het ip-adres van je Pi-hole-machine.

Een alternatieve optie is om de DNS-server van je Pi-hole-machine in te stellen binnen de DHCP-service van je router. Deze mogelijkheid moet natuurlijk wel beschikbaar zijn en zal enkel werken indien je netwerkapparaten een ip-adres via DHCP van je router krijgen toegewezen. Raadpleeg desnoods de handleiding bij je router.

Je kunt de DNS-server netwerkbreed instellen via de webinterface van je router.

Blokkeerlijsten

Als alles goed is, worden de DNS-verzoeken op de betreffende apparaten nu via het Pi-hole-filter geleid. Mogelijk moet je deze apparaten direct na de wijziging even opnieuw opstarten.

Je kunt de werking meteen controleren door de beheermodule van Pi-hole te openen via http://<ip-adres-pi-hole>/admin. Op het dashboard vind je onder andere enkele knoppen met het totale aantal DNS-verzoeken (queries in het Engels) en het aantal verzoeken dat geblokkeerd is door de blacklists.

Onderaan staat een lijst met de top tien van toegestane en geblokkeerde domeinen. Via deze knoppen kun je ook doorklikken naar het aantal verbonden clients en naar de specifieke verzoeken die zijn geblokkeerd.

Klik rechtsboven op Manage adlists om inzicht te krijgen in de actieve blacklists. Standaard wordt de lijst van Steven Black gebruikt, die momenteel ongeveer 200.000 domeinen blokkeert. Je kunt ook extra lijsten activeren. Er zijn verzamelsites met links naar tientallen lijsten, zoals deze en deze, van The Firebog. Een bekende lijst is bijvoorbeeld Oisd, die bijna 800.000 domeinen aan je DNS-blokkade toevoegt. Voer gewoon een of meerdere URL’s in bij Address, klik op Add en controleer of de toegevoegde lijst is ingeschakeld (Enabled). Ga na het toevoegen naar http://<ip-adres-pi-hole>/admin/gravity.php en klik op Update.

Standaard is er al een lijst in het overzicht van blacklists geactiveerd, maar je kunt ze ook zelf toevoegen.

Extra configuratie

Er zijn nog andere configuratie- en optimalisatiemogelijkheden beschikbaar via de beheermodule van Pi-hole. Als je bijvoorbeeld het onderdeel Query Log opent, zie je normaal gesproken de opgevraagde domeinen van de verschillende clients. Als je gezinsleden of collega’s dit niet prettig vinden, kun je de detaillering van deze logs aanzienlijk verminderen via Settings / Privacy. Je kunt bijvoorbeeld overschakelen van Show everything and record everything naar Anonymous mode. Je kunt ook het tabblad System openen en op Disable query logging klikken. Hier vind je ook knoppen om Pi-hole af te sluiten of te herstarten.

Interessant is ook het tabblad Teleporter bovenaan. Hier kun je je Pi-hole-configuratie back-uppen en de gemaakte back-up selectief terugzetten via de knop Restore.

We willen je ook wijzen op het onderdeel Domains in de beheermodule. Hier kun je zelf domeinen toevoegen aan de blacklist of whitelist van Pi-hole. Op het tabblad Domain voer je eenvoudig de gewenste domeinen in. Als je bekend bent met RegEx, kun je dit wellicht handiger doen vanaf het tabblad RegEx filter. Hier vind je een handige uitleg hiervoor. Je kunt ook naar het gedeelte Query Log gaan en op de knop Blacklist klikken om een specifiek domein dat in de logs verschijnt meteen naar de blacklist te sturen.

We wensen je veel plezier en vooral veel ongestoorde surfmomenten met Pi-hole!

Maak een configuratieback-up van je Pi-hole, dan is alles snel opnieuw in te stellen als er iets misgaat.

Alternatieven

Naast de besproken installatiemethoden in het artikel, kun je Pi-hole ook op een virtuele machine installeren, bijvoorbeeld met behulp van de gratis software VirtualBox. We hebben helaas niet genoeg ruimte om hier dieper op in te gaan, maar als je googelt naar pi-hole virtualbox zul je al snel handleidingen en YouTube-video’s vinden. Zorg er in ieder geval voor dat je de virtuele netwerkadapter in de instellingen van je virtuele machine instelt op Bridged adapter, zodat je virtuele Pi-hole-service gemakkelijk toegankelijk is vanuit je netwerk.

Je kunt er ook voor kiezen om Linux op een extra apparaat, zoals een oude laptop, te installeren en daarop Pi-hole te installeren. Dit hoeft niet moeilijker te zijn dan het uitvoeren van één commando:

curl -sSL https://install.pi-hole.net | bash

Op deze documentatiepagina vind je nog alternatieve installatiemethoden, waaronder het gebruik van de commando’s git en wget.

Als je een NAS hebt, is dat ook een geschikte plek om Pi-hole te installeren. Afhankelijk van het model van je NAS kun je, net als in Windows, een Docker-container gebruiken. Instructies voor bijvoorbeeld Synology kun je op deze website vinden.

Met één commando start je de installatie van Pi-hole in Linux.

 

▼ Volgende artikel
De juiste geheugenkaart kiezen: zo schiet je nooit meer mis
© DragonImages
Huis

De juiste geheugenkaart kiezen: zo schiet je nooit meer mis

Je staat klaar om een foto te maken. Alles klopt: het licht, het moment, je onderwerp. En dan... kaart vol. Of erger: je camera herkent 'm niet eens. Het kiezen van de juiste geheugenkaart is dus heel belangrijk. Maar met al die formaten en capaciteiten kan dat nog best ingewikkeld zijn. In dit artikel lees je hoe je de juiste kaart kiest – eentje die past bij je camera én bij hoe jij fotografeert.

Om de juiste kaart voor jouw camera te vinden, zijn er een aantal zaken waar je op moet letten. In dit artikel kijken we naar: 📸 Kaartformaat 📸 Snelheid 📸 Merk 📸 Capaciteit 📸 Formatteren 📸 Veelvoorkomende fouten 📸 Onderhoud

Lees ook: 20 tips om de mooiste foto's te maken met je compactcamera

Welk type past bij jouw camera?

Niet elke kaart past bij elke camera. Het formaat moet kloppen, de snelheid moet aansluiten op wat je ermee doet, en het merk kan het verschil maken tussen probleemloos werken en verlies van data. En dan is er natuurlijk ook nog de capaciteit. Hieronder lees je daar meer over.

Kaartformaat

De ene geheugenkaart is de andere niet. Wat je precies nodig hebt, hangt af van je camera. De meest voorkomende kaartformaten zijn SD (Secure Digital), CompactFlash (CF), XQD en de nieuwere CFexpress-kaarten.

Voor compactcamera's en instapmodel systeemcamera's is SD het meest gebruikte formaat, waarbij je onderscheid maakt tussen SDHC (tot 32GB) en SDXC (boven 32GB). Welke je nodig hebt, check je eenvoudig in je handleiding of via Menu > Instellingen > Geheugenkaart.

Voor professionele systeemcamera's en spiegelreflexen heb je vaak snellere kaarten zoals UHS-II SD-kaarten, XQD of CFexpress nodig, zeker als je 4K-video opneemt of in burst-modus fotografeert.

Snelheid

De snelheidsklasse van een kaart is minstens zo belangrijk als het formaat. Op SD-kaarten vind je aanduiding zoals Class 10, UHS-I of UHS-II, en een getal met een 'U' (bijvoorbeeld U3) of een 'V' (bijvoorbeeld V60). Hoe hoger het getal, hoe sneller de kaart. Voor 4K-video heb je minimaal V30 nodig, terwijl voor 8K-video V60 of V90 wordt aangeraden. Voor het controleren van de compatibiliteit kun je op je camera naar Bestandsinfo gaan en op de INFO-knop drukken terwijl je een foto bekijkt. Hier zie je welke schrijfsnelheid jouw camera gebruikt.

Supersnelle USH-II-kaart nodig?

Dan supersnel even naar

Merk

Merken maken ook verschil. SanDisk, Lexar, Kingston, Sony en Transcend staan goed bekend. Minder bekende kaartjes zijn goedkoper, maar je loopt meer risico op fouten. En een gemiste foto kun je niet terughalen.

Hoeveel opslag heb je nodig?

Dat hangt af van je camera en je manier van fotograferen. Een RAW-bestand van 24 megapixel neemt gemiddeld 30MB in beslag. Een JPEG van dezelfde camera rond de 8MB. En video? Reken voor 4K op zo'n 350MB per minuut. Even rekenen dus: hoeveel foto's of minuten video maak je op een gemiddelde dag? Tel die bij elkaar op en neem daar nog eens de helft extra als veiligheidsmarge.

Wie af en toe foto's maakt met een compactcamera, heeft aan 32GB of 64GB meestal genoeg. Gebruik je een systeemcamera en schiet je in RAW, dan is 128GB een logische keuze. Ga je voor reportages of video-opnames, dan kom je al snel uit op 256GB of meer. Maar: één grote kaart is niet altijd beter dan meerdere kleinere. Mocht er iets misgaan, dan ben je niet meteen álles kwijt.

©Jimmyi23

Je kaart formatteren Zodra je een kaart in gebruik neemt, formatteer je die in de camera zelf, Druk op de Menu-knop van je camera en navigeer daarvoor naar Formatteren. Dit doe je bij voorkeur na elke shoot, uiteraard nadat je de beelden veilig hebt opgeslagen. Belangrijk: formatteren wist alles, dus maak altijd eerst een back-up via Bestandsoverdracht naar je computer of externe schijf.

Dit kan er misgaan – en zo voorkom je dan

Een fout die vaak gemaakt wordt: de kaart verwijderen terwijl de camera nog bezig is met schrijven. Dat kun je zien aan het knipperende lampje. Wacht altijd tot dat uit is voordat je de kaart verwijdert of de camera uitschakelt.

Ga er ook niet vanuit dat geheugenkaarten eindeloos meegaan. Ze hebben een beperkt aantal schrijfcycli. Gebruik je je kaart intensief, dan is vervangen om de twee tot drie jaar verstandig.

Onderhoud verlengt de levensduur. Formatteer je kaart eens per maand via het menu van de camera – niet op je computer. Camera's gebruiken een specifieke bestandsstructuur, en die raakt snel in de war als je via een computer formatteert.

Bewaar je kaarten op een droge plek, bij voorkeur in een beschermend doosje. Houd ze uit de buurt van magnetische velden van bijvoorbeeld speakers of telefoons. Werkt een kaart niet goed? Maak de contactpunten dan schoon met een droge, zachte doek.

©PheelingsMedia

Zekerheid zit in de voorbereiding

Een goede geheugenkaart maakt het verschil tussen zorgeloos fotograferen en frustratie achteraf. Kijk verder dan alleen de opslagcapaciteit. Snelheid, betrouwbaarheid en compatibiliteit met je camera zijn minstens zo belangrijk. Kies voor kwaliteit, stem af op je manier van werken en verzorg je kaart goed. Dan kun je blijven focussen op wat er echt toe doet: het vastleggen van het juiste moment.

▼ Volgende artikel
Verhoog je productiviteit met de Focusmodus in Windows 11
© sathit_koyram
Huis

Verhoog je productiviteit met de Focusmodus in Windows 11

Tijdens het werk word je waarschijnlijk regelmatig gestoord door binnenkomende e-mails, meldingen, berichtjes, systeemupdates en pop-ups. Het zijn meestal nuttige en leuke elementen, maar ze halen je wel uit je concentratie. In Windows 11 zit een nieuwe functie om deze afleidingen tijdelijk te dempen.

Snel afgeleid? Zo stel je in dat je computer je niet mag storen met allerlei meldingen:

  • Focus instellen vanuit de Windows Instellingen
  • Focus instellen via de tijd in het het systeemvak
  • Maximaliseer het Focus-venster voor nog meer opties

Hoe minder tijd achter de computer, hoe beter: Van schermverslaafd naar schermbewust: handige tips voor minder schermtijd

Focus instellen

Deze Focusmodus is een productiviteitstool die te vinden is in de Klok-app. Je kunt hem activeren vanuit de Windows Instellingen. Druk op Windows-toets+I en ga naar Systeem, waar je Focus vindt. Hier kun je de duur van een ongestoorde werksessie invoeren. Standaard is dit op 30 minuten ingesteld. Daaronder staan vier opties. Geef de timer weer in de Klok-app om zichtbaar te maken hoelang de sessie bezig is. Vink ook de optie aan om badges te verbergen in de taakbalk-apps. Daardoor kom je niet verleiding om aan die apps aandacht te schenken. Ook het knipperen in de taakbalk-apps verberg je om dezelfde reden. Schakel Niet storen in, dan worden al deze meldingen tijdens de sessie gedempt.

De meeste gebruikers vinken de vier opties aan.

Nog beter focussen?

Een koptelefoon met noisecancelling doet wonderen

In de klok

Het is ook mogelijk om Focus te activeren vanuit het systeemmeldingscentrum. Klik in de taakbalk op de datum- of tijdaanduiding. Hiermee open je de agenda en het meldingsgebied. Onderaan waar de knop Focus staat, kun je de duur aanpassen. Zodra je op de knop klikt, verschijnt de focustimer op het scherm. Terwijl een sessie actief is, zie je de klok en de resterende tijd en nog enkele andere relevante gegevens, zoals wanneer de volgende pauze is gepland. Zie je niet graag de tijdsduur die langzaam aftelt, dan verberg je die door op de drie puntje te klikken. Daarna kun je de optie Resterende tijd weergeven uitschakelen. Als je in de instellingen de optie Niet storen hebt ingeschakeld, blokkeert deze functie alle meldingen.

Nog acht minuten geconcentreerd werken en dan volgt een pauze van vijf minuten.

Ontspannen werken

Wanneer je Focus maximaliseert, zie je rechts de voortgangsgrafiek die toont hoelang je gisteren en vandaag de tool hebt gebruikt. Je kunt ook een Spotify-afspeellijst selecteren om je sessies te begeleiden met ontspannende muziek. Onderaan krijg je de taken te zien die in de app Microsoft To Do op je wachten.

Wanneer je Focus maximaliseert, krijg je nog meer informatie te zien.