ID.nl logo
Makkelijk switchen tussen AI-taalmodellen? Maak kennis met Jan
© ProGeraldo - stock.adobe.com
Huis

Makkelijk switchen tussen AI-taalmodellen? Maak kennis met Jan

OpenAI heeft het met ChatGPT het concept van een AI-chatbot populair gemaakt. Ook andere bedrijven bieden soortgelijke diensten aan. Daarnaast zijn er grote taalmodellen beschikbaar waarmee je zelf een chatbot kunt maken die op je eigen computer draait. Met Jan krijg je toegang tot al deze taalmodellen vanuit één interface.

Na het lezen van dit artikel weet je hoe je met Jan meerdere taalmodellen op je pc kunt beheren en hoe je ermee kunt werken:

  • Installeer Jan
  • Download de gewenste taalmodellen
  • Ga ermee aan de slag:
    • Vat pdf-documenten samen
    • Laat beschrijven wat er op een afbeelding te zien is
    • Laat je helpen bij programmeertaken

Ook bij een lokaal taalmodel is je prompt van belang: Prompt engineering: zo maak je precies het beeld dat je voor ogen hebt

Een groot taalmodel (Large Language Model of LLM) is een neuraal netwerk met miljarden parameters dat teksten kan genereren. Dit type algoritme kreeg brede bekendheid toen OpenAI in november 2022 de dienst ChatGPT lanceerde. Via deze webinterface kun je eenvoudig chatten met het taalmodel, en de antwoorden lijken vaak alsof ze van een mens komen.

Ook de concurrentie is niet stil blijven staan. Zo biedt het Franse bedrijf Mistral AI een online chatbot op basis van een eigen groot taalmodel. Daarnaast stellen bedrijven als Groq je in staat om allerlei grote taalmodellen in de cloud te draaien. Meta, het moederbedrijf van Facebook, bracht bovendien zijn groot taalmodel Llama uit in kleinere versies, die je zelfs op je eigen computer kunt draaien. Dat werd al snel gevolgd door een reeks andere grote en kleine taalmodellen van diverse bedrijven en onderzoeksinstellingen.

Het kan lastig zijn om al deze modellen uit te proberen: je moet dan allerlei verschillende webinterfaces gebruiken of van diverse locaties modellen downloaden. Jan biedt hiervoor een oplossing: je installeert deze opensourcesoftware op je eigen computer. Daarna verbind je via een API (Application Programming Interface) met een groot taalmodel in de cloud of download je een taalmodel van bijvoorbeeld Meta of Mistral op je eigen computer om het offline te gebruiken. En dat alles in één en dezelfde gebruikersinterface, waarin je eenvoudig tussen verschillende modellen kunt overschakelen.

1 Jan installeren

Jan is beschikbaar voor Windows, macOS (Intel- of Apple-processoren) en Linux. Op de downloadpagina vind je de verschillende versies. Als je lokaal grote taalmodellen wilt draaien, heb je een krachtige computer nodig. Onder Windows en Linux betekent dat een gpu van Nvidia of AMD met minstens 8 GB VRAM. Heb je een recente Mac, dan is een Apple M1-processor of nieuwer ook snel genoeg.

Nadat je Jan hebt gestart, schakel je eerst de hardwareversnelling in. Op Macs met een Apple-processor gebeurt dat automatisch, maar voor Windows en Linux dien je dat handmatig te doen. Raadpleeg de platformspecifieke installatie-instructies om de juiste drivers en andere nodige software te installeren. Voor een Nvidia-gpu open je in Jan de instellingen (het icoontje van het tandwiel linksonder) waar je klikt op Advanced Settings en GPU Acceleration inschakelt.

Voor de beste prestaties laat je Jan gebruikmaken van je gpu.

2 Lokaal AI-model draaien

Als je een groot taalmodel op je eigen computer wilt draaien, moet je dit eerst downloaden. Klik daarvoor in Jan linksboven op het icoontje met de vier vierkantjes. Dit brengt je naar de Hub, een verzameling van modellen die je kunt downloaden. Bij de modellen die je lokaal kunt draaien, staat de bestandsgrootte en een knop Download. Als er Recommended bij staat, draait het model goed op je hardware. Staat er de waarschuwing Slow on your device, dan komt dat bijvoorbeeld omdat je gpu te weinig VRAM heeft. Klik rechts naast de downloadknop voor extra uitleg over het model en klik op Download om het model op te slaan. Download bijvoorbeeld Mistral Instruct 7B Q4. Dat is een goed algemeen model dat al op een gpu met 8 GB VRAM draait.

Zodra het model is gedownload, verandert de downloadknop in Use. Klik erop om een nieuwe ‘thread’ te starten, een conversatie met het model. Dit kan ook door op de tekstballon linksboven te klikken. Voordat je een vraag typt in het tekstveld onderaan, raden we je aan aan de rechterkant naar enkele instellingen te kijken. In het tabblad Assistant kun je onder Instructions specifieke instructies geven die de antwoorden van de chatbot beïnvloeden, zoals de rol die het moet uitvoeren. In het tabblad Model kun je het taalmodel kiezen: naast de gedownloade modellen zijn ook de modellen die je online gebruikt via een API zichtbaar. Laat de andere instellingen voorlopig op hun standaardwaarden staan (zie het kader ‘Modelparameters’ voor de betekenis ervan). Nu kun je je vraag stellen. Jan zal eerst het taalmodel in het VRAM of RAM laden, wat even kan duren. Daarna verschijnt het antwoord redelijk snel. Vervolgvragen worden hierdoor ook sneller beantwoord.

Dankzij Jan kun je met alle mogelijke grote taalmodellen chatten.

Modelparameters

Jan laat je bij elk model diverse parameters aanpassen. In het tabblad Model heb je bijvoorbeeld Inference Parameters. Met de temperatuur stel je in hoe divers of voorspelbaar de antwoorden zijn en met Top P stel je in hoe gefocust of creatief het taalmodel is. Ook het maximumaantal tokens in het antwoord kun je instellen. Bij Engine Parameters kun je bij sommige modellen ook de contextlengte kiezen, wat de maximale lengte van de invoer bepaalt. Stel dat je korte vragen stelt, dan kun je de contextlengte korter houden, waardoor de berekening sneller gaat. Wil je daarentegen een langer document laten samenvatten, dan heb je een langere contextlengte nodig. Bij grote modellen is het soms nuttig om te kiezen hoeveel lagen van het neurale netwerk je op de gpu uitvoert; de rest wordt op je (tragere) cpu berekend. Jan doet standaard al zo veel mogelijk op je gpu.

//k1-jan-model-parameters.png// Jan laat toe om allerlei parameters van de taalmodellen aan te passen.

3 AI-model in de cloud draaien

Op dezelfde manier kun je modellen in de cloud draaien bij leveranciers als OpenAI, Anthropic, Mistral, Cohere en Groq. Hiervoor moet je eerst een API-sleutel voor de desbetreffende dienst instellen. Keer daarvoor terug naar de instellingen van Jan en klik bij Model Providers op de gewenste dienst. We illustreren dit met OpenAI. Bij API Key moet je een API-sleutel invullen, die je aanmaakt op de pagina API keys van je OpenAI-account. Klik daar op Create new secret key, geef je sleutel een naam en ken ze aan een project toe (er is een Default project). Klik dan op Create secret key. Kopieer nu onmiddellijk de gegenereerde sleutel en vul die in Jan in, want je krijgt die daarna nooit meer te zien.

Je kunt nu in de Hub van Jan naar OpenAI GPT 4o gaan en ernaast op Use klikken om een nieuw gesprek te starten. Of je klikt op de tekstballon linksboven, daarna op het icoontje met het potlood om een nieuwe thread aan te maken, om vervolgens aan de rechterkant bij Model OpenAI GPT 4o uit de lijst te selecteren. Cloudmodellen waar je geen toegang toe hebt omdat je nog geen API-sleutel hebt ingesteld, zijn grijs weergegeven. Je kunt tijdens het gesprek overigens op elk moment van model veranderen. Als je bijvoorbeeld merkt dat het model niet goed genoeg is voor je vraag, verander dan het model en klik op het knopje Regenerate bij het antwoord.

Creëer een API-sleutel om OpenAI’s grote taalmodellen in Jan te gebruiken.

4 Pdf-documenten samenvatten

Als je een model met lange contextlengte gebruikt, kun je in Jan ook pdf-documenten laten samenvatten of op andere manieren analyseren. Klik daarvoor eerst in de instellingen op Advanced Settings en schakel Experimental Mode in. Je threads tonen nu aan de rechterkant ook een tabblad Tools. Schakel daar Retrieval in.

Klik nu in je thread op het icoontje van de paperclip en kies Document. Selecteer het pdf-bestand dat je wilt analyseren. Nu kun je in het tekstveld onderaan vragen stellen aan het taalmodel over dit document. Als het lijkt alsof het taalmodel de informatie niet volledig heeft verwerkt, kun je experimenteren met de parameters in het tabblad Tools. Wees overigens altijd kritisch over de antwoorden. Vaak zit het taalmodel ernaast of antwoordt het onvolledig.

Als je de datasheet van de Raspberry Pi Pico W met GPT-4o bevraagt, zijn de antwoorden helaas onvolledig.

5 Multimodaal model

Sommige modellen kunnen niet alleen overweg met tekst, maar ook met afbeeldingen. Ze kunnen bijvoorbeeld een afbeelding die je hen voorlegt beschrijven of erover redeneren. We noemen dat multimodale modellen. Een voorbeeld hiervan is LLaVA (Large Language and Vision Assistant). In de Hub van Jan zijn enkele varianten te vinden, zoals LlaVa 7B, BakLlava 1 en LlaVa 13B Q4 (voor GPU’s met meer dan 8 GB VRAM).

Na je selectie kun je een afbeelding uploaden door in een gesprek op de paperclip klikken en voor Image te kiezen. Als het niet om een multimodaal model gaat, blijft Image grijs en kun je het niet selecteren. Daarna kun je vragen stellen over de afbeelding. Helaas bleek in onze test geen van de LLaVA-modellen uit Jans Hub te werken, ook niet met een LLaVA-model dat we van Hugging Face downloadden. Het is een van de redenen waarom de ontwikkelaars van Jan nog steeds waarschuwen dat hun programma in bètafase is.

6 Modellen van Hugging Face

Hugging Face is een Frans-Amerikaans bedrijf dat met zijn Model Hub een populaire website aanbiedt waar iedereen AI-modellen kan publiceren. Jan kan deze modellen van de Hugging Face Model Hub ook lokaal draaien, zolang ze in het formaat GGUF (GPT-Generated Unified Format) worden aangeboden. We illustreren dit met Granite Code 8B, een taalmodel van IBM dat is getraind om programmeertaken uit te voeren.

Als je binnen de Hugging Face Model Hub op de pagina van een GGUF-model rechtsboven op Use this model klikt en vervolgens op Jan, krijg je de vraag om de pagina in Jan te openen. Een andere manier is om in de Hub van Jan de url van het model te plakken. Jan toont je dan informatie over het model en biedt verschillende versies ter download aan. In ons voorbeeld is er maar één versie, maar vaak zijn er verschillende kwantisaties beschikbaar (zie het kader ‘Welke modelvariant kiezen?’). Klik op de downloadknop naast het gewenste model. Zodra het is gedownload, klik je op Use om een gesprek te beginnen.

Jan kan alle GGUF-taalmodellen van Hugging Face downloaden.

7 Modellen die programmeren

Taalmodellen zoals Granite Code, Codestral, Deepseek Coder en CodeNinja zijn gespecialiseerd in alles wat met programmeren te maken heeft. Vraag bijvoorbeeld om een Python-script dat met de bibliotheek Bleak scant naar bluetooth-apparaten in de buurt, en het taalmodel toont je de code hiervoor, inclusief uitleg en instructies om de benodigde bibliotheken te installeren.

Er zijn veel apparaten die met bluetooth werken

Draadloze koptelefoons bijvoorbeeld

De code zelf wordt in afzonderlijke kaders getoond, die je met een klik op het icoontje rechtsboven kopieert, zodat je de code in je eigen code-editor kunt plakken en uitproberen. Je kunt ook code invoeren in Jan en het model vragen om deze uit te leggen. Of geef code waarvan je weet dat er een fout in zit en vraag het model om de code te verbeteren. Vaak krijg je overigens code die niet werkt, of die een foutmelding geeft. Reageer dan met de foutmelding of vertel wat er fout gaat, en je krijgt een verbeterde versie. Na wat heen en weer communiceren krijg je vaak wel een bruikbaar resultaat.

Granite Code kan je helpen bij programmeertaken.

Welke modelvariant kiezen?

De meeste modellen komen in enkele varianten. De belangrijkste eigenschap is het aantal modelparameters, wat meestal in de miljarden ligt. Veelvoorkomende aantallen zijn 7B, 8B, 13B, 33B en 70B, waarbij de B voor miljard (billion in het Engels) staat. Een grotere versie behaalt doorgaans betere resultaten, maar je hardware moet het aankunnen. Idealiter kies je een model dat volledig in het VRAM van je gpu past: dan laadt Jan dit volledig in je gpu en worden de berekeningen ook volledig versneld door de gpu. Een 7B-model past doorgaans in een gpu met 8 GB VRAM, 13B in 16 GB VRAM en 33B in 32 GB VRAM. Draai je een model dat groter is dan je VRAM, dan wordt een deel van het neurale netwerk in het RAM geladen en door de cpu uitgevoerd, wat trager is. Modellen komen ook in verschillende kwantisaties. Veelvoorkomende aanduidingen zijn f16 (16 bits kommagetallen) en int4 (4 bits gehele getallen). Een int4-model is kleiner en werkt sneller dan hetzelfde model in de f16-versie, maar is minder nauwkeurig. Ook hebben de kwantisaties weleens aanduidingen als IQ3_XS, Q2_K_L en Q5_K_M. De exacte betekenis daarvan valt buiten het bestek van dit artikel, maar Q5_K_M biedt meestal een goed evenwicht tussen snelheid en nauwkeurigheid.

8 Extra cloudmodellen toevoegen

Er komen continu nieuwe taalmodellen bij, en Jan kan dat niet altijd direct volgen. Gelukkig kun je vaak met wat handmatige configuraties de nieuwe modellen toch nog aan de praat krijgen. We illustreren dit met GPT-4o mini, de goedkopere versie van GPT-4o die OpenAI aanbiedt. Tijdens het schrijven stond deze nog niet in Jans Hub, maar je kunt deze eenvoudig toevoegen. Jan slaat de configuratie van elk model op in een bestand in zijn datadirectory. Voor OpenAI’s GPT-4o is dat bijvoorbeeld in het bestand jan\models\gpt-4o\model.json in je persoonlijke map.

Om Jan toegang te geven tot GPT-4o mini, maak je een map gpt-4o-mini aan en kopieer je het bestand model.json van GPT-4o daarnaartoe. Pas nu in dit json-bestand het id aan van gpt-4o naar gpt-4o-mini, de naam van OpenAI GPT 4o naar OpenAI GPT 4o mini en het maximumaantal tokens van 4096 naar 16384. Deze waarde vind je op de website van OpenAI bij de eigenschappen van het model. Sla het bestand op, sluit Jan af en start het programma weer op. Daarna is het model in Jan beschikbaar.

Voeg het nieuwste model van OpenAI aan Jan toe.

9 Meer mogelijkheden

Jan biedt nog heel wat meer mogelijkheden. Zo kun je het programma als server draaien en functionaliteit van de taalmodellen aan andere programma’s aanbieden. In de code-editor Visual Studio Code kun je bijvoorbeeld met de extensie Continue hulp bij het programmeren krijgen. Continue communiceert dan op de achtergrond met een taalmodel dat Jan uitvoert.

Een ander interessant programma is Open Interpreter. Dit laat een groot taalmodel code genereren die dan op je computer wordt uitgevoerd. Je kunt bijvoorbeeld aan een taalmodel van Jan vragen om een bestand met data in te lezen en daar grafieken van te maken. Verder zullen er wellicht nog meer tools komen dan enkel het inlezen van pdf-bestanden.

Jan ondersteunt allerlei integraties om de grote taalmodellen toe te passen.

▼ Volgende artikel
Hoe privacyvriendelijk zijn op privacy gerichte browsers?
© BillionPhotos.com- stock.adobe.com
Huis

Hoe privacyvriendelijk zijn op privacy gerichte browsers?

Als je het belangrijk vindt dat je niet gevolgd wordt tijdens het internetten, kun je beter geen standaardbrowser als Microsoft Edge en Google Chrome gebruiken. Er zijn verschillende browsers die beweren speciaal te zijn ontworpen om je online sporen zo veel mogelijk te verbergen. In dit artikel bespreken we vier zelfbenoemde privacybrowsers en kijken we of ze hun beloftes waarmaken.

In dit artikel bespreken we Brave, DuckDuckGo, LibreWolf en TOR. Dit zijn alle vier internetbrowsers die ingericht zijn op privacyvriendelijkheid.

Gebruik je toch liever een bekendere browser, maar wil je je online privacy wel zoveel mogelijk waarborgen? In dit artikel bespreken we hoe populaire browsers omgaan met je privacy.

Brave

De op Chromium gebaseerde Brave-browser zorgt er (zonder dat je aan de instellingen hoeft te komen) voor dat de identificeerbare informatie die je browser naar websites en adverteerders stuurt (oftewel je 'fingerprint'), iedere keer weer compleet willekeurig is, zodat je niet betrouwbaar kunt worden geïdentificeerd. Volgens de website Cover Your Tracks worden vrijwel alle trackers geblokkeerd door de browser.

Desondanks vertrouwen sommige gebruikers Brave niet meer, doordat de browser verschillende controverses op zijn naam heeft staan. Zo kwam Brave in 2016 met een (optionele) functie die advertenties op websites blokkeerde, maar vervolgens verving door eigen reclames. Gebruikers kregen dus alsnog advertenties te zien, maar nu streek de browser daar zelf de inkomsten voor op.

Vier jaar later verving Brave zonder het te melden URL's naar sommige cryptosites door affiliatelinks (waar de browser geld mee verdient) en in 2023 kwam de browser in opspraak omdat het zijn VPN-dienst standaard installeerde bij gebruikers. Brave beweert overigens dat dit allemaal fouten betrof en heeft de controversiële veranderingen inmiddels teruggedraaid.

DuckDuckGo

De zelfbenoemde 'Private Browser' DuckDuckGo belooft net als de andere browsers in dit artikel dat je tijdens het surfen niet kan worden getraceerd. Toch scoort de browser op basis van de uitslagen van PrivacyTests.org minder goed dan andere privacybrowsers. Er worden met de standaardinstellingen maar iets meer trackers geblokkeerd en fingerprintgegevens verborgen dan bij reguliere browsers. In een recent onderzoek werd dan ook geconcludeerd dat DDG direct na de installatie 'middelmatige privacybescherming' biedt, terwijl de andere in dit artikel besproken browsers volgens de onderzoekers een hoge mate van privacybescherming bieden. Wel kun je je privacy via de instellingen opkalefateren.

DuckDuckGo maakt (net als veel andere privacybrowsers) standaard gebruik van zijn gelijknamige zoekmachine waarmee je incognito surft. Hoewel de zoekmachine de zoekindex van Microsofts Bing gebruikt, kan Microsoft hierdoor niet zien waar je naar zoekt. Deze zoekdeal met Microsoft zorgde in 2022 wel voor wat controverse, aangezien toen bleek dat DDG hierdoor de trackers van Microsoft niet mocht blokkeren. Kort nadat dit ontdekt werd, liet DuckDuckGo weten dat het de trackers van het bedrijf toch wel gaat blokkeren.

Zere vingers gekregen van je touchpad?

Dan wordt het tijd voor een goede muis!

LibreWolf

LibreWolf is een aangepaste versie van Firefox die standaard een stuk meer privacyfuncties en een robuustere beveiliging biedt. Net als Brave komt de browser feilloos door de trackingtests van PrivacyTests.org heen, al laat je volgens Cover Your Tracks wel nog enkele vingerafdrukgegevens achter in LibreWolf.

Standaard worden alle gebruikersgegevens en cookies gewist na het sluiten van de browser, wat lang niet iedereen handig zal vinden, maar dat kan via de instellingen ongedaan gemaakt worden. Ook zijn de standaardinstellingen mogelijk dusdanig streng dat sommige websites onbruikbaar worden en er andere problemen ontstaan, zoals het niet kunnen inschakelen van de donkere modus. Volgens de ontwikkelaar kun je de meeste problemen verhelpen door de optie Resist Fingerprinting in de instellingen uit te schakelen, maar dat gaat natuurlijk wel ten koste van de privacy.

TOR

Als je écht zo anoniem mogelijk wil internetten, is TOR waarschijnlijk de beste keus. Voordat je een website bezoekt, wordt je 'bezoekaanvraag' eerst door meerdere lagen versleuteling gehaald voordat de pagina in kwestie wordt geladen. TOR anonimiseert alle fingerprints en blokkeert alle reclames en trackingscripts, waardoor het bijna onmogelijk wordt om iemands locatie of identiteit (bijvoorbeeld door middel van het IP-adres) te achterhalen. Niet zo gek, dus, dat TOR de populairste manier is om verborgen .onion-adressen (ook wel het darkweb genoemd) te bezoeken.

Deze verregaande privacyfocus gaat wel ten koste van de gebruiksvriendelijkheid. TOR is merkbaar langzamer dan reguliere browsers, omdat al je verzoeken eerst meerdere keren omgeleid worden zodat je onnavolgbaar blijft. Ook worden alle cookies na iedere sessie standaard gewist, waardoor je telkens met 'schone lei' begint en je veelgebruikte webadressen, inloggegevens en dergelijke steeds weer handmatig moet invullen. Doordat TOR álle trackers blokkeert, functioneert een groot aantal websites bovendien niet goed in deze browser, blijkt uit onderzoek van The Markup.

Lees ook: Hoe gaan populaire browsers om met je privacy? 


▼ Volgende artikel
Problemen met dual sim? Zo los je ze op!
© Olga Yastremska, New Africa, Afr
Huis

Problemen met dual sim? Zo los je ze op!

Met dual sim kun je twee telefoonnummers op één telefoon gebruiken. Ideaal als je werk en privé gescheiden wilt houden bijvoorbeeld, of op vakantie lokaal (en dus goedkoop) wilt bellen en internetten. Maar wat doe je als het niet lekker werkt? In dit artikel lees je hoe je veelvoorkomende dual sim-problemen snel oplost.

Met dual sim gebruik je twee telefoonnummers op één telefoon. Dit kan met twee fysieke simkaarten, een combinatie van een gewone simkaart en een digitale e-sim, of twee e-sims. Handig, maar soms werkt het niet zoals het moet. In dit artikel krijg je oplossingen voor deze zes dual sim-problemen:

1: Geen verbinding op tweede simkaart

2: Batterij gaat veel te snel leeg

3: Je mist oproepen op één nummer

4: Internet werkt niet goed

5: Telefoon ziet tweede simkaart niet

6: Apps werken niet met tweede nummer

Lees ook: Dual sim: wat is het en hoe werkt het?

Probleem 1: Geen verbinding op tweede simkaart

Dit is het meest voorkomende probleem. Probeer deze stappen:

1.    Check of dual sim aanstaat in je instellingen.
2.    Herstart je telefoon.
3.    Haal beide simkaarten eruit en doe ze er opnieuw in (bij fysieke kaarten).
4.    Zet vliegtuigstand aan en weer uit.
5.    Reset je netwerkinstellingen als niks anders werkt.

Probleem 2: Batterij gaat veel te snel leeg

Twee simkaarten vragen meer van je batterij. Zo bespaar je stroom:

1.    Schakel mobiele data uit op de simkaart die je minder gebruikt.
2.    Gebruik één vaste simkaart voor data en de ander alleen voor bellen en sms'en
3.    Zet je tweede nummer alleen aan als je het nodig hebt.
4.    Beperk het gebruik van beide simkaarten tegelijk om de batterij te ontlasten. 

Probleem 3: Je mist oproepen op één nummer

Als je oproepen mist op één nummer maar niet op het andere:

1.    Check of je niet per ongeluk doorschakeling aan hebt staan.
2.    Kijk of beide simkaarten op 'toestaan' staan voor oproepen.
3.    Test of het probleem ook bestaat met een andere simkaart.
4.    Controleer of je genoeg beltegoed hebt op beide nummers. 

©William W. Potter

Probleem 4: Internet werkt niet goed

Problemen met je mobiele data? Doe dit:

1.    Check welke simkaart je hebt ingesteld voor mobiele data.
2.    Zorg dat mobiele data aanstaat voor de juiste simkaart.
3.    Controleer je APN-instellingen (vraag die op bij je provider).
4.    Probeer handmatig een netwerk te kiezen. 

Probleem 5: Telefoon ziet tweede simkaart niet

Als je telefoon de tweede simkaart niet herkent:

1.    Controleer of de simkaart goed in het simkaartslot zit.
2.    Maak de contactpunten schoon met een droge doek.
3.    Probeer de simkaart in een andere telefoon.
4.    Bij e-sim: verwijder hem en installeer opnieuw. 

Probleem 6: Apps werken niet met tweede nummer

Problemen met WhatsApp of andere apps op je tweede nummer?

1.    Check of je telefoon dual apps ondersteunt.
2.    Installeer de app opnieuw.
3.    Zorg dat je tweede simkaart ook toegang heeft tot internet.
4.    Gebruik een app-kloon-functie als je telefoon die heeft.

APPS KLONEN

Een app-kloonfunctie laat je dezelfde app twee keer op je telefoon installeren. Zo kun je bijvoorbeeld WhatsApp of Facebook voor beide simkaarten afzonderlijk gebruiken, elk gekoppeld aan een ander nummer. Deze functie is vooral handig bij dual-sim telefoons en zit vaak ingebouwd in de instellingen van merken zoals Samsung (Dual Messenger), Xiaomi (Dual Apps) en Huawei (App Twin).

Twee telefoonnummers ...

En toch maar één hoesje nodig

Andere problemen?

Als deze oplossingen niet werken, ligt het probleem waarschijnlijk dieper. Het kan te maken hebben met hardware, zoals een beschadigde simkaart, een kapotte simkaartlezer of een simkaart van het verkeerde formaat. Maar ook software kan de boosdoener zijn, bijvoorbeeld verouderde telefoonsoftware, onjuiste providerinstellingen of bugs in het besturingssysteem.

In zulke gevallen is het slim om contact op te nemen met de juiste partij. Voor problemen met je simkaart of netwerk kun je terecht bij je provider. Gaat het om hardware, neem dan contact op met de verkoper van je telefoon. Voor softwareproblemen kun je vaak het beste bij de fabrikant aankloppen.

SIMKAART OF TELEFOON?

Als je niet zeker weet of het aan je telefoon of aan je simkaart ligt:

1. Test beide simkaarten in een andere telefoon

2. Probeer een andere simkaart in je eigen telefoon

3. Vraag je provider om je simkaart-instellingen te controleren

Zo kom je er snel achter waar het probleem zit en wat je eraan kunt doen.

Tips om problemen te voorkomen

Om problemen met dual sim te voorkomen, kun je een paar eenvoudige stappen nemen. Controleer vóór aankoop of je telefoon daadwerkelijk dual sim ondersteunt, zodat je zeker weet dat het werkt. Update je telefoonsoftware regelmatig om bugs te voorkomen en nieuwe functies te benutten. Gebruik altijd simkaarten van het juiste formaat en wees voorzichtig bij het openen en sluiten van de simkaarthouders. Heb je e-sims? Bewaar de QR-codes zorgvuldig voor het geval je ze opnieuw moet instellen. Tot slot is het slim om af en toe te controleren of beide nummers nog correct functioneren.