ID.nl logo
Huis

Hoe Hiber Global internet vanuit de ruimte wil bieden

Met veel kabaal, rook en vuur steeg eind vorig jaar een raket van SpaceX op. De Falcon 9 bracht niet één, maar tientallen kleine satellieten omhoog. Die trend naar kleine zogeheten ‘cubesats’ biedt mogelijkheden voor veel nieuwe start-ups, waaronder eentje uit Nederland. Hiber Global wil met kunstmaantjes een wereldwijd netwerk bouwen.

De satelliet is afkomstig van Hiber Global, een start-up die drie jaar geleden ontstond. Het is een mooie mijlpaal voor het bedrijf: het is het eerste commerciële bedrijf uit Nederland dat zelfstandig een satelliet heeft weten te lanceren. Geen geringe prestatie.

Toch is dat voor Hibers medeoprichter en CTO Maarten Engelen niet het belangrijkste. Hij wuift de satellieten weg als slechts een onderdeel van zijn bedrijf. “Een middel, geen doel”, noemt hij het. Het doel is geen satellietnetwerk zoals bedrijven als SpaceX of TelSat dat willen. Zij werken aan constellaties van honderden of zelfs duizenden kleine satellieten die internet naar de aarde moeten sturen. Zo kunnen ze gebieden bereiken waar normaal geen gsm-verbinding te vinden is. Dat is niet wat de Hiber-1 moet doen.

Hiber wil weliswaar een wereldwijd dekkend netwerk opzetten, maar ook dat netwerk is niet te vergelijken met wat SpaceX wil. Het wordt geen breedbandnetwerk voor (mobiel) internet, maar een eigen netwerk genaamd Hiberband LPGAN. Het is een low-power-netwerk waarbij gebruikers kleine datasetjes kunnen versturen naar een modem. Het is eerder vergelijkbaar met low-range-netwerken (LoRa) dan met breedband, zegt Engelen. Op zulke netwerken wordt de data over een lage bandbreedte verstuurd, waardoor ze veel verder kunnen reiken en minder stroom nodig hebben.

Hij ziet een grote toekomst voor zulke netwerken. “Smartphones hebben radicaal veranderd hoe we met elkaar communiceren. We zien een soortgelijke shift op apparaatniveau: je kunt straks data verzenden, waar je ook bent, onder welke omstandigheden dan ook, of er nou een gsm-netwerk is of niet. In de toekomst komt er ruimte voor apparaten met een minimaal stroomverbruik, die met alleen een accu héél lang meekunnen.”

Hiberbrand-netwerk

Vooral dat minimale stroomverbruik is belangrijk en het is wat Hibers netwerk anders maakt dan de meeste andere netwerken. Het Hiberband-netwerk bestaat uit een modem voor de gebruiker en een satelliet in een baan om de aarde. Gebruikers kunnen het modem inzetten om korte signalen naar de satelliet te sturen. Die signalen komen van een sensor die op het modem wordt aangesloten, waarmee bijvoorbeeld neerslag of weersomstandigheden kunnen worden gemeten.

De data worden opgeslagen in het modem van Hiber, dat vervolgens in ‘winterslaap’ gaat. Daar zit het geheim van Hiber en dat is ook waar de naam (afgeleid van hibernation) vandaan komt. Het modem blijft in winterslaap totdat één van de satellieten van Hiber komt overgevlogen. “Ze weten precies waar de satellieten zich bevinden en kunnen dus precies op het juiste moment wakker worden, en weer in slaap vallen als de satelliet weer buiten bereik is. Daardoor verbruiken ze bijna geen stroom”, zegt Engelen.

De modems kunnen volgens Hiber wel tien jaar met een batterij doen, al voegt het bedrijf er wel aan toe dat dat van veel omstandigheden afhankelijk is. In de satelliet zit ook zo’n modem dat de informatie opslaat tot het moment dat de satelliet over één van de grondstations van Hiber vliegt. Op dat moment worden de data naar beneden gezonden en naar de eigenaar gestuurd.

©PXimport

Daar ligt het grote verschil met grote breedbandnetwerkconstellaties zoals die van SpaceX. De berichten op het Hiber-netwerk kunnen maximaal 1.400 bits zijn, waarvan 248 gereserveerd zijn voor een timestamp en het ID van het modem. Kleine binaire berichtjes dus, in plaats van complexe grote datapakketten. Hiberband is bedoeld om zulke kleine signaaltjes naar het modem te sturen, niet om op te internetten.

Op papier klinken de toepassingen beperkt, maar Hiber heeft over klanten niet te klagen. Boeren uit Tanzania gebruiken de communicatie om neerslag te meten. In Indonesië houden visserijen hun schepen in de gaten via Hiberband. Engelen ziet vooral in die sectoren veel mogelijkheden. “Smart agriculture, de visserij, logistiek … er zijn zó veel toepassingen waar dingen gemeten moet worden. Dat kun je allemaal automatiseren. We zien nog iedere dag nieuwe toepassingen waar we zelf nog niet eens over hadden nagedacht.”

Beter dan zendmasten

Nieuwe toepassingen of niet, Engelen is niet helemaal verrast door het succes. Waar sommige soortgelijke netwerken nog weleens last hebben van het fenomeen ‘oplossing zoekt naar een probleem’, heeft Hiber veel onderzoek gedaan naar mogelijke toepassingen. “We zijn eerst naar mogelijke klanten toegegaan en hebben gevraagd: ‘Waar heb je problemen mee als het gaat om je bereikbaarheid?’ Daar komt dan uit dat ze vaak overal ter wereld beschikbaar willen zijn en dat de hardware weinig energie mag verbruiken.”

Er zijn verschillende manieren om zo’n netwerk aan te bieden. “Je kunt in principe ook overal zendmasten neerzetten”, zegt Engelen. “Maar ja, dat is duur en bijna niet te doen.” Als je het zo bekijkt, zijn satellieten helemaal niet zo’n gek idee. “We bouwen niet zozeer een satellietnetwerk, dat is niet ons einddoel. We bouwen een globale communicatie-infrastructuur en satellieten zijn dan simpelweg de beste manier om dat te doen.”

©PXimport

Hiber speelt in op een recente trend in de ruimtevaart waarbij satellieten steeds kleiner en daarmee goedkoper worden. Een decennia of twee geleden waren kunstmanen nog peperduur en hightech, en daardoor eigenlijk alleen beschikbaar voor grote bedrijven of instituten zoals NASA of ESA. Inmiddels is dat niet meer het geval. Er is meer concurrentie in de lanceermarkt waardoor prijzen dalen en de technologie wordt steeds compacter. Daardoor kunnen bedrijven steeds makkelijker een kleine satelliet bouwen die weliswaar beperkt is in functie, maar ook veel goedkoper is.

Daar maakt Hiber nu ook gebruik van. In december werden de eerste twee satellieten gelanceerd, aan boord van respectievelijk een Indiase GSLV-raket en een Falcon 9-raket van SpaceX. “Die sturen een grote satelliet naar boven en wij kunnen meeliften in de extra ruimte in die raket”, zegt Engelen. Het bedrijf ontwikkelde de satelliet zelf, maar besteedt de bouw ervan uit aan het onfortuinlijk genaamde ISIS Space in Delft.

Uitdagingen

“Het bouwen én lanceren van een satelliet kost ons op dit moment één miljoen euro”, zegt Engelen. “Dat is al relatief weinig, maar in de toekomst verwachten we dat dat nog verder daalt. De kosten van lanceringen gaan bijvoorbeeld snel omlaag.”

Engelen mag het belang van de satellieten dan wel wegwuiven, echt makkelijk is het bouwen ervan niet, geeft hij toe. “Als je met satellieten werkt, loop je natuurlijk wel tegen nieuwe problemen aan waar je misschien eerst niet bij stilstond. Ze moeten bijvoorbeeld tegen zowel heel hoge als heel lage temperatuur kunnen. En de apparatuur binnenin moet daartegen worden beschermd. Maar dat verandert allemaal niet dat een satelliet gewoon een computer met wat zonnepanelen is.”

Hibers satellieten vliegen op zo’n 600 kilometer hoogte, een ‘low Earth orbit’ oftewel lage omloopbaan. Dat heeft volgens Engelen zijn voordelen. “Je kunt je satellieten kleiner maken en ze verliezen minder radiosignaal over korte afstanden. De degradatie van de satelliet zelf is ook een stuk minder, want er is door het elektromagnetisch veld van de aarde veel minder straling.” En, ook niet onbelangrijk, de kosten om iets naar een lage aardbaan te lanceren, zijn een stuk lager dan wanneer je naar een hogere baan gaat.

©PXimport

Veel andere netwerkconstellaties (zoals gps, dat bestaat uit 24 satellieten) is Hibers netwerk al operationeel vanaf één enkele satelliet. Klanten kunnen er dan al mee aan de slag, al moeten ze wel veel geduld hebben. De wachttijd (latency) is namelijk zo’n 16 uur. Dat is hoe lang het duurt voordat de satelliet over dezelfde plaats heen vliegt. Hoe meer satellieten Hiber kan lanceren, hoe lager die wachttijd wordt. “Voor sommige klanten is 16 uur voldoende, anderen vinden dat te traag voor hun toepassingen. Een idealere wachttijd zou volgens Engelen eerder twee uur of zelfs een kwartier zijn, maar het bedrijf wil in de toekomst zelfs naar een dienst toe die informatie in realtime kan verzenden.

De reden dat Hiber toch nu al lanceert, heeft weinig te maken met technologische obstakels. Het is een puur economische beslissing. “Voor dit soort diensten geldt: wie het eerst is, bepaalt de markt”, zegt Engelen. “We kunnen best verder ontwikkelen, nieuwe en betere features toevoegen, maar je weet dan niet of iemand eerder op de markt komt als jij. Wij willen liever gewoon beginnen voor de eerste groep mensen, en daarna van hen leren waar ze verder behoefte aan hebben. En omdat de dienst aanvankelijk zo simpel is, is-ie ook relatief goedkoop voor onze klanten.”

Toekomstbestendig

Dat is ook de reden dat de dienst van het bedrijf nog lang niet af is. “We hoeven niet per se te beginnen met de beste techniek. Je kunt beter techniek bouwen die je makkelijker kunt laten doorgroeien naar verschillende diensten die je misschien in de toekomst nog gaat aanbieden.” Die toekomstbestendigheid is een belangrijker pijler voor het bedrijf. Volgens Engelen zit er een ‘gelaagdheid’ in zowel de satellieten als de modems waardoor ze in de toekomst makkelijker uit te bouwen zijn.

Een belangrijke ontwikkeling daarin is volgens Engelen dat de satellieten niet alleen backward compatible zijn, maar ook forward compatible. “Dat betekent dat alle hardware die nu op de grond actief is, zoals modems en grondstations, ook werken met toekomstige satellieten. Als we in de toekomst een nieuwe, betere satelliet lanceren, dan werkt die ook gewoon met wat je hier op aarde gebuikt.”

Dat is volgens Engelen een flinke stijlbreuk met hoe de traditionele satellietindustrie werkt. “Dat is een industrie waar satellieten een levensduur hebben van zo’n 15 jaar. Ze zijn duur en hangen vaak ook op een grotere hoogte, waardoor je ze niet zomaar kunt upgraden. Daardoor kun je ook niet zomaar de infrastructuur op aarde veranderen, omdat die dan mogelijk niet meer werkt met het bestaande netwerk.”

©PXimport

Die compatibiliteit gaat over zowel hardware als software. Engelen noemt zowel de satellieten als de modems ‘softwaredefinieerbare platformen’. “We kunnen ons hele netwerk herconfigureren als we willen. Als we willen, kunnen we zelfs van frequentie veranderen. Nu zitten we nog op de S-band, maar als we straks in andere banden mogen kunnen we de hardware makkelijk verplaatsen.”

In de toekomst moeten de bestaande features niet alleen verbeteren, maar er moeten ook nieuwe bij komen. Nu mikt Hiber op een uursdienst, waarbij ieder uur een satelliet komt overgevlogen. Klanten kunnen dan verschillende abonnementen afsluiten, bijvoorbeeld om ook daadwerkelijk ieder uur data te versturen, of juist iedere zes of zelfs 24 uur. Engelen wil uiteindelijk ook naar een realtime-dienst toe, waarbij een modem in theorie altijd in contact kan staan met de kunstmanen. “Dat betekent simpel gezegd: meer satellieten”.

Belangrijker is nog dat de satellieten in de toekomst ook opdrachten aan de modems kunnen geven. Nu kan er alleen binaire data van en naar de modems worden gezonden, maar is er niet veel meer communicatie met de modems mogelijk. In de toekomst kunnen de satellieten ook commando’s sturen naar een specifiek modem, zodat gebruikers bijvoorbeeld de instellingen van een modem op afstand kunt veranderen. Dan hoef je er niet fysiek naartoe – handig omdat de modems vaak op afgelegen plekken staan. Technisch is dat overigens al wel mogelijk (op die manier worden bijvoorbeeld firmware-updates verstuurd), maar Hiber biedt het nog niet als dienst aan klanten aan.

In het verlengde daarvan speelt Hiber volgens Engelen met het idee om navigatie-data toe te voegen aan de data. “Als je coördinatiemetingen wilt hebben in je data, dan moet je nu nog een gps-ontvanger gebruiken. Dat kost juist weer veel stroom. Maar als je een netwerk van satellieten boven de aarde hebt, kun je die data ook gebruiken om te bepalen waar je bent.” Het nadeel daarvan zijn wel dat beperkte aantal bits en bytes dat je tot je beschikking hebt.

Levensduur

Hiber verwacht dat de satellieten een kleine drie jaar blijven werken. Aan het einde van hun levensduur worden ze vervangen met een nieuwe generatie. Die wordt krachtiger, sneller en efficiënter.

Drie jaar klinkt kort voor een satelliet. Engelen geeft toe dat de satellieten inderdaad wel wat langer meekunnen, maar dat dat niet efficiënt is voor het bedrijf. “Wij schrijven ze na drie jaar af. Tegen die tijd wil je wel een keer nieuwe hardware. Je chips raken dan verouderd en je wilt een efficiëntere architectuur kunnen maken. Net als met computers moet je meegroeien met de technologie.”

Het is niet alleen de interne technologie die veroudert na die tijd. Ook de satelliet zelf degradeert na een paar jaar in de ruimte. “Het silicium van de zonnepanelen wordt dan bijvoorbeeld minder goed. Tegen die tijd is het brandstofgebruik niet meer zo efficiënt. Je wilt gewoon nieuwe tech hebben, je moet het niet eindeloos willen rekken.”

▼ Volgende artikel
Waarom een robotmaaier ook bij een klein gazon uitkomst biedt
© Vladyslav
Huis

Waarom een robotmaaier ook bij een klein gazon uitkomst biedt

Heb je een kleine tuin met een stukje gras en twijfel je of een robotmaaier wel zin heeft? In dit artikel ontdek je waarom juist een klein gazon verrassend veel baat kan hebben bij een slimme maaier. Van gebruiksgemak tot geluidsniveau en gazonkwaliteit: we nemen alle voordelen én overwegingen onder de loep.

In dit artikel lees je:
  • Waarom een robotmaaier ook in een kleine tuin het verschil maakt
  • Hoe moderne maaiers omgaan met krappe hoekjes en obstakels
  • Wat de voordelen zijn op het gebied van gemak, geluid en duurzaamheid
  • Of de investering zich loont bij een klein gazon
  • Hoe een robotmaaier je gras gezonder houdt zonder afval

Je ziet ze steeds vaker zoemend over het gazon: compacte robotmaaiers die op eigen houtje het gras kort houden. Ideaal voor mensen met een groot perceel, zou je denken. Maar ook in de stad, waar tuinen vaak krap en onregelmatig zijn, kan zo'n slimme tuinhulp verrassend goed uit de verf komen. Toch vragen veel mensen zich af: is dat nu echt nodig voor een gazonnetje van een paar vierkante meter? In dit artikel onderzoeken we of een robotmaaier ook in een kleine tuin z'n waarde bewijst, en voor wie dat dan vooral interessant is.

Ook aan de robotmaaier?

Hier staan de beste voor je op een rijtje!

Klein gazon, groot gemak

Wie een kleine tuin heeft, denkt al snel dat grasmaaien een klusje van niks is. Even dat oude elektrische maaiertje van zolder halen, het verlengsnoer afrollen en klaar ben je. Maar in de praktijk blijkt het vaak nét iets lastiger. De maaier staat achter in de schuur, de snoeren zitten in de knoop, of het gras is alweer te lang tegen de tijd dat je eraan toe komt. En dan hebben we het nog niet eens over het opruimen van het maaisel en het gesleep met de groene bak.

Juist in zo'n situatie komt een robotmaaier tot zijn recht. Die draait zijn rondjes op vaste momenten – automatisch, zonder dat je ernaar om hoeft te kijken. Omdat hij steeds een klein beetje afmaait, blijft je gazon continu op lengte en zie je nooit meer van die halfvergane sprieten tussen de tegels. Het gemak is groot, ook al is het oppervlak klein.

Wist je dat…
  • …een robotmaaier gemiddeld 50–100 kWh per jaar verbruikt? Dat is minder dan een waterkoker.
  • …sommige modellen via een app te bedienen zijn, zelfs vanaf je vakantieadres?
  • …het continue maaien zorgt voor een gazon dat dikker en groener wordt?
  • …er modellen zijn die automatisch terugkeren naar hun laadstation bij regen?
  • …je het gras niet meer hoeft op te ruimen, omdat het versnipperde maaisel voeding voor je gazon wordt?

Wendbaar in smalle tuinen

Een veelgehoorde twijfel is of robotmaaiers wel overweg kunnen met krappe, onregelmatige tuinen vol bloembakken, tuinmeubilair of smalle doorgangen. Maar de techniek staat niet stil: moderne modellen zijn verrassend wendbaar en compact, en kunnen doorgangen van slechts 60 centimeter breed zonder moeite nemen. Sommige modellen maken gebruik van begrenzingsdraden, andere werken met gps of slimme sensoren. Hoe dan ook: een goed ingestelde maaier weet na een paar ritten precies waar hij wel en niet moet zijn.

Heb je een tuin die uit meerdere stroken of hoekjes bestaat, dan zijn er modellen die meerdere zones aankunnen. En dankzij bots- en tilsensoren rijdt de maaier keurig om bloemperken en obstakels heen. Voorwaarde is wel dat je het juiste type kiest voor jouw situatie, en daar wringt soms de schoen: niet elk model is even geschikt voor kleine of complexe tuinen. Maar wie zich goed laat informeren, ontdekt dat er juist voor dit soort tuinen verrassend veel mogelijk is.

©Michelle Hebel

Stilte en zelfstandigheid

In een dichtbebouwde omgeving is geluid een belangrijke factor. Niemand zit te wachten op het gehuil van een benzinemaaier op zaterdagochtend of het gezoem van een snoeischaar terwijl je net op je terras zit. Een robotmaaier biedt hier uitkomst: die doet zijn werk bijna geruisloos. Zo stil zelfs, dat je hem probleemloos 's nachts kunt laten maaien zonder dat jij, je buren of de vogels er wakker van liggen.

Daar komt nog bij dat een robotmaaier volledig zelfstandig werkt. Of je nu aan het werk bent, op vakantie of gewoon lekker in je hangmat ligt, het gras wordt gewoon gemaaid. Vooral voor mensen die wat minder mobiel zijn of simpelweg niet meer de energie hebben om elke week met een maaier in de weer te zijn, is dat een groot voordeel. Geen gesleep, geen gedoe en tóch een verzorgde tuin.

Ook interessant: Zo kies je een robotmaaier die past bij jouw tuin

Duurder dan een handmaaier, maar ook waardevoller

Een robotmaaier is geen goedkope aanschaf. Voor een degelijk instapmodel betaal je al snel zo'n 600 euro, en voor de betere varianten loopt dat op richting de 1000. Voor een klein gazonnetje lijkt dat misschien buiten proportie, zeker als je het vergelijkt met een handmaaier van een paar tientjes. Maar die vergelijking is niet helemaal eerlijk. Een robotmaaier is meer dan een gebruiksvoorwerp: het is een dienstverlener die je tijd, energie en fysieke inspanning bespaart. Tel daarbij op dat je geen gras hoeft op te vangen, geen benzine of verlengsnoeren meer nodig hebt, en nauwelijks onderhoud hebt, en de balans valt opeens heel anders uit.

Voor veel mensen geldt bovendien: als je het eenmaal gewend bent, wil je nooit meer zonder. Je tuin is altijd netjes, het gras is gelijkmatig gemaaid en je hoeft nooit meer te denken: o ja, het gras moet ook nog.

©Alex_Tr

Beter voor het gras, beter voor de tuin

Wat veel mensen niet weten, is dat een robotmaaier ook zorgt voor een gezonder gazon. Omdat hij vaak en heel kort maait, valt het maaisel meteen terug tussen de grassprieten. Dat werkt als natuurlijke bemesting, waardoor je gras voller, groener en weerbaarder wordt tegen droogte. Dit zogenaamde 'mulchen' zorgt voor een duurzamer tuinbeheer en voorkomt bovendien dat je gras moet afvoeren. Duurzaamheid en waterbeheer worden nu eenmaal steeds belangrijker, en dan is zoiets een mooie bonus.

Conclusie: verrassend logisch, zelfs in een kleine tuin

Een robotmaaier in een kleine stadstuin klinkt misschien als overkill. Maar wie verder kijkt dan het oppervlak, ontdekt een stille kracht: altijd paraat, altijd precies en verrassend efficiënt. Zeker als je comfort zoekt, weinig tijd hebt of niet meer elke week met een maaier wilt zeulen, is het een investering die zichzelf dubbel en dwars terugbetaalt. Niet zozeer in geld, maar vooral in gemak, rust en plezier. En dat is goud waard, toch?

▼ Volgende artikel
Dit zijn dé BBQ-trends voor 2025: van oervuur tot slimme grills
© Halfpoint
Huis

Dit zijn dé BBQ-trends voor 2025: van oervuur tot slimme grills

Natuurlijk, een kipsateetje of hamburger blijft het goed doen op de barbecue. Maar wie meer wil, kan zich vast helemaal vinden in de barbecue-trends die dit jaar populair zijn. Van koken op open vuur tot wereldsmaken: de barbecue verandert mee met de tijd – en dat proef je.

Barbecue-trends 2025 in het kort: ♨️ Koken op open vuur ♨️ Technologie op de grill ♨️ Wereldsmaken op het rooster ♨️ Duurzamer barbecueën ♨️ Meer plantaardig op de grill ♨️ Zoete afsluiters

Lees ook: Houtskool, elektrisch, gas of kamado: welke barbecue past bij jou?

Koken op open vuur

Barbecueën zonder poespas wint terrein. Terug naar het vuur, letterlijk. Steeds meer mensen kiezen voor koken op hout of houtskool, zonder gas of stekkers. Het vraagt wat oefening, maar geeft een intense smaak en een ambachtelijke sfeer. Denk aan gietijzeren pannen boven smeulende kolen of een stuk vis in een zelfgebouwde vuurplaats. Oergezellig én smaakvol.

Technologie op de grill

Aan de andere kant zie je ook het tegenovergestelde: hightech barbecues met wifi, apps en automatische temperatuurregeling. Vooral pellet grills zijn in trek. Die gebruiken houtpellets als brandstof en houden de temperatuur constant, zodat je rustig achterover kunt leunen. Ideaal voor wie wil grillen zonder stress, maar wel met smaak.

De skillet doet volop mee Een skillet is een zware gietijzeren pan met een steel, zonder antiaanbaklaag. Je gebruikt 'm rechtstreeks op het rooster van je barbecue of in het vuur. Door het dikke materiaal blijft de hitte lang hangen en gaart alles gelijkmatig. Deze pan is inmiddels vaste prik bij veel buitenkoks. In 2025 zie je 'm vaker, juist omdat hij zo goed past bij de trend van vuurkoken en gevarieerder grillen. Groenten, kazen, eieren of desserts? In een skillet lukt het allemaal, zonder dat je iets tussen het rooster verliest. Hij houdt de warmte lang vast, kan direct in het vuur en gaat jarenlang mee. Functioneel én duurzaam.

©Aleksei Isachenko

Wereldsmaken op het rooster

De barbecue wordt steeds internationaler. Klassiekers als saté en hamburgers maken ruimte voor gerechten met een twist. Spareribs met gochujang, geroosterde aubergine met tahin, of kip met ras el hanout. Deze mix van keukens levert verrassende combinaties op – ga vooral lekker experimenteren!

Duurzamer barbecueën

Ook bij de barbecue zie je dat duurzaamheid steeds belangrijker wordt. Houtskool uit verantwoord bosbeheer, minder wegwerpartikelen en vaker lokaal en seizoensgebonden inkopen. Herbruikbare accessoires vervangen aluminium bakjes en houten prikkers. En wie kiest voor plantaardige gerechten, verkleint zijn ecologische voetafdruk nog verder.

Skillet nodig?

Bekijk het aanbod

Meer plantaardig op de grill

Barbecueën zonder vlees is allang geen uitzondering meer. Groenten krijgen een hoofdrol: bloemkool, maïskolven, paddenstoelen, paprika, allemaal gaan ze direct op het rooster of in een gietijzeren schaal. Vleesvervangers zijn er in alle soorten en smaken, van burgers tot worstjes. De barbecue wordt daardoor breder inzetbaar – ook als je geen vlees eet.

©sai-chan

Zoete afsluiters

Tot slot: desserts van de barbecue. Gegrilde ananas, gebakken banaan of marshmallows tussen twee biscuitjes (s'mores). Ook cakes of broodpudding in een skillet doen het goed. Daarmee sluit je een barbecue niet alleen warm, maar ook origineel af.

S'mores van de barbecue Leg per persoon twee biscuitjes klaar, een stuk chocolade (bijvoorbeeld melk of puur) en een grote marshmallow.

  1. Rooster de marshmallow boven de barbecue tot hij goudbruin en zacht is.
  2. Leg een stukje chocolade op een biscuitje.
  3. Zet de warme marshmallow erop en dek af met het tweede biscuitje.
  4. Druk licht aan zodat de chocolade smelt.
  5. Even laten afkoelen (voor zover je dat redt), en genieten maar. Je kunt de chocolade ook vervangen door bijvoorbeeld een karamelsnoepje of een lik hazelnootpasta.

Conclusie

In 2025 barbecue je minder op routine en meer met aandacht. Dat kan met een zelfgestookt vuurtje of een slimme grill, zolang het maar draait om smaak, delen en ontdekken!