ID.nl logo
Huis

Hoe Hiber Global internet vanuit de ruimte wil bieden

Met veel kabaal, rook en vuur steeg eind vorig jaar een raket van SpaceX op. De Falcon 9 bracht niet één, maar tientallen kleine satellieten omhoog. Die trend naar kleine zogeheten ‘cubesats’ biedt mogelijkheden voor veel nieuwe start-ups, waaronder eentje uit Nederland. Hiber Global wil met kunstmaantjes een wereldwijd netwerk bouwen.

De satelliet is afkomstig van Hiber Global, een start-up die drie jaar geleden ontstond. Het is een mooie mijlpaal voor het bedrijf: het is het eerste commerciële bedrijf uit Nederland dat zelfstandig een satelliet heeft weten te lanceren. Geen geringe prestatie.

Toch is dat voor Hibers medeoprichter en CTO Maarten Engelen niet het belangrijkste. Hij wuift de satellieten weg als slechts een onderdeel van zijn bedrijf. “Een middel, geen doel”, noemt hij het. Het doel is geen satellietnetwerk zoals bedrijven als SpaceX of TelSat dat willen. Zij werken aan constellaties van honderden of zelfs duizenden kleine satellieten die internet naar de aarde moeten sturen. Zo kunnen ze gebieden bereiken waar normaal geen gsm-verbinding te vinden is. Dat is niet wat de Hiber-1 moet doen.

Hiber wil weliswaar een wereldwijd dekkend netwerk opzetten, maar ook dat netwerk is niet te vergelijken met wat SpaceX wil. Het wordt geen breedbandnetwerk voor (mobiel) internet, maar een eigen netwerk genaamd Hiberband LPGAN. Het is een low-power-netwerk waarbij gebruikers kleine datasetjes kunnen versturen naar een modem. Het is eerder vergelijkbaar met low-range-netwerken (LoRa) dan met breedband, zegt Engelen. Op zulke netwerken wordt de data over een lage bandbreedte verstuurd, waardoor ze veel verder kunnen reiken en minder stroom nodig hebben.

Hij ziet een grote toekomst voor zulke netwerken. “Smartphones hebben radicaal veranderd hoe we met elkaar communiceren. We zien een soortgelijke shift op apparaatniveau: je kunt straks data verzenden, waar je ook bent, onder welke omstandigheden dan ook, of er nou een gsm-netwerk is of niet. In de toekomst komt er ruimte voor apparaten met een minimaal stroomverbruik, die met alleen een accu héél lang meekunnen.”

Hiberbrand-netwerk

Vooral dat minimale stroomverbruik is belangrijk en het is wat Hibers netwerk anders maakt dan de meeste andere netwerken. Het Hiberband-netwerk bestaat uit een modem voor de gebruiker en een satelliet in een baan om de aarde. Gebruikers kunnen het modem inzetten om korte signalen naar de satelliet te sturen. Die signalen komen van een sensor die op het modem wordt aangesloten, waarmee bijvoorbeeld neerslag of weersomstandigheden kunnen worden gemeten.

De data worden opgeslagen in het modem van Hiber, dat vervolgens in ‘winterslaap’ gaat. Daar zit het geheim van Hiber en dat is ook waar de naam (afgeleid van hibernation) vandaan komt. Het modem blijft in winterslaap totdat één van de satellieten van Hiber komt overgevlogen. “Ze weten precies waar de satellieten zich bevinden en kunnen dus precies op het juiste moment wakker worden, en weer in slaap vallen als de satelliet weer buiten bereik is. Daardoor verbruiken ze bijna geen stroom”, zegt Engelen.

De modems kunnen volgens Hiber wel tien jaar met een batterij doen, al voegt het bedrijf er wel aan toe dat dat van veel omstandigheden afhankelijk is. In de satelliet zit ook zo’n modem dat de informatie opslaat tot het moment dat de satelliet over één van de grondstations van Hiber vliegt. Op dat moment worden de data naar beneden gezonden en naar de eigenaar gestuurd.

©PXimport

Daar ligt het grote verschil met grote breedbandnetwerkconstellaties zoals die van SpaceX. De berichten op het Hiber-netwerk kunnen maximaal 1.400 bits zijn, waarvan 248 gereserveerd zijn voor een timestamp en het ID van het modem. Kleine binaire berichtjes dus, in plaats van complexe grote datapakketten. Hiberband is bedoeld om zulke kleine signaaltjes naar het modem te sturen, niet om op te internetten.

Op papier klinken de toepassingen beperkt, maar Hiber heeft over klanten niet te klagen. Boeren uit Tanzania gebruiken de communicatie om neerslag te meten. In Indonesië houden visserijen hun schepen in de gaten via Hiberband. Engelen ziet vooral in die sectoren veel mogelijkheden. “Smart agriculture, de visserij, logistiek … er zijn zó veel toepassingen waar dingen gemeten moet worden. Dat kun je allemaal automatiseren. We zien nog iedere dag nieuwe toepassingen waar we zelf nog niet eens over hadden nagedacht.”

Beter dan zendmasten

Nieuwe toepassingen of niet, Engelen is niet helemaal verrast door het succes. Waar sommige soortgelijke netwerken nog weleens last hebben van het fenomeen ‘oplossing zoekt naar een probleem’, heeft Hiber veel onderzoek gedaan naar mogelijke toepassingen. “We zijn eerst naar mogelijke klanten toegegaan en hebben gevraagd: ‘Waar heb je problemen mee als het gaat om je bereikbaarheid?’ Daar komt dan uit dat ze vaak overal ter wereld beschikbaar willen zijn en dat de hardware weinig energie mag verbruiken.”

Er zijn verschillende manieren om zo’n netwerk aan te bieden. “Je kunt in principe ook overal zendmasten neerzetten”, zegt Engelen. “Maar ja, dat is duur en bijna niet te doen.” Als je het zo bekijkt, zijn satellieten helemaal niet zo’n gek idee. “We bouwen niet zozeer een satellietnetwerk, dat is niet ons einddoel. We bouwen een globale communicatie-infrastructuur en satellieten zijn dan simpelweg de beste manier om dat te doen.”

©PXimport

Hiber speelt in op een recente trend in de ruimtevaart waarbij satellieten steeds kleiner en daarmee goedkoper worden. Een decennia of twee geleden waren kunstmanen nog peperduur en hightech, en daardoor eigenlijk alleen beschikbaar voor grote bedrijven of instituten zoals NASA of ESA. Inmiddels is dat niet meer het geval. Er is meer concurrentie in de lanceermarkt waardoor prijzen dalen en de technologie wordt steeds compacter. Daardoor kunnen bedrijven steeds makkelijker een kleine satelliet bouwen die weliswaar beperkt is in functie, maar ook veel goedkoper is.

Daar maakt Hiber nu ook gebruik van. In december werden de eerste twee satellieten gelanceerd, aan boord van respectievelijk een Indiase GSLV-raket en een Falcon 9-raket van SpaceX. “Die sturen een grote satelliet naar boven en wij kunnen meeliften in de extra ruimte in die raket”, zegt Engelen. Het bedrijf ontwikkelde de satelliet zelf, maar besteedt de bouw ervan uit aan het onfortuinlijk genaamde ISIS Space in Delft.

Uitdagingen

“Het bouwen én lanceren van een satelliet kost ons op dit moment één miljoen euro”, zegt Engelen. “Dat is al relatief weinig, maar in de toekomst verwachten we dat dat nog verder daalt. De kosten van lanceringen gaan bijvoorbeeld snel omlaag.”

Engelen mag het belang van de satellieten dan wel wegwuiven, echt makkelijk is het bouwen ervan niet, geeft hij toe. “Als je met satellieten werkt, loop je natuurlijk wel tegen nieuwe problemen aan waar je misschien eerst niet bij stilstond. Ze moeten bijvoorbeeld tegen zowel heel hoge als heel lage temperatuur kunnen. En de apparatuur binnenin moet daartegen worden beschermd. Maar dat verandert allemaal niet dat een satelliet gewoon een computer met wat zonnepanelen is.”

Hibers satellieten vliegen op zo’n 600 kilometer hoogte, een ‘low Earth orbit’ oftewel lage omloopbaan. Dat heeft volgens Engelen zijn voordelen. “Je kunt je satellieten kleiner maken en ze verliezen minder radiosignaal over korte afstanden. De degradatie van de satelliet zelf is ook een stuk minder, want er is door het elektromagnetisch veld van de aarde veel minder straling.” En, ook niet onbelangrijk, de kosten om iets naar een lage aardbaan te lanceren, zijn een stuk lager dan wanneer je naar een hogere baan gaat.

©PXimport

Veel andere netwerkconstellaties (zoals gps, dat bestaat uit 24 satellieten) is Hibers netwerk al operationeel vanaf één enkele satelliet. Klanten kunnen er dan al mee aan de slag, al moeten ze wel veel geduld hebben. De wachttijd (latency) is namelijk zo’n 16 uur. Dat is hoe lang het duurt voordat de satelliet over dezelfde plaats heen vliegt. Hoe meer satellieten Hiber kan lanceren, hoe lager die wachttijd wordt. “Voor sommige klanten is 16 uur voldoende, anderen vinden dat te traag voor hun toepassingen. Een idealere wachttijd zou volgens Engelen eerder twee uur of zelfs een kwartier zijn, maar het bedrijf wil in de toekomst zelfs naar een dienst toe die informatie in realtime kan verzenden.

De reden dat Hiber toch nu al lanceert, heeft weinig te maken met technologische obstakels. Het is een puur economische beslissing. “Voor dit soort diensten geldt: wie het eerst is, bepaalt de markt”, zegt Engelen. “We kunnen best verder ontwikkelen, nieuwe en betere features toevoegen, maar je weet dan niet of iemand eerder op de markt komt als jij. Wij willen liever gewoon beginnen voor de eerste groep mensen, en daarna van hen leren waar ze verder behoefte aan hebben. En omdat de dienst aanvankelijk zo simpel is, is-ie ook relatief goedkoop voor onze klanten.”

Toekomstbestendig

Dat is ook de reden dat de dienst van het bedrijf nog lang niet af is. “We hoeven niet per se te beginnen met de beste techniek. Je kunt beter techniek bouwen die je makkelijker kunt laten doorgroeien naar verschillende diensten die je misschien in de toekomst nog gaat aanbieden.” Die toekomstbestendigheid is een belangrijker pijler voor het bedrijf. Volgens Engelen zit er een ‘gelaagdheid’ in zowel de satellieten als de modems waardoor ze in de toekomst makkelijker uit te bouwen zijn.

Een belangrijke ontwikkeling daarin is volgens Engelen dat de satellieten niet alleen backward compatible zijn, maar ook forward compatible. “Dat betekent dat alle hardware die nu op de grond actief is, zoals modems en grondstations, ook werken met toekomstige satellieten. Als we in de toekomst een nieuwe, betere satelliet lanceren, dan werkt die ook gewoon met wat je hier op aarde gebuikt.”

Dat is volgens Engelen een flinke stijlbreuk met hoe de traditionele satellietindustrie werkt. “Dat is een industrie waar satellieten een levensduur hebben van zo’n 15 jaar. Ze zijn duur en hangen vaak ook op een grotere hoogte, waardoor je ze niet zomaar kunt upgraden. Daardoor kun je ook niet zomaar de infrastructuur op aarde veranderen, omdat die dan mogelijk niet meer werkt met het bestaande netwerk.”

©PXimport

Die compatibiliteit gaat over zowel hardware als software. Engelen noemt zowel de satellieten als de modems ‘softwaredefinieerbare platformen’. “We kunnen ons hele netwerk herconfigureren als we willen. Als we willen, kunnen we zelfs van frequentie veranderen. Nu zitten we nog op de S-band, maar als we straks in andere banden mogen kunnen we de hardware makkelijk verplaatsen.”

In de toekomst moeten de bestaande features niet alleen verbeteren, maar er moeten ook nieuwe bij komen. Nu mikt Hiber op een uursdienst, waarbij ieder uur een satelliet komt overgevlogen. Klanten kunnen dan verschillende abonnementen afsluiten, bijvoorbeeld om ook daadwerkelijk ieder uur data te versturen, of juist iedere zes of zelfs 24 uur. Engelen wil uiteindelijk ook naar een realtime-dienst toe, waarbij een modem in theorie altijd in contact kan staan met de kunstmanen. “Dat betekent simpel gezegd: meer satellieten”.

Belangrijker is nog dat de satellieten in de toekomst ook opdrachten aan de modems kunnen geven. Nu kan er alleen binaire data van en naar de modems worden gezonden, maar is er niet veel meer communicatie met de modems mogelijk. In de toekomst kunnen de satellieten ook commando’s sturen naar een specifiek modem, zodat gebruikers bijvoorbeeld de instellingen van een modem op afstand kunt veranderen. Dan hoef je er niet fysiek naartoe – handig omdat de modems vaak op afgelegen plekken staan. Technisch is dat overigens al wel mogelijk (op die manier worden bijvoorbeeld firmware-updates verstuurd), maar Hiber biedt het nog niet als dienst aan klanten aan.

In het verlengde daarvan speelt Hiber volgens Engelen met het idee om navigatie-data toe te voegen aan de data. “Als je coördinatiemetingen wilt hebben in je data, dan moet je nu nog een gps-ontvanger gebruiken. Dat kost juist weer veel stroom. Maar als je een netwerk van satellieten boven de aarde hebt, kun je die data ook gebruiken om te bepalen waar je bent.” Het nadeel daarvan zijn wel dat beperkte aantal bits en bytes dat je tot je beschikking hebt.

Levensduur

Hiber verwacht dat de satellieten een kleine drie jaar blijven werken. Aan het einde van hun levensduur worden ze vervangen met een nieuwe generatie. Die wordt krachtiger, sneller en efficiënter.

Drie jaar klinkt kort voor een satelliet. Engelen geeft toe dat de satellieten inderdaad wel wat langer meekunnen, maar dat dat niet efficiënt is voor het bedrijf. “Wij schrijven ze na drie jaar af. Tegen die tijd wil je wel een keer nieuwe hardware. Je chips raken dan verouderd en je wilt een efficiëntere architectuur kunnen maken. Net als met computers moet je meegroeien met de technologie.”

Het is niet alleen de interne technologie die veroudert na die tijd. Ook de satelliet zelf degradeert na een paar jaar in de ruimte. “Het silicium van de zonnepanelen wordt dan bijvoorbeeld minder goed. Tegen die tijd is het brandstofgebruik niet meer zo efficiënt. Je wilt gewoon nieuwe tech hebben, je moet het niet eindeloos willen rekken.”

▼ Volgende artikel
Review LG 65QNED91T6A - Kan hij  tippen aan de concurrentie?
Huis

Review LG 65QNED91T6A - Kan hij tippen aan de concurrentie?

QNED, het antwoord van LG op quantum dots, wordt toegepast in deze miniled lcd-tv. Dit type televisie is inmiddels erg populair geworden, ook in het subtop- en middensegment van het tv-aanbod. Heeft deze LG 65QNED91T6A genoeg in huis om de concurrentie de baas te blijven?

Uitstekend
Conclusie

De 65QNED91T6A kan zijn miniled-beloftes niet echt waarmaken. Het aantal zones in de achtergrondverlichting is vrij laag, waardoor er maar een beperkte verbetering van het contrast is. Ook op het gebied van piekhelderheid scoort hij niet overdreven goed. Als we naar concurrenten in deze categorie kijken, zoals Hisense of TCL, dan bieden die meer zones, beter contrast en meer piekhelderheid. LG slaat de plank verder ook mis door reclame op het Home-scherm toe te laten, dat zetten we onverbiddelijk uit. Ondanks die beperking levert de tv nog voldoende contrast en piekhelderheid, en gecombineerd met een ruim kleurbereik en zeer goede beeldverwerking levert dat alsnog erg mooie beelden. De tv is op zijn best in verlichtte woonkamer. Hij ondersteunt Dolby Vision, maar geen HDR10+. LG vangt dat uitstekend op door zijn eigen dynamische tonemapping. Dat illustreert dat goede beeldverwerking net zo belangrijk als puur contrast of piekhelderheid. WebOS is een prima smart tv-systeem met ruim aanbod apps en functies en nu ook met de garantie voor vijf jaar nieuwe versies voor het OS. De prijs is wat ons betreft echter nog iets te hoog.

Plus- en minpunten
  • Voldoende piekhelderheid en goed contrast
  • Mooie HDR-beelden in HDR10 en Dolby Vision
  • Te weinig zones voor een miniled
  • Advertenties op het Home-scherm
  • Beperkte kijkhoek

OVER DIT TOESTEL

  • Adviesprijs: 1.799 euro
  • Wat: Ultra HD 4K 120 Hz Full Array miniled QNED LCD-tv met lokale dimming
  • Schermformaat: 65 inch (164 cm)
  • Aansluitingen: 4x HDMI (4x v2.1 (48 Gbps), ARC/eARC, ALLM, VRR, QMS), 2x USB, 1x optisch digitaal uit, 2x antenne, WiFi 5 (802.11ac), ethernet, Bluetooth 5.1, WiSA
  • Extra’s: HDR10, HLG, Dolby Vision IQ, Dolby Atmos, WebOS 24, AirPlay 2, USB/DLNA-mediaspeler, DVB-T2/C/S2, CI+-slot, Alpha 8 processor
  • Afmetingen: 1452 x 907 x 285 mm (incl. voet)
  • Gewicht: 35,0 kg (incl. voet)
  • Verbruik (per 1000 uur): SDR 84 kWh (E) / HDR 167 kWh (G)

ENERGIELABEL

MEER INFORMATIE

Deze LG-televisie past perfect in het rijtje van moderne, prima afgewerkte televisies die we dit jaar al vaker voorbij zagen komen. Het toestel is vrij slank dankzij het profiel van slechts 45mm, heeft een mooie metaalkleurige rand rondom en een vlakke rug. Aan de zijdes is de rug zoals bij de meeste toestellen wat afgeschuind. De centrale voet biedt geen verschillende draaiposities, maar het scherm staat desondanks toch 7cm hoog boven het tv-meubel, zodat een soundbar goed onder het scherm past. Het enige echt opvallende kenmerk? Het toestel is relatief zwaar, namelijk 35kg inclusief voet.

De tv beschikt over vier HDMI-poorten die allemaal de maximale HDMI 2.1-bandbreedte van 48Gbps bieden. Dat is nog steeds vrij zeldzaam, maar is wel goed nieuws voor gamers met meerdere high-end gaming-bronnen. Er is ondersteuning voor ALLM, 4K120 en VRR (AMD FreeSync en NVIDIA G-Sync) en op één poort kun je ARC/eARC gebruiken. De input-lag is iets hoger dan bij de oled-modellen, maar blijft zeer goed, 17,0ms (4K60) en 7,6ms (2K120). Wie de tv wil uitbreiden met draadloze luidsprekers, kan gebruik maken van het WiSA-protocol (Wireless Speaker and Audio Association). Je bent wel beperkt tot 2.1-configuraties, een WiSA surround-opstelling is dan helaas niet mogelijk.

Niet alle minileds zijn gelijk

Het gebruik van minileds voor de achtergrondverlichting is iets waar fabrikanten graag mee uitpakken, maar het resultaat per merk en model kan sterk uiteenlopen. Minileds verdelen de achtergrondverlichting in meer segmenten dan wanneer er gewone leds worden toegepast. Het aantal zones kan sterk verschillen, van 100 tot meer dan 1.000. Dat heeft uiteraard impact op de prestaties wat betreft contrast en helderheid.

Deze LG heeft een achtergrondverlichting met 16x10 (160) zones, en dat is vandaag de dag toch redelijk weinig. Concurrenten zitten in dit segment al op 1.500 zones. Het eigen contrast van het VA-paneel is goed, 4.800:1, maar met dat beperkt aantal zones stijgt dat nauwelijks naar 5.000:1, en dat is vooral ook omdat LG erg voorzichtig is met de dimming. Op eenvoudigere testen kan dit wel naar 35.000:1 stijgen. Naar een reden hoeven we niet ver te zoeken, agressief dimmen met zo weinig zones maakt de zonegrenzen zichtbaar, ook omdat ze soms wat traag reageren. Dat stoort erg en hierdoor is een vage halo rond heldere voorwerpen op een donkere achtergrond dan ook onvermijdelijk.

©LG Electronics

Ook op het vlak van helderheid doet de LG op veel vlakken onder voor de concurrentie. Op een 10% venster meten we in de goed gekalibreerde HDR Filmmaker mode 1.099 nits, en op het volledig wit beeld haalt hij nog 644 nits. Dat was twee jaar geleden weliswaar nog acceptabel, maar nu concurrenten vlot over de 2.000 nits gaan, is dat toch wat te beperkt. Het kleurbereik scoort wel uitstekend, daar meten we 95% P3.

Toch heeft LG nog een sterke troef in handen, namelijk de uitstekende kalibratie af fabriek. De Filmmaker mode is zowel in SDR als HDR bijzonder goed gekalibreerd. Dat betekent dat je kunt rekenen op veel schaduwnuances, een neutrale grijsschaal en mooie, natuurlijke kleurweergave. Met HDR10-beeld kan LG’s dynamische tone mapping prachtige resultaten opleveren en daarmee maakt de tv het beste van zijn kleurbereik en helderheid. Witnuances en intense kleuren worden uitstekend bewaard. Alleen heel donkere HDR10-scènes lijden wat onder het beperkte aantal zones, die beelden worden iets té donker. De QNED91 ondersteunt ook Dolby Vision, maar geen Dolby Vision IQ zoals bij de oled-modellen.

Uitstekende beeldverwerking

Naast een uitstekende kalibratie toont deze LG ook sterke prestaties voor beeldverwerking. Dat dankt de tv aan zijn Alpha 8-processor die verbeterd werd met eigenschappen en functies die vorig jaar nog exclusief voor de Alpha 9-processor waren. We kunnen zelfs zeggen dat de LG geen echte zwakke plekken meer heeft. Deinterlacen van 1080i-beelden zoals die van live tv, doet hij prima zodat je zelden nog een gekartelde rand ziet. Upscaling en ruisonderdrukking maken van oudere content mooie 4K-beelden, al kun je van oudere videocontent zoals dvd’s geen wonderen verwachten. Via een superresolutie-bewerking kan de tv wat fijn extra detail toevoegen, dat werkt goed voor HD-materiaal, maar kan bij dvd’s bijvoorbeeld wel voor een wat overbewerkt resultaat zorgen. De ruisonderdrukking kan ook kleurstroken in zachte gradiënten wegnemen.

©LG Electronics

Een lcd-paneel heeft minder bewegingsscherpte dan een oled-paneel, en dus maskeert het fijn detail in snelle actiescènes. Bewegende voorwerpen hebben soms een wazige rand of tonen een beperkt sleepspoor. LG biedt met Motion Pro verschillende opties om dat te elimineren, maar introduceren op hun beurt juist weer andere problemen, dus deze functie kun je beter uit laten staan. Heb je een hekel aan schokken in het beeld wanneer de camera snel beweegt, activeer dan de Trumotion-functie. Zeker voor sport is dat prettig, maar voor film blijft het vaak een kwestie van smaak.

Degelijke audio

De QNED91 is uitgerust met een 2.2-systeem van 40 watt, en ondersteuning voor Dolby Atmos en DTS:X. Onze filmfragmenten klonken prima met een aangename warme klank en een vleugje ruimtelijkheid. Die echte surround sound-ervaring kan je uit dit soort systeem niet halen, zelfs niet met ondersteuning voor de modernste audioformaten. Dat AI niet altijd de juiste resultaten geeft, werd hier bevestigd. De tv heeft een AI-Pro mode voor geluid, maar die klonk erg slecht, zeker voor muziek. In de muziek audiomode konden we het resultaat wél waarderingen, als loop je daar wel tegen beperkingen aan wanneer je voor hardere muziekgenres zoals metal kiest. Met het volume op ongeveer driekwart hoor je de woofer trillen in het chassis en gaat de bas uit de bocht. Al bij al een degelijk resultaat, in lijn met deze categorie. 

WebOS 24, helaas met reclame

De smart tv-omgeving van LG, WebOS, heeft veel goede punten. Zo vind je nagenoeg alle streaming-apps op dit platform, zowel internationaal als lokaal. Daarnaast heeft LG op de 2024-versie van webOS naast Airplay 2 ook Google Cast geïmplementeerd zodat je vanaf je smartphone, Android of iOS, moeiteloos content naar de tv kunt streamen. Apps en andere functies zijn gegroepeerd in zogeheten Quick Cards, zodat je gemakkelijk bepaalde functies kunt terugvinden.

©Eric Beeckmans | ID.nl

Er zijn Quick Cards voor Thuis-hub, Sport, Thuiskantoor, Games, Muziek, Toegankelijkheid en sinds kort ook voor Leren en Groeien. De lay-out van WebOS zelf is vrij eenvoudig en ook redelijk compact zodat je niet nodeloos hoeft te scrollen om iets te vinden. De Magic Remote van LG waarmee je een cursor bestuurt door naar het scherm te wijzen blijft ook een belangrijke factor in het gebruiksgemak. Aangezien smart tv-platformen nog steeds evolueren is het ook erg fijn om te weten dat LG nu vijf jaar lang de nieuwste versie van WebOS op je tv belooft te plaatsen. In dit overzichtsartikel vind je alle info over webOS.

Toch heeft LG wat ons betreft een foute beslissing genomen. De fabrikant toont namelijk nu reclame op het Home-scherm, en die reclame is in tegenstelling tot bij andere fabrikanten niet beperkt tot content, maar kan bijvoorbeeld ook een sportwinkel of automerk tonen. Dat is echt wel het laatste wat we willen. Zelfs de screensaver kan reclame tonen (al zagen daar gelukkig alleen LG’s eigen LG Channel-dienst). Je kunt de reclame uitschakelen via de instellingen, iets dat we dan ook van harte aanraden.

Conclusie

De 65QNED91T6A kan zijn miniled-beloftes niet echt waarmaken. Het aantal zones in de achtergrondverlichting is vrij laag, waardoor er maar een beperkte verbetering van het contrast is. Ook op het gebied van piekhelderheid scoort hij niet overdreven goed. Als we naar concurrenten in deze categorie kijken, zoals Hisense of TCL, dan bieden die meer zones, beter contrast en meer piekhelderheid. LG slaat de plank verder ook mis door reclame op het Home-scherm toe te laten, dat zetten we onverbiddelijk uit.

Ondanks die beperking levert de tv nog voldoende contrast en piekhelderheid, en gecombineerd met een ruim kleurbereik en zeer goede beeldverwerking levert dat alsnog erg mooie beelden. De tv is op zijn best in verlichtte woonkamer. Hij ondersteunt Dolby Vision, maar geen HDR10+. LG vangt dat uitstekend op door zijn eigen dynamische tone mapping. Dat illustreert dat goede beeldverwerking net zo belangrijk als puur contrast of piekhelderheid. WebOS is een prima smart tv-systeem met ruim aanbod apps en functies en nu ook met de garantie voor vijf jaar nieuwe versies voor het OS. De prijs is wat ons betreft echter nog iets te hoog.

▼ Volgende artikel
Virtuele webcams: special effects voor je videogesprekken
Huis

Virtuele webcams: special effects voor je videogesprekken

Je bent aan het videobellen, maar de achtergrond ziet er slordig uit. Of misschien wil je tussendoor een kort filmpje tonen, het beeld optimaliseren of opfleuren met enkele effecten. Software die je als virtuele webcam gebruikt, maakt dit en nog veel meer mogelijk.

In dit artikel stellen we enkele virtuele webcam-applicaties aan je voor:

  • FineCam
  • ManyCam
  • OBS Studio

Lees ook: Geen pottenkijkers meer! Zo schakel je de webcam uit

Er zijn al langer applicaties beschikbaar waarmee je filters, effecten en virtuele achtergronden aan je videogesprek toevoegt. De populaire mobiele app Snapchat was een van de eerste. Met uitgebreide filters en lenzen kun je in realtime beelden aanpassen. Je geeft jezelf bijvoorbeeld kattenoren of verandert de omgeving. Snapchat gebruikt Augmented Reality (AR) om digitale elementen over echte beelden te plaatsen.

Inmiddels heeft ook Artificiële Intelligentie (AI) zijn intrede gedaan om effecten nauwkeurig op bewegende gebruikers toe te passen. Videoconferentietools zoals Teams en Zoom, gebruiken AI. Denk aan machinelearning-technologieën en convolutionele neurale netwerken. Daarmee is de gebruiker van zijn achtergrond te scheiden en kan er een virtuele achtergrond worden getoond. Een green screen is niet meer nodig.

In het gratis Microsoft Teams start je bijvoorbeeld een videogesprek via Nu vergaderen / Vergadering starten. Als je op Meer en Achtergrondeffecten klikt, kun je uit tientallen achtergronden kiezen of je achtergrond vervagen. Via Nieuwe toevoegen importeer je een specifieke achtergrond, bijvoorbeeld ontworpen door een AI-beeldgenerator.

Mogelijkheden

Virtuele webcams kun je gebruiken om speciale effecten, filters en grafische overlays aan je live-video toe te voegen, of om de achtergrond te vervagen of te vervangen. Als de gebruikte software dit toelaat, kun je ook afbeeldingen of andere video’s als webcam-uitvoer gebruiken. Zo kun je bijvoorbeeld je computerscherm delen. Tijdens je live-gesprek of -stream wissel je dan tussen video’s, afbeeldingen en zelfs verschillende camera’s, zoals een HDMI-camera die je gebruikelijke videoconferentietool mogelijk niet als (web)camera herkent.

Dit alles maakt dat virtuele webcam-software niet alleen leuk is voor persoonlijk gebruik, maar ook efficiëntere videoconferenties in een zakelijke context, of professionelere videostreams naar platforms als YouTube Live en Twitch mogelijk maakt. Je kunt zelfs de camera van je smartphone als webcam gebruiken. Dat is handig als je een optimaal beeld wilt hebben of als je computer niet over een webcam beschikt.

DroidCam Heb je geen webcam op je pc en wil je alleen je mobiele telefoon als webcam gebruiken tijdens live-videoconferenties? Dan kun je het gratis DroidCam gebruiken, beschikbaar in de officiële appstore van zowel Android als Apple. Op de website van de makers vind je ook een desktopclient voor Linux en Windows. Gebruik eventueel versie 6.x als versie 7.0 nukkig doet, zoals op onze pc.

Start de mobiele app en de desktop-client op. Zorg dat beide apparaten met hetzelfde netwerk zijn verbonden. Op je mobiele app zie je een ip-adres en poortnummer. Beide voer je in op je desktop-app (bijvoorbeeld 192.168.0.165 met standaardpoort 4747). Start daarna je videoconferentie-software en selecteer DroidCam als webcam. In Teams start je bijvoorbeeld een videovergadering, klik je op Meer en kies je Instellingen / Apparaatinstellingen. Bij zowel Microfoon als Camera selecteer je DroidCam (bijvoorbeeld Source 2 of Source 3). Wil je HD-resolutie? Dan heb je de betaalde Pro-versie van DroidCam nodig (ongeveer 5 euro).

Geen webcam? Met Droidcam maak je een virtuele webcam van je mobiele apparaat.

Applicaties

Er zijn verschillende programma’s voor virtuele webcams. In dit artikel focussen we ons op software die onder Windows draait en ook beschikbaar is als mobiele app. Op die manier kun je je smartphone of tablet als webcam gebruiken. Populaire applicaties zijn onder meer FineCam en ManyCam, die we beide kort voorstellen. Daarnaast besteden we aandacht aan een gratis opensource-alternatief: OBS Studio. Met deze tool combineer je meerdere videobronnen en creëer je scènes en overgangen. Dit maakt het bij uitstek geschikt voor live-streaming en schermopnames. OBS Studio ondersteunt bovendien een virtuele webcamfunctie, waardoor je OBS-uitvoer in videoconferentie-apps kunt gebruiken.

FineCam: set-up

Download FineCam. Met een druk op Install zet je de software op je pc. De gratis versie heeft een watermerk in de video. Wil je deze weg hebben? Dan heb je de betaalde Pro-versie nodig. Deze kost eenmalig zo’n 60 euro en ondersteunt ook resoluties van 1080p en hoger.

Na het opstarten kun je via het pijlknopje linksboven je aangesloten webcam selecteren. Een andere optie is om een mobiel Apple- of Android-apparaat te kiezen. Je moet dan wel de mobiele app van FineCam op dit apparaat draaien. Als het apparaat met hetzelfde netwerk is verbonden, druk je op de mobiele app op Connect en bevestig je met Agree in de desktop-app om een verbinding te maken. Het camerabeeld verschijnt dan direct in het applicatievenster.

FineCam: configuratie

FineCam kun je op verschillende manieren aansturen. We beperken ons tot de opties die ook in de gratis versie beschikbaar zijn. Zo kun je bijvoorbeeld het camerabeeld verplaatsen over de achtergrond, maar niet schalen. Bovenaan vind je knoppen om in- en uit te zoomen, het beeld te keren of te roteren en de vorm in te stellen, zoals Rectangle of Circle. Met Adjustment onderaan optimaliseer je de licht- en kleurinstellingen met schuifregelaars, zoals Brightness, Contrast, Saturation en White Balance.

Je kunt ook op Filter klikken om een van de ruim dertig vooraf ingestelde beeldweergaves te selecteren. Is je eigen fysieke achtergrond niet geschikt voor videobellen? Kies dan via Background uit twintig virtuele achtergronden. Of ontwerp je eigen achtergrond door bij AI Generated Background een prompt voor de AI-beeldgenerator in te voeren.

Kies je via Theme een lay-out waarbij je eigen webcambeeld niet het volledige scherm bedekt, dan kun je met Content tegelijkertijd andere inhoud tonen. Denk aan een webpagina, applicatievenster, video (ook via een YouTube-url), iPhone-beeld, PowerPoint-presentatie, tekst of eigen foto. In je videoconferentietool selecteer je FineShare FineCam om de virtuele camera te gebruiken. Mogelijk moet je nog bevestigen met de blauwe knop Virtual Camera rechtsonder in FineCam.

ManyCam: set-up

FineCam bevat ook de knop Multi-scenes waarmee je meerdere virtuele opzetten klaarzet en snel schakelt. Helaas is deze functie alleen beschikbaar in de Pro-versie. Een goed alternatief is dan ManyCam voor Windows en macOS. De betaalde versies zijn er vanaf ongeveer 45 euro per jaar. Je hebt dan geen watermerk en meer effecten, hogere resoluties (full HD tot 4K) en meerdere simultane videobronnen.

We beperken ons hier tot de gratis versie mét watermerk. Start de tool en klik op de plusknop in het hoofdvenster. In het uitklapvenster bij Camera’s selecteer je de gewenste (web)cam. In het rechtervenster kun je allerlei beeldinstellingen aanpassen, zoals Zoomen, Corner Radius, Ondoorzichtigheid en diverse opties bij Color Adjustment.

ManyCam: configuratie

In de gratis versie van ManyCam kun je maximaal twee presets klaarzetten, elk met verschillende beelden en instellingen. Klik op de plusknop in het tweede vakje onderaan het camerabeeld. Je kunt nu een andere camera selecteren of kiezen uit diverse opties, zoals Afbeeldingen en video’s, PowerPoint, PDF, YouTube URL en Desktop. Bij meerdere beeldschermen kun je zelf aangeven welk scherm je live wilt tonen. Andere opties zijn hier onder meer Gebied onder cursors (handig voor het volgen van je muisbewegingen) en App-venster. Net als bij FineCam kun je hier ook een mobiel apparaat gebruiken, waarmee je smartphone of tablet als webcam werkt.

Een preset verwijder je eenvoudig via het prullenbakicoon. Met het knopje met de drie puntjes stel je een visueel overgangseffect in bij het schakelen tussen presets. Er zijn nog vele andere effecten beschikbaar via de toverstaf bovenaan. Kies uit verschillende rubrieken, zoals GIFS (druk op het plusknopje om eigen afbeeldingen te gebruiken), Animals, Emojis en Face Accessories. Via Asset Store download je extra items.

OBS Studio: set-up

Zowel FineCam als ManyCam zijn gebruiksvriendelijke programma’s, maar helaas zijn de mogelijkheden in de gratis versies beperkt en wordt je video ontsierd door een watermerk. Een volledig gratis alternatief is OBS Studio. Download de tool (beschikbaar voor Windows, macOS en Linux) en installeer deze. Bij de opstart merk je al snel dat er veel functies zijn. We beperken ons hier tot enkele leuke opties voor het gebruik van een virtuele camera.

Allereerst controleer je de videoresolutie. Klik rechtsonder op Instellingen en open de rubriek Video. Stel de Basisresolutie bij voorkeur in op die van je monitor (bijvoorbeeld 1920x1080 en 16:9). De Uitvoerresolutie stel je normaal gesproken op dezelfde waarden in, tenzij je videoconferentietool andere waarden voorstelt. Bevestig met OK.

Linksonder in het hoofdvenster merk je dat OBS Studio al één scène heeft aangemaakt. Rechtsklik op deze scène en noem deze bijvoorbeeld Virtuele webcam. Nu moet je natuurlijk nog de gewenste bronnen aan je virtuele webcambeeld toevoegen.

OBS Studio: bronnen

Standaard heeft OBS Studio al één bron toegevoegd: Vensteropname. Je mag deze selecteren en met het prullenbakicoon verwijderen. Druk vervolgens op de plusknop en kies Video opname-apparaat om je fysieke webcam toe te voegen. Kies Nieuwe maken en geef deze als naam bijvoorbeeld Mijn webcam. Bevestig met OK en kies de juiste webcam bij Apparaat. Resolutie/FPS Type staat standaard op die van het apparaat, maar je kunt hier ook Aangepast kiezen. Klik op Video Instellen om allerlei beeldinstellingen te optimaliseren.

Na je bevestiging met OK verschijnt het webcambeeld op je canvas en kun je dit met de muis verplaatsen, roteren en schalen. Dit is vooral interessant als je nog andere content (bronnen) wilt toevoegen. Klik op (De)activeren om de video in één keer zichtbaar of onzichtbaar te maken.

Voor extra content klik je op het plusknopje bij Bronnen en voeg je onderdelen toe zoals Afbeelding, Beeldschermopname, Browser, Diashow, Vensteropname (van een nader te bepalen app) of Mediabron (om bijvoorbeeld een eigen videobestand te tonen). Elk van de toegevoegde bronnen kun je vervolgens positioneren en schalen op je canvas.

Wil je snel kunnen afwisselen tussen een beeld waarin je zelf prominent op de voorgrond staat met een applicatievenster verkleind op de achtergrond, en andersom? Maak dan twee scènes aan. Klik met rechts op je eerste scène, kies Dupliceren en noem deze bijvoorbeeld Applicatie (webcam). Vervolgens schaal je de objecten (bronnen) van de andere scène naar wens. Klik ook met rechts op zo’n object, want er zijn nog veel meer opties. Zo kun je bijvoorbeeld via Volgorde / Naar boven verplaatsen een object in één keer naar de voorgrond halen.

OBS Studio: camera

Vanuit ditzelfde contextmenu kun je nog veel andere bewerkingen uitvoeren. Bij Transformeren bijvoorbeeld vind je opties om het geselecteerde beeld te spiegelen of te draaien, en bij Filters kun je via de plusknop allerlei beeldeffecten toepassen.

Hoe krijg je de klaargemaakte scènes uit OBS Studio in je videoconferentie-app? Dit is wellicht eenvoudiger dan je denkt. Druk rechtsonder in OBS Studio op Start virtuele camera en selecteer in de videoconferentie-app OBS Virtual Camera (bij Skype bijvoorbeeld via Instellingen / Audio en Video, in het uitklapmenu bij Camera). De scène die op dat moment binnen OBS Studio actief is, komt nu in beeld. Een scène-wissel is niet moeilijker dan in OBS Studio de gewenste scène te selecteren.

Onder het camerabeeld bij Scène-overgangen kun je bovendien een transitie-effect instellen dat bij een scène-wissel ook binnen je videoconferentie-app te zien zal zijn. Je kunt op elk moment op Stop virtuele camera drukken om de videostream vanuit OBS Studio te onderbreken.