ID.nl logo
Gratis foto's bewerken met Photoshop-alternatief GIMP
Huis

Gratis foto's bewerken met Photoshop-alternatief GIMP

Photoshop mag dan wel het bekendste programma voor professionele fotobewerking zijn, het is ook stevig aan de prijs. Wij kijken daarom liever naar een geheel gratis alternatief met vergelijkbare mogelijkheden, zeker in combinatie met enkele uitstekende plug-ins: GIMP.

GIMP staat voor GNU Image Manipulation Program, wat meteen verraadt dat de toepassing beschikbaar is voor GNU/Linux. Of beter gezegd ‘ook beschikbaar’, want deze opensource-applicatie draait net zo makkelijk op besturingssystemen als macOS en Windows.

In dit artikel gaan we met de Windows-versie aan de slag, maar de werking en functionaliteit zijn op alle ondersteunde platformen goed vergelijkbaar. We installeren de tool, wijzen je de weg naar enkele handige hulpbronnen en tonen je hoe je een en ander naar je hand zet. De focus van dit artikel ligt verder op het installeren van enkele extra’s die GIMP voor de veeleisende gebruiker nog boeiender maken.

Installatie

Je vindt GIMP op www.gimp.org, waar je de Download-sectie opent. Als het goed is, heeft de site je besturingssysteem correct gedetecteerd en verschijnen enkele geschikte download-knoppen. Zo kun je de Windows-versie ophalen via BitTorrent of van de Microsoft Store, maar wij verkiezen Download GIMP <versienummer> directly. In ons geval was dit versie 2.10.32. Het downloadbestand is behoorlijk fors (meer dan 250 MB), maar dat komt omdat die naast een reeks standaardplug-ins ook een installer bevat voor zowel Windows 32 bit als 64 bit. Een dubbelklik op het exe-bestand volstaat om de juiste variant voor je Windows-systeem te installeren.

Klik op Aanpassen als je zelf de installatiemap wilt installeren en wilt beslissen welke onderdelen je mee op schijf wilt zetten. Standaard staat Volledige installatie ingesteld en tenzij je redenen hebt om bepaalde componenten niet mee te installeren, kun je dit gerust zo laten.

Je zult merken dat er automatisch ook een aantal plug-ins wordt geïnstalleerd en bij het opstarten wordt geïnitialiseerd. Als het goed is verschijnt even later het fraaie programmavenster van GIMP, standaard in donkere themakleuren.

Lees ook:Foto bewerken? Tips voor 22 gratis programma's

Je hoeft niet noodzakelijk voor een volledige installatie te gaan.

Hulpbronnen

GIMP is een (semi-)professionele fotobewerkingstool met een behoorlijke leercurve, en dus is alle hulp welkom. Die vind je in eerste instantie in de menubalk bij Help. Druk je op F1 dan duikt het venster van de GIMP-hulpbrowser op. Deze haalt zijn informatie online op en werkt (daardoor) behoorlijk traag.

Je kunt deze hulpbron echter ook lokaal opslaan. Ga naar de Download-sectie op de GIMP-site, scrol tot bij Dutch, haal het helpbestand op en installeer het met een dubbelklik. (Her)start GIMP, ga naar het menu Bewerken en kies Voorkeuren. Open de rubriek Interface / Hulpsysteem en kies in het uitklapmenu bij Gebruikershandleiding de optie Een lokaal geïnstalleerde kopie gebruiken; de taal stel je in op Nederlands [nl] – hoewel er ook veel onvertaalde stukken in de helpfunctie zijn. Bij Te gebruiken hulpbrowser kun je Hulpbrowser voor GIMP geselecteerd laten, tenzij je hiervoor je eigen browser verkiest. Bevestig met OK.

Je kunt in GIMP ook contextgevoelige hulp oproepen. Druk hiervoor op Shift+F1, zodat de cursor in een vraagteken verandert en klik hiermee bijvoorbeeld op een tool in de gereedschapskist. Je krijgt nu feedback over die tool te zien.

Ook handig in de Help-sectie is Zoek een functie en voer deze uit (of gebruik de sneltoets /). Het volstaat hier een (deel van een) functienaam in te tikken, zoals Verscherp of Vervorm om suggesties aangereikt te krijgen. Met een dubbelklik op een suggestie open je het bijbehorende menu.

Het werkt sneller als je het hulpsysteem lokaal installeert.

Aanpassingen

Je hebt inmiddels gemerkt dat je via Bewerken / Voorkeuren toegang krijgt tot een dialoogvenster van waaruit je GIMP helemaal naar je hand kunt zetten. Blijkt GIMP bijvoorbeeld niet in je voorkeurstaal te verschijnen, dan pas je dit hier snel aan in de rubriek Interface, bij Taal (standaard staat hier System Language). In de rubriek Interface / Thema kun je een thema instellen. Naast de standaardoptie Dark is er onder meer nog Gray en Light.

Interessant is ook Interface / Gereedschapskist, waar je door het klikken op iconen zelf bepaalt welke tools in de gereedschapskist van GIMP verschijnen. Je kunt de items hier ook verslepen als je ze liever in een andere volgorde ziet. In de rubriek Mappen kom je te weten in welke mappen GIMP gaat zoeken naar bijvoorbeeld Patronen, Paletten, Penselen en Plug-ins.

GIMP laat zich gewillig aanpassen – tot de samenstelling van de gereedschapskist toe.

Plug-ins

Je hebt intussen vast al ondervonden dat GIMP heel wat functies aan boord heeft (www.kwikr.nl/gimpintro geeft je een aardig idee), maar een slim systeem van plug-ins maakt het programma nog krachtiger. Het is weliswaar zo dat die plug-ins vroeger centraal werden bewaard, maar helaas bestaat deze ‘GIMP Plugin Registry’ niet langer en moet je dus zelf op zoek naar interessante exemplaren. Even googelen naar gimp plugins bijvoorbeeld levert al meteen talrijke hits op, maar weet wel dat nogal wat plug-ins niet langer in recentere GIMP-versies blijken te functioneren. Check dat dus even voor je zo’n plug-in installeert.

Wat de installatie van plug-ins betreft zijn er twee methodes. Sommige plug-ins bevatten een eigen installer, en die hoef je alleen maar op te starten en de verdere instructies te volgen, maar in de meeste gevallen sta je voor een meer handmatige methode. Gewoonlijk komen deze plug-ins in een zip-archief dat je eerst dient uit te pakken. Bevat de inhoud een of meer bestanden met de extensie .py, dan dien je de mapinhoud naar de Plug-ins-map van GIMP te kopiëren. Gaat het om bestanden met de extensie .scm, dan kopieer je die naar de Scripts-map.

De locatie van deze mappen vind je als volgt. Start GIMP op en kies Bewerken / Voorkeuren. Ga naar de rubriek Mappen, vouw deze uit en dubbelklik op Plug-ins of Scripts. In het rechterpaneel verneem je de juiste locatie, die telkens begint met C:\Users.

We sluiten dit artikel af met een drietal plug-ins die we zelf indrukwekkend goed vinden.

Een blik in onze GIMP plug-inmap (met overwegend py-bestanden).

Darktable

GIMP is een uitstekende fotobeheerder die vlot overweg kan met formaten als png, jpg, tiff, psd en zelfs heic, maar helaas is er zo goed als geen ondersteuning voor ongecomprimeerde raw-foto’s met extensies als dng, arw, nef, cr2 en cr3. Gelukkig los je dit euvel snel op met een extra plug-in als RawTherapee en darktable, die beide veel functies uit Adobe Photoshop en Lightroom combineren. Darktable vinden we gebruiksvriendelijker en nemen we hier dus als voorbeeld.

Darktable was al op ons systeem geïnstalleerd toen we GIMP installeerden en we stelden vast dat GIMP de darktable plug-in niet correct initialiseerde. Gelukkig viel dit snel op te lossen: GIMP afsluiten, darktable de-installeren, opnieuw downloaden en installeren.

Darktable is een losstaand programma, maar het handige is wel dat het automatisch opent wanneer je in GIMP een raw-formaat selecteert. Zodra je darktable weer afsluit (na overigens non-destructieve aanpassingen), verschijnt de aangepaste foto automatisch in GIMP voor verdere bewerkingen.

Zodra je een raw-foto opent, start automatisch de ‘plug-in’ darktable op voor raw-optimalisaties.

G’MIC

De plugin G’MIC, wat staat voor GREYC’s Magic for Image Computing, is van een geheel andere orde dan darktable. G’MIC is namelijk een indrukwekkende verzameling van meer dan vijfhonderd filters waarmee je snel allerlei effecten op je foto’s kunt toepassen. Het gaat niet zomaar om wat Instagram-filters, genre klik-en-klaar, maar om heuse filters die je vaak heel nauwkeurig kunt afstellen, niet zelden met schuifbalken. Het gaat om zeer uiteenlopende filters, van filmische effecten tot warp-vervormingen.

Voor je de plug-in installeert kun je die online al even uittesten op https://gmicol.greyc.fr: upload een foto, klik op Select filter, kies een geschikt filter uit, en gaan met die banaan.

Je vindt het offline programma van G’MIC op www.gmic.eu, via de Download-knop. Voor (de GIMP-versie van) Windows haal je het exe-bestand op en installeer je dit met een dubbelklik, nadat je GIMP hebt afgesloten.

Wanneer je GIMP na de installatie weer opstart, pikt die de plug-in automatisch op. Je gaat er als volgt mee aan de slag. Open eerst een willekeurig fotobestand in GIMP, ga vervolgens naar Filters en kies G’MIC QT. Er verschijnt een nieuw dialoogvenster met een voorbeeldweergave van je foto en maar liefst twintig verschillende filterrubrieken. Zodra je een rubriek uitvouwt, komen de bijbehorende filters beschikbaar en wanneer je een filter selecteert, verschijnt een paneel met alle instelopties. Je ziet het effect meteen in de voorbeeldweergave. Klik op Toepassen of op OK om de wijzigingen door te zetten.

G’MIC bezit een indrukwekkend arsenaal aan filters, die je bovendien nauwgezet kunt aansturen.

Resynthesizer

Het overkomt je vast ook weleens: je neemt een foto en pas achteraf merk je een of ander storend object in het plaatje op. Gommen dus, maar het liefste zo dat de omringende achtergrond onmerkbaar de plaats inneemt van het verdwenen object. In Photoshop-speak heet dit ‘content aware fill’.

GIMP ontbeert zo’n geavanceerde tool, maar er bestaat een uitstekende plug-in voor: Resynthesizer. Surf naar www.kwikr.nl/resynt en dubbelklik op het bestand README.md. In dit document klik je op de link install Resynthesizer for Windows en vervolgens op An archive of the resynthesizer plugin for Windows. Dit brengt je naar een Download-knop voor een zip-bestand (van slechts 42 kb). Pak dit uit naar een lege map en kopieer de volledige inhoud (met een dozijn bestanden) naar de plug-ins-map van GIMP, zoals beschreven in de alinea ‘Plug-ins’.

(Her)start GIMP zodat de plug-in wordt geïnitialiseerd. Haal een foto op waaruit je een storend object wilt verwijderen en maak gebruik van (bijvoorbeeld) de lasso-tool om dit gebied te selecteren. Ga vervolgens naar Filters en kies Verbeteren / Heal selection. Pas eventueel de parameters aan in het dialoogvenster en bevestig met OK. Het storende element is verdwenen.

Tip: Bestel ook de cursus smartphone-fotografie

Een snelle healing-sessie en de bal is weg!

Fotograferen als een pro?

Bol.com verkoopt een breed scala aan flitsende camera's
▼ Volgende artikel
Zo verhelp je in maximaal 10 stappen je wifi-problemen in Windows 11
© lalafinaa | Plaifah - stock.adobe.com
Huis

Zo verhelp je in maximaal 10 stappen je wifi-problemen in Windows 11

Veel problemen in Windows 11 hebben te maken met de wifi-verbinding. En dat is behoorlijk irritant. Geen connectie, wegvallend internet of een tergend trage verbinding? Met dit stappenplan breng je alles weer op volle snelheid.

Wat gaan we doen

In dit stappenplan werk je van simpel naar diepgaand. Je begint met snelle controles, zoals vliegtuigstand en een herstart van pc en router. Daarna ga je verder met probleemoplossers, een vers wifi-profiel en een volledige netwerkreset. Tot slot bekijk je driverproblemen, services die zijn gestopt en updates die roet in het eten gooien. Door de stappen in deze volgorde te volgen, spoor je de oorzaak gericht op en krijgt je verbinding weer de snelheid die je gewend bent.

Foutmeldingen als 'Geen internettoegang', 'Onbekend netwerk' of 'Beperkte toegang' kunnen je tot wanhoop drijven. Volg daarom dit stappenplan in de juiste volgorde.

Je gaat niet zomaar meteen je netwerk resetten als je niet eerst gecontroleerd hebt of je pc in vliegtuigmodus staat of dat het probleem eenvoudig verholpen zou zijn door de pc en de router te herstarten. Zie het als een plan van aanpak waarbij je het hoofd koel houdt. 

Lees ook: 5 redenen waarom je toe bent aan een nieuwe router

Stap 1: Check de vliegtuigstand

Controleer eerst of de wifi werkt op een andere laptop, tablet of smartphone. Heeft ook dat toestel geen verbinding, dan ligt het probleem niet aan je computer. Werkt de wifi op andere apparaten wél, kijk dan of op je pc de vliegtuigmodus per ongeluk is ingeschakeld en of de wifi-adapter aan staat. De vliegtuigmodus schakelt alle draadloze communicatie uit, zoals bluetooth en wifi. Handig in een vliegtuig of om de batterij te sparen, maar uiteraard funest voor je internetverbinding. Klik op het netwerkpictogram in het systeemvak om te zien of de vliegtuigmodus actief is. In datzelfde menu kun je ook controleren of wifi is ingeschakeld.

Controleer of je niet per ongeluk de vliegtuigstand hebt geactiveerd.

Stap 2: Start pc en router opnieuw op

Vaak is de oplossing eenvoudiger dan je denkt: herstart zowel je pc als je router. Schakel eerst de computer uit. Haal daarna de stekker van de router uit het stopcontact en wacht dertig seconden. Sluit de router weer aan en zet hem aan. Zodra alle lampjes normaal branden, start je de computer opnieuw op.

©Antonioguillem - stock.adobe.com

Je kunt ook de resetknop van de wifi-router gebruiken.

Stap 3: Probleemoplossers

Windows heeft ingebouwde probleemoplossers die je helpen bij netwerkstoringen. Open de Instellingen met Windows-toets+I. Daar klik je op Systeem en daarna op Problemen oplossen. Klik op Andere probleemoplossers. In de groep Meest voorkomende zie je de probleemoplosser voor Netwerk en Internet. Klik op Uitvoeren. Er verschijnt een pagina met de melding 'Wij helpen u bij het maken van de verbinding.' De probleemoplosser zoekt naar de oorzaak en stelt een oplossing voor, zoals wifi inschakelen, vliegtuigmodus uitschakelen, de computer opnieuw opstarten of het opnieuw instellen van de netwerkadapter. Volg de aanbevolen stappen en laat de tool je begeleiden. Na het toepassen van de suggesties is de kans groot dat je pc weer verbinding maakt met het draadloze netwerk.

Windows heeft een ingebouwde set probleemoplossers.

Tips voor een sterker wifi-signaal

Plaats de wifi-router zo centraal mogelijk in huis en niet in de buurt van grote metalen voorwerpen die het signaal verstoren. Wanneer je het verbindingsprobleem volgens dit stappenplan aanpakt, ga je dichter bij de wifi-router zitten. Met een laptop is dat eenvoudig. Hiermee sluit je alvast problemen met de afstand uit. Hoe verder je van de router bent verwijderd, hoe zwakker de sterkte van het draadloze signaal, wat zich vertaalt in verbindingsproblemen. Hou de router ook uit de buurt van apparaten die interferentie veroorzaken. Het is bekend dat magnetrons, babyfoons, draadloze telefoons en draadloze speakers het wifi-signaal verstoren omdat ze dezelfde 2,4GHz-band gebruiken, waardoor het signaal trager of instabiel kan worden. Start de router regelmatig op om het geheugen te wissen en de prestaties te verbeteren.

©lalafinaa | Plaifah - stock.adobe.com

Wanneer je verbindingsproblemen aanpakt, plaats je de laptop zo dicht mogelijk bij de wifi-router.

Stap 4: Wifi herstellen met nieuwe netwerkverbinding

Een andere manier om een onbetrouwbare wifi-verbinding te herstellen is het netwerk verwijderen en daarna opnieuw toevoegen. Open met Windows-toets+Ide Instellingen en klik op Netwerk en internet. Selecteer Wifi en klik op Bekende netwerken beheren. Selecteer het draadloze netwerk dat het probleem veroorzaakt en klik op de knop Niet onthouden. Vervolgens gebruik je de knop Netwerk toevoegen. Je geeft het nieuwe netwerk een naam en je selecteert een beveiligingstype, bijvoorbeeld WPA2-Personal AES en je voert een wachtwoord in. Vink de optie Automatisch verbinden aan en doe hetzelfde met Verbinding maken, zelfs wanneer dit netwerk niet uitzendt. Klik tot slot op Opslaan. Door van een nieuw netwerk te vertrekken, wis je automatisch verouderde of beschadigde netwerkconfiguraties en maakt Windows een frisse verbinding met het wifi-netwerk.

Verwijder het oude netwerk en begin met een nieuw netwerk.

Stap 5: Netwerk resetten

De probleemoplosser heeft het al gesuggereerd: je kunt de netwerkresetfunctie gebruiken om de netwerkadapters te verwijderen en opnieuw te installeren. Dit is een veelgebruikte oplossing voor de meeste draadloze problemen. Open de Instellingen en ga weer naar Netwerk en internet. Klik onderaan op de pagina op Geavanceerde instellingen om een overzicht van de netwerkadapters te zien. In het gedeelte Meer instellingen klik je op Netwerk opnieuw instellen. Op deze pagina gebruik je de knop Nu opnieuw instellen. Hiermee worden alle netwerkadapters verwijderd en daarna opnieuw geïnstalleerd. Ook de instellingen van andere netwerkonderdelen worden teruggezet naar de standaardwaarden. Na afloop herstart je de pc. Let op: gebruik je VPN-software, dan moet je die opnieuw installeren. Ook moet je daarna handmatig opnieuw verbinding maken met het wifi-netwerk.

Hiermee worden alle netwerkadapters verwijderd en opnieuw geïnstalleerd.

Nieuwe laptop nodig?

Bekijk nu de prijsdalers

Stap 6: Wifi-stuurprogramma verwijderen en opnieuw installeren

Een beschadigd, verouderd of incompatibel wifi-stuurprogramma kan de oorzaak zijn van de draadloze netwerkproblemen. Dit los je op door het stuurprogramma te verwijderen en opnieuw te installeren. Maak voordat je begint een herstelpunt aan (zie kader: Herstelpunt). Mocht er iets misgaan, dan kun je het systeem terugzetten naar een eerdere staat. Typ in het zoekveld van de taakbalk Apparaatbeheer en open het programma. Dubbelklik op Netwerkadapters. Klik met de rechtermuisknop op het wifi-stuurprogramma en selecteer in het contextmenu de opdracht Apparaat verwijderen. Bevestig deze opdracht in het pop-upvenster. Start de computer opnieuw. Windows zoekt automatisch naar de opgeslagen drivers op het systeem en zal die ook meteen installeren. Maak opnieuw verbinding met wifi en kijk of er verbinding is. Als het probleem verder aanhoudt, ga je voor de volgende stap.

Als je de wifi-netwerkadapter kent, kun je die verwijderen.

Wat is mijn wifi-netwerkadapter?

Meestal is het gemakkelijk om in Apparaatbeheer de wifi-netwerkadapter te vinden. Vouw Netwerkadapters uit en zoek naar een adapter met wireless of wifi in de naam, bijvoorbeeld: Intel(R) wifi 6 AX201 160MHz. Soms zie je geen naam die naar wifi of wireless verwijst. In dat geval gebruik je de opdrachtprompt om de juiste wifi-netwerkadapter te achterhalen. Druk op Windows-toets+R, typ cmd en druk op Enter. Daarna typ je het volgende commando in: netsh wlan show drivers. Vervolgens lees je de naam van de wifi-adapter en de fabrikant.

Hier is de wifi-chip Realtek RTL8822CE 802.11ac PCIe-adapter.

Herstelpunt

Met een herstelpunt kun je de computer terugzetten naar een vorige goed functionerende staat. Typ Herstelpunt als zoekterm naast de startknop. Je komt dan direct bij het tabblad Systeembeveiliging van Systeemeigenschappen. Selecteer de lokale systeemschijf in het overzicht en vervolgens klik je op de knop Configureren. Schakel in het volgende venster Systeemherstel in. Met de schuifregelaar onderaan bepaal je de hoeveelheid schijfruimte die voor de herstelpunten mag worden gebruikt. Bevestig met Toepassen en klik op OK. Terug in het vorige venster klik je op Maken. Windows vraagt welke naam je dit herstelpunt wilt geven zodat je dit later gemakkelijk kunt herkennen. Klik nog eens op de knop Maken. Je ontvangt een melding als het herstelpunt succesvol is aangemaakt. Wil je later terugkeren naar dit herstelpunt, dan open je weer Systeemeigenschappen / Systeembeveiliging. Daar gebruik je de knop Systeemherstel en dan krijg je een overzicht van de herstelpunten waarnaar je kunt terugkeren.

Je krijgt ook de datum en tijd te zien van het herstelpunt dat je kunt aanspreken.

Stap 7: Handmatig het nieuwste wifi-stuurprogramma

Heb je het wifi-stuurprogramma verwijderd en opnieuw geïnstalleerd, maar blijft het probleem bestaan? Dan kan het zijn dat Windows Apparaatbeheer niet de juiste driver heeft geïnstalleerd. Windows heeft een ingebouwde tool, Windows Update, die de drivers automatisch up-to-date moet houden, maar soms worden die driver-updates overgeslagen. Fabrikanten doen er vaak lang over om hun drivers aan Windows Update toe te voegen. En Windows Update zelf negeert soms driverupdates omdat het die als optioneel beschouwt, terwijl ze eigenlijk heel belangrijk zijn. In dat geval ga je bij de fabrikant op zoek en geef je het model van je pc in. Daarna bepaal je welke Windows-versie je hebt en of je computer 32- of 64-bits is. Ga door naar de downloadpagina van de fabrikant van het apparaat. Zoek het juiste stuurprogramma en download de driver. Soms zit de driver in een zip-bestand. Dat is een gecomprimeerd bestand, een archief dat je eerst moet uitpakken of ontzippen. In Windows doe je dat door met de rechtermuisknop op het zip-bestand te klikken en dan Alles uitpakken te selecteren. Daarna kun je het exe-bestand dubbelklikken en de instructies op het scherm volgen om het stuurprogramma te installeren. Als je computer geen internettoegang heeft, dan zoek je deze driver via een andere computer en je transporteert de exe-installer met een usb-stick om het daarna op de pc met het wifi-probleem te installeren.

Iedere fabrikant heeft zijn eigen supportpagina waar je de stuurprogramma's kunt downloaden.

⭐Consumenten testen: de TP-Link Deco BE25 WiFi 7 mesh set

Op Review.nl testen gewone consumenten de meest uiteenlopende producten. zo hebben ze ook de TP-Link Deco BE25 WiFi 7 mesh set thuis uitgebreid uitgeprobeerd. Benieuwd naar hun bevindingen? Dit is het oordeel van het Review.nl-testpanel over de TP-Link Deco BE25 WiFi 7 mesh set.

Stap 8: Schakel de WLAN AutoConfig-service in

Het systeem bevat een hulpprogramma dat het beheer van draadloze verbindingen op de achtergrond voor zijn rekening neemt: WLAN AutoConfig-service. Als deze service actief is, selecteert deze dynamisch met welk draadloos netwerk de pc automatisch verbinding maakt. Bovendien configureert deze service de nodige instellingen op de draadloze netwerkadapter. Soms kan deze door een fout niet meer goed werken. Het is zelfs mogelijk dat het foutbericht 'Windows kan de WLAN AutoConfig-service niet starten' verschijnt wanneer je een draadloze verbinding met het internet probeert te maken. Om de service in te schakelen druk je op Windows-toets+R in om het venster Uitvoeren te openen. Typ hier services.msc en klik op OK. Nu krijg je een lange lijst van services te zien. Scrol naar beneden en selecteer WLAN AutoConfig. In het contextmenu selecteer je Eigenschappen. In het tabblad Algemeen selecteer je bij Opstarttype de optie Automatisch. Daarna klik je achtereenvolgens op Toepassen, Start en OK om de wijzigingen op te slaan. Nu moet je de pc opnieuw opstarten en opnieuw verbinding trachten te maken met het draadloze netwerk om te zien of het werkt.

Reset de WLAN AutoConfig-service.

Stap 9: Geef het ip-adres vrij en leeg de DNS-cache

Kun je wel een wifi-verbinding maken, maar heb je toch geen toegang tot het internet, dan kan dit probleem veroorzaakt worden door je ip-adres of het DNS (Domain Name System). Je kunt deze instellingen resetten, zodat Windows een nieuw ip-adres opvraagt en de DNS-cache leegt. Klik op de Windows-zoekbalk en typ cmd in het zoekvak. Als resultaat verschijnt de app Opdrachtprompt en daar selecteer je de optie Als administrator uitvoeren. Nu typ of plak je de volgende 5 opdrachten één na één in opdrachtprompt en na elke opdracht druk je op Enter:

netsh winsock reset
netsh int ip reset
ipconfig /release
ipconfig /renew
ipconfig /flushdns

Als je daarmee klaar bent, herstart je en verbind je de computer opnieuw met wifi.

In de opdrachtprompt kun je het ip-adres vrijgeven en de DNS leegmaken.

Stap 10: Update verwijderen

Is het wifi-probleem ontstaan nadat je een Windows-update hebt uitgevoerd, dan kun je de recente updates verwijderen om te kijken of daarmee het probleem opgelost is. Open de Instellingen en selecteer Windows Update in het linkertabblad. Dan kun je aan de rechterkant Geschiedenis van updates bekijken en in de lijst zie je telkens wanneer de installatie van de update is uitgevoerd. Onderaan bij Verwante instellingen vind je Installatie van updates ongedaan maken. Als je daarop klikt, zie je welke updates je ongedaan kunt maken. Selecteer de update die je wilt verwijderen en klik op Installatie ongedaan maken. Klik op Ja wanneer er een dialoogvenster verschijnt. Probeer opnieuw verbinding te maken met het draadloze netwerk en te internetten.

Selecteer de update die je wilt verwijderen.

Je hebt er wél wat geduld nodig

(Koffie uit deze mok helpt)
▼ Volgende artikel
Baas over bladzijdes: plaats paginanummers waar je wilt
© Anders Beier
Huis

Baas over bladzijdes: plaats paginanummers waar je wilt

Lange documenten in Word voorzie je natuurlijk van paginanummers. Maar wat als je project begint met een voorblad en een inhoudsopgave? Dan wil je de paginanummering misschien pas later laten starten, bijvoorbeeld bij het eerste hoofdstuk. Gelukkig kun je zelf bepalen vanaf welke pagina de nummering begint en hoe die wordt weergegeven.

Stap 1: Sectie-einde

Stel dat je de paginanummering pas op pagina vier wilt laten beginnen. Plaats dan de cursor aan het einde van de tekst op de derde pagina. Ga naar het tabblad Indeling, klik op Eindemarkeringen en kies onder Sectie-einden de optie Volgende pagina. Zo voeg je een sectie-einde toe tussen pagina drie en vier.

Plaats een sectie-einde voor de pagina waar de nummering moet beginnen.

Stap 2: Ontkoppel de sectie

Klik in de kop- of voettekst van pagina vier. Je ziet nu het label Koptekst (Sectie 2) of Voettekst (Sectie 2) verschijnen. Zodra je dit doet, opent automatisch het tabblad Koptekst en voettekst. Klik op Aan vorige koppelen in de groep Navigatie om de kop- en voettekst van deze sectie los te koppelen van de vorige. Zo voorkom je dat de paginanummers ook op de eerste drie pagina’s verschijnen.

Zorg dat de optie 'Aan vorige koppelen' is uitgeschakeld voordat je nummers toevoegt.

Stap 3: Nummering plaatsen

Plaats de cursor opnieuw in de kop- of voettekst van pagina vier waar je de nummering wilt starten. Ga naar Paginanummer, kies waar je het nummer wilt tonen (bovenaan of onderaan) en kies een stijl. Je ziet nu waarschijnlijk dat pagina vier het cijfer 4 krijgt. Dat wil je aanpassen. Klik opnieuw op Paginanummer en kies Opmaak paginanummers. Selecteer hier Beginnen bij en vul het gewenste startnummer in – in dit voorbeeld: 1. Klik op OK. Nu begint de nummering pas op pagina vier, met het cijfer 1.

De eerste drie pagina’s hebben nu geen nummering. Als je die drie pagina’s door middel van Romeinse cijfers wilt nummeren, dan ga je terug naar de allereerste pagina en weer klik je op Paginanummer. Je beslist of de nummering boven- of onderaan de pagina moet komen. In het pop-up venster Opmaakpaginanummers selecteer je bovenaan de Romeinse stijl en in het vak Beginnen bij selecteer je 1.

Vanaf nu krijgt de vierde pagina het nummer 1.