ID.nl logo
De kracht van opensource
© Reshift Digital
Huis

De kracht van opensource

Wat heeft meer gebruikers dan Windows, is geheel gratis en blijft grotendeels onbekend qua ware aard? Opensource-software. Bijna iedereen heeft het in huis en op zak en gebruikt het (graag), of je dat nu weet of niet.

De lang voorspelde revolutie van Linux voor computers blijft uit, maar bijna iedereen is tegenwoordig gebruiker van opensource-software. Veel mensen weten dat niet. Veel mensen boeit dat ook niet. En dat is erg jammer, want zij onderschatten daarmee het belang en de impact van dit tech-fenomeen. We zullen je het belang van opensource-software uitleggen. Lees ook: 15 manieren om met Linux aan de slag te gaan.

Niet maar één keuze

Ten onrechte wordt opensource vaak gezien als een synoniem 'gratis software'. Hoewel opensource-software wel gratis is, is dat lang niet de volledige omschrijving. Doordat de onderliggende programmacode vrijelijk in te zien is, is opensource-programmatuur namelijk ook aan te passen, uit te breiden of juist af te slanken en af te takken. Hierdoor bestaan er - tegenover één Windows van één Microsoft - vele verschillende Linux-varianten van vele verscheidene leveranciers.

Dit betekent wel dat er veel pakketten en producten zijn die nogal op elkaar kunnen lijken. Voor nieuwkomers kan dit verwarring brengen, en critici stellen dat de veelvoud aan opensource een vorm van verspilling is. Al die tijd en moeite die wordt gestoken in het opnieuw uitvinden van een bepaald wiel had ook beter besteed kunnen worden.

Voorstanders werpen tegen dat dat nou net de kracht is van opensource: iedereen met een goed idee kan ermee aan de slag. Ontwikkeling, vooruitgang, innovatie. Er is geen sprake van vastzitten aan een bepaald ontwerp of een leverancier.

Bij opensource-software wordt niet alleen de programmatuur zelf vrijelijk gedeeld, het gaat vooral om de broncode. Dat zijn de instructies in een programmeertaal waarin programmeurs hun software schrijven voordat ze het compileren om een uitvoerbaar programma te krijgen. De broncode bestaat dus uit de bouwstenen waarmee software is gemaakt. Vergelijk het met een filmscript plus de complete notities voor de productie. Vergelijk het met alle aantekeningen over een fantasiewereld met magische ringen op basis waarvan een auteur zijn boeken heeft geschreven. Daarmee kan iedereen een boek of film namaken, bijvoorbeeld in HD-kwaliteit of met hedendaags taalgebruik. Maar iedereen kan ook zelf een vervolg maken. Of juist een eigen uitvoering met een ander, beter einde.

De details zitten in de licentie(s)

Opensource is een breed begrip. De essentie is dat onderliggende instructies van software, de zogeheten broncode, vrijelijk in te zien is. De voorwaarden voor die inzage mogen uiteenlopen, dus bestaan er verschillende soorten licenties voor opensource. De meest bekende - of beruchte - is de GPL (GNU General Public License) die een soort 'besmetting' oplegt: alle code die met GPL-code wordt gecombineerd, moet zelf ook vrijgegeven worden onder de GPL.

Flexibel

De keuze om mee te werken aan opensource-software is vaak een zeer bewuste en zelfs ideologische keuze. Ontwikkelaars waarderen dat ze direct kunnen kijken hoe een programma werkt en wat het doet, in plaats van te moeten werken met de zwarte doos die de meeste 'normale' software is. Het inzicht in de werking van programmacode maakt het ook makkelijker om erop voort te bouwen of om het juist te ontdoen van onnodige functies. Deze flexibiliteit is voor velen het begin van hun keuze voor opensource.

"Ik ben er ingegroeid", vertelt Cor Nouws, specialist in LibreOffice, een aftakking van kantoorpakket OpenOffice. "Eind vorige eeuw werkte ik als senior consultant bij een bedrijf dat Microsoft- en Lotus Notes-oplossingen deed. Het werk vond ik leuk, zowel het technische als de klanten. Maar iets sprak me niet aan in de houding van Microsoft. Je merkt gewoon dat het verdienen van veel geld meer prioriteit had dan het dienstbaar zijn naar klanten. Dat past niet bij me. Na een tijdje ben ik in OpenOffice.org gestapt, omdat 'opensource me wel wat leek'."

Alles met elkaar delen

Na die eerste stap is de bekering begonnen. Nouws vertelt: "Pas werkende ben ik erachter gekomen dat opensource echt een houding is. Het gaat om de wil om samen te werken en samen verder te komen." De link valt zó te leggen naar moderne, hippe manieren van leven en werken: crowdsourcing via Kickstarter, peer-to-peer-lenen via Peerby, ridesharing (vroeger: carpooling) via Uber, flexwerkplekken bij Spaces of Seats2meet en er zijn nog veel meer voorbeelden. Veel van dit soort initiatieven gaan niet direct voor het geld, maar voor het ruilen van sociaal kapitaal: het delen van je kennis of het aanprijzen van de genoten dienst of product. "Ik zie het ook als trend in de samenleving. Niet alleen in software is samenwerking - opensource - booming. Je ziet steeds meer netwerken, samenwerken. Een goeie zaak", lacht Nouws.

Ondanks de match met de moderne maatschappij, stamt opensource van origine uit de hippietijd. Letterlijk en figuurlijk. Niet alleen is opensource ontkiemd in de jaren zestig, met zaadjes in de jaren vijftig, het is ook duidelijk voortgevloeid uit de hippiegedachten van vrijheid en alles met elkaar delen.

Opensource alternatieven

Voor heel veel betaalde programma's bestaan opensource-alternatieven, die vaak niet onderdoen voor hun tegenhanger. Enkele voorbeelden:

Windows - Linux

Adobe Photoshop - GIMP

Bitlocker - TrueCrypt

Microsoft Office - LibreOffice

Dropbox - Owncloud

Internet Explorer - Mozilla Firefox

Outlook - Mozilla Thunderbird

WinZip - 7Zip

Windows Media Player - VLC Media Player

iOS - Android

Adobe Lightroom - RAW Therapee

©PXimport

GIMP, de tegenhanger van Adobe Photoshop.

Hergebruik dankzij reuzen

We hebben het al even genoemd: er zijn initiatieven die de broncode gebruiken voor het uitbreiden (of afslanken) van een programma (ook wel: remaken), en er zijn initiatieven die het gebruiken voor een aftakking (ook wel: forken). Daarnaast is er nog een combinatievorm mogelijk: een stuk opensource-software wordt gebruikt in of voor andere software. De vrije broncode wordt dan gebruikt om door te bouwen. Programmeurs hoeven dan het wiel niet opnieuw uit te vinden. Zij kunnen volgens goede wetenschappelijke traditie staan op de schouders van reuzen. Dit betekent dat wetenschappers - maar dus ook software-ontwikkelaars - voortbouwen op het werk van hun voorgangers.

Opensource-voorstander en -verdediger Armijn Hemel vertelt dat opensource erg geschikt is voor het delen van kennis. Hij vindt dat erg belangrijk en stelt dat het vandaag de dag essentieel is: "Vrijwel alle grote doorbraken (software, wetenschap enz.) worden gemaakt door groepen mensen die samenwerken en zelden door individuen op een zolderkamertje die in complete isolatie werken en alles van de grond af aan opbouwen. Kennisdeling en communicatie liggen aan deze successen ten grondslag. Ik kan, sterker nog: wil, me geen ander model meer voorstellen." Hemel is dankzij zijn broer en besturingssysteem FreeBSD al sinds 1994 gefascineerd door opensource. Hij is softwareconsument en is in die hoedanigheid ook bezig met softwarelicenties.

©PXimport

In Zwitserland wordt een fork opgestart van TrueCrypt, omdat in dat land veilige wetten gelden voor de versleuteltool.

Bepaald niet onomstreden

Opensource brengt de wereld veel goeds, maar is niet onomstreden. Voor commerciële softwaremakers kan het een ondermijnend effect hebben. Welke klant gaat er nou nog voor jouw product betalen als een equivalent gratis is te krijgen? De vorige Microsoft-CEO Steve Ballmer heeft tijdens zijn jarenlange leiderschap opensource meerdere malen gehekeld en afgekraakt. Zo heeft hij het opensource-besturingssysteem Linux bestempeld als "een kanker die zichzelf wat betreft intellectueel eigendom hecht aan alles waar het mee in aanraking komt". De topman verwees naar de zogeheten viraliteit van de opensourcelicentie GPL waar Linux onder valt. De GPL vereist namelijk dat alle software waarin delen van Linux worden gebruikt, zelf ook weer onder de GPL valt.

Vele ogen en veiligheid

Naast het nut van hergebruik - zoals toegestaan door de specifieke licentievoorwaarden - heeft opensource volgens de voorstanders nog een groot pluspunt. Het zou beter, betrouwbaarder en veiliger zijn dan gesloten, zogeheten propriëtaire software. Programmatuur waarvan de broncode niet openlijk ingezien mag worden, wordt immers gemaakt en gecontroleerd door maar een beperkte groep mensen. Zo kunnen alleen de ontwikkelaars van Microsoft de code van Windows bekijken en beroeren. Hoewel, de softwarereus laat overheden en grote partners onder bepaalde voorwaarden er wel naar kijken. Dat betreft dan alleen kijken naar de broncode, en niet aanpassen of verbeteren. Bij opensource kan en mag iedereen functies verbeteren of fouten fixen. Daarbij kunnen die aanpassingen weer opgenomen worden in de oorspronkelijke software of ze kunnen leiden tot een aftakking.

Het idee dat opensource-software veel veiliger is, komt voort uit een uitspraak van de Finse ontwikkelaar Linus Torvalds. Hij heeft begin jaren negentig een eigen hobbyprojectje opgezet en de code van zijn poging tot een besturingssysteem gedeeld met de wereld. Niet om met zijn Linux de wereld te veroveren maar om hulp te vragen. "Als er maar genoeg ogen naar kijken, zijn alle bugs ondiep", luidt Linus' Law, zoals geformuleerd door opensource-coryfee Eric S. Raymond.

©PXimport

Linus Torvalds

Een mooi mantra, maar daarmee niet automatisch waarheid. De crux zit 'm in de 'als' en in 'genoeg ogen'. Niet alle opensource-software krijgt per definitie aandacht van ontwikkelaars op het niveau van de broncode. Daarnaast krijgt niet alle broncode aandacht die kwalitatief goed genoeg is. De afgelopen tijd zijn de IT-industrie en de opensource-wereld opgeschrikt door een reeks grote beveiligingsgaten. Creatieve onderzoekers hebben diepgaande kwetsbaarheden gevonden in opensource-software, waarvan sommigen al jaren onveilig bleken te zijn.

Een berucht geval is het Heartbleed-lek in het veelgebruikte OpenSSL, waarlangs kwaadwillenden internetverkeer konden onderscheppen bij honderdduizenden internetservers over de hele wereld. Ondanks het feit dat OpenSSL gebruikt wordt in heel veel andere software en systemen, was de ontwikkeling ervan in handen van een klein team. Een ander groot geval is de Shellshock-bug die enkele miljoenen computersystemen kwetsbaar heeft gemaakt voor volledige kaping door derden.

©PXimport

Dat opensource niet direct veiliger betekent werd pijnlijk duidelijk door Heartbleed.

De beschikbaarheid van de broncode heeft hier dus niet automatisch geleid tot veel aandacht, laat staan van beveiligingsexperts. Door Heartbleed en soortgelijke grote gaten is dat nu wel anders. Bedrijven, organisaties en mensen die opensource gebruiken, zijn zich nu veel meer bewust van hun afhankelijkheid. Zij werpen meer kritische blikken op de broncode, financieren onderzoeken van de code en dragen bij aan het verbeteren ervan. Bovendien zijn jarenoude bugs zeker niet uniek voor opensource-software. Maar ook bekende en veelgebruikte propriëtaire programma's hebben in de loop der tijd hun diepgaande fouten gekend die soms wel vijftien jaar lang al in de code zaten.

In 2014 waren er 2 miljoen opensource projecten, in 2012 waren dit er nog 1 miljoen

60.000.000.000 dollar wordt er jaarlijks bespaard door voor een opensource-alternatief te kiezen.

95% van de bedrijven maakt op een manier gebruik van opensource-software.

In 2008 draaide 60% van de web servers op Linux.

In 2009 gebruikte 20% van de Duitse bevolking OpenOffice.org.

Oneindige discussie

De vraag of opensource-software wel of niet veiliger is, blijft een oneindige en vaak felle discussie. Hetzelfde geldt voor de vraag of deze software wel of niet beter en betrouwbaarder is. Linux-gebruikers hebben jarenlang kunnen schamperen over de beruchte blauwe storingsschermen (BSOD, blue screen of death) waar Windows-gebruikers onder te lijden hadden. Andersom heeft het Windows-kamp lange tijd smalend kunnen wijzen op de gebrekkige beschikbaarheid van drivers voor randapparatuur en het gemis aan gebruiksvriendelijke programma's. Beide kritiekpunten zijn de afgelopen jaren weggewerkt door de respectievelijke ontwikkelaars van de twee bekende besturingssystemen.

Ondertussen is opensource geleidelijk aan verder opgerukt. Niet zozeer op de pc, waar de hegemonie van Windows nog altijd onaantastbaar lijkt (alhoewel de opensource webbrowser Firefox de dominantie van Internet Explorer heeft doorbroken). Vervolgens heeft internetreus Google met zijn Chrome-browser (gebaseerd op het opensource Chromium) de leidende rol overgenomen.

De ironie wil dat Microsoft de broncode van Chrome heeft gebruikt om zijn software-ontwikkelpakket Visual Studio nu ook uit te brengen voor OS X en Linux. Hemel is positief over de toenemende acceptatie van opensource. "Nu veel software gemaakt wordt mét opensource en áls opensource, verwacht ik dat de gebruikte methodes zich steeds meer zullen verplaatsen naar andere gebieden, zoals data, hardware en andere zaken. En in diverse gebieden, zoals biologie, 3D-ontwerpen, overheid enzovoort. Ik kijk er in ieder geval naar uit."

Stille wereldverovering

De doorbraak van opensource gebeurt tot op heden achter de schermen. Enerzijds in de software en servers die het internet vormen: de daarop draaiende diensten, zoals sociale netwerken, bestaan voor een groot deel uit opensource. Anderzijds is opensource doorgebroken in mobiel. Smartphones en tablets danken heel veel aan opensource. Android is gebaseerd op Linux en Java, en ook iOS bevat veel componenten uit opensourcehoek. En wie heeft tegenwoordig niet een apparaat met één van deze besturingssystemen op zak? Opensource heeft dus stilletjes de wereld veroverd.

Open standaarden versus opensource

Een veelvoorkomende verwarring bestaat er over open standaarden en opensource. De link tussen de twee is sterk, maar ze zijn zeker niet hetzelfde. Open standaarden zijn openlijke omschrijvingen van hoe bepaalde zaken werken en hoe daar dus op aan te sluiten is. Opensource heeft open standaarden, maar open standaarden kunnen prima zonder opensource. Een voorbeeld: Microsoft Office is zeker geen opensource maar heeft officieel wel open standaarden omarmd. In de praktijk zitten er soms wat haken en ogen aan open standaarden, wat bijvoorbeeld ook de compatibiliteitsproblemen verklaart van LibreOffice met de - formeel open - bestandsformaten van Microsoft Office.

▼ Volgende artikel
Review Siemens EQ700 Integral – Koffiemachine met talloze smaken
© Siemens
Huis

Review Siemens EQ700 Integral – Koffiemachine met talloze smaken

Ben je op koffiegebied een echte fijnproever? Misschien is deze gloednieuwe automatische espressomachine van Siemens dan wel iets voor jou. Dit stijlvol vormgegeven apparaat ondersteunt maar liefst 35 koffiesoorten. Naast gangbare smaken als cappuccino, espresso en americano maak je met de EQ700 Integral net zo makkelijk exotischer dranken. Een ristretto, flat white of cold brew macchiato? Geen probleem! We nemen de proef op de som.

Fantastisch
Conclusie

Probeer je graag diverse koffievariaties uit, dan is de EQ700 Integral zeer geschikt. Je kunt naar hartenlust met uiteenlopende soorten en drankopties experimenteren. Houd je het liever alleen bij cappuccino, espresso en normale koffie? Dan zijn er goedkopere alternatieven op de markt.

Plus- en minpunten
  • Goede bouwkwaliteit
  • Groot melkreservoir
  • Ruime watertank met handvat
  • Duidelijk touchscreen
  • Zeer veel koffiesmaken
  • Stille keramische molen
  • Ingebouwde ledverlichting
  • Uitgebreide app
  • Prijzig
  • Relatief groot
  • Waterfilter elke twee maanden vervangen

Siemens heeft zijn nieuwste espressomachines zorgvuldig verpakt. Op de productdoos staan zelfs instructies over hoe je de EQ700 Integral het best kunt uitpakken. Het is een behoorlijk groot en zwaar apparaat: respectievelijk 38 × 35,2 × 46,7 centimeter en 10,7 kilo. Reserveer dus voldoende ruimte in je beoogde koffiecorner. In de verpakking zit nog een klein doosje met losse accessoires, zoals een rooster, een aanbrenghulp voor het waterfilter, een teststrip voor de waterhardheid en een Nederlandstalige handleiding.

©Maikel Dijkhuizen

De Siemens EQ700 Integral neemt op het keukenblad best veel ruimte in beslag.

Robuuste behuizing

Siemens hanteert voor dit model weliswaar een stevige adviesprijs van 1249 euro, maar daar krijg je wel een stijlvol vormgegeven koffiemachine met een hoge bouwkwaliteit voor terug. Het apparaat is afgewerkt met roestvrij staal en stevig kunststof. Mooi meegenomen is dat alle losse onderdelen wel een stootje kunnen hebben, zoals het deksel van het bonenreservoir en de lekschaal. Alles voelt zeer solide aan.

De watertank van 2,4 liter heeft een handig handvat. Die vul je dus eenvoudig onder de kraan. Het bovenste vak biedt plek aan 320 gram bonen, terwijl je 700 milliliter in het melkreservoir kwijt kunt. Wil je melkdranken bereiden, dan klik je het benodigde reservoir aan de zijkant vast.

Duidelijk aanraakscherm

Het heldere touchscreen van 5 inch is een echte blikvanger. Dankzij het gebruiksvriendelijke menu laat de EQ700 Integral zich makkelijk bedienen. Als je de koffiemachine voor de eerste keer inschakelt, neem je eerst enkele instellingen door. Kies op het scherm onder andere de Nederlandse taal en koppel de koffiemachine optioneel aan de Home Connect-app op een smartphone (waarover later meer).

Neem even de tijd om het apparaat gebruiksklaar te maken. Je dient onder meer het waterfilter te ontluchten en de waterhardheid in te stellen. Volgens Siemens is het noodzakelijk om dit filter elke twee maanden te vervangen, maar je kunt de koffiemachine ook prima zonder gebruiken. Vermoedelijk moet je het apparaat dan wel wat vaker ontkalken.

©Maikel Dijkhuizen

Het felverlichte aanraakscherm springt direct in het oog.

Koffie bereiden

Een kopje koffie bereiden werkt simpel. Tik op het aanraakscherm op de soort koffie die je wilt drinken. De afbeeldingen zijn erg duidelijk, zodat gebruikers zich niet snel zullen vergissen. Je stelt bij elke variant de koffiesterkte, de hoeveelheid en het aromaprofiel in. Voor het aromaniveau selecteer je de optie Mild, Gebalanceerd of Karakteristiek. Kies je een melkdrank, dan tik je op het scherm eveneens op de gewenste hoeveelheid. Een nuttige functie is dat je elke koffiesoort met de gewenste bereidingsopties aan je favorieten kunt toevoegen.

Onder het tabblad Klassiekers vind je alle bekende koffiesoorten. Wil je eens wat anders uitproberen, dan tref je bij coffeeWorld nog véél meer variaties, waaronder wiener melange, café au lait en slow brew. Bij elke soort lees je op het scherm een korte beschrijving. Verder kies je via coffeeWorld+ ook nog koffierecepten in de Home Connect-app. Gebruik de app daarnaast om de bereiding op afstand te starten, instellingen te wijzigen en nieuwe software-updates te installeren.

De EQ700 Integral heeft onderhuids verschillende sensors. Die zorgen voor de juiste temperatuur en een goede verhouding tussen koffie en water. De keramische molen is verrassend stil. Boven de koffie- en melkuitloop bevinden zich twee felle ledlampen. Kortom, zet gerust ook in het donker een kopje koffie. Het allerbelangrijkste is natuurlijk dat de dranken lekker smaken. Daarover kunnen we kort zijn, want onder leiding van deze espressomachine bereid je heerlijke koffie.

©Maikel Dijkhuizen

Deze uitgebreide koffiemachine heeft twee ingebouwde ledlampjes.

Espressomachine reinigen

Elke uitgebreide koffiemachine vereist het nodige onderhoud, en dat is bij de EQ700 Integral niet anders. Siemens maakt het zijn gebruikers zo makkelijk mogelijk. Zo start de machine na elke melkdrank op eigen houtje een stoomspoeling om het kanaal voor de melktoevoer te reinigen. Zoals je van een apparaat in deze prijsklasse mag verwachten, kun je ook een ontkalkingsprogramma starten. Op jouw verzoek lees je op het scherm hoe je verschillende componenten kunt reinigen, zoals de zetgroep en drankuitloop. De instructies zijn erg duidelijk, waardoor je de papieren handleiding eigenlijk niet eens nodig hebt.

Siemens EQ700 Integral kopen?

Probeer je graag diverse koffievariaties uit, dan is de EQ700 Integral zeer geschikt. Je kunt naar hartenlust met uiteenlopende soorten en drankopties experimenteren. Houd je het liever alleen bij cappuccino, espresso en normale koffie? Dan zijn er goedkopere alternatieven op de markt.

▼ Volgende artikel
Review Philips Hue Essential: goedkoper aan de slag met Hue-lampen
© Rens Blom
Zekerheid & gemak

Review Philips Hue Essential: goedkoper aan de slag met Hue-lampen

Philips Hue is voor velen hét merk als het om slimme lampen gaat, maar de verlichting is niet goedkoop. Dat weet de fabrikant ook. Een nieuwe lijn Essential-lampen sluit een paar compromissen in ruil voor een veel lagere prijs. In deze review lees je hoe de Philips Hue Essential-lampen bevallen en waar je op inlevert ten opzichte van reguliere Hue-verlichting.

Uitstekend
Conclusie

De Philips Hue Essential-lampen sluiten een paar begrijpelijke compromissen ten opzichte van de reguliere Hue-verlichting. Die compromissen vinden wij niet storend. De Essential-verlichting bevalt ons goed, zeker als je weet dat drie E27 Essential-peertjes 50 euro kosten en drie normale E27 Hue-peertjes ruim 100 euro.

Plus- en minpunten
  • Scherpe prijs
  • Goede kennismaking met Hue-ecosysteem
  • Fijne slimme lampen, ook als uitbreiding van bestaand Hue-ecosysteem
  • Werkt pas voluit met optionele Hue Bridge (Pro)
  • Kortere levensduur t.o.v. reguliere Hue-verlichting

De Hue Essential-lijn is verkrijgbaar in diverse uitvoeringen, waaronder de door ons geteste E27-lampen die wittinten en kleuren kunnen tonen. We ontvingen een doos met drie E27-peertjes, die samen 50 euro kosten en die je direct kunt gebruiken - ook zonder Philips Hue-bridge. De lampen communiceren namelijk via bluetooth. Met een duidelijke maar: om de lampen te bedienen, moet je namelijk binnenshuis zijn. Wil je op een andere locatie je verlichting aanpassen, dan is er geen bluetooth-verbinding en kun je weinig uithalen. De Bridge (50 euro of 90 euro voor de Bridge Pro) lost dit probleem op. De bridge communiceert met de lampen en is zelf via wifi benaderbaar, waardoor jij overal met een internetverbinding je lampen kunt aansturen.

©Rens Blom

Installeren

De Essential-lampen installeren is een fluitje van een cent. Je pakt de Philips Hue-app erbij, scant de qr-code op een peertje en draait hem in een lamp. Daarna bepaal je de kleur van de lamp en kun je eventueel andere instellingen aanpassen. Dit werkt allemaal als een trein, zoals we van Philips Hue-verlichting gewend zijn. De Essential-lampen functioneren ook helemaal naar behoren binnen ons bestaande Hue-ecosysteem met niet-Essential-lampen. Scènes, automatiseringen en accessoires zijn allemaal te koppelen. Hier merk je duidelijk dat je producten van hetzelfde merk gebruikt.

©Rens Blom

Een peertje installeren is zo gepiept via de fijne Philips Hue-app.

Verschillen met reguliere Hue-lampen

Om de Essential-peertjes goedkoper in de markt te zetten, sluit Philips Hue een paar compromissen. De levensduur van een Essential-lamp is volgens de fabrikant maximaal 15 duizend uur, tegenover maximaal 25 duizend uur voor een reguliere Hue-lamp. Dat kun je op de lange termijn dus merken: je hebt dan sneller een nieuw peertje nodig. Twee andere verschillen kun je juist elke dag ervaren, al hangt dat ervan af of je ook duurdere Hue-lampen gebruikt. Want waar de standaard Hue-verlichting dimbaar is tot 0,2 procent, dimt een Essential-lamp tot 2 procent. Een Essential-lampje geeft op zijn laagste stand dus meer licht, wat mogelijk storend kan zijn als je de lamp als permanent nachtlampje gebruikt. Wij hebben ons er niet aan gestoord.

©Rens Blom

Je hebt een optionele Hue Bridge (Pro) nodig om alles uit de Essential-verlichting te halen.

Tot slot het derde verschil: de zogeheten kleurmenging. Een reguliere Hue-lamp gebruikt een geavanceerdere technologie om zijn kleuren af te geven, wat een mooie egale lichtgloed geeft. De Essential-verlichting gebruikt 'basis kleurmenging', stelt Philips Hue. Het licht komt daarom wat minder egaal uit het peertje. Dat zien wij als we onze premium Hue-lampen ernaast houden, maar op zichzelf produceren de Essential-lampen 'gewoon mooi' licht. Via de Hue-app kun je kiezen uit allerlei kleuren en scènes, van lavalamp-blauw tot een kaarsachtige gloed, inclusief bewegingen gesimuleerd door het peertje.

©Rens Blom

©Rens Blom

Conclusie: Philips Hue Essential kopen?

De Philips Hue Essential-lampen sluiten een paar begrijpelijke compromissen ten opzichte van de reguliere Hue-verlichting. Die compromissen vinden wij niet storend. De Essential-verlichting bevalt ons goed, zeker als je weet dat drie E27 Essential-peertjes 50 euro kosten en drie normale E27 Hue-peertjes ruim 100 euro.