ID.nl logo
De kracht van opensource
© PXimport
Huis

De kracht van opensource

Wat heeft meer gebruikers dan Windows, is geheel gratis en blijft grotendeels onbekend qua ware aard? Opensource-software. Bijna iedereen heeft het in huis en op zak en gebruikt het (graag), of je dat nu weet of niet.

De lang voorspelde revolutie van Linux voor computers blijft uit, maar bijna iedereen is tegenwoordig gebruiker van opensource-software. Veel mensen weten dat niet. Veel mensen boeit dat ook niet. En dat is erg jammer, want zij onderschatten daarmee het belang en de impact van dit tech-fenomeen. We zullen je het belang van opensource-software uitleggen. Lees ook: 15 manieren om met Linux aan de slag te gaan.

Niet maar één keuze

Ten onrechte wordt opensource vaak gezien als een synoniem 'gratis software'. Hoewel opensource-software wel gratis is, is dat lang niet de volledige omschrijving. Doordat de onderliggende programmacode vrijelijk in te zien is, is opensource-programmatuur namelijk ook aan te passen, uit te breiden of juist af te slanken en af te takken. Hierdoor bestaan er - tegenover één Windows van één Microsoft - vele verschillende Linux-varianten van vele verscheidene leveranciers.

Dit betekent wel dat er veel pakketten en producten zijn die nogal op elkaar kunnen lijken. Voor nieuwkomers kan dit verwarring brengen, en critici stellen dat de veelvoud aan opensource een vorm van verspilling is. Al die tijd en moeite die wordt gestoken in het opnieuw uitvinden van een bepaald wiel had ook beter besteed kunnen worden.

Voorstanders werpen tegen dat dat nou net de kracht is van opensource: iedereen met een goed idee kan ermee aan de slag. Ontwikkeling, vooruitgang, innovatie. Er is geen sprake van vastzitten aan een bepaald ontwerp of een leverancier.

Bij opensource-software wordt niet alleen de programmatuur zelf vrijelijk gedeeld, het gaat vooral om de broncode. Dat zijn de instructies in een programmeertaal waarin programmeurs hun software schrijven voordat ze het compileren om een uitvoerbaar programma te krijgen. De broncode bestaat dus uit de bouwstenen waarmee software is gemaakt. Vergelijk het met een filmscript plus de complete notities voor de productie. Vergelijk het met alle aantekeningen over een fantasiewereld met magische ringen op basis waarvan een auteur zijn boeken heeft geschreven. Daarmee kan iedereen een boek of film namaken, bijvoorbeeld in HD-kwaliteit of met hedendaags taalgebruik. Maar iedereen kan ook zelf een vervolg maken. Of juist een eigen uitvoering met een ander, beter einde.

De details zitten in de licentie(s)

Opensource is een breed begrip. De essentie is dat onderliggende instructies van software, de zogeheten broncode, vrijelijk in te zien is. De voorwaarden voor die inzage mogen uiteenlopen, dus bestaan er verschillende soorten licenties voor opensource. De meest bekende - of beruchte - is de GPL (GNU General Public License) die een soort 'besmetting' oplegt: alle code die met GPL-code wordt gecombineerd, moet zelf ook vrijgegeven worden onder de GPL.

Flexibel

De keuze om mee te werken aan opensource-software is vaak een zeer bewuste en zelfs ideologische keuze. Ontwikkelaars waarderen dat ze direct kunnen kijken hoe een programma werkt en wat het doet, in plaats van te moeten werken met de zwarte doos die de meeste 'normale' software is. Het inzicht in de werking van programmacode maakt het ook makkelijker om erop voort te bouwen of om het juist te ontdoen van onnodige functies. Deze flexibiliteit is voor velen het begin van hun keuze voor opensource.

"Ik ben er ingegroeid", vertelt Cor Nouws, specialist in LibreOffice, een aftakking van kantoorpakket OpenOffice. "Eind vorige eeuw werkte ik als senior consultant bij een bedrijf dat Microsoft- en Lotus Notes-oplossingen deed. Het werk vond ik leuk, zowel het technische als de klanten. Maar iets sprak me niet aan in de houding van Microsoft. Je merkt gewoon dat het verdienen van veel geld meer prioriteit had dan het dienstbaar zijn naar klanten. Dat past niet bij me. Na een tijdje ben ik in OpenOffice.org gestapt, omdat 'opensource me wel wat leek'."

Alles met elkaar delen

Na die eerste stap is de bekering begonnen. Nouws vertelt: "Pas werkende ben ik erachter gekomen dat opensource echt een houding is. Het gaat om de wil om samen te werken en samen verder te komen." De link valt zó te leggen naar moderne, hippe manieren van leven en werken: crowdsourcing via Kickstarter, peer-to-peer-lenen via Peerby, ridesharing (vroeger: carpooling) via Uber, flexwerkplekken bij Spaces of Seats2meet en er zijn nog veel meer voorbeelden. Veel van dit soort initiatieven gaan niet direct voor het geld, maar voor het ruilen van sociaal kapitaal: het delen van je kennis of het aanprijzen van de genoten dienst of product. "Ik zie het ook als trend in de samenleving. Niet alleen in software is samenwerking - opensource - booming. Je ziet steeds meer netwerken, samenwerken. Een goeie zaak", lacht Nouws.

Ondanks de match met de moderne maatschappij, stamt opensource van origine uit de hippietijd. Letterlijk en figuurlijk. Niet alleen is opensource ontkiemd in de jaren zestig, met zaadjes in de jaren vijftig, het is ook duidelijk voortgevloeid uit de hippiegedachten van vrijheid en alles met elkaar delen.

Opensource alternatieven

Voor heel veel betaalde programma's bestaan opensource-alternatieven, die vaak niet onderdoen voor hun tegenhanger. Enkele voorbeelden:

Windows - Linux

Adobe Photoshop - GIMP

Bitlocker - TrueCrypt

Microsoft Office - LibreOffice

Dropbox - Owncloud

Internet Explorer - Mozilla Firefox

Outlook - Mozilla Thunderbird

WinZip - 7Zip

Windows Media Player - VLC Media Player

iOS - Android

Adobe Lightroom - RAW Therapee

©PXimport

GIMP, de tegenhanger van Adobe Photoshop.

Hergebruik dankzij reuzen

We hebben het al even genoemd: er zijn initiatieven die de broncode gebruiken voor het uitbreiden (of afslanken) van een programma (ook wel: remaken), en er zijn initiatieven die het gebruiken voor een aftakking (ook wel: forken). Daarnaast is er nog een combinatievorm mogelijk: een stuk opensource-software wordt gebruikt in of voor andere software. De vrije broncode wordt dan gebruikt om door te bouwen. Programmeurs hoeven dan het wiel niet opnieuw uit te vinden. Zij kunnen volgens goede wetenschappelijke traditie staan op de schouders van reuzen. Dit betekent dat wetenschappers - maar dus ook software-ontwikkelaars - voortbouwen op het werk van hun voorgangers.

Opensource-voorstander en -verdediger Armijn Hemel vertelt dat opensource erg geschikt is voor het delen van kennis. Hij vindt dat erg belangrijk en stelt dat het vandaag de dag essentieel is: "Vrijwel alle grote doorbraken (software, wetenschap enz.) worden gemaakt door groepen mensen die samenwerken en zelden door individuen op een zolderkamertje die in complete isolatie werken en alles van de grond af aan opbouwen. Kennisdeling en communicatie liggen aan deze successen ten grondslag. Ik kan, sterker nog: wil, me geen ander model meer voorstellen." Hemel is dankzij zijn broer en besturingssysteem FreeBSD al sinds 1994 gefascineerd door opensource. Hij is softwareconsument en is in die hoedanigheid ook bezig met softwarelicenties.

©PXimport

In Zwitserland wordt een fork opgestart van TrueCrypt, omdat in dat land veilige wetten gelden voor de versleuteltool.

Bepaald niet onomstreden

Opensource brengt de wereld veel goeds, maar is niet onomstreden. Voor commerciële softwaremakers kan het een ondermijnend effect hebben. Welke klant gaat er nou nog voor jouw product betalen als een equivalent gratis is te krijgen? De vorige Microsoft-CEO Steve Ballmer heeft tijdens zijn jarenlange leiderschap opensource meerdere malen gehekeld en afgekraakt. Zo heeft hij het opensource-besturingssysteem Linux bestempeld als "een kanker die zichzelf wat betreft intellectueel eigendom hecht aan alles waar het mee in aanraking komt". De topman verwees naar de zogeheten viraliteit van de opensourcelicentie GPL waar Linux onder valt. De GPL vereist namelijk dat alle software waarin delen van Linux worden gebruikt, zelf ook weer onder de GPL valt.

Vele ogen en veiligheid

Naast het nut van hergebruik - zoals toegestaan door de specifieke licentievoorwaarden - heeft opensource volgens de voorstanders nog een groot pluspunt. Het zou beter, betrouwbaarder en veiliger zijn dan gesloten, zogeheten propriëtaire software. Programmatuur waarvan de broncode niet openlijk ingezien mag worden, wordt immers gemaakt en gecontroleerd door maar een beperkte groep mensen. Zo kunnen alleen de ontwikkelaars van Microsoft de code van Windows bekijken en beroeren. Hoewel, de softwarereus laat overheden en grote partners onder bepaalde voorwaarden er wel naar kijken. Dat betreft dan alleen kijken naar de broncode, en niet aanpassen of verbeteren. Bij opensource kan en mag iedereen functies verbeteren of fouten fixen. Daarbij kunnen die aanpassingen weer opgenomen worden in de oorspronkelijke software of ze kunnen leiden tot een aftakking.

Het idee dat opensource-software veel veiliger is, komt voort uit een uitspraak van de Finse ontwikkelaar Linus Torvalds. Hij heeft begin jaren negentig een eigen hobbyprojectje opgezet en de code van zijn poging tot een besturingssysteem gedeeld met de wereld. Niet om met zijn Linux de wereld te veroveren maar om hulp te vragen. "Als er maar genoeg ogen naar kijken, zijn alle bugs ondiep", luidt Linus' Law, zoals geformuleerd door opensource-coryfee Eric S. Raymond.

©PXimport

Linus Torvalds

Een mooi mantra, maar daarmee niet automatisch waarheid. De crux zit 'm in de 'als' en in 'genoeg ogen'. Niet alle opensource-software krijgt per definitie aandacht van ontwikkelaars op het niveau van de broncode. Daarnaast krijgt niet alle broncode aandacht die kwalitatief goed genoeg is. De afgelopen tijd zijn de IT-industrie en de opensource-wereld opgeschrikt door een reeks grote beveiligingsgaten. Creatieve onderzoekers hebben diepgaande kwetsbaarheden gevonden in opensource-software, waarvan sommigen al jaren onveilig bleken te zijn.

Een berucht geval is het Heartbleed-lek in het veelgebruikte OpenSSL, waarlangs kwaadwillenden internetverkeer konden onderscheppen bij honderdduizenden internetservers over de hele wereld. Ondanks het feit dat OpenSSL gebruikt wordt in heel veel andere software en systemen, was de ontwikkeling ervan in handen van een klein team. Een ander groot geval is de Shellshock-bug die enkele miljoenen computersystemen kwetsbaar heeft gemaakt voor volledige kaping door derden.

©PXimport

Dat opensource niet direct veiliger betekent werd pijnlijk duidelijk door Heartbleed.

De beschikbaarheid van de broncode heeft hier dus niet automatisch geleid tot veel aandacht, laat staan van beveiligingsexperts. Door Heartbleed en soortgelijke grote gaten is dat nu wel anders. Bedrijven, organisaties en mensen die opensource gebruiken, zijn zich nu veel meer bewust van hun afhankelijkheid. Zij werpen meer kritische blikken op de broncode, financieren onderzoeken van de code en dragen bij aan het verbeteren ervan. Bovendien zijn jarenoude bugs zeker niet uniek voor opensource-software. Maar ook bekende en veelgebruikte propriëtaire programma's hebben in de loop der tijd hun diepgaande fouten gekend die soms wel vijftien jaar lang al in de code zaten.

In 2014 waren er 2 miljoen opensource projecten, in 2012 waren dit er nog 1 miljoen

60.000.000.000 dollar wordt er jaarlijks bespaard door voor een opensource-alternatief te kiezen.

95% van de bedrijven maakt op een manier gebruik van opensource-software.

In 2008 draaide 60% van de web servers op Linux.

In 2009 gebruikte 20% van de Duitse bevolking OpenOffice.org.

Oneindige discussie

De vraag of opensource-software wel of niet veiliger is, blijft een oneindige en vaak felle discussie. Hetzelfde geldt voor de vraag of deze software wel of niet beter en betrouwbaarder is. Linux-gebruikers hebben jarenlang kunnen schamperen over de beruchte blauwe storingsschermen (BSOD, blue screen of death) waar Windows-gebruikers onder te lijden hadden. Andersom heeft het Windows-kamp lange tijd smalend kunnen wijzen op de gebrekkige beschikbaarheid van drivers voor randapparatuur en het gemis aan gebruiksvriendelijke programma's. Beide kritiekpunten zijn de afgelopen jaren weggewerkt door de respectievelijke ontwikkelaars van de twee bekende besturingssystemen.

Ondertussen is opensource geleidelijk aan verder opgerukt. Niet zozeer op de pc, waar de hegemonie van Windows nog altijd onaantastbaar lijkt (alhoewel de opensource webbrowser Firefox de dominantie van Internet Explorer heeft doorbroken). Vervolgens heeft internetreus Google met zijn Chrome-browser (gebaseerd op het opensource Chromium) de leidende rol overgenomen.

De ironie wil dat Microsoft de broncode van Chrome heeft gebruikt om zijn software-ontwikkelpakket Visual Studio nu ook uit te brengen voor OS X en Linux. Hemel is positief over de toenemende acceptatie van opensource. "Nu veel software gemaakt wordt mét opensource en áls opensource, verwacht ik dat de gebruikte methodes zich steeds meer zullen verplaatsen naar andere gebieden, zoals data, hardware en andere zaken. En in diverse gebieden, zoals biologie, 3D-ontwerpen, overheid enzovoort. Ik kijk er in ieder geval naar uit."

Stille wereldverovering

De doorbraak van opensource gebeurt tot op heden achter de schermen. Enerzijds in de software en servers die het internet vormen: de daarop draaiende diensten, zoals sociale netwerken, bestaan voor een groot deel uit opensource. Anderzijds is opensource doorgebroken in mobiel. Smartphones en tablets danken heel veel aan opensource. Android is gebaseerd op Linux en Java, en ook iOS bevat veel componenten uit opensourcehoek. En wie heeft tegenwoordig niet een apparaat met één van deze besturingssystemen op zak? Opensource heeft dus stilletjes de wereld veroverd.

Open standaarden versus opensource

Een veelvoorkomende verwarring bestaat er over open standaarden en opensource. De link tussen de twee is sterk, maar ze zijn zeker niet hetzelfde. Open standaarden zijn openlijke omschrijvingen van hoe bepaalde zaken werken en hoe daar dus op aan te sluiten is. Opensource heeft open standaarden, maar open standaarden kunnen prima zonder opensource. Een voorbeeld: Microsoft Office is zeker geen opensource maar heeft officieel wel open standaarden omarmd. In de praktijk zitten er soms wat haken en ogen aan open standaarden, wat bijvoorbeeld ook de compatibiliteitsproblemen verklaart van LibreOffice met de - formeel open - bestandsformaten van Microsoft Office.

▼ Volgende artikel
Zo bespaar je op je abonnement voor streamingdiensten
© Alexander Kirch | AA+W - stock.adobe.com
Huis

Zo bespaar je op je abonnement voor streamingdiensten

Grote kans dat ook jij meerdere abonnementen op videostreamingdiensten hebt. Netflix, Disney+, Amazon Prime, Apple TV – stuk voor stuk leuk, maar samen goed voor een flinke maandelijkse kostenpost. Zonder dat je het doorhebt, loopt het bedrag op. Tijd om te kijken waar je kunt besparen.

Dit artikel in het kort: 📺 Wees kritisch op je kijkgedrag 📺 Houd het bij één dienst per keer 📺 Deel een streamingdienst 📺 Ga voor de goedkoopste optie

Lees ook: 4 slimme tips om meer uit Netflix te halen

Het kan daarom geen kwaad zo nu en dan serieus naar je uitgaven te kijken. Vooral bij (video)streamingdiensten kun je op jaarbasis vaak tientallen euro's besparen. Een abonnement is vaak snel afgesloten, maar het is eigenlijk ook best gemakkelijk om de kosten te bedwingen. Met de tips in dit artikel krijg je meer grip op je kosten. Noot vooraf: niet alles geldt voor elke dienst, maar controleren loont.

Wees kritisch op je kijkgedrag

Wees eens eerlijk: kun je echt niet zonder een bepaalde videostreamingdienst? Je kijkt er tenslotte maar één tegelijk. Door je bewust te zijn (of te worden) van je kijkgedrag, kun je gedegen keuzes maken over de diensten die je wel of niet aanhoudt. Vraag jezelf geregeld af: heb ik deze dienst in de afgelopen weken gebruikt en hoe essentieel is deze dienst eigenlijk voor me? Meestal komt daar dan een antwoord uit waar je wat mee kunt.

Eén dienst per keer

Een slimme bespaarstrategie is om steeds één dienst tegelijk te gebruiken. Wacht tot er genoeg nieuwe seizoenen of films staan die je wilt zien en neem dan een (maand)abonnement. Kijk voordat je dat doet of er niet ergens een aanbieding is, bijvoorbeeld via je telecomprovider. Heb je gezien wat je wilde zien? Zet het abonnement daarna weer stop en wissel naar een andere dienst (die dan natuurlijk aanbod heeft dat je op dat moment wilt zien). Dat gaat misschien ten koste van de persoonlijke aanbevelingen en het overzicht dat diensten aanbieden van gekeken content, maar dat kun je opvangen met apps van derden, zoals TV Time (Android | iOS). Daarmee kun je je gekeken films en series bijhouden en krijg je nieuwe suggesties op basis van je kijkgedrag.

Gratis Netflix Wanneer je klant bent bij KPN en daar internet thuis en mobiel combineert, krijg je Netflix Basic cadeau. Dat scheelt alweer in de maandelijke kosten! Stapel je meer producten bij KPN, dan kun je ook kiezen voor Disney+, HBO Max of Videoland.

©Koray - stock.adobe.com

Als het kan: delen

Heb je eenmaal besloten om te snoeien in het aantal streamingdiensten dat je gebruikt, dan zijn er nog meer dingen die je kunt doen om kosten te besparen. Controleer of het mogelijk is een abonnement of profiel te delen met een ander. Veel diensten blokkeren deze praktijken, maar bij sommige videostreamingdiensten is dit nog steeds een optie. Soms heb je hier wel een duurder abonnement voor nodig, maar de rekensom is snel gemaakt: als zo'n duurder abonnement gedeeld door het aantal kijkers per persoon goedkoper is, dan is het alsnog een slimme keuze.

🍿🍿🍿

(voor erbij)

Kan het (nog) goedkoper?

Als delen voor jou geen optie is, kijk dan naar een zo goedkoop mogelijk abonnement. Zo biedt Netflix bijvoorbeeld in een aantal landen een versie aan waarbij je reclames te zien krijgt. Op moment van schrijven is Netflix with Ads nog niet beschikbaar in Nederland, maar gezien het feit dat het wel wordt aangeboden in Frankrijk, Duitsland, Italië, Spanje en het Verenigd Koninkrijk zou het zomaar kunnen dat je op termijn ook hier voor dit (goedkopere) abonnement kunt gaan kiezen. Diensten als Videoland, Disney+ en HBO Max hebben in Nederland al wel goedkopere abonnementen met reclame.

Eerder in dit artikel gaven we je de tip om, afhankelijk van het aanbod, steeds een maandabonnement af te sluiten bij een dienst. Maar merk je dat je bij een bepaalde streamingdienst eigenlijk elke maand wel content kunt vinden die je leuk vindt? Dan is een jaarabonnement misschien toch voordeliger dan twaalf losse maanden. Bij een jaarabonnement krijg je namelijk soms tot twee maanden gratis kijken cadeau. Ook bieden streamingdiensten vaak leuke promoties aan waarmee je in elk geval tijdelijk kosten kunt drukken.

▼ Volgende artikel
Review LG OLED65C4 – De blijvende referentie
© LG
Huis

Review LG OLED65C4 – De blijvende referentie

Sinds LG de OLED C-serie introduceerde, heeft dit model door zijn combinatie van prestaties en prijs een reputatie opgebouwd als de maatstaf voor andere oled-tv’s. Sinds de lancering van die eerdere serie is er echter flink wat concurrentie bij gekomen. Tijd dus om te kijken of deze nieuwe LG OLED65C4 nog steeds als referentie kan dienen.

Fantastisch
Conclusie

De conclusie is duidelijk: de LG OLED65C4 is nog steeds een referentie voor wie de echte topmodellen te duur vindt, maar toch premium beeld wenst. Reclame op het Home-scherm en in de screensaver is echt ongewenst, maar je kunt het wel via de instellingen uitschakelen. Voor de volledigheid zien we graag HDR10+-ondersteuning, maar door de uitstekende dynamische tone mapping vinden we dat echter niet meer zo belangrijk.

Plus- en minpunten
  • Uitstekende piekhelderheid
  • Alpha9-processor zorgt voor knappe beeldverwerking
  • Zeer goede kalibratie zo uit de doos
  • Prachtige HDR-beelden in HDR10 en Dolby Vision
  • Goede geluidskwaliteit
  • Advertenties op het Home-scherm
  • Geen ondersteuning voor HDR10+

LG OLED65C4 Adviesprijs: 1.999 euro Wat: Ultra HD 4K 144 Hz W-OLED-tv Schermformaat: 65 inch (164 cm) Aansluitingen: 4x HDMI (4x v2.1 (48 Gbps), ARC/eARC, ALLM, VRR, HFR), 3x usb, 1x optisch digitaal uit, 2x antenne, 1x IR-blaster, wifi 5 (802.11ac), ethernet, bluetooth 5.1, WiSA Extra’s: HDR10, HLG, Dolby Vision IQ, Dolby Atmos, WebOS 24, AirPlay 2, USB/DLNA-mediaspeler, DVB-T2/C/S2, CI+-slot, Alpha 9-processor Afmetingen: 1.444 x 880 x 230 mm (incl. voet) Gewicht: 18,5 kg (incl. voet) Verbruik (per 1000 uur): SDR 97 kWh (E) / HDR 211 kWh (G)

De LG C4 mag dan wel geen topmodel zijn, een premium uitstraling heeft hij wel. Er zit een dunne metalen rand om het slanke scherm en dat detail geeft deze tv scherpe lijnen. De behuizing van de elektronica en aansluitingen is natuurlijk wat dikker, maar een profiel van 48 mm blijft slank en oogt ongetwijfeld mooi aan de muur.

De donkerbruine achterkant (LG noemt dat Umber Brown) heeft een opvallende textuur die aan stof of leer doet denken. De C4 staat op een centrale voet met geborstelde metaalkleur. Wil je een soundbar bij deze televisie aanschaffen, houd er dan rekening mee dat je onder het scherm slechts 5,5 cm ruimte hebt. 

Aansluitingen

De vier HDMI-poorten van de C4 bieden allemaal de maximale HDMI 2.1-bandbreedte (48 Gbit/s). Ze ondersteunen ALLM, 4K120 en VRR (AMD FreeSync en Nvidia G-Sync) en op één poort kun je ARC/eARC gebruiken. Dat maakt het toestel interessant voor gamers die een soundbar willen, want zelfs met een soundbar op de eARC-poort houd je drie HDMI-poorten over die 4K op 120 Hz aankunnen voor high end-gameconsoles, of zelfs 4K op 144 Hz als je een game-pc aansluit. Ook de input-lag (vertraging) bewijst dat we hier met een gamevriendelijke tv te maken hebben: bij 4K60 bedraagt die 10,1 ms, en bij 2K120 slechts 5,5 ms.

De bijgeleverde infraroodmodule kun je gebruiken om brontoestellen te besturen met de LG-afstandsbediening, ook wanneer deze uit het zicht staan. De C4 ondersteunt ook het WiSA-protocol (Wireless Speaker and Audio Association). Daarmee kun je compatibele draadloze luidsprekers aansluiten. Een draadloze surround-opstelling is echter niet mogelijk; je bent in dat geval beperkt tot 2.1-configuraties.

©Eric Beeckmans | ID.nl

Premium piekhelderheid

De LG C4 is uitgerust met een Evo-oledpaneel en Brightness Booster-algoritme. Dit type paneel nestelt zich qua prestaties tussen de oledpanelen met microlenzen (zoals de G4) en standaard oledpanelen (zoals de B4). De piekhelderheid scoort uitstekend: 1060 nits op een 10%-venster, en zelfs iets meer bij 2%. 

LEES OOK: Zo testen we tv's voor ID.nl

Een volledig wit beeld haalt 198 nits. Vergelijkbare modellen zoals de Sony Bravia 8 en de Panasonic Z85A zitten daar duidelijk onder. De Philips OLED809 komt meer in de buurt, maar de C4 pakt duidelijk de leiding. Qua kleurbereik presteren alle modellen vergelijkbaar met ongeveer 97% P3-dekking. Het Evo-oledpaneel heeft een goede kijkhoek en gaat reflecties goed tegen, maar de G4 doet het net iets beter. De beelduniformiteit ziet er uitstekend uit: er is geen dirty screen-effect zichtbaar. 

©LG

Dat LG goed weet hoe het prachtige beelden op het scherm tovert, zagen we al op de G4. En we merken dat de C4 die lijn mooi doorzet. In SDR is de HDR Filmmaker-modus erg goed gekalibreerd, met een accurate kleurweergave. Er is voldoende schaduwdetail, al was dat iets donkerder dan verwacht. Dolby Vision IQ met Precision Detail blijft de beste keuze voor topkwaliteit, al wordt het verschil met HDR10 steeds kleiner.

Voor HDR10 is de Filmmaker-modus een tikje te helder gekalibreerd, vooral in donkere en midtinten. Maar die afwijking is klein genoeg om door de vingers te zien. Ondersteuning voor HDR10+ ontbreekt, maar LG compenseert dat met slimme dynamische tone mapping. Net als de G4 analyseert de tv het beeld in verschillende zones voor optimale aanpassing. Met 1000 nits piekhelderheid is tone mapping niet per se nodig, maar door die slimme aanpak kun je het veilig aan laten staan. Als het algoritme moet ingrijpen, levert het uitstekend witdetail met rijke kleuren. Ook in moeilijke, donkere HDR-scènes laat de tv zich niet op een fout betrappen en toont hij zeer goede schaduwnuances. 

Uitstekende beeldverwerking

De Alpha9 Gen7-beeldprocessor verschilt maar heel weinig van de Alpha 11-processor in de G4. De features die ontbreken, lieten op de G4 geen sterke indruk achter (AI Directors Processing en Perceived Object Enhancing), dus lijkt de C4 het nauwelijks beter te doen. Bij het testen merken we dat ook. Zowel upscaling als ruisonderdrukking scoren zeer goed. Hinderlijke kleurstroken in zachte kleurovergangen kan de processor duidelijk elimineren, zonder dat je aan detail hoeft in te leveren.

Oledpanelen hebben een erg goede bewegingsscherpte, te danken aan de snelle pixelresponstijd. Dat heeft echter een nadeel: filmbeelden in 24 fps kunnen zichtbaar beginnen te stotteren als de camera snel beweegt. Dat effect kun je wegwerken met de functie Trumotion, al speelt persoonlijke smaak daarbij een grote rol. Voor vloeiende beelden is de Vloeiend-stand prima, al creëert die soms wel beeldfouten als de achtergrond erg complex is.

De instelling Cinematografische Beweging is voor filmpuristen; persoonlijk opteren we liever voor de stand Natuurlijk. Dat is een mooi compromis dat veel van het gestotter wegwerkt, zonder andere beeldfouten te introduceren. 

©LG

Dolby Atmos en DTS:X

Bij die knappe beeldprestaties hoort ook aangenaam geluid. De LG C4 beschikt over 2.2-kanalen, 40 watt vermogen en hij ondersteunt Dolby Atmos en DTS:X. Voor echte hoogte-effecten is een goede soundbar vereist, maar de surround-ervaring van de C4 is prima. De AI Sound-modus klinkt te scherp, zeker bij muziek, maar bij films viel dat gelukkig mee.

We raden aan om de Standaard-, Muziek- of Bioscoop-stand te kiezen, afhankelijk van wat je kijkt of luistert. We zijn vooral gecharmeerd van de warme, goed gebalanceerde klank van de C4. Die bevat ook aardig wat bas en er is meer dan voldoende volume voor de doorsnee huiskamer. Wie de volumeknop iets te enthousiast opendraait (verder dan echt noodzakelijk), kan wel vervorming horen. 

webOS 24 en webOS Re:New

Wie een C4 in huis haalt, krijgt webOS 24 als besturingssysteem. Maar dankzij het webOS Re:New-programma krijg je gedurende vijf jaar de meest recente versie van webOS op je tv. Dat is in elk geval een mooie garantie dat je smart-tv nog wel even up-to-date blijft. Houd er wel rekening mee dat de eerste update (naar webOS 25) vermoedelijk pas in het najaar van 2025 naar deze modellen komt. Hier lees je meer over WebOS. Het artikel behandelt webOS 23, maar de meeste wijzigingen zijn puur cosmetisch.

©Eric Beeckmans | ID.nl

De belangrijkste nieuwe functie is de toevoeging van Google Cast. Omdat LG al AirPlay 2 ondersteunde, maakt de C4 het nu voor zowel Android- als iOS-gebruikers erg eenvoudig om content naar het tv-scherm te streamen. De Quick Cards op het startscherm zijn iets compacter geworden, maar functioneren nog steeds op dezelfde manier. Ze groeperen bepaalde functies, zoals Games, Muziek, de Thuis-hub, Thuiskantoor, Sport, Leren en Toegankelijkheid.

©Eric Beeckmans | ID.nl

Het app-aanbod is bijzonder volledig; zowel internationale als lokale streaming-apps zijn ruim vertegenwoordigd. De lay-out werkt prima en je navigeert vlot door het aanbod. De Magic Remote is een integraal onderdeel van het gebruiksgemak. Je beweegt de cursor op het scherm eenvoudig door met de remote naar het scherm te wijzen.

Helaas, we hebben ook een negatieve opmerking. LG plaatst advertenties op het Home-scherm en in de screensaver. En dan bedoelen we niet de gebruikelijke aanbevelingen voor content, maar echte ongerelateerde reclame (automerken, sportwinkels, dat werk). Gelukkig kun je het wel uitschakelen: je leest in dit artikel hoe je reclame verwijdert

Conclusie

De conclusie is duidelijk: de LG OLED65C4 is nog steeds een referentie voor wie de echte topmodellen te duur vindt, maar toch premium beeld wenst. Reclame op het Home-scherm en in de screensaver is echt ongewenst, maar je kunt het via de instellingen gelukkig wel uitschakelen. Voor de volledigheid zien we graag HDR10+-ondersteuning, maar door de uitstekende dynamische tone mapping vinden we dat niet meer zo belangrijk.

Wat krijg je dan wel? De beste piekhelderheid in deze categorie, uitstekende kalibratie in de Filmmaker-modus, prachtige, levensechte kleuren en een natuurlijk perfect contrast. De beeldverwerking levert betrouwbare en erg goede resultaten – ook met oudere bronnen. Dankzij het webOS Re:New-programma krijg je nu vijf jaar updates op het webOS smart-tv-systeem. Een zeer ruim app-aanbod, AirPlay2 en Google Cast maken het entertainment-aanbod erg volledig. Ook gamers vinden alles wat ze nodig hebben op de C4. De prijs is wat ons betreft eveneens gerechtvaardigd.