ID.nl logo
Huis

De geschiedenis van de stemcomputer in Nederland

Wanneer er weer verkiezingen zijn, laait de discussie weer opnieuw op. Zouden we tegenwoordig niet digitaal of zelfs online moeten stemmen? De geschiedenis van digitaal stemmen gaat echter verder terug dan je misschien zou denken en daar kunnen we veel van leren.

Al in 1892 werd de eerste officiële elektronische stemmachine in Amerika in gebruik genomen. De machine werd gepatenteerd door ene Jacob Myers, die het apparaat met hendelmechanisme aanprees als sneller en minder fraudegevoelig. Zo voorkwam de machine dat er biljetten werden ingeleverd met meer dan één stem. Elektronische machine is overigens een misschien wat optimistische term: Myers’ apparaat gebruikt een mechaniek waarbij balletjes worden verzameld voor iedere stem die wordt uitgebracht. De kandidaat met het meeste aantal balletjes won.

Rond het begin van de twintigste eeuw werden ook Nederlandse politici enthousiast over zulke stemmachines. Stemmen had daarvoor altijd een vertrouwensprobleem gehad. Burgers kregen hun stembiljet altijd thuis toegestuurd en moesten ze dat daar ook invullen. Daar werd vaak misbruik van gemaakt door hooggeplaatste dorpsbewoners. Notarissen of dominees zetten stemmers regelmatig onder druk om toch op een bepaalde manier te stemmen.

De Kieswet uit 1896 moest daar verandering in brengen, doordat het stembiljet pas op het stembureau afgegeven werd. Het was al rond die tijd dat ook in Nederland de eerste roep om stemmachines klonk. Tijdens tentoonstellingen toonden verschillende (Nederlandse) fabrikanten hun voorstellen voor een stemmachine. Die kregen naast lof echter ook veel kritiek. De kosten waren een probleem, maar politici zetten ook vraagtekens bij de stabiliteit van de machine, en vroegen zich af of burgers er wel mee om zouden kunnen gaan.

Eerste stemcomputer in Nederland

In 1903 werd de eerste proef in Nederland met een stemmachine uitgevoerd. Tijdens de gemeenteraadsverkiezingen in Rotterdam werd voor het eerst gebruikgemaakt van een stemmachine. Kiezers moesten hun stem uitbrengen op zowel de machine als een stembiljet. Het resultaat stelde flink teleur: er bleek een groot verschil te zitten in de resultaten van de machines en de fysieke stembiljetten. De initiatiefnemers hadden verschillende mogelijke verklaringen: de mensen snapten de machine niet, sommigen vonden het misschien onzin of mogelijk kampte het apparaat daadwerkelijk met problemen.

De plannen voor stemmachines werden een paar jaar op een laag pitje gezet, tot aan de jaren 60. Toen gingen er opnieuw stemmen op om stemmachines in te zitten bij verkiezingen, wederom op basis van het Amerikaanse model. Een fabrikant uit dat land leverde een aantal machines die tijdens de verkiezingen van 1966 voor het eerst werden ingezet. Ook dat liep in het honderd omdat stemmers in sommige gemeentes totaal niet begrepen hoe de machines werkten, en omdat sommige ervan stuk gingen. Toch brachten die verkiezingen één ding met zich mee: de Kieswet werd zo aangepast dat elektronisch stemmen overal mogelijk werd.

©PXimport

Tot dan toe waren stemcomputers vooral nog mechanisch, maar dat is wat anders dan ‘met de computer’. Die trend begon in Nederland in 1991, toen de eerste echte stemcomputers werden ingevoerd. Burgers brachten hun stem uit op een machine met knoppen fysieke knoppen die de uitslag digitaal opsloeg.

Aan het begin van de eeuwwisseling begonnen de eerste critici zich te roeren. De druppel was een beslissing van de Ierse overheid om stemcomputers in de ban te doen. Het land begon in 2002 met een pilot om elektronisch stemmen mogelijk te maken, en zette die in 2004 door tijdens landelijke verkiezingen. Maar kort daarna zette een onafhankelijke commissie vragen bij de betrouwbaarheid van de computers. Actiegroepen kwamen er succesvol tegen in opstand.

Saillant detail was dat de Ierse computers afkomstig waren van een Nederlandse fabrikant. Nedap (de Nederlandsche Apparatenfabriek) leverde aan Ierland dezelfde machines als die in Nederland werden gebruikt. En dus kwamen ook in ons land actievoerders in actie.

Wij Vertrouwen Stemcomputers Niet

De bekendste groep die tegen de stemcomputers optrad was Wij Vertrouwen Stemcomputers Niet (WVSN), een initiatief van hacker (en XS4ALL-oprichter) Rop Gonggrijp. Samen met computerexperts waarschuwde hij dat de stemcomputers die in Nederland werden gebruikt niet veilig waren.

Om daad bij het woord te voegen, wist de groep een stemcomputer op de kop te tikken en daaraan te sleutelen. Dat het überhaupt mogelijk was om zomaar een gemeente op te bellen en vriendelijk te vragen een stemcomputer te lenen, was al een schok. Maar er mankeerde méér aan de computers. Toen die problemen in een reportage van EenVandaag aan het licht kwamen, ging het balletje ook in de politiek pas echt rollen.

Gonggrijp en zijn collega’s haalden de computers als echte hackers uit elkaar en vonden tot hun schrik relatief eenvoudige elektronica. “Er zat geen enkele beveiliging in de computers die kon voorkomen dat je ermee rotzooide”, zegt Gonggrijp in de reportage. Nadat hij uitvogelde hoe de software precies werkte, wist hij snel zelf software te schrijven voor de computer. Om dat te illustreren deed hij een kleine proef waarbij hij een handjevol stemmen uitbracht op het CDA, de VVD, PvdA en GroenLinks. Hij voegde ook een fictieve partij toe, de ‘Frauderende Partij 2006’, maar stemde daar niet op. Hij wist de resultaten vervolgens zo te beïnvloeden dat die laatste partij wél als winnaar uit de machine kwam rollen.

©PXimport

De machine was relatief makkelijk aan te passen voor iedereen die fysieke toegang tot de machine had. De hacker moest daarvoor toegang hebben tot de chip die al bereikbaar was door twee schroeven open te maken. “Binnen vijf minuten heb je die vervangen als je weet wat je moet doen”, zei Gonggrijp

De reportage van EenVandaag toonde niet alleen problemen met de software aan. Ook bleek het makkelijk fysiek toegang tot de stemcomputers te krijgen. Vierhonderd ervan werden vóór de verkiezingen opgeslagen in een loods in Rotterdam, maar de beveiliging daar voldeed niet aan de strenge eisen van de Kieswet. Daarin staat dat stemcomputers ‘streng moeten worden bewaakt’, maar EenVandaag toonde aan dat er geen camera’s in de loods hingen en iemand makkelijk toegang kon krijgen via een dakraam.

Bovendien, zegt Gonggrijp, moeten de machines regelmatig terug naar de fabrikant voor updates en controles. “Iedereen die toegang kan krijgen tot die supply chain kan frauderen met de stemcomputer.”

Nedap en SDU

De vindingen van Wij Vertrouwen Stemcomputers Niet gingen over een specifieke machine, de Nedap ES3B. Die werd bij de verkiezingen in de jaren 90 in ruim negentig procent van de gemeentes gebruikt. Dat was echter niet de enige stemcomputer met problemen. Naar aanleiding van de reportage van de actiegroep en EenVandaag liet de minister een onderzoek uitvoeren door de AIVD. Dat keek ook naar de andere machines die werden gebruikt. In 35 gemeentes (zo’n tien procent van waar gestemd werd) werd gebruikgemaakt van machines van het bedrijf SDU. Ook die bleken niet erg veilig te zijn. De machines zonden straling uit die van een ‘tientallen meters’ afstand kon worden opgevangen. Zo kon worden bekeken wat er op het scherm te zien was.

Naar aanleiding van dat onderzoek trok toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Nicolaï de conclusie dat de computers van SDU niet mochten worden gebruikt in de volgende verkiezingen. Die vonden in november 2006 (Tweede Kamer) en maart 2007 (Provinciale Staten) plaats. In de 35 gemeentes waar voorheen de SDU-computers werden gebruikt, moesten burgers terug naar potlood en papier. Maar dat was het kleine groepje, en niet de machines die WVSN had getest. Die werden namelijk aangepast door de fabrikant, en dat vond de minister voldoende. Zo werd de chip aangepast, zodat die niet zomaar te verwisselen was, en werd er een zegel toegevoegd om te controleren of er met de hardware gerotzooid was.

©PXimport

Einde van de soap?

Dat was niet genoeg voor de minister, die een onderzoekscommissie instelde. In 2007 bracht de Commissie Korthals Altes een adviesrapport uit, genaamd ‘Stemmen met vertrouwen’. Op basis daarvan besloot de regering dat stemcomputers helemaal niet meer zouden worden ingezet in verkiezingen. Sindsdien grijpen we gewoon weer naar het potlood.

De kwestie is nog lang niet voorbij. Bij vrijwel iedere landelijke, provinciale of regionale verkiezing staat er ergens wel een B&W-college, politicus of partij op om te pleiten de stemcomputers tóch weer in te zetten. In 2016 wilde de Kiesraad voor het eerst een experiment uitvoeren met stemmen via internet voor buitenlandse burgers. Datzelfde jaar liet de VVD opnieuw doorschemeren toch weer naar stemcomputers te willen kijken. In 2015 zei ook toenmalig minister Plasterk van Binnenlandse Zaken naar zo’n verkiezing te willen kijken, maar met de toevoeging dat ‘papier wel leidend moest zijn.’

Dat betekent in de praktijk dat er naast een digitale uitslag ook een papieren uitslag moet zijn die gecontroleerd kan worden. En keer op keer zeggen belangengroepen dat het geen goed idee is om stemcomputers te gebruiken. Bovendien blijkt er weinig draagvlak te zijn voor de combinatie stemcomputer en stemprinter, zegt deskundigengroep ‘Elektronisch stemmen en tellen in het stemlokaal’.

Daarmee was er nog geen einde gekomen aan de discussie. Lees hier over recentere ontwikkelingen rond elektronisch stemmen.

▼ Volgende artikel
Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je de juiste maten
© RossandHelen
Huis

Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je de juiste maten

Voordat je een nieuwe oven, koelkast of vaatwasser aanschaft, is één ding belangrijk: de juiste maten weten. Een paar millimeter kan het verschil maken tussen een strakke keuken of een dure miskoop. Hoe meet je de nis precies op? Hoeveel ventilatieruimte is nodig? En waar moet je rekening mee houden bij aansluitingen?

Wil je je inbouwapparatuur tot op de millimeter nauwkeurig installeren, dan is precies meten onmisbaar. In dit artikel lees je over: • Algemene meetprincipes • Waar je precies op moet letten bij een ⋄ inbouwkoelkast of -vriezer  ⋄ inbouwoven en -magnetron  ⋄ inbouwvaatwasser ⋄ inbouw-espressomachine  • Welke veelgemaakte fouten je moet zien te vermijden • Wat je altijd als laatste moet doen

Ook interessant: Een inbouwkoelkast kopen: waar moet je op letten?

Bij het kiezen van inbouwapparatuur voor je keuken is precisie alles. Een afwijking van slechts een paar centimeter kan ervoor zorgen dat je nieuwe koelkast, oven, of vaatwasser onmogelijk in de daarvoor bestemde ruimte past. Of het nu gaat om een inbouwkoelkast, een espressomachine of een diepe oven: een haastig genomen maat is zelden een goed idee. Laten we daarom stap voor stap kijken hoe je dit voorkomt, zodat je straks geen verrassingen tegenkomt tijdens de installatie.

Algemene meetprincipes 

Voordat je begint met meten, is het slim om een paar basisregels aan te houden. Gebruik een precieze rolmaat en een digitale schuifmaat voor de beste resultaten. Meet niet alleen de buitenkant van je keukenkasten, maar focus op de binnenafmetingen van de nis: breedte, hoogte en diepte. Houd daarnaast rekening met de benodigde ventilatieruimte, meestal 2 tot 5 centimeter aan de achter- en zijkanten. Check ook waar stopcontacten, wateraansluitingen en doorvoeren voor kabels zitten. Deze details zijn minstens zo belangrijk als de afmetingen zelf.

©Andrey Sinenkiy

Hier let je op bij een:

Inbouwkoelkast of -vriezer 

Bij koelkasten en vriezers is de nishoogte een cruciale maat, die per model sterk kan verschillen. Veelvoorkomende hoogtes zijn 88, 140 en 178 centimeter, maar er zijn uitzonderingen. Let ook goed op het deursysteem: een sleepdeurmechanisme heeft doorgaans 1 tot 2 centimeter extra ruimte in de breedte nodig. Voor de diepte geldt dat 55 centimeter meestal volstaat, al kan dat oplopen tot 60 centimeter bij modellen met een ventilator aan de achterzijde.

Inbouwoven en -magnetron 

Hoewel deze toestellen op het eerste gezicht standaard lijken, kunnen de afmetingen verschillen. De nisbreedte is meestal 56 centimeter, terwijl de voorzijde van het toestel vaak 59,5 centimeter breed is. Dit zorgt ervoor dat het front mooi aansluit op de keukenkast. De hoogte is een belangrijk aandachtspunt: compacte ovens beginnen bij 45 centimeter, terwijl standaardmodellen 60 centimeter nodig hebben. Bij magnetrons is het slim om rekening te houden met bedieningspanelen die kunnen uitsteken en extra ruimte bovenin vragen.

Inbouwvaatwasser 

Bij vaatwassers draait het vooral om de hoogte. Die varieert tussen 81,5 en 87 centimeter, maar dankzij verstelbare poten heb je hier wel wat 'bewegingsruimte'. Minstens zo belangrijk is de plinthoogte: meet van de vloer tot de onderkant van de kast en niet alleen de zichtbare plint. Vergeet ook de waterslang niet—reken op zo'n 5 centimeter extra diepte om voldoende ruimte te houden voor de aansluiting.

Inbouw-espressomachine 

Espressomachines zijn compact, maar nauwkeurig meten blijft belangrijk. De standaardbreedte ligt meestal rond de 56 centimeter, maar de diepte kan variëren. Afhankelijk van het model neemt het waterreservoir aan de achterkant 40 tot 55 centimeter in beslag. Let ook op de kleppen: bij een machine die naar voren opent, is extra ruimte nodig om koffiebonen of cups eenvoudig te vervangen.

©Cristina Villar Martin | Ladanifer

Voorkom deze veelgemaakte fouten 

Een veelvoorkomend probleem is dat apparatuur nét niet past, ondanks zorgvuldig meten. Dit komt vaak doordat ventilatieruimte of aansluitingen over het hoofd worden gezien. Een handige tip: plak een stuk tape op de vloer op de plek waar de achterkant van het toestel komt en markeer daarop de positie van stekkers en leidingen. Controleer ook of de nis waterpas is, vooral bij koelkasten met schuiflades. Een scheve ondergrond kan voor problemen zorgen, dus stel de keukenkast indien nodig bij voordat je gaat installeren.

Bij renovaties spelen vaak afwijkende maten een rol. Oudere keukens kunnen dikkere kastwanden of ongewone nisdieptes hebben. Meet daarom niet alleen de huidige situatie, maar vergelijk deze met de afmetingen van het nieuwe toestel. Twijfel je? Overweeg dan advies van een keukenexpert, zeker bij complexe combinaties zoals een oven met een ingebouwde magnetron.

En dit moet je echt altijd als laatste doen...

Het klinkt als een open deur, maar het blijft de beste garantie op succes: meet alles minimaal twee keer. Schrijf de maten op en leg ze naast de technische specificaties van het apparaat. Let daarbij op details als verstelbare poten, een uitklapbaar bedieningspaneel of deuruitsparing. Zo voorkom je dat je keukenproject verandert in een puzzel met ontbrekende stukken. Want uiteindelijk draait het erom dat alles naadloos samenvalt – letterlijk én figuurlijk.

▼ Volgende artikel
Dit zijn dé tuinklussen om te doen in april
© Leika production
Huis

Dit zijn dé tuinklussen om te doen in april

Het heeft even geduurd, maar de winter is eindelijk (zo goed als) voorbij. De zomertijd is ingegaan, 's morgens vroeg hoor je de vogels weer en de zon zien we ook steeds vaker. Tijd dus om lekker veel buiten te zijn om je tuin helemaal zomerklaar te maken. Dit zijn de tuinklusjes die je in april allemaal kunt doen.

Dit doe je in april: 🌻 Planten afharden 🌻 Rozen, bodembedekkers en zomerbollen planten 🌻 Heggen snoeien en bemesten 🌻 Meeldauw voorkomen en bestrijden 🌻 Het gazon: maaien, bijzaaien en bemesten

📆Handig: onze tuinkluskalender voor heel het jaar rond

Planten afharden

Planten die je in de afgelopen maanden binnen hebt gehouden, kun je nu langzaam laten wennen aan de lagere buitentemperaturen. Begin in de tweede helft van april door ze overdag buiten te zetten en 's avonds weer naar binnen te halen, bijvoorbeeld in de schuur of garage. Hoewel de lente begonnen is, kunnen de nachten nog koud zijn, zeker omdat de IJsheiligen nog niet voorbij zijn. Sommige nachten kan het zelfs nog vriezen. Geef kuipplanten een meststof met langdurige werking, zodat ze voldoende voeding hebben voor de komende maanden. Bescherm eenjarige planten, jonge gewassen en bloesembomen tegen nachtvorst met een vliesdoek.

Rozen, bodembedekkers en zomerbollen planten

Heb je nog geen rozen of heesters geplant? Dan is dit het moment om dat alsnog te doen, zodat ze deze zomer in volle bloei staan. Is het lekker weer in april? Op zonnige dagen kun je ook heiligenbloem of lavendel in de grond zetten. Zorg er wel voor dat je eerst onkruid verwijdert en de bodem losmaakt.

Wil je borderplanten aanplanten? Begin dan met bodembedekkers. Dit is bovendien een ideaal moment om de beplanting een voedingsboost te geven met mest. Heb je in maart eenjarige, tweejarige of vaste planten binnen gezaaid? Dan kun je ze nu voorzichtig verpotten. Nog niet gezaaid? Dat kan nog steeds.

Vanaf half april is het ook een goed moment om zomerbollen te planten. Denk aan lelies, dahlia's, siergember, canna's en gladiolen. Bloembollen die meerdere jaren in de grond blijven, geef je extra voeding met organische mest en een laagje compost. Wil je direct meer kleur in de tuin? Zet dan bakken en potten vol met bloeiende planten. Die zijn nu volop verkrijgbaar bij tuincentra.

🧄🌷🧄🌷 De zomer(bollen) in je hoofd?

Kijk & kies

©Alexander Raths

Heggen en klimplanten

Haal de heggenschaar maar tevoorschijn, want dit is het moment om hagen zoals taxus, conifeer, liguster en leylandii te snoeien. Zo houd je ze in vorm en voorkom je dat ze te breed uitgroeien. Geef de hagen meteen een speciale haagmeststof en leg een laag bodembedekking, houtsnippers of mulch rondom de wortels. Dit helpt de grond vocht vast te houden in de zomer en verbetert de bodemstructuur. Bovendien remt het de groei van onkruid.

Dunne en dode takken in heesters kun je nu ook verwijderen. De hoofdtakken mag je flink terugsnoeien om de struik voller te laten groeien. Dit geldt ook voor winterjasmijn en forsythia, die na de bloei een snoeibeurt kunnen gebruiken. Winterbloeiende heide knip je eenvoudig terug met een heggenschaar. Vergeet niet om klimplanten, zoals clematis, goed vast te zetten. Het kan deze maand namelijk nog flink waaien.

Meeldauw voorkomen en bestrijden

Meeldauw is een plantenziekte die wordt veroorzaakt door een schimmel. Vooral bij warm en droog weer, in combinatie met vochtige nachten door dauw, kan deze ziekte zich snel verspreiden. De schimmel laat een wit, poederachtig laagje achter op de bladeren. Dit is niet alleen lelijk, maar ook schadelijk. De schimmel dringt diep door in het plantenweefsel en onttrekt voedingsstoffen, waardoor de plant minder goed groeit. Rozen, ridderspoor, kamperfoelie, begonia's, aardbeien, tomaten, komkommers, courgette en druiven zijn extra gevoelig voor meeldauw.

Om meeldauw te voorkomen is het belangrijk om bij droog weer extra water te geven en ervoor te zorgen dat er voldoende ruimte tussen de planten blijft. Aangetaste bladeren kun je het beste meteen wegknippen en in de vuilnisbak gooien, zodat de schimmel zich niet verder verspreidt. Gooi ze niet op de composthoop! Daarnaast is het verstandig om meeldauwgevoelige planten niet te plaatsen op plekken waar eerder meeldauw heeft gezeten. Mocht een plant toch helemaal onder deze schimmel zitten, dan is een bestrijdingsmiddel de beste oplossing.

©cocci65

Het gazon: maaien, bijzaaien en bemesten

Controleer of het gazon zieke of kale plekken heeft. Wil je die direct aanpakken? Steek de aangetaste plek dan in een vierkante vorm uit en leg er een nieuw, op maat gesneden grasmat in. Opnieuw inzaaien is natuurlijk ook een optie. Vanaf nu kun je het gras weer maandelijks maaien. Lang gras langs de randen werk je bij met een grastrimmer of kantenknipper, zodat het gazon er weer strak uitziet.

Bemesting is belangrijk voor een gezond gazon. Dit doe je in de periode van maart tot en met september minstens drie keer. Heb je in maart nog niet bemest? Dan is het nu de hoogste tijd. Sluit daarnaast de buitenkraan weer aan, zodat de sproeiers in de tuin klaar zijn voor gebruik.

Lees ook: Grasmaaien: fluitje van een cent met deze tips