ID.nl logo
Huis

Risico's van elektronisch stemmen via de stemcomputer

Als er één systeem is waarvan je wilt dat het altijd gegarandeerd veilig is, dan is het wel de stemcomputer. Toch is er veel verdeeldheid onder politici en techneuten over de veiligheid van die apparaten. De discussie of elektronisch stemmen nu wel of niet ingezet moeten worden, sleept al jaren voort.

Eigenlijk is het best raar. Waarom moeten we toch stemmen met een potlood en een vel papier, in deze tijd waarin onze auto’s en koelkasten en brillen van internet worden voorzien? Mede door dat bekende potlood duurt het wachten op de uitslag zo lang dat de verkiezingsavond een avondvullend programma waard is. Welke gemeente heeft de eerste uitslagen binnen? Welk Waddeneiland kiest voor de VVD? Wat stemmen de kleinste gemeentes uit het land?

Zonder stemcomputers gaat tellen op de ouderwetse manier. Met mensen die handmatig kliko’s vol papieren vellen afgaan om rode bolletjes te tellen. En dan nog eens te hertellen. Het is niet gek dat veel burgers liefst een digitale oplossing zouden zien. Dan heb je vrijwel meteen de uitslag paraat. Het scheelt een hoop vrijwilligerswerk, papier, tijd, moeite en kosten.

In het verlengde daarvan zou je zelfs kunnen redeneren dat je nóg een stap verder kunt gaan. We hebben bijna allemaal een telefoon, een computer, internet … Waarom niet gewoon online stemmen? DigiD lijkt veilig genoeg te zijn om in te loggen bij overheidsinstellingen zoals de Belastingdienst, waarom zouden we er dan niet gewoon mee kunnen stemmen?

Stemgeheim

Er is echter veel kritiek op digitaal stemmen. Opvallend genoeg komt die grotendeels van digitale experts, dezelfde mensen die doorgaans enthousiast worden van meer digitalisering. “Veel mensen maken de vergelijking met de belastingaangifte. Als die online kan, waarom zou stemmen dan niet lukken?” zegt Ronald Prins, oud-directeur van Fox-IT tegen de NOS. “Het verschil is dat er overal alarmbellen gaan rinkelen als je aangifte wordt gemanipuleerd. Dan krijg je een brief op je deurmat.” Dat wil je met verkiezingen voorkomen.

De bezwaren tegen stemcomputers zijn tweeledig. Aan de ene kant is er het feit dat het stemgeheim ermee in gevaar kan komen. Je hebt het (grond)recht je stem geheim te houden. Als iemand het op één of andere manier voor elkaar krijgt een stemcomputer af te luisteren en kan achterhalen wat een specifiek iemand heeft gestemd, dan is de computer per definitie ongrondwettelijk. Het andere mogelijke probleem is dat computers te manipuleren zijn. Iemand die het voor elkaar kan krijgen met een computer te rotzooien, kan de resultaten beïnvloeden, bijvoorbeeld door er een ander resultaat uit te laten rollen dan er daadwerkelijk werd ingevoerd.

Paper trail

Als je stemt met papieren biljetten heb je een ‘paper trail’: iets tastbaars zodat je bij twijfel kunt hertellen en verifiëren. Bij de stemcomputer heb je alleen het bonnetje dat uit de machine rolt, en je moet verder vertrouwen dat de software die stem ook daadwerkelijk registreert. Zo bekeken zijn er een aantal voor de hand liggende oplossingen beschikbaar die die problemen moeten oplossen.

Als de broncode van de machines bijvoorbeeld openbaar wordt gemaakt, kunnen experts daarnaar kijken om te controleren of alles nog wel klopt. De Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) pleitte bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2006 al voor het gebruik van opensource-software.

©PXimport

Toch is dat volgens veel experts niet genoeg. “De werkelijke bezwaren zijn veel fundamenteler en hebben weinig te maken met securitybugs of beschikbare broncode. Het gebruik van stemcomputers doet fundamentele democratische principes geweld aan”, schreef IT-expert Arjen Kamphuis in een column.

“Het wantrouwen tegen macht en machthebbers kan niet worden opgelost door de broncode van een stemcomputer online te zetten, omdat burgers niet kunnen vaststellen of de gepubliceerde broncode daadwerkelijk draait op de specifieke stemcomputer op de basisschool in hun buurt.” Volgens Kamphuis speelt bovendien ook mee dat ‘99,99 procent van de bevolking geen code-audits kan doen’, en dat zij daarom alsnog moeten vertrouwen op de mening van een handjevol experts.

Het andere probleem, waarbij er geen ‘paper trail’ te volgen is bij een stemcomputer, kan in theorie ook snel worden opgelost. Dat is ook één van de oplossingen waarvoor huidige voorstanders nu pleiten. Privacyorganisatie EFF (de Electronic Frontier Foundation) deed die oproep bijvoorbeeld na de Amerikaanse presidentsverkiezingen in 2016.

Ook daar kun je echter vraagtekens bij zetten. Hoeveel stemmers bekijken bijvoorbeeld überhaupt of hun papiertje overeen komt met hun stem? Maar belangrijker: je weet natuurlijk nooit of de stemcomputer de stem ook daadwerkelijk heeft geregistreerd. Ook in dat geval moet je maar vertrouwen op de software. Wanneer controleer je dan of de ‘paper trail’ overeenkomt met de elektronische uitslag? Altijd? Dan kost een stemming alsnog net zoveel tijd en geld als bij een volledig papieren telling, of zelfs meer. Of dubbelcheck je alleen als je de uitslag niet vertrouwt? “De aanname is juist dat de computer goed telt. Er zal dus een bestuurlijke en politieke drempel zijn om überhaupt zo’n hertelling aan te vragen”, schrijft Kamphuis.

Helemaal niet goedkoper

Stemmen met computers is overigens ook duurder dan stemmen met potlood en papier. Dat concludeerde de stichting Wij Vertrouwen Stemcomputers Niet al in 2005 op basis van documenten die het bij de gemeente Amsterdam had opgevraagd. Daaruit bleek dat de verkiezingen in de stad ruim een miljoen euro duurder uitvielen dan wanneer er gewoon ouderwets met potlood werd gestemd.

De Commissie Van Beek concludeerde een aantal jaar geleden hetzelfde toen het onderzoek deed naar de Tweede Kamerverkiezingen van 2012. Waar de ‘analoge’ verkiezingen nog zo’n 42 miljoen euro kostten, zou het bedrag voor een elektronische verkiezing zes tot tien miljoen euro hoger uitvallen.

©PXimport

Dat zijn bovendien alleen de kosten van de verkiezing zelf. De aanvankelijke investering die moet worden gedaan om de stemcomputers aan te schaffen komt daar nog bovenop. Die is niet gering. De commissie raadt aan dat gemeentes gemiddeld drie stemprinters en één stemmenteller aanschaffen, en schatte dat die kosten tussen de 150 en 250 miljoen zouden liggen.

De werkelijkheid bleek duurder. Toen de Tweede Kamer offertes opvroeg bij verschillende marktpartijen, bleken de aanschafkosten tussen de 260 en 365 miljoen te liggen, schreef de minister van Binnenlandse Zaken in 2017 in een kamerbrief. Daaraan werd nog toegevoegd dat de kosten voor “de begeleiding en aansturing van de ontwikkeling van de stemprinter en stemmenteller, de acceptatietesten, de opbouw van deskundigheid, de controle dat gemeenten hetgeen is voorgeschreven ook daadwerkelijk uitvoeren, evaluaties etc.” daar nog bovenop komen.

Al met al lijken er niet veel redenen te zijn om stemcomputers serieus in te voeren. Ze maken verkiezingen duurder en zorgen niet per se voor een hogere opkomst. Experts zijn tegen: ze waarschuwen dat de integriteit van de uitslag en het stemgeheim in gevaar komen. De waarborgen om dat te voorkomen, zoals een extra papieren stembiljet en opensource-broncode, lijken weinig toe te voegen. De vraag blijft dus vooral: waarom zou het eigenlijk nodig zijn om met computers te stemmen?

▼ Volgende artikel
Zo herken je verdachte QR-codes op parkeerautomaten en laadpalen
© Gemeente Den Haag
Huis

Zo herken je verdachte QR-codes op parkeerautomaten en laadpalen

Parkeerautomaten en laadpalen voor elektrische auto's zijn steeds vaker doelwit van fraudeurs. Ze plakken een sticker met een valse QR-code op het scherm of naast het betaalgedeelte. Wie de code scant, komt terecht op een nagemaakte website die vraagt om bankgegevens of een betaling. In werkelijkheid belandt het geld niet bij de gemeente of de exploitant, maar bij criminelen.

In het kort

In dit artikel lees je hoe je nep-QR-codes op parkeerautomaten en laadpalen herkent. Je ontdekt wat quishing is, hoe je verdachte codes spot en hoe je veilig blijft voor deze vorm van oplichting. Lees ook: Goed alternatief voor EasyPark? Zo werkt de Q-Park-app

Van Amsterdam tot Maastricht, van Alphen aan den Rijn en Rotterdam tot Den Haag: valse QR-codes duiken steeds vaker op. Quishing, zoals deze relatief nieuwe vorm van oplichting wordt genoemd, kan je behoorlijk wat geld kosten. Met de tips in dit artikel voorkom je dat jij slachtoffer wordt.

Hoe fraudeurs te werk gaan

Een valse QR-code is vaak simpelweg een sticker die over de originele code of op een lege plek is geplakt. Op het eerste gezicht lijkt de code onderdeel van de automaat. Zodra je de code scant, opent er een website die qua logo en opmaak sterk lijkt op die van een parkeer- of laadpaalexploitant. Het verschil zit in de details: de url wijkt af, de site vraagt direct om bankinloggegevens of je wordt doorgestuurd naar een betaalpagina die niets met de gemeente of betreffende exploitant te maken heeft.

In het Verenigd Koninkrijk en Nederland zijn al meerdere meldingen gedaan. Sommige slachtoffers verloren tientallen euro's aan parkeergeld, anderen werden geconfronteerd met grotere bedragen die van hun rekening verdwenen.

Zo herken je een valse QR-code

Let altijd goed op de fysieke code. Ziet het eruit als een losse sticker, scheef geplakt of met een afwijkende kleur? Dan is de kans groot dat het om fraude gaat. Controleer daarnaast de link die verschijnt zodra je scant. Een betrouwbare url verwijst naar een bekende aanbieder, zoals de website van de gemeente of een erkende parkeerapp. Zie je rare domeinnamen of spelfouten, ga dan niet verder maar klik de pagina meteen weg. Belangrijk om te weten: dat een link met https:// begint is tegenwoordig geen garantie meer dat het om een veilige site gaat. Wij hebben als test de valse QR-code op de foto gescand (don't try this at home!) en de link begint met https://...

Nog beter is het om QR-codes helemaal te vermijden bij dit soort betalingen. Gemeenten en aanbieders van laadpalen en parkeerautomaten adviseren om te betalen via de automaat zelf of via een officiële app, zoals EasyPark of ParkMobile. Zo weet je zeker dat je geld op de juiste plek terechtkomt.

Wat kun je zelf doen?

Betaal je via een app of met pin, dan loop je geen risico op quishing. Zie je toch een verdachte QR-code, meld dit dan bij de gemeente of politie, zodat de sticker snel verwijderd kan worden. Twijfel je aan een website, gebruik dan een controletool zoals 'Check je linkje' waarmee je vooraf kunt zien waar een QR-code naartoe leidt.

Soms heb je genoeg

🅿️ Aan zo'n blauwe parkeerschijf
▼ Volgende artikel
Review TCL 55C6K - Goedkope miniled overtuigt in SDR, maar minder in HDR
Huis

Review TCL 55C6K - Goedkope miniled overtuigt in SDR, maar minder in HDR

Nog niet zo lang geleden was miniled-technologie voorbehouden aan de luxere midrange-modellen en hoger. Maar zoals dat nu eenmaal gaat is ook deze technologie na een aantal jaren beschikbaar op goedkopere modellen. Hoe zit het dan met de kwaliteit?

Uitstekend
Energy label
Conclusie

TCL’s 55C6K is een heel interessante instapper. De adviesprijs ligt te hoog, zeker naast de betere C7K, maar gelukkig is de tv her en der al voor veel minder te krijgen. Met 180 zones schieten de piekhelderheid en het contrast iets tekort, en HDR blijft ook een beetje achter. Toch levert de tv in SDR mooie kleuren en prima kalibratie in Filmmaker- en Movie-modus. Het toestel maakt daarnaast gebruik van Google TV en levert goede gaming-features.

Plus- en minpunten
  • Achtergrondverlichting met 180 zones en degelijk contrast
  • Voldoende piekhelderheid en degelijk kleurbereik
  • Ondersteuning voor Dolby Vision IQ en HDR10+
  • Twee HDMI 2.1-aansluitingen met gaming-features
  • Filmmaker Mode en Movie Mode met goede kalibratie
  • Google TV en AirPlay 2
  • HDR-dynamische tonemapping vermindert het contrast
  • eARC/ARC neemt een 48-Gbps HDMI-poort in
  • Beperkte kijkhoek
TCL 55C6K

Adviesprijs: 899 euro Wat: Ultra-HD 4K, 144Hz, Full Array miniled-tv met lokale dimming (18x10 segmenten) Schermformaat: 55 inch (139 cm) Aansluitingen: 4x HDMI (2x v2.1 (48 Gbps), 2x v2.0 (18 Gbps), ARC/eARC, ALLM, VRR, HFR), 1x usb, 1x optisch digitaal uit, 2x antenne, wifi 5 (802.11ac), ethernet, bluetooth 5.4 Extra’s: HDR10, HLG, Dolby Vision IQ, HDR10+, Dolby Atmos, DTS:X, Google TV, AirPlay 2, usb/DLNA-mediaspeler, DVB-T2/C/S2, CI+-slot Afmetingen: 1229 x 776 x 297 mm (incl. voet) Gewicht: 12,5 kg (incl. voet) Verbruik (per 1000 uur): SDR 70 kWh (F) / HDR 150 kWh (G)

Een eenvoudig ontwerp hoeft niet lelijk te zijn, iets wat de C6K goed laat zien. De vleugelvoeten links en rechts onder deze televisie zijn licht naar buiten gedraaid en dat zorgt ervoor dat hij erg stabiel staat. Aan de voorzijde heeft het scherm nauwelijks een kader; de focus ligt op het beeld. Van opzij gemeten is hij 56 mm diep. Door de licht afgeschuinde zijkanten en de smalle zilverkleurige rand oogt hij zelfs nog slanker. De rug is mooi vlak en afgewerkt met een vierkantpatroon.

Aansluitingen

TCL kiest voor een minimale set aan aansluitingen, een eigenschap die we bij al hun miniled-modellen zien. Er zijn vier HDMI-poorten, waarvan twee voorzien zijn van de maximale 48Gbit/s-bandbreedte die noodzakelijk is voor gamen in 4K120 op je favoriete high-end console. Voor pc-gamers is er nog wat extra mogelijk. Zij kunnen in 4K144Hz gamen, of als je framerate belangrijker vindt dan resolutie kunnen ze zelfs tot 2K288Hz gaan. Met een input-lag van 16,8 ms (bij 4K60) en 8,4 ms (bij 2K120), ondersteuning voor ALLM en VRR (AMD FreeSync en NVIDIA G-Sync Compatible) is een responsieve en uiterst vloeiende game-ervaring gegarandeerd.

Heb je thuis meerdere high-end gamebronnen én een soundbar, dan moet je er wel rekening mee houden dat ARC/eARC slechts op één van de 48Gbit/s-poorten is ingeschakeld, en je dus maar één dergelijke poort overhoudt voor je game-apparaten. Behalve de HDMI-poorten zijn er nog een usb-poort voor media, een digitaal optische audio-uitgang, twee antenne-aansluitingen, wifi 5, ethernet en bluetooth (voor de afstandsbediening en draadloze hoofdtelefoons). 

De aansluitingen op de TCL 55C6K.

Voorzien van Google TV

Zijn er bepaalde apps die je absoluut niet wilt missen op je smart-tv? Dan is Google TV een uitstekende keuze. Het systeem heeft het ruimste app-aanbod en je vindt er bijna alle internationale, maar ook lokale streamingdiensten terug. Google Cast en Apple AirPlay 2 maken het supermakkelijk om content van je smartphone naar de tv te sturen. Aanbevelingen krijg je eveneens in overvloed. Ze zijn geordend per genre, niet per streamingdienst. De genres die Google je toont, zijn gebaseerd op je kijkgedrag. Meer over Google TV lees je in dit artikel.

De TCL 55C6K is voorzien van Google TV.

TCL biedt verder een energiedashboard waarin je alle instellingen terugvindt die het energieverbruik van je tv kunnen beïnvloeden. Wil je de tv gebruiken als kunstkader, dan open je T-exhibition; daar vind je niet alleen een ruim aanbod kunst, je kunt er ook AI-kunst genereren. TCL Channels biedt gratis streaming-content, mét advertenties uiteraard. De Google TV-interface werkt vlot en de gebruikservaring is prima. Ook als je even in de instellingen wilt duiken of een andere input wilt selecteren heeft TCL voor een handige interface gezorgd.

De zwarte rechthoekige afstandsbediening wint geen prijs voor innovatie, maar werkt wel prima. De toetsen voelen zacht aan en hebben een zuivere aanslag. De lay-out is redelijk klassiek en er is nog een numeriek toetsenbord aanwezig. De ingebouwde microfoon is handig voor zoekopdrachten. Onderaan de afstandsbediening zijn zes sneltoetsen te vinden: voor Netflix, Prime Video, YouTube, de mediaspeler, TCL Channels en Disney+. 

De eenvoudige afstandsbediening.

Prima beeldverwerking

De AiPQ Pro-processor die je in de C6K vindt, gebruikt TCL ook in zijn hoger geplaatste modellen. Dat is goed nieuws, want je hoeft dus niets in te leveren op dit vlak en de resultaten zijn erg goed. Wat ons vooral opvalt, is dat HDR-content met zachte kleurgradiënten nu quasi-foutloos en zonder kleurstroken op het scherm verschijnt. Je hoeft daarvoor zelfs geen ruisonderdrukking te activeren. In SDR-content kan dat verschijnsel wel nog zichtbaar zijn, maar met wat lichte ruisonderdrukking worden de meeste hinderlijke kleurstroken weggewerkt. Alleen heel lastige gevallen blijven licht zichtbaar. De processor scoort ook erg goed op deinterlacing van live-tv (1080i) en heeft prima upscaling. Een klein beetje extra scherpte (tot maximaal 5) kan het beeld wel gebruiken.

Voor sport en games is bewegingsscherpte erg belangrijk, en die is prima. De randen van bewegende voorwerpen hebben een heel licht vage rand. Oledmodellen blijven wel uitgesproken beter op dit vlak. Wie dat wil verbeteren, kan overschakelen naar een 240Hz-verversingssnelheid. Bij 4K-beeldmateriaal gaat dat ten koste van wat verticale resolutie, maar het verlies is erg klein. Gamers kunnen in Full-HD zelfs tot 288 Hz gaan. Voor film zien we weinig meerwaarde. Wil je de judder van films wat intomen, dan activeer je de motion interpolation; stel de sterkte in naar eigen smaak. 

©TCL

Zijn 180 dimmingzones voldoende?

Het grote voordeel van miniled-achtergrondverlichtingen is dat ze een groot aantal dimmingzones kunnen bieden. Die zijn essentieel om het contrast van de televisie naar een hoger niveau te tillen. De 55C6K moet het echter stellen met 180 zones (18 x 10). Dat is een flinke downgrade ten opzichte van de 55C7K, die kan uitpakken met 720 zones (36 x 20). Het lcd-paneel zelf heeft een eigen contrast van ongeveer 4600:1, en dat is weliswaar iets lager dan wat we bij andere TCL-modellen zagen, maar zeker niet slecht. Met local dimming geactiveerd stijgt het contrast naar 8400:1, een bescheiden verbetering.

Op een eenvoudiger test scoort hij nog 27.800:1. Die cijfers laten zien dat dat 180 zones wel verbetering leveren, ook al is die aan de kleine kant. Maar het echte verschil zien we in allerlei testfragmenten. Is het beeld donker en zijn er veel kleinere lichtpunten, dan is er meer schaduwdetail zichtbaar dan wenselijk omdat de grote zones het contrast niet fijn genoeg kunnen controleren. Een snel bewegend voorwerp kan dan ook een kleine zone-overgang tonen.

We moeten daar wel bij vermelden dat de aansturing erg goed is; echte zonegrenzen zijn onzichtbaar, maar een incidentele halo is uiteraard niet te vermijden. Al die zaken zijn vooral van belang bij donkere beelden. Bij heldere beelden zien we dan weer een omgekeerd effect. Een donkere partij met scherp detail in een verder helder beeld is iets te helder en verliest zo wat detail. Dat effect is duidelijker in HDR. Al met al nog steeds een behoorlijk resultaat, maar van 180 zones mag je geen oledkwaliteit contrast verwachten. 

Bescheiden piekhelderheid

Ook op het gebied van piekhelderheid kan de C6K maar nauwelijks overtuigen. Op het 10%-venster in HDR Filmmaker Mode meten we 688 nits, op het volledig witte scherm 547 nits. TCL heeft de tv zo getuned dat hij op het 50%-venster nog naar 844 nits gaat. Dat zijn voor HDR eerder bescheiden resultaten, zeker aangezien de Filmmaker Mode de middentinten en helderste tinten te donker toont. Het kleurbereik haalt 88,5% P3. De C6K claimt een QLED-model te zijn, maar onze meting duidt eerder op een KSF-fosfor-achtergrondverlichting waarbij vermoedelijk erg weinig of geen quantum dots aanwezig zijn. Die QLED-vermelding zou TCL dan ook beter achterwege laten. Vergelijk die resultaten met de C7K (die wél echte quantum dots gebruikt) waar we 95% P3 halen en een piekhelderheid van 1850 nits op het 10%-venster, en je ziet dat het verschil groot is.

De C6K ondersteunt Dolby Vision IQ en HDR10+, naast HDR10 en HLG. In HDR Filmmaker Mode zijn niet alleen de helderste tinten te donker, de tv clipt ook wat witdetail weg, waardoor nuance in de helderste tinten kan verdwijnen. We activeerden dynamische tonemapping om dat tegen te gaan, maar dat maakt het beeld over het algemeen te helder, waardoor je minder contrastrijk beeld ziet. In SDR is het resultaat erg goed: de Filmmaker Mode levert een goede kalibratie, dus daar zie je de C6K op zijn best. Zowel in HDR als SDR was het schaduwdetail goed zichtbaar. 

Matige audio

De 40 watt sterke 2.1-audioconfiguratie met het label van Onkyo mag dan wel iets krachtiger zijn dan de gemiddelde lagere-middenklasser, toch laat het geen diepe indruk achter. Er is ondersteuning voor Dolby Atmos en DTS:X, maar onze filmsoundtracks geven maar een matig tot erg beperkt surroundgevoel. Echte diepe bassen ontbreken, en zodra je het volume echt hoog zet, verdwijnt een deel van de bas en hoor je redelijk wat vervorming. De klank is goed genoeg voor doorsnee dagelijks gebruik, maar muziek- en filmliefhebbers kunnen beter een soundbar bij deze televisie gebruiken.

Conclusie

TCL pakt erg graag uit met zijn miniled-modellen, maar deze instapper maakt toch een aantal belangrijke compromissen. Dat leidt onmiddellijk tot zijn belangrijkste minpunt: de adviesprijs. Die is te hoog, zeker wanneer je die vergelijkt met de TCL C7K die nauwelijks duurder, maar wel aanmerkelijk beter is. De dynamische tonemapping van TCL kan beter, zeker gezien de basisprestaties. Met 180 zones kan hij immers geen hoge piekhelderheid leveren en ook geen indrukwekkend contrast. In HDR blijft hij daardoor wat achter, en de dynamische tonemapping maakt niet genoeg goed. Als we erg streng zijn, komt dat vooral omdat de andere miniled-modellen van TCL juist wél zo goed scoren. Maar eerlijk is eerlijk: deze TCL 55C6K levert nog prima prestaties, met mooie kleuren en voldoende piekhelderheid en contrast. De Filmmaker en Movie Mode zijn goed gekalibreerd en zeker in SDR is dat een mooie prestatie. Google TV zorgt voor een ruim entertainmentaanbod en er zijn aardig wat gaming-features. Kun je deze televisie met een mooie korting vinden, dan is hij zeker het overwegen waard!