ID.nl logo
Huis

De beste Linux-distributies voor ieder doel

Linux komt in honderden vormen: de Linux-distributies. Elke distributie legt zijn eigen focus. De ene is ideaal als server, terwijl de andere een goede Windows-vervanger is op de desktop en nog een andere is toegespitst op mediacentergebruik. We zetten de beste Linux-distributies voor ieder doel op een rij.

Het nieuwste als eerste met Fedora

Een Linux-distributie maken en onderhouden is geen gemakkelijke taak. Er komen immers continu nieuwe versies van software uit en die zijn niet altijd even stabiel. De makers van een distributie staan daarom voor de opdracht om de software te testen en er fouten uit te halen. Een extra moeilijkheid hierbij is dat software A misschien alleen met versie XYZ of lager van softwarebibliotheek X samenwerkt, terwijl software B van een hogere versie dan XYZ van softwarebibliotheek X afhangt. Irriteert het je weleens dat je favoriete distributie zulke oude versies van software bevat, denk dan maar eens aan de complexiteit van deze taak.

Dat is natuurlijk lastig voor wie graag met de nieuwste snufjes uit de Linux-wereld speelt. Je moet dan immers lang wachten tot je favoriete distributie alle software en combinaties heeft getest. Sommige distributies kijken ook wat de kat uit de boom bij grote vernieuwingen omdat ze stabiliteit belangrijk vinden.

Een distributie die niet de kat uit de boom kijkt is Fedora, die bekendstaat om zijn focus op innovatie. Onder andere Linus Torvalds, de maker van de Linux-kernel, werkt met Fedora. Het is vaak de eerste distributie die nieuwe technologieën integreert. Wil je profiteren van de voordelen van technologieën zoals het nieuwe init-systeem systemd of de nieuwe displayserver Wayland, dan ben je bij Fedora aan het juiste adres.

©PXimport

Ook als je software ontwikkelt, is Fedora een goede keuze. Wil je met de nieuwste versies van softwarebibliotheken, compilers en ontwikkelomgevingen werken, dan is de kans groot dat Fedora die aanbiedt. Hetzelfde geldt als je je software in de cloud wilt draaien: Fedora focust al enkele jaren op de cloud en heeft naast zijn Workstation- en Server-editie zelfs een Cloud-editie: dit is een minimaal besturingssysteem zonder ballast.

Elke zes maanden, in mei en november, komt er een nieuwe Fedora-release uit met de nieuwste snufjes uit de Linux-wereld. Het nadeel van deze innovatiedrang van Fedora is dat je weleens tegen problemen aanloopt die je op andere distributies niet zou hebben, omdat men daar eenvoudigweg nog niet zo ver is. Eigenlijk speel je als Fedora-gebruiker proefkonijn. Als je er niet tegen kunt dat je zo nu en dan met je hoofd tegen de muur loopt, dan is Fedora niets voor jou.

Een alternatief is openSUSE. Deze distributie is niet zo ‘bleeding edge’ als Fedora, maar heeft soms op andere gebieden een voorsprong. Zo was het de eerste mainstream Linux-distributie die het nieuwe bestandssysteem Btrfs stabiel genoeg vond en met Snapper een gebruiksvriendelijke tool aanbood om met snapshots van het bestandssysteem te werken.

Mediacenter bouwen met LibreELEC

Iedereen kent wel Kodi (voorheen XBMC), de opensource mediacentersoftware om video’s en muziek af te spelen en afbeeldingen te tonen. Kodi draait niet alleen op Windows en OS X, maar ook op Linux, Android en iOS. Wil je een mediacenter in je huiskamer draaien, dan doe je dat dus eenvoudig: sluit een (mini)pc aan op je tv-scherm en draai er Kodi op.

In principe kun je Kodi op elke Linux-distributie draaien. Maar als je die pc alleen als mediacenter inzet, kun je beter kiezen voor een uitgeklede Linux-distributie die speciaal gemaakt is om als mediacenter te werken. Het voordeel is dat de distributie dan alleen bevat wat nodig is voor z’n taak. Daardoor start het systeem bliksemsnel op, is het veiliger (hoe minder software is geïnstalleerd, hoe minder beveiligingslekken), heeft het minimale opslagruimte nodig en duurt updaten minder lang.

OpenELEC of LibreELEC?

Een distributie die dit alles al jaren doet, is OpenELEC (Open Embedded Linux Entertainment Center). Maar in het begin van dit jaar was een groep ontwikkelaars niet tevreden met de gang van zaken in het project, splitsten ze zich af en besloten ze een ‘fork’ te ontwikkelen: LibreELEC. Dit laatste project heeft nu ook de meeste ontwikkelaars, waardoor het de meeste kans van slagen heeft. Daarom raden we nu aan om LibreELEC te gebruiken, hoewel OpenELEC ook nog altijd bruikbaar en voorlopig nog bijna inwisselbaar is. Bijna alles wat we verder in onze bespreking over LibreELEC zeggen, geldt ook voor OpenELEC.

Als interface maakt LibreELEC gebruik van Kodi, je krijgt dus geen normale desktopomgeving te zien zoals bij veel andere Linux-distributies. Muziek, films, series en foto’s haalt je mediacenter van je NAS of je pc. Je deelt die bestanden dan op je thuisnetwerk, zodat je mediacenter erbij kan. Ook met DLNA kan LibreELEC overigens overweg.

Uiteraard ondersteunt LibreELEC ook alle add-ons voor Kodi. Vooral interessant zijn de add-ons waarmee je toegang krijgt tot online mediabestanden. Zo vind je er Apple iTunes Trailers, YouTube, GameTrailers.com, maar ook Uitzending Gemist. Ook voor afbeeldingen en muziek heeft Kodi add-ons, evenals voor integratie met Dropbox, Sonos en heel wat andere systemen.

©PXimport

LibreELEC draait zelfs op de Raspberry Pi, waardoor je van dit minicomputertje een goedkoop en zuinig mediacenter maakt. Bovendien heb je geen toetsenbord en muis nodig om je mediacenter aan te sturen. De gpu van de Raspberry Pi ondersteunt immers CEC (Consumer Electronics Control), een onderdeel van de HDMI-specificatie. Daardoor kun je met de afstandsbediening van je tv ook LibreELEC aansturen. En uiteraard is het ook mogelijk om je mediacenter aan te sturen met een mobiele app, zoals Kore (voor Android) en de Official Kodi Remote (voor iOS).

Een alternatief voor LibreELEC en OpenELEC is OSMC (Open Source Media Center), dat eveneens de Raspberry Pi ondersteunt. Het grote verschil is dat OSMC is gebaseerd op Debian en minder uitgekleed is. Het start dus iets minder snel op (maar het verschil is nauwelijks merkbaar), en je kunt het besturingssysteem meer uitbreiden met extra software. In principe zijn alle Debian-softwarepakketten (meer dan 30.000) te installeren, al raden we dat niet aan.

DD-WRT: Meer mogelijkheden met je router

Je draadloze router komt standaard waarschijnlijk met beperkte functionaliteit. Gelukkig bestaan er enkele projecten die alternatieve firmware voor routers ontwikkelen en je zo veel meer mogelijkheden geven. Zo’n firmware is eigenlijk een minimale Linux-distributie met webinterface, zodat je het systeem kunt configureren als draadloze router.

Lees ook: DD-WRT - Opensource-besturingssysteem voor je router

Eerst enkele waarschuwingen. Allereerst: als je alternatieve firmware op je router installeert, verlies je de garantie. Doe het dus bij voorkeur op een router die je al twee jaar hebt, zodat je toch geen garantie meer hebt. Ten tweede: de installatie van alternatieve firmware is niet altijd even gemakkelijk. Als er iets misgaat, loop je bovendien de kans dat je router niet meer werkt. Volg dus altijd minutieus de installatie-instructies. Kijk ook goed na of je de juiste firmware installeert. Zo’n firmwarebestand dient immers exact voor een specifiek routermodel aangepast te worden. Firmwarebestanden voor andere routers werken niet op jouw model of kunnen het zelfs onbruikbaar maken.

Een bekende Linux-distributie voor routers is DD-WRT. Tot de beschikbare functies behoren onder andere een virtual private network met OpenVPN, bandbreedtemonitoring, quality of service (QoS), dynamische DNS, IPv6 en wake on LAN om de computers op je netwerk te wekken. Er bestaan diverse images van DD-WRT, van het micro-image van 2 MB met beperkte functionaliteit tot het mega-image van 8 MB waarin alle functies zitten.

Welk image je kunt installeren, hangt uiteraard van de hoeveelheid ROM af waarover je router beschikt. Ondertussen zijn er zelfs routerfabrikanten die een aangepaste versie van DD-WRT op (enkele modellen van) hun routers aanbieden, waaronder Buffalo en Linksys. Dat is natuurlijk de beste reclame die zo’n project zich maar kan voorstellen. Op pagina ## van dit nummer gaan we met DD-WRT aan de slag.

©PXimport

Omdat routers veel minder gestandaardiseerd zijn dan pc’s, is hardware-ondersteuning niet vanzelfsprekend. Daarom bespreken we kort enkele alternatieven voor DD-WRT, want ieder heeft zijn eigen ondersteunde modellen. OpenWrt is de bekendste routerfirmware en ondersteunt de meeste modellen. Maar het rommelt in dit project en in het begin van dit jaar heeft een belangrijk deel van de meest actieve ontwikkelaars van OpenWrt zich afgesplitst. Met de fork LEDE (Linux Embedded Development Environment) willen ze regelmatiger nieuwe releases uitbrengen.

Heeft je router een Broadcom- of Atheros-chipset, kijk dan ook eens naar Gargoyle: deze firmware is op OpenWrt gebaseerd, maar heeft een mooiere webinterface en geeft met zijn grafiekjes een duidelijk inzicht in je bandbreedteverbruik. Tomato heeft een intuïtieve interface en is gespecialiseerd in realtime monitoring.

We raden je aan om eerst te kijken welke firmware door je router is ondersteund en daarna te vergelijken welke functionaliteit je nodig hebt en wat je prioriteiten zijn, zodat je dan de juiste firmware kunt kiezen.

Anoniem online met Tails

Elke keer dat je een website bezoekt, kijken talloze partijen over je schouder mee. Bij elke advertentie die je downloadt, registreert het netwerk erachter je IP-adres. Websites plaatsen cookies om je te identificeren. En heel wat websites gebruiken zelfs geavanceerde fingerprintingtechnieken om je op basis van je beeldschermresolutie, geïnstalleerde versies van browserplug-ins, taal en tijdzone te identificeren.

Je IP-adres verhul je gelukkig eenvoudig door te surfen via het anonimiseringsnetwerk Tor (The Onion Router). Met Tor bezoek je niet rechtstreeks een website, maar via een reeks willekeurig gekozen tussenstations. Het IP-adres dat de website te zien krijgt, is dan ook jouw IP-adres niet. Ideaal als je bijvoorbeeld anoniem misstanden in een bedrijf wilt aankaarten zonder dat je bang hoeft te zijn dat men achterhaalt wie je bent en wraak op je neemt. En zo zijn er vast nog wel situaties waarin je liever niet wilt dat iemand je identiteit achterhaalt.

Maar zelfs zonder dat men je IP-adres kent, zijn er nog allerlei manieren om je te identificeren, zoals de al vermelde fingerprintingtechnieken. Of wie weet ben je verplicht om te internetten op een computer die je niet vertrouwt, zoals in een bibliotheek, met een besturingssysteem waarvan je niet vertrouwt dat het je privacy respecteert, zoals Windows 10.

In al deze gevallen komt Tails (The Amnesic Incognito Live System) je ter hulp. Deze Linux-distributie is op Debian gebaseerd en focust zich op privacy en anonimiteit. De journalisten die informatie van klokkenluider Edward Snowden kregen, maakten op zijn verzoek gebruik van Tails. De distributie is gebaseerd op de desktopomgeving GNOME en biedt een beperkte verzameling speciaal geconfigureerde en extra beveiligde software aan om anoniem en veilig te internetten.

©PXimport

Zo surf je via Tor in een op Firefox gebaseerde webbrowser met extra beschermingsmaatregelen. Om te chatten of e-mailen is encryptie standaard geconfigureerd en er zijn ook tools voor schijfencryptie en wachtwoordbeheer beschikbaar.

Tails start je vanaf een usb-stick op. De distributie raakt de harde schijf in de pc niet aan, zodat het geen sporen op je computer achterlaat. Tails overschrijft zelfs het RAM van je computer voordat de distributie de computer uitschakelt, zodat niemand na je sessie snel het geheugen kan uitlezen om na te gaan wat je hebt uitgespookt. En ben je bang dat het toetsenbord een keylogger bevat, dan kun je gebruikmaken van een virtueel toetsenbord op je scherm.

Uiteraard is Tails in de praktijk niet gebruiksvriendelijk. Met Tor surfen gaat immers traag en alle beveiligingsmaatregelen in de webbrowser beperken je in je online stappen. Maar dat is juist het punt: alleen door jezelf die beperkingen op te leggen, slaag je erin om je privacy en anonimiteit te beschermen.

Ligt Tails je om een of andere reden toch niet, kijk dan eens naar de alternatieven Whonix, Subgraph OS en JonDo. Maar zelfs dan is het de moeite om de documentatie op de website van Tails te lezen, want die is een goudmijn aan informatie voor paranoïde internetters.

Oude pc als nieuw met Lubuntu

Heb je misschien nog een pc met Windows XP staan, waarmee het allang niet meer veilig is om op internet te gaan? Of heb je die oude iBook uit het stof gehaald en wil je er eigenlijk wel weer op werken? Dat is allemaal mogelijk als je er de juiste Linux-distributie op installeert.

Helaas kun je er niet zomaar de nieuwste Ubuntu of Fedora op installeren, want die distributies zijn in hun standaardconfiguratie veel te zwaar voor een oude pc met een zwakke processor, weinig RAM en minimale opslagruimte. Ook de drie bekendste desktopomgevingen – GNOME, KDE Plasma en Unity – stellen te veel eisen aan oude hardware. En dan spreken we nog niet over software zoals LibreOffice, dat op oude systemen nogal log draait.

Om een oude pc nieuw leven in te blazen, heb je dus een distributie nodig die lichtgewichtsoftware meelevert, evenals een desktopomgeving die niet te zwaar is. Een interessante optie is Lubuntu, dat als desktopomgeving LXDE (Lightweight X11 Desktop Environment) gebruikt, ideaal voor computers met weinig RAM of een zwakke processor.

©PXimport

Lubuntu is een officiële ‘smaak’ van de populaire Linux-distributie Ubuntu. Lubuntu 16.04 LTS is net zoals moederdistributie Ubuntu 16.04 LTS een release met long-term support: de pakketten krijgen drie jaar beveiligingsupdates. Dat is wel handig als je Lubuntu misschien op een oude pc installeert die je niet dagelijks gebruikt. Zo hoef je niet elk halfjaar een nieuwe versie te installeren om up-to-date te blijven.

De standaardsoftware die je na installatie krijgt, is speciaal uitgekozen zodat het weinig van je computer vraagt. Zo heb je onder andere de beschikking over de tekstverwerker Abiword, het rekenblad Gnumeric en de muziekspeler Audacious. Maar je kunt alle software die in Ubuntu beschikbaar is in Lubuntu installeren.

De systeemvereisten zijn naar de huidige maatstaven vrij licht: 512 MB RAM en een Pentium 4, Pentium M, AMD K8 of hoger. Minder is ook mogelijk (een Pentium II of Celeron met 128 MB RAM is het absolute minimum), maar dan moet je trucs uithalen bij de installatie en werkt je systeem niet zo vlot. Een vuistregel is: dateert de computer van na 2000, dan draait Lubuntu erop. Het project verspreidt ook een image dat je op de Raspberry Pi 2 of 3 kunt installeren. Er is zelfs een image voor PowerPC, als je met Lubuntu nog een tweede leven wilt geven aan je oude Mac met G3-, G4-, of G5-processor, zoals een iBook of PowerBook.

Houd je niet van de desktopomgeving LXDE, neem dan eens een kijkje bij Bodhi Linux. Ook deze distributie is gebaseerd op Ubuntu en biedt een lichtgewicht besturingssysteem aan dat nog prima op oudere computers werkt. De desktopomgeving is hier Moksha, een fork van Enlightenment. Die laatste staat niet alleen bekend als een lichtgewicht desktopomgeving, maar ook als een mooie en gemakkelijk te configureren omgeving.

▼ Volgende artikel
Zo stel je jouw ideale keuken samen
© Andy Dean Photography
Huis

Zo stel je jouw ideale keuken samen

Natuurlijk is het belangrijk hoe een keuken eruitziet, maar het draait vooral om hoe je hem gebruikt. Een goede keuken sluit aan op jouw manier van koken en leven, met een logische indeling en keuzes die het dagelijks gebruik makkelijker maken. In dit artikel laten we zien hoe je stap voor stap tot een ontwerp komt dat echt bij je past – van de eerste schetsen tot het kiezen van werkbladen, apparatuur en grepen.

Zelf je keuken samenstellen? Dit is belangrijk:
  • Beschikbare ruimte
  • Je keukengewoontes
  • Werkhoogte
  • Opbergruimte
  • Materialen
  • Stijl
  • Apparatuur

Begin bij de ruimte en je gewoontes

Voordat je nadenkt over frontjes en kleuren voor je nieuwe keuken, kijk je naar de ruimte die je hebt. Is het een dichte keuken of is hij open en loopt hij naadloos door in je woonkamer? Hoeveel wandlengte is beschikbaar? Waar zitten de ramen, deuren en aansluitpunten? Het helpt om de plattegrond van je keuken op schaal te tekenen. Nog beter: gebruik een digitale tool waarmee je je ontwerp meteen in 3D ziet (zie kader verderop).

Daarna kijk je naar je eigen kookgedrag. Sta je vaak uitgebreid te koken of wil je vooral snel en makkelijk eten kunnen maken? Heb je veel spullen die opgeborgen moeten worden of houd je het graag minimalistisch? De antwoorden op die vragen bepalen welke indeling het best werkt: een rechte wandopstelling, een hoek, een U-vorm of juist een kookeiland.

Let bij het indelen op de zogeheten werkdriehoek. Daarmee bedoelen we de afstand tussen kookplaat, spoelbak en koelkast. Die drie punten vormen samen het hart van je keuken. Hoe dichter deze drie bij elkaar liggen, hoe makkelijker en sneller je werkt. Je hoeft minder heen en weer te lopen en hebt alles onder handbereik.

De ideale werkhoogte

De ideale hoogte van een aanrecht hangt af van je lichaamslengte. Werk je te laag, dan moet je steeds voorover buigen. Werk je te hoog, dan gaan je schouders omhoog. Beide zijn vermoeiend. Daarom loont het om bij het samenstellen van je keuken stil te staan bij de juiste werkhoogte. Een handig uitgangspunt: als je rechtop staat met je armen gebogen in een hoek van 90 graden, dan ligt het werkblad ongeveer 10 tot 15 cm onder je ellebogen. Hieronder zie je een indicatie op basis van je lengte.

LichaamslengteAanbevolen werkbladhoogte
Tot 1,70 meter85 tot 90 cm
1,70 tot 1,90 meter90 tot 95 cm
Langer dan 1,90 meter95 tot 100 cm

Let op: dit zijn richtlijnen. De beste hoogte bepaal je uiteindelijk door zelf even te testen wat prettig voelt – bijvoorbeeld op een instelbaar werkblad of in een showroom met verschillende hoogtes.

Hoeveel opbergruimte heb je nodig?

Gebruik je vaak pannen of bakvormen, dan heb je meer aan een paar brede lades dan aan een kast met planken. Je ziet in één oogopslag wat waar ligt, en je hoeft niet op je knieën om achter in het kastje iets te zoeken. Dat werkt net wat makkelijker – zeker als je dagelijks kookt. Zorg ook dat je je spullen straks logisch kunt verdelen. Het is handig om keukengerei bij de kookplaat op te bergen, schoonmaakspullen onder de spoelbak, en om je voorraad in een hoge kast of ladeblok te bewaren.

Nog iets om bij je ontwerp rekening mee te houden: laat voldoende ruimte over om kastdeuren te openen zonder dat ze elkaar raken. Ook is het prettig om rond het fornuis en de spoelbak minstens 90 centimeter loopruimte te hebben.

©Phurichai

Materialen en stijl: meer dan alleen smaak

Frontjes bepalen in grote mate de uitstraling van je keuken, maar het materiaal zegt ook iets over onderhoud en levensduur. Een gelakte keuken ziet er strak uit, maar is gevoeliger voor krassen en vingerafdrukken. Hout voelt warm aan, maar vraagt meer onderhoud. Kunststof of melamine is onderhoudsvriendelijk en budgetvriendelijk, maar minder duurzaam op de lange termijn.

Voor het werkblad is het goed om verder te kijken dan alleen uiterlijk. Composiet is sterk en makkelijk schoon te houden. Keramiek kan tegen hitte, maar is gevoelig voor harde klappen. Marmer en graniet hebben een unieke uitstraling, maar vereisen regelmatig onderhoud. Houd bij je keuze rekening met hoe je de keuken gebruikt en hoeveel tijd je aan schoonmaak en onderhoud wilt besteden.

Ook de grepen spelen een rol. Een greeploze keuken oogt strak, maar kan onpraktisch zijn als je snel iets wilt pakken. Met zichtbare grepen maak je het jezelf makkelijker – en kies je meteen een detail dat stijl en karakter toevoegt.

©Анастасия Купавц

Apparaten kiezen die bij je passen

Een keuken zonder apparatuur bestaat niet, maar de vraag is welke apparaten je nodig hebt – en hoe je ze slim plaatst. Veel mensen kiezen tegenwoordig voor een inductiekookplaat. Die werkt snel, is energiezuinig en makkelijk schoon te maken. Let wel op de aansluiting: sommige modellen werken op een gewoon stopcontact, maar krachtigere platen hebben een aparte 3-fasengroep nodig in de meterkast.

Belangrijker dan het type is de vraag hoeveel kookzones je nodig hebt. Kook je vaak met meerdere pannen tegelijk? Dan is een brede plaat met vijf of zelfs zes zones handig. Sta je meestal alleen eenpansgerechten te maken, dan volstaat een compactere uitvoering.

Bedenk of je een losse oven wilt, een combi-oven of een stoomoven. Denk na over het formaat en de plaatsing van je koelkast: vrijstaand of inbouw, met vriesvak of zonder. En vergeet de afzuiging niet. In een open keuken werkt een plafondunit of geïntegreerde afzuiging in het kookplaatblad vaak beter dan een klassieke afzuigkap aan de muur.

Bij de plaatsing geldt: apparaten die je vaak gebruikt, moeten makkelijk bereikbaar zijn. Een oven op ooghoogte voorkomt bukken. De vaatwasser naast de spoelbak scheelt heen en weer lopen. Kies je voor een Quooker of een losse kokendwaterkraan? Denk dan ook aan de benodigde ruimte voor het reservoir.

In beeld: ontwerp je keuken met een 3D-planner

Wil je al je ideeën meteen tot leven brengen? Gebruik dan een 3D-keukenplanner, zoals die van Bemmel & Kroon. Je tekent je eigen ruimte in, plaatst ramen en deuren en sleept vervolgens keukenelementen op hun plek. Frontjes, kleuren, apparaten en opstellingen kun je eindeloos combineren. Zo krijg je direct een realistisch beeld van je toekomstige keuken. Het fijne: je hoeft niet meteen naar de winkel, maar kunt thuis op je gemak proberen, aanpassen en verfijnen.

Van ontwerp naar uitvoering

Ben je tevreden met je ontwerp? Neem dan de tijd om alles nog één keer kritisch door te lopen. Kloppen de looproutes? Heb je voldoende werkruimte tussen kookplaat en spoelbak? Zit de oven op een prettige hoogte? Zijn alle opbergruimtes logisch ingedeeld? Kijk ook naar de plaats van je aansluitpunten: water, stroom en afzuiging moeten aansluiten op wat je hebt gepland.

Heb je je keuken in een 3D-tool ontworpen? Dan kun je die visualisatie gebruiken om een afspraak te maken met een adviseur of keukenwinkel. Samen kijk je dan of je ontwerp technisch haalbaar is en welke materialen en apparaten beschikbaar zijn. Pas als alles klopt – van de maatvoering tot de afwerking – is het tijd om je keuken echt te gaan bestellen.

▼ Volgende artikel
Review Nothing Phone (3) – Uniek, maar geen vlaggenschip
© Wesley Akkerman
Huis

Review Nothing Phone (3) – Uniek, maar geen vlaggenschip

Met een adviesprijs van 849 euro is de Nothing Phone (3) het duurste toestel dat dit jonge merk tot op heden heeft uitgebracht. Zelf presenteert Nothing dit model als een heus vlaggenschip, maar uit onze ervaring blijkt dat deze smartphone dat niveau niet helemaal haalt.

Goed
Conclusie

De Nothing Phone 3 valt op met zijn design en Glyph-systeem, maar laat het afweten op het gebied van prestaties, hitteontwikkeling en camera’s bij weinig licht. De software is strak en onderscheidend, maar voor 850 euro heeft de concurrentie simpelweg meer te bieden.

Plus- en minpunten
  • Uniek ontwerp met grappig Matrix-display
  • Nothing OS blijft een fantastische Android-schil
  • Fijn display met levendige kleuren
  • Veel beter camerasysteem
  • Redelijke batterijduur bij normaal gebruik
  • Rivalen doen het op belangrijke vlakken beter
  • Geen high-end processor
  • Behoorlijke warmteontwikkeling
  • Android 16 laat nog op zich wachten
  • Oledpaneel zonder LTPO
  • Maakt te veel compromissen voor een vlaggenschip

De Nothing Phone (3) voelt met zijn aluminium frame en matte afwerking degelijk aan, maar de glanzende transparante achterkant is wel besmettelijk voor vingerafdrukken. De telefoon heeft vier knoppen, inclusief de Essential Key van de Phone (3a) voor screenshots en spraaknotities. Qua ontwerp haal je de meest unieke smartphone van dit moment in huis. Nothing zet hoog in op esthetiek en verheft de doorgaans saaie achterkant tot een waar kunstwerk. Net als bij andere Nothing-toestellen is die tevens functioneel; zo is er onder meer een rode stip die oplicht zodra je gaat filmen.

De meest controversiële verandering is het verdwijnen van de kenmerkende Glyph-strips. Die zijn voor de gelegenheid vervangen door de Glyph Matrix, een klein monochroom schermpje rechtsboven op de achterzijde van het toestel. Dat matrixdisplay biedt meer functionaliteit dan de ledstrips op de voorgangers, zoals notificaties en spelletjes, maar mist de unieke uitstraling van de Glyphs op zijn voorganger. Vooralsnog zien we alleen potentie in dat extra schermpje. Ontwikkelaars moeten nog aan de bak met nuttige functies en games, want tot op heden is de functionaliteit dusdanig beperkt dat je het onderdeel alleen voor meldingen kunt gebruiken.

©Wesley Akkerman

©Wesley Akkerman

De Essential Key zit onder de powerknop.

Op zich een prima scherm

Het scherm is redelijk op vlaggenschip-niveau. Het toestel heeft een oleddisplay van 6,67 inch met een hoge resolutie en een verversingssnelheid van 120 Hz. De (piek)helderheid is hoog genoeg voor gebruik in de zon, terwijl de kleurweergave zowel nauwkeurig als levendig is. Verder is er support voor HDR10+- en Ultra HDR-content. Helaas mist het scherm LTPO-technologie. Dat betekent dat de verversingssnelheid niet lager dan 30 Hz zakt bij statische content. In de praktijk kan dat de batterijduur negatief beïnvloeden.

De Nothing Phone 3 is de eerste telefoon die de Snapdragon 8s Gen 4-processor gebruikt. De chipset presteert vergelijkbaar met de Snapdragon 8 Gen 3, met lichte grafische verbeteringen en een hogere topsnelheid. Hoewel het toestel in dagelijks gebruik vlot aanvoelt en visueel intensieve games prima aankan, blijft de 8s Gen 4 in rauwe prestaties achter bij de nieuwste échte vlaggenschip-processors, zoals de Snapdragon 8 Elite. Potentiële kopers betwisten daarom of de Phone (3) 'flagship material' is of niet – maar bij normaal gebruik merk je geen vertragingen.

©Wesley Akkerman

©Wesley Akkerman

Voorbeeld van een Glyph Matrix-functie: het batterijniveau.

©Wesley Akkerman

Voorbeeld van een Glyph Matrix-functie: de tijd.

Warmteontwikkeling

Wat ook opvalt, is de warmteontwikkeling tijdens het gebruik. Het toestel kan namelijk flink opwarmen tijdens het uitvoeren van zwaardere taken, zoals bij het gamen. Dan kun je de telefoon bijna niet meer comfortabel vasthouden. Helaas een typisch Qualcomm-euvel dat we vaker tegenkomen. Verder is het zo dat de smartphone met een totaal vermogen van 5150 mAh qua accu ook wat achterloopt op zijn rivalen. Bij intensief gebruik moet je de telefoon soms eerder opladen dan je zou hopen. Bij normaal gebruik kom je er echter de dag wel mee door.

De Nothing Phone (3) draait op Nothing OS 3.5, gebaseerd op Android 15, en biedt een vloeiende, strakke interface met fijne, aanpasbare elementen en opvallende widgets. Net zoals op de Nothing Phone (3a) kom je ook hier de Essential Space tegen, een aparte sectie die screenshots opslaat en AI gebruikt om belangrijke informatie te extraheren en te organiseren, inclusief transcripties van spraakmemo's. Dat laatste gaat verrassend goed, met hier en daar een enkele typefout. Zo'n memo maak je snel aan door bijvoorbeeld de Essential Key ingedrukt te houden.

0,6x

1x

2x

Minder functies, maar wel uniek

Hoewel Nothing OS minder functies heeft dan sommige andere Android-skins, is het vrij van bloatware (erg belangrijk!) en legt het systeem de nadruk op een minimalistische, monochrome esthetiek. Dat maakt de software-omgeving daadwerkelijk anders dan je elders aantreft. Nothing belooft daarnaast vijf Android-upgrades en zeven jaar lang beveiligingspatches. Dat is een uitstekende score, meer dan gemiddeld, maar Nothing staat helaas niet bekend om de snelle uitrol van nieuwe softwareversies. Houd dus wat rekening met vertragingen op dat gebied.

Dat bewijst bijvoorbeeld de uitrol van Android 16. Die versie is reeds beschikbaar, maar de Nothing Phone 3 wordt geleverd met Android 15. Nu is het tegelijkertijd zo dat versie 16 echt nog maar net uit is, maar toch voelt dit aan als een gemiste kans. De upgrade moet echter voor het einde van het jaar verschijnen, dus daar kun je naar uitkijken. Verder heeft de nieuwe AI-zoekbalk nog een eigenaardigheid. Je kunt daarmee van alles opzoeken (apps, contacten, functies en meer), maar de Essential Space wordt daarin niet meegenomen.

3x

6x

6x

3x

Beste camera's tot nu toe, maar…

Verspreid over de achterkant tref je een veelzijdig camerasysteem aan. Dat bestaat uit drie sensoren van 50 megapixel: een hoofdcamera, een ultragroothoek- en een periscooplens. Daarmee zoom je tot 3x optisch in. Ook is er nog een selfiecamera van 50 megapixel. Alle camera's ondersteunen video-opnamen in 4K-kwaliteit bij 60 fps. Overdag leveren ze gedetailleerde foto's met levendige, accurate kleuren en een breed dynamisch bereik, hoewel er soms lichte oververzadiging optreedt en de sluitertijd wat beter kan.

De telelens presteert goed tot en met 6x inzoomen met behoud van helderheid en kleuren. Die lens is ook geschikt voor macro-opnames tot 10 centimeter. Over het algemeen vinden we dit de beste lenzen die Nothing tot nu toe aanbiedt, maar ook op dit vlak presteren concurrerende modellen beter. Vooral de Pixels en Galaxy's leveren betere kwaliteit bij weinig licht en snelle bewegingen. Nothings beeldverwerking zorgt gelukkig voor consistente kleuren over alle lenzen en voor goede diepte, maar de camera's kunnen dus nog verbetering gebruiken.

2x

1x

0,6x

Nothing Phone (3) kopen?

De Nothing Phone (3) streeft duidelijk naar onderscheid met zijn unieke ontwerp en het nieuwe Glyph Matrix-systeem, maar op cruciale punten blijft hij achter bij concurrenten in zijn prijsklasse. Hoewel de Snapdragon 8s Gen 4-processor echt wel vlot is voor dagelijks gebruik, blijft-ie op papier achter bij de concurrentie. Niet dat je al die snelheid per se nodig hebt (eerlijk is eerlijk: veel mobiele cpu's zijn echt overkill), maar die dingen gaan wel tellen als je een hogere prijs betaalt. Het helpt ook niet dat het toestel echt heet wordt onder hoge druk.

Ondanks een capabel camerasysteem presteert de Phone (3) onder uitdagende omstandigheden niet zo goed als je zou willen of verwachten. De batterijduur is adequaat, maar niet uitzonderlijk, en de usb-c-poort blijft steken op de oudere 2.0-standaard. Hoewel Nothing OS 3.5 een strakke en unieke software-ervaring biedt met langdurige updates, compenseren de software-extra's en het innovatieve Glyph-systeem de hardwarematige tekortkomingen niet voldoende om de Nothing Phone (3) een toptoestel te noemen, zeker niet gezien zijn prijskaartje van 850 euro.