ID.nl logo
Blokkeer advertenties, trackers en malware met AdGuard
© Reshift Digital
Huis

Blokkeer advertenties, trackers en malware met AdGuard

Bijna elke website die je bezoekt haalt een boel advertenties, trackers en als je pech hebt malware binnen. Dat vertraagt niet alleen je surfsessies, maar het vormt ook een beveiligingsrisico. Als je die ongewenste zaken in je webbrowser wilt blokkeren, dien je dat in principe op elke computer, tablet, smartphone, smart-tv enzovoort in je huishouden te doen. Dat is veel te veel werk, en daarom leggen we in dit artikel een andere oplossing uit: installeer AdGuard Home op een Raspberry Pi, nas of Linux-server en geniet van een netwerkbrede blokkade van gespuis op internet.

Het bedrijf AdGuard Software biedt allerlei producten aan om advertenties te blokkeren en je privacy te beschermen. Het basisproduct is de opensource AdGuard-browserextensie voor Chrome, Firefox, Opera, Edge en Safari die advertenties en trackers blokkeert.

Voor wie meer bescherming wil, zijn er de is AdGuard te installeren op Windows, macOS, Android en iOS. Die voeren hun blokkades op het niveau van het besturingssysteem uit, waardoor je niet op elke browser de extensie hoeft te installeren als je meerdere browsers gebruikt. Bovendien werkt dit ook voor apps die geen browser zijn, zoals games op je Android-telefoon die advertenties tonen of je tracken.

©PXimport

01 Netwerkbrede bescherming via dns

Maar als je op deze manier dezelfde blokkades op alle apparaten in je thuisnetwerk wilt uitrollen, dien je op elk apparaat de browserextensies of app te installeren, in te stellen en bij te werken. Dat is een beheerdersnachtmerrie, en gelukkig heeft AdGuard daar ook een oplossing voor, meerdere zelfs.

De eenvoudigste oplossing is AdGuard DNS. Je hoeft hiervoor zelfs niets te installeren: stel gewoon 176.103.130.130 en 176.103.130.131 in als dns-servers in de netwerkinstellingen van je toestellen. Dat kan zelfs in één keer in je hele netwerk door deze dns-servers in de webinterface van je router in te stellen: je router kent dan normaal gezien aan elk toestel in je netwerk samen met het toekennen van het ip-adres via dhcp ook de dns-servers toe. Wil je ook ‘adult websites’ blokkeren, stel dan 176.103.130.132 en 176.103.130.134 in als dns-servers.

In de AdGuard Knowledgebase geeft het bedrijf instructies om AdGuard DNS in te stellen op allerlei besturingssystemen. Zodra je toestellen de dns-servers van AdGuard gebruiken, sturen ze bij elke website die ze willen bezoeken de domeinnaam naar de servers (AdGuard belooft overigens dat het je activiteiten niet logt). Als het om een onveilige (of in het geval van de ‘Family Protection’ niet voor kinderen geschikte) website gaat, geeft de dns-server het ip-adres terug van een ‘sinkhole server’, die je een melding van de blokkade toont. Gaat het om een veilige website, dan kun je die gewoon bezoeken. Dat werkt voor alle software op al je toestellen.

©PXimport

02 AdGuard Home

AdGuard DNS is heel eenvoudig: je stelt eenmalig je dns-servers in en daarna hoef je er niet meer naar om te kijken. Maar dat is tegelijk ook de zwakte: behalve de keuze voor de Family Protection heb je geen enkele manier om de blokkades te configureren.

Maar AdGuard zou AdGuard niet zijn als het ook voor die situatie geen product zou hebben: in oktober vorig jaar introduceerde het AdGuard Home. Dit is een dns-server die je op je eigen netwerk installeert. Net zoals bij gebruik van AdGuard DNS stel je dan op je router of op individuele toestellen in dat ze gebruikmaken van deze dns-server om advertenties en trackers te blokkeren, zonder dat je op die toestellen nog extra software dient te installeren.

Maar AdGuard Home begint pas waar AdGuard DNS eindigt: het programma heeft ook een webinterface waarin je statistieken over het dns-gebruik kunt bekijken, live dns-aanvragen kunt opvolgen, zelf blacklists kunt toevoegen en specifieke domeinen met één klik kunt blokkeren of toelaten.

©PXimport

Geen adblocker meer nodig in je browser?

Hoewel AdGuard Home een krachtige oplossing is om advertenties en trackers te blokkeren, wil dat niet zeggen dat je dan sowieso zonder adblocker-extensie in je webbrowser kunt surfen. De blokkade van een domein door AdGuard Home is immers alles of niets. Als op één domein zowel advertenties als andere content staat, worden door het blokkeren van dat domein niet alleen de advertenties geblokkeerd, maar mis je ook nuttige content. De kans is zelfs groot dat de website of app die je gebruikt door de blokkade niet meer werkt. Een adblocker in je webbrowser kan veel fijnmaziger beslissingen nemen: niet alleen op basis van de domeinnaam, maar ook op basis van het exacte adres, css-selectors enzovoort. De efficiëntste aanpak is dan ook vaak een combinatie van beide technieken: met AdGuard Home blokkeer je op al je toestellen de domeinen die volledig ongewenst zijn, en tijdens het surfen op specifieke toestellen stel je met extra regels in een adblocker-extensie of -app verfijningen in zodat domeinen met gemengde content selectief geblokkeerd worden.

03 Raspbian installeren

Je kunt AdGuard Home op een Raspberry Pi installeren en die dan als dns-server voor je netwerk gebruiken. We raden aan om de ethernetpoort van de Pi te gebruiken, omdat dns wel heel betrouwbaar dient te zijn: we willen niet dat alle toestellen in je netwerk problemen met dns-aanvragen krijgen als de wifi-ontvangst van je Pi even slecht is. Een dns-server is overigens niet zo zwaar, dus je hoeft echt niet het nieuwste model van de Pi hiervoor te gebruiken.

Je dient eerst het besturingssysteem Raspbian op je Pi te installeren. Ga naar de downloadpagina van Raspbian en download het zip-bestand van Raspbian Buster Lite. Steek ondertussen een micro-sd-kaart waarop je het besturingssysteem voor de Pi gaat installeren in je pc.

Download dan het programma balenaEtcher, start het op, selecteer het zipbestand van Raspbian Buster Lite en selecteer de schijfletter van je micro-sd-kaart. Klik op Flash! om het schrijven te beginnen. Wanneer dit voltooid is, haal je het micro-sd-kaartje uit de kaartlezer en steek je het er weer in.

©PXimport

04 Ssh inschakelen

Windows herkent daarop de fat32-partitie ‘boot’ en opent die in de Verkenner. Krijg je de vraag om een niet herkende partitie te formatteren, doe dat dan niet. Vink eerst in het menu Beeld van de Verkenner de optie Bestandsnaamextensies aan.

Rechtsklik dan op een lege plaats in die partitie en maak een nieuw tekstdocument aan met de naam ssh. Verwijder vervolgens de extensie .txt en wanneer je de vraag krijgt of je dat echt wilt, bevestig je je keuze. Door dit bestand dat je nu hebt aangemaakt, geeft Raspbian toegang tot de opdrachtregel via het netwerk, waardoor we geen toetsenbord en beeldscherm hoeven aan te sluiten.

05 Toegang via ssh

Ontkoppel het micro-sd-kaartje, steek het in het kaartslot van je Pi, sluit de Pi via een ethernetkabel aan op je lan en sluit tot slot de voedingsadapter aan. De Raspberry Pi heeft geen aan-uitknop, dus na het aansluiten van de voedingsadapter start hij onmiddellijk op.

Het eerste wat je nu te weten dient te komen, is het ip-adres van je Pi op je netwerk. Dat vind je in de lijst met ‘dhcp leases’ van de webinterface van je router. Zoek naar een toestel met de naam raspberrypî of een mac-adres dat begint met b8:27:eb.

Draai je een Windows-versie van vóór april 2018, dan dien je het programma PuTTY te installeren voor toegang tot je Pi. Heb je een nieuwere versie van Windows 10, dan kun je de ingebouwde ssh-client gebruiken. Ga daarvoor eerst naar Instellingen / Apps / Optionele onderdelen en klik dan op Een onderdeel toevoegen. Kies OpenSSH-client en herstart je computer.

Daarna kun je in de opdrachtprompt van Windows op je Raspberry Pi inloggen met de opdracht ssh pi@IP, met in plaats van IP het daadwerkelijke ip-adres van je Pi. Bevestig met yes dat je de vingerafdruk vertrouwt en vul het wachtwoord raspberry in. In macOS en Linux is de ssh-client overigens standaard al geïnstalleerd, dus in die besturingssystemen kun je onmiddellijk aan de slag. Verander zodra je ingelogd bent het wachtwoord van de gebruiker pi met de opdracht raspi-config en dan de optie 1 Change User Password.

©PXimport

06 AdGuard Home installeren

Nu je Pi klaar is en toegankelijk via ssh, kun je AdGuard Home installeren. Daarvoor dien je enkele opdrachten in te typen. Eerst downloaden we AdGuard Home en pakken het bestand uit met deze commando’s:

cd

wget https://static.adguard.com/adguardhome/release/AdGuardHome_linux_arm.tar.gz

tar xvf AdGuardHome_linux_arm.tar.gz

Ga daarna in de uitgepakte directory en voer het programma uit voor de initiële configuratie:

cd AdGuardHome

sudo ./AdGuardHome

Je krijgt dan te zien op welk adres de webinterface van AdGuard Home bereikbaar is. Normaal heeft die de vorm http://IP:3000 waarbij IP het ip-adres van je Pi is. Bezoek de url in je webbrowser en volg de instructies.

Verifieer dat onder zowel Admin Web Interface als onder DNS server adressen staan die bereikbaar zijn in je lan. Vul in de volgende stap een gebruikersnaam en wachtwoord in, zodat niet iedereen op je netwerk AdGuard Home kan configureren.

Na deze configuratie installeer je AdGuard Home als volgt:

sudo ./AdGuardHome -s install

Het programma is nu ook gestart als systeemdienst.

©PXimport

AdGuard Home in Docker, op je nas of op een vps

De Raspberry Pi is niet het enige platform waarop je AdGuard Home kunt installeren. Misschien heb je al een nas in gebruik en wil je liever geen extra toestel gebruiken voor je dns-server. Dat kan uiteraard ook. Zo bestaat er een pakket van AdGuard Home voor QNAP. En als je Ansible-NAS draait (zie het vorige nummer van Computer!Totaal) of een willekeurige Linux-distributie op een thuisserver, dan kun je daarop AdGuard Home draaien via Docker. Je kunt AdGuard Home ook op een vps met Linux draaien, de installatie-instructies daarvoor zijn bijna hetzelfde als voor Raspbian. Hoe je AdGuard Home ook installeert, na de installatie en de initiële configuratie verloopt alles hetzelfde.

©PXimport

07 Dashboard

Als je nu ervoor zorgt dat alle toestellen in je netwerk je Raspberry Pi als dns-server gebruiken (zie het kader ‘Belangrijke dhcp-instellingen in je router’), ben je klaar met de basisconfiguratie. Eventueel dien je je toestellen te herstarten om ze sneller van de nieuwe dns-server te laten gebruikmaken.

Als je nu het dashboard van AdGuard Home in je webbrowser opent (vanaf nu gewoon op poort 80 in plaats van poort 3000), zie je een duidelijk overzicht van de werking van je dns-server. Bovenaan zie je het aantal dns-aanvragen, hoeveel daarvan geblokkeerd zijn, hoeveel domeinen voor malware of phishing er geblokkeerd zijn en hoeveel ‘adult websites’ er geblokkeerd zijn. En als je ooit een keer tijdelijk al je blokkades wilt opheffen, klik dan bovenaan links op Disable protection, waarna AdGuard Home geen domeinen meer filtert tot je het weer inschakelt.

Daaronder vind je nog enkele statistieken zoals de gemiddelde verwerkingstijd van een dns-aanvraag, de meest actieve clients, de meest gevraagde domeinen en de meest geblokkeerde domeinen. Al deze cijfers gelden voor de laatste 24 uur.

Vooral de lijst met de meest geblokkeerde domeinen is interessant. Achter de meeste domeinen zie je een icoontje van een oog. Blijf je daar met je muis over hangen, dan krijg je wat informatie over waarom dit domein geblokkeerd is: wat is de naam van de eigenaar van het domein, gaat het om een domein voor advertenties of site analytics, enzovoort. Er staat ook een link bij naar WhoTracks.me met meer informatie over het domein.

©PXimport

Belangrijke dhcp-instellingen in je router

Omdat je toestellen altijd dienen te weten waar ze de dns-server van AdGuard Home kunnen vinden, heeft je Raspberry Pi een statisch ip-adres nodig. Als het ip-adres immers verandert en je toestellen dns-aanvragen nog altijd naar het oude ip-adres sturen, kun je geen enkele website meer bezoeken. Voeg daarom in de dhcp-instellingen van je router een statische toekenning van een ip-adres in voor het mac-adres van je Pi. Daarnaast dien je in de dhcp-instellingen ook als dns-server het ip-adres van je Pi in te voeren. Vanaf dan krijgt elk toestel dat aan je router een ip-adres aanvraagt ook het ip-adres van je Pi doorgegeven als dns-server, waarna het toestel alle dns-aanvragen naar je Pi zal doorsturen. Je kunt uiteraard ook op je toestellen zelf het ip-adres van je Raspberry Pi als dns-server instellen als je de blokkade niet netwerkbreed wilt toepassen. Op de wiki van AdGuard Home vind je instructies daarvoor per besturingssysteem.

08 Logboek

In het tabblad Query Log kun je volgen welke dns-aanvragen er allemaal binnenkomen. In de tabel zie je kolommen voor het tijdstip, het opgevraagde domein, het type (A voor IPv4-adressen en AAAA voor IPv6-adressen), het antwoord van de dns-server (het ip-adres, Empty of Filtered by BlackList), en de client die het domein aanvraagt. Op al deze kolommen behalve de tijdstippen kun je ook filteren als je een specifieke selectie van het logboek wilt zien.

Zie je een domein voorbijkomen dat je wilt blokkeren, blijf dan met je muiscursor boven de rij hangen en klik rechts op het knopje Block. Als een van je toestellen daarna nog eens het domein opvraagt, zie je in het logboek dat dit geblokkeerd wordt. Klik je dan op het vraagteken naast Filtered by Blacklist, dan krijg je de regel te zien die AdGuard Home toegevoegd heeft en zie je als filter Custom filtering rules. Bedenk je je over de blokkade, dan kun je altijd rechts op Unblock klikken om het domein weer toe te staan. Klik boven op Refresh als je de nieuwste dns-aanvragen wilt bekijken.

©PXimport

09 Filters instellen

In het tabblad Filters vind je alles wat met het blokkeren van domeinen te maken heeft. AdGuard Home heeft vlak na de installatie vier filters, waarvan het er standaard één inschakelt. Met een vinkje voor een filter schakel je die filter in of uit en met een klik op Check updates haalt AdGuard Home de nieuwste versie van de filter binnen. Dat laatste doet het programma overigens automatisch elk uur. Bij elke filter krijg je de url van de filter te zien, het aantal regels dat de filter bevat en wanneer de filter het laatst bijgewerkt is.

De standaard ingestelde filters van AdGuard Home zijn redelijk voorzichtig: ze houden de belangrijkste advertentienetwerken en trackers tegen zonder te veel websites onbruikbaar te maken. De makers willen immers vermijden dat er websites niet meer werken als er te grondig gefilterd wordt. Schakel de andere filters die AdGuard Home geïnstalleerd heeft gerust ook in: ze breiden de bescherming nog iets uit.

©PXimport

10 Algemene instellingen

Nu de basis werkt, kun je de instellingen bekijken in het tabblad Settings. Onder General settings staat standaard alleen Block domains using filters and hosts files aangevinkt, wat ervoor zorgt dat de in het tabblad Filters ingestelde filters op elke dns-aanvraag toegepast worden.

Als je de tweede optie aanvinkt, Use AdGuard browsing security web service, controleert AdGuard Home voor elk domein dat je toestellen opzoeken of het op een blacklist met malware staat. Dat doet het door een hash van de domeinnaam te berekenen en een deel daarvan door te sturen naar de server. AdGuard krijgt daardoor niet te zien welke domeinen je bezoekt, maar vink dit niet aan als je liever geen enkele informatie uitstuurt. Hetzelfde kun je bereiken door een filter met malwaredomeinen toe te voegen (zie het kader ‘Filters toevoegen’).

Een derde optie is Use AdGuard parental control web service. Vink je dit aan, dan controleert AdGuard Home voor elk opgevraagd domein of het om een ‘adult’ website gaat en blokkeert die dan met een melding. Dat gebeurt op dezelfde manier als de vorige optie, door een hash van het domein naar AdGuard te sturen. De laatste optie Enforce safe search zorgt dat in de zoekmachines van Google, YouTube, Bing, DuckDuckGo en Yandex automatisch SafeSearch ingeschakeld wordt.

©PXimport

11 Instellingen per client

In Settings / Client settings kun je zelfs per verbonden client instellen wat er met de dns-aanvragen moet gebeuren. Klik op Add Client en vul het ip-adres van de client in. Geef de client ook een naam. Die wordt daarna trouwens ook in het logboek getoond bij alle dns-aanvragen van de client.

Standaard staat Use global settings aangevinkt; wanneer je het vinkje verwijdert, kun je de opties die je in de algemene instellingen vindt specifiek voor deze client instellen. Zo kun je instellen dat je alleen op de tablets van je kinderen parental control en safe search inschakelt en in je algemene instellingen niet. De lijst met filters kun je (nog) niet per client aanpassen: alle clients die Block domains using filters and hosts files (of Use global settings) aangevinkt hebben, gebruiken dezelfde filters.

©PXimport

12 Dns-instellingen

AdGuard Home is eigenlijk een dns-proxy die dns-aanvragen van lokale clients aanneemt, deze doorstuurt naar een andere dns-server, de antwoorden ontvangt en deze aan de oorspronkelijke aanvragers doorspeelt. Tot nu toe zijn we op dit aspect niet ingegaan omdat de standaardinstellingen in de meeste gevallen gewoon werken. Maar soms kan het interessant zijn het gedrag van de dns-proxy aan te passen. Dat doe je in Settings / DNS settings.

Standaard gebruikt AdGuard Home de dns-servers van Cloudflare via het versleutelde protocol DNS-over-HTTPS (DoH). In zijn knowledgebase biedt AdGuard een lijst met dns-servers aan die je hier kunt invullen, met wat uitleg over de eventuele filtering die deze dns-servers ook al uitvoeren.

Vul je gewoon een ip-adres van een dns-server in, dan gebruikt AdGuard Home die server via het klassieke onversleutelde dns-protocol over udp. Vul je een url in die begint met https://, dan gebruik je het versleutelde protocol DNS-over-HTTPS; met een url die begint met tls:// gebruik je het versleutelde protocol DNS-over-TLS. Wij gebruiken zelf het privacybewuste DNS.SB via DNS-over-TLS. Dat schakel je in door tls://dns.sb/ in de dns-instellingen in te vullen. Vergeet dan ook niet bij de Bootstrap DNS servers de adressen 185.222.222.222:53 en 185.184.222.222:53 te zetten.

Je kunt hier overigens ook instellen dat AdGuard Home dns-aanvragen voor een specifiek domein naar een specifieke dns-server doorstuurt. Dat is nuttig als je de hostnames uit het domein van je lan door de interne dns-server van je router wilt laten verwerken. Heeft je lan bijvoorbeeld als domein home en heeft je router het ip-adres 192.168.0.1, dan vul je de regel [/home/]192.168.0.1 in.

©PXimport

13 En verder

AdGuard Home heeft nog wel enkele instellingen, bijvoorbeeld als je de toegang tot de webinterface met https wilt versleutelen. Je kunt zelfs AdGuard Home als de dhcp-server op je netwerk laten werken. Maar vergeet dan niet de dhcp-server van je router uit te schakelen. De ontwikkelaars hebben overigens nog heel wat plannen met AdGuard Home: zo is er sprake van een vpn-server in te bouwen en de ontwikkelaars zouden zelfs een kant-en-klaar apparaatje willen gaan verkopen waarop AdGuard Home voorgeïnstalleerd staat, zodat iedereen zonder enige voorkennis zijn netwerk kan beveiligen.

Filters toevoegen

In het tabblad Filters voeg je eenvoudig je eigen filters toe. Klik op Add filter, geef de filter een naam en vul een url van de filter in. AdGuard Home kan overweg met filters in de vorm van AdBlock-regels of hosts files. Op de website The Big Blocklist Collection vind je tientallen hosts-lists. Een lijst waar een vinkje bij staat zal waarschijnlijk geen problemen opleveren. Je vindt er lijsten die verdachte domeinen blokkeren, advertentiedomeinen, trackingdomeinen, kwaadaardige domeinen, pornodomeinen, coinjackingdomeinen enzovoort. Ook filterabonnementen voor AdBlock Plus worden ondersteund. En op FilterLists kun je filteren op lijsten met ondersteuning voor AdGuard Home. Overigens worden domeinen die je in het logboek handmatig geblokkeerd of gedeblokkeerd hebt ook op de pagina met filterinstellingen toegevoegd, namelijk onder Custom filtering rules.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Baas over bladzijdes: plaats paginanummers waar je wilt
© Anders Beier
Huis

Baas over bladzijdes: plaats paginanummers waar je wilt

Lange documenten in Word voorzie je natuurlijk van paginanummers. Maar wat als je project begint met een voorblad en een inhoudsopgave? Dan wil je de paginanummering misschien pas later laten starten, bijvoorbeeld bij het eerste hoofdstuk. Gelukkig kun je zelf bepalen vanaf welke pagina de nummering begint en hoe die wordt weergegeven.

Stap 1: Sectie-einde

Stel dat je de paginanummering pas op pagina vier wilt laten beginnen. Plaats dan de cursor aan het einde van de tekst op de derde pagina. Ga naar het tabblad Indeling, klik op Eindemarkeringen en kies onder Sectie-einden de optie Volgende pagina. Zo voeg je een sectie-einde toe tussen pagina drie en vier.

Plaats een sectie-einde voor de pagina waar de nummering moet beginnen.

Stap 2: Ontkoppel de sectie

Klik in de kop- of voettekst van pagina vier. Je ziet nu het label Koptekst (Sectie 2) of Voettekst (Sectie 2) verschijnen. Zodra je dit doet, opent automatisch het tabblad Koptekst en voettekst. Klik op Aan vorige koppelen in de groep Navigatie om de kop- en voettekst van deze sectie los te koppelen van de vorige. Zo voorkom je dat de paginanummers ook op de eerste drie pagina’s verschijnen.

Zorg dat de optie 'Aan vorige koppelen' is uitgeschakeld voordat je nummers toevoegt.

Stap 3: Nummering plaatsen

Plaats de cursor opnieuw in de kop- of voettekst van pagina vier waar je de nummering wilt starten. Ga naar Paginanummer, kies waar je het nummer wilt tonen (bovenaan of onderaan) en kies een stijl. Je ziet nu waarschijnlijk dat pagina vier het cijfer 4 krijgt. Dat wil je aanpassen. Klik opnieuw op Paginanummer en kies Opmaak paginanummers. Selecteer hier Beginnen bij en vul het gewenste startnummer in – in dit voorbeeld: 1. Klik op OK. Nu begint de nummering pas op pagina vier, met het cijfer 1.

De eerste drie pagina’s hebben nu geen nummering. Als je die drie pagina’s door middel van Romeinse cijfers wilt nummeren, dan ga je terug naar de allereerste pagina en weer klik je op Paginanummer. Je beslist of de nummering boven- of onderaan de pagina moet komen. In het pop-up venster Opmaakpaginanummers selecteer je bovenaan de Romeinse stijl en in het vak Beginnen bij selecteer je 1.

Vanaf nu krijgt de vierde pagina het nummer 1.

▼ Volgende artikel
Slim en veilig delen: zo voorkom je dat vertrouwelijke bestanden uitlekken
© ID.nl
Huis

Slim en veilig delen: zo voorkom je dat vertrouwelijke bestanden uitlekken

Vroeg of laat moet je bepaalde informatie digitaal delen. Denk aan contracten, medische gegevens of vertrouwelijke rapporten. Dat is vaak ook precies het moment waarop het mis kan gaan. Eén foutieve klik en je bestand belandt in verkeerde handen. Gelukkig zijn er slimme en relatief eenvoudige manieren om het risico te beperken, zonder paranoïde toestanden.

Wat gaan we doen

In deze workshop leer je stap voor stap hoe je gevoelige informatie digitaal kunt delen zonder risico. We laten zien hoe je metadata verwijdert, bestanden versleutelt met 7-Zip en toegang beperkt via OneDrive. Ook ontdek je hoe je e-mails extra beveiligt met Outlook, Gmail of Proton Mail. Zo weet je precies welke methode het beste past bij jouw situatie en houd je vertrouwelijke documenten echt vertrouwelijk.

Lees ook: 20 tips om je online privacy te waarborgen

Om te voorkomen dat vertrouwelijke informatie terechtkomt bij onbevoegden, gebruik je bij voorkeur een combinatie van beveiligingsmaatregelen. Versleutel je bestanden vóór verzending, gebruik wachtwoorden of toegangsrechten en kies voor veilige overdrachtsdiensten in plaats van standaardmail. Beperk daarnaast de toegang tot enkel de juiste personen of groepen. Zo houd je je data echt privé, ook na verzending. 

Metadata verwijderen

Welke versie van Windows je ook gebruikt: als je gevoelige bestanden deelt, is het verstandig om eerst de metadata te wissen. Wanneer je een bestand aanmaakt, slaat het systeem automatisch extra gegevens op, zoals de naam van de auteur, de datum van de laatste wijziging, de computernaam en meer. Deze metadata kunnen onbedoeld gevoelige informatie prijsgeven.

Gelukkig kun je deze metadata in Windows Verkenner eenvoudig verwijderen. Navigeer naar het bestand dat je wilt delen. Klik er met de rechtermuisknop op en kies Eigenschappen. Of gebruik de toetscombinatie Alt+Enter. Ga naar het tabblad Details. Klik onderaan op Eigenschappen en persoonlijke gegevens verwijderen. Hier kun je ook de optie Maak een kopie waarbij alle mogelijke eigenschappen zijn verwijderd selecteren. Bevestig met OK. Hierdoor ontvang je een kopie van het bestand zonder de metadata.

Je kunt ook selectief de metadata selecteren die je wilt verwijderen.

➡️7-Zip

Installeren

Ben je van plan om een bestand via internet te versturen? Dan is versleuteling een slimme zet. Door een bestand te versleutelen, voorkom je dat onbevoegden toegang krijgen tot de inhoud, zelfs als ze dat per ongeluk in handen krijgen. Hoewel Windows 11 zelf versleutelingsopties biedt, zijn die alleen bedoeld voor lokale opslag en dus niet geschikt voor bestanden die je wilt delen. Gebruik daarom een externe tool zoals 7-Zip, een gratis, opensource-programma dat uitstekend werkt voor veilige compressie én encryptie.

7-Zip installeer je via de Opdrachtprompt: Open het Startmenu en zoek naar Opdrachtprompt. Klik met de rechtermuisknop op het resultaat en kies Als administrator uitvoeren. Typ de volgende opdracht en druk op Enter: winget install --id 7zip.7zip.

De tool wordt automatisch gedownload en geïnstalleerd. Zodra 7-Zip klaarstaat, kun je je bestand inpakken in een met een wachtwoord beveiligd archief (7z of zip) met sterke AES-256-encryptie. Op die manier kun je het bestand veilig versturen, bijvoorbeeld via e-mail of een cloudservice, mits je het wachtwoord apart en veilig deelt.

Installeer 7-Zip via de Opdrachtprompt.

Versleutelen

Om 7-Zip te starten, zoek je via Startmenu naar 7-Zip File Manager. Open de app en navigeer naar het bestand dat je wilt beveiligen. Selecteer dat en klik op de groene knop Toevoegen. Onderaan, in het gedeelte Versleuteling, vul je een wachtwoord in om het bestand te beveiligen. Typ het wachtwoord twee keer ter bevestiging.

Je kunt ervoor kiezen om het wachtwoord zichtbaar te maken, zodat je zeker weet dat je geen typfouten maakt. Daarnaast kun je ook de bestandsnaam versleutelen. Dat zorgt ervoor dat zelfs de naam van het bestand niet meer herkenbaar is, wat de inhoud extra goed afschermt voor nieuwsgierige ogen. Het resultaat is een versleuteld archiefbestand - een soort digitale container - dat alleen geopend kan worden met het ingestelde wachtwoord.

Standaard blijft het originele, niet-versleutelde bestand behouden. Wil je dat automatisch laten verwijderen? Vink dan in het venster Toevoegen aan archief de optie Bestanden na inpakken verwijderen aan. Zo blijft enkel de beveiligde versie over.

Voer een wachtwoord in om de container te beveiligen.

Uitpakken

Op het eerste gezicht lijkt het misschien alsof het bestand niet aan een programma is gekoppeld, maar 7-Zip herkent het formaat en pakt het zonder problemen uit. Houd er rekening mee dat de ontvanger ook over 7-Zip moet beschikken om het versleutelde archief te openen.

Deze opent het bestand in 7-Zip, selecteert het en klikt op de knop Uitpakken. Daarna vraagt 7-Zip waar het uitgepakte bestand moet worden opgeslagen en voert de ontvanger het juiste wachtwoord in. Stuur het wachtwoord nooit samen met het bestand. Verstuur het wachtwoord via sms, telefoon of een ander chatplatform.

Geef aan waar de container wordt uitgepakt en voer het wachtwoord in.

Versleutelen en splitsen

Wil je nog een extra beveiligingslaag toevoegen? Dan kun je het bestand niet alleen versleutelen met 7-Zip, maar ook opsplitsen in meerdere delen. Vervolgens kun je elk deel apart versturen, eventueel zelfs op verschillende momenten of via verschillende kanalen.

Open opnieuw 7-Zip en voeg het bestand toe dat je op deze manier wilt beveiligen. Stel een encryptiewachtwoord in en bevestig dat. In het veld Opsplitsen in volumes, bytes kies je de gewenste bestandsgrootte per deel. Dit is vooral handig voor grote bestanden. Stel dat het originele bestand 40 MB groot is. Als je 10 MB opgeeft, maakt 7-Zip er automatisch vier gelabelde delen van.

Voor maximale veiligheid kun je elk deel via een andere dienst of e-mailaccount verzenden. De ontvanger selecteert alle delen in 7-Zip (houd hiervoor de Ctrl-toets ingedrukt tijdens het aanklikken) en kiest daarna Uitpakken. Zodra het juiste wachtwoord wordt ingevoerd, worden de delen automatisch samengevoegd en ontsleuteld.

Op deze manier wordt het bestand opgesplitst in pakketten van maximaal 10 MB.

➡️OneDrive

Machtigingen

Met OneDrive stel je eenvoudig machtigingenin waarmee je bepaalt wie er toegang krijgt tot het bestand dat je eerder met 7-Zip hebt versleuteld. Het delen kun je op elk moment weer stopzetten. Open OneDrive via verkenner en navigeer naar de map waarin de versleutelde container staat. Klik met de rechtermuisknop op het bestand en kies voor Delen.

In het pop-upvenster voer je het e-mailadres in van de persoon met wie je het bestand wilt delen. Je kunt ook meerdere e-mailadressen of een mailgroep invoeren. Klik vervolgens op het potloodicoon om aan te geven of de ontvanger het bestand mag Bewerken of Alleen mag bekijken. Ben je klaar? Klik dan op Verzenden. De ontvanger krijgt een e-mail met een link om het bestand te downloaden.

Mag de ontvanger het bestand alleen lezen of mag hij het ook wijzigen?

➡️Outlook

E-mailversleuteling

Heb je een Microsoft 365-abonnement? Dan kun je gebruikmaken van de ingebouwde versleutelfunctie in Outlook om je e-mails en bijlagen extra te beveiligen.

Open de Outlook-app en klik op Nieuwe e-mail om een nieuw bericht op te stellen.Ga eventueel naar het tabblad Invoegen en kies Bestand bijvoegen.Selecteer via Op deze computer zoeken het gewenste bestand en klik op Openen.

Daarnaga je naar het tabblad Opties bovenaan het Lint.Klik op de knop Versleutelen. Je kunt hier ook kiezen uit verschillende beveiligingsniveaus.Maak je bericht af zoals gewoonlijk en klik op Verzenden.De e-mail wordt nu automatisch versleuteld verstuurd. De inhoud is onderweg beschermd en kan alleen worden geopend door de bedoelde ontvanger.

Gebruik de knop Versleutelen in het tabblad Opties.

Beveiligingsopties

Onder de knop Versleuteling zie je drie opties als je een Microsoft 365 Family- of Personal-abonnement gebruikt. De eerste optie is Niet doorsturen. Hierdoor blijft je bericht versleuteld binnen Microsoft 365 en kan de ontvanger het niet kopiëren of naar anderen doorsturen. Kies je Versleutelen, dan kunnen ontvangers met een Outlook.com- of Microsoft 365-account de bijlagen downloaden vanuit Outlook.com of de mobiele Outlook-app.

Wie een andere e-mailclient gebruikt, zoals Gmail, Thunderbird of Apple Mail, ontvangt een bericht dat er een Microsoft Office 365-versleutelde e-mail op hem wacht. Als de ontvanger op de link Bericht lezen klikt, dan schakelt hij naar het Microsoft 365 Portal voor berichtversleuteling en daar moet hij zich aanmelden met een eenmalige wachtwoordcode. Die code ontvangt hij in zijn e-mailclient en daarmee kan hij dan het bericht op de portal openen.

De derde optie is Geen machtiging ingesteld en daarmee verwijder je eerdere machtigingen. De versleutelfunctie in Outlook is ideaal voor wie snel en zonder technische omwegen gevoelige informatie wil delen binnen een professionele context. Je hoeft geen extra tools te installeren.

Gebruikt de ontvanger geen Outlook, dan wordt hij verwezen naar de Microsoft 365 Portal.

➡️Gmail

Vertrouwelijke modus

De extra beveiliging in Gmail heet Vertrouwelijke modus. Hiermee versleutel je je berichten, zodat alleen de bedoelde ontvanger ze kan lezen, zelfs als iemand anders toegang krijgt tot diens mailbox. Klik op Opstellen om een nieuw bericht te maken. Vul het e-mailadres van de ontvanger in, kies een onderwerp en typ je bericht. Voor je op Verzenden klikt, activeer je de extra beveiliging. Onderaan het berichtvenster zie je een aantal grijze knoppen. Helemaal rechts staat een pictogram van een slot met een wijzerplaat. Klik daarop om de Vertrouwelijke modus in te schakelen.


Gebruik je de mobiele app? Tik dan op de drie puntjes rechtsboven en kies daar het slotje. Ontvangers kunnen deze mail vervolgens niet doorsturen, kopiëren, afdrukken of downloaden. Er verschijnt ook een pop-upvenster waarin je de vervaltijd van het bericht instelt. Je kunt kiezen uit: 1 dag, 1 week, 1 maand, 3 maanden of 5 jaar. Na afloop van de gekozen periode verdwijnt het bericht automatisch uit de postbus.

Terwijl je de vervaltijd instelt, zie je ook de exacte einddatum.

Sms-beveiliging

In hetzelfde pop-upvenster kun je een extra beveiligingslaag toevoegen via de optie Toegangscode vereisen. Vink hier de optie Sms-toegangscode aan. De ontvanger kan het bericht dan pas lezen nadat hij of zij een code invoert die via sms op de mobiele telefoon wordt bezorgd. Hiermee voeg je een tweede beveiligingsfactor toe, wat het voor een indringer vrijwel onmogelijk maakt om toegang te krijgen. Die moet immers niet alleen de mailbox, maar ook de sms-berichten van de ontvanger onderscheppen. Dat is een bijzonder lastige combinatie.

Klik op Opslaan en vervolgens op Verzenden. Op dit moment kun je eventueel nog de vervaltijd van het bericht aanpassen. Dan verschijnt er nu een tweede pop-upvenster waarin je het telefoonnummer van de ontvanger moet invoeren. Klik opnieuw op Verzenden. De ontvanger krijgt vervolgens een e-mail met daarin een knop om het vertrouwelijke bericht in de browser te openen. Is sms-verificatie ingeschakeld? Dan ziet de ontvanger ter bevestiging de laatste twee cijfers van zijn of haar gsm-nummer. Na een klik op Send passcode wordt de toegangscode per sms verstuurd.

Voer het gsm-nummer in van de ontvanger.

Lees ook: 20 (écht) onmisbare tips voor Gmail

Documenten ondertekenen op je iPhone? Zo maak je een handtekening aan

View post on TikTok

➡️Proton Mail

Zwitserse veiligheid

De grote mailproviders maken er geen geheim van dat ze het e-mailverkeer scannen. Volgens eigen zeggen doen ze dat om hun dienstverlening te verbeteren. Daarbij richten ze zich vooral op de metadata van berichten: wie met wie communiceert, wanneer en hoe vaak. Ben je op je privacy gesteld, dan geeft dit idee een onbehaaglijk gevoel, zeker wanneer het om vertrouwelijke informatie gaat.

In dat geval kun je overstappen naar een ultraveilige aanbieder zoals Proton Mail (https://proton.me), een dienst die privacy centraal stelt. De servers staan in Zwitserland, waardoor de dienst onderworpen is aan een van de strengste privacywetgevingen ter wereld. Proton Mail werkt standaard met end-to-end-encryptie. Bij gewone e-mails is de verbinding tussen jou en de server meestal wel versleuteld met TLS (Transport Layer Security), maar de e-mail zelf wordt op de server in leesbare vorm opgeslagen.

End-to-end-encryptie (E2EE) bij e-mail betekent dat alleen de afzender en de beoogde ontvanger de inhoud van het bericht kunnen lezen. Zelfs de e-maildienst zelf kan niet zien wat er in de e-mail staat, omdat de versleuteling pas wordt verwijderd op het toestel van de ontvanger.

De gratis versie, Proton Free, biedt dezelfde sterke beveiliging als de betaalde formules, maar met enkele beperkingen. Je beschikt over één e-mailadres en 1 GB e-mailopslag. Daar staat tegenover dat je volledig reclamevrij werkt, niet gevolgd wordt en je berichten niet worden geanalyseerd of gelogd. Wie meer nodig heeft, kan upgraden naar een betaald abonnement, zoals Mail Plus (3,99 euro per maand bij jaarlijkse betaling).

Bij Proton Mail geniet je van end-to-end-versleuteling, wachtwoordbeveiliging en automatische verwijdering.


Zeg je Zwitsers en handig, dan zeg je …

Zakmessen!