ID.nl logo
Blokkeer advertenties, trackers en malware met AdGuard
© PXimport
Huis

Blokkeer advertenties, trackers en malware met AdGuard

Bijna elke website die je bezoekt haalt een boel advertenties, trackers en als je pech hebt malware binnen. Dat vertraagt niet alleen je surfsessies, maar het vormt ook een beveiligingsrisico. Als je die ongewenste zaken in je webbrowser wilt blokkeren, dien je dat in principe op elke computer, tablet, smartphone, smart-tv enzovoort in je huishouden te doen. Dat is veel te veel werk, en daarom leggen we in dit artikel een andere oplossing uit: installeer AdGuard Home op een Raspberry Pi, nas of Linux-server en geniet van een netwerkbrede blokkade van gespuis op internet.

Het bedrijf AdGuard Software biedt allerlei producten aan om advertenties te blokkeren en je privacy te beschermen. Het basisproduct is de opensource AdGuard-browserextensie voor Chrome, Firefox, Opera, Edge en Safari die advertenties en trackers blokkeert.

Voor wie meer bescherming wil, zijn er de is AdGuard te installeren op Windows, macOS, Android en iOS. Die voeren hun blokkades op het niveau van het besturingssysteem uit, waardoor je niet op elke browser de extensie hoeft te installeren als je meerdere browsers gebruikt. Bovendien werkt dit ook voor apps die geen browser zijn, zoals games op je Android-telefoon die advertenties tonen of je tracken.

©PXimport

01 Netwerkbrede bescherming via dns

Maar als je op deze manier dezelfde blokkades op alle apparaten in je thuisnetwerk wilt uitrollen, dien je op elk apparaat de browserextensies of app te installeren, in te stellen en bij te werken. Dat is een beheerdersnachtmerrie, en gelukkig heeft AdGuard daar ook een oplossing voor, meerdere zelfs.

De eenvoudigste oplossing is AdGuard DNS. Je hoeft hiervoor zelfs niets te installeren: stel gewoon 176.103.130.130 en 176.103.130.131 in als dns-servers in de netwerkinstellingen van je toestellen. Dat kan zelfs in één keer in je hele netwerk door deze dns-servers in de webinterface van je router in te stellen: je router kent dan normaal gezien aan elk toestel in je netwerk samen met het toekennen van het ip-adres via dhcp ook de dns-servers toe. Wil je ook ‘adult websites’ blokkeren, stel dan 176.103.130.132 en 176.103.130.134 in als dns-servers.

In de AdGuard Knowledgebase geeft het bedrijf instructies om AdGuard DNS in te stellen op allerlei besturingssystemen. Zodra je toestellen de dns-servers van AdGuard gebruiken, sturen ze bij elke website die ze willen bezoeken de domeinnaam naar de servers (AdGuard belooft overigens dat het je activiteiten niet logt). Als het om een onveilige (of in het geval van de ‘Family Protection’ niet voor kinderen geschikte) website gaat, geeft de dns-server het ip-adres terug van een ‘sinkhole server’, die je een melding van de blokkade toont. Gaat het om een veilige website, dan kun je die gewoon bezoeken. Dat werkt voor alle software op al je toestellen.

©PXimport

02 AdGuard Home

AdGuard DNS is heel eenvoudig: je stelt eenmalig je dns-servers in en daarna hoef je er niet meer naar om te kijken. Maar dat is tegelijk ook de zwakte: behalve de keuze voor de Family Protection heb je geen enkele manier om de blokkades te configureren.

Maar AdGuard zou AdGuard niet zijn als het ook voor die situatie geen product zou hebben: in oktober vorig jaar introduceerde het AdGuard Home. Dit is een dns-server die je op je eigen netwerk installeert. Net zoals bij gebruik van AdGuard DNS stel je dan op je router of op individuele toestellen in dat ze gebruikmaken van deze dns-server om advertenties en trackers te blokkeren, zonder dat je op die toestellen nog extra software dient te installeren.

Maar AdGuard Home begint pas waar AdGuard DNS eindigt: het programma heeft ook een webinterface waarin je statistieken over het dns-gebruik kunt bekijken, live dns-aanvragen kunt opvolgen, zelf blacklists kunt toevoegen en specifieke domeinen met één klik kunt blokkeren of toelaten.

©PXimport

Geen adblocker meer nodig in je browser?

Hoewel AdGuard Home een krachtige oplossing is om advertenties en trackers te blokkeren, wil dat niet zeggen dat je dan sowieso zonder adblocker-extensie in je webbrowser kunt surfen. De blokkade van een domein door AdGuard Home is immers alles of niets. Als op één domein zowel advertenties als andere content staat, worden door het blokkeren van dat domein niet alleen de advertenties geblokkeerd, maar mis je ook nuttige content. De kans is zelfs groot dat de website of app die je gebruikt door de blokkade niet meer werkt. Een adblocker in je webbrowser kan veel fijnmaziger beslissingen nemen: niet alleen op basis van de domeinnaam, maar ook op basis van het exacte adres, css-selectors enzovoort. De efficiëntste aanpak is dan ook vaak een combinatie van beide technieken: met AdGuard Home blokkeer je op al je toestellen de domeinen die volledig ongewenst zijn, en tijdens het surfen op specifieke toestellen stel je met extra regels in een adblocker-extensie of -app verfijningen in zodat domeinen met gemengde content selectief geblokkeerd worden.

03 Raspbian installeren

Je kunt AdGuard Home op een Raspberry Pi installeren en die dan als dns-server voor je netwerk gebruiken. We raden aan om de ethernetpoort van de Pi te gebruiken, omdat dns wel heel betrouwbaar dient te zijn: we willen niet dat alle toestellen in je netwerk problemen met dns-aanvragen krijgen als de wifi-ontvangst van je Pi even slecht is. Een dns-server is overigens niet zo zwaar, dus je hoeft echt niet het nieuwste model van de Pi hiervoor te gebruiken.

Je dient eerst het besturingssysteem Raspbian op je Pi te installeren. Ga naar de downloadpagina van Raspbian en download het zip-bestand van Raspbian Buster Lite. Steek ondertussen een micro-sd-kaart waarop je het besturingssysteem voor de Pi gaat installeren in je pc.

Download dan het programma balenaEtcher, start het op, selecteer het zipbestand van Raspbian Buster Lite en selecteer de schijfletter van je micro-sd-kaart. Klik op Flash! om het schrijven te beginnen. Wanneer dit voltooid is, haal je het micro-sd-kaartje uit de kaartlezer en steek je het er weer in.

©PXimport

04 Ssh inschakelen

Windows herkent daarop de fat32-partitie ‘boot’ en opent die in de Verkenner. Krijg je de vraag om een niet herkende partitie te formatteren, doe dat dan niet. Vink eerst in het menu Beeld van de Verkenner de optie Bestandsnaamextensies aan.

Rechtsklik dan op een lege plaats in die partitie en maak een nieuw tekstdocument aan met de naam ssh. Verwijder vervolgens de extensie .txt en wanneer je de vraag krijgt of je dat echt wilt, bevestig je je keuze. Door dit bestand dat je nu hebt aangemaakt, geeft Raspbian toegang tot de opdrachtregel via het netwerk, waardoor we geen toetsenbord en beeldscherm hoeven aan te sluiten.

05 Toegang via ssh

Ontkoppel het micro-sd-kaartje, steek het in het kaartslot van je Pi, sluit de Pi via een ethernetkabel aan op je lan en sluit tot slot de voedingsadapter aan. De Raspberry Pi heeft geen aan-uitknop, dus na het aansluiten van de voedingsadapter start hij onmiddellijk op.

Het eerste wat je nu te weten dient te komen, is het ip-adres van je Pi op je netwerk. Dat vind je in de lijst met ‘dhcp leases’ van de webinterface van je router. Zoek naar een toestel met de naam raspberrypî of een mac-adres dat begint met b8:27:eb.

Draai je een Windows-versie van vóór april 2018, dan dien je het programma PuTTY te installeren voor toegang tot je Pi. Heb je een nieuwere versie van Windows 10, dan kun je de ingebouwde ssh-client gebruiken. Ga daarvoor eerst naar Instellingen / Apps / Optionele onderdelen en klik dan op Een onderdeel toevoegen. Kies OpenSSH-client en herstart je computer.

Daarna kun je in de opdrachtprompt van Windows op je Raspberry Pi inloggen met de opdracht ssh pi@IP, met in plaats van IP het daadwerkelijke ip-adres van je Pi. Bevestig met yes dat je de vingerafdruk vertrouwt en vul het wachtwoord raspberry in. In macOS en Linux is de ssh-client overigens standaard al geïnstalleerd, dus in die besturingssystemen kun je onmiddellijk aan de slag. Verander zodra je ingelogd bent het wachtwoord van de gebruiker pi met de opdracht raspi-config en dan de optie 1 Change User Password.

©PXimport

06 AdGuard Home installeren

Nu je Pi klaar is en toegankelijk via ssh, kun je AdGuard Home installeren. Daarvoor dien je enkele opdrachten in te typen. Eerst downloaden we AdGuard Home en pakken het bestand uit met deze commando’s:

cd

wget https://static.adguard.com/adguardhome/release/AdGuardHome_linux_arm.tar.gz

tar xvf AdGuardHome_linux_arm.tar.gz

Ga daarna in de uitgepakte directory en voer het programma uit voor de initiële configuratie:

cd AdGuardHome

sudo ./AdGuardHome

Je krijgt dan te zien op welk adres de webinterface van AdGuard Home bereikbaar is. Normaal heeft die de vorm http://IP:3000 waarbij IP het ip-adres van je Pi is. Bezoek de url in je webbrowser en volg de instructies.

Verifieer dat onder zowel Admin Web Interface als onder DNS server adressen staan die bereikbaar zijn in je lan. Vul in de volgende stap een gebruikersnaam en wachtwoord in, zodat niet iedereen op je netwerk AdGuard Home kan configureren.

Na deze configuratie installeer je AdGuard Home als volgt:

sudo ./AdGuardHome -s install

Het programma is nu ook gestart als systeemdienst.

©PXimport

AdGuard Home in Docker, op je nas of op een vps

De Raspberry Pi is niet het enige platform waarop je AdGuard Home kunt installeren. Misschien heb je al een nas in gebruik en wil je liever geen extra toestel gebruiken voor je dns-server. Dat kan uiteraard ook. Zo bestaat er een pakket van AdGuard Home voor QNAP. En als je Ansible-NAS draait (zie het vorige nummer van Computer!Totaal) of een willekeurige Linux-distributie op een thuisserver, dan kun je daarop AdGuard Home draaien via Docker. Je kunt AdGuard Home ook op een vps met Linux draaien, de installatie-instructies daarvoor zijn bijna hetzelfde als voor Raspbian. Hoe je AdGuard Home ook installeert, na de installatie en de initiële configuratie verloopt alles hetzelfde.

©PXimport

07 Dashboard

Als je nu ervoor zorgt dat alle toestellen in je netwerk je Raspberry Pi als dns-server gebruiken (zie het kader ‘Belangrijke dhcp-instellingen in je router’), ben je klaar met de basisconfiguratie. Eventueel dien je je toestellen te herstarten om ze sneller van de nieuwe dns-server te laten gebruikmaken.

Als je nu het dashboard van AdGuard Home in je webbrowser opent (vanaf nu gewoon op poort 80 in plaats van poort 3000), zie je een duidelijk overzicht van de werking van je dns-server. Bovenaan zie je het aantal dns-aanvragen, hoeveel daarvan geblokkeerd zijn, hoeveel domeinen voor malware of phishing er geblokkeerd zijn en hoeveel ‘adult websites’ er geblokkeerd zijn. En als je ooit een keer tijdelijk al je blokkades wilt opheffen, klik dan bovenaan links op Disable protection, waarna AdGuard Home geen domeinen meer filtert tot je het weer inschakelt.

Daaronder vind je nog enkele statistieken zoals de gemiddelde verwerkingstijd van een dns-aanvraag, de meest actieve clients, de meest gevraagde domeinen en de meest geblokkeerde domeinen. Al deze cijfers gelden voor de laatste 24 uur.

Vooral de lijst met de meest geblokkeerde domeinen is interessant. Achter de meeste domeinen zie je een icoontje van een oog. Blijf je daar met je muis over hangen, dan krijg je wat informatie over waarom dit domein geblokkeerd is: wat is de naam van de eigenaar van het domein, gaat het om een domein voor advertenties of site analytics, enzovoort. Er staat ook een link bij naar WhoTracks.me met meer informatie over het domein.

©PXimport

Belangrijke dhcp-instellingen in je router

Omdat je toestellen altijd dienen te weten waar ze de dns-server van AdGuard Home kunnen vinden, heeft je Raspberry Pi een statisch ip-adres nodig. Als het ip-adres immers verandert en je toestellen dns-aanvragen nog altijd naar het oude ip-adres sturen, kun je geen enkele website meer bezoeken. Voeg daarom in de dhcp-instellingen van je router een statische toekenning van een ip-adres in voor het mac-adres van je Pi. Daarnaast dien je in de dhcp-instellingen ook als dns-server het ip-adres van je Pi in te voeren. Vanaf dan krijgt elk toestel dat aan je router een ip-adres aanvraagt ook het ip-adres van je Pi doorgegeven als dns-server, waarna het toestel alle dns-aanvragen naar je Pi zal doorsturen. Je kunt uiteraard ook op je toestellen zelf het ip-adres van je Raspberry Pi als dns-server instellen als je de blokkade niet netwerkbreed wilt toepassen. Op de wiki van AdGuard Home vind je instructies daarvoor per besturingssysteem.

08 Logboek

In het tabblad Query Log kun je volgen welke dns-aanvragen er allemaal binnenkomen. In de tabel zie je kolommen voor het tijdstip, het opgevraagde domein, het type (A voor IPv4-adressen en AAAA voor IPv6-adressen), het antwoord van de dns-server (het ip-adres, Empty of Filtered by BlackList), en de client die het domein aanvraagt. Op al deze kolommen behalve de tijdstippen kun je ook filteren als je een specifieke selectie van het logboek wilt zien.

Zie je een domein voorbijkomen dat je wilt blokkeren, blijf dan met je muiscursor boven de rij hangen en klik rechts op het knopje Block. Als een van je toestellen daarna nog eens het domein opvraagt, zie je in het logboek dat dit geblokkeerd wordt. Klik je dan op het vraagteken naast Filtered by Blacklist, dan krijg je de regel te zien die AdGuard Home toegevoegd heeft en zie je als filter Custom filtering rules. Bedenk je je over de blokkade, dan kun je altijd rechts op Unblock klikken om het domein weer toe te staan. Klik boven op Refresh als je de nieuwste dns-aanvragen wilt bekijken.

©PXimport

09 Filters instellen

In het tabblad Filters vind je alles wat met het blokkeren van domeinen te maken heeft. AdGuard Home heeft vlak na de installatie vier filters, waarvan het er standaard één inschakelt. Met een vinkje voor een filter schakel je die filter in of uit en met een klik op Check updates haalt AdGuard Home de nieuwste versie van de filter binnen. Dat laatste doet het programma overigens automatisch elk uur. Bij elke filter krijg je de url van de filter te zien, het aantal regels dat de filter bevat en wanneer de filter het laatst bijgewerkt is.

De standaard ingestelde filters van AdGuard Home zijn redelijk voorzichtig: ze houden de belangrijkste advertentienetwerken en trackers tegen zonder te veel websites onbruikbaar te maken. De makers willen immers vermijden dat er websites niet meer werken als er te grondig gefilterd wordt. Schakel de andere filters die AdGuard Home geïnstalleerd heeft gerust ook in: ze breiden de bescherming nog iets uit.

©PXimport

10 Algemene instellingen

Nu de basis werkt, kun je de instellingen bekijken in het tabblad Settings. Onder General settings staat standaard alleen Block domains using filters and hosts files aangevinkt, wat ervoor zorgt dat de in het tabblad Filters ingestelde filters op elke dns-aanvraag toegepast worden.

Als je de tweede optie aanvinkt, Use AdGuard browsing security web service, controleert AdGuard Home voor elk domein dat je toestellen opzoeken of het op een blacklist met malware staat. Dat doet het door een hash van de domeinnaam te berekenen en een deel daarvan door te sturen naar de server. AdGuard krijgt daardoor niet te zien welke domeinen je bezoekt, maar vink dit niet aan als je liever geen enkele informatie uitstuurt. Hetzelfde kun je bereiken door een filter met malwaredomeinen toe te voegen (zie het kader ‘Filters toevoegen’).

Een derde optie is Use AdGuard parental control web service. Vink je dit aan, dan controleert AdGuard Home voor elk opgevraagd domein of het om een ‘adult’ website gaat en blokkeert die dan met een melding. Dat gebeurt op dezelfde manier als de vorige optie, door een hash van het domein naar AdGuard te sturen. De laatste optie Enforce safe search zorgt dat in de zoekmachines van Google, YouTube, Bing, DuckDuckGo en Yandex automatisch SafeSearch ingeschakeld wordt.

©PXimport

11 Instellingen per client

In Settings / Client settings kun je zelfs per verbonden client instellen wat er met de dns-aanvragen moet gebeuren. Klik op Add Client en vul het ip-adres van de client in. Geef de client ook een naam. Die wordt daarna trouwens ook in het logboek getoond bij alle dns-aanvragen van de client.

Standaard staat Use global settings aangevinkt; wanneer je het vinkje verwijdert, kun je de opties die je in de algemene instellingen vindt specifiek voor deze client instellen. Zo kun je instellen dat je alleen op de tablets van je kinderen parental control en safe search inschakelt en in je algemene instellingen niet. De lijst met filters kun je (nog) niet per client aanpassen: alle clients die Block domains using filters and hosts files (of Use global settings) aangevinkt hebben, gebruiken dezelfde filters.

©PXimport

12 Dns-instellingen

AdGuard Home is eigenlijk een dns-proxy die dns-aanvragen van lokale clients aanneemt, deze doorstuurt naar een andere dns-server, de antwoorden ontvangt en deze aan de oorspronkelijke aanvragers doorspeelt. Tot nu toe zijn we op dit aspect niet ingegaan omdat de standaardinstellingen in de meeste gevallen gewoon werken. Maar soms kan het interessant zijn het gedrag van de dns-proxy aan te passen. Dat doe je in Settings / DNS settings.

Standaard gebruikt AdGuard Home de dns-servers van Cloudflare via het versleutelde protocol DNS-over-HTTPS (DoH). In zijn knowledgebase biedt AdGuard een lijst met dns-servers aan die je hier kunt invullen, met wat uitleg over de eventuele filtering die deze dns-servers ook al uitvoeren.

Vul je gewoon een ip-adres van een dns-server in, dan gebruikt AdGuard Home die server via het klassieke onversleutelde dns-protocol over udp. Vul je een url in die begint met https://, dan gebruik je het versleutelde protocol DNS-over-HTTPS; met een url die begint met tls:// gebruik je het versleutelde protocol DNS-over-TLS. Wij gebruiken zelf het privacybewuste DNS.SB via DNS-over-TLS. Dat schakel je in door tls://dns.sb/ in de dns-instellingen in te vullen. Vergeet dan ook niet bij de Bootstrap DNS servers de adressen 185.222.222.222:53 en 185.184.222.222:53 te zetten.

Je kunt hier overigens ook instellen dat AdGuard Home dns-aanvragen voor een specifiek domein naar een specifieke dns-server doorstuurt. Dat is nuttig als je de hostnames uit het domein van je lan door de interne dns-server van je router wilt laten verwerken. Heeft je lan bijvoorbeeld als domein home en heeft je router het ip-adres 192.168.0.1, dan vul je de regel [/home/]192.168.0.1 in.

©PXimport

13 En verder

AdGuard Home heeft nog wel enkele instellingen, bijvoorbeeld als je de toegang tot de webinterface met https wilt versleutelen. Je kunt zelfs AdGuard Home als de dhcp-server op je netwerk laten werken. Maar vergeet dan niet de dhcp-server van je router uit te schakelen. De ontwikkelaars hebben overigens nog heel wat plannen met AdGuard Home: zo is er sprake van een vpn-server in te bouwen en de ontwikkelaars zouden zelfs een kant-en-klaar apparaatje willen gaan verkopen waarop AdGuard Home voorgeïnstalleerd staat, zodat iedereen zonder enige voorkennis zijn netwerk kan beveiligen.

Filters toevoegen

In het tabblad Filters voeg je eenvoudig je eigen filters toe. Klik op Add filter, geef de filter een naam en vul een url van de filter in. AdGuard Home kan overweg met filters in de vorm van AdBlock-regels of hosts files. Op de website The Big Blocklist Collection vind je tientallen hosts-lists. Een lijst waar een vinkje bij staat zal waarschijnlijk geen problemen opleveren. Je vindt er lijsten die verdachte domeinen blokkeren, advertentiedomeinen, trackingdomeinen, kwaadaardige domeinen, pornodomeinen, coinjackingdomeinen enzovoort. Ook filterabonnementen voor AdBlock Plus worden ondersteund. En op FilterLists kun je filteren op lijsten met ondersteuning voor AdGuard Home. Overigens worden domeinen die je in het logboek handmatig geblokkeerd of gedeblokkeerd hebt ook op de pagina met filterinstellingen toegevoegd, namelijk onder Custom filtering rules.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Jouw foto's op jouw pc of NAS: veilig, privé en slim
© Andrey Sinenkiy
Huis

Jouw foto's op jouw pc of NAS: veilig, privé en slim

Diensten als iCloud-foto’s en Google Foto’s zijn handig om je foto’s te back-uppen, beheren en delen. Alleen is de online opslagruimte beperkt. Ook je kijkt naar je privacy, zijn deze oplossingen niet altijd ideaal. Er zijn gelukkig gratis tools waarmee je bijna dezelfde ervaring hebt als bij deze online diensten. Je zet je foto’s niet in de cloud, maar gewoon op je eigen pc of NAS.

In dit artikel laten we zien hoe je je eigen foto's beheert, zonder afhankelijk te zijn van clouddiensten zoals Google Foto’s of iCloud:

  • Installeer Immich via Docker op je pc
    • Stel automatische ordening op basis van metadata in
    • Upload en beheer foto’s via de webinterface of mobiele app
    • Deel foto's of albums met vrienden of familie
    • Maak automatische back-ups van je smartphone
  • Gebruik Synology Photos als je een Synology-NAS bezit
    • Deel albums met andere NAS-gebruikers of via een openbare link
    • Gebruik slimme functies zoals de tijdlijn,en mensen- en objectherkenning
    • Synchroniseer je foto's automatisch via de Synology Photos-app

Vind je foto's in de cloud niet erg? Lees dan: Ode aan orde: je immense fotocollectie beheer je zo

Er is weinig mis met de gespecialiseerde cloudopslagdiensten van Apple, Google, Microsoft (OneDrive) en Dropbox. Je kunt hiermee prima foto’s bewaren en delen. De tools zijn voor dit gebruik zelfs uitstekend, maar de opslagruimte is vaak beperkt en het blijven cloudoplossingen. Je bestanden staan dus ergens anders opgeslagen.

Overweeg je een alternatief om foto’s te synchroniseren zonder cloudopslag, dan zijn er meerdere opties, zoals Nextcloud (met de Photos-app), PhotoPrism, digiKam en Piwigo. Wij zijn gecharmeerd van de opensource-dienst Immich en Synology Photos, die je specifiek voor de Synology-NAS kunt gebruiken. Beide tools bieden functies als automatische fotoback-ups, album- en gebruikersbeheer, gezichtsherkenning, tijdlijnweergave, tagging, locatiegebaseerd zoeken, delen, raw-bestanden en toegang via een webinterface. Kortom, er is weinig in de cloudoplossingen dat je bij deze gratis tools niet vindt. We maken eerst kennis met Immich (uitgesproken als het Engelse ‘image’) en daarna met Synology Photos. We focussen ons hierbij op de installatie, de initiële configuratie en het basisgebruik.

Immich

Docker-installatie

Immich wordt frequent geüpdatet en is beschikbaar voor meerdere platformen. Wij gaan aan de slag met de installatie onder Windows. Dit doen we via het gratis Docker Desktop. Docker Desktop beheert containers, een soort lichte, afgescheiden virtuele omgevingen met alle benodigde apps, services en instellingen. Installeer de app met enkele muisklikken en start deze op (de eerste keer kun je op Accept en tweemaal op Skip klikken). Minimaliseer vervolgens het venster, maar laat de app actief.

Goed om te weten: je kunt Immich via Docker ook op je NAS installeren, wat hier ook wel Container Manager (Synology) of Container Station (QNAP) genoemd. In dit artikel gaan we hier alleen niet verder op in.

Docker Desktop heb je met een paar muisklikken geïnstalleerd en opgestart.

Voorbereiding

Immich installeren we dus als Docker-container. Eerst voer je enkele voorbereidingen uit. Open de verkenner en ga naar de map Linux (onderaan). Open vervolgens de submap docker-desktop en dan Home. Maak hier een map met jouw naam en daarbinnen de submap Docker. Binnen deze docker-map maak je de map Immich-app aan. Het pad wordt dus: \\wsl.localhost\docker-desktop\home\<je_naam>\docker\immich-app.

Creëer nu twee submappen in een andere map op een schijf met genoeg opslagruimte: Library en Postgres (bijvoorbeeld C:\Users\<je_accountnaam>\Docker\Immich\library).

Navigeer nu in de verkenner naar de map Immich-app. Houd de Shift-toets ingedrukt, klik met rechts op een lege plek en kies PowerShell-venster hier openen. Houd de verkenner geopend en ga via deze pagina naar de downloadsite. Klik bij Get docker-compose.yml file op het documenten-pictogram (Copy), plak dit in PowerShell met Ctrl+V en druk op Enter om het yml-bestand te downloaden. Herhaal dit voor het commando bij Get .env file, zodat zowel het yml-bestand als het env-bestand in de map Immich-app staan.

Open het env-bestand in een teksteditor, bijvoorbeeld Notepad++ of Kladblok, en pas de volgende variabelen aan:

UPLOAD_LOCATION=C:\Users\<je_accountnaam>\Docker\Immich\library
DB_DATA_LOCATION=C:\Users\<je_accountnaam>\Docker\Immich\postgres
TZ=Europe/Amsterdam
DB_PASSWORD=<eigen wachtwoord>

Zorg ervoor dat de paden kloppen met jouw situatie en sla het aangepaste bestand op.

Voordat je de container installeert, moet je eerst enkele variabelen aanpassen in het env-bestand.

Installatie

Alles is nu klaar om de Docker-container met Immich te draaien. Ga terug naar de map Immich-app en voer het commando docker-compose up -d uit. Dit zorgt ervoor dat alle benodigde onderdelen worden gedownload en uitgevoerd. Na enkele minuten zie je in het Docker Desktop-venster, bij Containers, dat de vier Immich-onderdelen actief zijn. Test dit direct door Localhost:2283 op de adresbalk van je browser in te vullen. Dit is de standaardpoort waarop Immich draait; dit zie je bij Immich_server in het Docker-containeroverzicht. Als het nodig is, kun je het poortnummer aanpassen in het yml-bestand. Klik in de webinterface op Aan de slag om daadwerkelijk met Immich te starten.

Je kunt de containers op elk moment stoppen en starten vanuit Docker Desktop. Dit doe je in de rubriek Containers: selecteer Immich en druk op Stop of Start.

De vier containers zijn gestart en Immich is nu bereikbaar vanuit de webinterface.

Configuratie

Je begint met het aanmaken van een beheerdersaccount. Vul de gevraagde gegevens in en bevestig met Registreren. Log daarna in met het opgegeven e-mailadres en wachtwoord.

Klik in het welkomstvenster op Thema, kies Licht of Donker, en ga naar Privacy. Hier kun je de kaartfunctie inschakelen (om foto’s via coördinaten op een kaart te tonen) en de versiecontrole activeren (voor het ontvangen van updates).

Ga vervolgens naar Opslagtemplate en bepaal of je fotobestanden automatisch wilt ordenen op basis van metadata. Als dit ingeschakeld is, kun je bij Voorinstelling een structuur kiezen met een sjabloon. Kies bijvoorbeeld voor {{y}}-{{MMMM}}-{{dd}}/{{filename}}. Bevestig met Klaar.

Je kunt via een sjabloon je foto’s bewaren op basis van bepaalde metadata.

Basisgebruik

Links in de webinterface zie je een venster met onderdelen als Foto’s, Verkennen, Kaart, Delen, Favorieten, Albums en Gereedschap. Open Foto’s, klik op de plusknop en selecteer de gewenste fotobestanden. De geüploade foto’s verschijnen als miniaturen in een tijdlijn. Bovenaan zie je een zoekbalk met rechts een filterknop om media te selecteren op onder meer naam, plaats, camera, datum en type. Gebruik Uploaden (rechtsboven) om extra foto’s toe te voegen.

Selecteer een of meer foto’s. Rechtsboven verschijnen meerdere knoppen, zoals Toevoegen aan favorieten (voor de rubriek Favorieten) en een menu om de selectie te downloaden, archiveren, verwijderen, de datum of locatie te wijzigen, of miniaturen en metadata te vernieuwen.

Via Toevoegen aan kun je foto’s aan een album toevoegen. Klik op +Nieuw album om een album te maken dat je terugvindt in de rubriek Albums. Gebruik Verkennen in het linkervenster om foto’s gegroepeerd te zien op tijd, locatie of – via AI – op herkenbare objecten, gezichten of thema’s, zoals berglandschappen.

De webinterface van Immich heeft wel wat weg van Google Foto’s.

Back-ups en delen

Je vindt in de webinterface ook de optie Delen. Klik hierop, voeg een beschrijving toe en eventueel een wachtwoord. Geef aan of de ontvanger foto’s mag downloaden en/of uploaden. Stel hiervoor een verloopdatum in, bijvoorbeeld over 1 dag. Klik op Link maken om een link te genereren. Deze link is mogelijk http://localhost<…>, maar je kunt dit aanpassen naar het interne ip-adres van je Immich-server, of een extern adres dat vanaf internet bereikbaar is (zie tekstkader ‘Vanaf het internet’).

Wil je media delen met specifieke personen? Klik hiervoor rechtsboven op je accountpictogram en kies Beheer. Ga naar Gebruikers, klik op Gebruiker aanmaken, vul de gegevens in en bevestig. Bij het openen van een fotoselectie of album kun je dan via de deelknop direct de gewenste gebruiker(s) selecteren, zodat de media in hun webomgeving beschikbaar zijn.

Voor Android en iOS kun je de mobiele Immich-app installeren. Vul het ip-adres van je Immich-server in en meld je aan. Tik op de upload-knop, geef Immich de nodige machtigingen en kies Selecteer om aan te geven welke fotoalbums de app moet back-uppen naar je server. Zet Albums synchroniseren aan om dit te automatiseren en bevestig met Back-up uitvoeren.

Immich is ook beschikbaar als mobiele app, wat handig is voor (automatische) mediaback-ups.

Synology Photos

Voorbereiding

We gaan uit van een Synology-NAS (Network Attached Storage) die via een webinterface toegankelijk is. Verbind via je browser met de webinterface van DSM, het Synology-besturingssysteem.

Open nu eerst het Configuratiescherm, kies Gebruiker en groep, ga naar Geavanceerd en zorg dat Gebruiker basismap inschakelen is ingeschakeld (op het gewenste volume). Bevestig met Toepassen. Open daarna de app File Station, waar je ziet dat de mappen Home en Homes (met persoonlijke submappen voor elke NAS-gebruiker) zijn aangemaakt.

Ga vervolgens naar Package Center in het hoofdmenu. Als de app Synology Photos nog niet is geïnstalleerd, zoek dan naar de naam van deze app. Klik vervolgens op Installeren en daarna op Openen. Klik rechtsboven op je profielicoon, kies Instellingen en open het tabblad Gedeelde ruimte. Schakel eventueel Gedeelde ruimte in en bevestig met Opslaan. Gedeelde media worden nu standaard opgeslagen in de map \photo.

Het is even wennen, maar je persoonlijke media en je gedeelde media belanden voortaan in de daarvoor bestemde mappen.

Gedeelde media

Als je nu foto’s met bijvoorbeeld familieleden wilt delen die toegang hebben tot je NAS, volg dan deze stappen. Ga naar Configuratiescherm / Gebruiker en groep, open het tabblad Groep en klik op Maken. Geef een groepsnaam op (bijvoorbeeld Familie) en druk op Volgende. Selecteer de gewenste leden, druk drie keer op Volgende en vink Synology Photos in de kolom Toestaan aan. Bevestig met Volgende (tweemaal) en met Voltooid.

Open vervolgens de app Synology Photos. Bij Instellingen / Gedeelde ruimte klik je op Toegangsmachtigingen instellen. Selecteer de groep (Familie) en kies Volledige toegang in de uitklapmenu’s. Bevestig met de plusknop en klik op Opslaan. Zet daarna op het tabblad Gedeelde ruimte een vinkje bij zowel Gezichtsherkenning inschakelen in Gedeelde ruimte als Onderwerpherkenning inschakelen in Gedeelde ruimte. Bevestig met Opslaan.

Test de instellingen door een gebruiker uit de groep aan te melden op je NAS, bijvoorbeeld via een incognito-tabblad in je browser. Zodra deze gebruiker Synology Photos opent, kan ook hij media uploaden in zowel de persoonlijke ruimte als de gedeelde ruimte. Links bovenaan in het applicatievenster kun je tussen deze ruimtes schakelen. De inhoud van deze ruimtes kun je overigens ook op bestandsniveau beheren via de overeenkomstige mappen in File Station (althans als administrator).

Als lid van de groep Familie krijgt deze gebruiker meteen ook toegang tot de gedeelde ruimte.

Basisgebruik

We laten nu zien hoe je met fotoalbums werkt. Gebruik eerst de knop Filter tonen (rechtsboven) om filters te activeren en snel de gewenste foto’s te vinden. Selecteer vervolgens een reeks foto’s; er verschijnt een rode balk. Klik hier op de plus-knop Toevoegen aan album, kies +Nieuw album, vul een naam in en druk op OK. Ga naar Albums (tweede knop) in het applicatievenster. Hier kun je foto’s opvragen volgens Recent toegevoegd, Labels en Locaties en, indien eerder ingeschakeld, volgens Mensen (gezichtsherkenning) en Onderwerpen (objectherkenning). Je albums vind je hier ook. Met de plus-knop rechtsboven kun je hier nieuwe albums maken.

Ga met de muisaanwijzer boven een album staan; er verschijnt een knop met drie puntjes. Klik op Delen. Schakel Koppeling delen in en stel bij Privacy-instellingen in of het album Privé of Openbaar is (eventueel met downloadmachtiging). Bij Privé selecteer je bij Lijst van genodigden de gewenste gebruiker(s) of groep(en) en geef je de machtigingen aan: Weergave, Downloaden of Provider (beheerder). Je kunt ook een wachtwoord en vervaldatum instellen. Kopieer de link en bevestig met Opslaan.

Klik op Delen (derde knop) in het applicatievenster en kies Fotoverzoek. Klik op Fotoverzoek maken, vul een onderwerpsregel in, selecteer een bestemmingsmap en bevestig met Verzoek maken. Je hoeft nu alleen maar de link te sturen naar de mensen van wie je graag foto’s wilt ontvangen voor je collectie.

Goed om te weten: er is ook een mobiele app voor Android en iOS van Synology Photos met de functie Photo Backup. Daarmee synchroniseer je opgeslagen foto’s en video’s.

Je kiest zelf met wie je albums deelt en met welke machtigingen je dat doet.

Vanaf het internet

Je fotocollectie, beheerd met een tool als Immich of via je Synology-NAS, is standaard niet toegankelijk voor ongeautoriseerde personen buiten je netwerk. Wil je dat dit wel kan? Dan kun je bij een Synology-NAS de ingebouwde functie QuickConnect inschakelen via het Configuratiescherm in DSM, bij Externe toegang. In de praktijk moet je alleen vaak aan de slag met technieken als poortdoorverwijzing op je router. Of je moet een VPN-server installeren zoals WireGuard, eventueel gecombineerd met een eigen hostnaam via dynamisch DNS om het probleem van een wisselend extern ip-adres te omzeilen.

We hebben helaas niet de ruimte om hier dieper op in te gaan. Binnen je eigen netwerk kun je in elk geval probleemloos je fotoalbums beheren en delen.

Ook onderweg kun je je via de mobiele app en je QuickConnect-ID aanmelden bij Synology Photos op je NAS.

▼ Volgende artikel
Review Denon AH-C500W – Oordopjes schieten helaas tekort
© Wesley Akkerman
Huis

Review Denon AH-C500W – Oordopjes schieten helaas tekort

De Denon AH-C500W-oortjes beloven vanwege de open pasvorm comfort en omgevingsbewustzijn. In de praktijk pakt dit concept echter minder goed uit. Het ontbreken van rubber oortips resulteert in een pasvorm die niet echt aansluit op de gehoorgang.

Oké
Conclusie

De Denon AH-C500W probeert met een open ontwerp een omgevingsbewuste luisterervaring te bieden, maar schiet op meerdere vlakken tekort. De pasvorm is onstabiel, de aanraakbediening irritant en het geluid – met name de bas – valt tegen. Daardoor voelt dit model vooral aan als een ongelukkig compromis.

Plus- en minpunten
  • Heel licht ontwerp
  • Heldere sound
  • Equalizer binnen de app
  • Blijven niet goed zitten
  • Audio mist duidelijke baslaag
  • Karige app

Het ontwerp van de Denon AH-C500W is volgens de fabrikant gericht op comfort; daarvoor heeft de fabrikant een zogenaamde 'open pasvorm' in het leven geroepen die niet diep in je gehoorgang zit. Hierdoor voelen de oordopjes licht aan en kun je ze lang zonder enige irritatie dragen. Bovendien blijf je goed in verbinding met je omgeving, omdat er geen ruisonderdrukking is en de dopjes zelf niets tegenhouden. Dat zijn allemaal mooie manieren van omdenken. De AH-C500W-dopjes hebben dan ook geen rubber tips die in je oren gaan en de boel afsluiten, maar vallen bij bewegingen daardoor ook makkelijk uit je oren.

De oordopjes beschikken over moderne technologie zoals bluetooth 5.3 met multipoint-connectiviteit, waardoor je met twee apparaten tegelijk kunt verbinden. De totale batterijduur bedraagt 24 uur, inclusief de oplaadcase. Dankzij de IPX4-classificatie zijn ze bestand tegen zweet en spatwater, maar gezien de vorm zijn ze niet echt geschikt voor sporters. De bediening verloopt via gevoelige aanraakoppervlakken op de oordopjes of via de gratis app. Verder hebben ze microfoons met beamforming voor heldere telefoongesprekken.

©Wesley Akkerman

Gladde oortjes

Aan de functionaliteit ligt het dus zeker niet. Denon zet daarmee in op een breed publiek. We vinden het alleen jammer dat de oortjes geen rubber tips hebben, want die helpen vaak bij het blijven zitten in de gehoorgang. We realiseren ons dat dit een persoonlijke voorkeur is; er zijn immers nog steeds mensen die liever gladde oordopjes hebben dan rubber of siliconen oortips die je dieper in je oor moet duwen. Maar als je lang haar hebt, je veel met je hoofd beweegt of de oordopjes met de hand (en niet via de app) bedient, is de kans groot dat je ze verplaatst of dat ze uit je oren vallen.

We vinden de bediening op de oortjes sowieso behoorlijk gevoelig, maar gelukkig kun je die uitschakelen via de gratis Denon Headphones-app. Dat hebben wij dan ook gedaan. We hebben ze regelmatig beter in onze oren moeten draaien, omdat ze niet bleven zitten, en hebben daardoor regelmatig onbedoeld functies geactiveerd. Bovendien beschikt de app over een vijfpunts equalizer. Heel handig, want daarmee verbeter je het geluid daadwerkelijk. Helaas kun je je eigen instellingen niet opslaan; als je terug wilt naar oude settings, dan moet je die handmatig invoeren.

©Wesley Akkerman

Het open karakter

Omdat de Denon AH-C500W een open karakter heeft, zijn ze lastig te vergelijken met oordopjes die wel beschikken over enige afsluiting. Maar dat is dan ook precies de bedoeling. Het is maar net wat je van een setje oortjes verlangt. En eerlijk is eerlijk: ze zijn zo licht dat je ze bijna niet voelt zitten. Door dit karakter klinkt de muziek heel helder, terwijl je ondertussen alles nog meekrijgt vanuit je omgeving. In het openbaar vervoer is dat een nachtmerrie, maar we denken niet dat Denon verwacht dat je ze overal gebruikt.

Verder is ons duidelijk dat de Denon AH-C500W flink wat kracht mist. Zonder equalizerinstellingen vallen de lagere tonen helemaal weg, waardoor je voornamelijk naar de vocalen en hogere segmenten luistert. Met de traditionele glimlachinstellingen van de equalizer (zie de screenshots verderop) trek je het middensegment verder weg van de audioweergave, maar geef je wel een flinke boost aan het onderste deel. Daardoor klinkt de muziek al wat aangenamer. Maar oordopjes met een betere afsluiting zullen in dit geval altijd beter klinken dan de AH-C500W.

©Wesley Akkerman

Open of gesloten?

Je zou de Denon AH-C500W daardoor beter kunnen vergelijken met oordopjes die je meer boven je gehoorgang plaatst – denk aan de Openfit 2+ van Shokz. Daar klinkt de soundstage daadwerkelijk warm, vol en gedetailleerd, en daar kunnen we de Denon-oortjes niet altijd op betrappen. Helemaal eerlijk is de vergelijking trouwens niet, omdat het producten uit twee technisch verschillende groepen zijn. Maar in onze beleving legt dit setje het af tegen oortjes met afsluiting en écht open oordoppen. Het is het net niet, zogezegd.

Daar speelt het ontwerp ook een grote rol in. De Denon AH-C500W's blijven minder goed zitten dan open modellen die je met een haakje om je oren bevestigt. Je bent ze bovendien voortdurend aan het bijdraaien om maar een goede pasvorm te vinden. Wellicht ligt dat deels aan de oren van ondergetekende, maar dat is nu eenmaal wel de ervaring. Ze doen bovendien sterk denken aan de AIrPods. En daardoor hebben we ook het idee dat Denon meer het Apple-publiek wil aanspreken. Een onbegonnen zaak, aangezien die mensen meestal al voorzien zijn.

©Wesley Akkerman

Denon AH-C500W kopen?

De Denon AH-C500W wil zichzelf met zijn open ontwerp neerzetten als een alternatieve keuze voor wie omgevingsbewust wil blijven. In de praktijk pakt dit concept echter minder goed uit. Het ontbreken van rubber oortips resulteert in een onrustige pasvorm, waardoor de oordopjes bij de minste beweging al dreigen uit te vallen. Deze constante noodzaak tot bijstellen leidt tot frustratie, mede door de overgevoelige aanraakbediening. Gelukkig kun je die via de app uitschakelen, maar dat verandert verder niets aan het idee dat ze niet echt lekker zitten.

Ook op audiogebied overtuigen de oortjes niet helemaal. Het open karakter levert een helder geluid op, maar de basweergave is ondermaats en vereist flinke aanpassingen via de equalizer, waarvan je de instellingen frustrerend genoeg niet kunt opslaan. De AH-C500W's vallen hierdoor in een lastig niemandsland: ze missen de geluidsisolatie en krachtige bas van afgesloten oordopjes en de stabiele pasvorm van échte open-ear modellen met oorhaken. Uiteindelijk voelen de oordopjes aan als een compromis dat op de belangrijkste vlakken helaas tekortschiet.