ID.nl logo
Automatische inhoudsopgave maken in Word
© CIDimport
Huis

Automatische inhoudsopgave maken in Word

U maakt een verslag, een werkstuk of een rapport en daar moet een inhoudsopgave in komen. Ga nou niet eindeloos zitten prutsen met kopjes kopiëren en paginanummers overtypen: Word neemt u dit tijdrovende klusje uit handen en maakt de inhoudsopgave automatisch en supersnel, als u even het voorbereidende werk doet.

 U ziet het al voor u: door het document scrollen, een opschrift kopiëren en het paginanummer onthouden, naar de inhoudsopgave gaan, het opschrift plakken en het paginanummer erbij typen. Dan het volgende kopje opzoeken enzovoort, enzovoort. En wat als u in uw verhaal nog tekst bij gaat typen,  moet u dan weer alle nummers in de inhoudsopgave langslopen? Dat hoeft allemaal niet, want in Word kunt u een automatische inhoudsopgave maken, compleet met de paginanummers. We hebben het hier over Word 2007 en 2010.

©CIDimport

We weten hoe het gaat: u typt eerst uw verslag en pas aan het eind bedenkt u dat u er een inhoudsopgave bij wilt. Daarom gaan we hier uit van een verhaal in platte tekst. Dat wil zeggen dat we daar nog geen bijzondere opmaak in hebben aangebracht. We doen het voor met het verslag van een reis naar Kenia, een prachtig land dat uw auteur twee keer mocht bezoeken. U begrijpt dat deze uitleg ook geldt voor uw managementrapportage, de scriptie voor uw studie of uw wetenschappelijk onderzoek naar het paringsgedrag van regenwormen; het gaat om het principe.

 

Opschriften opmaken met stijl

Om Word zover te krijgen dat het een automatische inhoudsopgave maakt, moet u de titel van ieder hoofdstuk en de opschriften boven de paragrafen van een zogeheten opmaakstijl voorzien. Zo’n stijl heeft een aantal kant-en-klare opmaakkenmerken. Bijvoorbeeld de stijl Standaard (voor platte tekst) heeft lettertype Calibri in 11 punten, is links uitgelijnd en heeft een regelafstand van 1,5.

In de tab Start zijn in de groep Stijlen een paar stijlen zichtbaar. Wilt u er meer zien, klik dan op het knopje Meer (op het pijltje met de streep). Dan gaat het menu met de zogeheten Snelle stijlen open. U ziet in de afbeelding de standaard volgorde. Zodra u een bepaalde stijl toepast, komt de laatst gebruikte stijl bovenaan in deze lijst.

 

 

©CIDimport

Om te zorgen dat een opschrift in de inhoudsopgave terechtkomt, moet u daarop een van de stijlen Kop 1 tot en met Kop 9 toepassen. Ga vooral niet zitten prutsen door een opschrift vet te maken, in een grotere letter te zetten, alinea-afstand te vergroten enzovoort (zie afbeelding).

 

We gaan als volgt te werk. Hoofdstuk 1 van ons reisverslag heet ‘Op safari’ en krijgt als opmaak Kop 1. We plaatsen de cursor in het opschrift ‘Op safari’ (we hoeven niet het hele opschrift te selecteren). Klik in de groep Stijlen op Kop 1; ziet u die nog niet, klik dan eerst even op het knopje Meer, dat is het pijltje met de streep.

De eerste paragraaf van dit hoofdstuk gaat over de dieren, dat heet ‘The big five’; dat opschrift krijgt opmaak Kop 2. Klik hiervoor in het opschrift en klik in de groep Stijlen op Kop 2.

 

[afbeelding 2]

Vervolgens beschrijven we deze vijf grote dieren. Het opschrift ‘De olifant’ geeft u Kop 3, het kopje ‘De neushoorn’ krijgt ook Kop 3 enzovoort; u weet de stijlen inmiddels te vinden (zie afbeelding).

 

 

Kopstijl veranderen met toetsen

U kunt deze opmaakstijlen Kop 1, 2 of 3 ook aan de opschriften geven zonder uw handen van het toetsenbord te halen.

Plaats de cursor ergens in een opschrift en druk op Ctrl+Alt+1. Het hele opschrift krijgt meteen de opmaak van Kop 1. Met Ctrl+Alt+2 wordt het opschrift opgemaakt als Kop 2.

Met Ctrl+Alt+3 krijgt het opschrift de stijl Kop 3. Verder gaat de telling niet; meer hebben we voor onze inhoudsopgave ook niet nodig.

 

 

Opmaak kopiëren

Nadat we de vijf grote dieren hebben beschreven die we op onze safari hopen tegen te komen, vertellen we iets over ons onderkomen. Het kopje ‘Onderkomen’ moet de stijl Kop 2 krijgen. U kunt die stijl weer aanklikken, maar het kan ook anders. Want we hebben Kop 2 al een keer toegepast, op het opschrift ‘The big five’ namelijk. Nu kunnen we deze opmaak kopiëren met de knop Opmaak kopiëren/plakken ((links boven, het is de knop die op een verfkwast lijkt). We klikken op een kop die de opmaak Kop 2 al heeft, we klikken op de knop Opmaak kopiëren/plakken; de opmaak van de huidige alinea wordt als het ware opgezogen. We klikken in de andere kop, in het woord ‘Onderkomen’ in ons voorbeeld, en de opmaak wordt daarop overgebracht: het kopje ‘Onderkomen’ staat nu ook in Kop 2. Zo past u de opmaak van de ene kop toe op een andere kop. En u merkt het: u hoeft niet precies over het hele opschrift te slepen, erin klikken is al voldoende.

 

 

©CIDimport

Opmaak kopiëren naar meer kopjes

De onderkomens hebben we verdeeld in Hotel, Lodge en Tented camp. Deze opschriften willen we ook Kop 3 geven. Nu staan deze verspreid in de tekst. Maar met het volgende trucje kunt u de opmaak naar verschillende kopjes kopiëren: dubbelklikken op de knop met de verfkwast! Het kopje van een van de dieren heeft de gewenste opmaak al, namelijk Kop 3. We dubbelklikken eerst op het kopje van een van de dieren. Klikken dan in het kopje ‘Hotel’. Zoals u ziet, blijft de knop met de verfkwast oranje: deze blijft actief. Vervolgens zoeken we het kopje ‘Lodge’. U beweegt snel door de tekst met het scrollwieltje van uw muis, de verticale schuifbalk rechts in beeld of met een druk op de toets PageUp dan wel PageDown. U klikt weer in dat kopje en klikt zo steeds een voor een in de verspreid liggende kopjes (zie afbeelding). Bent u klaar, dan klikt u nog één keer op de knop Opmaak kopiëren/plakken om deze uit te schakelen (of u drukt op de sneltoets Esc).

Vervolgens maakt u de titel van het volgende hoofdstuk op als Kop 1, geeft u de kopjes boven de paragrafen Kop 2 en krijgen de opschriften boven de alinea’s Kop 3.

 

 

Niveau aanbrengen op uw eigen stijlen

Hebt u al een bepaalde stijl in uw tekst voor de opschriften, dan hoeft u die niet om te bouwen naar de ingebouwde stijlen van Kop 1, 2 en 3. U maakt ze als volgt geschikt voor de inhoudsopgave. Klik in een opschrift, klik op de tab Verwijzingen, klik op Tekst toevoegen en kies Niveau 1 of 2 of 3 voor dat opschrift. Wilt u dat niveau ook op andere opschriften toepassen, kopieer die opmaak dan met behulp van de knop met de verfkwast.

 

 

 

©CIDimport

Automatische inhoudsopgave maken

Ziezo, het voorbereidende werk zit erop. We kunnen onze volautomatische inhoudsopgave gaan maken. Deze inhoudsopgave komt doorgaans op een eigen bladzijde meteen na de titelpagina. Hiervoor voegt u als volgt een extra pagina in. Plaats de cursor precies vóór de titel van Hoofdstuk 1 en druk op de toetsen Ctrl+Enter. Plaats de cursor boven aan de bladzijde waar de inhoudsopgave moet komen.

U maakt de inhoudsopgave als volgt: klik in de tab Verwijzingen op Inhoudsopgave; er gaat een menu open. Kies Automatische inhoudsopgave 1 (of 2, alleen de woorden Inhoud en Inhoudsopgave verschillen).

En meteen verschijnt er een kant-en-klare inhoudsopgave. De kopjes zijn keurig onderverdeeld volgens hun niveau: Kop 1, Kop 2 en Kop 3 (zie afbeelding).

 

 

Lees verder op pagina 2

 

 

©CIDimport

Inhoudsopgave verfraaien

De automatische inhoudsopgave ziet er al fraai uit, maar u kunt de weergave van de paginanummers nog aanpassen.

Klik in de inhoudsopgave; de achtergrond wordt donkerder. Klik in de tab Verwijzingen op Inhoudsopgave en op Inhoudsopgave invoegen; er gaat een venster met instellingen open.

- Schakel de optie Paginanummers weergeven uit als u in de inhoudsopgave geen paginanummers wilt zien.

- Met Paginanummers rechts uitlijnen staan de nummers tegen de rechterkant.

- Bij Opvulteken kiest u of er punten of streepjes komen tussen het opschrift en het paginanummer.

Boven de titel van ieder hoofdstuk zit een witregel, zodat u meteen ziet waar een nieuw hoofdstuk begint. Wilt u die opmaak verfraaien, dan stelt u het opmaakprofiel van de inhoudsopgave bij. U wilt bijvoorbeeld ook onder elke hoofdstuktitel een witregel? Klik dan met de rechtermuisknop in de eerste regel van de inhoudsopgave, kies Alinea en kies onder Afstand bij de optie Na met de keuzelijst voor 6 pt (zie afbeelding).

 

Inhoudsopgave snel bijwerken

De snelste manier om uw inhoudsopgave bij te werken, is door te drukken op de toets F9; er verschijnt een venstertje. Druk op de toets Pijl-omlaag (zo kiest u In zijn geheel bijwerken) en druk op Enter. De tekst van opschriften die u intussen had veranderd, wordt aangepast en de paginanummering wordt bijgewerkt.

 

 

©CIDimport

Inhoudsopgave vernieuwen

Hebt u eenmaal een inhoudsopgave geplaatst, dan kunt u gerust verder sleutelen aan uw tekst. Wordt uw tekst langer, dan schuiven de paginanummers uiteraard ook op. Het mooie is nu, dat u de inhoudsopgave dan niet weer opnieuw hoeft te maken! Even bijwerken is voldoende.

Klik ergens in het grijze gebied van de inhoudsopgave; u hoeft niets te selecteren. Klik op de tab Verwijzingen en klik daar op de knop Tabel bijwerken. Of rechtsklik op de inhoudsopgave en kies uit het menu Veld bijwerken.

Als uw inhoudsopgave paginanummers bevat, verschijnt er een venstertje. Kies daar In zijn geheel bijwerken en klik op OK.

Ook als u naderhand de tekst van een opschrift verandert, is dat helemaal geen probleem. Gewoon weer even de inhoudsopgave bijwerken: opschriften die u hebt veranderd, worden aangepast en de paginanummering wordt bijgewerkt (zie afbeelding).

 

Bladeren door de stijlen

Het handige van de inhoudsopgave is, dat u in één oogopslag de structuur van uw tekst overziet. Misschien moet een opschrift dat Kop 2 heeft minder belangrijk worden, en moet een opschrift met Kop 3 belangrijker worden? Dan past u dat niveau heel snel aan met de toetsen Shift+Alt+Pijl-opzij, want daarmee bladert u door het niveau van de kopstijlen.

Klik in een opschrift dat Kop 2 heeft en druk op de toetsen Shift+Alt+Pijl-rechts; dan krijgt dat opschrift Kop 3 (een niveau lager).

Heeft een opschrift al Kop 3 en drukt u op Shift+Alt+Pijl-links, dan krijgt het opschrift Kop 2 en daarna Kop 1 (steeds een niveau hoger). Druk nogmaals op Shift+Alt+Pijl-rechts en het opschrift staat in Kop 3 enzovoort.

 

 

©CIDimport

Welke stijl is hier toegepast?

Welke stijl op een alinea is toegepast, ziet u niet altijd in de voorbeelden in de groep Stijlen (boven in beeld). Klik daarvoor in de groep Stijlen op Meer en kies Stijlen toepassen (of druk op de sneltoets Ctrl+Shift+S); er gaat een klein venster open. In dat venster ziet u welke opmaakstijl is toegepast op de tekst waarin de cursor staat. Klik in een andere alinea en u ziet direct welke stijl daarvoor geldt.

Met dat venster in beeld kunt u snel de stijl van een opschrift veranderen. Ga in een opschrift staan, druk op Shift+Alt+Pijl-links en u ziet de kopnummers langskomen (zie afbeelding).

 

 

Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd

Het kan gebeuren dat u bij het openen van uw document deze foutmelding in de inhoudsopgave ziet. Dat komt doordat u een kop hebt verwijderd (of de opmaak volgens een stijl hebt weggehaald). Dat lost u op door de inhoudsopgave even te vernieuwen met een druk op de toets F9.

 

 

©CIDimport

Springen vanaf de inhoudsopgave

Als u de muisaanwijzer even stilhoudt op een van de velden van de inhoudsopgave, verschijnt een infolabel met de tekst ‘Ctrl+klikken voor koppeling’. Dat betekent dat u vanaf de inhoudsopgave meteen naar de overeenkomstige plaats in het document kunt springen. Want uw inhoudsopgave is niet alleen een simpele opsomming van de kopjes, het is ook een lijst vol hyperlinks.

Hebt u de inhoudsopgave in beeld? Houd de toets Ctrl ingedrukt en beweeg de cursor over de inhoudsopgave; de muisaanwijzer verandert in een handje. Klik op een opschrift of op een paginanummer en u gaat meteen naar de betreffende alinea (zie afbeelding).

Als een kopje nou teveel nadruk krijgt en u wilt het minder belangrijk maken (zie de paragraaf Bladeren door de stijlen), houd dan de Ctrl-toets ingedrukt en klik op dat opschrift; u gaat daar naartoe in de tekst. Druk vervolgens op de toetsen Shift+Alt+Pijl-rechts. Nu krijgt dat kopje de stijl van een niveau lager. Ga terug naar de inhoudsopgave, laat deze bijwerken en kijk of het resultaat u bevalt.

 

 

©CIDimport

Pagina’s nummeren

Het is niet nodig de pagina’s van uw tekst te nummeren voordat u een inhoudsopgave maakt. Maar als u uw werkstuk afdrukt, willen de lezers aan de hand van de inhoudsopgave meteen de goede bladzijde opzoeken. Dan is het wel handig om de bladzijden van paginanummers te voorzien. Dat doet u als volgt. Klik in de tab Invoegen op Paginanummer; er gaat een menu open waarmee u kiest waar het paginanummer komt: boven- of onderaan, en links, rechts of in het midden (zie afbeelding).

De titel van uw document staat op de eerste pagina, daar hoeft geen paginanummer. Klik daarom ergens in uw document en klik in de tab Pagina-indeling op het diagonale pijltje rechts van Pagina-instelling; er verschijnt een venster. Schakel in het tabblad Indeling de optie Eerste pagina afwijkend in. De paginanummering begint weliswaar op pagina 1, maar u ziet de paginanummers pas vanaf pagina 2.

 

Tekst: Wim de Groot

 

 

Dit artikel komt uit Computer Idee nummer 2, jaargang 2013.

 

▼ Volgende artikel
Zó handig is het (verborgen!) tweede Startmenu van Windows 11
© ID.nl
Huis

Zó handig is het (verborgen!) tweede Startmenu van Windows 11

Iedereen gebruikt het gewone Startmenu van Windows 11. Je vindt er apps, instellingen, aanbevelingen en tegels. Overzichtelijk, maar je moet soms flink doorklikken voordat je eindelijk bent waar je zijn wilt. Kan dat niet handiger? Zeker: er bestaat ook een tweede Startmenu: een stuk eenvoudiger en vooral sneller. Waar je het vindt en hoe je het gebruikt, lees je in dit artikel.

Het verborgen tweede Startmenu van Windows 11

We geven toe: 'verborgen' is misschien iets te sterk uitgedrukt. Maar feit blijft dat de meeste mensen het nog niet zullen kennen, simpelweg omdat Microsoft zelf er nooit actief de aandacht op heeft gevestigd. Hoog tijd om dit superhandige Windows 11-onderdeel te leren kennen – én te gaan gebruiken!

Lees ook: Laptop met Windows 11? Zo doe je langer met de accu

Gewone Startmenu versus verborgen Startmenu

Het gewone Startmenu van Windows 11 is het startpunt voor de meeste gebruikers. Hier vind je je apps, recente bestanden, een zoekbalk en knoppen voor instellingen en afsluiten. Het menu is visueel ingericht, met tegels en iconen, en richt zich vooral op dagelijks gebruik.

©ID.nl

Het reguliere Startmenu is overzichtelijk, maar je moet nog wel doorklikken wanneer je op zoek bent naar Instellingen.

Het verborgen Startmenu ziet er heel anders uit. Geen tegels of visuele opsmuk, maar een compacte lijst met systeemfuncties. Denk aan apparaatbeheer, taakbeheer, netwerkverbindingen en terminal. Dit menu is vooral bedoeld voor wie snel iets wil aanpassen, controleren of oplossen.

Zo open je het verborgen Startmenu

De makkelijkste manier is simpelweg met de rechtermuisknop op de Startknop klikken (onderaan je scherm, links). Meteen verschijnt een menu met een lijst vol snelkoppelingen. Geen wachttijd, geen vertraging: het menu reageert direct.

Gebruik je liever het toetsenbord? Druk dan op Windows-toets + X. Deze sneltoets werkt overal in Windows, zelfs midden in een programma. Handig op een laptop, zeker als je geen muis bij de hand hebt.

Werk je op een touchscreen? Tik dan op de Startknop en houd die een paar seconden vast. Zodra Windows dit herkent als een 'lang tikken', verschijnt het menu automatisch.

Hoe je het ook opent, de inhoud is altijd gelijk. Het menu komt standaard naast de Startknop in beeld, dus je hoeft nooit te zoeken.

💡Door de Donkere Modus in te stellen (via Instellingen -> Persoonlijke instellingen -> Kleuren) krijgt het tweede Startmenu een donkere achtergrond. Dat zorgt ervoor dat het onderscheid met eventueel geopende programmavensters wat groter wordt.

Wat vind je in dit tweede Startmenu?

Alles wat je anders via Instellingen of het Configuratiescherm moet opzoeken, staat hier bij elkaar. In plaats van losse snelkoppelingen of visuele tegels, toont dit menu een strakke lijst.

Zo kom je met één klik bij Apparaatbeheer, Schijfbeheer, Taakbeheer, Netwerkinstellingen of PowerShell. Handig als je iets wilt aanpassen, controleren of snel een probleem moet oplossen.

Microsoft heeft de functies logisch gegroepeerd. De bovenste opties gaan over apps en energiebeheer, daaronder volgen tools voor systeembeheer en netwerkverbindingen. Verder naar beneden vind je opdrachten voor afsluiten of afmelden. Je herkent ze aan hun vertrouwde namen, wat zoeken overbodig maakt. Een voorbeeld: als je software wilt verwijderen, hoef je niet naar Instellingen > Apps > Geïnstalleerde apps. Je kiest gewoon 'Geïnstalleerde Apps' uit het menu en je bent er meteen.

©ID.nl

Via het tweede Startmenu heb je meteen toegang tot allerlei systeemtools waarvoor je anders zou moeten zoeken in Instellingen of in het Configuratiescherm.

Waarom het tweede Startmenu zo handig is

Hoewel de systeemtools die je via het tweede Startmenu kunt bereiken voor veel mensen Windows-onderdelen zijn die ze niet zo vaak zullen gebruiken, is het toch handig dt je ze direct 'onder de knop' hebt zitten. Stel: je hebt wifi-problemen. In plaats van drie keer klikken door Instellingen kun je direct 'Netwerkverbindingen' openen. Of je wilt zien of een usb-stick goed wordt herkend. Dan hoef je alleen maar te klikken op 'Apparaatbeheer'. Voor wie vaker met systeeminstellingen werkt, is dit menu eigenlijk helemaal onmisbaar. Je hoeft geen sneltoetsen te onthouden of eindeloos door menu's te klikken. Alles wat je vaak gebruikt zit binnen handbereik. En ook als je het niet dagelijks gebruikt, is het handig om te weten dat het er is. Het scheelt je hoe dan ook veel tijd en zoekwerk.

Ook fijn: het menu ziet er op elke Windows 11-pc hetzelfde uit. Of je nu thuis werkt, op kantoor zit of iemand anders helpt: je weet precies waar je moet zijn.

Dus?

Het verborgen Startmenu is een van de meest praktische onderdelen van Windows 11. Het geeft je directe toegang tot systeemfuncties en tools waarvoor je anders moet doorklikken en waar je naar moet zoeken. Het is geen vervanger van het gewone menu, maar een aanvulling voor wie meer uit z'n systeem wil halen. Of je nu snel iets wilt aanpassen, een probleem onderzoekt of gewoon minder wilt klikken: het tweede Startmenu maakt het net een stuk makkelijker!

⬇️Scrol omlaag en bekijk welke onderdelen je in het tweede Startmenu vindt en wat je ermee kunt


Menu-onderdeelFunctieWat je ermee kunt
Geïnstalleerde appsSoftware beherenProgramma's verwijderen of aanpassen
MobiliteitscentrumSnel toegang tot laptopinstellingenHelderheid, volume, batterijmodus, schermprojectie en presentatiemodus aanpassen
EnergiebeheerEnergie-instellingen beherenInstellen hoe je laptop omgaat met batterij, schermtijd, slaapstand en aan-uitknoppen
LogboekenSysteemlogboeken bekijkenBekijken van systeemgebeurtenissen, waarschuwingen en foutmeldingen
SysteemSysteeminformatie bekijkenSysteemtype, prestaties en apparaatdetails bekijken
ApparaatbeheerHardware beheren en drivers controlerenApparaten beheren, stuurprogramma's bijwerken en hardwareproblemen oplossen
NetwerkverbindingenNetwerkinstellingen aanpassenWifi- en ethernetinstellingen beheren of aanpassen
SchijfbeheerPartities en schijven beherenSchijven formatteren, partities aanmaken of volumes wijzigen
ComputerbeheerGeavanceerd systeembeheerToegang tot gebruikersbeheer, logboeken en taakplanning
TerminalOpdrachtregel openenPowerShell of opdrachtprompt openen voor systeembeheer
Terminal (Beheerder)Opdrachtregel openen als beheerderZelfde als Terminal, maar met beheerdersrechten
TaakbeheerProcessen en prestaties beherenTaken beëindigen, opstartprogramma's beheren en prestaties volgen
InstellingenSysteeminstellingen openenAlle standaard Windows-instellingen openen
VerkennerBestanden en mappen openenNavigeren door mappen en bestanden op je pc
ZoekenZoeken in apps, bestanden en instellingenZoeken naar programma's, documenten of instellingen
UitvoerenProgramma's of opdrachten handmatig startenSnel programma's starten via bestandsnaam of commando
Afsluiten of afmeldenSysteem afsluiten, opnieuw opstarten of afmeldenKeuzes voor slaapstand, afsluiten of opnieuw opstarten maken
BureaubladAlle vensters minimaliseren om bureaublad te tonenSnel terug naar het bureaublad zonder vensters te sluiten

Losse muis nodig?

(dat werkt soms net wat handiger)

▼ Volgende artikel
Frisse was, frisse droger: zo houd je je wasdroger écht schoon
© Shi
Huis

Frisse was, frisse droger: zo houd je je wasdroger écht schoon

Van buiten oogt hij misschien smetteloos, maar vanbinnen kan je wasdroger behoorlijk smerig zijn. Warmte, vocht en pluis vormen namelijk de perfecte broedplek voor bacteriën en schimmels. En dat ruik je. Bovendien werkt een vervuilde droger minder goed én verbruikt hij meer energie. Tijd om in actie te komen: met dit 8-stappenplan houd je jouw wasdroger schoon, fris en in topconditie!

In dit artikel lees je:

  • Waarom het belangrijk is om je wasdroger schoon te maken
  • Hoe vaak je dat idealiter moet doen
  • Een stappenplan om je wasdroger grondig schoon te maken
  • Handige schoonmaaktips voor specifieke onderdelen
  • Welke schoonmaakmiddelen geschikt zijn
  • Antwoord op veelgestelde vragen over wasdroger schoonmaken

Ook interessant: 9 veelgemaakte fouten bij het drogen van je was

Waarom is schoonmaken belangrijk?

Een wasdroger draait op hoge temperaturen en heeft continu te maken met vocht. Ideale omstandigheden voor ongewenste gasten zoals schimmels en bacteriën. Tel daar opgehoopte pluisjes en resten wasmiddel bij op, en je snapt waarom je wasdroger soms muf ruikt of er langer over doet dan normaal. Regelmatig schoonmaken voorkomt vieze luchtjes, verlengt de levensduur én maakt je droger zuiniger.

Wanneer moet je de wasdroger schoonmaken?
Experts adviseren om je wasdroger om de 3 à 4 maanden grondig schoon te maken. Doe je dat niet, dan is eens per jaar zeker een must. Je zult merken dat je wasdroger na het schoonmaken weer werkt als nieuw. De meeste storingen worden trouwens ook verholpen met een goede schoonmaakbeurt.

Een schone droger in 8 simpele stappen

1. Stekker eruit

Voordat je iets doet, trek je de stekker uit het stopcontact. Veiligheid voorop!

2. Pluizenfilters legen

Open het klepje onderin en haal de filters eruit. Meestal zijn dat er twee: een pluizenfilter en een condensfilter. Spoel ze af onder de kraan en laat ze goed drogen voordat je ze terugplaatst.

3. Condensor schoonmaken

Achter een apart klepje aan de voor- of achterkant zit de condensor. Haal stof en pluis voorzichtig weg met een vochtige doek. Vergeet ook de randjes en het klepje zelf niet.

4. Afvoerslang controleren

Koppel de slang los (als jouw droger die heeft) en check of er geen verstopping in zit. Spoel hem goed door en maak de binnen- en buitenkant schoon. Zet hem daarna weer stevig terug.

5. Binnenkant afnemen

Gebruik een zachte, vochtige doek om de binnenzijde van de trommel schoon te maken. Voor hardnekkige vlekken kun je een beetje allesreiniger gebruiken. Vergeet ook de rubber rand niet.

6. Buiten schoon, net als binnen

Neem de buitenkant van de machine af met een vochtige doek. Gebruik wat allesreiniger voor de zijkanten en voorkant, maar houd het bedieningspaneel liever droog of gebruik een licht vochtige doek.

7. Deurtje open laten

Laat na het schoonmaken de deur een tijdje openstaan. Zo kan de binnenkant goed drogen en voorkom je dat er schimmel ontstaat.

8. Lege droogbeurt draaien

Tot slot: draai een heet droogprogramma zonder was erin. Hiermee droog je de laatste vochtresten en geef je eventuele bacteriën geen kans.

Belangrijk bij het schoonmaken:

  • Maak alle afneembare onderdelen regelmatig schoon, zoals filters en condenser.
  • Gebruik milde schoonmaakmiddelen en voorkom schurende materialen.
  • Droog alle onderdelen goed voordat je ze terugplaatst.
  • Voer na elke schoonmaakbeurt een lege droogcyclus uit.
  • Ventileer je wasdroger goed na gebruik en reiniging.

©Shi

Hoe vaak moeten onderdelen worden gereinigd?

Niet alle onderdelen hoeven even vaak gereinigd te worden. Dit schema geeft een indicatie:

  • Pluizenfilters: om de 1 à 2 maanden
  • Condensor: 2 à 4 keer per jaar
  • Afvoerslang: 2 à 4 keer per jaar
  • Binnenzijde trommel: 2 à 4 keer per jaar
  • Buitenzijde: indien nodig

Merk je toch geurtjes op of neemt de droogprestatie van je wasdroger af? Voer dan een extra schoonmaakbeurt uit.

Schoonmaaktips voor specifieke onderdelen

Voor sommige onderdelen van je wasdroger zijn speciale schoonmaaktips. We zetten ze voor je op een rijtje.

Condensorkit reinigen
Week de lamellen 15 minuten in een sopje van warm water en afwasmiddel.
Spoel met water en wrijf de lamellen schoon.
Spoel na met schoon water en laat goed drogen voordat je terugplaatst.
Wasmiddelbakje reinigen
Maak wekelijks het bakje leeg en spoel schoon.
Week jaarlijks in warm water met afwasmiddel. Wrijf daarna schoon met een borstel.
Spoel goed na en laat drogen voor je terugplaatst.
Deurrubber reinigen
Veeg maandelijks stof en pluis van het rubber af.
Reinig jaarlijks grondig met warm sopje en spons.
Spoel na en dep droog met zachte doek.

©detry26

Schoonmaakmiddelen: wat gebruik je wel (en liever niet)?

Voor het grondig reinigen van je droger zijn er speciale producten op de markt. Denk aan schoonmaakmiddelen die vet, kalk en vuil aanpakken zonder onderdelen aan te tasten. Let altijd goed op of het middel geschikt is voor jouw type droger.

Ook populair zijn reinigingstabletten of -strips die je in de trommel legt voordat je een schoonmaakprogramma start. Die lossen nare geurtjes en aanslag op, maar gebruik ze niet te vaak. Overmatig gebruik kan het rubber en de binnenkant aantasten.

Liever een natuurlijk alternatief? Meng dan 5 eetlepels citroenzuur met een liter warm water en giet het in de wasmiddellade. Laat vervolgens een heet programma draaien. Goed voor je droger én het milieu.

Veelgestelde vragen over drogers schoonmaken

Kan ik een stoomreiniger gebruiken?

Nee. De hitte en vocht van een stoomreiniger kunnen onderdelen beschadigen. Gebruik altijd een microvezeldoekje met wat sop.

Wat te doen bij zwarte schimmel?

Reinig grondig de rubberen rand, filters en afvoerslang. Gebruik eventueel azijn als nabehandeling en draai daarna een heet programma. Herhaal dat regelmatig.

Waarom ruikt mijn schone was muf na het drogen?

Waarschijnlijk is je droger toe aan een schoonmaakbeurt. Begin bij het filter en de condensor en werk alles stap voor stap af. Vergeet ook de afvoerslang en het draaien van een heet leeg programma niet. Als dat allemaal niet helpt en de droger is al wat ouder, is het misschien tijd om uit te kijken naar een nieuw exemplaar.