ID.nl logo
45 ssd’s getest
© PXimport
Huis

45 ssd’s getest

Lange tijd werd bij de aanschaf van een nieuwe computer vooral gekeken naar de hoeveelheid opslagruimte, met het idee dat meer altijd beter is. Inmiddels zijn zowel gebruikers als fabrikanten ervan overtuigd geraakt dat de snelheid van je dataopslag belangrijker is dan de hoeveelheid opslag. Twee jaar geleden moest je goed opletten of je nieuwe pc een ssd had, tegenwoordig zien we alleen bij de echte prijsvechters nog een traditionele, langzamere harde schijf. Een ssd is onmisbaar in elk nieuw systeem, maar ook in elke oudere configuratie. De vraag is: welke ssd kies je?

De komst van de ssd heeft een enorme impact gehad op de snelheid van onze huis-, tuin- en keukencomputers, veel meer dan welk ander onderdeel dan ook. Met een ssd start de pc veel sneller op, reageert hij veel sneller op alles wat je van hem vraagt, en de kans op storingen is ook nog eens kleiner. Voor de prijs hoef je het ook niet meer te laten, de prijs per gigabyte is sinds midden 2018 grofweg gehalveerd en een ssd van een paar tientjes voldoet voor de meeste gebruikers.

Verschillende soorten ssd’s

Ssd’s zijn er in verschillende soorten en maten. Een ssd sluit je doorgaans aan op een sata- of m.2-aansluiting op je moederbord. Sata is de bejaarde aansluiting waarmee we al jaren onze mechanische harde schijven aan de computer koppelen. Op praktisch elk nog enigszins bruikbaar systeem kun je dus wel een sata-ssd aansluiten. De jongere m.2-aansluiting is aantrekkelijker voor ssd’s: hij zit direct op het moederbord van moderne systemen, waardoor kabels overbodig zijn. De meeste m.2-ssd’s zijn ook aanzienlijk sneller, al hangt dat af van het toegepaste protocol.

Welk protocol?

Heeft jouw systeem een m.2-aansluiting, dan moet je nog wel op het communicatieprotocol letten. De meeste m.2-aansluitingen ondersteunen zogeheten NVMe-ssd’s, die flink sneller zijn dan sata-ssd’s. Er zijn ook m.2-aansluitingen waarop je alleen m.2-sata-ssd’s kunt aansluiten; een NVMe-ssd zal daar niet op werken. Om het nog complexer te maken: sinds enkele maanden zijn er ook ssd’s van het type NVMe generatie 4 op de markt. Om daar het maximale uit te halen moet je een moederbord met de AMD X570- of TRX40-chipset hebben. Vanwege deze zeer specifieke doelgroep bespreken we deze NVMe-gen4-ssd’s apart aan het eind van dit artikel.

NVMe regeert!

Dat NVMe-m.2-drives sneller zijn dan sata-ssd’s is een feit. De maximale leessnelheid van een sata-ssd ligt rond de 560 MByte/s, iets wat we de meeste ssd’s ook halen of benaderen. Zelfs de langzaamste NVMe-schijf in deze vergelijking is ruim drie keer zo snel. De snelste NVMe-gen4-ssd’s hangen zelfs rond de 5000 MByte/s; zo’n tien keer sneller. Duizelingwekkende hoeveelheden data. Dat brengt ons bij de vraag of zulke snelheden echt relevant zijn voor jou.

©PXimport

Bij eenvoudig gebruik van een pc, zoals browsen, e-mailen of zelfs wat lichte fotobewerking, heb je zelden meer dan een paar megabyte per seconde aan data nodig. Als je je verdiept in de techniek van NVMe-drives, dan zie je dat ze ook bij lichtere taken wat sneller zijn. Maar met een echt praktische blik moet je vaststellen dat je voor eenvoudig gebruik het verschil tussen een budget-ssd en een luxe ssd niet gaat merken. Gaat het jou er alleen om je pc weer snel te laten starten en een beetje modern aan te laten voelen, dan voldoet ook de eenvoudige (en goedkopere!) sata-ssd prima. NVMe-ssd’s komen pas tot hun recht bij veeleisende gebruikers met zware creatieve workloads zoals videobewerking, workstationgebruik, of bij het frequent overzetten van grote hoeveelheden data. Veel fabrikanten richten zich ook op gamers, maar het aantal scenario’s waarin gamers echt profiteren van deze snelheden is beperkt.

©PXimport

Welke capaciteit?

Een bekend fenomeen is dat ssd’s met meer opslagruimte sneller zijn dan kleinere varianten. Vooral de echt kleine ssd’s tot aan circa 256 GB zijn duidelijk trager dan hun grotere familieleden. Althans, in de benchmarks. Vlot starten kan elke ssd wel. De grotere capaciteit brengt ook een betere duurzaamheid met zich mee, omdat ze meer geheugencellen hebben. Ze zijn per gigabyte vaak ook nog een stuk goedkoper. Het is niet zinnig om extreem veel opslag te kopen als je die niet nodig hebt, maar het loont absoluut om niet té zuinig te zijn. Voor een tientje of twee meer van een 256GB- naar een snellere, duurzamere 512GB-ssd overstappen en daarmee ook ruim extra capaciteit krijgen voor de toekomst is geen slechte investering.

Waar letten we op?

Voor consumentengebruik kijken we naar drie resultaten. Als eerste de maximale snelheden, relevant bij het overzetten van grote hoeveelheden foto of video. Dan de prestaties bij kleinere 4K-datablokken, oftewel hoe de ssd omgaat met heel veel kleine bestanden. En tot slot de gecombineerde real-world benchmark, een combinatie van tests die representatief zijn voor gevarieerd computergebruik.

En betrouwbaarheid dan?

Idealiter zouden we de betrouwbaarheid het zwaarst laten wegen. Dit is alleen bijna onmogelijk om te testen. Zelfs instap-ssd’s kun je jarenlang op een pijnbank leggen zonder dat ze een krimp geven, dus tegen de tijd dat we die resultaten hebben, zijn die producten al lang niet meer te koop. Baseren we ons op de specificaties van de fabrikanten, dan moeten we ook vaststellen dat je daar in de praktijk gewoon nooit aan gaat komen. Niet goed onderscheid kunnen maken, is vervelend voor testers, maar eigenlijk goed nieuws voor de consument: de levensduur van alle ssd’s in deze test is simpelweg geen echt noodzakelijke overweging meer.

Een langere garantie vanuit de fabrikant biedt wel wat waarde en is dan ook een bonuspuntje waard. Maar, in de afgelopen vijf jaar hebben wij hier vele honderden ssd’s in gebruik genomen en zijn er slechts een paar kapotgegaan. Extra garantie is fijn, maar de kans dat je er daadwerkelijk gebruik van zult maken, zelfs in vijf jaar, schatten we alsnog erg klein.

Zorg voor een back-up!

Ssd’s zijn weliswaar minder kwetsbaar dan mechanische schijven, maar alles kan kapot! En waar een mechanische schijf vaak kuren vertoont voordat hij stopt met werken, gaat een ssd eerder van probleemloos werken naar helemaal onbruikbaar. Zorg dus altijd voor een goede back-up. Een duurzamere ssd kopen is geen garantie op probleemloos functioneren.

Migreren of schoon installeren?

De meeste ssd’s komen met een migratietool om je hele systeem over te zetten. Een ssd-upgrade vinden wij een goed moment voor een schone installatie. Windows 10 herinstalleren is zo gepiept, en zo maak je weer echt een frisse start met je systeem. Zorg wel voor een goede back-up van je belangrijke bestanden.

Kwaliteit flashgeheugen

Lange tijd was het aantal bits data per cel de beste graadmeter voor kwaliteit en duurzaamheid. Ssd’s die één bit per cel opsloegen (SLC) waren duurzamer dan ssd’s die twee (MLC) of drie (TLC) bits per cel opsloegen. Minder data per cel betekent namelijk minder slijtage. Tegenwoordig bestaan SLC-ssd’s voor consumenten niet meer vanwege de hoge kosten en is praktisch elke ssd een TLC. Zelfs 2bit-MLC-ssd’s zijn zeldzaam geworden. Echte budgetdrives slaan zelfs 4 bits aan data per cel op (QLC), met concessies op gebied van snelheid en duurzaamheid. Op zich geen probleem, maar koop een QLC-ssd alleen als die echt veel goedkoper is.

Samsung

In de vorige editie van onze grote ssd-test was Samsung de grote winnaar. Met zijn 860 EVO had de fabrikant de beste sata-ssd in handen. Geen enkele concurrerende NVMe-ssd kwam echt in de buurt van de 970 EVO. Enige tijd geleden lanceerde Samsung de 970 EVO Plus ssd, de nog snellere EVO met ook nu bijna geen echte concurrentie. Zowel de 860 EVO, 970 EVO als de 970 EVO Plus behoort nog altijd tot de beste ssd’s op de markt, maar de ijzersterke concurrentiepositie is na wat succesvolle lanceringen van concurrenten inmiddels verleden tijd. Tegelijkertijd zijn instap NVMe-drives veel goedkoper geworden. Ook de eens uitzonderlijke vijf jaar garantie van Samsung is inmiddels de standaard geworden. Zowel de 860 EVO als 970 EVO (Plus) blijft absoluut een topaankoop, maar Samsung moet zorgen dat je er niet te veel extra voor betaalt. Voor een echte pro-user blijft de prijzige Samsung 970 PRO wel de ultieme ssd op de markt. Als één van de weinige 2bit-MLC-ssd’s is de duurzaamheid een sterk argument. Verder blijkt uit de consistentietests dat deze ssd de beste op de markt is. Voor consumenten zijn ze echter simpelweg (veel) te duur om aan te raden. Aan het andere eind van het spectrum zien we de nieuwe Samsung 860 QVO, een 4bit-QLC-ssd. Deze blinkt uit in de absoluut laagste prijs per gigabyte, maar het is ook de gemiddeld traagste ssd uit de test. Als secundaire drive waarbij elk tientje telt, val je je er geen buil aan.

©PXimport

Patriot

Een van de ssd’s die aan de stoelpoten van de Samsung 970 EVO Plus knaagt, is de Patriot VPN100. Deze valt in eerste plaats op vanwege zijn forse zwarte heatsink om hem koel te houden, en vervolgens door zijn over de hele linie uitstekende high-end prestaties. De VPN100 kent wel wat ruwe kantje. Zo is het pcb wat goedkoop ogend blauw, de Patriot-software is spartaans en hardwarematige encryptie ontbreekt. Ook is de heatsink niet makkelijk te verwijderen; je loopt het risico hem te beschadigen als je het probeert. Dat maakt hem ongeschikt voor bijvoorbeeld laptops. Hij heeft dan wel weer een lagere prijs. Als de VPN100 op moment van aanschaf op prijs kan concurreren, is het zeker een goede optie.

©PXimport

Corsair

De Corsair MP510 bevindt zich feitelijk in dezelfde divisie als de 970 EVO (Plus) en VPN100. Ook deze ssd mag zich in het rijtje ‘de betere NVMe-ssd’s’ voegen. Structureel uitstekende prestaties, geen zichtbare minpunten en alleen in de kleinere 4K-blokken zien we de MP510 iets achterblijven. Zolang Corsair daar haarscherpe prijzen tegenover zet, is dat geen argument. Ook voor deze schijf geldt: houd hem scherp in de gaten, als dit prijsvoordeel oplevert, is dit een logische keuze.

Kingston

Kingston zet in op twee NVMe-ssd’s. Enerzijds met de KC-serie waar het bedrijf de strijd puur op prestaties aan wil gaan, en anderzijds met de goedkopere A-serie. In de praktijk zijn de verschillen tussen de twee minimaal. De goedkopere A-series presteren goed en doen ook niet significant onder op gebied van duurzaamheid of garantie. De KC2000 is uitstekend, maar veel meer betalen dan voor een A-serie of andere NVMe-concurrent is lastig te verdedigen. De A2000 is net uit en vooralsnog lastig leverbaar, maar als die net als de voorgaande A1000 binnenkort tot de goedkoopste NVMe-drives op de markt behoort, zal die het stokje overnemen als dé betaalbare NVMe-drive. Wat sata-ssd’s betreft, doet Kingston ook mee. Vooral als je een kleine en goedkope ssd wilt, is de UV500 interessant. Denk aan een echte budgetvriendelijke upgrade van een eenvoudig systeem. De KC600 behoort tot de betere sata-ssd’s, maar kost ook iets meer. Het is een goede keuze als je een goede aanbieding kunt vinden, zoals praktische elke ssd, al koop je soms voor hetzelfde geld een snellere A1000 of A2000.

©PXimport

Crucial

Over sata-drives gesproken, dat is waarmee Crucial het goed doet in Nederland. Het echte budgetmodel BX500 is vaak de goedkoopste (degelijke) sata-ssd op de markt, en prima voor de meeste eenvoudige taken. De mainstream MX500 levert daarnaast praktisch top-end prestaties voor een iets hogere prijs. Een paar euro’s beknibbelen op je opslag heeft niet onze voorkeur en daarmee is de MX500 onze aanrader voor praktisch elk systeem. Let wel op de prijzen van instap NVMe-drives, die zetten de prijzen van sata-ssd’s stevig onder druk op het moment.

©PXimport

Transcend

Een uitdager voor de twee Crucials is de Transcend SSD230S, een ssd die wel een iets hippere of vooral andere naam kan gebruiken. De SSD230S zet redelijk onopvallende midrange prestaties neer voor een sata-schijf; beter dan instappers zoals de BX500, maar weer net niet zo goed als die van de MX500 of 860 EVO. De duurzaamheidscijfers zijn wel bovengemiddeld, en menig goedkoper alternatief biedt geen garantie van vijf jaar. Daarbij is hij in sommige opzichten een van de allergoedkoopste opties. Iets meer betalen voor deze Transcend als je ook een BX500 of 860 QVO overweegt, is zeker de moeite waard, maar hij hoort wel goedkoper te zijn dan de sata-toppers of instap NVMe-drives.

©PXimport

Team Group

Team Group gooit het over de rgb-boeg. De Delta RGB presteert prima voor een sata-ssd, maar aan prima presterende ssd’s was op de markt geen gebrek. Door hem opvallend vorm te geven en flink wat ledjes toe te voegen hoopt Team Group vooral gamers over de streep te trekken. Het eindresultaat is eenvoudig samen te vatten: als jij iets meer wilt betalen voor wat leuke lichtjes, mag je deze best overwegen.

©PXimport

WD en SanDisk

WD en SanDisk zijn tegenwoordig hetzelfde bedrijf. De SanDisk Ultra 3D en WD Blue zij amper van elkaar te onderscheiden. Beide zijn inhoudelijke middenklasse sata-ssd’s, waarbij het vooral op prijs aankomt. WD scoort met de WD Blue m.2-sata nog wel punten, want veel m.2-sata-ssd’s zijn er niet. Na een valse start met hun eerste generatie NVMe-ssd’s in 2017 heeft WD een leuke inhaalslag gemaakt. De jongste WD Black NVMe, de SN750, doet inmiddels wel leuk mee aan de bovenkant van het speelveld. Goede prestaties, vijf jaar garantie en concurrerende prijzen. Alleen begrijpen we niet waarom WD hardwarematige encryptie niet wil inbouwen. Je raadt het al: ook deze aanschaf staat of valt eigenlijk met de juiste prijs. Op moment van schrijven is dat helaas niet het geval en meer betalen voor een SN750 boven de uitstekende alternatieven is niet logisch.

©PXimport

Seagate

Net als WD is ook Seagate een hardeschijffabrikant die in de markt voor ssd’s is gestapt. En niet onverdienstelijk, want zowel de Barracuda 510 als de Firecuda 510 laat prima prestaties zien voor NVMe-drives. Een significant verschil tussen de twee series zien we overigens niet. Ssd’s tot 500 GB heten Barracuda en vanaf 1 TB is dat Firecuda. Seagate doet mee met de top wat garantie betreft en de duurzaamheid is ver bovengemiddeld (althans op papier). De prestaties zijn door de bank genomen erg goed. Momenteel vraagt Seagate iets te veel voor deze ssd’s. Meer betalen dan voor de gemiddeld net betere 970 EVO Plus is lastig uit te leggen. Seagate hoeft de prijs van de ssd alleen iets te verlagen om een uitstekende keuze te worden.

©PXimport

Gigabyte

Gigabyte richt zich op de volledige Gigabyte-pc. Je kunt behuizingen, moederborden, videokaarten, koelers, voedingen, geheugen, monitoren en randapparatuur van het merk kopen, en nu dus ook ssd’s. Omdat Gigabyte in tegenstelling tot Samsung, Crucial en Kingston zelf geen flashgeheugen maakt, kan het ook niet concurreren met bodemprijzen. Op merkaffiniteit leunen is dan ook een logische keuze. Geen van hun ssd’s is inhoudelijk echt uitzonderlijk. De Gigabyte SSD en UD Pro zijn aardige instap-sata-ssd’s zolang de actuele prijs gunstig is. Alleen de Aorus RGB NVMe-ssd weet op te vallen met zijn mooie metalen heatsink en rgb-verlichting. Houd er wel rekening mee dat je de verlichting alleen met een klein aantal Gigabyte-moederborden naar eigen wens kunt instellen.

©PXimport

Vierde generatie pci-express-ssd’s

In de zomer van 2019 lanceerde AMD de derde generatie AMD Ryzen-processors en de nieuwe X570-chipset. Deze X570-moederborden zijn de eerste met ondersteuning voor PCI-Express 4.0. Hiermee heb je meer bandbreedte voor snellere videokaarten en ssd’s. Videokaarten die hier echt van profiteren bestaan nog niet, maar NVMe-ssd’s liepen al wel tegen limieten aan. Daardoor zagen we dan ook snel de eerste ssd’s van de vierde generatie, die nog hogere snelheden beloven.

Drie gen4-ssd’s voor die specifieke moederborden zitten in onze test: de Corsair Force MP600, de Gigabyte Aorus Gen4 en de Patriot Viper VP4100. Ze één op één met elkaar vergelijken, is lastig gezien de verschillende specificaties.

©PXimport

Zijn ze hetzelfde?

De ssd’s kennen de nodige overeenkomsten. Zo hebben alle gen4-ssd’s een aardige heatsink. Ook betaal je voor alle drie best wat meer dan voor de gen3-NVMe-alternatieven. Alle drie de gen4-ssd’d gebruiken dezelfde Phison-contoller, momenteel de enige gen4-controller op de markt. Dit levert toch wat bezwaren op. Hoewel de gen4-ssd’s in pure schrijf- en leesprestaties ongekend hoge snelheden neerzetten, zien we in andere tests teleurstellende resultaten. Zowel in de 4K-benchmarks als de gecombineerde real-world benchmarks blijven ze achter op niet-gen4-drives. En laat nu juist die prestaties echt tellen voor de eindgebruiker. Het lijkt erop dat Phison heel snel de nieuwe controller op de markt wilde brengen, en dat de meeste fabrikanten in die gen4-hype zijn meegegaan om snel een eindproduct uit te brengen zonder erbij stil te staan of het wel echt nut heeft. Gen4 heeft absoluut potentie als technologie, maar op dit moment zien we geen van deze drie gen4-ssd’s als redelijke aankoop.

Een nas-ssd?

Seagates Ironwolf 110 is een vreemde eend in de bijt in deze test. Het is namelijk de eerste en momenteel enige ssd die zich puur op nas-gebruik richt. Kijken we naar de relevante prestaties voor consumenten lijkt de Ironwolf 110 redelijk suf en vooral heel duur. Maar de Ironwolf 110 heeft met stip de beste papieren als het op duurzaamheid aankomt, en hij presteert uitstekend in een langdurige consistentietest. Wil je een ssd voor een pittig opslagscenario, dan is dit een logische keuze. Alleen voor 10gigabit-netwerkscenario’s zul je naar NVMe-oplossingen willen kijken, als je nas of server die aankan.

©PXimport

Conclusie

Bij de vorige test zagen we Samsung bij zowel sata- als NVMe-ssd’s als duidelijke winnaar, maar gaven we al aan dat een gunstige prijs per gigabyte voor de meeste gebruikers leidend moet zijn. Inmiddels is prijs echt doorslaggevend, want we zien geen één ssd die de concurrentie echt achter zich laat. Er zijn wat geweldige NVMe-ssd’s die zo dicht op elkaar zitten dat een tientje het verschil maakt tussen een goede of een matige keuze. Ook sata-ssd’s ontkomen niet aan de prijzenoorlog, want hoewel die markt op zichzelf redelijk stilstaat, zien we dat NVMe-ssd’s dermate goedkoop geworden zijn dat ze vrijwel even duur zijn als de betere sata-drives, maar dat ze wel een heel stuk sneller zijn en dus ermee concurreren. Kortom: de juiste keuze maken is lastiger dan ooit, al kan je in grote lijnen het volgende aanhouden: zoek je vooral een basis-ssd voor het upgraden van een oud systeem, pak dan een sata-ssd met ruim voldoende capaciteit en de beste prijs per gigabyte-verhouding. Denk aan een Samsung 860 QVO of Crucial BX500, of een ssd die op dat moment in de aanbieding is.

Zoek je een degelijke sata-ssd, dan neigen we naar de Crucial MX500: topprestaties en bijna altijd een scherpe prijs. De Samsung 860 EVO is iets beter, maar vaak te duur om te verdedigen. Ook hier telt: houd alle concurrenten in de gaten, zoals van Transcend, Kingston en WD/SanDisk, want een leuke aanbieding maakt ook hier bij gebrek aan echte praktijkimpact het verschil.

Kun je een m.2-NVMe-drive kwijt, dan is elke m.2-NVMe-drive uit de test met de scherpste prijs per gigabyte interessant. Vooral de Kingston A1000 en A2000 en Corsair MP510 gooien momenteel hoge ogen, maar met de kanttekening dat de prijzen schommelen.

Wil je de beste m.2-NVMe-schijf voor consumenten? De Samsung 970 EVO Plus is objectief heel, heel krap de benchmark en een logische keuze. Er hijgen wel tal van uitstekende NVMe-alternatieven in zijn nek, zoals de Seagate Firecuda 510, WD Black SN750, Kingston A2000/KC2000 of Patriot Viper VPN100.

Alles draait om de prijs dus, maar vergeet niet je eigen voorkeuren wat betreft encryptie en garantie mee te wegen. Denk ook eens aan de ssd’s met een kleine doelgroep, zoals de Ironwolf 110 als logische keuze voor nas/fileserver of de ssd’s met lampjes voor de rgb-liefhebber.

©PXimport

Conclusie

▼ Volgende artikel
Dead internet theory: is het internet nog van ons?
© flying_hams
Huis

Dead internet theory: is het internet nog van ons?

Misschien heb je het al gemerkt: je komt online steeds meer posts en reacties tegen die door kunstmatige intelligentie zijn gemaakt. Het aantal bots dat zich voordoet als gewone internetgebruikers lijkt verder toe te nemen. Stevenen we af op een internet dat, zonder dat we het doorhebben, wordt gedomineerd door AI-gegenereerde content?

In dit artikel laten we zien hoe je als internetgebruiker om kunt gaan met de toenemende stroom aan AI-gegenereerde content:

  • Ontdek wat de Dead Internet Theory inhoudt
  • Begrijp hoe AI-bots worden ingezet voor misleiding, manipulatie en catfishing
  • Bekijk welke oplossingen worden voorgesteld (en waarom ze nog niet volstaan)
  • Weet dat kritisch internetgebruik belangrijker is dan ooit

Lees ook: AI of echt? Zo zie je het!

Met de opkomst van generatieve AI werd het eind 2022 ineens veel makkelijker om een bot teksten en afbeeldingen te laten creëren alsof ze door een mens zijn gemaakt. Vooral nu we een paar jaar verder zijn en AI-modellen alsmaar beter lijken te worden, wordt het ook lastiger om te weten of een onlinefoto of -post door een mens of door een bot is gemaakt. Steeds meer internetgebruikers vrezen dat we op een punt komen dat er zó veel realistische AI-content online wordt geslingerd, dat posts, reacties, foto’s en video’s van menselijke gebruikers worden ondergesneeuwd door die van bots. Als dat scenario werkelijkheid wordt, is het internet dan nog wel bruikbaar?

Niet te bewijzen

Over de angst voor zo’n doemscenario wordt al lange tijd gediscussieerd, maar pas sinds kort begint dit idee populair te worden. Dat komt voornamelijk door de ‘Dead Internet Theory’. Die werd in 2021 bedacht door een internetforumgebruiker en stelt dat het internet al sinds 2016 hoofdzakelijk uit bots bestaat. “Deze theorie werd al snel een meme die zich over het hele internet verspreidde”, zegt Danny Lämmerhirt. Hij staat aan het hoofd van het Future Internet Lab van onderzoeksinstantie Waag Futurelab, dat zich bezighoudt met de toekomstige ontwikkeling van het internet.

Volgens hem is het dan ook geen wetenschappelijke theorie, aangezien de claim niet is te bewijzen. Dat beaamt Maarten Sukel, AI-ontwikkelaar en schrijver van het boek De AI-revolutie. “Het is erg lastig meetbaar, omdat de AI-modellen zo goed zijn geworden.” Toch vindt hij de theorie niet per se vergezocht. “Als je de logica volgt dat je een beperkt aantal mensen hebt op de wereld, maar in theorie een onbeperkt aantal bots online kunt loslaten, is de kans groot dat er op een gegeven moment zoveel bots zijn dat ze voornamelijk nog met elkaar praten.”

Wantrouw de babypauw

Er zijn in ieder geval aanwijzingen dat de AI-content toeneemt. Zo toont een onderzoek van Harvard aan dat de hoeveelheid kunstmatige media en hun zichtbaarheid op X in 2023 duidelijk is gegroeid. Daarnaast heeft Meta onlangs aangekondigd dat het vanaf 2025 meer AI-gegenereerde content op Facebook en Instagram wil plaatsen. Dit gebeurt onder meer door zelf een lading AI-profielen op de sociale media los te laten die met echte gebruikers moeten communiceren. De techreus hoopt dat zijn platformen daardoor ‘vermakelijker en aantrekkelijker’ worden, zodat mensen langer actief blijven op de sociale media.

Een door Meta gemaakt AI-account op Instagram.

Ook als je geen sociale media gebruikt, is de toename van online AI-content merkbaar. Zoek op Google Afbeeldingen maar eens naar ‘Baby Peacock’. Een groot deel van de foto’s die je daar ziet, is AI-gegenereerd. “Dat komt doordat de echte babypauw nogal lelijk is”, legt Sukel uit. “Er worden daardoor amper foto’s van gemaakt en dus zijn plaatjes van een babypauw vaak nep.” Dit is nu nog een uitzonderingsgeval, maar geeft wel aan dat AI al vrijwel overal op het internet zijn sporen nalaat.

©Abdallah - stock.adobe.com

Deze babypauw is net zo schattig als dat hij nep is.

Beeld: Abdallah, stock.adobe.com.

Makkelijker catfishen

De toename van AI-gegenereerde content is volgens Lämmerhirt op zichzelf geen reden voor zorg. “Als je voor de lol een dom AI-plaatje online deelt, kan het heel onschuldig zijn. Het wordt pas een probleem als het misleidend wordt.” AI-bots worden daar volgens de deskundigen regelmatig voor ingezet, bijvoorbeeld op datingplatforms. Een gesprekspartner kan zomaar een bot zijn die je probeert op te lichten. “Die vraagt dan bijvoorbeeld met een of andere smoes of je geld kunt opsturen. Dat is wel heel kwalijk en iets waar je goed op moet letten.”

Bots op datingapps zijn geen nieuwe ontwikkeling, maar volgens de AI-ontwikkelaar wordt het probleem wel verergerd door generatieve AI. “Voorheen werden nepprofielen nog gemaakt op basis van echte foto’s. Als je toentertijd werd gecatfisht, kon je altijd nog opzoeken of de profielfoto ergens online te vinden was en op die manier achterhalen dat je met een oplichter aan het praten was. Inmiddels kan dat niet meer, omdat je gezichten gewoon kunt genereren.”

Wordt AI-content steeds beter?

Generatieve AI is de laatste jaren met sprongen vooruitgegaan. AI-bedrijven tuimelen over elkaar heen om nóg betere AI-modellen te introduceren. Het is nu al niet eenvoudig om AI-content te herkennen. Als deze vooruitgang zich voortzet, dan is dat over een aantal jaar vrijwel helemaal onmogelijk.

Het is alleen nog helemaal niet zeker óf AI steeds maar beter blijft worden. “De kwaliteit van generatieve content neemt mogelijk op een gegeven moment zelfs af”, legt Danny Lämmerhirt uit. “Veel van de trainingsdata van AI komt van onlinecommunity’s. Om AI in de toekomst verder te trainen heb je ook meer trainingsdata nodig. Mogelijk worden bots nu dus getraind op kunstmatige content, waar veel data van lage kwaliteit tussen zit.” Dan krijg je te maken met het ‘garbage-in-garbage-out’-principe. Dat zou kunnen betekenen dat chatbots nóg vaker onjuiste informatie gaan verspreiden.

Kaas vastlijmen

Ook kunnen AI-bots worden gebruikt om politieke meningen van gebruikers te beïnvloeden, weet Robin Effing, AI- en socialmediadeskundige bij de Universiteit van Twente. “Veel partijen, waaronder regimes, hebben er belang bij om online discussies te verstoren. Eerder werden daar mensen uit landen als India voor betaald. Zij werden achter de computer gezet, maar het wordt steeds makkelijker om dat soort werk aan chatbots over te laten.” Zo bleek onlangs dat Rusland duizenden bots op sociale media als TikTok had losgelaten om de Roemeense verkiezingen te beïnvloeden.

Bots verspreiden overigens niet alleen schadelijke desinformatie in opdracht van kwaadwillenden. AI heeft van zichzelf al de neiging om onjuiste informatie te genereren. Lämmerhirt noemt als voorbeeld een incident waarbij Googles AI-zoekmachine een opvallend antwoord gaf op de vraag: ‘Hoe zorg je ervoor dat kaas niet van je pizza afvalt?’ Het advies? De kaas met lijm aan de pizzabodem vastplakken.

Waar dit antwoord vandaan kwam? Iemand plaatste dit advies als grap op een forum, waarna de bot het klakkeloos als serieuze tip overnam. “Dat is wel illustratief van wat er kan gebeuren als je AI ongecontroleerd zijn gang laat gaan.”

Kaas aan pizza vastlijmen? Prima idee, volgens Google.

Minder moderatie

Om de toestroom van AI-desinformatie in de kiem te smoren zijn er volgens de experts verschillende opties, al is geen van allen echt ideaal. AI-modellen kunnen bijvoorbeeld AI-content gaan voorzien van een onzichtbaar watermerk, zodat herkenningssoftware meteen ziet of een post van ChatGPT vandaan komt of een foto nep is. Het is alleen moeilijk om alle AI-modellen – waar er duizenden van zijn – te dwingen om watermerken te gaan gebruiken. “Momenteel is er ook geen trend dat dit uit eigen beweging gedaan wordt”, vertelt Lämmerhirt. Daarnaast kunnen zulke watermerken momenteel nog eenvoudig worden omzeild. Effing: “Er zijn veel maskeringstechnieken om AI-content te verbergen. ChatGPT-teksten kun je bijvoorbeeld in een algoritme gooien dat bepaalde tekens verwisselt, zoals de hoofdletter i met de kleine l. Mensen zullen het verschil niet zien, maar detectiesoftware kun je zo om de tuin leiden.”

Volgens Lämmerhirt is strengere moderatie een betere optie. Techplatformen moeten dan zelf actief (AI-gegenereerde) desinformatie opsporen en verwijderen, misschien ook wel met behulp van AI-systemen. “We zien alleen dat X en sinds kort ook Meta steeds minder modereren”, vervolgt de Waag-onderzoeker. In plaats daarvan willen ze leunen op een systeem waarbij gebruikers zelf misleidende content van een ‘fact check-label’ kunnen voorzien. “Dat is een slechte aanpak, want dat laat zien dat deze bedrijven zelf geen keuzes meer willen maken en hun rol van platformbeheerder niet serieus nemen.”

AI-detectiesoftware is nog verre van betrouwbaar. De tekst in deze afbeelding is volledig door AI geschreven, maar de software denkt daar anders over.

China-model

Nog een andere oplossing zou zijn om gebruikers zich te laten verifiëren voordat ze een account aan mogen maken, om te voorkomen dat ze meerdere ‘sock puppet-profielen’ kunnen beheren. Op sommige platformen, zoals chatdienst Signal, gebeurt dat al met een telefoonnummercontrole. Dat is volgens Sukel een redelijk betrouwbare manier om te controleren of je gebruikers echt zijn, maar waterdicht is het niet. Je kunt namelijk ook een prepaid simkaart kopen en daar een bot aan koppelen. Een zogeheten China-model is volgens Effing een grondigere methode. “Dan moet je bijvoorbeeld naar het gemeentehuis met je paspoort voordat je een account krijgt. Dan ben je van heel veel problemen af. Alleen dat leidt tot massasurveillance en dat is ook niet gewenst.”

Op Signal moet je je telefoonnummer verifiëren voordat je een account krijgt.

Is generatieve AI alleen maar slecht?

“Van alle vormen van kunstmatige intelligentie kleven aan generatieve AI misschien wel de meeste negatieve aspecten”, stelt Maarten Sukel. Hoewel deze vorm van AI volgens hem niet bevorderlijk is voor de kwaliteit van content op het internet, zijn er op andere gebieden wel nuttige toepassingen te bedenken. “Zo zijn er nu slimme brillen met een ingebouwde AI die kan omschrijven wat er te zien is. Bijvoorbeeld: er staan mensen voor je, de een heeft een groene trui aan, het ziet er gezellig uit. Dat helpt blinde mensen enorm.”

Ook voor entertainmentdoeleinden kan generatieve AI veel lol bieden, al zit daar volgens Sukel ook een addertje onder het gras. “Bij generatieve AI moet je er altijd rekening mee houden dat hoe meer data je genereert, hoe meer energie het kost. Een tekstje valt nog mee, een plaatje genereren is al wat energie-intensiever. Maar bijvoorbeeld een video maken is een van de meest energieverslindende dingen die je met AI kunt doen.” Een gepersonaliseerde Netflix-film genereren klinkt dus misschien best aantrekkelijk, maar is niet de milieuvriendelijkste keus.

Voor blinden heeft generatieve AI wellicht het meeste bestaansrecht (beeld: Kaspars Grinvalds, stock.adobe.com).

Blijf op je hoede

Kortom, een écht goede methode om schadelijke AI-content en -bots te weren is er nog niet. Nóg niet inderdaad, want de deskundigen hebben er vertrouwen in dat de huidige uitdagingen met AI op te lossen zijn. Zo denkt Sukel dat onderzoekers vroeg of laat een manier verzinnen om AI-gegenereerde desinformatie betrouwbaar weg te filteren. “In het verleden is dat ook altijd gelukt, bijvoorbeeld met e-mail”, zegt de AI-ontwikkelaar. “Daar werd steeds meer spam verstuurd, maar toen kwamen er robuuste spamfilters en is dat probleem in zekere zin opgelost.”

Spamfilters voor e-mails doen hun werk goed; krijgen we in de toekomst iets soortgelijks voor AI-content?

Tot het zover is, moeten we ermee leven dat we het internet delen met veelal onzichtbare en onbetrouwbare bots. Effing raadt daarom aan om altijd goed op je hoede te blijven. “Ik denk dat het heel gezond is om je bij elke reactie op internet als eerste af te vragen: hoe groot is de kans dat dit door een reguliere burger geschreven is? Je kunt er momenteel van uitgaan dat de meerderheid van de user-generated content online niet door gewone mensen is geschreven, maar ofwel door ingehuurde mensen of door een bot.”

Volgens Sukel moet je vooral bij gebruikersrecensies goed op je tellen passen. “Het is natuurlijk heel makkelijk om tegen een AI-bot te zeggen: schrijf 500.000 negatieve recensies over mijn concurrent en evenveel positieve over mijn eigen toko. Je kunt niet meer blind vertrouwen op platformen als Tripadvisor.”

Lämmerhirt ziet dat gebruikers langzamerhand beter worden in het herkennen van bots. “Er zijn onderzoeken die aantonen dat mensen hun onlinegedrag aanpassen. Ze ontwikkelen strategieën om nepaccounts te identificeren en vermijden deze accounts vervolgens. Hier valt nog wel veel winst te behalen. Ik denk dus dat het belangrijk is dat we ervoor zorgen dat mensen nog kritischer worden op de oorsprong van online content.”

“Als je op een platform zit met veel AI-onzin waar je niet blij van wordt, ga dan lekker weg”, adviseert Sukel tot slot. “Jij bent het product. Als er genoeg mensen weggaan, wordt dat platform gedwongen om zich te verbeteren. Je hoeft het niet zomaar te accepteren.”

Gebruikersrecensies op Tripadvisor: zijn ze nog te vertrouwen?

▼ Volgende artikel
Jouw foto's op jouw pc of NAS: veilig, privé en slim
© Andrey Sinenkiy
Huis

Jouw foto's op jouw pc of NAS: veilig, privé en slim

Diensten als iCloud-foto’s en Google Foto’s zijn handig om je foto’s te back-uppen, beheren en delen. Alleen is de online opslagruimte beperkt. Ook je kijkt naar je privacy, zijn deze oplossingen niet altijd ideaal. Er zijn gelukkig gratis tools waarmee je bijna dezelfde ervaring hebt als bij deze online diensten. Je zet je foto’s niet in de cloud, maar gewoon op je eigen pc of NAS.

In dit artikel laten we zien hoe je je eigen foto's beheert, zonder afhankelijk te zijn van clouddiensten zoals Google Foto’s of iCloud:

  • Installeer Immich via Docker op je pc
    • Stel automatische ordening op basis van metadata in
    • Upload en beheer foto’s via de webinterface of mobiele app
    • Deel foto's of albums met vrienden of familie
    • Maak automatische back-ups van je smartphone
  • Gebruik Synology Photos als je een Synology-NAS bezit
    • Deel albums met andere NAS-gebruikers of via een openbare link
    • Gebruik slimme functies zoals de tijdlijn,en mensen- en objectherkenning
    • Synchroniseer je foto's automatisch via de Synology Photos-app

Vind je foto's in de cloud niet erg? Lees dan: Ode aan orde: je immense fotocollectie beheer je zo

Er is weinig mis met de gespecialiseerde cloudopslagdiensten van Apple, Google, Microsoft (OneDrive) en Dropbox. Je kunt hiermee prima foto’s bewaren en delen. De tools zijn voor dit gebruik zelfs uitstekend, maar de opslagruimte is vaak beperkt en het blijven cloudoplossingen. Je bestanden staan dus ergens anders opgeslagen.

Overweeg je een alternatief om foto’s te synchroniseren zonder cloudopslag, dan zijn er meerdere opties, zoals Nextcloud (met de Photos-app), PhotoPrism, digiKam en Piwigo. Wij zijn gecharmeerd van de opensource-dienst Immich en Synology Photos, die je specifiek voor de Synology-NAS kunt gebruiken. Beide tools bieden functies als automatische fotoback-ups, album- en gebruikersbeheer, gezichtsherkenning, tijdlijnweergave, tagging, locatiegebaseerd zoeken, delen, raw-bestanden en toegang via een webinterface. Kortom, er is weinig in de cloudoplossingen dat je bij deze gratis tools niet vindt. We maken eerst kennis met Immich (uitgesproken als het Engelse ‘image’) en daarna met Synology Photos. We focussen ons hierbij op de installatie, de initiële configuratie en het basisgebruik.

Immich

Docker-installatie

Immich wordt frequent geüpdatet en is beschikbaar voor meerdere platformen. Wij gaan aan de slag met de installatie onder Windows. Dit doen we via het gratis Docker Desktop. Docker Desktop beheert containers, een soort lichte, afgescheiden virtuele omgevingen met alle benodigde apps, services en instellingen. Installeer de app met enkele muisklikken en start deze op (de eerste keer kun je op Accept en tweemaal op Skip klikken). Minimaliseer vervolgens het venster, maar laat de app actief.

Goed om te weten: je kunt Immich via Docker ook op je NAS installeren, wat hier ook wel Container Manager (Synology) of Container Station (QNAP) genoemd. In dit artikel gaan we hier alleen niet verder op in.

Docker Desktop heb je met een paar muisklikken geïnstalleerd en opgestart.

Voorbereiding

Immich installeren we dus als Docker-container. Eerst voer je enkele voorbereidingen uit. Open de verkenner en ga naar de map Linux (onderaan). Open vervolgens de submap docker-desktop en dan Home. Maak hier een map met jouw naam en daarbinnen de submap Docker. Binnen deze docker-map maak je de map Immich-app aan. Het pad wordt dus: \\wsl.localhost\docker-desktop\home\<je_naam>\docker\immich-app.

Creëer nu twee submappen in een andere map op een schijf met genoeg opslagruimte: Library en Postgres (bijvoorbeeld C:\Users\<je_accountnaam>\Docker\Immich\library).

Navigeer nu in de verkenner naar de map Immich-app. Houd de Shift-toets ingedrukt, klik met rechts op een lege plek en kies PowerShell-venster hier openen. Houd de verkenner geopend en ga via deze pagina naar de downloadsite. Klik bij Get docker-compose.yml file op het documenten-pictogram (Copy), plak dit in PowerShell met Ctrl+V en druk op Enter om het yml-bestand te downloaden. Herhaal dit voor het commando bij Get .env file, zodat zowel het yml-bestand als het env-bestand in de map Immich-app staan.

Open het env-bestand in een teksteditor, bijvoorbeeld Notepad++ of Kladblok, en pas de volgende variabelen aan:

UPLOAD_LOCATION=C:\Users\<je_accountnaam>\Docker\Immich\library
DB_DATA_LOCATION=C:\Users\<je_accountnaam>\Docker\Immich\postgres
TZ=Europe/Amsterdam
DB_PASSWORD=<eigen wachtwoord>

Zorg ervoor dat de paden kloppen met jouw situatie en sla het aangepaste bestand op.

Voordat je de container installeert, moet je eerst enkele variabelen aanpassen in het env-bestand.

Installatie

Alles is nu klaar om de Docker-container met Immich te draaien. Ga terug naar de map Immich-app en voer het commando docker-compose up -d uit. Dit zorgt ervoor dat alle benodigde onderdelen worden gedownload en uitgevoerd. Na enkele minuten zie je in het Docker Desktop-venster, bij Containers, dat de vier Immich-onderdelen actief zijn. Test dit direct door Localhost:2283 op de adresbalk van je browser in te vullen. Dit is de standaardpoort waarop Immich draait; dit zie je bij Immich_server in het Docker-containeroverzicht. Als het nodig is, kun je het poortnummer aanpassen in het yml-bestand. Klik in de webinterface op Aan de slag om daadwerkelijk met Immich te starten.

Je kunt de containers op elk moment stoppen en starten vanuit Docker Desktop. Dit doe je in de rubriek Containers: selecteer Immich en druk op Stop of Start.

De vier containers zijn gestart en Immich is nu bereikbaar vanuit de webinterface.

Configuratie

Je begint met het aanmaken van een beheerdersaccount. Vul de gevraagde gegevens in en bevestig met Registreren. Log daarna in met het opgegeven e-mailadres en wachtwoord.

Klik in het welkomstvenster op Thema, kies Licht of Donker, en ga naar Privacy. Hier kun je de kaartfunctie inschakelen (om foto’s via coördinaten op een kaart te tonen) en de versiecontrole activeren (voor het ontvangen van updates).

Ga vervolgens naar Opslagtemplate en bepaal of je fotobestanden automatisch wilt ordenen op basis van metadata. Als dit ingeschakeld is, kun je bij Voorinstelling een structuur kiezen met een sjabloon. Kies bijvoorbeeld voor {{y}}-{{MMMM}}-{{dd}}/{{filename}}. Bevestig met Klaar.

Je kunt via een sjabloon je foto’s bewaren op basis van bepaalde metadata.

Basisgebruik

Links in de webinterface zie je een venster met onderdelen als Foto’s, Verkennen, Kaart, Delen, Favorieten, Albums en Gereedschap. Open Foto’s, klik op de plusknop en selecteer de gewenste fotobestanden. De geüploade foto’s verschijnen als miniaturen in een tijdlijn. Bovenaan zie je een zoekbalk met rechts een filterknop om media te selecteren op onder meer naam, plaats, camera, datum en type. Gebruik Uploaden (rechtsboven) om extra foto’s toe te voegen.

Selecteer een of meer foto’s. Rechtsboven verschijnen meerdere knoppen, zoals Toevoegen aan favorieten (voor de rubriek Favorieten) en een menu om de selectie te downloaden, archiveren, verwijderen, de datum of locatie te wijzigen, of miniaturen en metadata te vernieuwen.

Via Toevoegen aan kun je foto’s aan een album toevoegen. Klik op +Nieuw album om een album te maken dat je terugvindt in de rubriek Albums. Gebruik Verkennen in het linkervenster om foto’s gegroepeerd te zien op tijd, locatie of – via AI – op herkenbare objecten, gezichten of thema’s, zoals berglandschappen.

De webinterface van Immich heeft wel wat weg van Google Foto’s.

Back-ups en delen

Je vindt in de webinterface ook de optie Delen. Klik hierop, voeg een beschrijving toe en eventueel een wachtwoord. Geef aan of de ontvanger foto’s mag downloaden en/of uploaden. Stel hiervoor een verloopdatum in, bijvoorbeeld over 1 dag. Klik op Link maken om een link te genereren. Deze link is mogelijk http://localhost<…>, maar je kunt dit aanpassen naar het interne ip-adres van je Immich-server, of een extern adres dat vanaf internet bereikbaar is (zie tekstkader ‘Vanaf het internet’).

Wil je media delen met specifieke personen? Klik hiervoor rechtsboven op je accountpictogram en kies Beheer. Ga naar Gebruikers, klik op Gebruiker aanmaken, vul de gegevens in en bevestig. Bij het openen van een fotoselectie of album kun je dan via de deelknop direct de gewenste gebruiker(s) selecteren, zodat de media in hun webomgeving beschikbaar zijn.

Voor Android en iOS kun je de mobiele Immich-app installeren. Vul het ip-adres van je Immich-server in en meld je aan. Tik op de upload-knop, geef Immich de nodige machtigingen en kies Selecteer om aan te geven welke fotoalbums de app moet back-uppen naar je server. Zet Albums synchroniseren aan om dit te automatiseren en bevestig met Back-up uitvoeren.

Immich is ook beschikbaar als mobiele app, wat handig is voor (automatische) mediaback-ups.

Synology Photos

Voorbereiding

We gaan uit van een Synology-NAS (Network Attached Storage) die via een webinterface toegankelijk is. Verbind via je browser met de webinterface van DSM, het Synology-besturingssysteem.

Open nu eerst het Configuratiescherm, kies Gebruiker en groep, ga naar Geavanceerd en zorg dat Gebruiker basismap inschakelen is ingeschakeld (op het gewenste volume). Bevestig met Toepassen. Open daarna de app File Station, waar je ziet dat de mappen Home en Homes (met persoonlijke submappen voor elke NAS-gebruiker) zijn aangemaakt.

Ga vervolgens naar Package Center in het hoofdmenu. Als de app Synology Photos nog niet is geïnstalleerd, zoek dan naar de naam van deze app. Klik vervolgens op Installeren en daarna op Openen. Klik rechtsboven op je profielicoon, kies Instellingen en open het tabblad Gedeelde ruimte. Schakel eventueel Gedeelde ruimte in en bevestig met Opslaan. Gedeelde media worden nu standaard opgeslagen in de map \photo.

Het is even wennen, maar je persoonlijke media en je gedeelde media belanden voortaan in de daarvoor bestemde mappen.

Gedeelde media

Als je nu foto’s met bijvoorbeeld familieleden wilt delen die toegang hebben tot je NAS, volg dan deze stappen. Ga naar Configuratiescherm / Gebruiker en groep, open het tabblad Groep en klik op Maken. Geef een groepsnaam op (bijvoorbeeld Familie) en druk op Volgende. Selecteer de gewenste leden, druk drie keer op Volgende en vink Synology Photos in de kolom Toestaan aan. Bevestig met Volgende (tweemaal) en met Voltooid.

Open vervolgens de app Synology Photos. Bij Instellingen / Gedeelde ruimte klik je op Toegangsmachtigingen instellen. Selecteer de groep (Familie) en kies Volledige toegang in de uitklapmenu’s. Bevestig met de plusknop en klik op Opslaan. Zet daarna op het tabblad Gedeelde ruimte een vinkje bij zowel Gezichtsherkenning inschakelen in Gedeelde ruimte als Onderwerpherkenning inschakelen in Gedeelde ruimte. Bevestig met Opslaan.

Test de instellingen door een gebruiker uit de groep aan te melden op je NAS, bijvoorbeeld via een incognito-tabblad in je browser. Zodra deze gebruiker Synology Photos opent, kan ook hij media uploaden in zowel de persoonlijke ruimte als de gedeelde ruimte. Links bovenaan in het applicatievenster kun je tussen deze ruimtes schakelen. De inhoud van deze ruimtes kun je overigens ook op bestandsniveau beheren via de overeenkomstige mappen in File Station (althans als administrator).

Als lid van de groep Familie krijgt deze gebruiker meteen ook toegang tot de gedeelde ruimte.

Basisgebruik

We laten nu zien hoe je met fotoalbums werkt. Gebruik eerst de knop Filter tonen (rechtsboven) om filters te activeren en snel de gewenste foto’s te vinden. Selecteer vervolgens een reeks foto’s; er verschijnt een rode balk. Klik hier op de plus-knop Toevoegen aan album, kies +Nieuw album, vul een naam in en druk op OK. Ga naar Albums (tweede knop) in het applicatievenster. Hier kun je foto’s opvragen volgens Recent toegevoegd, Labels en Locaties en, indien eerder ingeschakeld, volgens Mensen (gezichtsherkenning) en Onderwerpen (objectherkenning). Je albums vind je hier ook. Met de plus-knop rechtsboven kun je hier nieuwe albums maken.

Ga met de muisaanwijzer boven een album staan; er verschijnt een knop met drie puntjes. Klik op Delen. Schakel Koppeling delen in en stel bij Privacy-instellingen in of het album Privé of Openbaar is (eventueel met downloadmachtiging). Bij Privé selecteer je bij Lijst van genodigden de gewenste gebruiker(s) of groep(en) en geef je de machtigingen aan: Weergave, Downloaden of Provider (beheerder). Je kunt ook een wachtwoord en vervaldatum instellen. Kopieer de link en bevestig met Opslaan.

Klik op Delen (derde knop) in het applicatievenster en kies Fotoverzoek. Klik op Fotoverzoek maken, vul een onderwerpsregel in, selecteer een bestemmingsmap en bevestig met Verzoek maken. Je hoeft nu alleen maar de link te sturen naar de mensen van wie je graag foto’s wilt ontvangen voor je collectie.

Goed om te weten: er is ook een mobiele app voor Android en iOS van Synology Photos met de functie Photo Backup. Daarmee synchroniseer je opgeslagen foto’s en video’s.

Je kiest zelf met wie je albums deelt en met welke machtigingen je dat doet.

Vanaf het internet

Je fotocollectie, beheerd met een tool als Immich of via je Synology-NAS, is standaard niet toegankelijk voor ongeautoriseerde personen buiten je netwerk. Wil je dat dit wel kan? Dan kun je bij een Synology-NAS de ingebouwde functie QuickConnect inschakelen via het Configuratiescherm in DSM, bij Externe toegang. In de praktijk moet je alleen vaak aan de slag met technieken als poortdoorverwijzing op je router. Of je moet een VPN-server installeren zoals WireGuard, eventueel gecombineerd met een eigen hostnaam via dynamisch DNS om het probleem van een wisselend extern ip-adres te omzeilen.

We hebben helaas niet de ruimte om hier dieper op in te gaan. Binnen je eigen netwerk kun je in elk geval probleemloos je fotoalbums beheren en delen.

Ook onderweg kun je je via de mobiele app en je QuickConnect-ID aanmelden bij Synology Photos op je NAS.