ID.nl logo
45 ssd’s getest
© Reshift Digital
Huis

45 ssd’s getest

Lange tijd werd bij de aanschaf van een nieuwe computer vooral gekeken naar de hoeveelheid opslagruimte, met het idee dat meer altijd beter is. Inmiddels zijn zowel gebruikers als fabrikanten ervan overtuigd geraakt dat de snelheid van je dataopslag belangrijker is dan de hoeveelheid opslag. Twee jaar geleden moest je goed opletten of je nieuwe pc een ssd had, tegenwoordig zien we alleen bij de echte prijsvechters nog een traditionele, langzamere harde schijf. Een ssd is onmisbaar in elk nieuw systeem, maar ook in elke oudere configuratie. De vraag is: welke ssd kies je?

De komst van de ssd heeft een enorme impact gehad op de snelheid van onze huis-, tuin- en keukencomputers, veel meer dan welk ander onderdeel dan ook. Met een ssd start de pc veel sneller op, reageert hij veel sneller op alles wat je van hem vraagt, en de kans op storingen is ook nog eens kleiner. Voor de prijs hoef je het ook niet meer te laten, de prijs per gigabyte is sinds midden 2018 grofweg gehalveerd en een ssd van een paar tientjes voldoet voor de meeste gebruikers.

Verschillende soorten ssd’s

Ssd’s zijn er in verschillende soorten en maten. Een ssd sluit je doorgaans aan op een sata- of m.2-aansluiting op je moederbord. Sata is de bejaarde aansluiting waarmee we al jaren onze mechanische harde schijven aan de computer koppelen. Op praktisch elk nog enigszins bruikbaar systeem kun je dus wel een sata-ssd aansluiten. De jongere m.2-aansluiting is aantrekkelijker voor ssd’s: hij zit direct op het moederbord van moderne systemen, waardoor kabels overbodig zijn. De meeste m.2-ssd’s zijn ook aanzienlijk sneller, al hangt dat af van het toegepaste protocol.

Welk protocol?

Heeft jouw systeem een m.2-aansluiting, dan moet je nog wel op het communicatieprotocol letten. De meeste m.2-aansluitingen ondersteunen zogeheten NVMe-ssd’s, die flink sneller zijn dan sata-ssd’s. Er zijn ook m.2-aansluitingen waarop je alleen m.2-sata-ssd’s kunt aansluiten; een NVMe-ssd zal daar niet op werken. Om het nog complexer te maken: sinds enkele maanden zijn er ook ssd’s van het type NVMe generatie 4 op de markt. Om daar het maximale uit te halen moet je een moederbord met de AMD X570- of TRX40-chipset hebben. Vanwege deze zeer specifieke doelgroep bespreken we deze NVMe-gen4-ssd’s apart aan het eind van dit artikel.

NVMe regeert!

Dat NVMe-m.2-drives sneller zijn dan sata-ssd’s is een feit. De maximale leessnelheid van een sata-ssd ligt rond de 560 MByte/s, iets wat we de meeste ssd’s ook halen of benaderen. Zelfs de langzaamste NVMe-schijf in deze vergelijking is ruim drie keer zo snel. De snelste NVMe-gen4-ssd’s hangen zelfs rond de 5000 MByte/s; zo’n tien keer sneller. Duizelingwekkende hoeveelheden data. Dat brengt ons bij de vraag of zulke snelheden echt relevant zijn voor jou.

©PXimport

Bij eenvoudig gebruik van een pc, zoals browsen, e-mailen of zelfs wat lichte fotobewerking, heb je zelden meer dan een paar megabyte per seconde aan data nodig. Als je je verdiept in de techniek van NVMe-drives, dan zie je dat ze ook bij lichtere taken wat sneller zijn. Maar met een echt praktische blik moet je vaststellen dat je voor eenvoudig gebruik het verschil tussen een budget-ssd en een luxe ssd niet gaat merken. Gaat het jou er alleen om je pc weer snel te laten starten en een beetje modern aan te laten voelen, dan voldoet ook de eenvoudige (en goedkopere!) sata-ssd prima. NVMe-ssd’s komen pas tot hun recht bij veeleisende gebruikers met zware creatieve workloads zoals videobewerking, workstationgebruik, of bij het frequent overzetten van grote hoeveelheden data. Veel fabrikanten richten zich ook op gamers, maar het aantal scenario’s waarin gamers echt profiteren van deze snelheden is beperkt.

©PXimport

Welke capaciteit?

Een bekend fenomeen is dat ssd’s met meer opslagruimte sneller zijn dan kleinere varianten. Vooral de echt kleine ssd’s tot aan circa 256 GB zijn duidelijk trager dan hun grotere familieleden. Althans, in de benchmarks. Vlot starten kan elke ssd wel. De grotere capaciteit brengt ook een betere duurzaamheid met zich mee, omdat ze meer geheugencellen hebben. Ze zijn per gigabyte vaak ook nog een stuk goedkoper. Het is niet zinnig om extreem veel opslag te kopen als je die niet nodig hebt, maar het loont absoluut om niet té zuinig te zijn. Voor een tientje of twee meer van een 256GB- naar een snellere, duurzamere 512GB-ssd overstappen en daarmee ook ruim extra capaciteit krijgen voor de toekomst is geen slechte investering.

Waar letten we op?

Voor consumentengebruik kijken we naar drie resultaten. Als eerste de maximale snelheden, relevant bij het overzetten van grote hoeveelheden foto of video. Dan de prestaties bij kleinere 4K-datablokken, oftewel hoe de ssd omgaat met heel veel kleine bestanden. En tot slot de gecombineerde real-world benchmark, een combinatie van tests die representatief zijn voor gevarieerd computergebruik.

En betrouwbaarheid dan?

Idealiter zouden we de betrouwbaarheid het zwaarst laten wegen. Dit is alleen bijna onmogelijk om te testen. Zelfs instap-ssd’s kun je jarenlang op een pijnbank leggen zonder dat ze een krimp geven, dus tegen de tijd dat we die resultaten hebben, zijn die producten al lang niet meer te koop. Baseren we ons op de specificaties van de fabrikanten, dan moeten we ook vaststellen dat je daar in de praktijk gewoon nooit aan gaat komen. Niet goed onderscheid kunnen maken, is vervelend voor testers, maar eigenlijk goed nieuws voor de consument: de levensduur van alle ssd’s in deze test is simpelweg geen echt noodzakelijke overweging meer.

Een langere garantie vanuit de fabrikant biedt wel wat waarde en is dan ook een bonuspuntje waard. Maar, in de afgelopen vijf jaar hebben wij hier vele honderden ssd’s in gebruik genomen en zijn er slechts een paar kapotgegaan. Extra garantie is fijn, maar de kans dat je er daadwerkelijk gebruik van zult maken, zelfs in vijf jaar, schatten we alsnog erg klein.

Zorg voor een back-up!

Ssd’s zijn weliswaar minder kwetsbaar dan mechanische schijven, maar alles kan kapot! En waar een mechanische schijf vaak kuren vertoont voordat hij stopt met werken, gaat een ssd eerder van probleemloos werken naar helemaal onbruikbaar. Zorg dus altijd voor een goede back-up. Een duurzamere ssd kopen is geen garantie op probleemloos functioneren.

Migreren of schoon installeren?

De meeste ssd’s komen met een migratietool om je hele systeem over te zetten. Een ssd-upgrade vinden wij een goed moment voor een schone installatie. Windows 10 herinstalleren is zo gepiept, en zo maak je weer echt een frisse start met je systeem. Zorg wel voor een goede back-up van je belangrijke bestanden.

Kwaliteit flashgeheugen

Lange tijd was het aantal bits data per cel de beste graadmeter voor kwaliteit en duurzaamheid. Ssd’s die één bit per cel opsloegen (SLC) waren duurzamer dan ssd’s die twee (MLC) of drie (TLC) bits per cel opsloegen. Minder data per cel betekent namelijk minder slijtage. Tegenwoordig bestaan SLC-ssd’s voor consumenten niet meer vanwege de hoge kosten en is praktisch elke ssd een TLC. Zelfs 2bit-MLC-ssd’s zijn zeldzaam geworden. Echte budgetdrives slaan zelfs 4 bits aan data per cel op (QLC), met concessies op gebied van snelheid en duurzaamheid. Op zich geen probleem, maar koop een QLC-ssd alleen als die echt veel goedkoper is.

Samsung

In de vorige editie van onze grote ssd-test was Samsung de grote winnaar. Met zijn 860 EVO had de fabrikant de beste sata-ssd in handen. Geen enkele concurrerende NVMe-ssd kwam echt in de buurt van de 970 EVO. Enige tijd geleden lanceerde Samsung de 970 EVO Plus ssd, de nog snellere EVO met ook nu bijna geen echte concurrentie. Zowel de 860 EVO, 970 EVO als de 970 EVO Plus behoort nog altijd tot de beste ssd’s op de markt, maar de ijzersterke concurrentiepositie is na wat succesvolle lanceringen van concurrenten inmiddels verleden tijd. Tegelijkertijd zijn instap NVMe-drives veel goedkoper geworden. Ook de eens uitzonderlijke vijf jaar garantie van Samsung is inmiddels de standaard geworden. Zowel de 860 EVO als 970 EVO (Plus) blijft absoluut een topaankoop, maar Samsung moet zorgen dat je er niet te veel extra voor betaalt. Voor een echte pro-user blijft de prijzige Samsung 970 PRO wel de ultieme ssd op de markt. Als één van de weinige 2bit-MLC-ssd’s is de duurzaamheid een sterk argument. Verder blijkt uit de consistentietests dat deze ssd de beste op de markt is. Voor consumenten zijn ze echter simpelweg (veel) te duur om aan te raden. Aan het andere eind van het spectrum zien we de nieuwe Samsung 860 QVO, een 4bit-QLC-ssd. Deze blinkt uit in de absoluut laagste prijs per gigabyte, maar het is ook de gemiddeld traagste ssd uit de test. Als secundaire drive waarbij elk tientje telt, val je je er geen buil aan.

©PXimport

Patriot

Een van de ssd’s die aan de stoelpoten van de Samsung 970 EVO Plus knaagt, is de Patriot VPN100. Deze valt in eerste plaats op vanwege zijn forse zwarte heatsink om hem koel te houden, en vervolgens door zijn over de hele linie uitstekende high-end prestaties. De VPN100 kent wel wat ruwe kantje. Zo is het pcb wat goedkoop ogend blauw, de Patriot-software is spartaans en hardwarematige encryptie ontbreekt. Ook is de heatsink niet makkelijk te verwijderen; je loopt het risico hem te beschadigen als je het probeert. Dat maakt hem ongeschikt voor bijvoorbeeld laptops. Hij heeft dan wel weer een lagere prijs. Als de VPN100 op moment van aanschaf op prijs kan concurreren, is het zeker een goede optie.

©PXimport

Corsair

De Corsair MP510 bevindt zich feitelijk in dezelfde divisie als de 970 EVO (Plus) en VPN100. Ook deze ssd mag zich in het rijtje ‘de betere NVMe-ssd’s’ voegen. Structureel uitstekende prestaties, geen zichtbare minpunten en alleen in de kleinere 4K-blokken zien we de MP510 iets achterblijven. Zolang Corsair daar haarscherpe prijzen tegenover zet, is dat geen argument. Ook voor deze schijf geldt: houd hem scherp in de gaten, als dit prijsvoordeel oplevert, is dit een logische keuze.

Kingston

Kingston zet in op twee NVMe-ssd’s. Enerzijds met de KC-serie waar het bedrijf de strijd puur op prestaties aan wil gaan, en anderzijds met de goedkopere A-serie. In de praktijk zijn de verschillen tussen de twee minimaal. De goedkopere A-series presteren goed en doen ook niet significant onder op gebied van duurzaamheid of garantie. De KC2000 is uitstekend, maar veel meer betalen dan voor een A-serie of andere NVMe-concurrent is lastig te verdedigen. De A2000 is net uit en vooralsnog lastig leverbaar, maar als die net als de voorgaande A1000 binnenkort tot de goedkoopste NVMe-drives op de markt behoort, zal die het stokje overnemen als dé betaalbare NVMe-drive. Wat sata-ssd’s betreft, doet Kingston ook mee. Vooral als je een kleine en goedkope ssd wilt, is de UV500 interessant. Denk aan een echte budgetvriendelijke upgrade van een eenvoudig systeem. De KC600 behoort tot de betere sata-ssd’s, maar kost ook iets meer. Het is een goede keuze als je een goede aanbieding kunt vinden, zoals praktische elke ssd, al koop je soms voor hetzelfde geld een snellere A1000 of A2000.

©PXimport

Crucial

Over sata-drives gesproken, dat is waarmee Crucial het goed doet in Nederland. Het echte budgetmodel BX500 is vaak de goedkoopste (degelijke) sata-ssd op de markt, en prima voor de meeste eenvoudige taken. De mainstream MX500 levert daarnaast praktisch top-end prestaties voor een iets hogere prijs. Een paar euro’s beknibbelen op je opslag heeft niet onze voorkeur en daarmee is de MX500 onze aanrader voor praktisch elk systeem. Let wel op de prijzen van instap NVMe-drives, die zetten de prijzen van sata-ssd’s stevig onder druk op het moment.

©PXimport

Transcend

Een uitdager voor de twee Crucials is de Transcend SSD230S, een ssd die wel een iets hippere of vooral andere naam kan gebruiken. De SSD230S zet redelijk onopvallende midrange prestaties neer voor een sata-schijf; beter dan instappers zoals de BX500, maar weer net niet zo goed als die van de MX500 of 860 EVO. De duurzaamheidscijfers zijn wel bovengemiddeld, en menig goedkoper alternatief biedt geen garantie van vijf jaar. Daarbij is hij in sommige opzichten een van de allergoedkoopste opties. Iets meer betalen voor deze Transcend als je ook een BX500 of 860 QVO overweegt, is zeker de moeite waard, maar hij hoort wel goedkoper te zijn dan de sata-toppers of instap NVMe-drives.

©PXimport

Team Group

Team Group gooit het over de rgb-boeg. De Delta RGB presteert prima voor een sata-ssd, maar aan prima presterende ssd’s was op de markt geen gebrek. Door hem opvallend vorm te geven en flink wat ledjes toe te voegen hoopt Team Group vooral gamers over de streep te trekken. Het eindresultaat is eenvoudig samen te vatten: als jij iets meer wilt betalen voor wat leuke lichtjes, mag je deze best overwegen.

©PXimport

WD en SanDisk

WD en SanDisk zijn tegenwoordig hetzelfde bedrijf. De SanDisk Ultra 3D en WD Blue zij amper van elkaar te onderscheiden. Beide zijn inhoudelijke middenklasse sata-ssd’s, waarbij het vooral op prijs aankomt. WD scoort met de WD Blue m.2-sata nog wel punten, want veel m.2-sata-ssd’s zijn er niet. Na een valse start met hun eerste generatie NVMe-ssd’s in 2017 heeft WD een leuke inhaalslag gemaakt. De jongste WD Black NVMe, de SN750, doet inmiddels wel leuk mee aan de bovenkant van het speelveld. Goede prestaties, vijf jaar garantie en concurrerende prijzen. Alleen begrijpen we niet waarom WD hardwarematige encryptie niet wil inbouwen. Je raadt het al: ook deze aanschaf staat of valt eigenlijk met de juiste prijs. Op moment van schrijven is dat helaas niet het geval en meer betalen voor een SN750 boven de uitstekende alternatieven is niet logisch.

©PXimport

Seagate

Net als WD is ook Seagate een hardeschijffabrikant die in de markt voor ssd’s is gestapt. En niet onverdienstelijk, want zowel de Barracuda 510 als de Firecuda 510 laat prima prestaties zien voor NVMe-drives. Een significant verschil tussen de twee series zien we overigens niet. Ssd’s tot 500 GB heten Barracuda en vanaf 1 TB is dat Firecuda. Seagate doet mee met de top wat garantie betreft en de duurzaamheid is ver bovengemiddeld (althans op papier). De prestaties zijn door de bank genomen erg goed. Momenteel vraagt Seagate iets te veel voor deze ssd’s. Meer betalen dan voor de gemiddeld net betere 970 EVO Plus is lastig uit te leggen. Seagate hoeft de prijs van de ssd alleen iets te verlagen om een uitstekende keuze te worden.

©PXimport

Gigabyte

Gigabyte richt zich op de volledige Gigabyte-pc. Je kunt behuizingen, moederborden, videokaarten, koelers, voedingen, geheugen, monitoren en randapparatuur van het merk kopen, en nu dus ook ssd’s. Omdat Gigabyte in tegenstelling tot Samsung, Crucial en Kingston zelf geen flashgeheugen maakt, kan het ook niet concurreren met bodemprijzen. Op merkaffiniteit leunen is dan ook een logische keuze. Geen van hun ssd’s is inhoudelijk echt uitzonderlijk. De Gigabyte SSD en UD Pro zijn aardige instap-sata-ssd’s zolang de actuele prijs gunstig is. Alleen de Aorus RGB NVMe-ssd weet op te vallen met zijn mooie metalen heatsink en rgb-verlichting. Houd er wel rekening mee dat je de verlichting alleen met een klein aantal Gigabyte-moederborden naar eigen wens kunt instellen.

©PXimport

Vierde generatie pci-express-ssd’s

In de zomer van 2019 lanceerde AMD de derde generatie AMD Ryzen-processors en de nieuwe X570-chipset. Deze X570-moederborden zijn de eerste met ondersteuning voor PCI-Express 4.0. Hiermee heb je meer bandbreedte voor snellere videokaarten en ssd’s. Videokaarten die hier echt van profiteren bestaan nog niet, maar NVMe-ssd’s liepen al wel tegen limieten aan. Daardoor zagen we dan ook snel de eerste ssd’s van de vierde generatie, die nog hogere snelheden beloven.

Drie gen4-ssd’s voor die specifieke moederborden zitten in onze test: de Corsair Force MP600, de Gigabyte Aorus Gen4 en de Patriot Viper VP4100. Ze één op één met elkaar vergelijken, is lastig gezien de verschillende specificaties.

©PXimport

Zijn ze hetzelfde?

De ssd’s kennen de nodige overeenkomsten. Zo hebben alle gen4-ssd’s een aardige heatsink. Ook betaal je voor alle drie best wat meer dan voor de gen3-NVMe-alternatieven. Alle drie de gen4-ssd’d gebruiken dezelfde Phison-contoller, momenteel de enige gen4-controller op de markt. Dit levert toch wat bezwaren op. Hoewel de gen4-ssd’s in pure schrijf- en leesprestaties ongekend hoge snelheden neerzetten, zien we in andere tests teleurstellende resultaten. Zowel in de 4K-benchmarks als de gecombineerde real-world benchmarks blijven ze achter op niet-gen4-drives. En laat nu juist die prestaties echt tellen voor de eindgebruiker. Het lijkt erop dat Phison heel snel de nieuwe controller op de markt wilde brengen, en dat de meeste fabrikanten in die gen4-hype zijn meegegaan om snel een eindproduct uit te brengen zonder erbij stil te staan of het wel echt nut heeft. Gen4 heeft absoluut potentie als technologie, maar op dit moment zien we geen van deze drie gen4-ssd’s als redelijke aankoop.

Een nas-ssd?

Seagates Ironwolf 110 is een vreemde eend in de bijt in deze test. Het is namelijk de eerste en momenteel enige ssd die zich puur op nas-gebruik richt. Kijken we naar de relevante prestaties voor consumenten lijkt de Ironwolf 110 redelijk suf en vooral heel duur. Maar de Ironwolf 110 heeft met stip de beste papieren als het op duurzaamheid aankomt, en hij presteert uitstekend in een langdurige consistentietest. Wil je een ssd voor een pittig opslagscenario, dan is dit een logische keuze. Alleen voor 10gigabit-netwerkscenario’s zul je naar NVMe-oplossingen willen kijken, als je nas of server die aankan.

©PXimport

Conclusie

Bij de vorige test zagen we Samsung bij zowel sata- als NVMe-ssd’s als duidelijke winnaar, maar gaven we al aan dat een gunstige prijs per gigabyte voor de meeste gebruikers leidend moet zijn. Inmiddels is prijs echt doorslaggevend, want we zien geen één ssd die de concurrentie echt achter zich laat. Er zijn wat geweldige NVMe-ssd’s die zo dicht op elkaar zitten dat een tientje het verschil maakt tussen een goede of een matige keuze. Ook sata-ssd’s ontkomen niet aan de prijzenoorlog, want hoewel die markt op zichzelf redelijk stilstaat, zien we dat NVMe-ssd’s dermate goedkoop geworden zijn dat ze vrijwel even duur zijn als de betere sata-drives, maar dat ze wel een heel stuk sneller zijn en dus ermee concurreren. Kortom: de juiste keuze maken is lastiger dan ooit, al kan je in grote lijnen het volgende aanhouden: zoek je vooral een basis-ssd voor het upgraden van een oud systeem, pak dan een sata-ssd met ruim voldoende capaciteit en de beste prijs per gigabyte-verhouding. Denk aan een Samsung 860 QVO of Crucial BX500, of een ssd die op dat moment in de aanbieding is.

Zoek je een degelijke sata-ssd, dan neigen we naar de Crucial MX500: topprestaties en bijna altijd een scherpe prijs. De Samsung 860 EVO is iets beter, maar vaak te duur om te verdedigen. Ook hier telt: houd alle concurrenten in de gaten, zoals van Transcend, Kingston en WD/SanDisk, want een leuke aanbieding maakt ook hier bij gebrek aan echte praktijkimpact het verschil.

Kun je een m.2-NVMe-drive kwijt, dan is elke m.2-NVMe-drive uit de test met de scherpste prijs per gigabyte interessant. Vooral de Kingston A1000 en A2000 en Corsair MP510 gooien momenteel hoge ogen, maar met de kanttekening dat de prijzen schommelen.

Wil je de beste m.2-NVMe-schijf voor consumenten? De Samsung 970 EVO Plus is objectief heel, heel krap de benchmark en een logische keuze. Er hijgen wel tal van uitstekende NVMe-alternatieven in zijn nek, zoals de Seagate Firecuda 510, WD Black SN750, Kingston A2000/KC2000 of Patriot Viper VPN100.

Alles draait om de prijs dus, maar vergeet niet je eigen voorkeuren wat betreft encryptie en garantie mee te wegen. Denk ook eens aan de ssd’s met een kleine doelgroep, zoals de Ironwolf 110 als logische keuze voor nas/fileserver of de ssd’s met lampjes voor de rgb-liefhebber.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 steelstofzuigers met een lange accuduur
© Erman Gunes - stock.adobe.com
Huis

Waar voor je geld: 5 steelstofzuigers met een lange accuduur

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt. Daarom gaan we een paar keer per week op zoek naar zulke deals. Dit keer: steelstofzuigers met een lange accuduur en met een mooie prijs.

Draadloze steelstofzuigers bieden vrijheid omdat je zonder snoer kunt werken. Je bent echter vaak gebonden aan de accuduur. Wij vonden steelstofzuiger die minstens 25 minuten op een volle lading meekunnen. Let wel: dit zijn de fabrieksopgaven, de werkelijke duur kan in de praktijk lager zijn. Wij vonden vijf modellen met een prijs onder de 120 euro.

Princess Silent Storm

Deze Princes Silent Storm gebruikt een lithium-ion-accu en werkt ongeveer 30 minuten in één keer. Dat is voldoende om een appartement of enkele kamers te reinigen voordat je moet opladen. Bij deze steelstofzuiger kun je kiezen uit drie snelheidsstanden; op de hoogste stand levert hij de meeste zuigkracht, maar gaat de accu sneller leeg. Met het uitneembare stofreservoir van 0,6 liter is het legen simpel en er zijn geen stofzakken nodig. De motor en filters zijn cyclonisch, waardoor het stof efficiënt naar de opvangbak geleid wordt.

Handig is de parkeerstand: je kunt de stofzuiger rechtop parkeren zonder dat hij omvalt. Deze set wordt geleverd met een combinatieborstel voor vloer en tapijt, een kierenmondstuk en een apart filter. De steel is afneembaar zodat je ook als kruimelzuiger kunt werken. Volgens de productinformatie ligt het geluidsniveau rond 75 dB en weegt het apparaat iets meer dan drie kilo, dus je kunt het gemakkelijk dragen terwijl je de trap op en af loopt.

Tristar SZ-1980

De Tristar SZ-1980 is een 2-in-1 steelstofzuiger die tevens als kruimelzuiger te gebruiken is. Het product beschrijft een handzame stofzuiger met twee snelheidsstanden en een draadloze gebruikstijd van ongeveer 30 minuten. De lithium-ion-accu is binnen vijf uur opgeladen en levert daarna voldoende energie voor een flinke schoonmaakronde. Je kunt met de knop op het handvat tussen de lage en hoge zuigkracht schakelen, afhankelijk van het type vloer. Het apparaat heeft een groot stofreservoir van 1,5 liter, dat je met één hand leegklikt en schoonmaakt. Een wasbaar HEPA-filter voorkomt dat fijnstof en allergenen weer in de lucht terechtkomen.

De stofzuiger wordt geleverd met een kierenmondstuk en een opzetstuk voor harde vloeren. Tristar plaatst de motor en accu in de steel zodat de handgreep licht blijft, wat prettig is als je boven op kastjes wilt stofzuigen. Volgens externe specificaties werkt het apparaat op 22,2 volt en maakt het ongeveer 75 dB geluid. Er worden geen geheugenstanden of displayfuncties aangeboden; je bedient hem met één schakelaar.

Dreame H12 Pro

De Dreame H12 Pro is een veelzijdige steelstofzuiger die zowel nat als droog vuil aanpakt. De motor levert een hoge zuigkracht van 300 watt en de ingebouwde batterij houdt het tot 35 minuten vol, wat ruim voldoende is voor een grondige schoonmaakronde door huis of appartement. Je bedient het toestel eenvoudig met de handgreep en hebt zicht op alle belangrijke informatie dankzij een LED‑display. De stofzuiger heeft een slimme vuilsensor die de hoeveelheid vuil detecteert en de zuigkracht hierop aanpast. Handig is ook de dubbele watertank: je beschikt over een reservoir met schoon water en een tweede voor het vuile water, waardoor je tijdens het dweilen niet hoeft te stoppen om bij te vullen.

De borstelrol loopt tot aan de rand van de zuigmond, zodat je ook langs plinten en randen goed kunt reinigen. Na gebruik reinigt de borstel zichzelf; je hoeft enkel de zelfreinigingsfunctie te activeren. Met de 0,7 liter opvangbak voor droog vuil is er ruimte genoeg om tussenstops te vermijden. Het apparaat is geschikt voor verschillende vloertypes, zoals tapijt en tegels, en dankzij het rechtopstaande ontwerp kun je de H12 Pro eenvoudig parkeren of opbergen.

Makita CL183D

Makita staat bekend om zijn gereedschap, maar levert ook compacte stofzuigers. De CL183D is een 18-volt snoerloze steelstofzuiger met een eenvoudig ontwerp. Het apparaat heeft geen geïntegreerde accu; je gebruikt Makita-accu’s uit de LXT-serie (niet meegeleverd), waardoor je de werktijd zelf kunt bepalen. Met een 3,0 Ah-accu kun je ongeveer een halfuur stofzuigen bij lichte belasting; zwaardere taken verkorten de tijd. De stofzuiger heeft een zakloos opvangbakje met eenvoudig kliksysteem en een doorzichtige behuizing zodat je kunt zien wanneer deze vol is.

De ergonomische handgreep zorgt voor comfort en de aan/uit-schakelaar is zodanig gepositioneerd dat je niet per ongeluk de power verliest. Omdat het apparaat slechts 53,30 euro kost, kun je met een extra accu altijd doorwerken. Het apparaat weegt weinig en is bedoeld voor snelle klussen zoals kruimels, auto-interieur of trappen. Er worden standaard mondstukken geleverd voor vloer en kieren.

Rowenta  RH6543

Deze lichtgewicht steelstofzuiger van Rowenta heeft een 14,4‑volt lithium‑ion‑accu, die in vijf uur volledig is opgeladen. Met zijn cycloontechnologie scheidt de zuiger lucht en stof efficiënt, waardoor de zuigkracht behouden blijft en het onderhoud eenvoudig blijft doordat je geen zakken hoeft te vervangen. De stofopvangbak heeft een inhoud van 0,65 liter en is met één klik te legen. Het compacte ontwerp van 2,7 kilo maakt de RH6543 geschikt voor snelle schoonmaakrondes, zoals kruimels in de keuken of stof onder meubels. Het LED‑licht op de zuigmond geeft beter zicht op donkere plekken, en dankzij de parkeerstand kun je het apparaat verticaal wegzetten tijdens het stofzuigen.

Er zit een afstofborstel bij om meubels of smalle kieren te reinigen en het filter is uitwasbaar. Er zijn twee vermogensstanden, zodat je de zuigkracht kunt aanpassen aan het type vloer. Het geluidsniveau van 80 dB behoort tot het gemiddelde in deze categorie. Hoewel de maximale looptijd bij lagere zuigkracht wordt gehaald, is deze Rowenta‑stofzuiger een praktisch alternatief voor wie zonder snoer snel wil schoonmaken.

▼ Volgende artikel
Smartphone-abonnement kiezen: dit is het verschil tussen providers en virtuele providers
© Scanrail - stock.adobe.com
Huis

Smartphone-abonnement kiezen: dit is het verschil tussen providers en virtuele providers

Wie op zoek gaat naar een nieuw mobiel abonnement, komt al snel bekende namen tegen als KPN, Vodafone en Odido. Maar daarnaast kun je ook kiezen voor andere aanbieders op, zoals Simyo, Ben of Youfone. Die lijken misschien op gewone providers, maar dat zijn zogeheten virtuele providers. Wat is precies het verschil, en waar kies je als consument het best voor?

In dit artikel

We leggen uit wat het verschil is tussen providers en virtuele providers, en hoe dat invloed heeft op je smartphone-abonnement. Je leest welke netwerken er in Nederland actief zijn, hoe virtuele aanbieders zoals Simyo, Ben en Youfone werken en waarom ze vaak goedkoper zijn. Ook bespreken we de belangrijkste voor- en nadelen van virtuele providers, en wat dat betekent voor zaken als internetsnelheid, service en de aanschaf van een nieuwe smartphone. Tot slot komt kijken we ook nog naar eSIM, de digitale simkaart.

Waar voor je geld: 5 smartphones met eSim voor minder dan 400 euro

De drie netwerken in Nederland

In Nederland zijn er drie bedrijven met een eigen mobiel netwerk: KPN, Vodafone en Odido. Zij bezitten de zendmasten, frequenties en infrastructuur waarmee mobiele communicatie mogelijk is. Deze partijen worden de netwerkproviders genoemd. Hun netwerken dekken vrijwel het hele land en worden continu uitgebreid met nieuwe technologie, zoals 5G.

Wat virtuele providers doen

Virtuele providers, ook wel MVNO's genoemd (Mobile Virtual Network Operators), maken gebruik van het netwerk van een van deze drie aanbieders. Ze hebben dus geen eigen zendmasten, maar kopen netwerkcapaciteit in en bieden die onder hun eigen naam aan. Bekende voorbeelden zijn Simyo (op het netwerk van KPN), Ben (Odido) en hollandsnieuwe (Vodafone).

Ze regelen zelf de klantenservice, abonnementen, facturering en vaak ook extra diensten, maar het dataverkeer en bellen lopen volledig via het netwerk van de hoofdprovider.

Virtuele providerNetwerk van
Budget MobielKPN
LebaraKPN
SimyoKPN
YoufoneKPN
BenOdido
SimpelOdido
hollandsnieuweVodafone
50+ MobielVodafone

Voordelen van virtuele providers

Virtuele providers staan bekend om hun lagere prijzen. Doordat ze geen eigen netwerk hoeven te onderhouden, kunnen ze de kosten laag houden. Ook zijn ze vaak flexibel: je kunt maandelijks opzeggen, zelf je databundel aanpassen of extra opties in- en uitschakelen. Dat spreekt vooral consumenten aan die niet vast willen zitten aan een duur abonnement.

Een ander voordeel is eenvoud. Virtuele providers richten zich vaak op één duidelijk aanbod zonder allerlei combinatiedeals of ingewikkelde voorwaarden. Bovendien profiteer je als klant indirect van de netwerkverbeteringen van de hoofdprovider: als KPN zijn 5G-dekking uitbreidt, geldt dat ook voor Simyo-gebruikers.

Nadelen ten opzichte van netwerkproviders

Er zitten ook verschillen in wat je krijgt. Virtuele providers hebben meestal minder aanvullende diensten, zoals tv-pakketten, internationale bundels of toegang tot exclusieve hotspots. Ze bieden zelden nieuwe smartphones aan in combinatie met een abonnement; vaak gaat het om sim-only.

Daarnaast kan de snelheid of prioriteit op het netwerk iets lager liggen. Hoewel je technisch op hetzelfde netwerk zit, krijgen klanten van de hoofdprovider soms voorrang bij piekdrukte. Dat merk je vooral op drukke plekken of tijdens evenementen.

Tot slot zijn er verschillen in klantenservice. Virtuele aanbieders werken vaak met goedkopere, grotendeels online dienstverlening. Dat houdt de prijs laag, maar betekent ook dat persoonlijke hulp via telefoon of winkel beperkt kan zijn.

Wat past bij jou?

Wie veel reist, de nieuwste telefoon wil combineren met een abonnement of extra diensten zoals tv en internet belangrijk vindt, zit goed bij een van de drie netwerkproviders. Wie vooral een betrouwbare en betaalbare mobiele verbinding zoekt en weinig behoefte heeft aan toeters en bellen, vindt bij een virtuele provider vaak een gunstiger aanbod.

Kort samengevat: de netwerkprovider bouwt en beheert het mobiele netwerk, de virtuele provider gebruikt dat netwerk om voordeligere en flexibelere abonnementen aan te bieden. Beide werken dus samen, maar richten zich op een ander type gebruiker.

©Denys Prykhodov

Virtuele providers en eSIM

Steeds meer virtuele providers bieden tegenwoordig ook eSIM aan. Dat is de digitale variant van de traditionele simkaart, die je niet meer fysiek hoeft te plaatsen. Je activeert de eSIM via een QR-code of app en kunt zo binnen enkele minuten overstappen van provider of een tweede abonnement toevoegen, bijvoorbeeld voor werk of reizen.

Bij de grote netwerkproviders is eSIM inmiddels standaard, maar ook steeds meer virtuele aanbieders doen mee. Simyo, Youfone en Ben ondersteunen eSIM bijvoorbeeld al. 50+ Mobiel en Lebara bieden het nog niet aan, al wordt dat in de toekomst wel verwacht. Goed om te weten: de eSIM-ondersteuning bij virtuele providers wordt regelmatig uitgebreid, dus wat vandaag nog niet beschikbaar is, kan morgen al mogelijk zijn.

Nieuw abonnement, nieuwe smartphone?

Nieuw hoesje!