ID.nl logo
Huis

Maak een NAS van je oude pc met OpenMediaVault

Een echte techneut koopt geen kant-en-klare NAS, maar maakt die zelf. Daarvoor hoef je zelfs niet diep in de buidel te tasten. Want waarschijnlijk heb je nog wel ergens een oude PC en enkele harde schijven liggen die geen dienst meer doen. In deze workshop leggen we uit hoe je een oude pc ombouwt tot een NAS met de hulp van OpenMediaVault.

In principe heb je niet veel nodig om een NAS te bouwen. Een NAS is eigenlijk een gewone pc, maar dan met een besturingssysteem dat is gespecialiseerd in opslag en bestandsdeling. Voor deze workshop maken we gebruik van het besturingssysteem OpenMediaVault, dat is gebaseerd op de Linux-distributie Debian.

Update: Een oplettende lezer meldde ons dat het gebruik van een oude PC consequenties kan hebben voor het stroomgebruik. Daar willen we je natuurlijk op wijzen. Als je wil weten wat je extra stroomverbruik is, kun je dat in de rekentool (van de bewuste oplettende lezer) narekenen.

OpenMediaVault- welke hardware nodig?

Bij je zoektocht naar de juiste hardware laat je je dus het best leiden door wat Debian ondersteunt. Gelukkig ondersteunt deze populaire Linux-distributie een breed gamma aan hardware out-of-the-box, zeker als het om al wat oudere hardware gaat. Echt grote problemen zul je dus niet tegenkomen. De meeste Linux-driverproblemen komen overigens voor bij grafische kaarten en wifi-chipsets, twee hardwarecomponenten die we in een NAS doorgaans niet nodig hebben.

Ga er vanuit dat elke pc van de laatste tien jaar als NAS in te zetten is

Je mag er dus van uitgaan dat elke oude pc van de laatste tien jaar als NAS is in te zetten. Eventueel kun je nog (tweedehands) extra geheugenmodules aanschaffen om je NAS wat meer werkgeheugen te geven. Vooral als je buiten de eenvoudige bestandsdeling ook allerlei plug-ins denkt te activeren zoals mediaservers of VPN-servers, of als je meer dan een handvol gebruikers hebt, zal meer RAM een fikse performance-boost aan je NAS geven.

Je koopt het best nieuwe harde schijven, zodat je betrouwbare opslag hebt. Is je budget daarvoor te laag, dan kun je je uiteraard ook behelpen met een oude harde schijf die je nog hebt liggen. Sowieso heb je minstens twee schijven nodig: één voor het besturingssysteem en één voor je gegevens. Het besturingssysteem kan ook op een usb-stick of ssd staan.

OpenMediaVault downloaden en op usb-stick zetten

Download eerst het iso-bestand van OpenMediaVault. Schrijf daarna het iso-bestand naar een cd-rom (als je oude pc nog een cd-romlezer heeft) of een usb-stick. Dat laatste doe je niet door het iso-bestand gewoon te kopiëren naar je usb-stick. Het moet immers een opstartbare schijf zijn. Gebruik daarvoor het programma Win32DiskImager.

Selecteer in Win32DiskImager het iso-bestand van OpenMediaVault. Plaats in het bestandsselectievenster het filter op *.*, zodat je het iso-bestand kunt selecteren (standaard toont het programma alleen img-bestanden). Kies daarna de schijfletter van je usb-stick. Let goed op dat je hier de juiste schijfletter kiest, want die schijf wordt volledig overschreven. Je zou niet de eerste zijn die per ongeluk gegevens kwijtraakt door een iso-bestand naar de verkeerde schijf te schrijven. Klik tot slot op Write en bevestig dat je naar een fysieke schijf wilt schrijven, waarna Win32DiskImager van je usb-stick een opstartbare schijf voor OpenMediaVault maakt.

©PXimport

Steek daarna je usb-stick in je NAS en start de computer ervan op. Op de meeste BIOS’en druk je op Esc, F2 of F12 om een menu te krijgen waarmee je kiest van welke schijf je de computer start. Als alles goed gaat, krijg je daarna het installatiemenu van OpenMediaVault te zien en druk je op Enter voor de standaard menukeuze Install.

OpenMediaVault installeren

Het installatieprogramma van OpenMediaVault is gebaseerd op dat van Debian voor servers en ziet er dus wat ouderwets uit. In de eerste stap kies je je taal met de pijltjestoetsen (Nederlands staat ertussen). Bevestig je keuze met Enter, waarna de volgende stappen allemaal in je gekozen taal staan. Kies je locatie en toetsenbordindeling, waarna het installatieprogramma zoekt welke drivers er nodig zijn.

Als je NAS meerdere netwerkinterfaces heeft, kies je in de volgende stap welke interface je voor de netwerktoegang wilt gebruiken. Daarna wordt de netwerkverbinding opgezet, krijg je een IP-adres via DHCP en voer je een computernaam (standaard openmediavault) in. In de volgende stap kies je de domeinnaam van je thuisnetwerk (standaard local).

©PXimport

Voer daarna een beheerderswachtwoord in (voor de root-gebruiker) en bevestig dit nog eens. Daarna krijg je de vraag op welk opslagmedium je OpenMediaVault wilt installeren. Zie je aan de beschrijving niet wat welke schijf is, koppel dan voorlopig de dataschijf af en start de installatie opnieuw. Let op: de usb-stick met het installatieprogramma staat ook in de lijst, dus kies deze niet als doelschijf!

Daarna worden de partities aangemaakt en wordt het besturingssysteem geïnstalleerd. Als dat achter de rug is, kies je de locatie van de server waarvan je softwarepakketten en updates worden gedownload. Laat de http-proxy leeg (tenzij je er een gebruikt). Tot slot wordt de GRUB-opstartlader geïnstalleerd en bevestig je dat de interne klok van je NAS op UTC staat ingesteld. Als de installatie is voltooid, bevestig je met Enter en verwijder je de installatieschijf wanneer je NAS herstart.

Gebruikers en groepen

In de volgende stap maak je gebruikers aan. Ga daarvoor naar Toegang tot rechtenbeheer / Gebruiker. Klik op Toevoegen en dan in het menu dat verschijnt Toevoegen. Geef je gebruiker een naam (in kleine letters) en wachtwoord en bevestig het wachtwoord een tweede keer. De andere velden zijn optioneel. In het tabblad Groepen zie je dat je gebruiker standaard al aan de groep users is toegevoegd. Dat is voorlopig de enige groep waarvan je gebruiker deel moet uitmaken. Indien nodig voeg je andere groepen later eenvoudig toe. Klik tot slot op Opslaan om de gebruiker aan te maken. 

Herhaal deze procedure voor elke gebruiker die je op je NAS wilt definiëren. Heb je meer dan een handvol gebruikers die je in verschillende groepen wilt opdelen, dan is dat ook mogelijk. Ga naar Toegang tot rechtenbeheer / Groep, klik op Toevoegen en dan in het menu dat verschijnt nog eens op Toevoegen. Geef de groep een naam (in kleine letters) en vink in het tabblad Leden aan welke gebruikers lid van de groep zijn. Klik tot slot op Opslaan om de groep aan te maken. 

©PXimport

Gedeelde mappen en toegangsrechten

Vervolgens definieer je een gedeelde map. Klik daarvoor op Toegang tot rechtenbeheer / Gedeelde mappen en dan op de knop Toevoegen. Geef de map een naam. Bij Schijf(deel) selecteer je het bestandssysteem dat je eerder hebt aangemaakt. Bij Bestandspad vul je het pad van de map in. Vul hier bij voorkeur hetzelfde in als de naam van de map. Als het pad nog niet bestaat, maakt OpenMediaVault dit aan. Bij Rechten kunnen de beheerder en gebruikers standaard lezen en schrijven en krijgt de rest enkel leestoegang. Verander de rechten indien nodig, bijvoorbeeld als je anderen geen toegang wilt geven. Druk op Opslaan om de map aan te maken.

De rechten die je tijdens het aanmaken van de gedeelde map hebt gekozen, zijn alles of niets: ofwel hebben alle gewone gebruikers (geen beheerder) toegang ofwel geen gebruiker. Wil je gebruikers of groepen gebruikers verschillend behandelen, selecteer dan de betreffende map en klik bovenaan op Toegangsrechten.

Hier kun je nu voor alle gebruikers en groepen die je hebt aangemaakt definiëren of ze toegang hebben tot de map: lezen en schrijven, alleen lezen of geen toegang. Wil je één specifieke gebruiker bijvoorbeeld de toegang ontzeggen, klik dan in de kolom Geen toegang bij die gebruiker. Klik op Opslaan om de nieuwe toegangsrechten door te voeren.

©PXimport

We hebben nu een bestandssysteem met daarop gedeelde mappen, en we hebben gebruikers, groepen en toegangsrechten gedefinieerd. De laatste stap is dat we die mappen op het netwerk delen. Dat doen we in het onderdeel Diensten. Om de mappen met je Windows-netwerk te delen, ga je naar Diensten / SMB/CIFS. Verander indien nodig je werkgroep en klik op Inschakelen. Klik op Opslaan.

Windows-netwerkindeling inschakelen

Samba, de dienst die Windows-bestandsdeling onder Linux uitvoert, draait nu. Dan rest ons nu alleen nog de taak om Samba te laten weten welke mappen de dienst mag delen. Ga daarvoor naar het tabblad Gedeelde bronnen en klik op Toevoegen. Kies bij Gedeelde map een van de gedeelde mappen die je hierboven hebt aangemaakt.

Standaard wordt die onder dezelfde naam gedeeld op je Windows-netwerk, maar die naam is nog aan te passen bij Naam. De andere instellingen laat je doorgaans op hun standaardwaarden, maar neem ze gerust eens door. Klik tot slot op Opslaan en dan Toepassen. Op je Windows-computers zie je nu je NAS in je netwerk en de gedeelde mappen zijn beschikbaar, tenminste als je de juiste gebruikersnaam en wachtwoord invoert.

Extensies toevoegen aan OpenMediaVault

Standaard bevat OpenMediaVault het minimum voor een NAS-besturingssysteem, maar de functionaliteit is eenvoudig uit te breiden met allerlei extensies. Je vindt ze onder Systeem / Extensies. Zo vind je er extensies om automatisch back-ups te maken op een externe usb/eSATA-schijf, om van je NAS een DAAP-mediaserver voor iTunes of een AirPlay-receiver te maken die muziek van iTunes ontvangt. Wil je een extensie installeren, vink het vakje ervoor dan aan en klik bovenaan op Installeren. Elke extensie is achteraf even eenvoudig te verwijderen: vink het vakje ervoor aan en klik op Verwijderen.

De extensies die je normaal te zien krijgt, zijn de standaardextensies die samen met OpenMediaVault worden ontwikkeld. Daarnaast bestaan er ook heel wat onofficiële extensies. Veel daarvan vind je in de OMV-Extras.org repository. Download hier de extensie om deze repository in te schakelen. Klik dan in Systeem > Extensies op Upload en navigeer naar het bestand dat je zonet hebt gedownload. Klik op Ok om het bestand naar je NAS te uploaden. Daarna vind je in het onderdeel Utilities van de extensies de extensie OMV-Extras.org Package Repositories for OpenMediaVault. Vink het vakje ervoor aan en klik op Installeren.

©PXimport

In het menu Systeem heb je nu een nieuw onderdeel, OMV-Extras.org. Daarin schakel je andere repository’s in Systeem / OMV-Extras.org in. Daardoor krijg je toegang tot nog veel meer extensies, maar wees je ervan bewust dat ze niet officieel ondersteund zijn en je NAS dus onstabiel kunnen maken.

Zo kun je BitTorrent Sync installeren, downloadmanagers voor torrents en nieuwsgroepen, Plex Media Server, VirtualBox, een Virtual Private Network (VPN) enzovoort. Vink de gewenste repository’s aan (standaard staat de hoofdrepository van OMV-Extras.org al aan na installatie van het repositorypakket), klik op Opslaan, klik in Systeem / Extensies op Controleer en doorzoek de extensies.

Na de herstart van je NAS krijg je op het scherm de opstartmeldingen van Debian te zien en uiteindelijk een inlogprompt met een knipperende cursor achter openmediavault login:. Hierin kun je inloggen met als gebruikersnaam root en als wachtwoord het beheerderswachtwoord dat je in het installatieprogramma hebt ingesteld. Je krijgt ook het ip-adres van je NAS te zien. Je hoeft hier niet in te loggen, want we doen het volledige beheer van de NAS via de webinterface van OpenMediaVault.

Log nu uit met Ctrl+D of exit. Vul in de adresbalk van een webbrowser op een computer in je netwerk het ip-adres van je NAS in. Je krijgt nu het aanmeldscherm van OpenMediaVault te zien. Kies je taal (Nederlands staat in de lijst) en log in met gebruikersnaam admin en wachtwoord openmediavault. De webinterface toont standaard het bedieningspaneel met de status van de diensten en een kadertje met systeeminformatie.

De webinterface van OpenMediaVault is volledig naar je hand te zetten. Versleep de kadertjes (‘widgets’) als je ze op een andere plaats wilt zien of druk op het kruisje om een kader te verwijderen. Met het pictogram naast het kruisje klap je een widget in of uit, bijvoorbeeld als je het tijdelijk niet wilt zien. Andere widgets voeg je toe in het menu Toevoegen bovenaan.

NAS instellen: wachtwoord, datum en tijd, updaten

Voor we bestanden gaan delen, stel je het best wat basisinstellingen van OpenMediaVault in. Die vind je in het linkerpaneel onder Systeem. Let erop dat je na elke verandering bovenaan op Opslaan drukt en daarna rechtsboven op Toepassen; als je dat vergeet, wordt de originele configuratie hersteld en worden je veranderingen niet doorgevoerd. Verander zeker in het tabblad Paswoord van de webbeheerder van het onderdeel Algemene instellingen het wachtwoord van de gebruiker admin. Anders is iedereen die het standaardwachtwoord kent in staat om je hele NAS in te stellen en zelfs je dataschijven te wissen.

©PXimport

Kijk onder Datum en Tijd ook even na of je tijdzone correct staat ingesteld. Vink Gebruik NTP-server aan om de tijd automatisch te synchroniseren met de aangeduide tijdserver(s). Staat je tijd niet correct, dan loop je ooit tegen moeilijk op te lossen problemen aan. Onder Melding vul je de instellingen van de smtp-server van je provider in, zodat je via e-mail meldingen ontvangt van belangrijke gebeurtenissen op je NAS. Geef daarvoor ook je e-mailadres als ontvanger op. 

Zet een vinkje bij Inschakelen en vink in het tabblad Meldingen de gebeurtenissen aan waarvan je een melding wilt ontvangen. Bekijk tot slot ook de lijst met updates in Updatebeheer. Zelfs vlak na de installatie zijn er immers al updates beschikbaar van de software in OpenMediaVault. Vink de updates aan en klik op Bijwerken om ze te installeren.

Opslag klaarmaken

Nu je basisinstellingen in orde zijn, is het tijd om je dataschijven klaar te maken. Klik daarna in het linkerpaneel op Opslag / Fysieke schijven. Selecteer de schijf die je als dataschijf wilt inzetten (kijk naar de fabrikant, het model en de capaciteit om de juiste te kiezen) en klik op Aanpassen. Hier stel je zaken als energiebeheer, spindowntijd en schrijfcache in. Klik na het aanpassen op Opslaan. Selecteer daarna nog eens de schijf in de lijst en klik op Wissen, zodat je zeker weet dat je met een schone lei begint. Maak een keuze uit snel of veilig wissen.

©PXimport

Je hebt nu je dataschijf geconfigureerd en geïnitialiseerd, maar er staat nog geen bestandssysteem op. Ga daarom naar Opslag / Bestandssystemen, waar initieel alleen het rootbestandssysteem van je besturingssysteem staat, en klik op Aanmaken. Kies in het keuzemenu bij Apparaat je schijf. Geef eronder een label op, waarmee je het bestandssysteem een naam geeft. Laat het type bestandssysteem op EXT4 staan en klik op OK om het bestandssysteem aan te maken. 

Je krijgt nog een waarschuwing dat alle data verloren gaan, maar die hebben we toch al gewist. Klik op Ja om te bevestigen. Selecteer na het formatteren het aangemaakte bestandssysteem in de lijst (kijk naar het label) en klik op Koppelen. Je krijgt nu de totale capaciteit en de beschikbare en gebruikte opslagruimte te zien. Vergeet niet rechtsboven op Toepassen te klikken om je wijzigingen te laten doorgaan.

Raid in OpenMediaVault

Voor betrouwbare opslag heb je niet voldoende aan één schijf. Als die schijf uitvalt, ben je immers al je bestanden kwijt. Uiteraard ondersteunt OpenMediaVault ook RAID (redundant array of independent disks), zodat je de betrouwbaarheid van je opslag kunt verhogen door meerdere schijven te combineren. Configureer en initialiseer daarvoor eerst de schijven die je voor RAID wilt inzetten en ga daarna naar Opslag / RAID-beheer

Klik er op Aanmaken en geef je RAID-apparaat een naam. Kies het gewenste RAID-niveau en selecteer de schijven die je in je RAID wilt. Klik daarna op Opslaan. Wacht nu even tot je RAID-apparaat is geïnitialiseerd. Het is zover als er clean in de kolom State staat. Daarna maak je op het RAID-apparaat een bestandssysteem aan zoals bij één schijf en kun je deze opslag gebruiken.

▼ Volgende artikel
Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!
© andrey
Huis

Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!

Hoewel koken op gas voorlopig nog mag, is duidelijk dat de toekomst elektrisch is. Veel mensen stappen nu al over op elektrisch koken – vaak in combinatie met inductie. Ben jij toe aan een nieuwe kookplaat of wil je van het gas af? Dan is het goed om te weten hoe je zo’n elektrische kookplaat aansluit, waar je op moet letten en wanneer je beter een professional kunt inschakelen.

Na het lezen van dit artikel weet je:
  • Dat er 1-, 2- en 3-fase-aansluitingen en -kookplaten zijn
  • Hoe je met de multimeter bepaalt wat voor aansluiting jij hebt
  • Hoe je de elektrische kookplaat aansluit

Dit vind je vast ook interessant: Wat voor soort kookplaten zijn er?

Eén, twee of drie fasen: wat betekent dat?

In tegenstelling tot een gaskookplaat, die je simpelweg aan een gasaansluiting koppelt, is een elektrische kookplaat net iets technischer. Zo'n kookplaat kan worden aangesloten op één, twee of drie elektrische fasen. Welke van de drie je nodig hebt, hangt af van het vermogen van je kookplaat én van de aansluiting in je keuken.

Een 1-fase kookplaat is het eenvoudigst. Die werkt op een gewone stekker met twee pinnen, precies zoals je gewend bent van andere apparaten in huis. Deze modellen hebben een beperkt vermogen – maximaal 3680 watt – maar zijn vaak krachtig genoeg voor wie niet al te fanatiek kookt. Aansluiten is simpel: stekker erin en je kunt aan de slag.

Voor een 2-fase kookplaat heb je een zogenoemde perilex-stekker nodig, met vijf pinnen. Die zie je vooral bij iets krachtigere inductiekookplaten. Meestal worden dit soort kookplaten zonder stekker geleverd, en is het slim om een elektricien in te schakelen voor de installatie. Het benodigde vermogen ligt tussen de 3681 en 7360 watt.

Een 3-fase kookplaat vraagt nog meer stroom en werkt op krachtstroom. Ook hier gebruik je een perilex-stekker met vijf pinnen, maar je moet wel eerst controleren of je meterkast daar op is voorbereid. De aansluitwaarde ligt boven de 7360 watt en het is belangrijk dat de aansluiting klopt – anders werkt de kookplaat niet of loop je zelfs risico op overbelasting. Laat dit daarom bij voorkeur aan een vakman over.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Een kookplaat voor 1- en 2-fase

Je kunt ook kiezen voor een kookplaat met powermanagement. Dat is een kookplaat die je op een normaal stopcontact of op een perilex-stopcontact aansluit. Deze kookplaat kun je in de toekomst uitbreiden, als je dat wilt, maar hiervoor hoef je nu nog niet meteen de aanpassingen in de meterkast en aansluiting door te voeren. Als je wel de aanpassingen in de meterkast laat doen, heb je profijt van de kracht van een 2-fase kookplaat.

Hoe weet je welke kookplaat bij je keuken past?

Wat je kunt aansluiten, hangt af van het type stopcontact in je keuken. Heb je een standaard wandcontactdoos met twee gaten? Dan past daar alleen een 1-fase kookplaat op. Die worden meestal geleverd met stekker en snoer, zodat je hem meteen kunt gebruiken.

Zie je een perilex-stopcontact (met vijf gaten)? Dan is je keuken in principe geschikt voor een 2- of 3-fase kookplaat. Alleen weet je dan nog niet of je meterkast daadwerkelijk drie fasen aankan. Dat kun je op twee manieren controleren: met een multimeter of door in je meterkast te kijken.

Zo check je de aansluiting met een multimeter

Heb je een multimeter in huis? Dan kun je precies meten hoeveel fasen je aansluiting ondersteunt. Teken op een papier het patroon van het perilex-stopcontact en noteer per gat wat je meet. Prik met één pin in het middelste gat (de aarde) en meet met de andere pin de overige vier. Krijg je twee keer 230 volt en twee keer 0? Dan heb je een 2-fase aansluiting. Meet je drie keer 230 volt en één keer 0? Dan is het een 3-fase aansluiting. Label de gaten met ‘L’ voor stroom en ‘N’ voor nul, zodat je straks precies weet wat waar hoort.

©Dmitriy

Voordat je een kookplaat aanschaft, check je eerst de nismaat van je aanrechtblad. Meet met een rolmaat eerst de nis op in het aanrechtblad. Doe dit voor de breedte, de diepte en de hoogte. Komen de afmetingen niet overeen met de kookplaat die je graag wilt? Kijk dan of je het aanrechtblad kunt aanpassen.

Geen multimeter? Kijk in de meterkast

Heb je geen meetapparatuur? Dan kun je in de meterkast zien hoeveel fasen er beschikbaar zijn. Bij een 2-fase aansluiting zie je twee gekoppelde groepen met een hendel ertussen. Zie je vier gekoppelde groepen? Dan is er krachtstroom aanwezig en kun je dus ook een 3-fase kookplaat aansluiten – mits het stopcontact daar geschikt voor is.

©auremar

Zelf een kookplaat aansluiten

Ga je zelf aan de slag? Dan is het belangrijk dat je weet wat je doet. Elektriciteit is geen speelgoed, dus bij twijfel: bel een vakman. Heb je een 1-fase kookplaat met powermanagement die je op een normaal stopcontact wilt aansluiten? Dan moet je deze eerst correct instellen.

Leg om te beginnen een stuk piepschuim onder de kookplaat, zodat je hem veilig kunt omdraaien zonder krassen of barsten. Plak daarna de afdichtband rondom het apparaat, bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de glasrand. Begin aan de achterkant, zodat de naad niet in het zicht valt.

Open het aansluitcompartiment onder de kookplaat en controleer het aansluitschema dat daar staat. Gebruik de bijgeleverde bruggetjes om de juiste verbindingen te maken. Sluit het snoer aan: bruin op L, blauw op N en geelgroen op aarde. Zet het snoer vast met trekontlasting en sluit het klepje.

Draai nu de kookplaat weer om en steek de stekker in het stopcontact. Leg de kookplaat op z’n plek in het aanrechtblad. Houd de pauzeknop vijf seconden ingedrukt om het menu te openen. Zoek via de plusknop naar het onderdeel ‘PO’ (power) en stel het vermogen in op 3.7 in plaats van 7.4. Bevestig dit door de pauzeknop nog eens vijf seconden ingedrukt te houden. Je kookplaat is nu geschikt voor een standaard aansluiting.

Houd de stekker op de juiste positie tijdens het meten met de multimeter. Kijk hoe je de stekker in het getekende stopcontact zou steken, zodat je de juiste kleuren van de draden noteert op je tekening.

Een 2-fase kookplaat aansluiten: zo werkt het

Heb je een 2-fase kookplaat? Dan moet je eerst bepalen welke kleur draad bij welk contact hoort. Meet het snoer door met een multimeter, op de piepstand of op de Ohm-stand. Noteer welke draad bij welke stekkerpin hoort en gebruik die info bij het aansluiten.

Open vervolgens het aansluitvak onder de kookplaat en kijk welk aansluitschema je moet gebruiken. L1 en L2 koppel je aan de juiste stroomdraden, 01 en 02 aan de juiste nuldraad. Maak de trekontlasting los, sluit de draden aan zoals je eerder hebt gemeten, en zet alles weer stevig vast.

Steek daarna de stekker in het stopcontact en plaats de kookplaat netjes in het blad. Dankzij de afdichtband blijft alles goed op z'n plek. Zet vervolgens de kookplaat aan en test of alle kookzones werken. Krijg je een foutmelding? Dan is er waarschijnlijk iets misgegaan bij het aansluiten. Geen foutmelding? Dan is je kookplaat klaar voor gebruik.

©S.Engels

Het is gebruikelijk dat de pannen een licht tikkend of zoemend geluid maken tijdens het koken. Dit heeft te maken met het magnetisch veld van de kookplaat. Ruik je een vreemde geur na het installeren van de kookplaat? Dit is ook gebruikelijk en de geur trekt uiteindelijk weg.

▼ Volgende artikel
⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping
© Olga Yastremska, New Africa, Africa Studio
Huis

⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping

Vooral in de zomer is het vaak raak: code geel of code oranje wegens onweer. Weet jij wat je wél en juist níet moet doen als er een onweersbui nadert? Thuis kun je veel risico's beperken, maar juist buitenshuis – en zeker op de camping – is het opletten geblazen. In dit artikel lees je hoe je jezelf en anderen beschermt, of je nu binnen, buiten of aan het kamperen bent.


In het kort:

⚡ Onweer & thuis ⚡ Onweer & buiten ⚡ Onweer en kamperen: 🏕️ Tent 🚐 Caravan

Lees ook: Regen, regen en nog eens regen … zo voorkom je wateroverlast

Thuis tijdens onweer: veilig, maar niet zonder risico's

In huis ben je relatief goed beschermd tegen blikseminslag, zeker als het gebouw voorzien is van een goede bliksemafleider. Toch zijn er een paar voorzorgsmaatregelen die je serieus moet nemen. Gebruik bij onweer liever geen apparaten die verbonden zijn met het stroomnet of met leidingen. Denk aan de wasmachine, een vaste telefoon of een bedrade computer. Bliksem kiest daarbij meestal de makkelijkste route naar de grond, en dat zijn vaak metalen onderdelen in huis zoals koperdraden of waterleidingen.

Trek bij voorkeur de stekkers uit het stopcontact van kwetsbare apparatuur zoals computers, tv's of de router. Een stekkerdoos met overspanningsbeveiliging biedt wel wat bescherming, maar niet bij een directe inslag. Ga liever ook niet douchen of in bad, want waterleidingen kunnen de elektrische spanning van een blikseminslag geleiden.

Ramen kun je gewoon dicht houden, en als je wilt kijken naar het natuurgeweld, doe dat dan vanaf een veilige plek binnenshuis. Zorg dat huisdieren binnen zijn en zet het alarmsysteem even uit als dat storingsgevoelig is bij blikseminslag.

Buiten bij onweer: voorkom dat je zelf bliksemafleider bent

Ben je onderweg of buiten als het begint te donderen, dan is het zaak om snel te handelen.

Onthoud: als je de bliksem ziet en binnen 10 seconden de donder hoort, zit je binnen de gevarenzone. Zoek dan zo snel mogelijk een veilige schuilplek.

De veiligste plek is een gebouw met muren en een dak – bijvoorbeeld een winkel, huis of station. Een auto met metalen carrosserie is ook een prima optie. Die werkt als een kooi van Faraday en geleidt de stroom om je heen in plaats van door je heen.

Vermijd tijdens onweer open velden zoals weilanden of sportterreinen, want daar ben je letterlijk het hoogste punt. Ook hooggelegen plekken zoals duinen of heuveltoppen vormen een risico. Zoek geen beschutting onder een boom die in z'n eentje op een veld staat – dat is juist een bliksemmagneet. Blijf verder uit de buurt van metalen objecten zoals hekken, masten of fietsen, en houd afstand van water – of dat nu een meer, sloot of zwembad is.

Kun je nergens heen? Maak jezelf dan zo klein mogelijk: hurk neer op je voetzolen, houd je voeten tegen elkaar en wikkel je armen om je knieën. Ga niet liggen; zo vergroot je je contactoppervlak met de grond, wat het risico op aardstroom vergroot.

©ID.nl

Kamperen met onweer: extra opletten in tent of caravan

Kamperen geeft een gevoel van vrijheid, maar bij onweer ben je juist extra kwetsbaar. Een tent biedt geen enkele bescherming tegen bliksem, hoe stevig het doek ook is. Het metalen frame vergroot het risico juist, vooral als je op een open veld kampeert of vlak bij een losse boom staat.

Als er onweer op komst is, zoek dan zo snel mogelijk een veilig onderkomen. Een stenen sanitairgebouw, de receptie of je auto bieden veel meer bescherming dan een tent. Zit je in een camper of caravan met een metalen buitenkant? Dan ben je redelijk veilig, mits je ramen en deuren gesloten houdt en geen contact maakt met metalen delen. Stacaravans met een houten of kunststof omhulsel bieden die bescherming niet: het klopt dat ze geen stroom geleiden, maar ze voeren die ook niet af. Daardoor kan een blikseminslag via leidingen of metalen onderdelen binnen alsnog gevaarlijk uitpakken. Tijdens onweer blijf je dus beter uit de buurt van dat soort constructies.

Laat ook je elektronische spullen niet in de tent of aan opladers zitten. Berg ze los op, zonder kabels of contact met de grond.

Staan er bomen op de camping? Zorg dat je tent daar niet direct onder staat. Bij inslag kunnen takken afbreken of kan de bliksem via de wortels naar de grond doorslaan. Ook op campings in de bergen of aan open water is het risico op blikseminslag extra hoog – check bij aankomst wat de aanbevolen schuilplaatsen zijn.

En hoe zit het met de tentstokken?

Metalen tentstokken zijn niet per definitie gevaarlijk, maar ze kunnen wel extra risico opleveren bij onweer. Omdat tenten vrijwel altijd met metalen haringen in de grond staan, is er al snel sprake van een geleidende verbinding met de bodem. Bij een blikseminslag kan de stroom zich dan via het frame en de haringen verspreiden, met risico voor wie zich in de tent bevindt. Daarom blijft het advies: verlaat bij onweer de tent en zoek een écht veilige plek op.

Tot slot: een goede voorbereiding helpt

Kijk altijd naar de weersvoorspelling voordat je op pad gaat. Veel weerapps geven een melding bij onweerskansen, vaak met een tijdsindicatie en locatie. Op de camping is het handig om bij aankomst al te weten waar je naartoe kunt bij slecht weer.

Zorg ook dat je zaklamp, powerbank en radio of noodaccu paraat hebt als je kampeert, voor het geval de stroom uitvalt. En vooral: blijf rustig. Onweer is gevaarlijk, maar met de juiste kennis en voorzorgsmaatregelen voorkom je ongelukken.

🔦 Voor als de stroom uitvalt

Licht in de duisternis!