ID.nl logo
Unraid installeren op nas: voors en tegens
© PXimport
Huis

Unraid installeren op nas: voors en tegens

Behalve voor opslag, wordt een nas vaak ook voor allerlei servertoepassingen gebruikt. Juist op een nas die je zelf bouwt kun je daar gezien je vrije keuze voor hardware optimaal van profiteren. Maar dan heb je ook nog passende software nodig. Unraid is een veelzijdige en gebruiksvriendelijke optie. We leggen uit hoe Unraid installeren werkt en zetten de voors en tegens op een rijtje.

Unraid bestaat al zo’n twintig jaar, toen een ontwikkelaar een eenvoudig opslagsysteem zocht (maar niet kon vinden) voor het bewaren van grote hoeveelheden media. De raid-systemen van die tijd waren te inflexibel, zeker voor thuisgebruikers. Ze vereisten bijvoorbeeld harde schijven van dezelfde grootte, snelheid en zelfs van hetzelfde merk. Systemen zijn tegenwoordig een stuk flexibeler, maar echt veel vrijheid heb je nog steeds niet. Bovendien zijn er meer tekortkomingen.

Gaan er bijvoorbeeld meer schijven defect dan toegelaten, dan verlies je alle gegevens in je array, ook op de niet-defecte schijven. Bovenstaande problemen probeert Unraid op te lossen. Het wordt ontwikkeld door Lime Technology uit Californië. Wellicht is het wat voor je.Maar opgelet: het is vrij alternatief, niet opensource, niet gratis en waarschijnlijk niet voor iedereen. Gelukkig is het ook heel veel wél.

Unraid systeemeisen

Unraid draait op vrijwel elk systeem en vereist geen snelle processor of veel geheugen. Ongeveer 2 GB geheugen kun je zien als het minimum. Dat loopt logischerwijs op als je veel toepassingen of virtuele machines op de server gaat draaien. Dan is 4 tot 8 GB geheugen en een quadcore-processor een beter uitgangspunt voor een thuisserver. Het besturingssysteem draait volledig vanaf een usb-stick (minimaal 1 GB tot maximaal 32 GB).

Voor het maken van die usb-stick is het handige hulpprogramma USB Creator (Windows of macOS) beschikbaar, waarin je ook meteen wat aanvullende opties kunt instellen. De usb-stick wordt alleen voor het opstarten gebruikt, daarna werkt alles vanuit het werkgeheugen. Alleen wijzigingen aan bijvoorbeeld instellingen worden weggeschreven. Hierdoor blijven de lees- en schrijfacties op de usb-stick dus zeer beperkt, wat de levensduur ten goede komt.

We hebben al te vaak problemen gezien met usb-sticks als systeemschijf waar actief naar wordt geschreven. Een prettige bijkomstigheid van deze benadering is dat je geen sata-aansluiting hoeft op te offeren voor een bootschijf. En je kunt dus alle schijven in het systeem voor opslag gebruiken. Maar het inrichten van opslag gaat wel heel anders dan bij alternatieven als FreeNAS en OpenMediaVault.

©PXimport

Over opslag

Zoals gezegd zou je Unraid vooral wat opslag betreft alternatief mogen noemen. Je kunt het nog het beste vergelijken met jbod (Just a Bunch of Disks). Een kenmerk daarvan is dat de totale opslagruimte van de harde schijven beschikbaar is. Maar Unraid voegt daar wat aan toe: je kunt schijven voor parity en cache gebruiken. Parity zorgt voor databescherming als een schijf defect raakt. Hiervoor kun je één of eventueel twee schijven gebruiken. De schijf die je voor parity kiest moet de grootste schijf in je systeem zijn, wat zeker iets is om rekening mee te houden met het oog op toekomstige uitbreidingen.

Vanuit de parity kan een defecte schijf of kapotte sector worden hersteld. Maar als dat ondanks de parity toch niet lukt, ben je uitsluitend de gegevens op die ene schijf kwijt, de rest blijft intact. Dat geldt ook als er twee schijven uitvallen. Dat maakt het een behoorlijk robuust systeem, maar niet zo robuust als bijvoorbeeld FreeNAS met het geavanceerdere zfs-bestandssysteem. Maar ook dat heeft zijn eigen uitdagingen, en hogere systeemeisen. En welk systeem je ook gebruikt, het ontslaat je natuurlijk nooit van de taak om voor belangrijke data een back-up te maken.

Prestaties liggen lager

Unraid is wat opslag betreft dus behoorlijk flexibel. Zolang de grootste schijf voor parity wordt gebruikt, kun je zonder problemen schijven toevoegen, verwijderen of vervangen van verschillende grootte. Wil je extra databescherming of voeg je heel veel schijven toe dan is een extra schijf voor parity geen overbodige luxe. Maar verder kun je eigenlijk zorgeloos je array uitbreiden, veel makkelijker dan bij andere systemen.

De opslagprestaties liggen door de gekozen opzet wel een stuk lager. De snelheid is in feite beperkt tot de snelheid van de bewuste schijf die je benadert en nog verder beperkt door het feit dat er parity berekent moet worden als je gegevens schrijft. Het werkt hierdoor merkbaar langzamer dan gangbare raid-systemen waar je doorgaans profiteert van hogere lees- en/of schrijfsnelheid door de combinatie van schijven. Je kunt ook niet zomaar de netwerkverbinding ‘dichttrekken’ zoals je misschien gewend bent of verwacht.

©PXimport

Ongeveer 40 tot 60 MB per seconde is realistisch via een netwerkverbinding, wat zo’n twee keer sneller moet kunnen. Een klein voordeel is wel dat niet alle harde schijven te hoeven blijven draaien. Alleen de schijf die op dat moment wordt benaderd en de schijf die voor pariteit wordt gebruikt worden aangesproken, de andere schijven kunnen in rust blijven. Daardoor werkt Unraid zuiniger en efficiënter dan concurrenten. Dat kleine voordeel wordt een groot voordeel als je heel veel schijven gebruikt. Een 3,5inch-schijf in bedrijf verbruikt immers al snel zo’n 5 tot 8 watt.

Unraid installeren

Beginnen met Unraid kan bijna niet eenvoudiger. Als je het de eerste keer start en ingelogd in de gebruikersinterface met een browser begin je met het toewijzen van schijven. Hierbij selecteer je eenvoudigweg schijven voor parity (één of twee), cache (optioneel) en opslag. Daarna is het een kwestie van het starten van je array en formateren van de schijven met het gewenste bestandssysteem (bijvoorbeeld xfs of btrfs). Heb je bijvoorbeeld een schijf van 2 TB, twee van 1 TB en een vierde van 500 GB, dan kies je de grootste schijf voor parity en de andere voor data.

Als de prestaties tegenvallen, zou je nog een ssd kunnen toevoegen voor cache. Vervolgens kun je de opslag toewijzen door middel van gedeelde mappen voor gebruikers, waarvoor je gebruikersaccounts maakt. Een share (gedeelde map) vertegenwoordigt één of meerdere schijven in de array. Je kunt zodoende bij het maken van een share selecteren welke schijf of schijven voor die share gebruikt mogen worden. En daarnaast natuurlijk wie er lees- en of schrijftoegang mogen hebben.

Uiteraard komt er nog wel iets meer kijken bij het inrichten van Unraid, maar er is goede documentatie voorhanden (waaronder een wiki), een levendig forum en een nuttige blog die nieuwe gebruikers op weg helpt met de belangrijkste stappen bij een nieuwe installatie.

©PXimport

Waar Unraid duidelijk in uitblinkt is de mogelijkheid om allerlei toepassingen te draaien, via Docker-containers of virtuele machines (kvm). In het geval van Docker worden dat applicaties genoemd. Het is handig om als eerste de zogeheten Community Applications-plug-in te installeren die is gemaakt door ontwikkelaar Squid. Deze plug-in geeft een soort app-store waarin je toepassingen kunt opzoeken en installeren. Hiervoor verschijnt na installatie zelfs een extra tabje in de gebruikersinterface.

Het aanbod aan toepassingen is enorm en bovendien handig gerubriceerd. Home Assistant heb je bijvoorbeeld met een paar keer klikken geïnstalleerd. Ook toepassingen als Plex, Emby, OpenVPN en NextCloud kun je eenvoudig toevoegen. Zoals gebruikelijk voor Docker-containers moet je soms wat extra details opgeven, bijvoorbeeld instellingen voor het netwerk (zoals poorttoewijzingen) of koppelingen tussen mappen in de container en lokale mappen. De gebruikersinterface is daar allemaal prima voor uitgerust, al is enige ervaring met Docker natuurlijk wel handig.

©PXimport

Virtuele machines

Je kunt, na wat voorbereidend werk, ook vrij eenvoudig verschillende virtuele machines maken met bijvoorbeeld Windows of Linux als besturingssysteem. Intern gebruikt Unraid daarvoor het beproefde kvm als virtualisatiesysteem dat al in de Linux-kernel is ingebakken. Je hoeft ook hierbij niet met lastige opdrachtregels te werken. Je kiest via de gebruikersinterface van Unraid eenvoudigweg het gewenste besturingssysteem, vult wat details in zoals het gewenste aantal processorkernen, de hoeveelheid geheugen die je wilt toewijzen en de schijfruimte die moet worden gereserveerd voor opslag.

Heb je de virtuele machine gemaakt en gestart, dan is toegang mogelijk via onder andere remote desktop (vnc). Het toegangswachtwoord daarvoor kun je al bij het maken van de virtuele machine opgeven.

Hardware doorgeven

Handig is dat je bepaalde hardware kunt ‘doorgeven’ aan het besturingssysteem in die virtuele machine, ook wel passthrough genoemd. Zo regel je bijvoorbeeld dat je op de server aangesloten usb-apparaten in de virtuele machine kunt gebruiken. Ook zou je een complete grafische kaart (gpu) van bijvoorbeeld Nvidia kunnen doorgeven aan een virtuele machine met Windows. Sluit een monitor of tv aan op de grafische kaart in de Unraid-machine, en je kunt in de virtuele Windows-machine alle denkbare moderne games spelen. Zo kun je kosteneffectief de server ten volle benutten.

Het heeft hierdoor zelfs een niche gevonden in de gamesmarkt, met bijvoorbeeld servers die (via meerdere videokaarten) met meerdere gebruikers gedeeld worden. De configuratie van een passthrough kan soms wat uitdagingen geven, zeker als je op één systeem, bijvoorbeeld een werk-pc, een opstelling met meerdere monitoren wenst. Voor virtualisatie is overigens ook geschikte hardware nodig – maar dat is zelden een probleem – en de juiste bios-instellingen.

©PXimport

Unraid kopen

Unraid werkt met registratiesleutels die zijn gekoppeld aan de usb-stick die je gebruikt. Hiervoor leest het een unieke identificatiecode op de usb-stick. Er geldt een proefperiode van dertig dagen waarin je alle features van de software kunt uitproberen, zonder beperking wat aantal schijven betreft. Dat is waarschijnlijk lang genoeg om te zien of het goed samenwerkt met jouw hardware en of het aan je wensen voldoet. Wil je het langer gebruiken, dan kun je direct vanuit de gebruikersinterface van Unraid een registratiesleutel aanschaffen. Je betaalt daarvoor een eenmalig bedrag, waarbij ook alle nieuwe versies zijn inbegrepen.

Er zijn drie varianten: Basic voor tot zes aangesloten opslagapparaten (59 dollar), Plus voor tot twaalf opslagapparaten (89 dollar) en Pro voor een onbeperkt aantal opslagapparaten (129 dollar). Je kunt klein beginnen en upgraden naar een hoger plan. Voor wat je ervoor krijgt, is dat een heel schappelijke prijs, maar natuurlijk alleen als de wat alternatieve benadering van Unraid je aanstaat.

Unraid brengt veel flexibiliteit en niet alleen wat opslag betreft. Het blinkt uit in mogelijkheden voor het draaien van toepassingen op je server via Docker of volledige virtuele machines met kvm. Dat maakt het besturingssysteem ideaal voor bijvoorbeeld een mediaserver met ook nog wat opslag. Hecht je vooral waarde aan netwerkopslag, dan zijn er vooral wat prestatie en robuustheid betreft betere opties, maar die zijn vaak ook weer complexer en minder toegespitst op thuisgebruik dan Unraid.

▼ Volgende artikel
Review Philips OneUp – Elektrische dweil maakt sneller schoon
© Wesley Akkerman
Huis

Review Philips OneUp – Elektrische dweil maakt sneller schoon

In hoeverre kun je een simpele dweil eigenlijk nog verbeteren? Die vraag stelden we onszelf hardop – tot we opeens de Philips OneUp in handen kregen: een elektronische dweil die verrassend goed weet mee te draaien in een wereld vol dweilende robots en nat-droogstofzuigers. Wat vinden wij van deze opvallende nieuwkomer?

Uitstekend
Conclusie

De Philips OneUp is wat ons betreft een ideaal apparaat voor wie geen interesse of budget heeft voor een robotstofzuiger of een geavanceerde nat-droogstofzuiger. De vloer wordt mooi schoon, zonder strepen, en het dweilen en drogen kost nauwelijks tijd. Even snel door het huis is daardoor geen gedoe meer. Nadelen zijn er ook: het bijbehorende schoonmaakmiddel is aan de prijzige kant en mist een frisse geur, en de dweilpad droogt traag op als de zon niet meewerkt. Maar verder staat er niets in de weg om dit apparaat warm aan te bevelen.

Plus- en minpunten
  • Dweilen zonder strepen
  • Flexibele kop
  • Afneembare dweilpad
  • Goed voor minimaal 50 vierkante meter
  • Meegeleverd schoonmaakmiddel
  • Geen extra dweilpad
  • Schoonmaakmiddel is duur
  • Schoonmaakmiddel heeft geen lekkere geur

Dankzij robots en andere slimme apparaten wordt het steeds makkelijker om het huishouden uit handen te geven of de vervelende taken te láten uitvoeren. De Dreame H15 Pro en anders wel de X50 Ultra zijn daar goede voorbeelden van. Maar Philips laat met de OneUp zien dat regelmatig dweilen helemaal geen vervelende taak hoeft te zijn. Dit is namelijk een elektrische dweil die je in staat stelt de taak sneller uit te voeren. Hij is er in twee uitvoeringen, namelijk eentje van 109 en eentje van 159 euro. Het enige verschil is de accu: die gaat respectievelijk 50 of 70 minuten mee.

Het systeem bestaat uit verschillende onderdelen die je allemaal aan de steel bevestigt. Om te beginnen zijn dat een schoonwaterreservoir (van 280 ml) en een vuilwaterbak (van 180 ml), die je aan de onderkant van het midden aantreft. In de bak met schoon water klik je daarnaast een speciaal ontwikkelde module met daarin het schoonmaakmiddel. Dat is een door Philips ontwikkeld middel, dat naar verluidt drie maanden moet meegaan. De kantelbare kop kan 360 graden draaien en is voorzien van afneembare dweilpads, die ook los te koop zijn (voor 23 euro).

©Wesley Akkerman

Evenredig nat en schoon

Bij dit soort apparaten is het gewicht en flexibiliteit in de bediening erg belangrijk. De Philips OneUp weegt 1,75 kilo en is dus niet bepaald zwaar, zeker niet in vergelijking met draadloze steelstofzuigers. Wij hebben er in elk geval moeiteloos mee door het huis gelopen. En dankzij die draaibare kop kom je heel makkelijk in verschillende hoeken, onder tafels en stoelen en langs poten en ander meubilair. De knoppen voor de bediening zitten daarnaast helemaal boven op de dikke steel, waardoor die eveneens goed bereikbaar zijn.

In de basis lijkt er dus goed nagedacht te zijn over de werking en praktische inzetbaarheid van de Philips OneUp. Maar hoe maakt-ie schoon? Dankzij een gemotoriseerde aandrijving kan het systeem de dweilpad continu voorzien van een schone stroom water met zeep. Ondertussen zuigt de dweil het vieze water op, waardoor de grond niet lang nat blijft en het droogproces drastisch verkort. Je moet de dweilpad van tevoren nog wel eerst natmaken, dus de eerste vloeraanraking kan wat te vochtig zijn. Maar daarna wordt de harde vloer evenredig nat en schoon.

©Wesley Akkerman

Voordelen ten opzichte van gewoon dweilen

Het gebruik van de Philips OneUp brengt een aantal duidelijke voordelen met zich mee. Vergelijk je het met traditioneel dweilen, dan vallen er meteen een paar dingen op. Je hoeft geen grote emmer water klaar te zetten, laat staan ermee door het huis te slepen. Je verbruikt minder water en schoonmaakmiddel, en je voorkomt dat je halverwege met een vieze dweil over de vloer gaat. Ook het schoon- en droogmaken van de dweilkop is een stuk eenvoudiger – daar heeft Philips slim over nagedacht.

De dweilpad is afneembaar en kun je simpelweg te drogen leggen, bijvoorbeeld in de zon. Is die er even niet, dan duurt het ongeveer twee à drie dagen voordat hij helemaal droog is. Je kunt de pad bovendien in de wasmachine gooien om hem weer fris en schoon te krijgen. Omdat het drogen soms wat tijd kost, is een extra dweilpad geen overbodige luxe – maar die moet je wel los aanschaffen. Het apparaat wordt geleverd met één pad, maar verder zit alles wat je nodig hebt gewoon in de doos. De basis is dus goed op orde.

©Wesley Akkerman

Meegeleverd schoonmaakmiddel

Philips raadt natuurlijk aan om het speciaal voor dit systeem ontwikkelde schoonmaakmiddel te gebruiken. Twee flesjes kosten 20 euro en zijn volgens de fabrikant goed voor evenveel sessies als drie flessen gewone vloerreiniger. Per schoonmaakbeurt druk je één keer op de knop om het schoonwaterreservoir van de juiste hoeveelheid zeep te voorzien, zodat je altijd de optimale verhouding hebt. Toch vragen we ons af of je echt aan die Philips-flesjes vastzit. In de praktijk werkt het systeem ook prima met je eigen schoonmaakmiddel.

Wat wel opvalt aan het meegeleverde reinigingsmiddel, is dat het nauwelijks geur afgeeft. Het ruikt niet vies, maar er zit ook geen fris of aangenaam geurtje aan. Wel zorgt het voor een streeploos resultaat, en dat is natuurlijk waar het uiteindelijk om draait. Heb je echter zelf een goede vloerreiniger die speciaal geschikt is voor jouw type vloer, dan kun je die ook prima gebruiken. Het enige wat je dan even moet uitzoeken, is de juiste verhouding met het schoonwaterreservoir van 280 ml. De elektrische dweil presteert er in elk geval niet minder door als je de (best prijzige) Philips-flesjes links laat liggen.

©Wesley Akkerman

Philips OneUp kopen?

Ook goed om te weten: met de variant die 50 minuten meegaat, kun je ongeveer 50 vierkante meter dweilen. De versie met een accuduur van 70 minuten komt tot 70 vierkante meter. Daarmee is de OneUp een ideaal product voor kleinere huishoudens, zoals een appartement of flat. In ons testhuishouden hield de OneUp het zelfs vol om op een volle accu 56 vierkante meter schoon te maken – ruim boven de beloofde prestatie. Natuurlijk moet je er rekening mee houden dat accu's na verloop van tijd wat capaciteit verliezen, maar daar was in dit geval nog geen sprake van.

De Philips OneUp is wat ons betreft een ideaal apparaat voor wie geen interesse of budget heeft voor een robotstofzuiger of een geavanceerde nat-droogstofzuiger. De vloer wordt mooi schoon, zonder strepen, en het dweilen en drogen kost nauwelijks tijd. Even snel door het huis is daardoor geen gedoe meer. Nadelen zijn er ook: het bijbehorende schoonmaakmiddel is aan de prijzige kant en mist een frisse geur, en de dweilpad droogt traag op als de zon niet meewerkt. Maar verder staat er niets in de weg om dit apparaat warm aan te bevelen.

▼ Volgende artikel
Ontdek de Miele Guard-serie: voor elk huishouden een stofzuiger
© Miele
Huis

Ontdek de Miele Guard-serie: voor elk huishouden een stofzuiger

Maak kennis met de Miele Guard-serie: drie stofzuigers die elk uitblinken in hun eigen klasse. Van de lichtgewicht en wendbare S1 tot de veelzijdige M1 en de luxe L1 met geavanceerde filtersystemen – Miele combineert innovatieve technologie met doordacht design. Ontdek hieronder welke Guard-stofzuiger het best bij jou past!

Partnerbijdrage - in samenwerking met Bemmel & Kroon

Of je nu dagelijks door een druk gezinshuis beweegt of in alle rust een minimalistische studio onderhoudt, een goede stofzuiger maakt het verschil. Met de Guard-serie biedt Miele drie modellen die elk op hun eigen manier uitblinken in comfort, gebruiksgemak en duurzaamheid. De compacte Guard S1, de veelzijdige M1 en de luxe L1 zijn stuk voor stuk uitgerust met doordachte technologie en hoogwaardige materialen. Wat ze met elkaar delen? De kwaliteit en betrouwbaarheid die je van Miele mag verwachten.

Guard S1: verrassend sterk, opvallend compact

De Guard S1 is het instapmodel binnen de serie, maar zeker geen lichtgewicht als het op prestaties aankomt. Met een krachtige 890 watt-motor, vier zuigstanden en een universele zuigmond reinigt hij moeiteloos diverse vloertypen. Dankzij het lichte gewicht en het compacte ontwerp is hij ideaal voor kleinere woningen of mensen die op zoek zijn naar een wendbare stofzuiger. De bediening is intuïtief via twee knoppen en een centrale draaischakelaar, en met zijn grijs gemarkeerde elementen is hij zelfs zonder handleiding volledig logisch in gebruik.

©Miele

De S1 maakt gebruik van de HyClean Pure TU-stofzak en het ComfortFit-systeem zorgt voor een hygiënisch klikmechanisme: geen ontsnappend stof, wel een gerust gevoel. En met standaard accessoires zoals een meubelzuigmond, kierenborstel en reliëfborstel (bevestigd via de VarioClip) heb je alles bij de hand.

Waarom de sledestofzuiger nog altijd onverslaanbaar is

Hoewel draadloze steelstofzuigers tegenwoordig de toon lijken te zetten, bewijst de klassieke sledestofzuiger keer op keer zijn waarde. Niet alleen bieden sledemodellen doorgaans een krachtigere en constantere zuigkracht, ze hebben ook een aanzienlijk grotere stofcapaciteit. Je hoeft dus minder vaak te legen of zakken te vervangen. Bovendien zijn ze stiller, ergonomischer in gebruik en betrouwbaarder op de lange termijn. En waar steelstofzuigers vaak na een paar jaar al kuren vertonen, gaan sledestofzuigers zoals die van Miele gerust twintig jaar mee. Soms is klassiek gewoon beter.

Guard M1: veelzijdige krachtpatser met slimme opbergruimte

Een stapje luxer is de Guard M1, ontworpen voor elk type ondergrond en elk type huishouden. Deze stofzuiger beschikt over een verstelbare zuigkracht met vier vermogensniveaus, die je met de voet bedient – handig als je tussendoor niet wilt bukken. De 4,5 liter-stofzak (HyClean Pure CO) gaat extra lang mee en het ComfortFit-systeem garandeert maximale hygiëne én prestaties, zelfs bij een lagere zuigkracht.

©Miele

Ook het design spreekt aan: fris, modern en met een geïntegreerd accessoirevak waarin je de meegeleverde meubelzuigmond, kierenborstel en reliëfborstel netjes opbergt. De universele draaibare zuigmond is geschikt voor tapijt, hout en tegels, en volgt soepel elke beweging.

Guard L1: comfort, stilte en duurzaamheid in één

De Guard L1 is het topmodel binnen de serie en is ontworpen voor mensen die geen concessies willen doen aan comfort, prestaties of uitstraling. Met een fluisterstil geluidsniveau van slechts 75 dB en een royale actieradius van 12 meter is dit model klaar voor elke schoonmaakklus, hoe groot of klein ook. Het robuuste ontwerp is niet alleen stijlvol, maar ook uitzonderlijk duurzaam: de L1 is getest op een levensduur van maar liefst 20 jaar.

©Miele

Net als de M1 beschikt ook de L1 over de draaibare universele zuigmond, maar onderscheidt zich met slimme details. Zo is de 2-in-1-zuigmond (voor meubels en kieren) geïntegreerd in de achterkant van het toestel en is de reliëfborstel ingebouwd in de ergonomische handgreep. Ook deze L1 werkt met de HyClean Pure TU-stofzak en het ComfortFit-systeem, waardoor hygiëne en gebruiksgemak gegarandeerd zijn.

Voor wie nóg een stap verder wil gaan, is er de Guard L1 Comfort. Deze luxere uitvoering voegt enkele premium extra's toe. Het geïntegreerde LCD-kleurendisplay toont in één oogopslag de reinigingsmodus, de vullingsgraad van de stofzak en de status van het uitblaasfilter. Zo heb je altijd direct inzicht in de prestaties van je stofzuiger. Daarnaast ondersteunt de L1 Comfort Miele@home, waarmee je het apparaat via wifi kunt verbinden met je smarthome-netwerk. Bediening via app, spraak of slimme automatisering? Met Miele is het slechts een kwestie van instellen.

Ga voor meer witgoeddeals naar Bemmel & Kroon!