ID.nl logo
OpenMediaVault op Raspberri Pi 4 getest
© PXimport
Huis

OpenMediaVault op Raspberri Pi 4 getest

Zoek je stabiele en gebruiksvriendelijke software voor je zelfgebouwde nas? OpenMediaVault is al jaren een goede optie. Na de installatie heb je netwerkopslag met enkele eenvoudige stappen geregeld. Binnenkort verschijnt versie 5, hoog tijd om OpenMediaVault op een Raspberri Pi 4 nader te bekijken.

Wie software voor zijn nas zoekt, heeft best wat opties. FreeNAS en Unraid worden vaak genoemd, maar ook OpenMediaVault heeft zijn plek verworven. Hiermee kun je eenvoudig netwerkopslag inrichten, maar ook allerlei extra’s installeren in de vorm van plug-ins en daarnaast gebruikmaken van Docker. Het Linux-besturingssysteem Debian staat aan de basis. Dat wordt geroemd om zijn stabiliteit en datzelfde kan overigens worden gezegd voor OpenMediaVault zelf. We vinden het gebruik van Debian zeker een voordeel ten opzichte van FreeNAS met FreeBSD, gewoonweg omdat we meer ervaring met Debian en het daarvan afgeleide Ubuntu hebben. Dat zal voor veel mensen gelden.

Debian zorgt bovendien voor een brede compatibiliteit met hardware. Die ondersteuning is verder verbeterd omdat versie 5 van OpenMediaVault vertrouwt op Debian Buster. Je hebt geen server nodig zoals bij FreeNAS: OpenMediaVault werkt met de meeste x86-64 of arm-compatibele processors en neemt met 1 GB geheugen genoegen. Hierdoor wordt het vaak op singleboardcomputers gebruikt.

Voor deze review hebben we het op een Raspberry Pi 4 geïnstalleerd met Raspbian Lite als besturingssysteem, dat heel dicht bij Debian staat. De installatie is relatief eenvoudig. De Pi 4 heeft natuurlijk wel een nieuwe norm gezet in zijn segment met een relatief krachtige processor, 1 GB of meer geheugen (wij gebruikten een 4GB-model), twee usb3.0-poorten én gigabit-ethernet met volledige doorvoer. Je kunt er prima een eenvoudige maar toch snelle nas mee maken en nog een handjevol Docker-containers gebruiken.

OpenMediaVault installeren

Om OpenMediaVault 5 te installeren op een Raspberry Pi 4 neem je Raspbian Buster Lite als basis. Je kunt dat besturingssysteem eenvoudig naar een micro-sd-kaart schrijven met het bekende balenaEtcher. Een 8GB-geheugenkaart is voldoende. Een zogenoemde headless setup waarbij je geen monitor, muis en toetsenbord hoeft aan te sluiten heeft vaak onze voorkeur en is ook eenvoudig mogelijk. Hiervoor voeg je na het flashen gewoon een leeg bestandje toe aan je micro-sd-kaart met de naam ssh (zonder extensie). Na het opstarten kun je dan inloggen via een ssh-client.

Je zou overigens ook een bestandje met verbindingsgegevens voor wifi kunnen toevoegen, maar bij deze review gebruiken we alleen de gigabit-ethernetaansluiting voor de beste prestaties en dan is wifi niet nodig. Eventueel kun je het achteraf nog activeren via OpenMediaVault.

Gebruik een goede (bijvoorbeeld de officiële) usb-netspanningsadapter voor de Pi 4. Het is handig meteen al een harde schijf of usb-stick via bij voorkeur usb 3.0 aan te sluiten. Let wel op: alleen de twee blauwe usb-poorten zijn usb 3.0, de zwarte zijn usb 2.0. Na het starten van de Pi 4 en het opsporen van het ip-adres in het netwerk kun je inloggen met een ssh-client, bijvoorbeeld met de PuTTY-software. Via een handig installatiescript kun je vervolgens de software geautomatiseerd installeren.

Als dat is afgerond staat na het herstarten van de Pi de gebruikersinterface van OpenMediaVault voor je klaar op het ip-adres van je Pi. Gedetailleerdere instructies vind je overigens op de OpenMediaVault Github-pagina, waar ook wat tips voor het eerste gebruik staan.

©PXimport

Klaar als het klaar is

OpenMediaVault 5 verkeert op het moment van schrijven nog in bètastadium. Maar omdat het al zo ver gevorderd is, zal het vermoedelijk bij nieuwe installaties wel vaak de voorkeur krijgen boven zijn voorganger. Je zou tegen incompatibiliteit met bepaalde plug-ins kunnen aanlopen, maar dat is nog zelden een probleem. En omdat je zo gemakkelijk zo veel in Docker kunt doen, hoef je veel minder op plug-ins te vertrouwen. Wanneer versie 5 precies officieel wordt is, overigens in lijn met eerdere releases, nog niet bekend. Het is klaar als het klaar is, zo luidt de filosofie van de ontwikkelaar.

Overigens is aan de gebruikersinterface nog weinig veranderd sinds eerdere releases, al hoeft dat ook niet: alles is op een logische plek te vinden. De meeste veranderingen zitten dan ook onder de motorkap. Wat helaas ook nog niet is veranderd, is dat je na aanpassingen van de configuratie steeds een tijdje moet wachten voordat de configuratieaanpassingen zijn doorgevoerd. Je kunt dan geen verdere aanpassingen doen, wat soms frustrerend is. Verder werkt alles overigens wel vlot en stabiel.

De volgende versie (OpenMediaVault 6) zal pas wat meer veranderingen gaan brengen, ook op visueel vlak. De eerste schermafbeeldingen zien er in ieder geval flitsend uit, maar ook nog steeds vertrouwd. Na de installatie en enkele eenvoudige beheertaken, zoals het aanpassen van het wachtwoord voor de webbeheerder (aanbevolen), het goed zetten van datum en tijd (en tijdzone), en het toevoegen van een netwerkinterface kun je direct aan de slag met het inrichten van de netwerkopslag.

Netwerkopslag inrichten

We hebben de opslag bij deze review eenvoudig gehouden en alleen een SanDisk Extreme usb3.0-usb-stick van 64 GB aangesloten, uiteraard via een usb3.0-poort. Je kunt natuurlijk ook één of meerdere harde schijven met usb gebruiken. Er zijn ook externe behuizingen met usb 3.0 die de moeite waard kunnen zijn als je serieuze opslagwensen hebt en legio andere oplossingen.

Onthoud wel dat een raid-opstelling met usb-schijven een beetje een brug te ver is. Het is doorgaans niet betrouwbaar genoeg en daarom ook standaard gedeactiveerd in OpenMediaVault, ook al is het technisch wel mogelijk. Als je zoiets wilt, is een x86-moederbord met wat sata-poorten een logischere keuze.

Voor een wat zwaarder systeem is OpenMediaVault ook uitstekend geschikt. Het inrichten van de opslag gaat via het gelijknamige onderdeel. Begin onder Disks met het onderzoeken van de gevonden schijven. Hier vonden wij de usb-stick die op dat moment nog als fat32 geformatteerd was. We konden de stick gemakkelijk wissen en daarna onder Bestandssystemen voorzien van een nieuw geschikt bestandssysteem (ext4) en daarna in datzelfde onderdeel aan het systeem koppelen, ook wel mounten genoemd in Linux-termen.

©PXimport

Gedeelde mappen

Heb je ruimte gemaakt, dan kun je eigenlijk meteen door naar het volgende onderdeel: Toegang tot rechtenbeheer. Hier kun je gebruikersaccounts toevoegen en gedeelde mappen maken. Je kunt het simpel houden en bijvoorbeeld een publieke map maken waar iedereen bij kan zonder dat lees- en schrijfrechten nodig zijn. Handig om bijvoorbeeld als tijdelijke opslag te gebruiken voor verschillende pc’s in je netwerk. Maar waarschijnlijk wil je ook enkele gebruikersaccounts maken met afgeschermde mappen.

Een nieuwe gebruiker wordt standaard in de groep gebruikers (users) ingedeeld. Bij het maken van een gedeelde map kun je vervolgens aangeven wie er toegang toe hebben. Normaal zul je alleen administrators plus gebruikers lees- en schrijftoegang tot afgeschermde mappen geven. Alle anderen krijgen geen toegang. Je kunt dat eventueel ook nog wat fijner afstellen. Voor toegang vanaf Windows-pc’s moet je verder nog wel eenmalig smb/cifs aanzetten, het bekende netwerkprotocol voor bestandsuitwisseling. Ook in macOS is dat tegenwoordig de standaard.

Voor het aanzetten van smb/cifs ga je naar Diensten. Belangrijk is dat je iedere gedeelde map ook nog als een zogeheten gedeelde bron moet toevoegen binnen smb/cifs, anders verschijnt het alsnog niet bij het browsen door je netwerk. Er zijn diverse opties, waaronder een vinkje om Time Machine-ondersteuning aan te zetten.

©PXimport

Plug-ins, Docker en andere extra’s

De mogelijkheid om OpenMediaVault uit te breiden, is niet alleen op zwaardere hardware interessant, maar ook op een singleboardcomputer en zeker als die zo krachtig is als de Raspberry Pi 4. Als je naar OVM-Extras gaat, kun je een specifieke repository genaamd Extras repo aanzetten. Als je dat doet, zie je onder Extensies een veel uitgebreidere lijst met plug-ins die je kunt installeren. Via dezelfde pagina kun je ook Docker, Portainer en Cockpit installeren. Dankzij Docker kun je met containers werken, de belangrijkste virtualisatietechnologie van het moment en een behoorlijk efficiënte. Je kunt het eventueel via de opdrachtregel gebruiken, al dan niet met Docker Compose, maar ook met de hulp van Portainer als je dat installeert.

We raden Portainer zeker aan. Het is een mooie grafische omgeving voor het beheer van alles wat met Docker te maken heeft, direct via je browser, zodat je geen lastige opdrachten via de opdrachtregel meer hoeft te geven. We zullen daar straks een voorbeeld van geven. Ook Cockpit is overigens een aardige voorziening. Na het inloggen met je Pi-gebruikersaccount kun je hiermee je Linux-besturingssysteem beheren. Je krijgt onder meer een overzicht van processor-, geheugen- en netwerkbelasting, wat handig is voor diagnose.

Ook kun je hiermee logbestanden raadplegen en zien welke Docker-containers actief zijn. Bovendien is een handige terminal ingebouwd als alternatief voor ssh-toegang. Veel systeeminformatie is overigens ook via de gebruikersinterface van OpenMediaVault zelf beschikbaar.

Prestaties

We hebben geen uitgebreide metingen gedaan, maar kunnen over de prestaties van de netwerkopslag eigenlijk niet klagen. Het overdragen van een bestand van 3 GB via het netwerk gaat met hoge snelheid rond 100 MB/s. De netwerkverbinding zelf en niet de achterliggende hardware is de belangrijkste bottleneck. Niet alles is aan bod gekomen. Nog los van alle plug-ins en containers zijn er meer interessante features die je kunt verkennen. Zo kun je onder Diensten bijvoorbeeld ftp, nfs en rsync activeren en configureren.

Voor rsync zien we interessante mogelijkheden. Als je bijvoorbeeld OpenMediaVault als rsync-server instelt zou je een back-up vanaf je Synology-nas met Hyper Backup kunnen maken. Met Docker kun je je aardig uitleven, er zijn erg veel interessante containers te vinden, ook voor de arm-architectuur van de Pi 4. Toch zul je ondanks de kracht van deze singleboardcomputer wel wat selectief moeten zijn. Voor een toepassing als Plex zal niet genoeg rekenkracht zijn als er ook nog getranscodeerd moet worden. Wie veel met Docker gaat werken, kiest liefst een Pi 4 met extra geheugen (bijvoorbeeld 2 of 4 GB).

Conclusie

Zoek je stabiele software om relatief snel netwerkopslag mee in te richten, dan is OpenMediaVault zeker een overweging waard. Het vraagt bovendien weinig van je systeem en werkt daardoor ook goed op minder krachtige apparaten. Het aantal vernieuwingen in versie 5 is bescheiden, maar je bent met Debian Buster wel weer bij de tijd.

Uitstekend
Conclusie

Plus- en minpunten
  • Portainer voor Docker-beheer
  • Geschikt voor eenvoudige hardware
  • Debian 10 als basis
  • Wachttijd bij aanpassingen
  • Geen grote vernieuwingen
▼ Volgende artikel
Groener gras? Maaien en onderhouden doe je zo
© Zaiets Roman
Huis

Groener gras? Maaien en onderhouden doe je zo

Een frisgroen gazon lijkt vanzelfsprekend, maar vraagt juist in het voorjaar en de vroege zomer wat extra aandacht. Eind mei begint het gras echt te groeien, en dat is hét moment om je maairoutine op orde te brengen. Met de juiste aanpak blijft je gazon sterk, dicht en egaal.

In dit artikel lees je:

  • Waarom te kort maaien je gazon juist verzwakt
  • Hoe vaak en op welke hoogte je het beste kunt maaien
  • Wanneer je maaisel kunt laten liggen (en wanneer niet)
  • Hoe en wanneer je het gazon bemest voor stevige groei
  • Waarom slim sproeien beter is dan vaak sproeien
  • Hoe je mos effectief aanpakt door de oorzaak te bestrijden
  • Wat je nodig hebt om kale plekken succesvol te herstellen

Lees ook: Elektrische maaier vs handgrasmaaier: wat zijn de verschillen?

Wil je je gazon in topvorm houden (of krijgen), dan zijn er een aantal dingen die je moet doen of juist moet laten. Met onderstaande tips moet het lukken!

Maai niet te kort

Veel mensen maaien het gras te kort, in de hoop het minder vaak te hoeven doen. Maar dat werkt juist averechts. Door te kort te maaien, raakt het gras gestrest en ontstaan kale plekken, waar onkruid en mos hun kans grijpen. Het advies is om een maaihoogte aan te houden van 3 tot 4 cm. In schaduwrijke stukken mag het gras zelfs wat langer blijven (rond de 5 cm), zodat het voldoende kracht behoudt.

Maai liever wat vaker, zodat je er telkens maar een klein stukje vanaf haalt. Daarmee voorkom je dat het gras verzwakt. In periodes van sterke groei (zoals mei en juni) is één tot twee keer per week maaien ideaal. Een handige vuistregel: verwijder per maaibeurt maximaal een derde van de grasspriet.

Wissel van richting

Altijd in hetzelfde patroon maaien zorgt voor 'vaste banen' in het gras. Het gevolg: platgedrukt gras dat minder goed herstelt. Door af te wisselen in maairichting (bijvoorbeeld de ene keer in de lengte, de volgende keer in de breedte), blijft het gras veerkrachtig en groeit het gelijkmatiger.

Laat het afgemaaide gras liggen (soms)

Bij droog weer en regelmatig maaien kun je het fijne maaisel laten liggen. Dat werkt als natuurlijke bemesting. Deze methode heet mulchmaaien. Gebruik daarvoor bij voorkeur een maaier met mulchstand of speciale mulchplug.

Is het gras lang of nat? Dan is het beter om het maaisel op te vangen en af te voeren. Te veel achtergebleven gras verstikt het gazon en vergroot de kans op schimmel.

©ronstik

Bemest drie keer per jaar

Gras heeft voedingsstoffen nodig om te groeien en zich te herstellen. Eind mei is een uitstekend moment voor de tweede bemestingsronde van het jaar. Gebruik een gazonmeststof die stikstof bevat voor een groeiboost.

Volg dit schema:

  • Maart/april: eerste bemesting om de groei te activeren

  • Mei/juni: tweede bemesting om het gazon te versterken

  • Augustus/september: derde bemesting als voorbereiding op de winter

Strooi bij voorkeur net vóór een regenbui, of geef daarna water, zodat de mest goed wordt opgenomen.

Geef water als het écht nodig is

In mei regent het meestal nog voldoende, maar droge weken komen vaker voor. Geef pas water als het gras begint te verkleuren of slap hangt. Door te vaak te sproeien blijft het gras oppervlakkig wortelen. En dat wil je juist niet, want diepe wortels maken het gras sterker en beter bestand tegen warme, droge periodes.

Geef liever eens per week veel water dan elke dag een beetje. Zo stimuleer je diepe wortelgroei en wordt je gazon beter bestand tegen droogte.

©Jérôme Rommé

Mos aanpakken Mos in je gazon wijst vaak op een onderliggend probleem, zoals te weinig licht, een te zure bodem of slechte afwatering. Alleen het mos verwijderen is dan niet voldoende. Begin met verticuteren: met een verticuteerhark of -machine trek je het mos en dood gras los, zodat het gras meer ruimte en lucht krijgt. Doe dit bij voorkeur op een droge dag, en maai het gazon vooraf kort. Als de bodem aan de zure kant is, kun je daarna kalk strooien. Kalk verhoogt de pH-waarde van de bodem en maakt die minder aantrekkelijk voor mos. Je kunt dit herkennen aan aanhoudende mosgroei of meten met een pH-test. Kalk strooien doe je het best in het vroege voorjaar of direct na het verticuteren. Tot slot is het belangrijk om kale plekken snel bij te zaaien. Graszaad vult open plekken en voorkomt dat mos opnieuw de overhand krijgt. Zorg er ook voor dat het gazon voldoende licht krijgt, bijvoorbeeld door overhangende takken of schaduwrijke begroeiing te snoeien.

Kale plekken herstellen: zo doe je dat

Kale plekken ontstaan vaak na de winter, door intensief gebruik of na een stevige verticuteerbeurt. Om ze goed te herstellen, begin je met het losmaken van de bovenlaag. Gebruik een harkje om de aarde wat los te krabben, zodat het graszaad straks goed contact maakt met de bodem. Kies graszaad dat past bij jouw type gazon (bijvoorbeeld speelgazon of schaduwgazon) en strooi dat gelijkmatig over de kale plek. Druk het vervolgens licht aan, bijvoorbeeld met een plankje of met de achterkant van een hark, zodat het zaad niet wegwaait of wegspoelt.

Houd de ingezaaide plek goed vochtig, vooral in de eerste twee weken. Geef regelmatig kleine beetjes water om uitdroging te voorkomen. Zodra de eerste sprietjes zichtbaar zijn, kun je het sproeien wat afbouwen. Voor een sneller resultaat kun je het graszaad mengen met een dun laagje potgrond of compost. Dat helpt tegen uitdroging én beschermt tegen vogels.

▼ Volgende artikel
Herhalen, herhalen, herhalen: zo zet je jouw PowerPointpresentatie op de autopilot
© monticellllo - stock.adobe.com
Huis

Herhalen, herhalen, herhalen: zo zet je jouw PowerPointpresentatie op de autopilot

Heb je een diavoorstelling samengesteld voor een infoavond, een wachtkamer of een informatiestand dan wil je die uiteraard niet iedere keer handmatig opstarten. Stel de PowerPointpresentatie in op automatisch herhalen.

In drie stappen laten we zien hoe je een powerpointpresentatie in een continue loop kunt afspelen:

  • Stel de weergaveduur van dia’s in
  • Kies de juiste afspeelmodus
  • Gebruik de herhaaloptie

Lees ook: Interactief, creatief en professioneel: haal meer uit je presentaties

Timing

Zo’n oneindige lus in PowerPoint werkt zowel in de Windows-versie als op de Mac. Momenteel heeft PowerPoint op het web geen lus-functie. Voordat je de presentatie instelt op herhalen, moet je eerst de timing goed controleren. Je kunt immers dezelfde tijd voor iedere dia instellen of bepaalde dia’s langer in beeld houden. Open de presentatie en ga naar het tabblad Overgangen. In het onderdeel Timing zorg je dat er geen vinkje staat in het vakje Bij muisklik. Je vinkt het vakje Na aan en je stelt het aantal seconden in dat de dia te zien is. Je kunt ook de pijlknopjes gebruiken om in kleine stapjes de tijdsduur te verhogen of te verlagen. Als je dezelfde timing voor alle dia’s wilt gebruiken, dan selecteer je hier de optie Overal toepassen. Wil je per dia andere tijden instellen, dan moet je de volgende dia selecteren en voer je ook daar in het Na-vakje de specifieke tijden in. Herhaal dit voor de resterende dia’s.

Controleer eerst grondig de timing voor iedere dia.

Type voorstelling

Zodra is ingesteld hoelang de dia’s in beeld blijven, kun je de instelling Herhalen inschakelen. Ga naar het tabblad Diavoorstelling en selecteer Diavoorstelling instellen in het gedeelte Instellen. In het pop-upvenster kies je een type voor de voorstelling. Ben je van plan de voorstelling te presenteren of door één persoon te laten bekijken, dan kies je een van de eerste twee opties. Wil je dat de diavoorstelling automatisch wordt afgespeeld dan kies je de derde optie: Bekeken in kiosk (volledig scherm).

Hoe wil je dat de voorstelling wordt bekeken?

Herhalen

In het onderdeel Afspeelopties vind je de functie die je nodig hebt: Herhalen tot er op Esc wordt gedrukt. Daarna ga je naar het vak Naar volgende dia gaan. Hier duid je aan dat PowerPoint tijdens de herhalingen de tijdinstelling moet aanhouden met de optie: Tijdinstelling gebruiken. Eventueel kun je hier nog andere opties aanpassen, zoals welke dia’s er in een lus moeten draaien. Gebruik de OK-knop om de instellingen op te slaan.

Zorg dat de functie Herhalen actief is, net als de functie Tijdinstelling gebruiken.

Watch on YouTube