ID.nl logo
Pc-aansluitgids - Voor ieder apparaat de juiste kabel
© PXimport
Huis

Pc-aansluitgids - Voor ieder apparaat de juiste kabel

Als je een blik werpt achter de pc, merk je dat de machine een heleboel aansluitingen telt. Ook gameconsoles en smart-tv's hebben tegenwoordig de nodige in- en uitgangen. Op het gebied van bekabeling zijn er meestal meerdere opties, maar wat is nou de beste keuze voor jouw systeem?

Tip 01: Pc aansluiten

Een pc aansluiten is zo gepiept. Deze machine is namelijk het beginpunt om allerlei randapparatuur te verbinden. Een pc heeft zelf alleen voeding nodig om te kunnen functioneren. Voor desktops gebruik je in de meeste gevallen een C13-voedingskabel. Lees ook: Bouw je eigen pc.

Let op dat de kabel lang genoeg is om het stopcontact of de stekkerdoos te bereiken. Wanneer je een stekkerdoos gebruikt, is het trouwens verstandig om een exemplaar met overspanningsbeveiliging te nemen. Bij blikseminslag of kortsluiting is je pc dan beschermd tegen stroompieken. Verder gebruik je voor de aansluiting van de pc (en alle overige apparatuur) het beste een geaard stopcontact, zodat overbodige spanning veilig wordt afgevoerd.

©PXimport

Tip 01 Voor het aansluiten van de pc gebruik je in veruit de meeste gevallen een C13-voedingskabel.

Tip 02: Monitor

Op welke wijze je een monitor (of beamer) kunt aansluiten op de pc, is afhankelijk van welke poorten er beschikbaar zijn op beide apparaten. Je kunt de aansluitingen VGA, DVI, HDMI en/of DisplayPort aantreffen. Als het even kan, laat je VGA het beste links liggen. Dit is een analoge aansluiting met een beperkte resolutie, terwijl moderne monitoren de beelden digitaal verwerken. Mits je de juiste DVI-kabel kiest, lukt het hiermee wel om digitaal beeld in een hoge resolutie op het scherm weer te geven.

Het nadeel is dat er verschillende ondersoorten zijn, waardoor niet iedere DVI-kabel past. Tegenwoordig is het type DVI-D duallink het meest gangbaar. Je herkent deze poort aan drie rijen van acht connectoren plus een smalle connector aan de zijkant. Een nadeel van DVI is dat het niet mogelijk is om geluid door te voeren. Bij een monitor met ingebouwde speakers is dat lastig, al gebruik je hiervoor eventueel de 3,5mm-geluidsingang die doorgaans wel aanwezig is.

DisplayPort en HDMI kunnen wel geluid transporteren, waarbij laatstgenoemde poort momenteel de meest gebruikte methode is om een monitor aan te sluiten. Let op dat er verschillende standaarden van HDMI in omloop zijn. Bekijk de specificaties van je monitor en de videokaart om te bepalen aan welke voorwaarden je kabel moet voldoen. HDMI 1.4(a) is tegenwoordig een veelgebruikte standaard. Kies bij voorkeur een kabel die daarmee overweg kan. Sommige systemen bevatten ook een DisplayPort-aansluiting. Net als HDMI geeft ook deze aansluiting beeld in een hoge resolutie en eventueel geluid door.

©PXimport

Tip 02 Een HDMI-kabel is in staat om beelden in een hoge resolutie aan je monitor door te geven.

Tip 03: Speakers

Net als bij de monitor het geval is, zijn er verschillende mogelijkheden om speakers aan een pc te koppelen. In de meeste gevallen gebruik je hiervoor een analoge audiokabel die bij de pc-speakers is meegeleverd. Aan het ene uiteinde is er een 3,5mm-connector, terwijl het andere uiteinde twee tulppluggen of eveneens een 3,5mm-connector bevat. Bij een meerkanaals-surroundset wordt het geluid eerst doorgestuurd naar de versterker van de subwoofer, die het geluid vervolgens verdeelt over de aangesloten luidsprekers.

Sommige speakers ondersteunen daarnaast ook geluidsoverdracht via een usb-kabel. Welke methode de beste audiokwaliteit levert, is moeilijk te zeggen. Wanneer je audio analoog doorstuurt via een 3,5mm-audiokabel, zet de geluidskaart van de computer het digitale audiospoor van bijvoorbeeld een liedje of film om naar een analoog signaal. Het uiteindelijke geluid dat de speakers weergeven is namelijk altijd analoog.

Gebruik je een digitale usb-poort voor de overdracht van geluid, dan is de digitaal/analoog-converter van de versterker binnen de speaker of subwoofer verantwoordelijk voor de omzetting. Het ligt er maar net aan welke digitaal/analoog-converter deze taak het beste en met de meeste precisie uitvoert. De audioconversie van digitaal naar analoog is namelijk een belangrijke factor in de uiteindelijke geluidskwaliteit. Soms is er wel een usb-poort aanwezig, maar is daarmee geen geluidsoverdracht mogelijk. De speakers gebruiken deze poort in dat geval als stroomvoorziening.

©PXimport

Tip 03 Duurdere speakers hebben vaak een eigen digitaal/analoog-converter, zoals de Bowers & Wilkins MM-1.

Kabellengte

Over de kabellengte voor analoge en digitale kabels bestaan veel misverstanden. In het algemeen geldt altijd: hoe korter, hoe beter. Wel is het zo dat analoge kabels sneller last hebben van merkbaar signaalverlies waarbij de kwaliteit van de kabel een doorslaggevende rol speelt. Zaak is dus om VGA-videokabels, 3,5mm-audiokabels en luidsprekersnoeren zo kort mogelijk te houden.

Veel mensen denken dat de maximale lengte van digitale kabels niet uitmaakt, omdat digitale informatie niet gevoelig zou zijn voor verlies. Ten onrechte, want ook lange digitale kabels hebben meer kans op storing. Dan is het doorgaans wel een kwestie van het werkt wel of het werkt niet. Functioneert een HDMI-kabel bijvoorbeeld niet goed, dan krijg je duidelijk zichtbare verstoringen zoals grote blokken in één kleur. Mogelijk wordt de maximaal haalbare resolutie bij een lange kabel lager.

Bij een passieve DisplayPort-kabel is 4K bijvoorbeeld dan niet meer mogelijk, terwijl een lagere resolutie nog wel werkt. Wie toch een langere HDMI-, DVI-, DisplayPort-, coax- of Toslink-kabel aanschaft, doet er goed aan om een wat duurder exemplaar te kiezen van een goed merk. De kans op fouten is wegens het betere materiaal dan kleiner. Bij kortere kabels tot circa twee meter is dit minder van belang, ook een goedkope HDMI-kabel werkt dan prima.

©PXimport

Duurdere kabels beperken de aanwezigheid van jitter wegens het gebruik van betere materialen.

Tip 04: Externe versterker

Pc-speakers zijn actief, wat wil zeggen dat er altijd een versterker in de luidspreker of subwoofer aanwezig is. Wellicht wil je liever passieve speakers gebruiken, omdat die een betere geluidskwaliteit bieden. In dat geval is het nodig om de pc te verbinden met een externe versterker. Dat is bijvoorbeeld van toepassing wanneer je de computer als HTPC (home-theater-pc) gebruikt, waarbij je geluid van films, series en muziek graag via de speakers in je woonkamer afspeelt.

Voor de overdracht van geluid naar je stereoversterker of receiver zijn er verschillende mogelijkheden. Als de versterker een HDMI-ingang heeft, sluit je de computer via deze kabel aan. Het hifi-apparaat stuurt geluid door naar de aangesloten speakers en het beeld naar de televisie. Controleer vooraf wel of de videokaart van je pc geluid over HDMI ondersteunt, want dat is namelijk niet altijd het geval. Je kunt geluid ook apart doorgeven via een digitale Toslink- of coax-kabel. Op het gebied van muzikaliteit maakt het niet zo veel uit welke aansluiting je kiest, al heeft je keuze wel gevolgen voor de beschikbare surroundformaten (zie kader). Verder is het ook mogelijk om een analoge kabel te gebruiken met aan de ene zijde een 3,5mm-connector en aan de andere zijde twee tulppluggen. Deze kabel gebruik je bijvoorbeeld op een oude versterker zonder digitale inputs.

©PXimport

Tip 04 Controleer welke audio-uitgangen je pc bevat om een externe versterker met speakers aan te sluiten.

Surroundformaten

Als je graag surroundformaten naar een externe receiver wilt doorsturen, is het handig om te weten welke kabel je daarvoor het beste kunt gebruiken. Een Toslink- of coax-kabel heeft voldoende bandbreedte om een meerkanaals DTS- en Dolby Digital-audiospoor naar de versterker door te sturen. Wil je liever met recentere surroundformaten aan de slag, zoals DTS-HD Master Audio of Dolby TrueHD? In dat geval is het noodzakelijk dat je videokaart minimaal een HDMI 1.3-poort bevat. Moderne videokaarten voldoen eigenlijk allemaal aan deze norm. Met een HDMI-kabel bereiken de HD-audio-formaten ongeschonden de receiver.

©PXimport

Iedere moderne videokaart met een HDMI-poort kan tegenwoordig DTS-HD Master Audio en Dolby TrueHD doorsturen, zoals deze MSI N740-2GD5.

Usb-dac

Audiopuristen die het beste geluid uit hun pc willen halen, gebruiken hiervoor een usb-dac. Dit is een klein kastje met een asynchrone usb-ingang. Deze ingang koppel je aan een usb-poort van de computer. De digitaal/analoog-omzetter van de usb-dac zet het digitale geluid afkomstig van de computer om naar een hoogwaardig analoog audiospoor. Via twee analoge uitgangen stuurt het apparaatje dit audiospoor vervolgens door naar het analoge domein van de versterker. Een goede usb-dac heeft als voordeel dat het muziek in studiokwaliteit doorstuurt naar je versterker. Ideaal wanneer je weleens muziek in hoge resolutie downloadt, bijvoorbeeld via een website als www.hdtracks.com.

©PXimport

De meeste usb-dacs bestaan uit een compact hifi-component met een asynchrone usb-poort.

Tip 05: Internet

Uiteraard wil je de pc met internet verbinden. Je regelt dat door een UTP-kabel tussen de computer en router of switch te trekken. Wanneer de pc ver van je router of switch af staat, laat je de verbinding eventueel deels via het lichtnet lopen. Hiervoor heb je een zogeheten powerline-adapter nodig. Via wifi aansluiten kan ook, maar dit is langzamer en je hebt meer kans op storingen.

Indien je regelmatig zware videobestanden streamt over het netwerk, is een gigabit-netwerk geen overbodige luxe. Door de hogere bandbreedte heb je dan minder kans op haperingen. In dat geval is het wel noodzakelijk dat de computers en alle netwerkapparatuur met gigabit overweg kunnen. Controleer in de specificaties of je de waarde 10/100/1000 Mbit/s ziet staan. Voor netwerkkabels zijn er verschillende standaarden in omloop. Voor een gigabit-netwerk heb je UTP-kabels van het type Cat 5e of hoger nodig. Heb je geen idee of de netwerkkaart in jouw pc gigabit ondersteunt? Open met de zoekfunctie van Windows het hulpprogramma Apparaatbeheer. Klik met de rechtermuisknop op de naam van de netwerkadapter en kies voor Eigenschappen. Onder tabblad Geavanceerd selecteer je de optie Speed & Duplex. In het uitrolmenu onder Waarde zie je welke snelheden jouw pc accepteert.

©PXimport

Tip 05 Voor een gigabit-netwerk heb je aan een Cat 5e-kabel voldoende.

Tip 06: Randapparatuur

Moderne pc's en laptops hebben vaak een heleboel usb-poorten aan boord. Dat is niet zonder reden, want via deze aansluiting kun je nogal wat randapparatuur koppelen. Denk aan een printer, usb-stick, externe schijf, digitale (video)camera, smartphone, tablet, navigatieapparaat, webcam, toetsenbord en muis. Meestal is er bij het betreffende product al een usb-kabel meegeleverd, zodat je daarvoor zelf niet hoeft te zorgen. Veel toetsenbord- en muiscombinaties hebben tegenwoordig een draadloze usb-ontvanger, zodat je geen last hebt van overtollige snoeren.

Voor dataoverdracht is het belangrijk om te weten dat er meerdere versies van usb bestaan. Een usb3.0-poort zet veel sneller grote hoeveelheden data over vergeleken met een usb2.0-poort. Handig wanneer je bijvoorbeeld enkele blu-ray-rips naar een externe harde schijf wilt overpompen. Je herkent een usb3.0-poort doorgaans aan een blauwe connector, waarbij je in de meeste gevallen een kabel in diezelfde kleur gebruikt. Deze kleur is niet verplicht, dus een usb3.0-poort kan ook een andere kleur gebruiken. Houd er rekening mee dat de maximale kabellengte voor usb slechts vijf meter bedraagt. Handig om te weten is dat veel printerfabrikanten geen geschikte kabel meeleveren. Je hebt hiervoor een kabel nodig met aan de ene zijde een platte usb-a-connector en aan de andere zijde een usb-b-connector.

©PXimport

Tip 06 Een usb3.0-kabel herken je meestal aan de blauwe kleur.

Tip 07: Kabelaccessoires

Soms kom je niet helemaal uit met je kabel. Geen probleem, want voor ieder type kabel zijn er verlengsnoeren verkrijgbaar. Verder komen de aansluitingen op je pc-apparatuur wellicht niet overeen. Misschien heeft je pc een HDMI-uitgang, terwijl er op de monitor alleen een DVI-poort beschikbaar is. Er zijn hiervoor speciale adapters en combinatiesnoeren verkrijgbaar waarmee je dit probleem oplost. De meeste combinaties zijn mogelijk, zoals VGA naar HDMI en DisplayPort naar HDMI. Kom je usb- of HDMI-poorten tekort, dan zijn er zogeheten hubs verkrijgbaar waarmee je het aantal aansluitingen eenvoudig uitbreidt.

Tip 08: Kabels wegwerken

Kabels zijn een noodzakelijk kwaad die je het liefst zo goed mogelijk wegwerkt. Kabelbinders, gootjes en speciale dozen voor kabelmanagement liggen natuurlijk voor de hand. Je kunt er ook voor kiezen om dunne snoeren te gebruiken. Zo zijn er bijvoorbeeld platte UTP-kabels met een dikte van slechts 1,5 millimeter verkrijgbaar die je probleemloos achter de meeste plinten wegstopt. Je legt deze kabels eventueel zelfs onder het tapijt of een laminaatvloer wanneer je grote afstanden wilt overbruggen. Wees overigens niet bang dat je wegens de dunne constructie signaal verliest, want platte kabels werken even goed als reguliere UTP-kabels.

Van HDMI-kabels zijn er ook ultradunne exemplaren beschikbaar, al is het wel de vraag of die vanwege het dunne materiaal niet storingsgevoeliger zijn. Is er achter je pc, smart-tv of receiver te weinig ruimte beschikbaar? Alle kabeltypen zijn ook verkrijgbaar met een haakse connector waardoor ze minder ver uitsteken. Ideaal als de apparatuur zich dicht tegen een muur of achterwand van een meubel bevindt.

Kabel-ABC

Welke kabel heb je in je handen? We zetten tien veelgebruikte aansluitingen die je momenteel op computers en gerelateerde randapparatuur tegen kunt komen op een rij.

DisplayPort

Digitale aansluiting voor overdracht van video en audio in een hoge resolutie.

Versies: DisplayPort 1.0, 1.1, 1.2, 1.3, 1.4

Te vinden op: computer, monitor, smart-tv

Ondersoorten: mini-DisplayPort, micro-DisplayPort

DVI-D

Digitale aansluiting voor overdracht van video in een hoge resolutie.

Versies: singlelink, duallink

Te vinden op: computer, monitor

©PXimport

eSATA

Digitale aansluiting met een hoge doorvoersnelheid voor het koppelen van interne SATA-schijven. Vaak in combinatie met een usb-poort.

Te vinden op: computer, sommige mediaspelers

©PXimport

Firewire

Alternatief voor usb om data tussen een computer en randapparatuur te transporteren.

Versies: firewire 400, 800

Te vinden op: computer

HDMI

Digitale aansluiting voor overdracht van video en audio in een hoge resolutie.

Versies: HDMI 1.0, 1.1, 1.2, 1.3(a), 1.4(a), 2.0

Te vinden op: computer, gameconsole, mediaspeler, smart-tv, receiver, monitor

Ondersoorten: mini-HDMI, micro-HDMI (digitale videocamera, tablet)

Lightning

Digitale aansluiting voor Apple-apparaten

Te vinden op: iPhone, iPad

©PXimport

S/PDIF

Digitale aansluiting voor overdracht van audio.

Versies: Toslink (optisch), coaxiaal

Te vinden op: computer, gameconsole, mediaspeler, smart-tv, receiver

Usb

Belangrijkste aansluiting voor communicatie en data-overdracht tussen computers en randapparatuur.

Versies: usb 1.0, 1.1, 2.0, 3.0, 3.1

Te vinden op: computer, gameconsole, mediaspeler, smart-tv, receiver, NAS

Ondersoorten: mini-usb, micro-usb (tablets en smartphones)

UTP

Netwerkkabel om computer- en hifi-apparaten met elkaar en het internet te verbinden.

Versies: Cat 5e, 6, 6a, 7

Te vinden op: computer, mediaspeler, smart-tv, gameconsole, NAS, receiver

©PXimport

VGA

Analoge aansluiting voor overdracht van video in een lage resolutie.

Te vinden op: computer, monitor

▼ Volgende artikel
Luchtbevochtiger, luchtontvochtiger of luchtreiniger: wat helpt het best bij hooikoorts?
© wayhome.studio
Energie

Luchtbevochtiger, luchtontvochtiger of luchtreiniger: wat helpt het best bij hooikoorts?

Onophoudelijke niesbuien, branderige ogen en een niet te tackelen vermoeidheid: voor hooikoortspatiënten is de lente lang niet altijd een pretje. Gelukkig zijn er apparaten die je klachten kunnen verlichten. Wij vertellen je wat het beste werkt: een luchtbevochtiger, luchtontvochtiger of luchtreiniger.

In het kort: Een luchtbevochtiger voegt vocht toe aan een ruimte. Dat is nuttig bij hooikoorts, zou je denken, want door vocht komen pollen naar beneden. Maar een luchtontvochtiger voorkomt schimmel en huisstofmijt in huis, wat ook nuttig kan zijn bij allergische klachten. En dan is er nog de luchtreiniger, die onzuiverheden uit de lucht haalt. Dus: welk van de drie apparaten moet je nu in huis halen? In dit artikel leggen we dat allemaal uit.

Lees ook: Hatsjoe! 💦 Last van hooikoorts? Deze apparaten kunnen je klachten verminderen

Hooikoorts is een allergische reactie op pollen, oftewel stuifmeel van grassen, planten of bomen. Wanneer de temperaturen beginnen te stijgen en de natuur na een koude winter tot bloei komt, verspreiden deze pollen zich via wind in een rap tempo door de lucht. Wie dan op een zonnige dag de deuren en ramen open zet, kan rekenen op een ontelbare hoeveelheid ronddwarrelende pollen in huis. Dat zorgt niet alleen overdag voor vervelende hooikoortsklachten binnenshuis, maar ook je nachtrust kan er flink onder lijden.

Om allergische klachten in huis te verlichten, kun je een aantal dingen doen. Horren plaatsen voor deuren en ramen bijvoorbeeld: die houden een deel van de pollen tegen, maar helaas niet alle. Ook met regelmatig stofzuigen haal je een deel van de pollen weg, al geldt dat alleen voor de pollen die al op de grond liggen. Om pollen uit de lucht te verwijderen, kun je een luchtreiniger overwegen. Dit apparaat trekt stof en pollen uit de lucht en blaast vervolgens schone lucht de ruimte in. Ook een luchtbevochtiger of luchtontvochtiger kan helpen bij hooikoortsklachten, afhankelijk van de luchtvochtigheid in je woning en jouw specifieke allergieën.

Luchtbevochtiger

Te droge lucht in huis is absoluut niet fijn bij hooikoorts. Droge lucht veroorzaakt irritatie aan de slijmvliezen, waardoor deze minder goed in staat zijn om stofdeeltjes en allergenen te weren. Bestaande hooikoortsklachten, zoals droge ogen, een kriebelkeel en benauwdheid, kunnen daardoor erger aanvoelen. Bovendien kunnen pollen in een droge ruimte makkelijker blijven rondzweven dan in een goed bevochtigde ruimte. Ga maar na: hoe minder regen er valt, hoe heviger je hooikoortsklachten (waarschijnlijk) zijn. Dat komt omdat pollen er zonder regen langer over doen om naar beneden te komen en je ze dus makkelijker blijft inademen.

©HN Works

Het voordeel van een luchtbevochtiger lijkt dus tweeledig: het vermindert klachten door geïrriteerde slijmvliezen én het voorkomt dat pollen in huis blijven circuleren. Toch zijn luchtbevochtigers meestal niet de eerste keuze als het om hooikoorts gaat. Hun vermogen om pollen daadwerkelijk uit de lucht te halen lijkt beperkt, en bovendien zijn huizen in de lente en zomer – wanneer hooikoortsklachten het ergst zijn – vaak eerder te vochtig dan te droog. Plaats je een luchtbevochtiger in een al vochtig huis, dan kunnen allergische klachten door een toename van schimmels juist verergeren. Een luchtbevochtiger heeft alleen zin bij hooikoortsklachten als de luchtvochtigheid in je woning lager is dan 40 procent. Met een hygrometer kun je dit eenvoudig meten. 

Luchtontvochtiger

Omdat warme lucht vocht vasthoudt, hebben veel huizen in de lente en zomer last van een te hoge luchtvochtigheid. Huisstofmijt en schimmels zijn dol op vochtige omgevingen, wat bijvoorbeeld verklaart waarom je in de zomer doorgaans meer schimmelplekken in huis opmerkt. Voor hooikoortspatiënten is dat helaas (extra) slecht nieuws. Vaak reageert hun overgevoelige immuunsysteem niet alleen op pollen, maar ook op schimmelsporen, mijten en dierenharen. Die combinatie van allergenen zorgt dan voor een extra belasting van het immuunsysteem, waardoor hooikoortsklachten kunnen verergeren. 

Een luchtontvochtiger onttrekt vocht uit de lucht en lijkt dus een goede keuze als je met hooikoorts én een te vochtige woning kampt. Toch kent ook dit apparaat zijn beperkingen als het om hooikoorts gaat. Zo filtert een luchtontvochtiger geen pollen uit de lucht zoals een luchtreiniger dat doet. Daarnaast werkt een luchtontvochtiger alleen als de luchtvochtigheid in huis daadwerkelijk te hoog is, oftewel meer dan 60 procent. Is dat niet het geval, dan loop je het risico dat de lucht in huis juist te droog wordt, waardoor klachten als benauwdheid en een droge keel alleen maar verergeren.

©Sue Tansirimas

Luchtreiniger

Er is één apparaat waar vrijwel iedere hooikoortspatiënt baat bij heeft: de luchtreiniger. Luchtreinigers zijn speciaal ontwikkeld om stof, pollen en andere allergenen uit de lucht te halen. Dat doen ze door verontreinigde lucht aan te zuigen, deze te filteren en vervolgens weer schone lucht uit te blazen. Er zijn verschillende soorten luchtreinigers met elk hun eigen werking, dus als hooikoortspatiënt is het goed om extra aandacht te besteden aan wat voor type luchtreiniger je in huis haalt.

Kies in elk geval een luchtreiniger met HEPA-filter. Dit type filter haalt zelfs de kleinste stofdeeltjes en pollen uit de lucht én voorkomt dat deze opnieuw de lucht in worden geblazen. Ook nuttig bij hooikoortsklachten is een luchtreiniger met ionisator: die voegt negatief geladen deeltjes toe aan de lucht, waardoor pollen onschadelijk worden gemaakt en naar beneden vallen. Met een ionisator is de kans heel klein dat er toch nog pollen in de lucht blijven zweven.

Of kies beide

Soms is een combinatie van apparaten het beste om je hooikoortsklachten aan te pakken. Is de lucht in jouw woning te droog? Zet dan een luchtreiniger én luchtbevochtiger neer. Bij een te hoge vochtigheid kies je voor een luchtreiniger en luchtontvochtiger. Zo pak je het probleem aan twee kanten aan en zul je waarschijnlijk de meeste verlichting merken.

▼ Volgende artikel
Sapcentrifuge versus slowjuicer: welke moet je kiezen?
© africaimages.com (Olga Yastremska, Africa Images)
Huis

Sapcentrifuge versus slowjuicer: welke moet je kiezen?

Als je gezonde verse sapjes wilt maken, heb je een sapcentrifuge of slowjuicer nodig. Hoewel deze apparaten op het eerste gezicht erg op elkaar lijken, zijn ze zeker niet hetzelfde. Weet je niet welk van de twee je moet kiezen? Wij helpen je op weg! 

In het kort: twijfel je tussen een sapcentrifuge en een slowjuicer? Beide apparaten maken gezonde sapjes, maar werken heel anders. Daardoor is het sap uit het ene apparaat gezonder dan het sap uit het andere. Ook het soort ingrediënten dat je in sapcentrifuges en slowjuicers kunt verwerken, verschilt. In dit artikel leggen we het allemaal uit.

Lees ook: 7 fruitsoorten die je het beste kunt eten als je wilt afvallen

Voor de duidelijkheid: er is een verschil tussen sapjes en smoothies. Smoothies maak je met een blender en bestaan meestal uit gepureerd fruit met een vloeistof, zoals water, melk of yoghurt. Omdat in een blender hele stukken fruit of groenten worden verwerkt, is de structuur van een smoothie wat dikker. Een sapje is daarentegen vloeibaar en vaak helder. Je maakt het met een sapcentrifuge of slowjuicer. Het verschil tussen die twee? Een sapcentrifuge creëert helder sap met weinig vezels, een slowjuicer maakt geconcentreerd sap waarin de vezels behouden blijven. Daardoor is het sap uit een slowjuicer iets gezonder, maar een slowjuicer is ook duurder. Daarnaast vindt niet iedereen het sap uit een slowjuicer vanwege de vezelige structuur even lekker. 

Benieuwd naar de grootste verschillen tussen sapcentrifuges en slowjuicers? Dit zijn ze! 

Werking

Sapcentrifuges en slowjuicers persen beide op een andere manier. In een sapcentrifuge zit een rasp die snel ronddraait. Gooi je een stuk fruit in de vulopening, dan begint de rasp te draaien en wordt het sap uit het fruit geperst. De natte pulp die daarbij overblijft, wordt van het sap gescheiden. Het resultaat is een helder gekleurd sapje waar je bijna doorheen kunt kijken. Een sapcentrifuge werkt heel snel; binnen enkele seconden tot een minuut staat er een heerlijk vitaminebommetje voor je klaar. En dankzij de brede vulopening hoef je je fruit en groenten niet eerst te snijden – ook wel zo makkelijk. 

©279photo

Een slowjuicer is, zoals de naam al zegt, een stuk minder snel. In dit apparaat worden ingrediënten heel langzaam gekneusd met een vijzel. Op die manier komt er tijdens het persen minder warmte en oxidatie vrij, waardoor vitaminen, vezels en antioxidanten zo goed mogelijk behouden blijven. Daardoor blijft er ook iets meer pulp in het sap van een slowjuicer achter dan in het sap van een sapcentrifuge. Een slowjuicer vergt door zijn kleine vulopening daarnaast iets meer voorbereidend werk; je moet je groenten en fruit eerst in grove stukken snijden voordat je ze in het apparaat stopt. Maar daar krijg je dus wel wat voor terug: een sapje bomvol vitaminen en vezels. 

Soorten groenten en fruit 

Een ander voordeel aan slowjuicers is dat je er heel veel kanten mee op kunt. De vijzel in een slowjuicer werkt namelijk zo krachtig en zorgvuldig dat hij zelfs uit de meest vochtarme groenten en fruit sap weet te persen. Je kunt met een (goede) slowjuicer dus ook sap maken uit bladgroenten en bananen. Als je wilt, kun je er zelfs notenpasta mee maken. Een sapcentrifuge krijgt door zijn snelle en lichtere werking alleen sap uit groenten en fruit met een hoog vochtgehalte, zoals appels, sinaasappelen en bleekselderij. 

Gezondheid

Zoals gezegd is het sap uit een slowjuicer iets gezonder dan het sap uit een sapcentrifuge. Dat komt omdat in het sap uit een slowjuicer naast de vitaminen ook de vezels beter behouden blijven. Vezels zijn goed voor de spijsvertering en zorgen voor een langzamere opname van de natuurlijke suikers in fruit, waardoor de bloedsuikerspiegel stabiel blijft. Maar dat betekent niet dat het sap uit een sapcentrifuge helemaal niet gezond is. Je profiteert immers nog steeds van de vele vitaminen en antioxidanten. En zolang je niet te veel fruit ten opzichte van groente in je sapje verwerkt, zal het met die schommelende bloedsuikerspiegel wel meevallen. Een goede verhouding is 70 procent groenten, 30 procent fruit. 

©Maridav

Prijs 

Aan de krachtige pers van een slowjuicer en de supergezonde sapjes die daaruit komen, hangt wel een flink prijskaartje. Voor een goede slowjuicer leg je namelijk al snel zo'n 200 tot 400 euro neer. Er zijn ook slowjuicers van slechts een paar tientjes, maar het risico van deze goedkopere modellen is dat ze vaak minder efficiënt persen en sneller stukgaan. Een goede sapcentrifuge heb je daarentegen al voor nog geen 100 euro of iets meer dan dat. Maar laat het prijskaartje nooit leidend zijn: uiteindelijk gaat het erom wat je wilt met het apparaat. Het zou zonde zijn als een sapcentrifuge voor jou uiteindelijk toch te beperkt blijkt en je alsnóg een dure slowjuicer moet aanschaffen. 

Dus: wat kies je? 

Een sapcentrifuge is fijn als je van helder sap houdt, je alleen fruit en groenten met een hoog vochtgehalte gaat persen en je niet te veel geld wilt uitgeven. Een slowjuicer kies je als je extra gezonde, vezelrijke sapjes wilt en je ook van plan bent bladgroenten, vochtarm fruit en eventueel noten te gaan persen. Kies je voor een sapcentrifuge, maar wil je toch af en toe vochtarme ingrediënten in je sapjes verwerken? Maak dan eerst sap met je sapcentrifuge en doe dit vervolgens samen met de vochtarme ingrediënten in een blender. Heeft een slowjuicer jouw voorkeur, maar houd je niet zo van vezelige sapjes? Zeef je sapje na het juicen nog eens door een fijne zeef of theedoek. Zo heb je alsnog een helder sapje zonder pulp.