Kabels zijn lelijk en zitten eigenlijk altijd in de weg. Met de juist trucs dring je de kabelspaghetti sterk terug en heb je voor je het weet een kabelvrij huis. Zorg bijvoorbeeld voor een betere dekking van het wifi-netwerk en stream draadloos muziek naar speakers. Doe je mee?

Tip 01: Netwerkkabels?

Het gebruik van netwerkkabels zorgt in ieder huis voor een dilemma. Een bekabelde verbinding resulteert weliswaar in een betrouwbaar en stabiel internetsignaal, maar het trekken van meterslange kabels naar alle kamers is nogal onpraktisch. Zo ontkom je vaak niet aan vloerplinten met een geïntegreerde kabelgoot en gaten in de muur. Gelukkig hoeft dat tegenwoordig helemaal niet. Wie zorgt dat de wifi-dekking in het volledige pand optimaal is, kan overal naar hartenlust televisiekijken, Netflix-films streamen, naar Spotify luisteren en uiteraard internetten. Bijna iedere gameconsole, laptop, mediaspeler, smart-tv, smartphone en tablet heeft een wifi-adapter aan boord, dus ook in dat opzicht zijn er geen belemmeringen. Als die stugge netwerkkabels moeilijk te leggen zijn, investeer dan liever in een betere wifi-dekking. In de volgende tips leggen we uit hoe je dat eenvoudig realiseert.

Tip 02: Frequentieband

Voordat je een powerline-adapter, accesspoint of mesh-wifi-systeem aanschaft, loont het de moeite om eerst eens naar de instellingen van je huidige router te kijken. Wie weet kun je de radio-instellingen optimaliseren, waarna er een stabieler wifi-signaal merkbaar is. Op die manier voorkom je het gebruik van extra kabels, zonder dat het je geld kost aan extra netwerkapparatuur. Moderne routers zenden de radiogolven van een draadloze netwerkverbinding gelijktijdig op twee frequentiebanden uit, namelijk 2,4 en 5 GHz. Oudere routers ondersteunen de 2,4GHz- óf 5GHz-band, dus één frequentie tegelijkertijd. Beide opties hebben specifieke voor- en nadelen. Zo heeft de 2,4GHz-band een groter bereik, terwijl 5 GHz doorgaans zorgt voor een hogere overdrachtssnelheid. In dichtbevolkte gebieden is de 2,4Ghz-band bovendien vaak overbelast.

Er bestaat nog een derde frequentieband op 60 GHz, maar daarvoor zijn nog amper routers beschikbaar. Deze band is in theorie heel snel, maar heeft ook een extreem kort bereik.

Valt de wifi-verbinding in huis tegen? Probeer eens een andere frequentieband uit! Open een browser en typ het ip-adres van je router. Vaak is dat 192.168.1.1, al kennen bepaalde fabrikanten ook een ander ip-adres aan het netwerkapparaat toe. Bevestig met Enter en voer de juiste inloggegevens in. Bij de radio-instellingen (wireless) kies je de gewenste frequentieband. Houd er wel rekening mee dat sommige ‘oudere’ draadloze apparatuur geen 5GHz-verbinding ondersteunt.

©PXimport

Tip 03: Kanaal wijzigen

Je router zendt het wifi-signaal via een bepaald kanaal uit. In het geval van 2,4 GHz heb je bijvoorbeeld keuze tussen de kanaalnummers 1 tot en met 13. De kunst is om een rustig kanaal te selecteren waarop naburige netwerken niet uitzenden. Op die manier verklein je de kans op storingen. Veel routers kiezen op eigen houtje een geschikt kanaal, maar dat is helaas niet bij alle modellen het geval. Open de radio-instellingen van je router (zie vorige tip) en bekijk welk kanaal het wifi-signaal gebruikt. Je wijzigt eventueel handmatig het kanaalnummer.

Ben je benieuwd op welke kanalen naburige netwerken uitzenden? Via de draadloze netwerkadapter van een laptop haal je eenvoudig de gegevens op van nabijgelegen wifi-netwerken. Onder Windows gebruik je hiervoor bijvoorbeeld het programma Vistumbler. Klik binnen de gebruikersomgeving op Scan APs om de wifi-gegevens op te vragen. In de kolom Channel staat het kanaalnummer vermeld. Verder zie je hoe krachtig ieder signaal is. Gebruik deze informatie om een geschikt kanaalnummer te selecteren.

Android-gebruikers kunnen als alternatief ook de app Wifi Analyzer gebruiken. Het voordeel is dat je met een smartphone of tablet eenvoudig op meerdere plekken in huis wifi-gegevens opvraagt.

©PXimport

Positie router

©PXimport

Tip 04: Powerline-netwerk

Waarom netwerkkabels aanleggen, terwijl er in de volledige woning al een uitgebreid elektriciteitsnet beschikbaar is? Met een powerline-setje (ook wel homeplug genoemd) transporteer je het internetsignaal via het stroomnet door je huis. Op die manier leg je binnenshuis behoorlijke afstanden af zonder dat er meterslange netwerkkabels nodig zijn. Je hebt minimaal twee powerline-adapters nodig. Eén exemplaar steek je in het stopcontact dichtbij de router of switch, waarna je de adapter met een korte netwerkkabel aan dit netwerkapparaat koppelt. Vervolgens doe je de andere adapter in het stopcontact vlakbij het apparaat dat je wilt voorzien van een bekabelde netwerkverbinding, bijvoorbeeld een pc of mediaspeler op de zolderkamer. Een korte netwerkkabel vanaf de powerline-adapter naar het bewuste apparaat volstaat. Via een verbind-knopje vinden de beide powerline-adapters elkaar via het stroomnet en kunnen ze met elkaar communiceren. Je breidt het powerline-netwerk eventueel uit door losse adapters aan te schaffen. Onder meer bekende merken als Devolo en TP-Link produceren verschillende powerline-adapters. Een set met twee adapters is vanaf zo’n veertig euro verkrijgbaar.

©PXimport

Tip 05: Netwerkpoorten

Veel powerline-adapters hebben slechts één netwerkaansluiting om een apparaat te verbinden. Gebruik je meer netwerkapparaten, dan los je dit euvel eenvoudig op met een switch. Als alternatief kun je ook een powerline-adapter met twee, drie of vier netwerkpoorten overwegen, zodat je wellicht geen switch hoeft te gebruiken. Dat scheelt weer een extra apparaatje. Voor zover wij weten bestaan er geen reguliere powerline-adapters met meer dan vier netwerkpoorten.

Tip 06: Intern stopcontact

Een powerline-adapter prik je altijd rechtstreeks in een stopcontact. Gebruik liever geen stekkerdoos, want dat werkt niet altijd even goed. Helaas hebben met name de wat oudere huizen relatief weinig stroompunten. Vind je het vervelend om een stopcontact voor het powerline-netwerk op te offeren? Geen zorgen, want gelukkig bestaan er ook powerline-adapters met een geïntegreerd stopcontact. Hiermee voorzie je een willekeurig ander apparaat van voeding. Houd er rekening mee dat de meeste powerline-adapters een forse behuizing hebben. Bij bevestiging op een dubbelstopcontact bestaat de kans dat de behuizing het vrije stopcontact overlapt.

©PXimport

Tip 07: Powerline met wifi

Lukt het niet om overal in huis een goede wifi-dekking te realiseren? Het gebruik van een accesspoint ligt voor de hand. Als aanvulling op de bestaande router straalt dit apparaat eveneens een draadloos signaal uit, bijvoorbeeld op de slaap- of zolderkamer. Het nadeel van een regulier accesspoint is dat je dit apparaat via een netwerkkabel met een switch of router moet verbinden, waardoor je alsnog te maken hebt met onhandige snoertjes. Als alternatief bestaan er ook powerline-adapters met een geïntegreerd accesspoint. Het internetsignaal bereikt via het stroomnet deze adapter, waarna de homeplug een extra draadloos netwerk creëert. Op een laptop, smartphone, tablet of ander draadloos toestel zoek je dit extra wifi-netwerk op, waarna je de juiste inloggegevens invult. Verstandig is om het standaardwachtwoord van de powerline-adapter te wijzigen. Kijk overigens goed naar de specificaties van de wifi-verbinding. Het beste kies je voor een product dat gelijktijdig een 2,4GHz- én een 5GHz-signaal uitzendt.

©PXimport

Snelheid powerline-netwerk

©PXimport

Tip 08: Multiroom-wifi

Heb je op meerdere plekken in huis matige of zelfs helemaal geen wifi-dekking? Een mesh-systeem (ook wel multiroom-wifi-systeem genoemd) lost in één klap het zwakke signaal op. Zo’n systeem bevat een basisstation en één of meerdere zogeheten nodes. Het basisstation en de gekoppelde nodes zijn verantwoordelijk voor een uitgebreid draadloos netwerk, waarbij alleen het basisstation bedraad is aangesloten op het modem. Dat is een groot verschil vergeleken met de werking van een reguliere router gecombineerd met een accesspoint. Ieder accesspoint genereert namelijk een extra wifi-netwerk, zodat mobiele apparaten het krachtigste signaal in huis kunnen oppikken. Helaas gaat het switchen tussen verschillende draadloze netwerken in de praktijk niet altijd soepel, bijvoorbeeld wanneer je naar een andere verdieping loopt. Hierdoor bestaat de kans dat het mobiele apparaat met een trager netwerk verbonden blijft of zelfs enige tijd offline is.

Met een multiroom wifi-systeem heb je daar geen last van, want er is in huis slechts één draadloos netwerk beschikbaar. Het switchen tussen verschillende nodes levert hierbij geen vertraging op. Een ander voordeel ten opzichte van traditionele accesspoints is dat je nodes van een mesh-systeem niet bedraad hoeft aan te sluiten. De nodes zijn namelijk (onderling en) draadloos met het basisstation verbonden, zodat er geen fysieke netwerkaansluitingen nodig zijn. Kortom, zet op iedere verdieping een node van het mesh-systeem neer en geniet in huis een volledig dekkend wifi-netwerk! Onder meer de producten Netgear Orbi en Linksys Velop zijn op brede schaal verkrijgbaar. Houd wel rekening met een forse aanschafprijs.

©PXimport

Tip 09: Mobiele app

Het instellen van een mesh-wifi-systeem regel je vaak met een mobiele app. Download hiervoor de juiste toepassing naar een iPhone, iPad of Android-toestel. De installatie is niet bijster ingewikkeld. Je sluit het basisstation aan op het modem en zet de nodes op de gewenste locaties neer. Na tussenkomst van de app laat je de aangesloten netwerkapparaten met elkaar communiceren. Het draadloze netwerk met uitstekende dekking is nu een feit! Je bepaalt verder in de app onder meer welke frequentie(banden) je wilt gebruiken en je stelt een sterk wachtwoord in. Soms helpt de app je om geschikte posities voor de nodes te kiezen. Bovendien zijn er meestal ook extra functies beschikbaar, zoals ouderlijk toezicht, het opzetten van een gastnetwerk en het controleren van de internetsnelheid.

Tip 10: Uitbreiden

Het gebruik van 802.11ac-wifi via de 5GHz-band resulteert weliswaar in zeer rappe downloadsnelheden, maar er zijn ook beperkingen. Het bereik van 5 GHz is nogal gering, waardoor het niet altijd lukt om een dekkend 802.11ac-netwerk te realiseren. Met name bezitters van grote woningen hebben om die reden misschien nog één of meerdere extra nodes nodig. Geen probleem, want bij nagenoeg alle mesh-systemen koop je probleemloos een extra node. Je gebruikt de mobiele app om het extra station aan het mesh-wifi-netwerk toe te voegen. Aangezien de apparaten ‘van nature’ al kunnen communiceren met het basisstation en eventueel de andere nodes, is de installatie van dergelijke uitbreidingen meestal een fluitje van een cent.

©PXimport

Wifi-repeater

©PXimport

Tip 11: Draadloze speakers

Waar men vroeger muziek vanaf traditionele geluidsdragers als een cd of lp afspeelden, ligt de nadruk tegenwoordig meer op streaming-muziekdiensten. Zo zijn Spotify, Deezer en Tidal voor veel muziekliefhebbers bekende namen. Dankzij de opkomst van streaming-muziekdiensten heb je in huis minder afspeelapparatuur met onhandige kabels nodig. Ook de traditionele versterker doe je desgewenst de deur uit. Draadloze speakers hebben namelijk al een eigen versterker ingebouwd. Dat scheelt behoorlijk wat kabelspaghetti, want je hoeft geen snoertjes naar passieve luidsprekers en afspeelapparatuur te trekken. Veel modellen hebben een bescheiden omvang en een interne accu, zodat je ze eenvoudig meeneemt. Daarnaast bestaan er ook draadloze speakers die bedoeld zijn voor thuisgebruik. Draadloze luidsprekers laten zich grofweg verdelen in twee groepen, namelijk speakers met bluetooth en wifi.

©PXimport

Tip 12: Bluetooth-speakers

Kleine draadloze speakers laten zich meestal alleen via bluetooth met mobiele toestellen verbinden. Je koppelt bijvoorbeeld een smartphone aan de luidspreker, zodat je muziek vanaf de lokale bibliotheek of Spotify kunt streamen. Veel bluetooth-speakers hebben een ingebouwde accu, zodat je ook in het park of op het strand moeiteloos naar je favoriete muziek luistert. Fabrikanten houden dan ook rekening met de behuizing, want er zijn allerlei draagbare modellen verkrijgbaar. Sommige modellen kun je zelfs onderling verbinden, zodat er een stereobeeld ontstaat. Een nadeel is het beperkte bereik van bluetooth, want dat bedraagt doorgaans zo’n tien meter.

In de drukbezette markt voor bluetooth-speakers is er nogal veel verschil in geluidskwaliteit. Laat spotgoedkope exemplaren liever links liggen en kies bij voorkeur voor een product van een gerenommeerd audiomerk. Onder meer Cambridge Audio, Klipsch, Libratone, Denon en Dali ontwikkelen prima bluetooth-speakers.

©PXimport

AptX-codec

©PXimport

Tip 13: Wifi-speakers

Er bestaan ook draadloze speakers die met je wifi-netwerk communiceren. Dergelijke producten zijn bedoeld voor thuisgebruik en de behuizing is dan ook vaak iets groter dan die van bluetooth-modellen. Veruit de meeste wifi-speakers vereisen continu netvoeding, dus onderweg meenemen ligt niet voor de hand. Met behulp van een mobiele app koppel je het apparaat aan het thuisnetwerk. Geef het juiste wachtwoord op en volg de koppelingsinstructies. Vervolgens bepaal je met je smartphone of tablet welke muziek je van welke (online) muziekbronnen wilt afspelen.

Handig is dat je desgewenst meerdere wifi-speakers van hetzelfde merk combineert en alle luidsprekers vanuit de mobiele app aanstuurt. Op die manier ontstaat er een multiroom-audio-netwerk zonder dat daar allerlei netwerk- en audiosnoertjes voor nodig zijn. Met de app bepaal je simpelweg welke muziek je in welke kamer afspeelt. Je luistert op die manier bijvoorbeeld in de woonkamer en keuken naar dezelfde muziek. Bekende merken die prima wifi-speakers met multiroom-ondersteuning ontwikkelen, zijn onder meer Sonos, Bluesound en Denon HEOS.

Tip 14: Draadloze ontvanger

Doe je liever geen afstand van je traditionele hifi-installatie, maar wil je wel graag muziek draadloos streamen? Geen probleem, want er zijn allerlei draadloze ontvangers te koop. Via een analoge of digitale geluidsingang op de versterker sluit je zo’n streamingsmodule aan. Maak vanaf je smartphone verbinding met de draadloze ontvanger en stream bijvoorbeeld nummers vanaf Spotify of een eigen muziekserver.

De eenvoudigste ontvangers ondersteunen enkel bluetooth. Zo verkoopt Action bijvoorbeeld de Maxxter ACT-BTR-03, waarmee je een audiosysteem voor een bedrag van slechts 7,99 euro draadloos maakt. De betere ontvangers ondersteunen wifi en stuur je aan middels een mobiele app. De Denon HEOS Link en Bluesound Node 2 zijn bijvoorbeeld uitstekende producten die een goede geluidskwaliteit garanderen. Wens je een prijsvriendelijke oplossing? De Google Chromecast Audio kost slechts 39 euro en koppel je eenvoudig aan de analoge ingang van iedere versterker, receiver of actieve speaker.

©PXimport

Tip 15: Aansluitingen

Draadloze speakers en ontvangers zijn ideaal gereedschap om je huis van kabels te ontdoen. Heb je nog ergens een cd-speler of verdwaalde mp3-speler liggen die je nog wilt gebruiken? Kijk dan even goed welke fysieke aansluitingen er beschikbaar zijn op je draadloze afspeelapparatuur. De meeste snoerloze speakers hebben een 3,5mm-geluidsingang, zodat je veel afspeelapparatuur probleemloos aansluit. Misschien heb je dan wel een analoge verloopkabel nodig met twee tulpstekkers. Soms is er ook een optische of coaxiale s/pdif-ingang te vinden voor digitale geluidsoverdracht. Verder is een usb-poort handig voor het geval je een externe schijf of usb-stick met muziekbestanden wilt aansluiten. Controleer in dat geval wel welke audioformaten de streamingsmodule ondersteunt.

©PXimport

Tip 16: Home-cinemaset

Liefhebbers van home-cinemasets niet getreurd! Ook dat kan grotendeels draadloos, zodat je geniet van omringend bioscoopgeluid. Diverse audiofabrikanten ontwikkelen soundbars met draadloze surround-speakers. Een elegante oplossing, want je hoeft hierdoor geen lange kabels door de woonkamer te trekken. Om de lage tonen meer kracht bij te zetten, is er soms ook een draadloze subwoofer aanwezig. Een logische plek hiervoor is pal naast de audiomeubel op de vloer, al kun je sommige platte modellen ook onder de bank schuiven. De soundbar positioneer je onder de televisie.

Doordat de soundbar en televisie dichtbij elkaar staan opgesteld, gebruik je voor de geluidsoverdracht een korte audiokabel. Afhankelijk van welk type soundbar je aanschaft, sluit je eventueel ook overige apparaten op de soundbar aan. Denk bijvoorbeeld aan een tv-ontvanger, gameconsole en mediaspeler. Meestal zijn er hiervoor één of meerdere hdmi-poorten voorhanden. Bepaalde draadloze home-cinema-systemen betrek je desgewenst in een multiroom-audio-netwerk, zoals de Harman Kardon Omni Plus Bar en HEOS Bar.

©PXimport

Eigen muziekserver

©PXimport

Mini-LED-technologie staat bekend om zijn uitstekende contrast, diepe zwartwaarden en hoge helderheid. Het mooie nieuws? Je hoeft er tegenwoordig geen duizend euro meer voor neer te leggen. We zetten vijf aantrekkelijke modellen voor je op een rij, allemaal onder de 800 euro en elk met hun eigen pluspunten.

1. Philips 55PML9009/12 'The Xtra'

Met z’n driezijdige Ambilight, quantum dot mini-LED-scherm en een native verversingssnelheid tot 144 Hz biedt de Philips 55PML9009/12 'The Xtra' een bijzonder complete kijkervaring. De tv ondersteunt Dolby Vision, HDR10+ en HLG, en beschikt over het intuïtieve Titan OS. Een opvallende eigenschap is het 4-speakersysteem van 4x 10 watt, dat Dolby Atmos ondersteunt voor een krachtig en meeslepend geluid. De helderheid piekt tot 1000 nits, wat HDR-content prachtig tot zijn recht laat komen.

2. Hisense 50U6NQ

De Hisense 50U6NQ is een uitstekende keuze voor wie mini-LED-techniek zoekt binnen een beperkt budget. Het 50-inch VA-paneel levert diepe zwarttinten en sterke contrasten, met een piekhelderheid van 600 nits. De tv ondersteunt Dolby Vision en HDR10+, en komt met Dolby Atmos-geluid via 2x 10 watt-speakers. De verversingssnelheid van 60 Hz is minder geschikt voor fanatieke gamers, maar voor dagelijks gebruik en filmavonden is dit een meer dan degelijke keuze.

3. TCL 50C803

Deze 50-inch QD-mini-LED-tv van TCL combineert snelheid en beeldkwaliteit. Dankzij een native verversingssnelheid van 100 Hz (uitbreidbaar naar 144 Hz) en ondersteuning voor Dolby Vision IQ, HDR10+ en HLG komt content vloeiend en levendig over. De lage input lag van circa 6 ms maakt dit toestel bovendien zeer geschikt voor gamers. Dolby Atmos-audio en Google TV als platform zorgen voor gebruiksgemak en rijke content.

4. LG 65QNED866RE

Met zijn 65 inch schermformaat biedt deze LG een bioscoopervaring in huis. Het QNED-paneel is gebaseerd op mini-LED-technologie en werkt met de α7 AI Processor Gen6, die beelden slim analyseert en opschaalt. De verversingssnelheid van 120 Hz en ondersteuning voor Dolby Vision, HDR10 en HLG maken dit toestel veelzijdig. WebOS biedt intuïtieve toegang tot apps en instellingen, en Dolby Atmos ondersteunt ruimtelijke audio.

5. Hisense 65U7NQ

De Hisense 65U7NQ biedt indrukwekkende prestaties in een betaalbare jas. Mini-LED PRO-techniek, meer dan 300 dimming zones en een piekhelderheid van 1500 nits zorgen voor levendige beelden. Het paneel ververst tot 144 Hz – ideaal voor snelle games en sport. Het audiosysteem bestaat uit 2x 10 watt-speakers plus een 20 watt-subwoofer voor een krachtig, vol geluid. Met Dolby Vision IQ, Google TV, VRR en HDMI 2.1 is dit een allround topkeuze.

In dit artikel leggen we je uit hoe je verschillende soorten vloeren het best kunt schoonmaken — van tapijt tot gietvloeren. We leggen uit hoe vlekkenreinigers en stoomreinigers werken, wat je wel (en vooral níet) moet doen bij houten vloeren en waar je op moet letten bij het kiezen van het juiste apparaat. Zo houd je elke vloer in huis hygiënisch schoon en in topconditie.

Een schone vloer doet meer dan je denkt: het oogt fris, voelt prettig aan en zorgt voor een gezonde basis in huis. Maar niet elke vloer laat zich op dezelfde manier schoonmaken. Waar een tegelvloer gerust een stoomreiniger aankan, moet je bij hout juist oppassen met vocht en hitte. In dit artikel lees je welke vloerreiniger past bij welk type ondergrond. We duiken in vlekkenreinigers voor tapijt, stoomreinigers voor harde vloeren en bekijken wat wel en niet werkt op gevoelige materialen zoals parket. Ook leggen we uit hoe de apparaten precies werken en waar je op moet letten bij gebruik.

Vlekkenreinigers: speciaal voor zachte vloeren

Zachte vloerbedekking zoals tapijt en karpetten zijn comfortabel, maar kwetsbaar voor vlekken en geurtjes. Alleen een beetje stofzuigen is meestal niet genoeg: vuil zakt diep in de vezels en blijft daar hardnekkig zitten. Vlekkenreinigers of tapijtreinigers zijn hiervoor de oplossing. Ze werken met een combinatie van water, reinigingsmiddel en zuigkracht.

©Andrey Popov

De meeste apparaten hebben een reservoir met schoon water en een aparte tank voor vuil water. Tijdens het reinigen sprayt de machine een mix van water en reinigingsmiddel op het tapijt, en sommige apparaten gebruiken daarbij roterende borstels om het vuil los te werken. Tegelijkertijd zuigt het apparaat het vuile water weer op. Het resultaat: een tapijt dat zichtbaar schoon is én merkbaar frisser aanvoelt (en ruikt!).

Het gebruik vergt wel enige voorbereiding. Voor een goed resultaat moet het tapijt eerst goed worden gestofzuigd. Daarna kun je met de vlekkenreiniger aan de slag. Houd er rekening mee dat het tapijt na afloop wel een paar uur moet drogen – het is dus aan te raden dit klusje op warme dagen te doen. Er bestaan trouwens ook compacte handmodellen voor kleinere oppervlakken of plaatselijke vlekken, bijvoorbeeld na een omgevallen glas wijn of een ongelukje van een huisdier.

Stoomreinigers: hygiëne zonder schoonmaakmiddel

Voor harde vloeren zoals tegels, vinyl of gietvloeren is een stoomreiniger een populaire keuze. Deze apparaten gebruiken uitsluitend water, dat wordt verhit tot stoom. Die hete stoom (meestal rond de 100 à 120 °C) wordt via een mondstuk op de vloer gespoten en maakt vuil, vet en bacteriën los zonder chemicaliën te hoeven gebruiken.

©marchsirawit

De meeste stoomreinigers zijn voorzien van een microvezeldoek onder het mondstuk, die het losgekomen vuil meteen opneemt. Dat maakt deze apparaten niet alleen milieuvriendelijk, maar ook geschikt voor mensen met allergieën: huisstofmijt en bacteriën op de vloer worden door de hitte grotendeels gedood.

Het gebruik is erg eenvoudig, al is enige voorzichtigheid wel geboden. Niet elke vloer is bestand tegen hoge temperaturen of vocht. Tegels, natuursteen, beton en gietvloeren zijn meestal geschikt, mits goed afgewerkt. Voor laminaat en vinyl is voorzichtigheid geboden: deze vloeren kunnen kromtrekken als er vocht tussen de naden komt. Controleer daarom altijd de aanbevelingen van de vloerenfabrikant.

Afhankelijk van het apparaat moet het waterreservoir regelmatig worden bijgevuld, zeker bij grotere ruimtes. En om kalkaanslag te voorkomen, is het aan te raden om gedemineraliseerd water of kortweg demiwater te gebruiken, vooral in regio's met hard water.

Houten vloeren: reinigen met beleid

Houten vloeren zoals parket of lamelparket geven een ruimte warmte en karakter, maar zijn wel een stuk gevoeliger dan andere vloerafwerkingen. Te veel vocht of hitte kan leiden tot opzwelling, barsten of verkleuring. Daarom zijn stoomreinigers in vrijwel alle gevallen ongeschikt voor hout, tenzij de vloerfabrikant expliciet vermeldt dat het veilig is (al is dat zeldzaam).

©Philips

Gelukkig zijn er diverse vloerreinigers en dweilapparaten die – in de juiste stand, met het juiste reinigingsmiddel en minimaal vochtgebruik – ook veilig te gebruiken zijn op goed afgewerkte houten vloeren (zoals gelakt of geolied parket).

Denk bijvoorbeeld aan:

Welke oplossing je ook kiest: gebruik altijd een reinigingsmiddel dat specifiek geschikt is voor houten vloeren, vermijd agressieve middelen of te veel water, en test het apparaat eerst op een onopvallende plek. Controleer daarnaast altijd de onderhoudsvoorschriften van de vloer zelf. Sommige houtsoorten of afwerkingen verdragen meer dan andere.