5 mythes over wifi-snelheid onderzocht
ACHTERGROND - Nog niet zo lang geleden trokken we kabels van hier tot ginder om te kunnen internetten. Tegenwoordig ondersteunen vrijwel alle apparaten wifi. Maar wat als de verbinding niet optimaal functioneert, waar kijk je dan eerst naar?
Ondanks alle technologische innovatie die afgelopen jaren op het terrein van wifi heeft plaatsgevonden, bestaat er nog veel verwarring over de werking van draadloos internet en de problemen die ermee kunnen ontstaan. Om orde in de chaos te scheppen, is dit een lijst met de voornaamste claims die gemaakt worden over wifi-snelheden. Wij onderzochten hoe waarheidsgetrouw die zijn.
1. Afstand tot de router
'Hoe verder van de router verwijderd, hoe slechter je signaal zal zijn'
Het is een aanname dat bij een slechter signaal ook de bandbreedte afneemt die over het wifi-netwerk verstuurd kan worden. Om te testen of de bandbreedte inderdaad afneemt bij een zwakker signaal, namen wij de proef op de som en sloten we een server (een MacBook Pro) rechtstreeks via een ethernetkabel aan op een Apple Time Capsule 802.11ac wifi-router en lieten we een MacBook Air met zijn 802.11ac-adapter als client fungeren. Via de tool WiFiPerf werden vervolgens de prestaties gemeten. De test werd uitgevoerd op afstanden variërend van twee tot zestig meter.
Op een afstand van twee meter bedroeg de bandbreedte tussen de MacBook Air (review) en de MacBook Pro (review) 547 megabits per seconde (mbps). Op acht meter was dit al teruggelopen naar 456 mbps, een verlies van 17 procent.
Op zestien meter dook de snelheid net onder de 400 mbps en liepen we verder dan dertig meter, dan ging het naar slechts 139 mpbs - ongeveer een kwart van de snelheid op twee meter. Op een afstand van 45 meter haalden we nog net 25 mbps, terwijl op zestig meter (de maximale afstand die we zonder obstakels kunnen halen), de snelheid was teruggelopen naar 12 mbps.
2. Wifi-netwerken in omgeving schadelijk
'Hoe meer wifi-netwerken in de omgeving, hoe slechter de prestaties van je eigen verbinding'
Om deze theorie te testen, probeerden we de setup die we hadden ingesteld met de Time Capsule, de Macbook Pro en de Macbook Air op verschillende plekken uit: in een drukke kantooromgeving en in een rustige buitenwijk. Op kantoor telden we 150 netwerken; 'thuis' slechts 25.
Op een afstand van twee meter, haalden we op kantoor 489 mbps, 11 procent minder dan in de buitenwijk. Op acht meter haalden we in de kantoorsituatie 305 mpbps; 33 procent minder dan in de buitenwijk. De claim moet kloppen, want op zestien meter scoort de drukke omgeving 44 procent minder en op 23 meter is het verschil 51 procent in prestaties.
3. Antenneboosters
'Antenneboosters helpen voor geen meter'
We hebben allemaal de claims op internet voorbij zien komen dat een simpele aanpassing aan een wifi-antenne kan zorgen voor een flinke signaalverbetering. Klopt dit wel?
We pakten een Linksys EA6900 router met drie externe antennes erop en meten daarvan het signaal op verschillende plekken met behulp van WiFiPerf. Aan de antennes maakten we verschillende signaalboosters vast. Deze bestonden uit papier, tape, karton en aluminium.
Op zes meter afstand maten we een gemiddelde signaalverbetering van 12 procent. Gingen we verder weg staan, op 21 meter, dan was de verbetering in signaal op zijn best zelfs 43 procent. We stonden ervan te kijken dat deze signaalboosters echt kunnen werken.
4. Magnetrons
'Magnetrons zijn slecht voor het wifi-signaal'
Omdat magnetrons enorm veel energie uitzenden op de 2,4GHz-band die in gebruik is bij de meeste wifi-routers, kunnen we ook deze mythe bevestigen. Toen we in een testopstelling een magnetron tussen een router en client plaatsten en deze aanzetten, liep de overdrachtsnelheid inderdaad terug van 100 mbps naar slechts 3 mbps.
Veel minder interferentie is er wanneer er gebruik wordt gemaakt van de 5GHz-band. Als je in een bedrijf werkt waar rond lunchtijd de magnetrons flink staan te loeien en je een nadelig effect bemerkt op de wifi-snelheid, check dan of je via de instellingen van de routers de verbinding op 5GHz kunt zetten. Sommige routers stellen je ook in staat een apart 5Ghz netwerk te maken, wat ook altijd een aan te raden optie is.
5. Full HD slurpt bandbreedte weg
'Een collega slurpt alle bandbreedte weg omdat hij full HD YouTube aan het bekijken is en ik moet machteloos toekijken'
Problemen met de bandbreedteverdeling kunnen het beste opgelost worden door gebruik te maken van de QoS-functionaliteit in routers. Helaas geldt dit niet voor goedkopere types en de routers van Apple: de AirPort Extreme en de Time Capsule ontberen deze optie.
Met QoS kan een router het ene type verkeer over het andere prioriteren, zodat de verbindingskwaliteit voor VoIP of specifieke bedrijfsapplicaties gegarandeerd kunt worden en niet wordt gehinderd door filmpjes kijkende of torrents downloadende collega's. Fabrikanten als Netgear en Asus bieden zeer uitgebreide QoS-opties in hun routers.
Bron: Computerworld.nl