ID.nl logo
Huis

DDNS instellen voor thuisnetwerk-toegang van buitenaf

Als lezer van PCM is de kans groot dat je een of meer servertoepassingen in je thuisnetwerk hebt draaien. Deze diensten wil je niet alleen vanuit je eigen netwerk kunnen benaderen, maar ook wanneer je niet thuis bent, via internet. Dat kan met Dynamic DNS. DDNS instellen doe je als volgt.

Stel, je hebt een of andere server draaien op een toestel dat anders toch maar werkloos in de kast staat. Als je alles goed voor elkaar hebt, laat die server zich probleemloos vanuit je eigen netwerk aanroepen via een lokaal ip-adres als 192.168.0.50, 10.0.1.100 of 172.16.2.150. Kortom, een ip-adres binnen een bereik dat gereserveerd is voor intern gebruik achter een nat-router. Dergelijke adressen zijn echter niet routeerbaar, wat inhoudt dat ze van buitenaf niet te bereiken zijn.

Daar is gelukkig wel een oplossing voor. Je gebruikt het wan-ip-adres van je modem(-router), wat je normaliter kunt aflezen in het statusvenster van je router of via een ip-lookupservice. Om ook nog eens bij de juiste machine binnen je netwerk te komen, kun je dan van routerfuncties als portforwarding, port-triggering, upnp (univeral plug and play) of dmz (demilitarized zone) gebruik maken, of je zet een vpn-server in.

Dynamic DNS

We gaan er hier alvast van uit dat je zo’n constructie werkend voor elkaar hebt en dat de gewenste services op afstand bereikbaar zijn via het wan-ip-adres van je modem(-router), eventueel aangevuld met het juiste poortnummer. We focussen ons in dit artikel echter op een ander probleem dat zich (vroeg of laat) kan voordoen. Internetproviders garanderen voor thuisgebruikers vaak geen vast ip-adres. Dat houdt in dat het ip-adres van je modem(-router) zomaar kan wijzigen, bijvoorbeeld na werkzaamheden of na een storing, met als gevolg dat je services niet langer bereikbaar zijn via het oude adres.

Vervelend, maar gelukkig is ook daar een oplossing voor, in de vorm van ddns. Dat staat voor dynamic dns of voluit dynamic domain name system. We leggen eerst kort uit wat dns is en vervolgens welke twist ddns daaraan geeft.

In de vroege dagen van het internet, dat toen nog ARPANET heette, was het mogelijk om machines via hostnamen te bereiken op basis van statische tabellen die die namen koppelde aan ip-adressen. Deze tabellen werden aanvankelijk handmatig up-to-date gehouden in de vorm van een hosts.txt-bestand (/etc/hosts).

Door de explosieve groei van het netwerk was dit systeem niet langer efficiënt en sinds 1984 werd dat vervangen door dns (domain name system), een client-serversysteem waarbij speciale dns-servers oftewel nameservers via een gedistribueerde database de koppeling van domeinnamen en ip-adressen wereldwijd up-to-date houden. Dat systeem werkt natuurlijk alleen maar goed voor machines die, althans voor een langere periode, over een vast ip-adres beschikken. Echter, omdat er ook services zijn die frequent van host wisselen werd ddns in het leven geroepen.

Omdat er ook services zijn die frequent van host wisselen werd ddns in het leven geroepen.

-

Twee soorten

Strikt genomen kun je twee ddns-implementaties onderscheiden. Enerzijds is er een gestandaardiseerde vorm van ddns, zoals beschreven in RFC 2136 (https://tools.ietf.org/html/rfc2136). Het gaat hierbij om een netwerkprotocol dat in de praktijk vooral als een uitbreiding van het dhcp-systeem wordt gebruikt waarbij geautoriseerde domeincontrollers de clientrecords, bijvoorbeeld van bedrijfslaptops, in de dns registreren. Onder meer Windows Active Directory ondersteunt dit protocol.

Anderzijds is er ddns als een niet-gestandaardiseerd webgebaseerd protocol en het is deze implementatie waarop we ons in dit artikel verder focussen. Het komt erop neer dat je het wan-ip-adres van je thuisnetwerk via een zogenoemde ddns-provider koppelt aan een (sub)domeinnaam en die bij dns registreert.

Een clienttool stuurt elke wijziging van je ip-adres meteen door richting ddns-provider, zodat die de dns-update kan doorvoeren. Deze uitwisseling tussen client en provider gebeurt meestal door middel van een eenvoudig http-serviceverzoek, dat zelfs binnen een goed afgeschermde netwerkomgeving op weinig verzet zal botsen.

Je netwerkservices zijn nu bereikbaar via een eigen domeinnaam. Dat is niet alleen handiger om te onthouden, het geeft ook meer vertrouwen naar de bezoekers toe en zo’n koppeling is normaliter nodig om je server desgewenst met een officieel ssl-certificaat te beveiligen.

DDNS-providers en routers

Om van ddns gebruik te kunnen maken, heb je in principe dus allereerst een ddns-provider nodig. We zeggen ‘in principe’, want het is ook wel mogelijk je eigen ddns-service in te richten (zie kader ‘Eigen ddns-service’).

Hoe dan ook, wanneer je googelt naar iets als ‘ddns provider’ stuit je vaak op referenties naar DynDNS (nu Oracle Dyn, dat onder meer ook provider TZO heeft ingepalmd). Dat was namelijk de onbetwistbare marktleider in dit segment, maar toen de gratis formule in 2014 verdween keken veel thuisgebruikers uit naar alternatieven. Om er enkele te noemen: No-IP, Duck DNS, Zonomi en Dynu.

Verder in dit artikel nemen wij Dynu als voorbeeld, omdat het een gevestigde waarde is en omdat er behoorlijk wat opties in het gratis pakket zitten. Is deze provider dan ook voor jou de beste? Niet noodzakelijk: het zou bijvoorbeeld best kunnen dat de ingebouwde clientmodule van je router die provider eenvoudigweg niet ondersteunt zodat je naar een andere update-methode moet uitkijken.

©PXimport

Heb je eenmaal je zinnen gezet op een bepaalde provider, dan moet je nog beslissen of je voor de gratis dan wel een betaalde optie gaat. We raden je aan de functielijst van de aangeboden diensten door te nemen, maar in veel gevallen bieden alleen betaalde abonnementen voordelen aan als: geen verplichte herbevestiging na een x-aantal dagen, klantenondersteuning via mail of telefoon, meer (sub)domeinnamen, een eigen domeinnaam, hoger aantal dns-verzoeken binnen een bepaalde periode, snellere dns-propagatietijden, url-forwarding, portforwarding, uitgebreide(re) logs, e-mailnotificatie bij een update van het ip-adres, ondersteuning van wildcard cname-dns-records. Een record als *.host.domeinnaam.nl 1800 IN CNAME domeinnaam.nl zal in dit geval automatisch ook omhetevenwat.host.domeinnaam.nl omleiden naar domeinnaam.nl.

Zoals gezegd nemen we hier de gratis formule van Dynu als voorbeeld. Surf hiervoor naar dynu.com en klik op Create a free account. Wij gaan hier voor Option 1: Use Our Domain Name, waarbij je een eigen hostnaam in combinatie met 17 top level domains kunt kiezen. Druk op Add en vul de gevraagde persoonsgegevens in of kies Sign up with Google. Bevestig met Submit. Houd er bij het invullen van het wachtwoord alvast rekening mee dat sommige apparaten (zoals routers, nas’en, dvr’s of ip-camera’s) of ip-updateclients mogelijk geen speciale tekens accepteren.

Even later rolt er een bevestigingsmail bij je binnen en ontvang je enkele interessante links, waaronder één voor een online controlepaneel en één voor het downloaden van de ddns-updateclient. Als alles goed is, is de (sub)domeinnaam inmiddels al actief en kom je via deze naam netjes uit bij je eigen thuisnetwerk. Is dat niet het geval, dan heeft Dynu wellicht niet het juiste publieke ip-adres van je thuisnetwerk te pakken.

Open dan het controlepaneel en klik op DDNS Settings, alwaar je het huidige ip-adres afleest dat je met de eerder vermelde dienst www.watismijnip.nl kunt vergelijken. Klopt dit adres niet, dan kun je dat alsnog aanpassen via het potloodicoon Manage your hostname, waarna je de wijziging bewaart met de Save-knop. Je kunt de werking overigens ook controleren door te surfen naar ping.eu/nslookup en daar je (sub)domeinnaam in te vullen: je huidige ip-adres en het ip-adres van die (sub)domeinnaam horen identiek te zijn.

DDNS instellingen

Bij DDNS Settings vind je trouwens nog andere instellingen terug. We beperken ons hier tot een paar opties. Via Offline Settings kun je zelf een url of een boodschap opgeven die de bezoeker te zien krijgt wanneer je server offline blijkt. Via de knop Go Offline Now kun je het resultaat meteen uittesten (desnoods moet je eerst nog even je browsercache leegmaken). Vergeet daarna niet weer Go Online Now te selecteren.

Via de knop Aliases creëer je extra aliassen (A record voor ipv4 en AAAA record voor ipv6). Het volstaat in principe de Alias Name in te vullen, waarna het record wordt toegevoegd (hoofdredactie resulteert dan bijvoorbeeld in hoofdredactie.pcmnl.theworkpc.com). Veel zin heeft zo’n alias hier echter niet, aangezien standaard de opties Wildcard IPv4 Alias en Wildcard IPv6 Alias zijn ingeschakeld, zodat alle aliassen (prefixen) automatisch naar je (sub)domeinnaam doorverwijzen. Deze optie kun je desgewenst uitschakelen in het venster bij DDNS Settings.

©PXimport

Ook handig: via de knop Web Redirect kun je zowel URL Forwarding als Port Forwarding instellen. Bij URL Forwarding wordt de ene url automatisch doorgesluisd naar een andere. De eerste url is in principe dan een zelf te kiezen prefix in combinatie met de gekozen (sub)domeinnaam; de tweede url is vrij in te stellen. Port Forwarding doet iets vergelijkbaars, maar hier wordt alleen de standaard http-poort 80 doorgesluisd naar een andere poort. Stel, je hebt twee ip-camera’s hangen, waarbij de tweede op poort 81 bereikbaar is. Dan zou je er bijvoorbeeld voor kunnen zorgen dat cam2.mijndomein.com automatisch wordt omgezet in mijndomein.com:81. Handig, want dan hoeft men dit poortnummer niet te onthouden of zelf in te tikken.

Bij beide forwardingtypes kun je bovendien de optie Mask/cloak Url aanvinken. In dit geval blijft de eerste url zichtbaar in de adresbalk van de browser en niet die van de webpagina waarnaar de bezoeker werd omgeleid. Een paar opties, zoals e-mailnotificaties en configuratieback-ups, zijn voorbehouden voor betalende abonnees, maar met een prijs van tien dollar per jaar vinden we dat best betaalbaar.

Updates

De koppeling is inmiddels een feit, maar je moet natuurlijk nog wel voor een geautomatiseerd updateproces zorgen. Immers, het is niet de bedoeling dat je bij elke ip-wijziging zelf het publieke ip-adres van je netwerk in het controlepaneel gaat aanpassen. Een uitstekende plaats om dat voor elkaar te krijgen is je router, op voorwaarde althans dat die ddns ondersteunt en ook met jouw ddns-provider overweg kan. Het volstaat dan de juiste provider (of update-url) te kiezen en je ID in te vullen, waarna de router elke ip-wijziging meteen aan de provider zal doorspelen. Raadpleeg de handleiding van je router. Let op: hangt je router achter een andere router (nat-achter-nat), dan kan dat nog wel eens problemen opleveren (zie paragraaf ‘Router achter router’).

Er zijn echter alternatieven. Ook sommige andere apparaten die gewoonlijk continu online blijven, voorzien vaak in zo’n ddns-updatefunctie, zoals een ip-camera of een nas. Bij een Synology-nas bijvoorbeeld vind je deze optie gewoonlijk in het Configuratiescherm, in de rubriek Connectiviteit / Externe toegang. Je kunt hier uit een twintigtal providers kiezen, waaronder de ddns-service van Synology zelf, met keuze uit een dozijn domeinnamen.

©PXimport

Gebruik je om een of andere reden niet de ingebouwde ddns-ondersteuning van je router, firewall, nas of ip-camera, dan is er altijd nog een uitweg in een updateclient-tool, specifiek voor de gekozen provider. Deze tool installeer je het best op een computer die frequent online is. Immers, deze tool wordt geacht een ip-wijziging snel te kunnen detecteren en door te geven.

Provider Dynu voorziet alvast in zo’n tool, voor diverse platformen. Surf naar deze site en selecteer het gewenste platform bij Operating System, Multiple PlatForms of Router/Firewall. In deze laatste categorie tref je onder meer Open Wrt, PF Sense, Raspberry Pi en Synology NAS aan. Dit laatste item kan je verbazen, maar weet dat je Synology-nas wellicht standaard geen ondersteuning biedt voor Dynu. Via een ssh-verbinding met je nas kun je dan /etc.defaults/ddns_provider.conf openen en de voorgestelde wijziging, bijvoorbeeld met de ingebouwde vi-editor, doorvoeren waarna Dynu.com plots wel opduikt in de providerlijst.

We tonen hier kort hoe je de Windows-client van Dynu aan de praat krijgt. Na de eenvoudige installatie start je de client op en vul je het bijhorende Dynu-ID in (Username en Password). Bevestig met Sign In. Als het goed is, doet de updateservice al meteen zijn werk. Wel kun je nog een en ander bijsturen op het tabblad Settings, zoals het Log Level (de Log Files kun je vanaf het tabblad Engine raadplegen), het Poll Interval, de Update Port (standaard 8245), of je ook het ipv6-adress wilt updaten enzovoort. Leg je wijzigingen vast met Save en controleer of de tool wel automatisch met Windows opstart, want dat is de bedoeling.

Meerdere routers

We zeiden het al: een uitstekende locatie voor de ddns-update is je router. Dat kan echter problemen geven als je twee routers na elkaar plaatst.

Heb je een router rechtstreeks aan een modem of aan een modem-router in bridgemodus (met uitgeschakelde nat en dhcp) hangen, dan zal dat normaliter geen problemen opleveren. Echter, niet elke modem-router ondersteunt deze modus en in dit geval zal je eigen router, die je via de wan-poort met de modem-router verbonden hebt, als wan-ip-adres een privaat ip-adres binnen het netwerk van de modem-router krijgen.

Wanneer je dan de ddns-functie op je router activeert is het niet uitgesloten dat die het lokale ip-adres van je router in plaats van het publieke ip-adres van de modem-router aan de ddns-service retourneert. Dat hangt echter af van de implementatie en dus van het model en merk van de router. Uit onze ervaring gaan ASUS en AVM hier de mist in, terwijl routers van bijvoorbeeld Netgear en D-link het wél goed doen. Experimenteren en controleren is dus de boodschap. Of je zet ddns op via een ander apparaat dat daarmee overweg kan, of je zet de bijhorende clientsoftware in. De kans is groot dat het dan probleemloos werkt.

▼ Volgende artikel
eXodus - dit zijn alternatieven voor X
© gguy - stock.adobe.com
Huis

eXodus - dit zijn alternatieven voor X

Wat hebben organisaties als KRO-NCRV, NS, Bits of Freedom en Oxfam Novib met elkaar gemeen? Dat ze niet langer actief zijn op het socialmediaplatform X. Waarom willen ze dat niet meer? Wat speelt er bij X? Welke alternatieven zijn er?

In dit artikel bespreken we de ondergang van X en welke alternatieven er voor X zijn:

  • Fediverse
  • Mastodon
  • Threads
  • Bluesky

Ben je een pionier? Dan heb je misschien ook wel interesse in één van deze alternatieve browsers

Sinds juli 2023 voegden veel media maandenlang ‘Twitter’ toe achter elke vermelding van X. Velen moesten namelijk nog wennen aan de nieuwe naam. Elon Musk, die Twitter in oktober 2022 voor 44 miljard dollar kocht, vond dat X beter paste bij zijn visie om het microblogging-platform om te vormen tot een allesomvattend digitaal ecosysteem, vergelijkbaar met WeChat in China. Musk lijkt trouwens een opvallende affiniteit te hebben met de letter X, wat ook zichtbaar is in projecten als SpaceX, Tesla Model X en xAI. Veel gebruikers waren niet gerust op deze overname, en niet geheel onterecht, want Musk heeft inmiddels ingrijpende veranderingen doorgevoerd.

X: aanpassingen

Kort na de overname herstelde Musk eerder geschorste accounts, waaronder die van controversiële figuren als Donald Trump, Andrew Tate en Kanye West. Het platform stopte bovendien met het handhaven van het beleid tegen desinformatie rond Covid-19. En waar vroeger een gratis verificatiesysteem was, waarbij Twitter invloedrijke personen en organisaties een blauw vinkje gaf, is dat nu puur commercieel: wie betaalt, krijgt een vinkje. Het staat niet langer voor authenticiteit, maar toont enkel aan dat een gebruiker betaalt voor X Premium en zo extra functionaliteit en zichtbaarheid krijgt.

Daarnaast introduceerde X de For You-feed, een sectie met aanbevelingen op basis van gebruikersvoorkeuren en -gedrag, maar ook beïnvloed door strategische beleidsbeslissingen. Dit gebeurt via een AI-gestuurd algoritme, waarvan slechts delen openbaar zijn gemaakt, wat vragen oproept over transparantie en mogelijke bias.

Het moderatiebeleid veranderde eveneens. Tweets die de richtlijnen schenden, worden niet meer verwijderd, maar zijn enkel minder zichtbaar (‘Freedom of Speech, Not Reach’). Daarnaast is er een verschuiving naar gemeenschapsgestuurde moderatie (‘Community Notes’), waardoor factchecking minder centraal en vaak trager verloopt.

De algoritmen van X roepen bij velen vragen op over de transparantie en mogelijke bias.

Fediverse

Musk zelf noemt deze aanpassingen democratischer, maar voor veel gebruikers hebben deze aanpassingen geleid tot een meer toxische inhoud. Daarbij worden specifieke groepen kritisch bekeken en beoordeeld, onder wie liberalen en de LGBTQ+-gemeenschap.

De cijfers lopen uiteen, maar de meeste bronnen zijn het er wel over eens dat heel wat gebruikers en organisaties het platform hebben verlaten sinds de overname door Musk.

Twee jaar geleden leek er maar één echt alternatief te zijn: Fediverse, dat gebruikers meer controle gaf over hun data en de moderatie.

Fediverse is een samentrekking van ‘federated’ en ‘universe’ en kun je zien als een netwerk van onderling verbonden platformen en servers, die onafhankelijk worden beheerd door organisaties of individuen. Bij traditionele socialmediaplatforms ben je afhankelijk van één centrale organisatie. Daardoor kun je met bijvoorbeeld een Instagram-account niet zomaar gebruikers van X bereiken. De gemeenschappelijke protocollen binnen het Fediverse, zoals het populaire ActivityPub, maken onderlinge communicatie juist wel mogelijk. Je kunt dus een account aanmaken op een server en vervolgens communiceren en gegevens uitwisselen met gebruikers op andere platformen. Binnen het Fediverse beweeg je dus vrijelijk tussen verschillende servers en platformen.

Het Fediverse-netwerk bevat talrijke platformen, waarvan de meeste door het ActivityPub-protocol zijn verbonden (afbeelding: Per Axbom, CC BY-SA 4.0, Wikimedia Commons).

Mastodon

Mastodon was – en is nog steeds – het populairste Fediverse-platform, maar dat bleek helaas niet geschikt voor het grote publiek. Veel (mainstream) gebruikers vonden het namelijk verwarrend dat ze zelf een server moesten kiezen bij registratie. Ook de interface en gebruikerservaring waren minder gestroomlijnd dan bij Twitter/X. Door de decentrale structuur werkten sommige servers ook traag of werden ze slecht beheerd.

Daarnaast bood Mastodon slechts beperkte ondersteuning voor video en live-updates en ontbraken universeel doorzoekbare inhoud en trending topics, waardoor populaire discussies moeilijker te volgen waren. Bekende personen waren er ook nauwelijks actief, en veel gebruikers hadden moeite om hun sociale netwerk opnieuw op te bouwen. Eind 2023 bereikte Mastodon een piek in regelmatige bezoekers, maar de groei vlakte al snel af.

De interface van Mastodon, met vertrouwde ingrediënten als tijdlijn, meldingen en favorieten.

Threads

Mastodon behoudt weliswaar een niche bij privacybewuste en opensource-enthousiastelingen, maar bleek dus te ingewikkeld en gefragmenteerd voor de doorsneegebruiker. Vanaf eind 2023 zochten velen daarom hun toevlucht tot traditionelere sociale netwerken als LinkedIn, Instagram en vooral Threads.

Dit laatste platform werd medio 2023 door Meta (Mark Zuckerberg) gelanceerd als reactie op de groeiende kritiek op Twitter/X. Het is direct gekoppeld aan Instagram, waardoor gebruikers hun bestaande account kunnen gebruiken.

De interactiemogelijkheden binnen Threads lijken sterk op die van X, met opties als liken, citeren, posten en reageren. Ook doet het veel denken aan het oude Twitter: je volgt zelf mensen of vertrouwt op het algoritme. Volgens veel gebruikers is dit algoritme vooral ontworpen om politieke discussies en nieuwsverwijzingen te mijden. Al kun je zelf wel bepaalde mensen volgen. Het platform toont daarnaast vaak berichten die reacties willen uitlokken (‘engagement bait’). Op dit platform vind je veel beroemdheden en influencers, en de meeste content is vrij luchtig.

Threads werkt trouwens ook aan ondersteuning voor het ActivityPub-Fediverse, wat de dienst compatibel maakt met onder meer Mastodon.

Ook bij Threads kun je zelf bepalen wie je wilt volgen.

Bluesky

Hoewel Threads momenteel veel meer maandelijkse gebruikers heeft (circa 275 miljoen), trekt ook het microblogging-platform Bluesky tegenwoordig een groeiend aantal voormalige X-gebruikers aan (circa 30 miljoen). Ter vergelijking: X zou nu nog zo’n 500 miljoen maandelijkse gebruikers tellen, terwijl Mastodon er ongeveer 15 miljoen heeft.

Bluesky wordt gerund door Bluesky Social. Het werd begin 2023 officieel gelanceerd, maar ontstond al in 2021, opgericht door Jack Dorsey, medeoprichter van Twitter.

Net als Mastodon is Bluesky een gedistribueerd netwerk, maar het is wel gebruiksvriendelijker, mede dankzij het modernere, open protocol AT (Authenticated Transfer). Het platform streeft naar transparantie en wil ook gebruikers zelf hun eigen algoritme laten maken en verfijnen.

Er zijn nog geen advertenties en de tijdlijn toont berichten in chronologische volgorde, zonder verborgen algoritme. In principe kun je ook zelf een server kiezen, al is dat in de praktijk nagenoeg altijd hostingprovider bsky.social. Gevorderde gebruikers kunnen zelfs een eigen server hosten (PDS, personal data server).

Bluesky wordt momenteel vooral bevolkt door Amerikaanse gebruikers, en het valt nog af te wachten in welke mate ook het aantal actieve Nederlandse en Vlaamse gebruikers zal toenemen. In het vervolg van dit artikel maken we grondiger kennis met Bluesky, waarbij we vooral focussen op hoe je volgaccounts en berichtgeving meer naar eigen hand kunt zetten, met onder meer migratie, startpakketten, lijsten, feeds en ook extra diensten.

Meer dan Threads verwelkomt Bluesky ook politieke discussies.

Account

Je kunt Bluesky gebruiken via je browser of de app, beschikbaar in de officiële appstores van Android en Apple. Na installatie kies je de interface-taal (waaronder Nederlands) en registreer je je met een e-mailadres, wachtwoord, geboortedatum en ‘gebruikershandle’. Vervolgens upload je een profielafbeelding of kies je een avatar, en na het aanduiden van je interesse(s) kun je direct aan de slag. Je moet nog wel even een verificatiecode invullen die je via e-mail krijgt.

Bluesky: na een snelle registratie ben je er klaar voor.

Ontdekken en volgen

Wanneer je de startpagina opent, zie je twee secties: Discover en Following. In Discover verschijnen direct berichten, gebaseerd op de interesses die je bij registratie hebt opgegeven. Je ziet hier ook trending topics en populaire posts binnen de gemeenschap. Je kunt deze feed personaliseren via aangepaste feeds, door er zelf een te creëren of een passend algoritme te kiezen.

In de sectie Following zie je berichten van accounts die je volgt. Aanvankelijk is deze leeg, behalve het Bluesky-account. Om iemand te volgen, houd je de muis boven de post header (met accountnaam, tijdstip en berichttitel) en klik je op +Volgen. Dit verandert in Volgend; klik hierop als je het account niet langer wilt volgen. Berichten van gevolgde accounts verschijnen vervolgens in de sectie Following.

Het vergt slechtsr een muisklik om iemand te (ont)volgen.

Zoeken en migreren

Er zijn verschillende manieren om snel extra accounts aan je volglijst toe te voegen. Open de rubriek Zoeken (tik in de mobiele app op het pictogram met drie streepjes) en vul in de zoekbalk een onderwerp in, zoals Artificial intelligence. Selecteer een geschikt account en klik op +Volgen.

Wil je accounts van Twitter/X ook op Bluesky volgen, dan gaat dit het snelst met de browserextensie Sky Follower Bridge, beschikbaar in de officiële Chrome- en Firefox-webstores. Na installatie start je de extensie en meld je je aan met je Bluesky-handle of e-mailadres en een app-wachtwoord.

Om zo’n wachtwoord (met beperkte machtigingen) te maken, ga je in Bluesky naar Instellingen, kies je Privacy en beveiliging, selecteer je App-wachtwoorden en klik je op +App-wachtwoord toevoegen. Geef het een naam, bijvoorbeeld SkyFollowerBridge, bevestig met Volgende, kopieer of noteer het wachtwoord en klik pas daarna op Gereed.

Na aanmelding open je je lijst met gevolgde accounts op X via www.x.com/<je_accountnaam>/following. Klik op de extensieknop en kies Find Bluesky Users. De extensie zoekt naar actieve Bluesky-accounts in je lijst. Klik op View Detected Users en daarna op Follow on Bluesky om de gewenste accounts te volgen.

Sky Follower Bridge automatiseert het migratieproces van gevolgde accounts van X naar Bluesky.

Startpakketten

Een andere handige manier om je volglijst uit te breiden is met startpakketten. Als je een interessant account vindt, klik je erop om de profielpagina te openen en ga je naar het onderdeel Startpakketten. Met wat geluk heeft deze persoon al pakketten aangemaakt: dit zijn verzamelingen accounts rond een specifiek onderwerp. Open zo’n pakket, bekijk de tabbladen Personen en Berichten en volg gewenste accounts via de knop +Volgen.

Je kunt ook zelf startpakketten maken. Ga naar Profiel en open het tabblad Startpakketten. Klik op Aanmaken, geef je pakket een naam en voeg een beschrijving toe. Druk op Volgende en voeg minstens acht accounts toe die relevante berichten posten. Klik weer op Volgende om eventueel feeds toe te voegen of kies voor Overslaan. Daarna kun je anderen uitnodigen via een QR-code of door de link te kopiëren.

Je kunt ook je eigen startpakketten creëren en deze met anderen delen.

Lijsten en feeds

Je kunt zelf ook een reeks gebruikers opsommen en deze lijsten eventueel delen. Open hiervoor de rubriek Lijsten en klik op +Nieuw. Vul een naam en omschrijving in en bevestig met Opslaan. Voeg gebruikers toe en bekijk hun berichten vanuit de lijst. Klik op Vastzetten op startpagina om de lijst als aparte feed naast Discover en Following te tonen.

Je beheert feeds rechtstreeks via de rubriek Feeds. Onder Ontdek nieuwe feeds kun je voorgestelde feeds toevoegen of zelf zoeken via de zoekbalk. Klik op een feed bij Mijn feeds om de berichten te bekijken.

Gebruik het tandwielpictogram bij Feeds om feeds via het pinicoon op je startpagina vast te zetten of hieruit weg te halen. Niet-vastgezette feeds kun je hier ook verwijderen.

Je kunt eigen feeds creëren, bijvoorbeeld met een no-code tool als Skyfeed.app. Meld je aan met je Bluesky-account en een app-wachtwoord (zie ook de paragraaf ‘Zoeken en migreren’). Klik op Create your first feed en voeg in de Visual Editor (of JSON Editor) de gewenste blokken toe, zoals Input, Remove, RegEx, Sort by en Limit. Bevestig met Publish Feed.

Kopieer de feed-ID achteraan de gegenereerde link en deel deze met anderen. Zij hoeven alleen de rubriek Feeds in Bluesky te openen en het ID in de zoekbalk Search feeds te plakken om je feed toe te voegen.

Met een app als Skyfeed kun je ook eigen feeds creëren en deze met anderen delen.

Watch on YouTube
▼ Volgende artikel
Alweer geen telefoon of internet? Zo zit het met recht op compensatie (en zo vraag je het aan)
Huis

Alweer geen telefoon of internet? Zo zit het met recht op compensatie (en zo vraag je het aan)

Vandaag zijn het vooral Odido-abonnees die te kampen hebben met storing, maar ook als je klant bent bij bijvoorbeeld KPN, VodafoneZiggo, Ben, Simpel of Delta komt het voor: je kunt niet bellen en/of internetten. Als zo'n storing wat langer duurt, kun je recht hebben op compensatie. In dit artikel lees je wanneer je waar recht op hebt en hoe je die compensatie kunt aanvragen.

Een landelijke storing bij je internet, tv of telefoon is niet alleen vervelend, maar kan ook financiële gevolgen hebben. Gelukkig is in Nederland wettelijk vastgelegd dat je in sommige gevallen recht hebt op een vergoeding. Maar hoe werkt dat precies? Wanneer heb je recht op compensatie, hoe hoog is die vergoeding en waar kun je terecht bij jouw provider?

Volgens de Telecommunicatiewet heb je als consument of kleinzakelijke gebruiker recht op compensatie als er sprake is van een volledige netwerkstoring die twaalf uur of langer duurt. Dat betekent dat alle onderdelen van je abonnement uitvallen: dus bijvoorbeeld zowel internet als televisie en telefonie. Regionale storingen vallen ook onder deze regeling, zolang je binnen het getroffen gebied woont of werkt. Sommige providers hanteren uit zichzelf een iets soepelere norm en keren al bij acht uur storing een vergoeding uit, maar dat is niet verplicht. De wettelijke grens ligt op twaalf uur.

De hoogte van de vergoeding is gekoppeld aan de maandelijkse kosten van je abonnement. Bij een storing van twaalf tot vierentwintig uur ontvang je één dertigste van je maandbedrag. Duurt de storing langer, dan loopt het bedrag op met telkens nog een dertigste per extra dag. Voor prepaid-gebruikers geldt een vergoeding van vijftig cent per dag. De vergoeding wordt meestal verrekend op je volgende factuur. Je hoeft er als klant wel iets voor te doen: in de meeste gevallen moet je zelf een aanvraag indienen via de website of app van je provider.

Verzamel bewijs

Heb je last gehad van een storing, controleer dan altijd eerst hoe lang die precies heeft geduurd. De meeste providers publiceren actuele storingsmeldingen op hun website. Noteer de begindatum en -tijd en maak eventueel een screenshot als bewijs. Zodra de storing voorbij is, kun je je aanvraag indienen. Meestal kan dat nog tot enkele maanden na de storing, maar wacht niet te lang. Het aanvragen van compensatie gaat soms via een speciale pagina, in andere gevallen moet je daarvoor contact opnemen met de klantenservice. Hieronder staan handige links naar de grootste providers om je verder te helpen.

©Website Odido

Bron: Odido

Compensatie aanvragen doe je zo:

Bij KPN kun je een compensatieverzoek indienen via je persoonlijke KPN-pagina, waar je moet inloggen met je KPN ID.
👉 Meer lezen/aanvragen compensatie KPN


Vodafone-klanten kunnen hun aanvraag doen via de Vodafone-app of de klantenservice.

👉 Meer lezen/aanvragen compensatie Vodafone


Ziggo heeft een aparte compensatiepagina, waar je een storing kunt melden en direct je vergoeding kunt aanvragen. Die staat hier:

👉 Meer lezen/aanvragen compensatie Ziggo


Ook bij Odido geldt de wettelijke grens van twaalf uur. Op de veelgestelde vragen-pagina lees je hoe je een claim kunt indienen. Odido zegt zelf een formulier online te zetten wanneer een storing langer dan twaalf uur geduurd heeft.

👉 Meer lezen/aanvragen compensatie Odido


Ben, dat gebruikmaakt van het netwerk van Odido, heeft dezelfde regeling. Informatie over compensatie vind je op:

👉 Meer lezen/aanvragen compensatie Ben


Simpel, dat ook gebruikmaakt van het Odido-netwerk, verwijst je naar je persoonlijke accountomgeving voor het melden van een storing. De klantenservicepagina staat hier:

👉 Meer lezen/aanvragen compensatie Simpel


Bij Delta kun je compensatie aanvragen via MijnDELTA of per brief. Uitleg staat op:

👉 Meer lezen/aanvragen compensatie Delta

Dus: meer dan twaalf uur storing? Compensatie!

Samengevat: bij een volledige uitval van je netwerk van twaalf uur of meer heb je recht op een vergoeding van minimaal één dertigste van je maandbedrag. Bij sommige providers kun je al eerder compensatie krijgen, maar dat is geen wettelijke verplichting. De meeste providers maken het aanvragen makkelijk via hun eigen omgeving of app. Heb je geen toegang tot je account, dan kun je altijd contact opnemen met de klantenservice. De verwerking duurt meestal een paar weken. Laat je niet afschepen als je recht hebt op compensatie. De regeling is wettelijk vastgelegd!