ID.nl logo
Benader je thuisnetwerk vanaf internet
© PXimport
Huis

Benader je thuisnetwerk vanaf internet

Ieder thuisnetwerk zit achter een router. De router zorgt ervoor dat alle pc's van het thuisnetwerk toegang hebben tot internet. Wil je een apparaat in je huis benaderen vanaf het internet, dan voorkomt de router dat juist. Je zult poorten moeten openen en toegang moeten verlenen. Hoe doe je dat?

In elk thuisnetwerk zit minimaal één router. Vaak is deze gecombineerd met het modem, maar noodzakelijk is dat niet. De belangrijkste taak van een router is het routeren, dat wil zeggen het door een netwerk loodsen van een netwerkbericht of datapakketje om het van de ene plek op de andere te krijgen. Routers gebruiken daarvoor het IP-adres van de bestemming dat in elk netwerkpakketje staat. Ze beslissen dan heel snel of dat IP-adres op het thuisnetwerk hoort. Zo niet, dan stuurt de router het pakketje het netwerk van de provider op. De router doet echter nog veel meer. Een tweede belangrijke functie van een router is NAT (Network Address Translation): dit is het vervangen van het IP-adres van een netwerkpakketje door een ander IP-adres binnen het thuisnetwerk. Dit is noodzakelijk omdat een deel van alle bestaande IP-adressen alleen op het thuisnetwerk kan worden gebruikt en niet op internet.

De derde belangrijke functie van de router is de firewall. De router zal standaard elk bericht dat van het internet komt beoordelen en het enkel doorlaten als het een antwoord is op een bericht van een computer op het thuisnetwerk. Alle andere berichten worden geblokkeerd, zo beveiligt de firewall het thuisnetwerk tegen indringers. Samen zorgen deze functies voor een prima verbinding met internet, maar maken ze het benaderen van het thuisnetwerk vanaf het internet een stuk lastiger. Toch wil je sommige apparaten binnen je thuisnetwerk wel vanaf internet benaderen, bijvoorbeeld een NAS of een webcam.

01 Het eigen netwerk

Mogelijk weet je al het een en ander over je netwerk, maar voor portforwarding moet je in elk geval de IP-configuratie kennen van zowel de router als van het apparaat dat je wilt ontsluiten via internet. Om het netwerk te verkennen open je in Windows een opdrachtprompt: klik op de startknop, tik een deel van het woord opdrachtprompt en klik op de optie Opdrachtprompt. In het opdrachtpromptvenster voer je het commando ipconfig uit. Zo achterhaal je het eigen IP-adres, het subnetmasker, maar ook het IP-adres van de standaardgateway (dat is het adres van de router). Het IP-adres van de NAS of IP-camera zit in hetzelfde netwerk als de pc en de router. Je kunt ook een netwerkscanner als Angry IP Scanner gebruiken. Op je smartphone kun je een app als Fing (ook voor Android) gebruiken om deze informatie te verkrijgen.

©PXimport

Om het netwerk te leren kennen gebruik je de opdrachtprompt.

©PXimport

Ook met smartphone en een app als Fing kun je eenvoudig het IP-adres van de router vinden.

02 Inloggen op de router

Beheer van de router gaat altijd via de browser. Start de browser en typ in de adresbalk het IP-adres van de standaardgateway, bijvoorbeeld http://192.168.1.1. Log in met je gebruikersnaam en wachtwoord. Anders dan de apparaten in het thuisnetwerk, heeft een router niet één, maar twee IP-adressen. Het IP-adres aan de kant van het thuisnetwerk is het IP-adres van de router als standaardgateway. Daarnaast heeft de router nog een IP-adres aan de kant van het internet, vaak de WAN-poort geheten. Beide IP-adressen zijn te vinden in de configuratie van de router. Noteer de IP-adressen, later heb je allebei nodig. Als je alles goed hebt ingesteld, gebruik je het externe IP-adres (van de WAN-poort) om vanaf internet verbinding te maken met bijvoorbeeld je NAS of IP-camera.

©PXimport

De router heeft twee IP-adressen, een voor het interne netwerk (LAN) en een voor op internet (WAN).

03 Vast IP-adres

Voor portforwarding is het belangrijk dat het apparaat dat je via internet wilt gebruiken, zoals een NAS of IP-camera, altijd op hetzelfde IP-adres in het thuisnetwerk te vinden is. Het apparaat mag dus niet via DHCP zijn IP-adres krijgen, maar een vast IP-adres hebben. Dit wordt ook wel een 'static' IP-adres genoemd. In de configuratie van de NAS of IP-camera kun je zo'n vast IP-adres instellen. Log daarvoor in op de webinterface van het apparaat en open de netwerkconfiguratie.

©PXimport

Geef alle apparaten die je wilt kunnen bereiken vanaf internet een vast IP-adres op het thuisnetwerk.

04 De theorie van portforwarding

Om alles zo in te stellen dat iemand via internet de beelden van de IP-camera in het thuisnetwerk kan zien, moet je een aantal gegevens weten. Gezien vanaf het internet zijn dat: het IP-adres aan de WAN-kant van de router, het IP-adres op het thuisnetwerk van de IP-camera en het poortnummer waarop de webcamsoftware actief is op de IP-camera. Bij portforwarding open je dan een poort in de firewall van de router (dat kan poort 80 zijn of poort 5000) en die koppel je aan het IP-adres van de IP-camera en het poortnummer op de IP-camera.

Wanneer je vervolgens een browser opent en zorgt dat deze echt via internet verbinding maakt (dus niet via het interne netwerk) en het adres van de router in de adresbalk typt met het juiste poortnummer, dan zal de firewall die verbinding accepteren en doorzetten naar het IP-adres en het poortnummer dat je hebt opgegeven in de regel voor portforwarding. Vanaf stap 6 laten we je voor een aantal populaire merken routers zien hoe je portforwarding instelt.

©PXimport

De iPhone en notebook maken beide verbinding met een apparaat op het thuisnetwerk, via een verzoek aan de router met verschillende poortnummers.

IP-adressen

TCP/IP is het communicatieprotocol op je thuisnetwerk én internet. Wanneer je bijvoorbeeld een webpagina opent, dan gaat er een groot aantal netwerkpakketjes van de computer naar de webserver en terug. De basis daarvan is de IP-adressering. Elke computer, NAS of IP-camera heeft een IP-adres. Elk adres bestaat uit vier blokken van elk maximaal 3 cijfers, van 0 tot 255.

Alle adressen zitten dus tussen 0.0.0.0 en 255.255.255.255, in totaal 4.294.967.296 IP-adressen (2^32). Van al die adressen zijn een paar blokken alleen voor gebruik op privénetwerken, deze kunnen niet op internet worden gebruikt. Dit zijn 10.0.0.0 tot 10.255.255.255, 127.0.0.0 tot 127.255.255.255 en 192.168.0.0 tot 192.168.255.255. Dit geldt overigens voor IPv4. Er is inmiddels een opvolger in de vorm van IPv6, waarbij er genoeg IP-adressen beschikbaar zijn om ieder apparaat een uniek adres te geven. IPv6 wordt echter nog nauwelijks gebruikt.

05 Meerdere routers in het thuisnetwerk

In veel huizen hangt de eigen router achter een router van de internetprovider. Je hebt dan dus twee routers tussen de IP-camera en het internet en je moet dan ook op beide de portforwarding regelen. Je kunt dat heel precies doen door op Router1 een portforwarding-regel maken naar Router2 en van daar nog weer naar de IP-camera. Je kunt Router2 ook in de DMZ (demilitarized zone) van Router1 zetten, dan worden alle verbindingen die binnenkomen naar de tweede router doorgezet.

©PXimport

Zitten er twee routers in het netwerk, dan is op beide portforwarding noodzakelijk.

TCP/IP-poorten

Om een NAS of IP-camera te ontsluiten moet je behalve het IP-adres ook het poortnummer weten waarop de service van dat apparaat bereikbaar is. Een webserver draait bijvoorbeeld standaard op poortnummer 80 en een beveiligde webserver op poortnummer 443. Een apparaat in het netwerk heeft doorgaans één IP-adres met 65.536 mogelijke poortnummers. Zijn op een NAS meerdere diensten actief, bijvoorbeeld een webserver en een ftp-server, dan zal de webserver doorgaans op poort 80 werken en de ftp-server op poort 21. Je kunt echter in de configuratie van de NAS of IP-camera zelf met het poortnummer schuiven en de webserver bijvoorbeeld op poort 2000 draaien als je dat wilt. Tevens kun je aan de internetkant kiezen voor een andere poort dan binnen je netwerk.

Draait de webserver op de NAS bijvoorbeeld op poort 80, kun je die aan de buitenkant koppelen aan poort 5000. Daarom moet je bij elke regel voor portforwarding altijd een externe poort opgeven en een interne. De eerste is de poort op de router, de tweede die op de NAS. De poorten tot en met 1023 zijn gereserveerd voor standaardservices, de poorten boven de 1024 kun je altijd vrij gebruiken.

06 Portforwarding bij ASUS

ASUS behoort inmiddels tot de populairste routermerken. We gebruiken de RT-N66U, maar de firmware komt overeen met die van de meeste ASUS-routers. Log in op de webinterface van de router en blader naar WAN. Klik op Virtual Server/Port Forwarding. Kies bij Enable Port Forwarding voor Yes. Bij Famous Server List kun je nu een veelvoorkomende service kiezen zoals ftp of http (website) waarna de router al het goede poortnummer invult. Je kunt dit ook handmatig doen, dat is zelfs noodzakelijk bij niet-standaard poorten die niet in de lijst met voorgedefinieerde services zitten. Klik in de regel onder Port Forwarding List en type bij Service Name een naam voor deze dienst zodat die later duidelijk te herkennen is.

©PXimport

Toegang tot de webinterface van de NAS op poort 8080 is nu opengezet vanaf internet voor alle browsers op poort 80.

Bij Portrange zet je het poortnummer of de poortnummers waarmee je aan de WAN-kant aanklopt. Selecteer bij Local IP het juiste IP-adres uit de lijst of typ dit IP-adres zelf in. Vul bij Local Port het poortnummer in van de betreffende netwerkdienst op de NAS of IP-camera. Selecteer het protocol (TCP, UDP of BOTH) en bevestig met een klik op Add en Apply.

©PXimport

De ASUS-router weet welke apparaten op zijn interne netwerk zitten en deze kun je ook selecteren bij het configureren van de portforwarding.

TCP, UDP of beide

Bij elke regel voor portforwarding wordt gevraagd of het TCP, UDP of beide (Engels: both) is. TCP en UDP zijn allebei protocollen die het transport van netwerkpakketjes regelen. Het verschil tussen de twee is dat TCP zekerder is, van elk pakketje dat het verstuurt vraagt het om een bevestiging van ontvangst. UDP doet dat niet. Bovenliggende protocollen als http en ftp kunnen vaak met beide overweg. TCP heeft daarbij vaak de voorkeur. Welke je moet gebruiken is afhankelijk van het protocol. Bij twijfel, kies beide. Werkt het niet, wissel dan tussen de drie opties.

07 Portforwarding bij TP-Link

De webinterface van de TP-Link Archer C2 AC750 is gelijk aan die van veel andere routers van TP-Link. Log in op de router en open het menu NAT. Belangrijk is dat bij beide NAT-opties in dat venster de optie Enabled is geselecteerd. Is dat niet het geval, pas dat dan aan en klik op de knop Save. Klik dan op Forwarding / Virtual Server. TP-Link noemt elke machine die op het thuisnetwerk services aanbiedt op het internet een virtual server. Klik op Add new. Je moet nu een regel maken voor de firewall. Deze begint met de Service Port, dat is het externe poortnummer waarmee je vanaf internet aanklopt op de WAN-kant van de router. Bij IP Address komt het IP-adres van de NAS of IP-camera, bij Internal Port het poortnummer op de NAS of IP-camera waar de dienst op te bereiken is die je wilt kunnen gebruiken. Selecteer bij Protocol de juiste instelling (TCP of UDP) en bevestig met Save. De regel is meteen actief.

©PXimport

Twee portforwarding-regels op de TP-Link. Eenmaal binnenkomend poort 5000 naar poort 80 op de NAS en eenmaal binnenkomend poort 80 naar poort 80 op de IP-camera.

©PXimport

TP-Link biedt meerdere NAT-opties, maar de standaardinstelling werkt het beste voor portforwarding.

08 Portforwarding bij Sitecom

Sitecom is één van de populairste routermerken in Nederland. De interface van de door ons gebruikte X8 AC1750 is hetzelfde als veel andere Sitecom-routers. Log in op de beheerpagina van de router en schakel eerst over naar het Nederlands via het menu rechtsboven. De Sitecom heeft een tabblad genaamd Firewall, maar voor portforwarding moet je bij het tabblad Geavanceerd zijn. Klik op Virtuele Server en zet een vinkje voor de optie Virtuele Server aan.

Typ nu bij Lokaal IP het IP-adres van de NAS of de IP-camera op het thuisnetwerk. Bij Lokale poort zet je het poortnummer van de service op de NAS of IP-camera, bij Type kies je weer TCP, UDP of Beide, en bij Publieke poort zet je het poortnummer waarmee je vanaf internet verbinding maakt. Geef de regel een naam in het vak Commentaar en bevestig via Toevoegen en daarna Toepassen. Je kunt meerdere regels toevoegen, en via Selecteren later ook verwijderen.

©PXimport

Sitecom gebruikt de Virtuele Server-functie voor het toegang geven aan een systeem op het LAN vanaf het internet.

09 Portforwarding bij Netgear

We hebben voor Netgear de Nighthawk R7000 gebruikt, maar de interface komt overeen met andere Netgear-routers. Kies in de webinterface Geavanceerd / Geavanceerde instellingen. Klik op Poort doorsturen / poort activeren. Gaat het om een standaard poort, dan kun je die in het menu Servicenaam selecteren en daarna het IP-adres compleet maken. Klik dan op Toevoegen. Wil je meer maatwerk, bijvoorbeeld een niet-standaard poort of een andere poort aan de buitenkant van de router dan waar je naar doorzet op het LAN, klik dan op de wat minder goed zichtbare knop Aangepast service toevoegen. Typ een Servicenaam voor de herkenbaarheid en kies TCP, UDP of TCP/UDP. Je kunt één poort gebruiken door bij Externe beginpoort en Externe eindpoort hetzelfde poortnummer in te vullen, maar je kunt ook meerdere poorten ineens configureren door een reeks te maken met begin- en eindpoortnummers die niet gelijk zijn.

©PXimport

Netgear biedt veel configuratieopties voor de portforwarding op één overzichtelijke pagina.

Als je een andere poort op het LAN wilt gebruiken, haal je het vinkje weg bij Gebruik hetzelfde poortbereik voor interne poort en typ je de poortnummers in. Voer het IP-adres in of selecteer het apparaat in de lijst met Aangesloten apparaten en bevestig met Toepassen.

©PXimport

Wil je een standaard poortnummer één op één doorzetten van WAN naar LAN, dan kun je die selecteren uit het menu met standaard services.

10 Portforwarding met Linksys

Linksys is tegenwoordig onderdeel van Belkin, maar heel veel routers draaien nog software met vooral verwijzingen naar Cisco. Deze verschillen tussen de oudere en nieuwere modellen zijn vooral cosmetisch. Kies in de webinterface Beveiligingsconfiguratie weergeven en wijzigen. Voor portforwarding open je het derde tabblad Toepassingen en games. Linksys biedt de mogelijkheid een poortbereik door te sturen, maar kies voor Enkele poort doorsturen. Klik dan op Doorsturen één poort toevoegen. Geef de regel een naam bij Naam toepassing, voeg een Externe poort toe voor het poortnummer waarmee je vanaf het internet bij de router aanklopt, en een Interne poort, waarop de service actief is op de NAS of IP-camera.

©PXimport

Let er op dat je het vinkje Waar aan vinkt.

Selecteer bij Protocol de optie TCP, UDP of Beide en voeg het IP-adres toe. Let erop dat er een vinkje staat in de kolom Ingeschakeld en klik dan op Opslaan. Bevestig met Toepassen of OK onderop de pagina.

©PXimport

Gemiste kans: het overzicht van aangesloten apparaten kan niet gebruikt worden om eenvoudig een port te forwarden.

Verbinden met alternatieve poort

Wanneer je een website opent, maakt de browser contact met poort 80 van de webserver. Als je 'https' voor de naam van de site zet, dan is dat poort 443. Je kunt de browser echter ook forceren om met een andere poort contact te maken. Dat is noodzakelijk wanneer je zelf op de router als externe poort voor een service bijvoorbeeld poort 5000 hebt geconfigureerd. Om met een browser op een andere poort te verbinden dan de standaardpoort 80, zet je achter het IP-adres of de domeinnaam een dubbele punt en dan het poortnummer. In het geval van poort 5000 wordt dat bijvoorbeeld http://123.12.34.23:5000. Als IP-adres gebruik je het WAN-IP-adres van je router.

▼ Volgende artikel
Review Samsung Galaxy A56 – Weer een hit
© Rens Blom
Huis

Review Samsung Galaxy A56 – Weer een hit

De Galaxy A-serie levert Samsung al jaren verkoopknallers op, en grote kans dat ook de nieuwe Galaxy A56 een hit wordt. Dit toestel biedt namelijk een uitstekende prijs-kwaliteitverhouding en krijgt zes jaar updates. Lees alles over de smartphone in onze uitgebreide Samsung Galaxy A56 review.

Uitstekend
Conclusie

De Samsung Galaxy A56 is een typische smartphone voor het grote publiek. Hij laat geen steken vallen en blinkt eigenlijk ook nergens echt in uit. Het is gewoon een fijne smartphone met een goed scherm, lange accuduur en zes jaar updategarantie. Gelet op de straatprijs van circa 380 euro is de Galaxy A56 daarom een toestel met een uitstekende prijs-kwaliteitverhouding.

Plus- en minpunten
  • Functioneel, luxe ontwerp
  • Mooi scherm
  • Lange accuduur
  • Zes jaar updates
  • Geen microSD-kaartslot voor uitbreiding opslag
  • Macrocamera voegt weinig toe
  • Te veel nadruk op aanmaken Samsung-account

De Galaxy A-reeks van 2025 bestaat op moment van schrijven uit de A26, A36 en A56. Hoe hoger het getal, hoe completer en duurder het toestel. De adviesprijs van de A56 bedraagt 480 euro, maar na de release medio maart is de straatprijs van de smartphone eind april al gezakt naar 380 euro. Een veel vriendelijkere prijs. Ook de versie met meer opslagcapaciteit (256 GB in plaats van 128 GB) is al tientallen euro's in prijs gezakt.

©Rens Blom

Premium ontwerp

Kijk je naar de A56, dan kijk je zonder twijfel naar een moderne Samsung-smartphone. De A56 past precies in Samsungs straatje en dat vinden we helemaal prima, want het ontwerp komt luxe over en de smartphone houdt prettig vast. Ook fijn is dat de A56 waterdicht is en wat minder weegt dan zijn voorganger, de A55. Met 198 gram is het gewicht nu gangbaar voor een toestel met 6,7 inch-scherm. Door zijn afmetingen is de A56 wel lastig met één hand te bedienen. Daar staat tegenover dat het grote scherm zich goed leent voor het bekijken van filmpjes, het typen met twee handen en het spelen van games.

©Rens Blom

Het scherm bevalt ons sowieso erg goed. Het oledscherm heeft een Full-HD-resolutie, soepele 120Hz-verversingssnelheid en kan erg fel. De zomers aanvoelende dagen medio en eind april brachten een krachtig zonnetje met zich mee, maar we konden het scherm van de Galaxy A56 buiten goed aflezen.

Complete specificaties

Zoals we gewend zijn van de Galaxy A-serie, biedt ook de A56 een mooi totaalpakket aan functies voor een sympathieke prijs. Dat begint bij de processor. De nieuwe, door Samsung zelf ontwikkelde processor, is lekker snel en werkt samen met 8 GB werkgeheugen. Er zijn wat toestellen die beter omgaan met zware games, maar voor de meeste toepassingen is de A56 goed uitgerust.

©Rens Blom

De A56 heeft daarnaast ondersteuning voor e-sim (een digitale simkaart), lekker duidelijke luidsprekers en keuze uit 128 GB of 256 GB opslagcapaciteit. Omdat het prijsverschil tussen de twee opslagversies slechts enkele tientjes bedraagt, raden wij de meeste mensen aan om de 256GB-variant te kiezen. Waarom? Die heeft veel meer ruimte voor je apps, foto's, filmpjes en andere bestanden en niet te vergeten: updates die jarenlang beschikbaar komen. Omdat de smartphone geen microSD-kaartslot heeft, moet je het doen met de ingebouwde opslagcapaciteit. Als je de A56 jaren wilt gebruiken, lijkt het ons verstandig om eenmalig iets meer te betalen voor veel meer opslagruimte.

©Rens Blom

Snel opladen, voor Samsungs doen

Dan de accuduur, een punt waarop Galaxy A-smartphones al jaren (meer dan) prima scoren. De A56 zet die traditie voort. Hoewel de accucapaciteit met 5000 mAh zeker niet groter is dan gebruikelijk en het scherm met 6,7 inch van gangbare grootte is, weet de A56 toch een lange accuduur te realiseren. Wij hebben in de testperiode nooit moeite gehad om een lange dag door te komen, ook niet als we het toestel een uur als hotspot gebruikten om op onze laptop te kunnen internetten in de trein. Dat soort zaken trekken de smartphone-accu sneller leeg, maar de A56 is lekker zuinig.

Het opladen kan helaas niet draadloos, maar dat is een logische bezuiniging in een betaalbare smartphone. Opladen via de usb-c-kabel dus, die in de doos zit. De adapter dien je zelf te regelen. Het loont om een adapter te pakken of kopen die via het juiste protocol 45 watt of meer aan stroom levert. De Galaxy A45 kan namelijk laden met maximaal 45 watt. Dat is veel sneller dan de meeste andere Samsung-smartphones, waardoor de accu sneller vol is. In vergelijking met de concurrentie is 45 watt prima, maar niet bijzonder. Er zijn genoeg smartphones die 65 tot 100 watt aankunnen.

©Rens Blom

Camera's

Met de Galaxy A56 kun je mooie foto's schieten, vooral met de hoofdcamera van 50 megapixel. Die staat echt zijn mannetje. De groothoekcamera van 12 megapixel is minder goed, maar volstaat ook en legt een lekker wijd deel van de situatie vast. De macrocamera van 5 megapixel voegt naar onze mening weinig toe, maar zit ook niet in de weg. De A56 kan zoomen via de hoofdcamera, maar dan holt de kwaliteit wel achteruit.

De selfiecamera vinden we opvallend goed, wat een opsteker is voor wie graag selfies neemt of videogesprekken voert met zijn telefoon.

©Rens Blom

Van boven naar beneden: de hoofdcamera, groothoekcamera en een paar keer zoom.

Zes jaar updates

Een prettige gedachte bij de Galaxy A56 is dat Samsung zes jaar complete updates belooft. Je krijgt dus de komende jaren verschillende Android-upgrades en kunt ook zes jaar lang beveiligingsupdates verwachten. Erg netjes, gelet op de prijs van de telefoon.

©Rens Blom

Samsungs OneUI-softwareschil over Android heen is wat druk en wil héél graag dat je een Samsung-account aanmaakt. Dat is echter niet verplicht. OneUI biedt allerlei handigheidjes, waarvan een deel leunt op kunstmatige intelligentie (AI). Er valt veel te proberen.

Conclusie: Samsung Galaxy A56 kopen?

De Samsung Galaxy A56 is een typische smartphone voor het grote publiek. Hij laat geen steken vallen en blinkt eigenlijk ook nergens echt in uit. Het is gewoon een fijne smartphone met een goed scherm, lange accuduur en zes jaar updategarantie. Gelet op de straatprijs van circa 380 euro is de Galaxy A56 daarom een toestel met een uitstekende prijs-kwaliteitverhouding.

▼ Volgende artikel
Een vaatwasser die de vaat droogt: hoe doet-ie dat eigenlijk?
© Davizro Photography
Huis

Een vaatwasser die de vaat droogt: hoe doet-ie dat eigenlijk?

Bij het kiezen van de ideale vaatwasser zijn er heel wat zaken om op te letten. Eén daarvan is de droogtechniek die wordt toegepast. Er zijn grofweg drie methodes: ventilatiedroging, condensdroging en drogen met zeoliet. In dit artikel leggen we uit wat elke techniek precies inhoudt.

⏱ In dit artikel leggen we je alles uit over de verschillende droogtechnieken die vaatwasmachines kunnen gebruiken:

  • Drogen met de ventilatiedroogtechniek (verdamping)
  • Drogen met de condensdroogtechniek
  • Drogen met zeoliet

Ook interessant voor jou: De belangrijkste functies en programma’s van je vaatwasser uitgelegd

Schoon én droog

Een vaatwasser moet natuurlijk in de eerste plaats zorgen voor blinkend schone vaat. Maar minstens zo belangrijk is hoe goed hij alles droogt, want niets is zo irritant als bij het uitruimen alsnog de theedoek tevoorschijn moeten halen. Blijft er water achter op borden of in glazen, dan loop je bovendien het risico op schimmelvorming – en dat is allesbehalve fris. Ben je toe aan een nieuwe vaatwasser? Let dan zeker ook op de gebruikte droogtechniek.

Vaatwassers met ventilatiedroogtechniek

Een veelgebruikte manier om de vaat te drogen, is door het water te laten verdampen. Dit wordt ook wel de ventilatiedroogtechniek genoemd. Sommige vaatwassers hebben een mechanische arm die de deur automatisch opent zodra het programma is afgelopen. Het warme vocht in de machine kan dan vanzelf ontsnappen. Je kunt de deur natuurlijk ook handmatig openen, maar doe dat dan wel meteen na afloop van het programma. Omdat zowel de vaat als het water dan nog warm zijn, verdampt het vocht sneller dan wanneer je langer wacht.

Deze methode is het meest milieuvriendelijk, maar heeft ook een nadeel: het kan vrij lang duren voordat alles echt droog is. En soms blijft er toch nog vocht achter, waardoor je alsnog naar die theedoek moet grijpen.

©VLADYSLAV LEHIR

Vaatwassers met condensdroogtechniek

Een andere mogelijkheid is een vaatwasser met condensdroogtechniek. Deze methode is vooral geschikt als je vaak glaswerk, aardewerk of roestvrij staal reinigt. De warme, vochtige lucht in de machine slaat daarbij neer op de koelere wanden van de binnenruimte. Het gecondenseerde water wordt opgevangen en vervolgens weggepompt.

Het nadeel van deze techniek is dat de vaat vaak nog niet helemaal droog is wanneer het programma klaar is. Een theedoek blijft dus onmisbaar. Wil je toch profiteren van dit betaalbare systeem? Combineer het dan met handmatige ventilatie: zet de deur na afloop even op een kier zodat de stoom sneller kan ontsnappen en de vaat beter nadroogt.

Vaatwassers met zeoliet: hoe werkt dat?

De beste droogtechniek van dit moment? Dat is zonder twijfel zeolietdroging. Zeoliet is een mineraal dat warmte afgeeft zodra het in aanraking komt met water. Gebruikers zijn vaak laaiend enthousiast: volgens velen is hun vaat nog nooit zó goed droog uit de machine gekomen. Of het nu om plastic bakjes, glazen of borden gaat – alles komt er kurkdroog uit, ongeacht waar het staat in de vaatwasser. Niet gek dus dat modellen met deze techniek steeds populairder worden en steeds meer gemeengoed worden. Ze zijn dan ook bij diverse webwinkels te vinden.

Maar hoe werkt het precies? Onder in de vaatwasser liggen speciale zeolietkorrels. Zodra het programma is afgelopen en het water is afgevoerd, komen de korrels in actie. Ze geven warmte af aan de binnenruimte, waardoor de vaat efficiënt wordt gedroogd. Handig: de korrels regenereren zichzelf na elke wasbeurt. Je hoeft ze dus nooit te vervangen. Bovendien is dit systeem ook nog eens bijzonder energiezuinig.

Fijn: Vaatwassers met zeoliet zijn niet per se duurder dan de andere varianten. De prijs wordt mede bepaald door het type vaatwasser dat je aanschaft en de manier waarop je hem installeert.

VentilatieCondensZeoliet
✅ Meest eco-vriendelijk✅ Heel geschikt voor glas, aardewerk of staal✅ Vaat echt droog
❌ Drogen duurt lang❌ Vaat niet altijd helemaal droog✅ Energie-efficiënt
❌ Vaat niet altijd helemaal droog