ID.nl logo
Benader je thuisnetwerk vanaf internet
© PXimport
Huis

Benader je thuisnetwerk vanaf internet

Ieder thuisnetwerk zit achter een router. De router zorgt ervoor dat alle pc's van het thuisnetwerk toegang hebben tot internet. Wil je een apparaat in je huis benaderen vanaf het internet, dan voorkomt de router dat juist. Je zult poorten moeten openen en toegang moeten verlenen. Hoe doe je dat?

In elk thuisnetwerk zit minimaal één router. Vaak is deze gecombineerd met het modem, maar noodzakelijk is dat niet. De belangrijkste taak van een router is het routeren, dat wil zeggen het door een netwerk loodsen van een netwerkbericht of datapakketje om het van de ene plek op de andere te krijgen. Routers gebruiken daarvoor het IP-adres van de bestemming dat in elk netwerkpakketje staat. Ze beslissen dan heel snel of dat IP-adres op het thuisnetwerk hoort. Zo niet, dan stuurt de router het pakketje het netwerk van de provider op. De router doet echter nog veel meer. Een tweede belangrijke functie van een router is NAT (Network Address Translation): dit is het vervangen van het IP-adres van een netwerkpakketje door een ander IP-adres binnen het thuisnetwerk. Dit is noodzakelijk omdat een deel van alle bestaande IP-adressen alleen op het thuisnetwerk kan worden gebruikt en niet op internet.

De derde belangrijke functie van de router is de firewall. De router zal standaard elk bericht dat van het internet komt beoordelen en het enkel doorlaten als het een antwoord is op een bericht van een computer op het thuisnetwerk. Alle andere berichten worden geblokkeerd, zo beveiligt de firewall het thuisnetwerk tegen indringers. Samen zorgen deze functies voor een prima verbinding met internet, maar maken ze het benaderen van het thuisnetwerk vanaf het internet een stuk lastiger. Toch wil je sommige apparaten binnen je thuisnetwerk wel vanaf internet benaderen, bijvoorbeeld een NAS of een webcam.

01 Het eigen netwerk

Mogelijk weet je al het een en ander over je netwerk, maar voor portforwarding moet je in elk geval de IP-configuratie kennen van zowel de router als van het apparaat dat je wilt ontsluiten via internet. Om het netwerk te verkennen open je in Windows een opdrachtprompt: klik op de startknop, tik een deel van het woord opdrachtprompt en klik op de optie Opdrachtprompt. In het opdrachtpromptvenster voer je het commando ipconfig uit. Zo achterhaal je het eigen IP-adres, het subnetmasker, maar ook het IP-adres van de standaardgateway (dat is het adres van de router). Het IP-adres van de NAS of IP-camera zit in hetzelfde netwerk als de pc en de router. Je kunt ook een netwerkscanner als Angry IP Scanner gebruiken. Op je smartphone kun je een app als Fing (ook voor Android) gebruiken om deze informatie te verkrijgen.

©PXimport

Om het netwerk te leren kennen gebruik je de opdrachtprompt.

©PXimport

Ook met smartphone en een app als Fing kun je eenvoudig het IP-adres van de router vinden.

02 Inloggen op de router

Beheer van de router gaat altijd via de browser. Start de browser en typ in de adresbalk het IP-adres van de standaardgateway, bijvoorbeeld http://192.168.1.1. Log in met je gebruikersnaam en wachtwoord. Anders dan de apparaten in het thuisnetwerk, heeft een router niet één, maar twee IP-adressen. Het IP-adres aan de kant van het thuisnetwerk is het IP-adres van de router als standaardgateway. Daarnaast heeft de router nog een IP-adres aan de kant van het internet, vaak de WAN-poort geheten. Beide IP-adressen zijn te vinden in de configuratie van de router. Noteer de IP-adressen, later heb je allebei nodig. Als je alles goed hebt ingesteld, gebruik je het externe IP-adres (van de WAN-poort) om vanaf internet verbinding te maken met bijvoorbeeld je NAS of IP-camera.

©PXimport

De router heeft twee IP-adressen, een voor het interne netwerk (LAN) en een voor op internet (WAN).

03 Vast IP-adres

Voor portforwarding is het belangrijk dat het apparaat dat je via internet wilt gebruiken, zoals een NAS of IP-camera, altijd op hetzelfde IP-adres in het thuisnetwerk te vinden is. Het apparaat mag dus niet via DHCP zijn IP-adres krijgen, maar een vast IP-adres hebben. Dit wordt ook wel een 'static' IP-adres genoemd. In de configuratie van de NAS of IP-camera kun je zo'n vast IP-adres instellen. Log daarvoor in op de webinterface van het apparaat en open de netwerkconfiguratie.

©PXimport

Geef alle apparaten die je wilt kunnen bereiken vanaf internet een vast IP-adres op het thuisnetwerk.

04 De theorie van portforwarding

Om alles zo in te stellen dat iemand via internet de beelden van de IP-camera in het thuisnetwerk kan zien, moet je een aantal gegevens weten. Gezien vanaf het internet zijn dat: het IP-adres aan de WAN-kant van de router, het IP-adres op het thuisnetwerk van de IP-camera en het poortnummer waarop de webcamsoftware actief is op de IP-camera. Bij portforwarding open je dan een poort in de firewall van de router (dat kan poort 80 zijn of poort 5000) en die koppel je aan het IP-adres van de IP-camera en het poortnummer op de IP-camera.

Wanneer je vervolgens een browser opent en zorgt dat deze echt via internet verbinding maakt (dus niet via het interne netwerk) en het adres van de router in de adresbalk typt met het juiste poortnummer, dan zal de firewall die verbinding accepteren en doorzetten naar het IP-adres en het poortnummer dat je hebt opgegeven in de regel voor portforwarding. Vanaf stap 6 laten we je voor een aantal populaire merken routers zien hoe je portforwarding instelt.

©PXimport

De iPhone en notebook maken beide verbinding met een apparaat op het thuisnetwerk, via een verzoek aan de router met verschillende poortnummers.

IP-adressen

TCP/IP is het communicatieprotocol op je thuisnetwerk én internet. Wanneer je bijvoorbeeld een webpagina opent, dan gaat er een groot aantal netwerkpakketjes van de computer naar de webserver en terug. De basis daarvan is de IP-adressering. Elke computer, NAS of IP-camera heeft een IP-adres. Elk adres bestaat uit vier blokken van elk maximaal 3 cijfers, van 0 tot 255.

Alle adressen zitten dus tussen 0.0.0.0 en 255.255.255.255, in totaal 4.294.967.296 IP-adressen (2^32). Van al die adressen zijn een paar blokken alleen voor gebruik op privénetwerken, deze kunnen niet op internet worden gebruikt. Dit zijn 10.0.0.0 tot 10.255.255.255, 127.0.0.0 tot 127.255.255.255 en 192.168.0.0 tot 192.168.255.255. Dit geldt overigens voor IPv4. Er is inmiddels een opvolger in de vorm van IPv6, waarbij er genoeg IP-adressen beschikbaar zijn om ieder apparaat een uniek adres te geven. IPv6 wordt echter nog nauwelijks gebruikt.

05 Meerdere routers in het thuisnetwerk

In veel huizen hangt de eigen router achter een router van de internetprovider. Je hebt dan dus twee routers tussen de IP-camera en het internet en je moet dan ook op beide de portforwarding regelen. Je kunt dat heel precies doen door op Router1 een portforwarding-regel maken naar Router2 en van daar nog weer naar de IP-camera. Je kunt Router2 ook in de DMZ (demilitarized zone) van Router1 zetten, dan worden alle verbindingen die binnenkomen naar de tweede router doorgezet.

©PXimport

Zitten er twee routers in het netwerk, dan is op beide portforwarding noodzakelijk.

TCP/IP-poorten

Om een NAS of IP-camera te ontsluiten moet je behalve het IP-adres ook het poortnummer weten waarop de service van dat apparaat bereikbaar is. Een webserver draait bijvoorbeeld standaard op poortnummer 80 en een beveiligde webserver op poortnummer 443. Een apparaat in het netwerk heeft doorgaans één IP-adres met 65.536 mogelijke poortnummers. Zijn op een NAS meerdere diensten actief, bijvoorbeeld een webserver en een ftp-server, dan zal de webserver doorgaans op poort 80 werken en de ftp-server op poort 21. Je kunt echter in de configuratie van de NAS of IP-camera zelf met het poortnummer schuiven en de webserver bijvoorbeeld op poort 2000 draaien als je dat wilt. Tevens kun je aan de internetkant kiezen voor een andere poort dan binnen je netwerk.

Draait de webserver op de NAS bijvoorbeeld op poort 80, kun je die aan de buitenkant koppelen aan poort 5000. Daarom moet je bij elke regel voor portforwarding altijd een externe poort opgeven en een interne. De eerste is de poort op de router, de tweede die op de NAS. De poorten tot en met 1023 zijn gereserveerd voor standaardservices, de poorten boven de 1024 kun je altijd vrij gebruiken.

06 Portforwarding bij ASUS

ASUS behoort inmiddels tot de populairste routermerken. We gebruiken de RT-N66U, maar de firmware komt overeen met die van de meeste ASUS-routers. Log in op de webinterface van de router en blader naar WAN. Klik op Virtual Server/Port Forwarding. Kies bij Enable Port Forwarding voor Yes. Bij Famous Server List kun je nu een veelvoorkomende service kiezen zoals ftp of http (website) waarna de router al het goede poortnummer invult. Je kunt dit ook handmatig doen, dat is zelfs noodzakelijk bij niet-standaard poorten die niet in de lijst met voorgedefinieerde services zitten. Klik in de regel onder Port Forwarding List en type bij Service Name een naam voor deze dienst zodat die later duidelijk te herkennen is.

©PXimport

Toegang tot de webinterface van de NAS op poort 8080 is nu opengezet vanaf internet voor alle browsers op poort 80.

Bij Portrange zet je het poortnummer of de poortnummers waarmee je aan de WAN-kant aanklopt. Selecteer bij Local IP het juiste IP-adres uit de lijst of typ dit IP-adres zelf in. Vul bij Local Port het poortnummer in van de betreffende netwerkdienst op de NAS of IP-camera. Selecteer het protocol (TCP, UDP of BOTH) en bevestig met een klik op Add en Apply.

©PXimport

De ASUS-router weet welke apparaten op zijn interne netwerk zitten en deze kun je ook selecteren bij het configureren van de portforwarding.

TCP, UDP of beide

Bij elke regel voor portforwarding wordt gevraagd of het TCP, UDP of beide (Engels: both) is. TCP en UDP zijn allebei protocollen die het transport van netwerkpakketjes regelen. Het verschil tussen de twee is dat TCP zekerder is, van elk pakketje dat het verstuurt vraagt het om een bevestiging van ontvangst. UDP doet dat niet. Bovenliggende protocollen als http en ftp kunnen vaak met beide overweg. TCP heeft daarbij vaak de voorkeur. Welke je moet gebruiken is afhankelijk van het protocol. Bij twijfel, kies beide. Werkt het niet, wissel dan tussen de drie opties.

07 Portforwarding bij TP-Link

De webinterface van de TP-Link Archer C2 AC750 is gelijk aan die van veel andere routers van TP-Link. Log in op de router en open het menu NAT. Belangrijk is dat bij beide NAT-opties in dat venster de optie Enabled is geselecteerd. Is dat niet het geval, pas dat dan aan en klik op de knop Save. Klik dan op Forwarding / Virtual Server. TP-Link noemt elke machine die op het thuisnetwerk services aanbiedt op het internet een virtual server. Klik op Add new. Je moet nu een regel maken voor de firewall. Deze begint met de Service Port, dat is het externe poortnummer waarmee je vanaf internet aanklopt op de WAN-kant van de router. Bij IP Address komt het IP-adres van de NAS of IP-camera, bij Internal Port het poortnummer op de NAS of IP-camera waar de dienst op te bereiken is die je wilt kunnen gebruiken. Selecteer bij Protocol de juiste instelling (TCP of UDP) en bevestig met Save. De regel is meteen actief.

©PXimport

Twee portforwarding-regels op de TP-Link. Eenmaal binnenkomend poort 5000 naar poort 80 op de NAS en eenmaal binnenkomend poort 80 naar poort 80 op de IP-camera.

©PXimport

TP-Link biedt meerdere NAT-opties, maar de standaardinstelling werkt het beste voor portforwarding.

08 Portforwarding bij Sitecom

Sitecom is één van de populairste routermerken in Nederland. De interface van de door ons gebruikte X8 AC1750 is hetzelfde als veel andere Sitecom-routers. Log in op de beheerpagina van de router en schakel eerst over naar het Nederlands via het menu rechtsboven. De Sitecom heeft een tabblad genaamd Firewall, maar voor portforwarding moet je bij het tabblad Geavanceerd zijn. Klik op Virtuele Server en zet een vinkje voor de optie Virtuele Server aan.

Typ nu bij Lokaal IP het IP-adres van de NAS of de IP-camera op het thuisnetwerk. Bij Lokale poort zet je het poortnummer van de service op de NAS of IP-camera, bij Type kies je weer TCP, UDP of Beide, en bij Publieke poort zet je het poortnummer waarmee je vanaf internet verbinding maakt. Geef de regel een naam in het vak Commentaar en bevestig via Toevoegen en daarna Toepassen. Je kunt meerdere regels toevoegen, en via Selecteren later ook verwijderen.

©PXimport

Sitecom gebruikt de Virtuele Server-functie voor het toegang geven aan een systeem op het LAN vanaf het internet.

09 Portforwarding bij Netgear

We hebben voor Netgear de Nighthawk R7000 gebruikt, maar de interface komt overeen met andere Netgear-routers. Kies in de webinterface Geavanceerd / Geavanceerde instellingen. Klik op Poort doorsturen / poort activeren. Gaat het om een standaard poort, dan kun je die in het menu Servicenaam selecteren en daarna het IP-adres compleet maken. Klik dan op Toevoegen. Wil je meer maatwerk, bijvoorbeeld een niet-standaard poort of een andere poort aan de buitenkant van de router dan waar je naar doorzet op het LAN, klik dan op de wat minder goed zichtbare knop Aangepast service toevoegen. Typ een Servicenaam voor de herkenbaarheid en kies TCP, UDP of TCP/UDP. Je kunt één poort gebruiken door bij Externe beginpoort en Externe eindpoort hetzelfde poortnummer in te vullen, maar je kunt ook meerdere poorten ineens configureren door een reeks te maken met begin- en eindpoortnummers die niet gelijk zijn.

©PXimport

Netgear biedt veel configuratieopties voor de portforwarding op één overzichtelijke pagina.

Als je een andere poort op het LAN wilt gebruiken, haal je het vinkje weg bij Gebruik hetzelfde poortbereik voor interne poort en typ je de poortnummers in. Voer het IP-adres in of selecteer het apparaat in de lijst met Aangesloten apparaten en bevestig met Toepassen.

©PXimport

Wil je een standaard poortnummer één op één doorzetten van WAN naar LAN, dan kun je die selecteren uit het menu met standaard services.

10 Portforwarding met Linksys

Linksys is tegenwoordig onderdeel van Belkin, maar heel veel routers draaien nog software met vooral verwijzingen naar Cisco. Deze verschillen tussen de oudere en nieuwere modellen zijn vooral cosmetisch. Kies in de webinterface Beveiligingsconfiguratie weergeven en wijzigen. Voor portforwarding open je het derde tabblad Toepassingen en games. Linksys biedt de mogelijkheid een poortbereik door te sturen, maar kies voor Enkele poort doorsturen. Klik dan op Doorsturen één poort toevoegen. Geef de regel een naam bij Naam toepassing, voeg een Externe poort toe voor het poortnummer waarmee je vanaf het internet bij de router aanklopt, en een Interne poort, waarop de service actief is op de NAS of IP-camera.

©PXimport

Let er op dat je het vinkje Waar aan vinkt.

Selecteer bij Protocol de optie TCP, UDP of Beide en voeg het IP-adres toe. Let erop dat er een vinkje staat in de kolom Ingeschakeld en klik dan op Opslaan. Bevestig met Toepassen of OK onderop de pagina.

©PXimport

Gemiste kans: het overzicht van aangesloten apparaten kan niet gebruikt worden om eenvoudig een port te forwarden.

Verbinden met alternatieve poort

Wanneer je een website opent, maakt de browser contact met poort 80 van de webserver. Als je 'https' voor de naam van de site zet, dan is dat poort 443. Je kunt de browser echter ook forceren om met een andere poort contact te maken. Dat is noodzakelijk wanneer je zelf op de router als externe poort voor een service bijvoorbeeld poort 5000 hebt geconfigureerd. Om met een browser op een andere poort te verbinden dan de standaardpoort 80, zet je achter het IP-adres of de domeinnaam een dubbele punt en dan het poortnummer. In het geval van poort 5000 wordt dat bijvoorbeeld http://123.12.34.23:5000. Als IP-adres gebruik je het WAN-IP-adres van je router.

▼ Volgende artikel
Consumenten testen: de Philips PureProtect Pro slimme luchtreiniger
© Philips
Energie

Consumenten testen: de Philips PureProtect Pro slimme luchtreiniger

De Philips PureProtect Pro slimme luchtreiniger biedt een effectieve manier om de luchtkwaliteit binnenshuis te verbeteren, ondersteund door slimme technologie en een strak ontwerp. Het Review.nl Testpanel boog zich voor de gelegenheid over het apparaat. Hieronder lees je een uitgebreid relaas over de ervaringen van onze testers.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Philips

Een van de meest geprezen eigenschappen van de Philips PureProtect Pro 4200-series (AC4220/12), zoals dit apparaat voluit heet, is het design. De testers zijn enthousiast over het moderne en strakke uiterlijk van het apparaat, dat niet alleen functioneel is, maar ook als decoratief element in huis kan dienen. Soni07, die het apparaat een 9 gaf, vat het mooi samen: "Het slanke ontwerp met de lichtring is supermodern en past geweldig goed in mijn woonkamer zonder eruit te zien als een typisch apparaat.

Het formaat van de luchtreiniger roept echter gemengde reacties op. Hoewel de meeste testers het ontwerp waarderen, zoals Abel K., die het apparaat 'stijlvol en passend in vrijwel ieder interieur' noemt, zijn er ook opmerkingen dat het apparaat groot is en daardoor wat lastig te plaatsen. Varius040 wijst daarnaast op een klein nadeel in het ontwerp: "De luchtsensor zit aan de achterkant, waardoor het apparaat niet goed in een hoek of dicht bij een muur kan worden geplaatst."

De lichtring, die de luchtkwaliteit aangeeft door van kleur te veranderen, wordt als zeer nuttig ervaren. Varius040 en meerdere andere testers vinden dit een handige visuele functie: "De kleurverandering die de luchtkwaliteit aangeeft, is echt een fijne functie."

©Philips

Gebruiksgemak staat centraal

Het gebruiksgemak van deze Philips-luchtreiniger wordt in vrijwel alle reviews benadrukt. De installatie verloopt soepel, met behulp van duidelijke instructies en een handige QR-code in de doos. Nienke22 geeft aan: "Zonder instructie had ik niet geweten waar te beginnen, maar dankzij de QR-code was het koppelen aan de app een fluitje van een cent.

Een andere tester complimenteert de combinatie van eenvoudige bediening op het apparaat zelf en de uitgebreide mogelijkheden via de Air+-app. Met deze app kunnen gebruikers de luchtkwaliteit in realtime monitoren en instellingen aanpassen. Dat maakt de luchtreiniger geschikt voor zowel technologische beginners als ervaren gebruikers. Zoals Rob85 opmerkt: "De slimme functies van het apparaat komen volledig tot hun recht via de Philips Air+-app."

Wel wordt er af en toe een verbeterpunt genoemd. Zo merkt een tester op dat 'de ledlampjes in de nachtmodus best fel zijn', wat vooral in donkere slaapkamers een storend effect kan hebben.

“De app is overzichtelijk en geeft me echt inzicht in de luchtkwaliteit.”

- Nienke22

Prestaties die de verwachtingen overtreffen

De PureProtect Pro presteert uitstekend als het gaat om luchtzuivering. Veel testers geven aan dat de luchtkwaliteit in huis merkbaar verbetert, wat resulteert in minder allergieklachten en een schonere omgeving. Rob85 merkt bijvoorbeeld: "Na een aantal dagen merkte ik direct het effect van de schone lucht op mijn droge ogen. Ook is er merkbaar minder stof in huis sinds de installatie."

De automatische modus wordt vaak als bijzonder handig ervaren, omdat het apparaat zelfstandig reageert op veranderingen in de luchtkwaliteit. Soni07 beschrijft: "Elke keer als ik kook of deodorant spuit, registreert het apparaat onmiddellijk de verandering en gaat hij aan de slag." Dit toont de gevoeligheid en efficiëntie van de ingebouwde sensoren.

Ook voor specifieke situaties, zoals het verminderen van geurtjes in huis, blijkt de luchtreiniger effectief. Abel K. vertelt: "Sinds we deze luchtreiniger hebben, merken we dat we minder last hebben van kattenbakgeurtjes." Voor mensen met allergieën is het apparaat een grote aanwinst, zoals blijkt uit de ervaring van Rork: "Ik merkte minder last van mijn allergie en daardoor sliep ik beter."

©Philips

Stille kracht in huis

Een belangrijke eigenschap van deze slimme luchtreiniger is het lage geluidsniveau, vooral in de nachtmodus. Dit maakt het apparaat ideaal voor gebruik in slaapkamers. Soni07 noemt het apparaat 'bijna geluidloos' en voegt eraan toe: "Ik laat hem de hele nacht aanstaan en je merkt niet dat hij aanstaat."

Op hogere standen kan het apparaat echter wat luidruchtiger worden, wat vooral wordt opgemerkt in situaties waarbij intensieve luchtzuivering nodig is, zoals tijdens het koken of bij slechte luchtkwaliteit. Toch ervaren de meeste testers het geluidsniveau als acceptabel en passend bij de krachtige prestaties.

Kritische punten: filters en prijs

Hoewel de Philips PureProtect Pro 4200-series over het algemeen zeer positief wordt beoordeeld, noemen de testers toch een paar aandachtspunten. Zo worden bijvoorbeeld de prijs van zowel het apparaat als de vervangingsfilters door meerdere testers genoemd. Nienke22 stelt: "Ik ben benieuwd hoelang het filter meegaat. De filters zijn namelijk redelijk prijzig."

Daarnaast wordt het formaat van het apparaat soms als een nadeel genoemd, vooral in kleinere ruimtes. Dat kan het moeilijk maken om een geschikte plaats in huis te vinden.

©Philips

✅ Pluspunten

  • Strak en modern ontwerp dat in elk interieur past.

  • Krachtige en snelle luchtzuivering, ideaal voor allergieën.

  • Gebruiksvriendelijke installatie en slimme app-functionaliteiten.

  • Stil genoeg voor gebruik in de slaapkamer.

❌ Minpunten

  • Relatief groot formaat dat niet overal makkelijk past.

  • Kosten van filters en apparaat aan de hogere kant.

  • Ledverlichting in nachtmodus kan als storend worden ervaren.

Conclusie: een slimme keuze voor gezondere lucht

Met een gemiddelde score van een 8,7 is de Philips PureProtect Pro 4200-series een indrukwekkend apparaat dat stijlvol design combineert met krachtige prestaties en geavanceerde technologie. De luchtreiniger scoort hoog op gebruiksgemak, efficiëntie en stil functioneren, waardoor het de ideale keuze is voor huishoudens die de luchtkwaliteit willen verbeteren.

Meer weten over deze luchtreiniger? Check Kieskeurig.nl!
▼ Volgende artikel
Magnetron kopen? Dit is waar je op moet letten
© grzymkiewicz
Huis

Magnetron kopen? Dit is waar je op moet letten

Een magnetron kiezen lijkt misschien eenvoudig, maar schijn bedriegt. Er zijn allerlei opties waarvoor je kunt kiezen. Ga je voor een simpele uitvoering of een model met uitgebreide functies? Hoe belangrijk zijn vermogen, inhoud en bediening? In dit artikel helpen we je stap voor stap bij het maken van de juiste keuze.

Om de voor jou beste magnetron te vinden, let je op de volgende punten:

  • Type magnetron
  • Functies
  • Inhoud
  • Vermogen
  • Draaiplateau
  • Bediening
  • Inbouw of vrijstaand

Lees ook: Deze functies kun je tegenkomen op een magnetron

Een belangrijke eerste keuze is het type magnetron. Er zijn twee hoofdvarianten: de solo magnetron en de combimagnetron.

Een solo magnetron is de meest eenvoudige uitvoering en geschikt voor mensen die vooral willen opwarmen of ontdooien. Een combimagnetron biedt meer mogelijkheden. Naast de standaard magnetronfunctie heeft dit type ook functies zoals een oven, grill en soms zelfs stoom. Wil je dus meer doen dan alleen opwarmen of ontdooien, dan is dit voor jou het geschikte type – vooral als je wat kleiner behuisd bent en geen ruimte in je keuken hebt voor een aparte oven.

Functies

De functies bepalen wat je allemaal met je magnetron kunt doen. Naast de standaard magnetronfunctie, waarmee je eten kunt opwarmen en ontdooien, bieden veel modellen extra opties.

Met de ovenfunctie kun je gerechten garen en bakken (denk aan pizza of cake). Deze functie zorgt voor een gelijkmatige verwarming. Houd je van ovenschotels, dan is deze functie eigenlijk ook onontbeerlijk. De grillfunctie voegt daar nog een extra dimensie aan toe: je kunt vlees of groenten een knapperig laagje geven of zorgen voor een goudbruin gegratineerd kaaslaagje.

Met de stoomfunctie kun je gezonde maaltijden bereiden. Deze functie is perfect voor groenten, vis of rijst, omdat het voedingsstoffen en smaak behoudt.

Sommige magnetrons bieden daarnaast speciale programma's, zoals een crisp-functie (voor krokante snacks) of automatische kookprogramma's waarmee je zonder veel nadenken gerechten kunt bereiden.

Bij het kiezen van een magnetron is het slim om na te gaan welke functies je echt vaak gebruikt. Voor simpel gebruik is een model met alleen de basisfuncties vaak voldoende, maar als je creatief wilt koken, is een combimagnetron met extra mogelijkheden de investering waard.

Knisperknasper

Magnetrons met crisp-functie

Inhoud

De inhoud van de magnetron bepaalt hoeveel eten je erin kwijt kunt. Een inhoud van minder dan 25 liter is compact en geschikt voor een- of tweepersoonshuishoudens. Dit formaat is ideaal als je vooral kleinere gerechten of porties opwarmt.

Voor gezinnen of als je vaak in het groot kookt is een magnetron met een inhoud van 25 tot 40 liter geschikter. Hiermee kun je bijvoorbeeld een ovenschotel of meerdere porties tegelijk bereiden.

©pixel-shot.com (Leonid Yastremskiy)

Vermogen

Het vermogen van een magnetron wordt uitgedrukt in watt en bepaalt hoe snel je eten wordt verwarmd. Een magnetron met een vermogen tot 900 watt is geschikt voor basisgebruik, zoals opwarmen en ontdooien. Voor gerechten die sneller gaar moeten zijn, of als je alleen de magnetronfunctie gebruikt, is een model van 900 tot 1000 watt beter geschikt. Gebruik je daarnaast functies zoals de grill of oven, let dan op de temperatuurinstellingen van die specifieke standen.

Voor intensief gebruik of als je wilt dat gerechten snel en gelijkmatig klaar zijn, kun je het beste kiezen voor een magnetron met een vermogen van 1000 watt of meer. Modellen met 1100 watt of hoger zijn vooral handig voor grote huishoudens of voor het bereiden van grote ovenschotels, volledige maaltijden of gerechten met een hoger volume.

Draaiplateau

Het draaiplateau in een magnetron zorgt voor een gelijkmatige verdeling van de warmte. Voor kleinere gerechten is een draaiplateau met een diameter tot 25 cm voldoende. Dit is gebruikelijk bij compacte modellen.

Als je grotere borden of schalen wilt gebruiken, kies dan een draaiplateau van 25 tot 30 cm. Voor grote schalen of ovenschotels is een plateau van 30 cm of meer handig. Houd er rekening mee dat een groter draaiplateau ook meer ruimte in de magnetron vraagt. Wil je een groot draaiplateau, dan kom je dus eigenlijk automatisch uit bij een grote magnetron.

Bediening

De bediening van een magnetron kan variëren van eenvoudig tot uitgebreid. Modellen met een draaiknop of mechanische bediening zijn vaak goedkoper en makkelijk te gebruiken. Ze bieden alleen maar een paar eenvoudige instelmogelijkheden, zoals tijd en vermogen, en zijn daardoor ideaal voor basisgebruik.

Magnetrons met elektronische knoppen of een touchscreen bieden meer precisie en vaak extra functies. Hiermee kun je specifieke kookprogramma's kiezen of instellingen fijner afstemmen.

INBOUW OF VRIJSTAAND?

Natuurlijk hangt je keuze ook af van je keuken. Heb je veel inbouwapparatuur en nog een vrije plek in een nis of kast, dan is een inbouwmagnetron een logische keuze. Let er wel op dat inbouwmodellen vaak duurder zijn en precies moeten passen in de beschikbare ruimte. Goed meten is daarom essentieel.

Heb je geen plek voor inbouw of wil je meer flexibiliteit? Dan is een vrijstaande magnetron een betere optie. Deze kun je neerzetten waar je maar wilt, bijvoorbeeld op het aanrecht of een plank. Vrijstaande modellen zijn meestal goedkoper en makkelijker te vervangen.

©v74

Wat past bij jou?

Als je vooral restjes opwarmt of simpele gerechten maakt, voldoet een solo magnetron met een inhoud tot 25 liter en een vermogen tot 900 watt. Voor huishoudens die meer willen, zoals bakken en grillen, is een combimagnetron met een grotere inhoud en meerdere functies beter geschikt. Het draaiplateau en de bediening spelen ook een rol: compacte modellen zijn handig in kleinere keukens, terwijl grotere modellen met touchbediening veelzijdiger zijn. Maar dat er altijd een magnetron is die bij jou past, dat durven we te garanderen!