ID.nl logo
Project Cars
© PXimport
Huis

Project Cars

Project Cars (kort voor Community Assisted Racing Simulator, omdat de game met financiën en feedback vanuit de community werd ontwikkeld) is misschien wel dé racegame van 2015. Dat komt wel mede door een gebrek aan concurrentie – dit najaar verwachten we nog Forza Motorsport 6, en dan hebben we het belangrijkste weer gehad. De simulator van Slightly Mad Studios zou in eerste instantie verschijnen in dezelfde periode als zwaargewichten Forza Horizon 2, Driveclub en The Crew, maar kreeg meermaals uitstel. Gelukkig maar, want de game lijkt beter tot zijn recht te komen dankzij de extra ontwikkeltijd én het rustige releaseseizoen.

©PXimport

This is Madness

Stiekem hebben we hier overigens te maken met de spirituele opvolger op Shift 2: Unleashed uit 2011, het tweede en laatste 'circuituitje' van de Need for Speed-franchise, ook afkomstig van Slightly Mad Studios en aangedreven door de zelfontwikkelde Madness-engine. Wie die game heeft gespeeld, herinnert wellicht vooral het nerveuze stuurgedrag en diverse bugs, al probeerde Shift 2 ook de rauwe beleving achter het stuur van raceauto's over te brengen – met aardig succes. Vier jaar later kunnen we dat ook zeggen van Project Cars: elke race is een adrenalinerush op tempo vol heftig grommende motoren, vlammende uitlaten, dramatische lichteffecten en nu zelfs verblindende hoosbuien en mistbanken.

Elke race is een adrenalinerush op tempo vol heftig grommende motoren, vlammende uitlaten en dramatische lichteffecten

-

Cruciaal verschil met voorheen: Project Cars beschikt over enkele van de beste physics in een racegame tot nog toe. Ze zijn misschien niet zo door en door fijngeslepen als die van pure pc-simulaties Assetto Corsa en rFactor, maar staan zeker op een hoger niveau dan de meeste recente Gran Turismo's en Forza Motorsports. Ook daarin moet je bijvoorbeeld je banden opwarmen voor maximale grip, al is dat verloop veel beter voelbaar in Project Cars. Hetzelfde geldt voor de manier waarop de baan nat wordt en weer opdroogt, remmen hun vermogen om de auto te vertragen verliezen na intens gebruik en auto's met een bepaald soort motor minder vermogen hebben wanneer de lucht minder zuurstofrijk is. Op papier misschien details die alleen opwindend zijn voor echte racenerds, maar alles bij elkaar geven ze de game een niveau van waarheidsgetrouwheid waar de concurrentie nauwelijks aan kan tippen.

©PXimport

Je raadt het al: Project Cars is geen gemakkelijke racegame. Er zijn hulpmiddelen – doch geen terugspoelfunctie, tot vreugde van puristen – maar zelfs daarmee kun je achterstevoren op of naast de baan komen te staan. De enige manier om je hier te redden, is oefenen en werken aan je stuurmanskunst. Een goed racestuurtje kan daar overigens bij helpen: de game is prima te spelen met een controller, maar zoals bij elke fatsoenlijke sim haal je er dan simpelweg niet het maximale uit. Ook het afstellen van je auto kunt helpen, al is basiskennis van autotechniek daarvoor een must. De kunstmatige intelligentie is overigens wel goed schaalbaar van gemakkelijk te verslaan tot erg pittig – al op zeventig procent zijn ze niet te beroerd om je binnendoor te passeren op het gras of een tik uit te delen.

Bijschnabbelen

De inhoud van de game doet sterk denken aan wat de TOCA- en DTM Race Driver-spellen van weleer neerzetten: een breed spectrum aan disciplines, uiteenlopend van karting tot formuleauto's en toerwagens tot de allersnelste raceprototypes. Alle auto's, alle circuits en alle mogelijkheden zijn vanaf het begin al beschikbaar. Zo ook in de carrièrestand, waarin je zelf bepaalt in welke klasse je instapt. Vervolgens doorloop je één of meerdere seizoenen op jacht naar de titel. Extra slim is de optie om meerdere carrièrepaden tegelijk te bewandelen, zodat je prima kunt bijschnabbelen in toerwagens terwijl je hoofdzakelijk probeert op te klimmen in de formuleracerij.

©PXimport

Uiteraard zijn er ook losse race(weekend)s, vrije trainingen en uitgebreide online mogelijkheden – tot 16 spelers op de PlayStation 4, Xbox One en pc met 32-bit; tot 32 spelers op de pc met 64-bit. Voor de PS4 geldt een resolutie van 1080p, voor de XOne 900p, pc-gebruikers kunnen afhankelijk van hun hardware met 4K of zelfs 12K uit hun dak gaan. Wij hebben op de PlayStation 4 in elk geval geen prestatieverlies meegemaakt, zelfs niet met veertig strijdende auto's in beeld. Knap! En er zijn vele technische mogelijkheden om de game aan te passen naar jouw smaak op het gebied van presentatie – zelfs de camerastandpunten zijn te bewerken. Wel begint de game wat te frustreren als je op zoek bent naar functie A, mogelijkheid B of optie C: de menustructuur is behoorlijk complex en de lelijke, donkere grafische interface en onduidelijke eenmalige uitleg helpen niet mee. Vooral consolespelers worden daarmee wat aan hun lot overgelaten: hoe moeten zij tientallen functies koppelen aan iets meer dan een dozijn knoppen op de controller? En kunnen de kleurstellingen van auto's nu wel of niet aangepast worden?

Stomme Stig

Ook tijdens de races steken irritaties de kop op: je kunt pitstops maken, maar de schema's voor wat je (overigens altijd onzichtbare) pitcrew moet uitvoeren zijn een crime om samen te stellen. Daarnaast zijn we niet altijd te spreken over de originele witte Stig uit Top Gear, oftewel Ben Collins, die als jouw race-engineer tips geeft tijdens het racen en niet met een functie het zwijgen opgelegd kan worden. We hebben het zelf ook wel door als een koplamp kapot is en hoeven daar niet driemaal in één ronde van op de hoogte gebracht te worden...

©PXimport

Gelukkig is de algemene presentatie van de game best in orde. We kunnen Project Cars niet de allermooiste racegame aller tijden noemen – af en toe verstoort een ruwe texture, ontbrekend detail of een grafische bug de beleving – maar grafisch is er weinig te klagen met prachtige, volledig gemodelleerde auto's, dynamische belichting (waarbij zelfs rekening gehouden wordt met de tijd van het jaar voor de stand van de zon) en dito weersomstandigheden. Het weer is trouwens meer indrukwekkend wegens het effect op de gameplay dan de vormgeving ervan, want op het oog valt het water hier niet zo realistisch uit de lucht als de alle kanten op klotsende regen in Driveclub. Maar een druppelfiltertje doet ook z'n werk.

Op het oog valt het water hier niet zo realistisch uit de lucht als de alle kanten op klotsende regen in Driveclub

-

Met vele tientallen circuits, waaronder een stel die je eigenlijk nauwelijks tegenkomt in racegames anno nu, is er genoeg asfalt om in de vingers te krijgen. De keuze in auto's houdt echter niet over: er zijn bolides voor alle disciplines, maar we missen toch wel een hoop moderne modellen en bepaalde merken: Ferrari's, Lamborghini's en vooral Japanse auto's zijn alleen met een vergrootglas te vinden. Het lijkt een oubollig kritiekpunt om over zoiets te zeuren, maar Project Cars mist op deze manier wel een hoop essentiële modellen. Wellicht dat dit gemis met aanvullende content nog wordt goedgemaakt, want in de basis is dit een absolute must voor de racepurist met een actuele spelcomputer of fatsoenlijke pc.

Project Cars is gespeeld op de PlayStation 4.

Uitstekend
Conclusie

Je moet echt van autoracen houden om plezier te beleven aan Project Cars, maar dan vind je ook niet gauw een betere. Dit is feitelijk een solide, uitgebreide pc-racesimulator vol beleving die ook nog eens op de PlayStation 4 en de Xbox One te spelen is. Wel laat de game qua menuontwerp en functionaliteit wat te wensen over en missen we wat essentiële auto's.

Plus- en minpunten
  • Complete en zeer diepgaande racesimulator voor pc én consoles, heerlijke virtuele autosportbeleving, slimme carrièrestand
  • Complexe menu's en functies niet geoptimaliseerd voor consoles, relatief karige auto(merken)selectie, kleine bugs
▼ Volgende artikel
Honor 400 review – Boeiende midranger
© Rens Blom
Huis

Honor 400 review – Boeiende midranger

Honor is in Nederland – na al die jaren aanwezigheid – nog steeds een klein merk met een beperkte bekendheid. Best zonde, want toestellen als de Honor 400 laten zien dat de fabrikant een goede prijs-kwaliteitverhouding kan bieden. In deze review lees je meer over deze midrange smartphone.

Uitstekend
Conclusie

De Honor 400 is een waardevolle toevoeging aan het midrange smartphonesegment. Het toestel laat op veel vlakken een (erg) positieve indruk achter en krijgt zes jaar softwareupdates, waardoor je hem lang kunt gebruiken. Wij zijn al met al enthousiast over de Honor 400.

Plus- en minpunten
  • Premium ontwerp...
  • Goed scherm
  • Lange accuduur
  • Zes jaar software-updates
  • ...maar niet helemaal waterdicht
  • Minder krachtig dan sommige concurrenten
  • Drukke software

Strak ontwerp

Een midrange smartphone kan er heus premium uitzien, bewijst Honor met zijn nieuwste model. De Honor 400 heeft een frame van kunststof, een achterkant van mat glas en oogt naar onze mening erg fraai. Met 184 gram is de smartphone van gemiddeld gewicht. Je kunt hem lastig met één hand bedienen, wat vooral te wijten is aan het forse 6,55inch-scherm.

©Rens Blom

De Honor 400 draagt een IP65-certificering, wat wil zeggen dat hij tegen stof en een flinke regenbui kan. Let op: het toestel is niet bedoeld om mee te nemen in het zwembad. Sommige concurrerende smartphones kunnen dat wel.

©Rens Blom

Goed scherm

Het is vandaag de dag moeilijk om een midrange smartphone met een slecht scherm te vinden. Er is echter een groot verschil tussen een prima en een echt goed scherm. De Honor 400 is voorzien van een echt goed scherm. Het 120Hz-oledscherm heeft een hoge resolutie van 2736 x 1264 pixels, waardoor het beeldscherm scherper oogt dan een standaard Full-HD-display (1920 x 1080 pixels). De kleuren, maximale helderheid en functies om je ogen minder te vermoeien zijn allemaal indrukwekkend.

©Rens Blom

Specificaties

Van een midrange smartphone mag je anno 2025 krachtige en complete hardware verwachten. Honor heeft de expertise in huis om aan die verwachting te voldoen, maar weet ons niet op alle vlakken te overtuigen. Laten we beginnen met de processor. Dat is een Qualcomm Snapdragon 7 Gen 3. Een echte midrange processor die op zich snel genoeg is voor alle populaire apps. In dit prijssegment kun je echter ook krachtiger smartphones in huis halen. Dat merk je vooral bij het spelen van games. Daar is de Honor 400 geen koning in.

Voor de hoeveelheid werkgeheugen geldt hetzelfde. Met de 8 GB in de Honor 400 hoef je echt niet te klagen, maar er zijn veel concurrerende toestellen die over 12 GB beschikken. Op de lange termijn kun je daar profijt van hebben, want software- en app-updates lijken steeds meer werkgeheugen op te eisen.

©Rens Blom

Honor hecht blijkbaar meer waarde aan de hoeveelheid opslagcapaciteit. Want waar de meeste midrange smartphones het moeten doen met 256 GB, zit er 512 GB in de Honor 400. Een zee aan opslagruimte, waar na de installatie van de smartphone zo'n 475 GB van beschikbaar blijft.

Lange accuduur

De accuduur vinden we een heel belangrijk punt bij een smartphone. Honor scoort hier goed, want de 5300mAh-accu in de Honor 400 houdt het bij ons gemengde gebruik probleemloos een lange dag vol. We laden de smartphone op als we naar bed gaan of doen dat 's ochtends, als we onder de douche stappen. Opladen kan met maximaal 66 watt. Een adapter moet je – door EU-wetgeving – zelf regelen.

Aardig om te vermelden is dat de Honor 400 een silicium-koolstofaccu heeft. Dit nieuwe type accu voor smartphones kan meer energie opslaan, zonder fysiek groter te zijn dan de vorige generatie accu's. Meer energie leidt tot een hogere capaciteit – gemeten in mAh – en zo dus meer stroom voor jou als gebruiker. Steeds meer (midrange) smartphones krijgen een silicium-koolstofaccu. Honor loopt dus in de voorhoede mee.

©Rens Blom

Een 200 megapixel-camera

Achter op de Honor 400 vind je twee camera's en een grote flitser. De hoofdcamera heeft een zeer hoge resolutie van 200 megapixels en combineert al die pixels standaard om betere foto's in een lagere resolutie te maken. De camera presteert ruim voldoende, ook bij minder licht. Over de groothoeklens zijn we minder enthousiast, maar in de meeste situaties kun je er prima mee uit de voeten.

Hieronder van links naar rechts: de hoofdcamera (1X), de groothoekcamera en 4x zoom via de hoofdcamera.

©Rens Blom

Hoewel de Honor 400 geen aparte zoomcamera heeft, kun je wel aardig zoomen. Dat is te danken aan de megaresolutie van de hoofdcamera. Je zoomt in de camera-app in via de hoofdcamera, die eigenlijk een uitsnede maakt van een foto en het 'ingezoomde' resultaat aan je voorlegt. Onderstaande fotoserie laat zien wat je op die manier kunt bereiken. De herenhuizen aan de overkant van de gracht staan er duidelijk genoeg op.

©Rens Blom

Drukke software

De Honor 400 is voorzien van Android 15, voorzien van Honors eigen softwareschil. Die schil vinden we visueel en qua functies nogal druk. We vinden het ook jammer dat Honor wat extra apps zoals TikTok, Temu en Block Blast! op het toestel installeert. Gelukkig kun je ze verwijderen. Positiever zijn we over de samenwerking tussen Google en Honor om allemaal nuttige AI-functies in de telefoon te bakken. Daar kun je zeker leuk mee experimenteren.

©Rens Blom

Tot slot het updatebeleid. Honor scoort goede punten door de smartphone zes jaar Android-upgrades en beveiligingsupdates te geven. Dat is langer dan veel concurrenten.

Conclusie: Honor 400 kopen?

De Honor 400 is een waardevolle toevoeging aan het midrange smartphonesegment. Het toestel laat op veel vlakken een (erg) positieve indruk achter en krijgt zes jaar software-updates, waardoor je hem lang kunt blijven gebruiken. Wij zijn al met al enthousiast over de Honor 400.

▼ Volgende artikel
Hardware wallets: de veiligste manier om je crypto te bewaren
© Lukasz Stefanski
Huis

Hardware wallets: de veiligste manier om je crypto te bewaren

Bitcoin heeft deze week opnieuw zijn hoogste koers ooit bereikt. De verleiding is groot om mee te doen, zeker als je bekenden hoort over hun winst. Maar wie nu overweegt om in crypto te stappen, moet ook stilstaan bij de risico's én de beveiliging van zijn investering. Want hoe zorg je dat je je digitale munten veilig bewaart? Veel ervaren beleggers kiezen voor een hardware wallet: een klein apparaatje dat je crypto offline beschermt tegen hackers en fouten. In dit artikel lees je hoe het werkt, wat de voor- en nadelen zijn, en hoe je veilig begint.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Bitcoinmagazine.nl

Wat is een hardware wallet?

Een hardware wallet is een fysiek apparaatje (vaak een soort USB-stick) dat je private keys offline bewaart. Die private keys zijn nodig om toegang te krijgen tot je cryptomunten. In tegenstelling tot een software wallet op je computer of telefoon, is een hardware wallet niet constant verbonden met het internet. Daardoor is je crypto beter beschermd tegen hackers en malware.

Bekende merken zijn Ledger en Trezor. Bij transacties sluit je de wallet kort aan op je computer of telefoon. De transactie wordt daar voorbereid, maar pas op de hardware wallet zelf goedgekeurd. Je private key verlaat het apparaat nooit.

Waarom is dit veiliger dan een software wallet?

• Offline opslag: hackers kunnen niet zomaar bij je sleutels, omdat die fysiek op het apparaat staan.
• Geen afhankelijkheid van apps of browsers
: een phishing-link of malware op je pc krijgt geen toegang tot je wallet.
• Bevestiging op apparaat zelf
: elke transactie moet je fysiek goedkeuren op het apparaat, bijvoorbeeld via een knop of touchscreen.

Let op: veilig gebruik vereist wel discipline. Wie zijn pincode of herstelzin (seed phrase) kwijtraakt, kan zijn crypto definitief verliezen. Schrijf deze dus op en bewaar hem veilig, bijvoorbeeld in een kluis.

©rawcaptured

Wanneer kies je voor een hardware wallet?

Een hardware wallet is vooral slim als:

• je voor langere tijd crypto wilt bewaren (hodlen);
• je meer dan een paar honderd euro aan crypto bezit;
• je waarde hecht aan maximale controle en veiligheid.

Voor wie af en toe wat koopt en verkoopt via een app als Bitvavo of Binance is een software wallet of custodial wallet voldoende. Maar als je serieus bezig bent met investeren in crypto, is een hardware wallet een logische stap.

Zijn er ook nadelen?

Zeker. Een paar punten om rekening mee te houden:

• Je moet het apparaat kopen: reken op 50 tot 200 euro.
• Je moet de seed phrase handmatig opslaan en beveiligen.
• Een hardware wallet is minder snel toegankelijk dan een mobiele app.
• Als je hem kwijtraakt zonder back-up, ben je alles kwijt.

Tips voor veilig gebruik
  • Koop je wallet alleen bij de fabrikant of een erkende dealer (i.v.m. risico op gemanipuleerde apparaten).
  • Stel altijd een pincode in.
  • Schrijf je herstelzin op, liefst op papier (geen foto of notitie in je telefoon).
  • Deel je seed phrase met niemand.
  • Overweeg een tweede wallet als back-up.

En hoe zit het met regulering?

Cryptovaluta blijven risicovol. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) adviseert particuliere beleggers om zich goed in te lezen voordat ze beginnen met beleggen in crypto. Op hun website vind je een praktische checklist waarmee je snel kunt zien of beleggen — in crypto of andere producten — iets voor jou is.

Ook handig: voor wie meer wil weten over actuele trends in crypto en blockchain, biedt Bitcoinmagazine.nl dagelijks nieuws, koersinformatie en uitleg. Dit soort bronnen helpen je op de hoogte te blijven zonder dat je blind ergens instapt.

Tot slot: hoe houd je overzicht?

Een hardware wallet gebruik je vaak in combinatie met desktopsoftware of een app. Daarmee kun je transacties voorbereiden, je saldo bekijken en notificaties instellen. Voor mobiel gebruik blijft een bankapp natuurlijk onmisbaar. Denk aan betalen, alerts en koppeling met je beleggingsrekening. De Consumentenbond heeft een overzicht gemaakt van wat je veilig mag verwachten van mobiel bankieren.

Een slimme strategie? Gebruik een hardware wallet voor opslag, je mobiel voor notificaties, en je desktop voor analyse. Zo heb je snelheid, overzicht én veiligheid in één.