ID.nl logo
Games van vroeger speel je zo helemaal gratis
© PXimport
Huis

Games van vroeger speel je zo helemaal gratis

Pac-Man, Donkey Kong en Simcity … Het zijn slechts een paar hoogtepunten uit de rijke videogamegeschiedenis. Mogelijk denk jij er met veel nostalgie aan terug. Wil jij deze games van vroeger opnieuw beleven? Dat kan! Er zijn websites waar vrijwilligers proberen een archief aan te leggen van de games die zijn verwaarloosd, maar die zeker niet zijn vergeten.

Videogames hebben de afgelopen halve eeuw een stevige positie veroverd in de recente geschiedenis. Het grote publiek maakte in de jaren zeventig en tachtig kennis met het medium via grote arcade-kasten. In de decennia daarna gebeurde dat via de persoonlijke computers en spelcomputers. Inmiddels gaan er miljarden om in de game-industrie. 

Vele mensen spelen videogames op de daarvoor bestemde spelcomputers, maar ook op de steeds krachtigere smartphones. Door alle virtuele pracht en praal zouden we haast de spelletjes vergeten waar het ooit allemaal mee begon.

Gelukkig zijn fans verschillende initiatieven gestart om oude games, waar niets meer mee wordt gedaan door de makers, beschikbaar te maken in online-archieven. Zo heeft The Internet Archive een sectie met software, waaronder ook games. Inmiddels zijn er zelfs specifieke websites met games waar niemand iets meer mee doet en die als ‘abandonware’ zijn bestempeld. 

De archieven opereren in een grijs gebied, maar je kunt hier als bezoeker veel oude titels downloaden of zelfs in de browser spelen. Een van de grootste archieven is www.myabandonware.com. Hier kun je onder meer Pac-Man en Space Invaders spelen.

Pac-Man

Zelfs als je nog nooit een spelcomputer hebt aangeraakt, ken je waarschijnlijk Pac-Man: het gele bolletje dat kleinere bolletjes opeet in een doolhof dat vol zit met spoken. Pac-Man verscheen oorspronkelijk als arcade-spel in 1980. De arcade-kasten stonden eind vorige eeuw in arcade-hallen, die helaas bijna helemaal uit het straatbeeld zijn verdwenen. Gelukkig kun je latere versies van de games wel online vinden in de archieven.

Dit is de versie van de klassieker die in 1982 verscheen voor persoonlijke computers uit die tijd, zoals de Apple II en de Commodore 64. Nu hebben de meeste mensen deze systemen niet meer in de woonkamer staan, maar gelukkig zijn er tal van andere manieren om de game te spelen. Zo kun je de DOS-versie van de game downloaden, die je vervolgens kunt afspelen met emulator-programma. Bij populaire titels als Pac-Man is het spelen gelukkig nog eenvoudiger, want dat kun je gewoon in de browser doen.

©PXimport

Space Invaders

Minstens zo bekend als Pac-Man is het spel Space Invaders, dat in 1978 werd uitgebracht op Arcade-kasten. Het spel laat je een heus ruimteschip besturen, dat aliens moet afschieten. Het ziet er anno 2022 misschien minder heldhaftig uit dan het klinkt, maar het spel was ongekend populair. Na het debuut in de arcade-hallen, vond Space Invaders ook een weg naar de woonkamer, onder andere via de spelcomputers van Atari. Deze versie is terug te vinden in de online-archieven.

Space Invaders is een goed voorbeeld van een spel dat vele versies kent. Als je op Space Invaders zoekt op de site van myabandonware vind je meerdere versies. Zo kun je ook de versie voor Windows XP uit 1996 spelen, die er weer compleet anders uitziet.

©PXimport

Arcade-kasten

Wie is opgegroeid met arcade-hallen heeft gezien hoe de arcade-kasten met Pac-Man en Space Invaders zich verplaatsten naar de woonkamer in kleinere videogameconsoles. Daarop kon je meer dan één spel spelen. Toch is dat niet hetzelfde als de klassieke kasten waar je nog een muntje in moest gooien.

Wie die nostalgie wil herbeleven, kan Markplaats afstruinen om een grote kast in huis te halen. Dat is alleen veel gedoe en vaak ook best prijzig. Gelukkig keren de arcade-hallen op kleine schaal terug in Nederland. Bijvoorbeeld bij de TonTon Club in Amsterdam of bij GameState dat locaties door heel Nederland heeft. Daar kun je klassiekers op ‘ware grote’ herbeleven.

Donkey Kong

Veel bekende spellen uit de jaren tachtig komen van het Japanse bedrijf Nintendo. Toch werd een van de eerste successen van dit bedrijf een tijdje als abandonware beschouwd. We hebben het over het spel Donkey Kong, dat eerst debuteerde in de arcade-hallen en daarna voor verschillende spelcomputers verscheen, waaronder het Nintendo Entertainment System (NES).

Donkey Kong werd ook opgenomen in de online-archieven, omdat het spel niet meer via reguliere kanalen door Nintendo werd verkocht. Je kunt dit spel wel terugvinden op myabandonware.com, maar als je op de pagina komt, zie je dat je Donkey Kong niet kunt downloaden. In plaats daarvan word je doorverwezen naar de website van Nintendo, die de game weer verkoopt. 

Je kunt de game bijvoorbeeld spelen op de nieuwe console van het bedrijf; de Nintendo Switch. Hiervoor moet je een abonnement nemen op de onlinedienst. Wat ook kan is een Mini NES aanschaffen. Dit is een heruitgave van de spelcomputer uit de jaren tachtig, met daarop meerdere klassiekers van Nintendo, zoals Mario en Zelda.

©PXimport

Rogue

Bij de grondleggers van computerspellen denken we vaak aan Pong, Pac-Man of de eerste Mario-spellen. Wat minder bekend is de dungeon crawler-game Rogue. Toch is het juist deze titel waar we heel veel spelelementen van terugzien in de moderne games. Rogue verscheen in 1980 en laat spelers op avontuur gaan door kerkers vol buit, maar ook gevaarlijke vijanden. Dat is niet direct iets nieuws, maar de willekeur van het spel is dat wel.

Elke keer als de speler een nieuw avontuur start, wordt er een nieuwe kerker gegenereerd. Daardoor is geen enkel avontuur hetzelfde. Niet alleen de plattegrond van de kerker wordt anders, maar ook de buit en monsters veranderen. Zo kun je in een speelsessie heel veel geluk hebben en meteen een wapen vinden waar je de eerste slangen met gemak mee verslaat. Je kunt ook pech hebben en meteen door een zwerm vleermuizen worden belaagd.

Daarnaast is de game ook nog eens heel streng voor spelers. Legt je personage in het spel het loodje, dan gaat er geen hartje af, maar is het spel direct voorbij. Je kunt het spel niet opslaan, dus een vorige game laden is er niet bij. Je moet weer opnieuw beginnen. Hierdoor zijn sommige avonturen in Rogue erg frustrerend, maar het gevoel van overwinning is wel groter als je een keer verder komt.

Deze willekeur zien we in moderne avonturenspellen ook terug. Er is zelfs een heel apart genre ontstaan in de afgelopen jaren die de titel ‘Rogue-like’ gekregen heeft. Vrij vertaald passen in dit genre alle games die deze centrale spelelementen uit Rogue hebben overgenomen en daar hun eigen draai aan geven. Je kunt de versie van Rogue uit 1984 zelf proberen.

©PXimport

Prince of Persia

In 1989 verscheen de platformgame Prince of Persia voor de Apple II-computer. Daarna kreeg de game ook versies voor tal van andere systemen, zoals de Game Gear en de SEGA Master System. Later kwam er een klassieke titel voor modernere systemen, zoals de Xbox 360 en smartphones. Op bijvoorbeeld Android ziet de game er alleen heel anders uit dan de versie die eind jaren tachtig verscheen. Gelukkig kun je deze versie nog steeds spelen.

In het spel moet je uit de kerkers van een paleis zien te ontsnappen, terwijl je allerlei dodelijke vallen moet ontwijken. Daarnaast moet je er ook voor zorgen dat je niet wordt gedood door een van de bewakers van het paleis. Dat klinkt al moeilijk genoeg, maar dit alles moest ook nog eens binnen een tijdslimiet van een uur. 

Ook nu is Prince of Persia nog een behoorlijk pittige game. Ondanks de moeilijkheidsgraad werd de game wel erg populair. Het is dan ook niet gek dat uiteindelijk de grote speluitgever Ubisoft de franchise kocht en nog een hele reeks aan Prince of Persia-spellen uitbracht.

©PXimport

Lemmings

Videogames kunnen soms een beetje als werk gaan aanvoelen door alle obstakels en ingewikkelde puzzels die je moet oplossen. Het leuke aan Lemmings is dat je vooral anderen aan het werk zet. De lemmings in het spel kun je simpele commando’s geven, zoals graven, zodat ze vanuit het begin van het level bij de uitgang komen.

Lemmings is een bijzonder spel dat in 1991 verscheen voor zowel computers als consoles. Je kunt het spel direct spelen in de browser op deze website. Goed om te weten is dat het spel niet uit zichzelf begint als je de game in de browser aanklikt. Want je moet na het opstarten nog het commando Lemmi invoeren. Daarna kun je beginnen met het aansturen van de lemmings.

©PXimport

Wat is abandonware?

Vrij vertaald is abandonware software waar niet meer naar wordt omgekeken en die niet meer beschikbaar is via de reguliere verkoopkanalen. De enthousiastelingen die online-archieven met dit soort verlaten software bijhouden, begeven zich in een grijs gebied. Abandonware heeft namelijk geen officiële status. Het meer een term bedacht door de gamefans. Zij kunnen hun favoriete game van vroeger niet meer in de winkel krijgen en zijn daarom zelf maar een versie van de game online gaan zetten.

Als het spel oud genoeg is en het bedrijf achter het spel niet meer bestaat, dan is dat meestal geen probleem. Het is lastiger bij oude games van bedrijven die nog wel games maken. Deze bedrijven eisen soms dat de game door niemand meer mag worden aangeboden en dan moeten de online-archieven de game offline halen. Het kan ook zijn dat een bedrijf besluit om de game weer zelf te gaan verkopen, waardoor het spel opeens geen abandonware meer is. Dit is bijvoorbeeld bij Donkey Kong van Nintendo gebeurd.

Simcity

In 1989 zette programmeur Will Wright de prille gamesindustrie op zijn kop met Simcity. Een computerspel waarin de speler zelf een stad moest bouwen en onderhouden. Van het aanleggen van wegen tot aan het inrichten van woonwijken: spelers waren voor alles in hun stad verantwoordelijk. Dat de game een succes was, blijkt wel uit de verschillende vervolgdelen die in de jaren erna verschenen. Helaas is het laatste deel uit 2013 niet zo populair en is het maar de vraag of er ooit nog een Simcity-game het licht gaat zien.

Gelukkig kunnen we in ieder geval terug naar het eerste deel, want ook dit spel is te spelen. Nu is het bij het bouwen van een stad wel zo leuk om de game ook te kunnen opslaan, zodat je later kunt verder bouwen aan je metropool. Daarom raden we aan om voor het spelen van Simcity de game te downloaden en te draaien in een emulator.

©PXimport

Emulators

Het probleem met veel oude computerspellen is dat ze voor oude besturingssystemen zijn gemaakt. Daardoor zijn ze niet zomaar op een moderne versie van Windows of Mac te spelen. Gelukkig is het spelen van de games wel mogelijk via een omweg: je maakt gewoon gebruik van een emulator.

Deze programma’s draaien in moderne versies van bijvoorbeeld Windows en bootsten de oude besturingssystemen na. Veel van de games die we hier bespreken draaiden ooit in DOS en daar is een uitstekende emulator voor beschikbaar. Want waarschijnlijk heb geen een DOS-pc staan. Met bijvoorbeeld DOSBox kun je oude games spelen die je van Myabandonware.com downloadt.

▼ Volgende artikel
10 tips om meer uit je robotstofzuiger te halen
© Mustafa_Art
Huis

10 tips om meer uit je robotstofzuiger te halen

Een robotstofzuiger scheelt flink wat werk, maar alleen als je hem goed gebruikt. Wie er net een in huis heeft, merkt al snel dat hij niet alles vanzelf doet. En ook als je al langer een robotstofzuiger gebruikt, valt er vaak nog winst te halen. Met deze tien praktische tips werkt je robotstofzuiger beter – en hoef jij minder te doen!

In het kort

Een robotstofzuiger kan je flink wat werk uit handen nemen, maar alleen als je hem goed gebruikt. Met deze 10 slimme tips werkt hij beter, blijft hij langer mee gaan en past hij zich aan jouw huishouden aan. Van zones instellen tot onderhoud: zo maak je er écht een huishoudhulp van.

Lees ook: Hier moet je op letten wanneer je een robotstofzuiger wilt kopen

1. Laat hem eerst je huis leren kennen

Veel robotstofzuigers kunnen een plattegrond van je woning maken. Dat kost eenmalig wat tijd, maar levert daarna veel gemak op. Tijdens zo'n verkenningsronde reinigt hij meestal nog niet, maar scant hij alleen. Geef hem de ruimte en zorg dat er geen spullen over de vloer slingeren. Als de kaart eenmaal is aangemaakt, kun je zones instellen, schoonmaakschema's maken en no-go-gebieden markeren.

2. Zorg voor voldoende licht

Robotstofzuigers met optische sensoren hebben licht nodig om goed te navigeren. Als je hem 's avonds laat rijden terwijl de lampen uit zijn, herkent hij obstakels minder goed. Plan het schoonmaken liever overdag of laat een lamp aan in de ruimte waar hij aan het werk is. Als het apparaat regelmatig moeite heeft om meubels of muren goed te herkennen, komt dat mogelijk door te weinig licht.

Licht, laser & optische sensoren

De lichtbehoefte van robotstofzuigers verschilt sterk per navigatiesysteem. Modellen met LiDAR-technologie (lasernavigatie) werken uitstekend in het donker omdat ze zelf licht uitstralen om obstakels te detecteren. Camera-gebaseerde robots daarentegen zijn afhankelijk van omgevingslicht om hun omgeving te kunnen 'zien' en hebben problemen in donkere ruimtes. Goedkopere modellen met alleen infrarood- of aanrakingssensoren navigeren weliswaar zonder licht, maar werken veel minder nauwkeurig en rijden vaker tegen obstakels aan.

3. Stel schoonmaakzones en kamers in

In de app van de meeste modellen kun je na de kaartopbouw aangeven welke kamers of delen van het huis wanneer moeten worden schoongemaakt. Dat is handig als je bijvoorbeeld elke ochtend de gang en keuken wilt laten doen, maar de slaapkamers alleen op zaterdag. Door het schoonmaken slim te verdelen, werkt de robotstofzuiger efficiënter en hoeft hij tussendoor minder vaak op te laden.

©Wesley Akkerman | ID.nl

4. Gebruik virtuele afbakeningen waar nodig

Veel modellen bieden de mogelijkheid om virtuele grenzen aan te maken: gebieden waar de robotstofzuiger niet mag komen. Denk aan een speelkleed met speelgoed, een losse kabel achter de bank of een plek waar de vloer nat kan zijn. In plaats van zo'n verboden plek elke keer handmatig af te schermen, door er bijvoorbeeld iets voor te zetten, stel je die zones gewoon één keer digitaal in. Het apparaat houdt daar vanaf dan automatisch rekening mee en weet dat hij daar niet meer mag komen.

5. Dweilen? Wees voorzichtig met schoonmaakmiddelen

Kan jouw robotstofzuiger ook dweilen? Gebruik dan alleen het aanbevolen reinigingsmiddel of gewoon water. Veel gewone schoonmaakmiddelen zijn te sterk of laten resten achter, waardoor leidingen of sproeiers kunnen verstoppen. Sommige robotstofzuigers hebben een speciaal reservoir voor schoonmaakmiddel, maar dat geldt niet voor elk model. Iets om naar te kijken voordat je een robotstofzuiger gaat kopen.

6. Maak borstels, wieltjes en sensoren regelmatig schoon

Haren, stof en vuil hopen zich snel op rond de draaiende onderdelen van de robotzuiger. Vooral huisdierharen kunnen oor problemen zorgen. Maak elke week de hoofdborstel los, controleer de zijborstels en veeg vuil weg met een droge doek of meegeleverd hulpstuk. Vergeet ook de val- en navigatiesensoren niet: die kunnen door stof minder goed functioneren, wat de navigatie beïnvloedt.

©Vershinin Evgenii

7. Leeg het stofreservoir af en toe ook zelf

Veel robotstofzuigers hebben een zelflegende functie. Handig, maar ook dan is het slim om af en toe zelf te controleren of alles goed blijft werken. Het stofreservoir is meestal klein en raakt sneller verstopt dan je denkt. Leeg het na een paar schoonmaakbeurten, zeker als je merkt dat hij minder vuil opzuigt of als hij zelf aangeeft dat het reservoir leeg is, maar je toch nog stof en kruimels op de vloer ziet liggen.

8. Zet het laadstation op een vaste plek

Een robotstofzuiger onthoudt zijn omgeving en zoekt na elke beurt zijn laadstation op. Verplaats je dat station naar een andere plek, dan moet hij opnieuw leren waar hij zich bevindt. Zet het station dus op een centrale, bereikbare plek waar voldoende ruimte is en laat het daar staan. Zo voorkom je dat hij de weg kwijt raakt of fouten maakt bij het navigeren.

9. Pas op bij huisdieren

Een ongelukje van een huisdier kan vervelende gevolgen hebben als de stofzuiger erdoorheen rijdt. Laat hem daarom liever schoonmaken op momenten dat je huisdieren buiten zijn of je zeker weet dat de vloer schoon is. Zo voorkom je niet alleen vieze sporen, maar ook schade aan het apparaat en extra schoonmaakwerk achteraf.

©Надія Коваль - stock.adobe.com

10. Automatiseer waar het kan, maar houd controle

Robotstofzuigers zijn bedoeld om werk uit handen te nemen. Toch blijft het verstandig om regelmatig de app te openen, meldingen te controleren en updates uit te voeren. Soms kun je met een kleine aanpassing – zoals het verplaatsen van een kabel, het instellen van een extra schoonmaakbeurt op vrijdag – het resultaat flink verbeteren.

Robotstofzuiger klaar? Zuigen maar!

Het is simpel: hoe beter je robotstofzuiger weet wat hij moet doen, hoe beter hij zijn werk doet. Met deze tips zorg je ervoor dat dat het geval is. En ja, je moet zelf ook af en toe nog wat doen, zoals het stofreservoir controleren of dierenhaar uit de wieltjes te peuteren, maar dat kost hooguit een paar minuutjes van je tijd. Want je weet nu hoe je ervoor zorgt dat de omstandigheden zo goed mogelijk zijn én hoe je hem 'traint'. En daarmee komt hij dicht in de buurt van je ideale huishoudhulp!


🤖 🧹 Accessoires voor je robotstofzuiger?

Je vindt ze

▼ Volgende artikel
Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!
© andrey
Huis

Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!

Hoewel koken op gas voorlopig nog mag, is duidelijk dat de toekomst elektrisch is. Veel mensen stappen nu al over op elektrisch koken – vaak in combinatie met inductie. Ben jij toe aan een nieuwe kookplaat of wil je van het gas af? Dan is het goed om te weten hoe je zo’n elektrische kookplaat aansluit, waar je op moet letten en wanneer je beter een professional kunt inschakelen.

Na het lezen van dit artikel weet je:
  • Dat er 1-, 2- en 3-fase-aansluitingen en -kookplaten zijn
  • Hoe je met de multimeter bepaalt wat voor aansluiting jij hebt
  • Hoe je de elektrische kookplaat aansluit

Dit vind je vast ook interessant: Wat voor soort kookplaten zijn er?

Eén, twee of drie fasen: wat betekent dat?

In tegenstelling tot een gaskookplaat, die je simpelweg aan een gasaansluiting koppelt, is een elektrische kookplaat net iets technischer. Zo'n kookplaat kan worden aangesloten op één, twee of drie elektrische fasen. Welke van de drie je nodig hebt, hangt af van het vermogen van je kookplaat én van de aansluiting in je keuken.

Een 1-fase kookplaat is het eenvoudigst. Die werkt op een gewone stekker met twee pinnen, precies zoals je gewend bent van andere apparaten in huis. Deze modellen hebben een beperkt vermogen – maximaal 3680 watt – maar zijn vaak krachtig genoeg voor wie niet al te fanatiek kookt. Aansluiten is simpel: stekker erin en je kunt aan de slag.

Voor een 2-fase kookplaat heb je een zogenoemde perilex-stekker nodig, met vijf pinnen. Die zie je vooral bij iets krachtigere inductiekookplaten. Meestal worden dit soort kookplaten zonder stekker geleverd, en is het slim om een elektricien in te schakelen voor de installatie. Het benodigde vermogen ligt tussen de 3681 en 7360 watt.

Een 3-fase kookplaat vraagt nog meer stroom en werkt op krachtstroom. Ook hier gebruik je een perilex-stekker met vijf pinnen, maar je moet wel eerst controleren of je meterkast daar op is voorbereid. De aansluitwaarde ligt boven de 7360 watt en het is belangrijk dat de aansluiting klopt – anders werkt de kookplaat niet of loop je zelfs risico op overbelasting. Laat dit daarom bij voorkeur aan een vakman over.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Een kookplaat voor 1- en 2-fase

Je kunt ook kiezen voor een kookplaat met powermanagement. Dat is een kookplaat die je op een normaal stopcontact of op een perilex-stopcontact aansluit. Deze kookplaat kun je in de toekomst uitbreiden, als je dat wilt, maar hiervoor hoef je nu nog niet meteen de aanpassingen in de meterkast en aansluiting door te voeren. Als je wel de aanpassingen in de meterkast laat doen, heb je profijt van de kracht van een 2-fase kookplaat.

Hoe weet je welke kookplaat bij je keuken past?

Wat je kunt aansluiten, hangt af van het type stopcontact in je keuken. Heb je een standaard wandcontactdoos met twee gaten? Dan past daar alleen een 1-fase kookplaat op. Die worden meestal geleverd met stekker en snoer, zodat je hem meteen kunt gebruiken.

Zie je een perilex-stopcontact (met vijf gaten)? Dan is je keuken in principe geschikt voor een 2- of 3-fase kookplaat. Alleen weet je dan nog niet of je meterkast daadwerkelijk drie fasen aankan. Dat kun je op twee manieren controleren: met een multimeter of door in je meterkast te kijken.

Zo check je de aansluiting met een multimeter

Heb je een multimeter in huis? Dan kun je precies meten hoeveel fasen je aansluiting ondersteunt. Teken op een papier het patroon van het perilex-stopcontact en noteer per gat wat je meet. Prik met één pin in het middelste gat (de aarde) en meet met de andere pin de overige vier. Krijg je twee keer 230 volt en twee keer 0? Dan heb je een 2-fase aansluiting. Meet je drie keer 230 volt en één keer 0? Dan is het een 3-fase aansluiting. Label de gaten met ‘L’ voor stroom en ‘N’ voor nul, zodat je straks precies weet wat waar hoort.

©Dmitriy

Voordat je een kookplaat aanschaft, check je eerst de nismaat van je aanrechtblad. Meet met een rolmaat eerst de nis op in het aanrechtblad. Doe dit voor de breedte, de diepte en de hoogte. Komen de afmetingen niet overeen met de kookplaat die je graag wilt? Kijk dan of je het aanrechtblad kunt aanpassen.

Geen multimeter? Kijk in de meterkast

Heb je geen meetapparatuur? Dan kun je in de meterkast zien hoeveel fasen er beschikbaar zijn. Bij een 2-fase aansluiting zie je twee gekoppelde groepen met een hendel ertussen. Zie je vier gekoppelde groepen? Dan is er krachtstroom aanwezig en kun je dus ook een 3-fase kookplaat aansluiten – mits het stopcontact daar geschikt voor is.

©auremar

Zelf een kookplaat aansluiten

Ga je zelf aan de slag? Dan is het belangrijk dat je weet wat je doet. Elektriciteit is geen speelgoed, dus bij twijfel: bel een vakman. Heb je een 1-fase kookplaat met powermanagement die je op een normaal stopcontact wilt aansluiten? Dan moet je deze eerst correct instellen.

Leg om te beginnen een stuk piepschuim onder de kookplaat, zodat je hem veilig kunt omdraaien zonder krassen of barsten. Plak daarna de afdichtband rondom het apparaat, bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de glasrand. Begin aan de achterkant, zodat de naad niet in het zicht valt.

Open het aansluitcompartiment onder de kookplaat en controleer het aansluitschema dat daar staat. Gebruik de bijgeleverde bruggetjes om de juiste verbindingen te maken. Sluit het snoer aan: bruin op L, blauw op N en geelgroen op aarde. Zet het snoer vast met trekontlasting en sluit het klepje.

Draai nu de kookplaat weer om en steek de stekker in het stopcontact. Leg de kookplaat op z’n plek in het aanrechtblad. Houd de pauzeknop vijf seconden ingedrukt om het menu te openen. Zoek via de plusknop naar het onderdeel ‘PO’ (power) en stel het vermogen in op 3.7 in plaats van 7.4. Bevestig dit door de pauzeknop nog eens vijf seconden ingedrukt te houden. Je kookplaat is nu geschikt voor een standaard aansluiting.

Houd de stekker op de juiste positie tijdens het meten met de multimeter. Kijk hoe je de stekker in het getekende stopcontact zou steken, zodat je de juiste kleuren van de draden noteert op je tekening.

Een 2-fase kookplaat aansluiten: zo werkt het

Heb je een 2-fase kookplaat? Dan moet je eerst bepalen welke kleur draad bij welk contact hoort. Meet het snoer door met een multimeter, op de piepstand of op de Ohm-stand. Noteer welke draad bij welke stekkerpin hoort en gebruik die info bij het aansluiten.

Open vervolgens het aansluitvak onder de kookplaat en kijk welk aansluitschema je moet gebruiken. L1 en L2 koppel je aan de juiste stroomdraden, 01 en 02 aan de juiste nuldraad. Maak de trekontlasting los, sluit de draden aan zoals je eerder hebt gemeten, en zet alles weer stevig vast.

Steek daarna de stekker in het stopcontact en plaats de kookplaat netjes in het blad. Dankzij de afdichtband blijft alles goed op z'n plek. Zet vervolgens de kookplaat aan en test of alle kookzones werken. Krijg je een foutmelding? Dan is er waarschijnlijk iets misgegaan bij het aansluiten. Geen foutmelding? Dan is je kookplaat klaar voor gebruik.

©S.Engels

Het is gebruikelijk dat de pannen een licht tikkend of zoemend geluid maken tijdens het koken. Dit heeft te maken met het magnetisch veld van de kookplaat. Ruik je een vreemde geur na het installeren van de kookplaat? Dit is ook gebruikelijk en de geur trekt uiteindelijk weg.