ID.nl logo
Windows Firewall instellen: Zo is je pc optimaal beschermd
© Reshift Digital
Huis

Windows Firewall instellen: Zo is je pc optimaal beschermd

De ingebouwde firewall van Windows 10 is vaak standaard ingesteld en wordt verder niet meer bekeken. Zonde eigenlijk. Want als je dieper graaft, kun je de firewall optimaliseren en nog beter afstemmen op je gebruik. Windows Firewall instellen werkt als volgt.

Natuurlijk kun je de ingebouwde firewall van Windows 10, die officieel en languit Windows Defender Firewall heet, simpelweg inschakelen en er niet meer naar omkijken. Toch is het handig om te weten op welke manier je computer wordt beschermd en welke instellingen bepalen hoe de programma’s op je computer met de buitenwereld communiceren. 

De firewall heeft twee gezichten: de opties die je aan de oppervlakte ziet en de opties die iets dieper zijn weggestopt in de krochten van Windows.

Voor we verder gaan: je kunt op elk moment terugkeren naar de standaardinstellingen van de firewall. In de sectie Firewall- en netwerkbeveiliging kies je voor Firewalls instellen op standaardwaarden. Klik tot slot op Standaardinstellingen herstellen.

Globale instellingen

De Windows Firewall maakt deel uit van Windows-beveiliging, bij het instellingenvenster (Windows-toets+I). Kies voor Netwerk en internet. In de sectie Status klik je op Windows Firewall. Die optie vind je onderin het venster aan de rechterzijde. In het hoofdvenster van Windows-beveiliging zie je in één oogopslag hoe de computer momenteel wordt beschermd.

De firewall maakt onderscheid tussen drie soorten netwerktypen: Domeinnetwerk, Particulier netwerk en Openbaar netwerk. Er is één type netwerk per sessie actief: dit wordt ook aangegeven in het hoofdvenster. 

Het domeinnetwerk (ook wel: domeinprofiel) is in de praktijk voornamelijk in gebruik in zakelijke omgevingen en niet thuis. Het particulier netwerk is doorgaans van toepassing in een thuissituatie, bijvoorbeeld voor een thuisnetwerk. Het openbare profiel is van toepassing als je op een openbare plek bent, zoals een vliegveld of café. 

Het is belangrijk dat je het netwerkprofiel altijd juist hebt ingesteld: de standaardinstellingen van de firewall zijn geoptimaliseerd voor deze typen netwerken.

©PXimport

De firewall kan een flinke hoeveelheid meldingen tonen. Sommige daarvan zijn onnodig en leiden af. Een goed voorbeeld hiervan is de onregelmatige melding dat Windows Firewall je computer heeft gecontroleerd en er geen dreigingen zijn gevonden. 

Zorg ervoor dat de firewall zich beperkt tot de meldingen die er daadwerkelijk toe doen. In het venster Windows-beveiliging kies je voor Instellingen (linksonder in het venster). Klik op Meldingen beheren. Bij Meldingen over firewall- en netwerkbeveiliging haal je de vinkjes weg bij de netwerktypen waarvoor je geen melding wilt ontvangen. 

De eerste optie – Melding weergeven als Microsoft Defender Firewall een nieuwe app blokkeert – is nuttig en houd je op de hoogte van eventuele blokkeringen.

Apps toestaan

Per programma (ofwel app) bepaalt de firewall of er toegang tot internet mogelijk is. Een programma kan overigens ook een service zijn, bijvoorbeeld de dienst Hulp op afstand of een ftp-server die je draait. 

Je kunt op elk moment opvragen welke programma’s worden geblokkeerd en welke worden toegestaan. In de sectie Firewall- en netwerkbeveiliging klik je op de knop Een app toestaan door de firewall. Een nieuw venster wordt geopend. In de lijst zie je alle toegestane apps en onderdelen. Is het onderdeel aangevinkt, dan wordt het toegestaan.

©PXimport

Op welk type netwerk het onderdeel wordt toegestaan, zie je in de kolommen Particulier en Openbaar. Selecteer een onderdeel en kies voor Details als je meer informatie wilt opvragen.

Via dit onderdeel kun je ook de toegang tot specifieke programma’s blokkeren. Klik op de knop Instellingen wijzigen. Blader naar het programma dat je wilt aanpassen en haal het vinkje weg om de toegang te blokkeren.

Sommige programma’s wil je mogelijk wel gebruiken op een privénetwerk (bijvoorbeeld thuis), maar niet als je gebruik maakt van een openbaar netwerk (bijvoorbeeld in een café). Een goed voorbeeld hiervan zijn apps voor bankzaken of andere apps met gevoelige informatie. 

In dit geval zoek je de app op in de lijst met toegestane apps en onderdelen en plaats je een vinkje bij de kolom Particulier. Haal het vinkje juist weg bij de kolom Openbaar. De app kan voortaan alleen met de buitenwereld communiceren als je een privénetwerk gebruikt.

Handmatig toevoegen

Naast het aanpassen van toegangsrechten voor bestaande apps en onderdelen, kun je ook nieuwe programma’s toevoegen en toestemming geven voor communicatie met de buitenwereld.

In het venster met de lijst van toegestane apps en onderdelen controleer je eerst of de app niet al wordt vermeld in de lijst. Is de app niet gedetecteerd en nog niet aanwezig, dan klik je op de knop Een andere app toestaan. Gebruik de knop Bladeren om de Verkenner te openen en de betreffende app handmatig aan te wijzen. 

Vervolgens klik je op Netwerktypen. In dit venster bepaal je binnen welk netwerk de app mag communiceren. Kies tussen Particulier of Openbaar en bevestig met een klik op OK. Controleer de instellingen en klik op Toevoegen om de nieuwe app te bewaren.

©PXimport

In één keer op slot

Als je een situatie niet vertrouwt, kun je ook in één keer alle binnenkomende verbindingen blokkeren. Klik op het actieve netwerk in de sectie Firewall en netwerkbeveiliging, bijvoorbeeld Particulier netwerk. Zet een vinkje bij de optie Alle binnenkomende verbindingen blokkeren, inclusief verbindingen in de lijst met toegestane apps

De optie is vooral bedoeld voor situaties waarin er sprake is van een gerichte aanval op het netwerk en je zonder al te veel moeite de volledige bescherming wilt activeren.

In ditzelfde venster vind je ook de optie om de firewall volledig uit te schakelen voor het geselecteerde netwerk. Zet de schuif op Uit bij Microsoft Defender Firewall. De bescherming wordt hiermee in één keer opgeheven, dus weer voorzichtig.

Netwerktype veranderen

Het netwerktype (privé of openbaar) bepaalt dus welke beveiligingsinstellingen de firewall hanteert. Wanneer je voor het eerst verbinding maakt met een netwerk, vraagt Windows om welk type het gaat. 

Mogelijk wil je het netwerktype in de toekomst veranderen. Open dan het instellingenvenster van Windows en kies Netwerk en internet. Open de sectie Status en klik op de knop Eigenschappen bij de actieve verbinding waarvan je het type wilt aanpassen. Bij Netwerkprofiel kies je het nieuwe netwerkprofiel: Openbaar of Privé.

©PXimport

Bekende netwerken beheren

Elk netwerk waarmee Windows is verbonden, wordt bewaard in de lijst met bekende netwerken. Die lijst groeit gestaag, naarmate het aantal (tijdelijke) netwerken waarmee je verbindt, toeneemt. Bekijk de lijst regelmatig en schoon deze op: netwerken die je eenmalig hebt gebruikt, kun je uit de lijst verwijderen. 

In het Windows-instellingenvenster kies je voor Netwerk en internet. Kies voor Wi-Fi en klik op Bekende netwerken beheren. Klik op het netwerk dat je niet meer nodig hebt en kies Niet onthouden. Als de lijst groot is en je bent op zoek naar een specifiek netwerk, dan gebruik je het zoekveld bovenin.

Geavanceerde opties

Windows Firewall biedt standaard maar een beperkte set informatie. Dat komt omdat de uitgebreide opties voor de firewall zijn ondergebracht in een andere, minder bekende sectie. Open het Startmenu en typ Wf.msc, gevolgd door Enter. Een nieuw venster wordt geopend. 

In het hoofdvenster vind je de status van de firewall: ook hier wordt onderscheid gemaakt tussen de verschillende netwerktypen, zoals privéprofiel en openbaar profiel.

©PXimport

Klik op Eigenschappen van Windows Defender Firewall om het eigenschappenvenster te openen. Dit is onder meer opgebouwd uit de eerdergenoemde netwerkprofielen. Klik bijvoorbeeld op het tabblad Privéprofiel. Bij Status lees je of de firewall actief is. 

Bij Binnenkomende verbindingen zie je dat standaard alle binnenkomende verbindingen worden geblokkeerd. Voor de meeste situaties is dit de juiste instelling: het gaat er in de praktijk vaak om dat je computer verbinding maakt met andere computers (zoals een webserver bij het bekijken van een internetpagina). 

Bij Uitgaande verbindingen lees je dat deze wel zijn toegestaan. Standaard beschermt de firewall alle netwerkverbindingen, zowel bekabeld als draadloos. Je kunt de firewall voor bepaalde verbindingen uitschakelen. Bij de optie Beveiligde netwerkverbindingen klik je op de knop Aanpassen. Haal hier het vinkje weg bij de netwerkverbindingen die je wilt uitsluiten.

Regels bekijken

De firewall werkt op basis van regels. Er wordt daarbij onderscheid gemaakt tussen regels voor binnenkomende verbindingen en regels voor uitgaande verbindingen. Je kunt een overzicht van de regels inzien door in het menu aan de linkerzijde voor een categorie te kiezen. 

Klik eerst op Regels voor binnenkomende verbindingen. De regels verschijnen rechts in het venster. Vaak dragen de regels de naam van het programma waarvoor ze gelden. Dubbelklik op een regel voor de details. Het is verstandig om de meeste instellingen niet aan te passen: alleen gevorderde systeembeheerders zijn in staat alle gevolgen hiervan te overzien. Pas je iets aan zonder dat je hiervan alle details kent, dan kan de bescherming van je computer gevaar lopen.

©PXimport

Toch bestaan er een paar tabbladen die interessant genoeg zijn om goed te bekijken en eventueel verder naar je hand te zetten. Op de tab Geavanceerd vind je de optie Interfacetypen. Hiermee kun je aangeven op welk type verbinding de firewallregel van toepassing is. Zo kun je aangeven dat de regel bijvoorbeeld alleen op draadloze verbindingen van toepassing is of alleen op vaste netwerkverbindingen. 

Klik op Aanpassen en kies Deze interfacetypen. Plaats vervolgens een vinkje naast de verbindingen waarvoor de regel geldt en klik op OK.

Verbinding blokkeren

Een groot voordeel van het geavanceerde venster van de firewall: de mogelijkheid om de communicatie van een specifiek programma of specifiek proces in één keer te blokkeren, zonder de rest van het internetverkeer te verstoren. Dit komt bijvoorbeeld van pas als je de situatie niet vertrouwt en het verdachte programma snel de toegang wilt ontzeggen. 

Open de sectie Regels voor uitgaande verbindingen. Zoek het programma op dat je wilt blokkeren en dubbelklik hierop. Op de tab Algemeen vind je de sectie Bewerking. Kies hier voor De verbinding blokkeren en klik op OK.

Op een later moment herstel je de bewerking weer door hetzelfde tabblad te openen en te kiezen voor De verbinding toestaan. Het is belangrijk dat je elke aanpassing in de firewall vastlegt, bijvoorbeeld in een Word-document. Zo kun je een situatie altijd relatief eenvoudig terugdraaien. 

Totaaloverzicht

Tot slot is er de sectie Controle. Hiermee roep je een uitgebreid overzicht op van de status van de firewallbeveiliging. Kies het profiel waarover je meer informatie wilt. In het overzicht zie je of de Windows Firewall actief is en van welke meldingen je op de hoogte wordt gesteld. Verder geeft Firewall aan welke regels actief zijn. 

Als je het logboek hebt geactiveerd (waarover hieronder meer), vind je ook een koppeling naar de logboekinformatie. Klik op het pijltje naast Controle om de onderliggende secties uit te klappen en een overzicht van de actieve beveiligingsregels op te vragen.

©PXimport

Logboek raadplegen

Standaard houdt Windows Firewall geen logboek bij. Dat is jammer, omdat je in geval van problemen een logboek kunt raadplegen om te controleren waar het misgaat. Een logboek kan namelijk waardevolle informatie bevatten over de stappen die de firewall heeft genomen.

In het geavanceerde firewallvenster klik je op Eigenschappen. Open de tab Privéprofiel en klik op Aanpassen in de sectie Logboekregistratie. Kies nu wat je wilt opslaan. Zo kun je het vastleggen wanneer er datapakketten verloren gaan (kies voor Verloren pakketten in logboek registreren) en het vastleggen wanneer verbindingen succesvol worden opgezet (kies voor Geslaagde verbindingen opslaan).

Bij Naam kun je de opslaglocatie van het logboek aanpassen. Standaard vind je het logboek in de map C:\Windows\System32\logfiles\firewall. Het bestand heet Pfirewall.log

Bij Limiet kun je de maximale bestandsgrootte van het logboek bepalen, als je niet tevreden bent met de standaardgrootte van 4 MB. Klik op OK om de instellingen op te slaan. 

Het is tenslotte verstandig om de logboekregistratie alleen te activeren als je problemen hebt met de verbindingen en een oorzaak wilt achterhalen, want het bijhouden van het logboek legt beslag op de bronnen van Windows.

▼ Volgende artikel
Baas over bladzijdes: plaats paginanummers waar je wilt
© Anders Beier
Huis

Baas over bladzijdes: plaats paginanummers waar je wilt

Lange documenten in Word voorzie je natuurlijk van paginanummers. Maar wat als je project begint met een voorblad en een inhoudsopgave? Dan wil je de paginanummering misschien pas later laten starten, bijvoorbeeld bij het eerste hoofdstuk. Gelukkig kun je zelf bepalen vanaf welke pagina de nummering begint en hoe die wordt weergegeven.

Stap 1: Sectie-einde

Stel dat je de paginanummering pas op pagina vier wilt laten beginnen. Plaats dan de cursor aan het einde van de tekst op de derde pagina. Ga naar het tabblad Indeling, klik op Eindemarkeringen en kies onder Sectie-einden de optie Volgende pagina. Zo voeg je een sectie-einde toe tussen pagina drie en vier.

Plaats een sectie-einde voor de pagina waar de nummering moet beginnen.

Stap 2: Ontkoppel de sectie

Klik in de kop- of voettekst van pagina vier. Je ziet nu het label Koptekst (Sectie 2) of Voettekst (Sectie 2) verschijnen. Zodra je dit doet, opent automatisch het tabblad Koptekst en voettekst. Klik op Aan vorige koppelen in de groep Navigatie om de kop- en voettekst van deze sectie los te koppelen van de vorige. Zo voorkom je dat de paginanummers ook op de eerste drie pagina’s verschijnen.

Zorg dat de optie 'Aan vorige koppelen' is uitgeschakeld voordat je nummers toevoegt.

Stap 3: Nummering plaatsen

Plaats de cursor opnieuw in de kop- of voettekst van pagina vier waar je de nummering wilt starten. Ga naar Paginanummer, kies waar je het nummer wilt tonen (bovenaan of onderaan) en kies een stijl. Je ziet nu waarschijnlijk dat pagina vier het cijfer 4 krijgt. Dat wil je aanpassen. Klik opnieuw op Paginanummer en kies Opmaak paginanummers. Selecteer hier Beginnen bij en vul het gewenste startnummer in – in dit voorbeeld: 1. Klik op OK. Nu begint de nummering pas op pagina vier, met het cijfer 1.

De eerste drie pagina’s hebben nu geen nummering. Als je die drie pagina’s door middel van Romeinse cijfers wilt nummeren, dan ga je terug naar de allereerste pagina en weer klik je op Paginanummer. Je beslist of de nummering boven- of onderaan de pagina moet komen. In het pop-up venster Opmaakpaginanummers selecteer je bovenaan de Romeinse stijl en in het vak Beginnen bij selecteer je 1.

Vanaf nu krijgt de vierde pagina het nummer 1.

▼ Volgende artikel
Slim en veilig delen: zo voorkom je dat vertrouwelijke bestanden uitlekken
© ID.nl
Huis

Slim en veilig delen: zo voorkom je dat vertrouwelijke bestanden uitlekken

Vroeg of laat moet je bepaalde informatie digitaal delen. Denk aan contracten, medische gegevens of vertrouwelijke rapporten. Dat is vaak ook precies het moment waarop het mis kan gaan. Eén foutieve klik en je bestand belandt in verkeerde handen. Gelukkig zijn er slimme en relatief eenvoudige manieren om het risico te beperken, zonder paranoïde toestanden.

Wat gaan we doen

In deze workshop leer je stap voor stap hoe je gevoelige informatie digitaal kunt delen zonder risico. We laten zien hoe je metadata verwijdert, bestanden versleutelt met 7-Zip en toegang beperkt via OneDrive. Ook ontdek je hoe je e-mails extra beveiligt met Outlook, Gmail of Proton Mail. Zo weet je precies welke methode het beste past bij jouw situatie en houd je vertrouwelijke documenten echt vertrouwelijk.

Lees ook: 20 tips om je online privacy te waarborgen

Om te voorkomen dat vertrouwelijke informatie terechtkomt bij onbevoegden, gebruik je bij voorkeur een combinatie van beveiligingsmaatregelen. Versleutel je bestanden vóór verzending, gebruik wachtwoorden of toegangsrechten en kies voor veilige overdrachtsdiensten in plaats van standaardmail. Beperk daarnaast de toegang tot enkel de juiste personen of groepen. Zo houd je je data echt privé, ook na verzending. 

Metadata verwijderen

Welke versie van Windows je ook gebruikt: als je gevoelige bestanden deelt, is het verstandig om eerst de metadata te wissen. Wanneer je een bestand aanmaakt, slaat het systeem automatisch extra gegevens op, zoals de naam van de auteur, de datum van de laatste wijziging, de computernaam en meer. Deze metadata kunnen onbedoeld gevoelige informatie prijsgeven.

Gelukkig kun je deze metadata in Windows Verkenner eenvoudig verwijderen. Navigeer naar het bestand dat je wilt delen. Klik er met de rechtermuisknop op en kies Eigenschappen. Of gebruik de toetscombinatie Alt+Enter. Ga naar het tabblad Details. Klik onderaan op Eigenschappen en persoonlijke gegevens verwijderen. Hier kun je ook de optie Maak een kopie waarbij alle mogelijke eigenschappen zijn verwijderd selecteren. Bevestig met OK. Hierdoor ontvang je een kopie van het bestand zonder de metadata.

Je kunt ook selectief de metadata selecteren die je wilt verwijderen.

➡️7-Zip

Installeren

Ben je van plan om een bestand via internet te versturen? Dan is versleuteling een slimme zet. Door een bestand te versleutelen, voorkom je dat onbevoegden toegang krijgen tot de inhoud, zelfs als ze dat per ongeluk in handen krijgen. Hoewel Windows 11 zelf versleutelingsopties biedt, zijn die alleen bedoeld voor lokale opslag en dus niet geschikt voor bestanden die je wilt delen. Gebruik daarom een externe tool zoals 7-Zip, een gratis, opensource-programma dat uitstekend werkt voor veilige compressie én encryptie.

7-Zip installeer je via de Opdrachtprompt: Open het Startmenu en zoek naar Opdrachtprompt. Klik met de rechtermuisknop op het resultaat en kies Als administrator uitvoeren. Typ de volgende opdracht en druk op Enter: winget install --id 7zip.7zip.

De tool wordt automatisch gedownload en geïnstalleerd. Zodra 7-Zip klaarstaat, kun je je bestand inpakken in een met een wachtwoord beveiligd archief (7z of zip) met sterke AES-256-encryptie. Op die manier kun je het bestand veilig versturen, bijvoorbeeld via e-mail of een cloudservice, mits je het wachtwoord apart en veilig deelt.

Installeer 7-Zip via de Opdrachtprompt.

Versleutelen

Om 7-Zip te starten, zoek je via Startmenu naar 7-Zip File Manager. Open de app en navigeer naar het bestand dat je wilt beveiligen. Selecteer dat en klik op de groene knop Toevoegen. Onderaan, in het gedeelte Versleuteling, vul je een wachtwoord in om het bestand te beveiligen. Typ het wachtwoord twee keer ter bevestiging.

Je kunt ervoor kiezen om het wachtwoord zichtbaar te maken, zodat je zeker weet dat je geen typfouten maakt. Daarnaast kun je ook de bestandsnaam versleutelen. Dat zorgt ervoor dat zelfs de naam van het bestand niet meer herkenbaar is, wat de inhoud extra goed afschermt voor nieuwsgierige ogen. Het resultaat is een versleuteld archiefbestand - een soort digitale container - dat alleen geopend kan worden met het ingestelde wachtwoord.

Standaard blijft het originele, niet-versleutelde bestand behouden. Wil je dat automatisch laten verwijderen? Vink dan in het venster Toevoegen aan archief de optie Bestanden na inpakken verwijderen aan. Zo blijft enkel de beveiligde versie over.

Voer een wachtwoord in om de container te beveiligen.

Uitpakken

Op het eerste gezicht lijkt het misschien alsof het bestand niet aan een programma is gekoppeld, maar 7-Zip herkent het formaat en pakt het zonder problemen uit. Houd er rekening mee dat de ontvanger ook over 7-Zip moet beschikken om het versleutelde archief te openen.

Deze opent het bestand in 7-Zip, selecteert het en klikt op de knop Uitpakken. Daarna vraagt 7-Zip waar het uitgepakte bestand moet worden opgeslagen en voert de ontvanger het juiste wachtwoord in. Stuur het wachtwoord nooit samen met het bestand. Verstuur het wachtwoord via sms, telefoon of een ander chatplatform.

Geef aan waar de container wordt uitgepakt en voer het wachtwoord in.

Versleutelen en splitsen

Wil je nog een extra beveiligingslaag toevoegen? Dan kun je het bestand niet alleen versleutelen met 7-Zip, maar ook opsplitsen in meerdere delen. Vervolgens kun je elk deel apart versturen, eventueel zelfs op verschillende momenten of via verschillende kanalen.

Open opnieuw 7-Zip en voeg het bestand toe dat je op deze manier wilt beveiligen. Stel een encryptiewachtwoord in en bevestig dat. In het veld Opsplitsen in volumes, bytes kies je de gewenste bestandsgrootte per deel. Dit is vooral handig voor grote bestanden. Stel dat het originele bestand 40 MB groot is. Als je 10 MB opgeeft, maakt 7-Zip er automatisch vier gelabelde delen van.

Voor maximale veiligheid kun je elk deel via een andere dienst of e-mailaccount verzenden. De ontvanger selecteert alle delen in 7-Zip (houd hiervoor de Ctrl-toets ingedrukt tijdens het aanklikken) en kiest daarna Uitpakken. Zodra het juiste wachtwoord wordt ingevoerd, worden de delen automatisch samengevoegd en ontsleuteld.

Op deze manier wordt het bestand opgesplitst in pakketten van maximaal 10 MB.

➡️OneDrive

Machtigingen

Met OneDrive stel je eenvoudig machtigingenin waarmee je bepaalt wie er toegang krijgt tot het bestand dat je eerder met 7-Zip hebt versleuteld. Het delen kun je op elk moment weer stopzetten. Open OneDrive via verkenner en navigeer naar de map waarin de versleutelde container staat. Klik met de rechtermuisknop op het bestand en kies voor Delen.

In het pop-upvenster voer je het e-mailadres in van de persoon met wie je het bestand wilt delen. Je kunt ook meerdere e-mailadressen of een mailgroep invoeren. Klik vervolgens op het potloodicoon om aan te geven of de ontvanger het bestand mag Bewerken of Alleen mag bekijken. Ben je klaar? Klik dan op Verzenden. De ontvanger krijgt een e-mail met een link om het bestand te downloaden.

Mag de ontvanger het bestand alleen lezen of mag hij het ook wijzigen?

➡️Outlook

E-mailversleuteling

Heb je een Microsoft 365-abonnement? Dan kun je gebruikmaken van de ingebouwde versleutelfunctie in Outlook om je e-mails en bijlagen extra te beveiligen.

Open de Outlook-app en klik op Nieuwe e-mail om een nieuw bericht op te stellen.Ga eventueel naar het tabblad Invoegen en kies Bestand bijvoegen.Selecteer via Op deze computer zoeken het gewenste bestand en klik op Openen.

Daarnaga je naar het tabblad Opties bovenaan het Lint.Klik op de knop Versleutelen. Je kunt hier ook kiezen uit verschillende beveiligingsniveaus.Maak je bericht af zoals gewoonlijk en klik op Verzenden.De e-mail wordt nu automatisch versleuteld verstuurd. De inhoud is onderweg beschermd en kan alleen worden geopend door de bedoelde ontvanger.

Gebruik de knop Versleutelen in het tabblad Opties.

Beveiligingsopties

Onder de knop Versleuteling zie je drie opties als je een Microsoft 365 Family- of Personal-abonnement gebruikt. De eerste optie is Niet doorsturen. Hierdoor blijft je bericht versleuteld binnen Microsoft 365 en kan de ontvanger het niet kopiëren of naar anderen doorsturen. Kies je Versleutelen, dan kunnen ontvangers met een Outlook.com- of Microsoft 365-account de bijlagen downloaden vanuit Outlook.com of de mobiele Outlook-app.

Wie een andere e-mailclient gebruikt, zoals Gmail, Thunderbird of Apple Mail, ontvangt een bericht dat er een Microsoft Office 365-versleutelde e-mail op hem wacht. Als de ontvanger op de link Bericht lezen klikt, dan schakelt hij naar het Microsoft 365 Portal voor berichtversleuteling en daar moet hij zich aanmelden met een eenmalige wachtwoordcode. Die code ontvangt hij in zijn e-mailclient en daarmee kan hij dan het bericht op de portal openen.

De derde optie is Geen machtiging ingesteld en daarmee verwijder je eerdere machtigingen. De versleutelfunctie in Outlook is ideaal voor wie snel en zonder technische omwegen gevoelige informatie wil delen binnen een professionele context. Je hoeft geen extra tools te installeren.

Gebruikt de ontvanger geen Outlook, dan wordt hij verwezen naar de Microsoft 365 Portal.

➡️Gmail

Vertrouwelijke modus

De extra beveiliging in Gmail heet Vertrouwelijke modus. Hiermee versleutel je je berichten, zodat alleen de bedoelde ontvanger ze kan lezen, zelfs als iemand anders toegang krijgt tot diens mailbox. Klik op Opstellen om een nieuw bericht te maken. Vul het e-mailadres van de ontvanger in, kies een onderwerp en typ je bericht. Voor je op Verzenden klikt, activeer je de extra beveiliging. Onderaan het berichtvenster zie je een aantal grijze knoppen. Helemaal rechts staat een pictogram van een slot met een wijzerplaat. Klik daarop om de Vertrouwelijke modus in te schakelen.


Gebruik je de mobiele app? Tik dan op de drie puntjes rechtsboven en kies daar het slotje. Ontvangers kunnen deze mail vervolgens niet doorsturen, kopiëren, afdrukken of downloaden. Er verschijnt ook een pop-upvenster waarin je de vervaltijd van het bericht instelt. Je kunt kiezen uit: 1 dag, 1 week, 1 maand, 3 maanden of 5 jaar. Na afloop van de gekozen periode verdwijnt het bericht automatisch uit de postbus.

Terwijl je de vervaltijd instelt, zie je ook de exacte einddatum.

Sms-beveiliging

In hetzelfde pop-upvenster kun je een extra beveiligingslaag toevoegen via de optie Toegangscode vereisen. Vink hier de optie Sms-toegangscode aan. De ontvanger kan het bericht dan pas lezen nadat hij of zij een code invoert die via sms op de mobiele telefoon wordt bezorgd. Hiermee voeg je een tweede beveiligingsfactor toe, wat het voor een indringer vrijwel onmogelijk maakt om toegang te krijgen. Die moet immers niet alleen de mailbox, maar ook de sms-berichten van de ontvanger onderscheppen. Dat is een bijzonder lastige combinatie.

Klik op Opslaan en vervolgens op Verzenden. Op dit moment kun je eventueel nog de vervaltijd van het bericht aanpassen. Dan verschijnt er nu een tweede pop-upvenster waarin je het telefoonnummer van de ontvanger moet invoeren. Klik opnieuw op Verzenden. De ontvanger krijgt vervolgens een e-mail met daarin een knop om het vertrouwelijke bericht in de browser te openen. Is sms-verificatie ingeschakeld? Dan ziet de ontvanger ter bevestiging de laatste twee cijfers van zijn of haar gsm-nummer. Na een klik op Send passcode wordt de toegangscode per sms verstuurd.

Voer het gsm-nummer in van de ontvanger.

Lees ook: 20 (écht) onmisbare tips voor Gmail

Documenten ondertekenen op je iPhone? Zo maak je een handtekening aan

View post on TikTok

➡️Proton Mail

Zwitserse veiligheid

De grote mailproviders maken er geen geheim van dat ze het e-mailverkeer scannen. Volgens eigen zeggen doen ze dat om hun dienstverlening te verbeteren. Daarbij richten ze zich vooral op de metadata van berichten: wie met wie communiceert, wanneer en hoe vaak. Ben je op je privacy gesteld, dan geeft dit idee een onbehaaglijk gevoel, zeker wanneer het om vertrouwelijke informatie gaat.

In dat geval kun je overstappen naar een ultraveilige aanbieder zoals Proton Mail (https://proton.me), een dienst die privacy centraal stelt. De servers staan in Zwitserland, waardoor de dienst onderworpen is aan een van de strengste privacywetgevingen ter wereld. Proton Mail werkt standaard met end-to-end-encryptie. Bij gewone e-mails is de verbinding tussen jou en de server meestal wel versleuteld met TLS (Transport Layer Security), maar de e-mail zelf wordt op de server in leesbare vorm opgeslagen.

End-to-end-encryptie (E2EE) bij e-mail betekent dat alleen de afzender en de beoogde ontvanger de inhoud van het bericht kunnen lezen. Zelfs de e-maildienst zelf kan niet zien wat er in de e-mail staat, omdat de versleuteling pas wordt verwijderd op het toestel van de ontvanger.

De gratis versie, Proton Free, biedt dezelfde sterke beveiliging als de betaalde formules, maar met enkele beperkingen. Je beschikt over één e-mailadres en 1 GB e-mailopslag. Daar staat tegenover dat je volledig reclamevrij werkt, niet gevolgd wordt en je berichten niet worden geanalyseerd of gelogd. Wie meer nodig heeft, kan upgraden naar een betaald abonnement, zoals Mail Plus (3,99 euro per maand bij jaarlijkse betaling).

Bij Proton Mail geniet je van end-to-end-versleuteling, wachtwoordbeveiliging en automatische verwijdering.


Zeg je Zwitsers en handig, dan zeg je …

Zakmessen!