ID.nl logo
Scherp, groot en snel: 3 oledmonitors vergeleken
Huis

Scherp, groot en snel: 3 oledmonitors vergeleken

We hebben de laatste tijd de nodige nieuwe oledschermen voorbij zien komen, van supersnelle 27inch-modellen tot extra grote 34- en 49inch-ultrawides. Maar waar we op zaten te wachten, was een monitor die het beste van alle werelden zou combineren: een hoge resolutie, lekker groot én supersnel. En precies dat brengt Samsung in de vorm van een 32inch-scherm nu op de markt. Wij hebben drie nieuwe monitors met dit scherm getest.

Eindelijk! Een oledscherm dat het beste van alles biedt: hoge resolutie, groot en snel. We hebben drie monitors met dit scherm getest:

  • Alienware AW3225QF
  • MSI MPG 321URX QD-OLED
  • ASUS ROG Swift OLED PG32UCDM

Lees ook onze eerdere test over oledmonitors: Elf oledschermen voor de pc getest: wel of niet kopen?

Samsungs nieuwe QD-oledscherm is op papier de basis voor de ultieme monitor en combineert het 32inch-formaat met een 4K-resolutie en 240Hz-verversingssnelheid. De reeds bestaande 27inch-monitors met 1440p-resolutie en 240Hz-verversingssnelheid zijn technisch uitstekend, maar een maatje groter kan geen kwaad. Als je echt productief wilt zijn of bijvoorbeeld creatief werkt doet, is de 4K-resolutie (3840 × 2160 pixels) van deze nieuwe schermen simpelweg superieur.

Hetzelfde geldt voor de vergelijking met de ultrawides. Die zijn technisch eveneens indrukwekkend, maar ondanks dat het totale aantal pixels daar hoger ligt, is de verticale resolutie van 1440p voor veel gebruikers een beperking die je liever niet hebt. Daarbij geldt voor gamers dat niet elke game goed omgaat met een 21:9-beeldverhouding, iets waar je met een 4K-monitor met 16:9-beeldverhouding geen last van hebt. Ook is 240 Hz nog net wat sneller en soepeler dan de verversingssnelheid van 144 tot 175 Hz die we aantreffen op de ultrawides.

Scherper

Een bijkomend voordeel is dat de combinatie 32 inch en 4K een betere scherpte geeft dan een 27 inch en 1440p: circa 140 PPI versus 110 PPI. Scherpte is wenselijk voor productiviteit, immersie en vermindert een van de grotere nadelen van QD-oledschermen: color fringing. Samsung QD-oledschermen hebben de subpixels in een driehoekje staan. Omdat ze daarmee afwijken van de standaard worden sommige fijne details niet altijd perfect weergegeven. Dat is niet iets wat je merkt in games en films, maar voor grafische ontwerpers waarvan pixel-perfectie wordt verwacht, is het wel iets om rekening mee te houden. Deze 32inch-modellen doen dat aanzienlijk beter.

Voordelen van oled

De inherente voordelen van oled zijn bij deze drie nieuwe 32inch-modellen natuurlijk niet anders dan bij eerdere monitors: contrast, kleurprestaties, piekhelderheden en snelheid. De beeldkwaliteit wordt dan ook over het algemeen als fantastisch ervaren. De belangrijkste reden daarvan is dat in een oledscherm elke individuele pixel zijn eigen lichtbron is. Zo is zwart echt zwart, en heb je een superieur contrast.

De kleurweergave is ook uitzonderlijk goed. Dit is een vlak waarop echte top lcd-schermen zich wel kunnen meten, maar de huidige (QD)-oledschermen hebben allemaal een zeer ruim kleurbereik (ook wide color gamut genoemd) en ze worden direct uit de fabriek al goed gekalibreerd. We zien soms kleine verschillen, maar ze zijn vrijwel altijd allemaal uitstekend te noemen.

Kijk je veel content (films en series, maar ook voor games gaat dit op), dan is een goede HDR-weergave belangrijk. Dat vereist naast een goed contrast en mooie kleuren ook een hoge piekhelderheid. Al deze oledschermen pieken boven de 900 nits, typische lcd-schermen komen zelden boven de 400.

Voor gamers is ook de snelheid waardevol: oledschermen reageren praktisch zonder vertraging. Waar een typische lcd-monitor er ergens tussen de 5 (goed) en 25 (matig) milliseconden over doet om van kleur of grijstint te veranderen (slechts enkele high-end-monitors scoren tussen de 2 en 5 ms), doet een oledmonitor die transitie veelal tussen de 0,5 en 1 ms. Dat maakt snel bewegende beelden op oledmonitors beter om te volgen, maar geeft ook competitieve voordelen; je kunt immers sneller reageren.

Oledschermen zijn door hun snelle reactietijden zeer geschikt voor gamen.

Benieuwd naar oledmonitors?

Je vindt een keur aan modellen op bol

Nadelen van oled

Hoewel oled over het algemeen als het mooiste beeld wordt beschouwd, zijn er wel degelijk wat nadelen en risico’s. Het voornaamste probleem is burn-in. En hoewel LG en Samsung heel hard hun best doen om dit onderwerp te vermijden, blijft het een feit dat een oledmonitor bij zeer langdurige statische beelden in kan branden, daarvoor is genoeg bewijs te vinden. Gelukkig komen deze drie nieuwe monitors met verschillende beschermingsmechanismen en drie jaar garantie (ook) tegen burn-in, maar de (kleine) kans bestaat dus dat je prijzige investering na drie jaar aan vervanging toe kan zijn.

Een ander minpunt van alle LG oled- en Samsung QD-oledschermen is de eerder genoemde subpixel-layout. De hogere dpi maakt het weliswaar minder zichtbaar, maar niet onzichtbaar. Het blijft aanwezig voor een oplettend oog en de kanttekening blijft op zijn plaats dat creatieve professionals dit soort schermen beter eerst zelf ervaren voordat ze er zo maar 1100 tot 1500 euro aan uitgeven.

Oled flikkert? Alle LG oled- en Samsung QD-oledmonitors tonen een dip in de helderheid op elke transitie. Het gros van de gebruikers merkt daar niets van, maar een klein aantal gebruikers ervaart het als een vermoeiend voor de ogen. Het is dan ook raadzaam om een keer een oledscherm in de praktijk te ervaren voordat je er dagelijks uren naar gaat kijken.

Een oledscherm toont regelmatig een dip in de helderheid.

Alienware AW3225QF

Hoewel het gebruikte Samsung QD-oledscherm in de drie geteste exemplaren identiek is, wijken de monitors desondanks qua uitstraling en uitvoering flink af.

Zo is de Alienware AW3225QF de enige met een curved scherm, waar de andere een platte variant hebben. Of dat een voor- of nadeel is, moet de gebruiker zelf ervaren, maar wij vinden een kromming in kleinere formaten onnodig en in echt grotere formaten juist wenselijk. Een 32inch-scherm zit daar er een beetje tussenin. Het kan een meerwaarde zijn als je vooral games speelt en films kijkt terwijl je dichtbij zit, maar sommige beeldbewerkers prefereren een vlak scherm.

Het ontwerp zelf is ook een kwestie van smaak. Alienware kiest voor een vrij futuristische, grotendeels witte uitstraling met grote, verlichte letters en een logo achterop. Zelfs met de verlichting uit is het een opvallende verschijning.

De basisprestaties, en zaken als contrast, kleurbereik en reactietijden van de geteste modellen ontlopen elkaar weinig. De kleurafstelling in de standaard- en in de sRGB-modus is overal ook gewoon keurig in orde. Let er wel op dat je een firmware-update uitvoert, want de eerste firmware-versies hadden een matige sRGB-kleurweergave.

Wat mogelijkheden betreft heeft Alienware een paar duidelijke voor- en nadelen. Het unieke voordeel is de ondersteuning voor Dolby Vision. Dit wordt in Windows matig ondersteund, maar geeft wel een betere HDR-ervaring wanneer je spelcomputers of andere apparaten zoals mediaspelers wilt gebruiken.

Daar staat echter tegenover dat de Alienware als enige van de drie voorzien is van een fan voor actieve koeling. Die blijft ook tijdens de meest intensieve testen vooralsnog stil, maar we zijn geen fan (pun intended) van onnodige bewegende onderdelen in onze monitors. Ook ontbreekt een usb-c-ingang met power delivery om laptops met een enkele kabel aan te sluiten en te laden. Een gemiste kans voor iedereen die zijn monitor in combinatie met de werklaptop wil gebruiken.

Alienware heeft echter een zeer belangrijke troef in handen, en dat is de prijs. Op het moment van schrijven is de AW3225QF bij Dell (waar Alienware onderdeel van is) te koop voor iets meer dan 1000 euro, waar de andere twee minimaal 1400 euro kosten. De kleine verschillen in de meetresultaten wegen niet op tegen dat prijsvoordeel, wat de AW3225QF een zeer interessante optie maakt. Of je moet echt geen curved scherm willen, niet zonder usb-c kunnen, of gebruik willen maken van mogelijkheden die andere schermen bieden.

Pluspunten

  • Fantastisch scherm

  • Laagste prijs tijdens testperiode

  • Dolby Vision-support

  • Gebogen voor gamers

Minpunten

  • Geen usb-c

  • Actieve fan

  • Niet de meest uitgebreide OSD-opties

Alienware AW3225QF

De goedkoopste 32inch-oledmonitor

MSI MPG 321URX QD-OLED

Vergeleken met de futuristische Alienware is de MSI MPG 321URX opvallend ingetogen, zeg maar gerust zakelijk vormgegeven. Iets dat door veel gebruikers eerder als een voordeel gezien wordt. De constructie is niet uitzonderlijk hoogwaardig, zeker niet als je de ASUS-monitor ernaast hebt staan, maar het is stevig genoeg om ermee door te kunnen.

MSI scoort naast het ingetogen ontwerp ook op andere punten als het op professioneel gebruik aankomt. De fabrikant biedt zowel een sRGB-, P3- als een AdobeRGB-profiel, alle met voldoende accurate kalibratie voor (semi)professioneel gebruik. Iedereen die echt perfecte kalibratie nodig heeft, zal elke monitor met enige regelmaat zelf kalibreren.

De keuze voor een plat scherm is volgens ons voor productiviteit en creativiteit zeker een voordeel en MSI voegt ook een usb-c-ingang toe die oplaadt met 90 watt. Als je jouw krachtige moderne laptop met één kabel wilt gebruiken en laden tegelijk, dan biedt MSI daar de beste aansluiting voor. Bij de Alienware ontbreekt usb-c en de ASUS biedt, afhankelijk van de instelling, minder vermogen.

Wat betreft de gebruikservaring zit MSI een beetje tussen de Alienware en de ASUS in. Net als hun Taiwanese collega’s van ASUS ligt de focus op het toevoegen van meer mogelijkheden, Alienware houdt die extra opties, net als andere Dell-monitors, vaak net wat beperkter. MSI is de jongere fabrikant als het op monitors aankomt en dat merk je hier en daar in de OSD-, software- en app-ervaring.

Pluspunten

  • Fantastisch scherm

  • Usb-c met 90 watt

  • Passief gekoeld

Minpunten

  • OSD en software kan beter

MSI MPG 321URX QD-OLED

Zakelijk, ingetogen en gemiddeld

MEG, MPG of MAG? MSI toonde op CES in Las Vegas drie monitors met ditzelfde QD-oledscherm. De MPG die wij hebben getest is de middelste van de drie. De MAG-variant heeft minder mogelijkheden, maar ook een lagere prijs. De duurdere MEG biedt dezelfde mogelijkheden als de MPG, maar heeft een AI-functie die op het scherm elementen kan toevoegen. Bijvoorbeeld door in games duidelijkere visuele indicators te geven waar de tegenstander zich bevindt op basis van wat de monitor op de kaart of via andere aanwijzingen detecteert. Interessant, maar omdat applicaties dat niet herkennen, levert dit de monitor hier en daar al de naam cheater-monitor op.

ASUS ROG Swift OLED PG32UCDM

ASUS’ eerste monitor met dit scherm wordt niet uitgebracht in de professionele ProArt-lijn, maar in de high-end gaming ROG-lijn. Vandaar die agressief ogende voet, opvallende RGB-verlichting in de vorm van een matrix-lay-out achterop, RGB in de voet, plus een logoprojector in de basis.

Het is echter niet alleen maar show bij ASUS. De bouw en afwerking is hier het best, en ASUS toont de meeste ervaring te hebben met dit soort schermen door de meest complete (en fijnst werkende) OSD en software te bieden. Ook biedt ASUS als enige 120Hz-BFI (Black-Frame-Insertion), een feature die door een selecte groep gamers als wenselijk ervaren wordt.

De passieve werking zonder fan wordt vermoedelijk door iedereen als wenselijk ervaren, net als de toevoeging van usb-c met power delivery, zij het dat deze alleen 90 watt aankan als je de helderheid limiteert; een vreemde keuze die getuige de MSI-implementatie eigenlijk niet had gehoeven.

Net als met de 27- en 34inch-modellen is ASUS in staat om iets meer helderheid uit hetzelfde scherm te knijpen, al zijn de verschillen bij de 32inch-monitors eigenlijk te klein om significant te noemen. Hetzelfde geldt voor de afstelling van de kleuren; bij vorige modellen konden fabrikanten zich daar nog enigszins mee onderscheiden, deze schermen lijken allemaal al geoptimaliseerd de fabriek te hebben verlaten.

Zoals vaker is het probleem bij ASUS ROG-producten dat je er een meerprijs voor betaalt. Zaken als constructie, ontwerp, BFI-modus, OSD en software kunnen dan wel overtuigen, maar het gat met Alienware is aanzienlijk. Zeker gezien het feit dat de kleine verschillen in de beeldervaring niet heel relevant zijn; wat inhoudt dat je wel heel bewust meer wilt betalen voor genoemde pluspunten.

Pluspunten

  • Fantastisch scherm

  • Meest volwassen OSD en software

  • Passief gekoeld

  • Nipt de beste afstelling

Minpunten

  • Hoge prijs

ASUS ROG Swift OLED PG32UCDM

Beste, maar duurste monitor

Prijzen zakken snel Alle geteste monitors zijn pas net op de markt, dat betekent dat je er nu vaak de hoofdprijs voor betaalt. Kijken we naar de prijzen van (QD-)oledmonitors uit 2023, dan zien we dat die heel hard gezakt zijn. Betaalde je begin 2023 nog zo’n 1300 à 1400 euro voor een 34inch-monitor met 3440 × 1440p, inmiddels ben je er nog geen 800 euro aan kwijt. Het is niet zeker dat de door ons geteste monitors hetzelfde patroon zullen volgen, maar de onderlinge concurrentie is al sterk en LG komt in 2024 ook nog met een soortgelijk scherm uit. Wat ons betreft is er dus een grote kans dat je later in 2024 aanzienlijk minder voor deze monitors betaalt.

Conclusie

Het staat niet ter discussie dat dit nieuwe 32inch-scherm de basis vormt voor het ultieme game- én allroundscherm van dit moment. De specificaties zijn top en de schermen rollen praktisch perfect afgesteld van de band. Dat betekent dat er bijna niks mis kan gaan, maar ook dat het voor de fabrikanten moeilijk is om zich echt te onderscheiden. Ben je niet iemand die regelmatig met de instellingen aan de slag gaat en wil je gewoon een topscherm met een goede kleurkalibratie en overtuigend beeld? Dan is de prijs eigenlijk leidend en is de Alienware op het moment van schrijven het meest interessant.

Verschillen zijn er echter wel. Alienware biedt als enige Dolby Vision, terwijl ASUS en MSI weer een usb-c-aansluiting hebben. MSI is dankzij het hogere vermogen op dat punt het meest interessant en heeft bovendien een AdobeRGB-profiel.

De monitors zien er allemaal compleet anders uit. MSI en ASUS zijn plat terwijl Alienware een gebogen scherm heeft. Als je juist heel fanatiek zaken in de menu’s wilt aanpassen, dan is ASUS het meest aantrekkelijk op de voet gevolgd door Alienware met MSI dit keer achteraan.

Voor ieder wat wils dus, met de kanttekening dat de prijzen vermoedelijk nog wel zullen dalen en naar elkaar toe zullen trekken. Awards uitdelen is dan ook lastig. Er is niet één scherm in alles het beste en een redactietip die rekening houdt met de scherpste prijs durven we ook niet aan. Houd de prijzen dus goed in de gaten en onthoud: met alle door ons geteste exemplaren haal je een topmonitor in huis.

De tabel met alle testresultaten op een rijtje. Klik op de afbeelding voor een grotere weergave.

▼ Volgende artikel
Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt
© fotomek
Huis

Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt

Denk je net goed bezig te zijn met een A+++-wasdroger, blijkt die vanaf juli 2025 opeens een magere C te scoren. Wat is hier aan de hand? Geen paniek: je apparaat is niet plotseling minder efficiënt geworden, het energielabel wordt een stuk strenger. In dit artikel lees je waarom de regels zijn veranderd, wat het nieuwe label precies meet en hoe je wél de juiste conclusies trekt bij je volgende aankoop.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Bemmel & Kroon

Vanaf 1 juli 2025 – morgen dus! – verandert het energielabel van wasdrogers in heel Europa. De bekende klassen als A+, A++ en A+++ verdwijnen en maken plaats voor een overzichtelijker schaal van A tot en met G. Hierdoor krijgen veel huidige A+++-drogers voortaan een label C. Niet omdat ze slechter presteren, maar omdat de normering strenger en toekomstbestendiger wordt.

Waarom een nieuw energielabel nodig was

Het oude systeem was zijn doel voorbijgeschoten. Doordat fabrikanten steeds energiezuinigere apparaten ontwikkelden, werden er voortdurend plussen aan de A-klasse toegevoegd. Daardoor ontstond een wildgroei aan energielabels die de consument eerder in verwarring bracht dan hielp. Met het nieuwe label keert de rust terug: één heldere schaal die opnieuw ruimte laat aan de top. De zuinigste klasse A blijft voorlopig zelfs leeg, zodat alleen uitzonderlijk efficiënte apparaten die plek mogen innemen.

©Bemmel & Kroon

Wat je ziet op het nieuwe label

Het nieuwe energielabel bevat veel meer informatie dan alleen een letter. Naast de energieklasse geeft het label nu ook inzicht in het verbruik per honderd droogbeurten, gemeten volgens een gestandaardiseerd Eco-programma. Ook de programmaduur, het maximale vulgewicht van de trommel, het geluidsniveau in decibel en de condensatie-efficiëntie staan erop vermeld. Via een QR-code kun je bovendien extra technische details opzoeken in de Europese EPREL-database. Deze toevoegingen zorgen ervoor dat je als consument beter kunt inschatten welk apparaat past bij jouw huishouden en gebruik. Meer informatie vind je op deze pagina.

©Bemmel & Kroon

1. QR-code met link naar de EU database
2. Energie-efficiëntieklasse
3. Energieverbruik in kWh/100 droogcycli*
4. Condensatie-efficiëntieklasse en -percentage

5. Geluidklasse en geluidemissie in dB(A)**
6. Maximale laadcapaciteit (nominale capaciteit in kg)**
7. Duur in uren en minuten**

* Waarden gelden voor een gewogen gemiddelde van halve en volle ladingen met een verhouding van 0,62 (24x volle lading, 76x halve lading).
** Droogcyclus van katoen eco-programma bij volle lading.

Het lastige van vergelijken

Oude en nieuwe energielabels kun je niet zomaar naast elkaar leggen. Een A+++-droger uit 2024 kan volgens de nieuwe testmethodes een label C krijgen, terwijl het apparaat in de praktijk nog steeds even zuinig is. Dat verschil komt puur door de aangescherpte meetnormen, en niet door een verandering in prestaties. Laat je dus niet misleiden door een ogenschijnlijke 'verslechtering' van het label, maar kijk naar de echte verbruiksgegevens en technische kenmerken van jouw wasdroger.

Wat dit voor jouw keuze betekent

Bij het kopen van een nieuwe droger is het dus belangrijk om verder te kijken dan alleen de letter op het label. De vermelding van het energieverbruik per honderd droogcycli geeft je een veel concreter beeld van de stroomkosten op jaarbasis. Ook het geluidsniveau, de capaciteit van de trommel en de duur van het droogprogramma bepalen in sterke mate hoe comfortabel en efficiënt het apparaat in de praktijk is. Dankzij de QR-code kun je bovendien snel en eenvoudig controleren of de technische gegevens aansluiten bij je verwachtingen.

©Viktoria

Slim kiezen met het nieuwe label

De vernieuwde energielabels maken het makkelijker om een slimme, bewuste keuze te maken. Niet alleen zie je in één oogopslag hoe energiezuinig een apparaat is volgens de nieuwste normen, je hebt ook toegang tot de details die er écht toe doen. Zo kun je jouw keuze afstemmen op wat je belangrijk vindt: lage kosten, weinig geluid, korte droogtijd of een groot vulgewicht. Door te letten op de werkelijke prestaties in plaats van alleen op een letter, maak je een duurzame keuze die ook op de lange termijn rendeert.

Wil je hulp bij het kiezen van een energiezuinige droger of persoonlijk advies over welk type het best bij jouw huishouden past? Laat je dan informeren door een specialist, zodat je met vertrouwen de juiste keuze maakt voor nu én de toekomst.

Op zoek naar een écht zuinige droger?

Bekijk de beste deals bij Bemmel & Kroon!
▼ Volgende artikel
Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op
© zephyr_p
Huis

Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op

Een nieuwe oven, koelkast of vaatwasser kiezen begint niet bij het design of de functies – het begint met een meetlint. Want hoe mooi of geavanceerd een apparaat ook is, als het nét niet past, zit je met een kostbare misser. Een paar millimeter speling kan het verschil maken tussen een perfect passende keuken en een frustrerende inbouwervaring. Met deze meetinstructies weet je zeker dat je straks niet voor verrassingen komt te staan.

Wil je je inbouwapparatuur tot op de millimeter nauwkeurig installeren, dan is precies meten onmisbaar. In dit artikel lees je over:

• Algemene meetprincipes • Waar je precies op moet letten bij een ⋄ inbouwkoelkast of -vriezer  ⋄ inbouwoven en -magnetron  ⋄ inbouwvaatwasser ⋄ inbouw-espressomachine  • Welke veelgemaakte fouten je moet zien te vermijden • Wat je altijd als laatste moet doen

Ook interessant: Een inbouwkoelkast kopen: waar moet je op letten?

Goed meten is het halve werk

Voordat je aan de slag gaat met meten, is het slim om een paar basisregels aan te houden. Gebruik altijd een betrouwbare rolmaat en eventueel een digitale schuifmaat voor extra precisie. Meet de binnenafmetingen van de nis (dus niet de buitenkant van je keukenkast) en noteer breedte, hoogte én diepte.

Houd daarnaast rekening met de ventilatieruimte: meestal is 2 tot 5 cm aan de achterkant en zijkanten nodig. En check of er ruimte is voor stopcontacten, wateraansluitingen en kabeldoorvoeren – die bepalen vaak óók of het apparaat goed kan worden geplaatst.

©Andrey Sinenkiy

Waar moet je op letten per apparaat?

Elk soort inbouwapparaat heeft zijn eigen eisen en aandachtspunten. Hieronder lees je per type waar je bij het opmeten en installeren specifiek op moet letten. Zo kom je niet voor verrassingen te staan.

Inbouwkoelkast of -vriezer

De hoogte van de nis is hier allesbepalend. Veelvoorkomende maten voor inbouwkoelkasten en -vriezers zijn 88, 140 en 178 cm, maar afwijkingen komen vaak voor. Let op het deursysteem: een sleepdeurmechanisme vraagt meestal om iets meer ruimte in de breedte. Diepte is vaak 55 cm, maar modellen met een ventilator achterop kunnen richting de 60 cm gaan.

Inbouwoven of -magnetron

Standaard? Niet helemaal. De nisbreedte is meestal 56 cm, terwijl het frontpaneel iets breder is (ca. 59,5 cm) voor een nette aansluiting. Hoogtes verschillen: compacte ovens zijn 45 cm hoog, standaardmodellen 60 cm. Magnetrons vragen soms extra ruimte aan de bovenkant voor uitstekende bedieningspanelen.

Inbouwvaatwasser

Hier draait het vooral om hoogte. Die varieert tussen 81,5 en 87 cm, met verstelbare poten voor wat speling. Meet ook de plinthoogte (van vloer tot onderkant kast), en vergeet de watertoevoer niet – reken op zo’n 5 cm extra ruimte in de diepte voor de slang.

Inbouw-espressomachine

Kleiner apparaat, maar niettemin precisiewerk. De breedte is vaak rond de 56 cm, maar de diepte varieert sterk. Let vooral op het waterreservoir (dat tot 55 cm diep kan zijn) en op kleppen of deurtjes die naar voren openen: die hebben extra werkruimte nodig.

©Cristina Villar Martin | Ladanifer

Veelgemaakte fouten die je makkelijk voorkomt

Zelfs met zorgvuldige metingen kan het misgaan, vaak doordat kleine details worden vergeten. Denk aan ventilatieruimte, uitstekende stekkers of leidingen die net in de weg zitten. Een handige tip: plak een strook tape op de vloer op de plek waar de achterkant van het apparaat komt, en markeer waar stekkers en leidingen zitten. Zo zie je snel of er iets in de weg zit.

Ook niet onbelangrijk: controleer of de nis waterpas is! Zeker bij koelkasten met uitschuiflades kan een scheve ondergrond voor problemen zorgen. Pas waar nodig je kast of ondervloer aan voordat je installeert.

Bij renovaties gelden vaak afwijkende maten. Oudere keukens hebben soms dikkere wanden of ongebruikelijke dieptes. Meet dus altijd de huidige situatie én de specificaties van je nieuwe apparaat. Twijfel je? Schakel een keukenexpert in, zeker bij combinaties zoals een oven met magnetron, waarbij elk detail telt.

En tot slot: de allerbelangrijkste stap

Het klinkt als een open deur, maar het voorkomt de meeste problemen: meet altijd twee keer! Schrijf je maten op en leg ze naast de officiële productspecificaties. Let daarbij op details als verstelbare voetjes, uitsparingen voor de deur of een uitschuifbaar bedieningspaneel. Zo weet je zeker dat jouw nieuwe inbouwapparaat niet alleen technisch past, maar ook mooi aansluit bij de rest van je keuken. Want uiteindelijk draait het om één ding: alles moet kloppen – tot op de millimeter.