ID.nl logo
Scherp, groot en snel: 3 oledmonitors vergeleken
Huis

Scherp, groot en snel: 3 oledmonitors vergeleken

We hebben de laatste tijd de nodige nieuwe oledschermen voorbij zien komen, van supersnelle 27inch-modellen tot extra grote 34- en 49inch-ultrawides. Maar waar we op zaten te wachten, was een monitor die het beste van alle werelden zou combineren: een hoge resolutie, lekker groot én supersnel. En precies dat brengt Samsung in de vorm van een 32inch-scherm nu op de markt. Wij hebben drie nieuwe monitors met dit scherm getest.

Eindelijk! Een oledscherm dat het beste van alles biedt: hoge resolutie, groot en snel. We hebben drie monitors met dit scherm getest:

  • Alienware AW3225QF
  • MSI MPG 321URX QD-OLED
  • ASUS ROG Swift OLED PG32UCDM

Lees ook onze eerdere test over oledmonitors: Elf oledschermen voor de pc getest: wel of niet kopen?

Samsungs nieuwe QD-oledscherm is op papier de basis voor de ultieme monitor en combineert het 32inch-formaat met een 4K-resolutie en 240Hz-verversingssnelheid. De reeds bestaande 27inch-monitors met 1440p-resolutie en 240Hz-verversingssnelheid zijn technisch uitstekend, maar een maatje groter kan geen kwaad. Als je echt productief wilt zijn of bijvoorbeeld creatief werkt doet, is de 4K-resolutie (3840 × 2160 pixels) van deze nieuwe schermen simpelweg superieur.

Hetzelfde geldt voor de vergelijking met de ultrawides. Die zijn technisch eveneens indrukwekkend, maar ondanks dat het totale aantal pixels daar hoger ligt, is de verticale resolutie van 1440p voor veel gebruikers een beperking die je liever niet hebt. Daarbij geldt voor gamers dat niet elke game goed omgaat met een 21:9-beeldverhouding, iets waar je met een 4K-monitor met 16:9-beeldverhouding geen last van hebt. Ook is 240 Hz nog net wat sneller en soepeler dan de verversingssnelheid van 144 tot 175 Hz die we aantreffen op de ultrawides.

Scherper

Een bijkomend voordeel is dat de combinatie 32 inch en 4K een betere scherpte geeft dan een 27 inch en 1440p: circa 140 PPI versus 110 PPI. Scherpte is wenselijk voor productiviteit, immersie en vermindert een van de grotere nadelen van QD-oledschermen: color fringing. Samsung QD-oledschermen hebben de subpixels in een driehoekje staan. Omdat ze daarmee afwijken van de standaard worden sommige fijne details niet altijd perfect weergegeven. Dat is niet iets wat je merkt in games en films, maar voor grafische ontwerpers waarvan pixel-perfectie wordt verwacht, is het wel iets om rekening mee te houden. Deze 32inch-modellen doen dat aanzienlijk beter.

Voordelen van oled

De inherente voordelen van oled zijn bij deze drie nieuwe 32inch-modellen natuurlijk niet anders dan bij eerdere monitors: contrast, kleurprestaties, piekhelderheden en snelheid. De beeldkwaliteit wordt dan ook over het algemeen als fantastisch ervaren. De belangrijkste reden daarvan is dat in een oledscherm elke individuele pixel zijn eigen lichtbron is. Zo is zwart echt zwart, en heb je een superieur contrast.

De kleurweergave is ook uitzonderlijk goed. Dit is een vlak waarop echte top lcd-schermen zich wel kunnen meten, maar de huidige (QD)-oledschermen hebben allemaal een zeer ruim kleurbereik (ook wide color gamut genoemd) en ze worden direct uit de fabriek al goed gekalibreerd. We zien soms kleine verschillen, maar ze zijn vrijwel altijd allemaal uitstekend te noemen.

Kijk je veel content (films en series, maar ook voor games gaat dit op), dan is een goede HDR-weergave belangrijk. Dat vereist naast een goed contrast en mooie kleuren ook een hoge piekhelderheid. Al deze oledschermen pieken boven de 900 nits, typische lcd-schermen komen zelden boven de 400.

Voor gamers is ook de snelheid waardevol: oledschermen reageren praktisch zonder vertraging. Waar een typische lcd-monitor er ergens tussen de 5 (goed) en 25 (matig) milliseconden over doet om van kleur of grijstint te veranderen (slechts enkele high-end-monitors scoren tussen de 2 en 5 ms), doet een oledmonitor die transitie veelal tussen de 0,5 en 1 ms. Dat maakt snel bewegende beelden op oledmonitors beter om te volgen, maar geeft ook competitieve voordelen; je kunt immers sneller reageren.

Benieuwd naar oledmonitors?

Je vindt een keur aan modellen op bol

Nadelen van oled

Hoewel oled over het algemeen als het mooiste beeld wordt beschouwd, zijn er wel degelijk wat nadelen en risico’s. Het voornaamste probleem is burn-in. En hoewel LG en Samsung heel hard hun best doen om dit onderwerp te vermijden, blijft het een feit dat een oledmonitor bij zeer langdurige statische beelden in kan branden, daarvoor is genoeg bewijs te vinden. Gelukkig komen deze drie nieuwe monitors met verschillende beschermingsmechanismen en drie jaar garantie (ook) tegen burn-in, maar de (kleine) kans bestaat dus dat je prijzige investering na drie jaar aan vervanging toe kan zijn.

Een ander minpunt van alle LG oled- en Samsung QD-oledschermen is de eerder genoemde subpixel-layout. De hogere dpi maakt het weliswaar minder zichtbaar, maar niet onzichtbaar. Het blijft aanwezig voor een oplettend oog en de kanttekening blijft op zijn plaats dat creatieve professionals dit soort schermen beter eerst zelf ervaren voordat ze er zo maar 1100 tot 1500 euro aan uitgeven.

Oled flikkert? Alle LG oled- en Samsung QD-oledmonitors tonen een dip in de helderheid op elke transitie. Het gros van de gebruikers merkt daar niets van, maar een klein aantal gebruikers ervaart het als een vermoeiend voor de ogen. Het is dan ook raadzaam om een keer een oledscherm in de praktijk te ervaren voordat je er dagelijks uren naar gaat kijken.

Alienware AW3225QF

Hoewel het gebruikte Samsung QD-oledscherm in de drie geteste exemplaren identiek is, wijken de monitors desondanks qua uitstraling en uitvoering flink af.

Zo is de Alienware AW3225QF de enige met een curved scherm, waar de andere een platte variant hebben. Of dat een voor- of nadeel is, moet de gebruiker zelf ervaren, maar wij vinden een kromming in kleinere formaten onnodig en in echt grotere formaten juist wenselijk. Een 32inch-scherm zit daar er een beetje tussenin. Het kan een meerwaarde zijn als je vooral games speelt en films kijkt terwijl je dichtbij zit, maar sommige beeldbewerkers prefereren een vlak scherm.

Het ontwerp zelf is ook een kwestie van smaak. Alienware kiest voor een vrij futuristische, grotendeels witte uitstraling met grote, verlichte letters en een logo achterop. Zelfs met de verlichting uit is het een opvallende verschijning.

De basisprestaties, en zaken als contrast, kleurbereik en reactietijden van de geteste modellen ontlopen elkaar weinig. De kleurafstelling in de standaard- en in de sRGB-modus is overal ook gewoon keurig in orde. Let er wel op dat je een firmware-update uitvoert, want de eerste firmware-versies hadden een matige sRGB-kleurweergave.

Wat mogelijkheden betreft heeft Alienware een paar duidelijke voor- en nadelen. Het unieke voordeel is de ondersteuning voor Dolby Vision. Dit wordt in Windows matig ondersteund, maar geeft wel een betere HDR-ervaring wanneer je spelcomputers of andere apparaten zoals mediaspelers wilt gebruiken.

Daar staat echter tegenover dat de Alienware als enige van de drie voorzien is van een fan voor actieve koeling. Die blijft ook tijdens de meest intensieve testen vooralsnog stil, maar we zijn geen fan (pun intended) van onnodige bewegende onderdelen in onze monitors. Ook ontbreekt een usb-c-ingang met power delivery om laptops met een enkele kabel aan te sluiten en te laden. Een gemiste kans voor iedereen die zijn monitor in combinatie met de werklaptop wil gebruiken.

Alienware heeft echter een zeer belangrijke troef in handen, en dat is de prijs. Op het moment van schrijven is de AW3225QF bij Dell (waar Alienware onderdeel van is) te koop voor iets meer dan 1000 euro, waar de andere twee minimaal 1400 euro kosten. De kleine verschillen in de meetresultaten wegen niet op tegen dat prijsvoordeel, wat de AW3225QF een zeer interessante optie maakt. Of je moet echt geen curved scherm willen, niet zonder usb-c kunnen, of gebruik willen maken van mogelijkheden die andere schermen bieden.

Pluspunten

  • Fantastisch scherm

  • Laagste prijs tijdens testperiode

  • Dolby Vision-support

  • Gebogen voor gamers

Minpunten

  • Geen usb-c

  • Actieve fan

  • Niet de meest uitgebreide OSD-opties

Alienware AW3225QF

De goedkoopste 32inch-oledmonitor

MSI MPG 321URX QD-OLED

Vergeleken met de futuristische Alienware is de MSI MPG 321URX opvallend ingetogen, zeg maar gerust zakelijk vormgegeven. Iets dat door veel gebruikers eerder als een voordeel gezien wordt. De constructie is niet uitzonderlijk hoogwaardig, zeker niet als je de ASUS-monitor ernaast hebt staan, maar het is stevig genoeg om ermee door te kunnen.

MSI scoort naast het ingetogen ontwerp ook op andere punten als het op professioneel gebruik aankomt. De fabrikant biedt zowel een sRGB-, P3- als een AdobeRGB-profiel, alle met voldoende accurate kalibratie voor (semi)professioneel gebruik. Iedereen die echt perfecte kalibratie nodig heeft, zal elke monitor met enige regelmaat zelf kalibreren.

De keuze voor een plat scherm is volgens ons voor productiviteit en creativiteit zeker een voordeel en MSI voegt ook een usb-c-ingang toe die oplaadt met 90 watt. Als je jouw krachtige moderne laptop met één kabel wilt gebruiken en laden tegelijk, dan biedt MSI daar de beste aansluiting voor. Bij de Alienware ontbreekt usb-c en de ASUS biedt, afhankelijk van de instelling, minder vermogen.

Wat betreft de gebruikservaring zit MSI een beetje tussen de Alienware en de ASUS in. Net als hun Taiwanese collega’s van ASUS ligt de focus op het toevoegen van meer mogelijkheden, Alienware houdt die extra opties, net als andere Dell-monitors, vaak net wat beperkter. MSI is de jongere fabrikant als het op monitors aankomt en dat merk je hier en daar in de OSD-, software- en app-ervaring.

Pluspunten

  • Fantastisch scherm

  • Usb-c met 90 watt

  • Passief gekoeld

Minpunten

  • OSD en software kan beter

MSI MPG 321URX QD-OLED

Zakelijk, ingetogen en gemiddeld

MEG, MPG of MAG? MSI toonde op CES in Las Vegas drie monitors met ditzelfde QD-oledscherm. De MPG die wij hebben getest is de middelste van de drie. De MAG-variant heeft minder mogelijkheden, maar ook een lagere prijs. De duurdere MEG biedt dezelfde mogelijkheden als de MPG, maar heeft een AI-functie die op het scherm elementen kan toevoegen. Bijvoorbeeld door in games duidelijkere visuele indicators te geven waar de tegenstander zich bevindt op basis van wat de monitor op de kaart of via andere aanwijzingen detecteert. Interessant, maar omdat applicaties dat niet herkennen, levert dit de monitor hier en daar al de naam cheater-monitor op.

ASUS ROG Swift OLED PG32UCDM

ASUS’ eerste monitor met dit scherm wordt niet uitgebracht in de professionele ProArt-lijn, maar in de high-end gaming ROG-lijn. Vandaar die agressief ogende voet, opvallende RGB-verlichting in de vorm van een matrix-lay-out achterop, RGB in de voet, plus een logoprojector in de basis.

Het is echter niet alleen maar show bij ASUS. De bouw en afwerking is hier het best, en ASUS toont de meeste ervaring te hebben met dit soort schermen door de meest complete (en fijnst werkende) OSD en software te bieden. Ook biedt ASUS als enige 120Hz-BFI (Black-Frame-Insertion), een feature die door een selecte groep gamers als wenselijk ervaren wordt.

De passieve werking zonder fan wordt vermoedelijk door iedereen als wenselijk ervaren, net als de toevoeging van usb-c met power delivery, zij het dat deze alleen 90 watt aankan als je de helderheid limiteert; een vreemde keuze die getuige de MSI-implementatie eigenlijk niet had gehoeven.

Net als met de 27- en 34inch-modellen is ASUS in staat om iets meer helderheid uit hetzelfde scherm te knijpen, al zijn de verschillen bij de 32inch-monitors eigenlijk te klein om significant te noemen. Hetzelfde geldt voor de afstelling van de kleuren; bij vorige modellen konden fabrikanten zich daar nog enigszins mee onderscheiden, deze schermen lijken allemaal al geoptimaliseerd de fabriek te hebben verlaten.

Zoals vaker is het probleem bij ASUS ROG-producten dat je er een meerprijs voor betaalt. Zaken als constructie, ontwerp, BFI-modus, OSD en software kunnen dan wel overtuigen, maar het gat met Alienware is aanzienlijk. Zeker gezien het feit dat de kleine verschillen in de beeldervaring niet heel relevant zijn; wat inhoudt dat je wel heel bewust meer wilt betalen voor genoemde pluspunten.

Pluspunten

  • Fantastisch scherm

  • Meest volwassen OSD en software

  • Passief gekoeld

  • Nipt de beste afstelling

Minpunten

  • Hoge prijs

ASUS ROG Swift OLED PG32UCDM

Beste, maar duurste monitor

Prijzen zakken snel Alle geteste monitors zijn pas net op de markt, dat betekent dat je er nu vaak de hoofdprijs voor betaalt. Kijken we naar de prijzen van (QD-)oledmonitors uit 2023, dan zien we dat die heel hard gezakt zijn. Betaalde je begin 2023 nog zo’n 1300 à 1400 euro voor een 34inch-monitor met 3440 × 1440p, inmiddels ben je er nog geen 800 euro aan kwijt. Het is niet zeker dat de door ons geteste monitors hetzelfde patroon zullen volgen, maar de onderlinge concurrentie is al sterk en LG komt in 2024 ook nog met een soortgelijk scherm uit. Wat ons betreft is er dus een grote kans dat je later in 2024 aanzienlijk minder voor deze monitors betaalt.

Conclusie

Het staat niet ter discussie dat dit nieuwe 32inch-scherm de basis vormt voor het ultieme game- én allroundscherm van dit moment. De specificaties zijn top en de schermen rollen praktisch perfect afgesteld van de band. Dat betekent dat er bijna niks mis kan gaan, maar ook dat het voor de fabrikanten moeilijk is om zich echt te onderscheiden. Ben je niet iemand die regelmatig met de instellingen aan de slag gaat en wil je gewoon een topscherm met een goede kleurkalibratie en overtuigend beeld? Dan is de prijs eigenlijk leidend en is de Alienware op het moment van schrijven het meest interessant.

Verschillen zijn er echter wel. Alienware biedt als enige Dolby Vision, terwijl ASUS en MSI weer een usb-c-aansluiting hebben. MSI is dankzij het hogere vermogen op dat punt het meest interessant en heeft bovendien een AdobeRGB-profiel.

De monitors zien er allemaal compleet anders uit. MSI en ASUS zijn plat terwijl Alienware een gebogen scherm heeft. Als je juist heel fanatiek zaken in de menu’s wilt aanpassen, dan is ASUS het meest aantrekkelijk op de voet gevolgd door Alienware met MSI dit keer achteraan.

Voor ieder wat wils dus, met de kanttekening dat de prijzen vermoedelijk nog wel zullen dalen en naar elkaar toe zullen trekken. Awards uitdelen is dan ook lastig. Er is niet één scherm in alles het beste en een redactietip die rekening houdt met de scherpste prijs durven we ook niet aan. Houd de prijzen dus goed in de gaten en onthoud: met alle door ons geteste exemplaren haal je een topmonitor in huis.

▼ Volgende artikel
Zó overleef je Oud & Nieuw (zónder oliebollencoma of opgeblazen gevoel)
© Sara Winter
Gezond leven

Zó overleef je Oud & Nieuw (zónder oliebollencoma of opgeblazen gevoel)

Het is bijna zo ver: Oud & Nieuw. Het vuurwerk knalt, de champagne vloeit en de tafels staan vol met oliebollen, appelflappen en ander lekkers. Maar hoe overleef je dit feest zonder vroegtijdig in een voedselcoma te liggen? Met deze tips begin jij fris en vrolijk aan het nieuwe jaar!

Oud & Nieuw-overlevings-stappenplan:

  1. Start je dag goed
  2. De juiste volgorde maakt verschil
  3. Kleine hapjes, groot plezier
  4. Dans je fit
  5. Feestelijke drankjes zonder alcohol
  6. Zoek afleiding
  7. Vergeet niet te drinken (water!)
  8. Slim omgaan met je toetje
  9. Geniet bewust**

Lees ook: Oliebollen in de airfryer: dit moet je absoluut (niet) doen

Tip 1: Start je dag goed

Of je om 23.55 met een suikerdip op de bank belandt, hangt niet alleen af van je avond, maar van alle keuzes die je overdag maakt. Begin daarom met een stevig en gezond ontbijt. Laat de havermout of Nutella-boterham een keer staan en kies voor een hartig ontbijt. Zo blijft je bloedsuikerspiegel stabiel, heb je langer een verzadigd gevoel en voorkom je de welbekende energiedip.

Tip 2: De juiste volgorde maakt verschil

Eet je eerst vezels, daarna eiwitten en pas als laatste koolhydraten, dan blijft je bloedsuikerspiegel beter in balans. Begin bijvoorbeeld met groenten zoals broccoli of salade, eet daarna vlees en sluit af met rijst of aardappelen. Zo voorkom je dat je met honger aan de oliebollen begint.

Lees ook: Calorieën, koolhydraten, eiwitten en vetten: hoe zit dat nou eigenlijk allemaal?

Tip 3: Kleine hapjes, groot plezier

Houd het tijdens het feest rustig en geniet bewust van wat je eet. Eet kleine porties en probeer af te wisselen met gezonde opties zoals groentesnacks met humus of vers fruit. Zo blijf je in balans en geniet je toch volop van het feest.

©petrrgoskov

Tip 4: Dans je fit

Dansen is een geweldige manier om calorieën te verbranden én plezier te hebben. Dus gooi die heupen los en dans het nieuwe jaar in! En kijk dan op 1 januari eens voor de lol bij de stappenteller op je smartwatch. Wedden dat je onwijs veel 'stappen' hebt gezet tijdens het dansen? Kijk, dat is nog eens gezond het nieuwe jaar beginnen!

Tip 5: Feestelijke drankjes zonder alcohol

Als je de hele avond wijn, bier of cocktails drinkt, kan de alcohol er ineens in kicken. Wissel daarom af met alcoholvrije versies van je favoriete drankjes. Mocktails zijn tegenwoordig helemaal in en minstens zo feestelijk uit als het origineel. Bovendien zitten er vaak veel minder calorieën: je maakt ze makkelijk met bruisend water, vers fruit en kruiden. Proost! P.S. Op zoek naar recepten? In dit boek vind je er 100!

Tip 6: Zoek afleiding

Wordt de verleiding te groot? Zoek een sociale afleiding. Klets met anderen, speel een spelletje of ga dansen – liefst zo ver mogelijk van de snacktafel vandaan 😉. Blijf niet op de bank hangen, dat maakt je alleen maar slaperig.

©Vorona | Liubomir

Tip 7: Vergeet niet te drinken (water bedoelen we!)

Tijdens de feestdagen genieten van een biertje of wijntje is heel normaal. Zorg er wel voor dat je tussendoor voldoende water of thee drinkt. Zo blijf je gehydrateerd, vul je je maag een beetje en voorkom je dat je te veel gaat snacken.

Tip 8: Slim omgaan met je toetje

Een energiedip ontstaat vaak door te veel suiker. Denk daarom goed na over het moment waarop je een dessert of oliebol eet. Direct na het avondeten kan slim zijn, omdat je lichaam nog bezig is met de vertering van je maaltijd. Een andere optie is om die appelflap pas na middernacht te nemen. Zo voorkom je dat je vlak voor het hoogtepunt van het feest in een dip raakt.

©GalakticDreamer

Tip 9: Geniet bewust

Het draait om genieten, maar met mate. Eten en drinken zijn niet het belangrijkste: het is vooral een tijd om samen te zijn en te vieren. Geniet van het gezelschap en de festiviteiten!

Dus daar heb je het: jouw ultieme gids om oud & nieuw te overleven zonder in een voedselcoma te belanden. Geniet van het feest, dans, lach en proost op een sprankelend nieuw jaar!

Watch on YouTube
▼ Volgende artikel
Zelf oliebollen bakken of oliebollen kopen: wat is voordeliger?
© Sara Winter
Huis

Zelf oliebollen bakken of oliebollen kopen: wat is voordeliger?

De laatste dagen van het jaar brengen vaak dezelfde vraag met zich mee: bakken we zelf oliebollen of halen we ze bij de kraam? Voor veel mensen is het bakken van oliebollen een gezellige traditie. Het huis ruikt heerlijk en zelf maken is vaak een stuk voordeliger. Maar hoeveel bespaar je eigenlijk als je zelf 40 oliebollen bakt in plaats van ze te kopen?

🍪In dit artikel rekenen we uit wat voordeliger is: zelf oliebollen bakken of ze bij de kraam halen. Spoiler alert: zelf bakken is voordeliger – we laten je ook zien hoeveel je precies kunt besparen!

Lees ook: Oliebollen in de airfryer: ja of nee?


Wat betaal je bij de kraam?

Oliebollen van een kraam kosten doorgaans tussen de 1,25 euro en 1,50 euro per stuk. Voor 40 stuks betekent dat een bedrag tussen de 50 euro en 60 euro.


Zelf bakken: wat kost dat?

Zelf bakken brengt drie kostenposten met zich mee: de ingrediënten, olie en elektriciteit. Zo ziet dat eruit:

Ingrediënten

Oliebollenmix: Eén pak kost gemiddeld 1,85 euro en levert ongeveer 20 oliebollen. Voor 40 stuks heb je twee pakken nodig, samen goed voor 3,70 euro.

Rozijnen: 500 gram rozijnen is ruim voldoende en kost je 2,00 euro.

Zonnebloemolie: Een frituurpan van normaal formaat gebruikt ongeveer 4 liter olie, wat je rond de 6,00 euro kost.

Elektriciteit

De frituurpan speelt ook een rol in de kosten. Een pan met een vermogen van 2.500 watt verbruikt per uur 2,5 kWh aan stroom. Het bakken van 40 oliebollen duurt ongeveer een uur. Met een gemiddelde stroomprijs van 0,30 euro per kWh (bron: ANWB) komt dit uit op 0,75 euro.

Totaal betaal je dus 3,70 euro + 2,00 euro + 6,00 euro + 0,75 euro = 12,45 euro voor 40 zelfgebakken oliebollen.

Hoeveel bespaar je?

Vergelijk je dit met de kraam, dan bespaar je dus ongeveer tussen de 37 en 47 euro euro. Naast de lagere kosten heb je ook controle over wat je in je oliebollen stopt: meer of minder rozijnen, of misschien iets heel anders (zie kader).

Wat als de stroomprijs hoger ligt?

De kosten voor elektriciteit kunnen verschillen per contract en leverancier. Stel, de stroomprijs ligt hoger dan 0,30 euro per kWh. Dit zijn de mogelijke kosten bij verschillende prijzen:

Stroomprijs per kWh Kosten voor 1 uur (2,5 kWh)

Stroomprijs per kWhKosten voor 1 uur (2,5 kWh
0,35 euro0,88 euro
0,40 euro1,00 euro
0,45 euro1,13 euro

Zelfs met een hogere stroomprijs blijven de totale kosten voor zelf bakken aanzienlijk lager dan bij de kraam.

🍎🌰🍫🍊WAT KUN JE NOG MEER IN JE OLIEBOLLEN STOPPEN?

Rozijnen zijn de klassieker, maar je kunt eindeloos variëren met vullingen om je oliebollen extra lekker te maken: • Stukjes appel: Voor een frisse, fruitige bite. • Gehakte noten: Zoals walnoten of amandelen voor een knapperige twist. • Chocoladestukjes: Smelten heerlijk in het beslag tijdens het bakken. • Kaneel: Voor een warme, kruidige smaak. • Oranje zest: Geeft een subtiele citrusfrisse smaak. Met deze toevoegingen geef je je oliebollen een persoonlijke touch, helemaal afgestemd op jouw smaak.

Of toch naar de kraam?

Oliebollen halen bij een kraam heeft natuurlijk ook zo zijn voordelen. Je hoeft zelf niet in de keuken te staan, geen beslag te maken of met hete olie te werken. Het is simpelweg een kwestie van bestellen en genieten. Bovendien biedt de kraam vaak meer variatie qua vullingen en kun je er ook appelflappen of berlinerbollen halen. Helemaal als iedereen thuis een andere smaak heeft (5 met krenten, 5 zonder, 5 met dit, 5 met dat) is kopen in plaats van zelf bakken makkelijker. Ook als je maar een paar oliebollen nodig hebt, is naar de kraam gaan vaak handiger. En niet onbelangrijk: je huis blijft vrij van vetlucht.

©PixelBiss - stock.adobe.com

Vergelijking: kraam versus zelf bakken

KostenpostOliebollenkraamZelf bakken
Oliebollen (40 st.)50,00 euro - 60,00 euroN.v.t.
OliebollenmixN.v.t.3,70 euro
RozijnenN.v.t.2,00 euro
ZonnebloemolieN.v.t.6,00 euro
ElektriciteitN.v.t.0,75 euro
Totaal50,00 euro - 60,00 euro12,45 euro

De moeite waard?

Zelf bakken vergt iets meer tijd en voorbereiding, maar het levert een flinke besparing op. Bovendien kun je zelf bepalen wat je erin stopt: meer rozijnen, stukjes appel of een vleugje kaneel? Het enige wat je nodig hebt is een frituurpan, een beetje geduld en een goed recept. En met de besparing op 40 oliebollen houd je misschien nog wel genoeg over voor een fles champagne om het nieuwe jaar in te luiden!