ID.nl logo
Scherp, groot en snel: 3 oledmonitors vergeleken
© 楊又嘉;Corax Yang;coraxyang@gmail.com
Huis

Scherp, groot en snel: 3 oledmonitors vergeleken

We hebben de laatste tijd de nodige nieuwe oledschermen voorbij zien komen, van supersnelle 27inch-modellen tot extra grote 34- en 49inch-ultrawides. Maar waar we op zaten te wachten, was een monitor die het beste van alle werelden zou combineren: een hoge resolutie, lekker groot én supersnel. En precies dat brengt Samsung in de vorm van een 32inch-scherm nu op de markt. Wij hebben drie nieuwe monitors met dit scherm getest.

Eindelijk! Een oledscherm dat het beste van alles biedt: hoge resolutie, groot en snel. We hebben drie monitors met dit scherm getest:

  • Alienware AW3225QF
  • MSI MPG 321URX QD-OLED
  • ASUS ROG Swift OLED PG32UCDM

Lees ook onze eerdere test over oledmonitors: Elf oledschermen voor de pc getest: wel of niet kopen?

Samsungs nieuwe QD-oledscherm is op papier de basis voor de ultieme monitor en combineert het 32inch-formaat met een 4K-resolutie en 240Hz-verversingssnelheid. De reeds bestaande 27inch-monitors met 1440p-resolutie en 240Hz-verversingssnelheid zijn technisch uitstekend, maar een maatje groter kan geen kwaad. Als je echt productief wilt zijn of bijvoorbeeld creatief werkt doet, is de 4K-resolutie (3840 × 2160 pixels) van deze nieuwe schermen simpelweg superieur.

Hetzelfde geldt voor de vergelijking met de ultrawides. Die zijn technisch eveneens indrukwekkend, maar ondanks dat het totale aantal pixels daar hoger ligt, is de verticale resolutie van 1440p voor veel gebruikers een beperking die je liever niet hebt. Daarbij geldt voor gamers dat niet elke game goed omgaat met een 21:9-beeldverhouding, iets waar je met een 4K-monitor met 16:9-beeldverhouding geen last van hebt. Ook is 240 Hz nog net wat sneller en soepeler dan de verversingssnelheid van 144 tot 175 Hz die we aantreffen op de ultrawides.

Scherper

Een bijkomend voordeel is dat de combinatie 32 inch en 4K een betere scherpte geeft dan een 27 inch en 1440p: circa 140 PPI versus 110 PPI. Scherpte is wenselijk voor productiviteit, immersie en vermindert een van de grotere nadelen van QD-oledschermen: color fringing. Samsung QD-oledschermen hebben de subpixels in een driehoekje staan. Omdat ze daarmee afwijken van de standaard worden sommige fijne details niet altijd perfect weergegeven. Dat is niet iets wat je merkt in games en films, maar voor grafische ontwerpers waarvan pixel-perfectie wordt verwacht, is het wel iets om rekening mee te houden. Deze 32inch-modellen doen dat aanzienlijk beter.

Voordelen van oled

De inherente voordelen van oled zijn bij deze drie nieuwe 32inch-modellen natuurlijk niet anders dan bij eerdere monitors: contrast, kleurprestaties, piekhelderheden en snelheid. De beeldkwaliteit wordt dan ook over het algemeen als fantastisch ervaren. De belangrijkste reden daarvan is dat in een oledscherm elke individuele pixel zijn eigen lichtbron is. Zo is zwart echt zwart, en heb je een superieur contrast.

De kleurweergave is ook uitzonderlijk goed. Dit is een vlak waarop echte top lcd-schermen zich wel kunnen meten, maar de huidige (QD)-oledschermen hebben allemaal een zeer ruim kleurbereik (ook wide color gamut genoemd) en ze worden direct uit de fabriek al goed gekalibreerd. We zien soms kleine verschillen, maar ze zijn vrijwel altijd allemaal uitstekend te noemen.

Kijk je veel content (films en series, maar ook voor games gaat dit op), dan is een goede HDR-weergave belangrijk. Dat vereist naast een goed contrast en mooie kleuren ook een hoge piekhelderheid. Al deze oledschermen pieken boven de 900 nits, typische lcd-schermen komen zelden boven de 400.

Voor gamers is ook de snelheid waardevol: oledschermen reageren praktisch zonder vertraging. Waar een typische lcd-monitor er ergens tussen de 5 (goed) en 25 (matig) milliseconden over doet om van kleur of grijstint te veranderen (slechts enkele high-end-monitors scoren tussen de 2 en 5 ms), doet een oledmonitor die transitie veelal tussen de 0,5 en 1 ms. Dat maakt snel bewegende beelden op oledmonitors beter om te volgen, maar geeft ook competitieve voordelen; je kunt immers sneller reageren.

Oledschermen zijn door hun snelle reactietijden zeer geschikt voor gamen.

Benieuwd naar oledmonitors?

Je vindt een keur aan modellen op bol

Nadelen van oled

Hoewel oled over het algemeen als het mooiste beeld wordt beschouwd, zijn er wel degelijk wat nadelen en risico’s. Het voornaamste probleem is burn-in. En hoewel LG en Samsung heel hard hun best doen om dit onderwerp te vermijden, blijft het een feit dat een oledmonitor bij zeer langdurige statische beelden in kan branden, daarvoor is genoeg bewijs te vinden. Gelukkig komen deze drie nieuwe monitors met verschillende beschermingsmechanismen en drie jaar garantie (ook) tegen burn-in, maar de (kleine) kans bestaat dus dat je prijzige investering na drie jaar aan vervanging toe kan zijn.

Een ander minpunt van alle LG oled- en Samsung QD-oledschermen is de eerder genoemde subpixel-layout. De hogere dpi maakt het weliswaar minder zichtbaar, maar niet onzichtbaar. Het blijft aanwezig voor een oplettend oog en de kanttekening blijft op zijn plaats dat creatieve professionals dit soort schermen beter eerst zelf ervaren voordat ze er zo maar 1100 tot 1500 euro aan uitgeven.

Oled flikkert? Alle LG oled- en Samsung QD-oledmonitors tonen een dip in de helderheid op elke transitie. Het gros van de gebruikers merkt daar niets van, maar een klein aantal gebruikers ervaart het als een vermoeiend voor de ogen. Het is dan ook raadzaam om een keer een oledscherm in de praktijk te ervaren voordat je er dagelijks uren naar gaat kijken.

Een oledscherm toont regelmatig een dip in de helderheid.

Alienware AW3225QF

Hoewel het gebruikte Samsung QD-oledscherm in de drie geteste exemplaren identiek is, wijken de monitors desondanks qua uitstraling en uitvoering flink af.

Zo is de Alienware AW3225QF de enige met een curved scherm, waar de andere een platte variant hebben. Of dat een voor- of nadeel is, moet de gebruiker zelf ervaren, maar wij vinden een kromming in kleinere formaten onnodig en in echt grotere formaten juist wenselijk. Een 32inch-scherm zit daar er een beetje tussenin. Het kan een meerwaarde zijn als je vooral games speelt en films kijkt terwijl je dichtbij zit, maar sommige beeldbewerkers prefereren een vlak scherm.

Het ontwerp zelf is ook een kwestie van smaak. Alienware kiest voor een vrij futuristische, grotendeels witte uitstraling met grote, verlichte letters en een logo achterop. Zelfs met de verlichting uit is het een opvallende verschijning.

De basisprestaties, en zaken als contrast, kleurbereik en reactietijden van de geteste modellen ontlopen elkaar weinig. De kleurafstelling in de standaard- en in de sRGB-modus is overal ook gewoon keurig in orde. Let er wel op dat je een firmware-update uitvoert, want de eerste firmware-versies hadden een matige sRGB-kleurweergave.

Wat mogelijkheden betreft heeft Alienware een paar duidelijke voor- en nadelen. Het unieke voordeel is de ondersteuning voor Dolby Vision. Dit wordt in Windows matig ondersteund, maar geeft wel een betere HDR-ervaring wanneer je spelcomputers of andere apparaten zoals mediaspelers wilt gebruiken.

Daar staat echter tegenover dat de Alienware als enige van de drie voorzien is van een fan voor actieve koeling. Die blijft ook tijdens de meest intensieve testen vooralsnog stil, maar we zijn geen fan (pun intended) van onnodige bewegende onderdelen in onze monitors. Ook ontbreekt een usb-c-ingang met power delivery om laptops met een enkele kabel aan te sluiten en te laden. Een gemiste kans voor iedereen die zijn monitor in combinatie met de werklaptop wil gebruiken.

Alienware heeft echter een zeer belangrijke troef in handen, en dat is de prijs. Op het moment van schrijven is de AW3225QF bij Dell (waar Alienware onderdeel van is) te koop voor iets meer dan 1000 euro, waar de andere twee minimaal 1400 euro kosten. De kleine verschillen in de meetresultaten wegen niet op tegen dat prijsvoordeel, wat de AW3225QF een zeer interessante optie maakt. Of je moet echt geen curved scherm willen, niet zonder usb-c kunnen, of gebruik willen maken van mogelijkheden die andere schermen bieden.

Pluspunten

  • Fantastisch scherm

  • Laagste prijs tijdens testperiode

  • Dolby Vision-support

  • Gebogen voor gamers

Minpunten

  • Geen usb-c

  • Actieve fan

  • Niet de meest uitgebreide OSD-opties

Alienware AW3225QF

De goedkoopste 32inch-oledmonitor

MSI MPG 321URX QD-OLED

Vergeleken met de futuristische Alienware is de MSI MPG 321URX opvallend ingetogen, zeg maar gerust zakelijk vormgegeven. Iets dat door veel gebruikers eerder als een voordeel gezien wordt. De constructie is niet uitzonderlijk hoogwaardig, zeker niet als je de ASUS-monitor ernaast hebt staan, maar het is stevig genoeg om ermee door te kunnen.

MSI scoort naast het ingetogen ontwerp ook op andere punten als het op professioneel gebruik aankomt. De fabrikant biedt zowel een sRGB-, P3- als een AdobeRGB-profiel, alle met voldoende accurate kalibratie voor (semi)professioneel gebruik. Iedereen die echt perfecte kalibratie nodig heeft, zal elke monitor met enige regelmaat zelf kalibreren.

De keuze voor een plat scherm is volgens ons voor productiviteit en creativiteit zeker een voordeel en MSI voegt ook een usb-c-ingang toe die oplaadt met 90 watt. Als je jouw krachtige moderne laptop met één kabel wilt gebruiken en laden tegelijk, dan biedt MSI daar de beste aansluiting voor. Bij de Alienware ontbreekt usb-c en de ASUS biedt, afhankelijk van de instelling, minder vermogen.

Wat betreft de gebruikservaring zit MSI een beetje tussen de Alienware en de ASUS in. Net als hun Taiwanese collega’s van ASUS ligt de focus op het toevoegen van meer mogelijkheden, Alienware houdt die extra opties, net als andere Dell-monitors, vaak net wat beperkter. MSI is de jongere fabrikant als het op monitors aankomt en dat merk je hier en daar in de OSD-, software- en app-ervaring.

Pluspunten

  • Fantastisch scherm

  • Usb-c met 90 watt

  • Passief gekoeld

Minpunten

  • OSD en software kan beter

MSI MPG 321URX QD-OLED

Zakelijk, ingetogen en gemiddeld

MEG, MPG of MAG? MSI toonde op CES in Las Vegas drie monitors met ditzelfde QD-oledscherm. De MPG die wij hebben getest is de middelste van de drie. De MAG-variant heeft minder mogelijkheden, maar ook een lagere prijs. De duurdere MEG biedt dezelfde mogelijkheden als de MPG, maar heeft een AI-functie die op het scherm elementen kan toevoegen. Bijvoorbeeld door in games duidelijkere visuele indicators te geven waar de tegenstander zich bevindt op basis van wat de monitor op de kaart of via andere aanwijzingen detecteert. Interessant, maar omdat applicaties dat niet herkennen, levert dit de monitor hier en daar al de naam cheater-monitor op.

ASUS ROG Swift OLED PG32UCDM

ASUS’ eerste monitor met dit scherm wordt niet uitgebracht in de professionele ProArt-lijn, maar in de high-end gaming ROG-lijn. Vandaar die agressief ogende voet, opvallende RGB-verlichting in de vorm van een matrix-lay-out achterop, RGB in de voet, plus een logoprojector in de basis.

Het is echter niet alleen maar show bij ASUS. De bouw en afwerking is hier het best, en ASUS toont de meeste ervaring te hebben met dit soort schermen door de meest complete (en fijnst werkende) OSD en software te bieden. Ook biedt ASUS als enige 120Hz-BFI (Black-Frame-Insertion), een feature die door een selecte groep gamers als wenselijk ervaren wordt.

De passieve werking zonder fan wordt vermoedelijk door iedereen als wenselijk ervaren, net als de toevoeging van usb-c met power delivery, zij het dat deze alleen 90 watt aankan als je de helderheid limiteert; een vreemde keuze die getuige de MSI-implementatie eigenlijk niet had gehoeven.

Net als met de 27- en 34inch-modellen is ASUS in staat om iets meer helderheid uit hetzelfde scherm te knijpen, al zijn de verschillen bij de 32inch-monitors eigenlijk te klein om significant te noemen. Hetzelfde geldt voor de afstelling van de kleuren; bij vorige modellen konden fabrikanten zich daar nog enigszins mee onderscheiden, deze schermen lijken allemaal al geoptimaliseerd de fabriek te hebben verlaten.

Zoals vaker is het probleem bij ASUS ROG-producten dat je er een meerprijs voor betaalt. Zaken als constructie, ontwerp, BFI-modus, OSD en software kunnen dan wel overtuigen, maar het gat met Alienware is aanzienlijk. Zeker gezien het feit dat de kleine verschillen in de beeldervaring niet heel relevant zijn; wat inhoudt dat je wel heel bewust meer wilt betalen voor genoemde pluspunten.

Pluspunten

  • Fantastisch scherm

  • Meest volwassen OSD en software

  • Passief gekoeld

  • Nipt de beste afstelling

Minpunten

  • Hoge prijs

ASUS ROG Swift OLED PG32UCDM

Beste, maar duurste monitor

Prijzen zakken snel Alle geteste monitors zijn pas net op de markt, dat betekent dat je er nu vaak de hoofdprijs voor betaalt. Kijken we naar de prijzen van (QD-)oledmonitors uit 2023, dan zien we dat die heel hard gezakt zijn. Betaalde je begin 2023 nog zo’n 1300 à 1400 euro voor een 34inch-monitor met 3440 × 1440p, inmiddels ben je er nog geen 800 euro aan kwijt. Het is niet zeker dat de door ons geteste monitors hetzelfde patroon zullen volgen, maar de onderlinge concurrentie is al sterk en LG komt in 2024 ook nog met een soortgelijk scherm uit. Wat ons betreft is er dus een grote kans dat je later in 2024 aanzienlijk minder voor deze monitors betaalt.

Conclusie

Het staat niet ter discussie dat dit nieuwe 32inch-scherm de basis vormt voor het ultieme game- én allroundscherm van dit moment. De specificaties zijn top en de schermen rollen praktisch perfect afgesteld van de band. Dat betekent dat er bijna niks mis kan gaan, maar ook dat het voor de fabrikanten moeilijk is om zich echt te onderscheiden. Ben je niet iemand die regelmatig met de instellingen aan de slag gaat en wil je gewoon een topscherm met een goede kleurkalibratie en overtuigend beeld? Dan is de prijs eigenlijk leidend en is de Alienware op het moment van schrijven het meest interessant.

Verschillen zijn er echter wel. Alienware biedt als enige Dolby Vision, terwijl ASUS en MSI weer een usb-c-aansluiting hebben. MSI is dankzij het hogere vermogen op dat punt het meest interessant en heeft bovendien een AdobeRGB-profiel.

De monitors zien er allemaal compleet anders uit. MSI en ASUS zijn plat terwijl Alienware een gebogen scherm heeft. Als je juist heel fanatiek zaken in de menu’s wilt aanpassen, dan is ASUS het meest aantrekkelijk op de voet gevolgd door Alienware met MSI dit keer achteraan.

Voor ieder wat wils dus, met de kanttekening dat de prijzen vermoedelijk nog wel zullen dalen en naar elkaar toe zullen trekken. Awards uitdelen is dan ook lastig. Er is niet één scherm in alles het beste en een redactietip die rekening houdt met de scherpste prijs durven we ook niet aan. Houd de prijzen dus goed in de gaten en onthoud: met alle door ons geteste exemplaren haal je een topmonitor in huis.

De tabel met alle testresultaten op een rijtje. Klik op de afbeelding voor een grotere weergave.

▼ Volgende artikel
Stappenplan: je wasmachine verhuizen
© Olga Yastremska, New Africa, Africa Studio
Huis

Stappenplan: je wasmachine verhuizen

Een wasmachine verhuizen doe je niet zomaar. Het apparaat is zwaar en kwetsbaar, en bij verkeerd transport kan er snel iets stukgaan. Met een goede voorbereiding en door het volgen van de juiste stappen voorkom je problemen en staat je wasmachine straks veilig in het nieuwe huis. Een kind kan de ...uhm was doen!

Stappenplan wasmachine verhuizen

Stap 1: Stroom eraf, water laten weglopen Stap 2: Transportbouten terugplaatsen Stap 3: Wasmachine goed verpakken Stap 4: Wasmachine veilig tillen en verplaatsen Stap 5: Wasmachine stabiel vervoeren Stap 6: Wasmachine aansluiten op het nieuwe adres

Ook interessant: 5 tips voor het inrichten van de ideale wasruimte

Stap 1: Stroom eraf, water laten weglopen

Open deur, maar: begin met het uitschakelen van de wasmachine. Trek de stekker uit het stopcontact en draai de kraan dicht. Wacht daarna even zodat de druk in de slang afneemt. Koppel de toevoerslang los en vang eventueel lekwater op in een emmer of teiltje. Haal ook de afvoerslang uit de afvoer en laat het restwater eruit lopen. In sommige machines blijft er nog water achter in de pomp of het filter. Open daarom het klepje aan de voorkant en draai het filter los. Laat het water rustig weglopen in een teiltje. Zorg dat je een dweil bij de hand houdt.

Stap 2: Transportbouten terugplaatsen

Bij de levering van een nieuwe wasmachine worden de transportbouten vaak meegeleverd, bijvoorbeeld in een apart zakje of bevestigd aan de achterkant. Zoek ze op voordat je gaat verhuizen. Deze bouten zorgen ervoor dat de trommel tijdens het vervoer niet kan bewegen. Door ze terug te plaatsen voorkom je schade aan de lagers en vering. Steek de bouten in de aangegeven openingen aan de achterkant en draai ze stevig vast.

©Kabardins photo - stock.adobe.com

Wat als je geen transportbouten meer hebt?

De transportbouten zijn speciaal ontworpen om de trommel stevig op zijn plek te houden. Zonder deze bouten loop je meer risico dat er iets kapot gaat aan het binnenwerk, zeker als de machine schuin komt te staan of hard wordt neergezet. Heb je ze niet meer? Dan kun je de trommel van binnenuit blokkeren met opgerolde handdoeken of een zachte deken. Zo voorkom je dat hij te veel beweegt tijdens transport. Wat je ook kunt doen is tijdig bij de winkel of fabrikant navragen of er ook losse transportbouten te koop zijn.

Stap 3: Wasmachine goed verpakken

Wikkel de wasmachine in dekens of bubbeltjesplastic. Daarmee voorkom je krassen op de behuizing en schade aan muren of deuropeningen tijdens het tillen. Plak snoeren en slangen vast met tape of bind ze op een andere manier aan de achterkant vast, zodat ze niet gaan bungelen of ergens achter blijven haken. Het deurtje hoeft niet op slot, maar zorg dat het niet opengaat tijdens het tillen of rijden. Afplakken met een stukje ducttape is vaak al genoeg.

Stap 4: Wasmachine veilig tillen en verplaatsen

Een wasmachine kan makkelijk 60 tot 80 kilo wegen. Ga je 'm tillen, doe dat dan met z'n tweeën. Gebruik bij voorkeur een steekwagen of meubelroller. Zorg dat je je rug recht houdt, til vanuit je benen en stem goed af met degene die meehelpt. Zet de machine niet scheef op een trap of helling, want dan kan de trommel alsnog verschuiven. Lukt tillen met twee personen niet, dan kun je vaak een steekwagen of transportkar huren bij een bouwmarkt of verhuurbedrijf.

Van boven naar beneden zonder lift

Staat je wasmachine op zolder of woon je in een appartementencomplex zonder lift? Dan is het handig om vooraf wat extra hulpmiddelen te regelen. Een stevige steekwagen met brede wielen helpt al veel. Er bestaan ook elektrische trappenkarren waarmee je de wasmachine makkelijk naar beneden kunt rijden — handig, maar die huur je meestal alleen via een professioneel verhuisbedrijf. Kun je de wasmachine niet via het trappenhuis vervoeren, dan is een verhuislift vanaf het balkon soms een oplossing. Die kun je huren via een bedrijf dat gespecialiseerd is in verhuisliften. Informeer daar tijdig, want soms heb je een vergunning nodig als de lift op de stoep komt te staan.

Stap 5: Wasmachine stabiel vervoeren

Zet de wasmachine rechtop in de bus of aanhanger, bij voorkeur tegen een wand. Leg er geen zware dozen of meubels bovenop. Zet de machine goed vast met spanbanden, zodat hij onderweg niet gaat schuiven of kantelen. Rijd rustig over drempels, neem bochten niet te scherp en rem niet te abrupt.

Stap 6: Wasmachine aansluiten op het nieuwe adres

Op de nieuwe plek pak je de wasmachine voorzichtig uit. Laat de machine een paar uur tot een dag rusten voordat je hem aansluit, vooral als hij gekanteld heeft gelegen. Haal de transportbouten eruit en bewaar ze voor een volgende keer. Sluit de watertoevoer en -afvoer weer aan, controleer op lekkage en steek de stekker in het stopcontact. Start eventueel eerst een spoelprogramma zonder was om te controleren of alles naar behoren werkt.

©Leonid Iastremskyi

▼ Volgende artikel
Review Dreame L40 Ultra AE – Bijna net zo compleet als zijn duurdere broer
© Wesley Akkerman
Huis

Review Dreame L40 Ultra AE – Bijna net zo compleet als zijn duurdere broer

De L40 Ultra AE richt zich op gebruikers die goede prestaties willen, zonder overbodige extra's. Voor een adviesprijs van 699 euro haal je een model met krachtige zuigkracht en slimme dweiltechniek in huis. Niet alles zit erin wat de 'duurdere broer' wel biedt, vooral qua zijborstel en bereik, maar in veel praktijksituaties is dat geen dealbreaker.

Uitstekend
Conclusie

De Dreame L40 Ultra AE is een slimme keuze, vooral voor huishoudens waar de vloer vol staat met meubels. Het grootste verschil met zijn duurdere broer is het ontbreken van de uitschuifbare zijborstel, waardoor hij minder goed in open hoeken en strak langs plinten schoonmaakt. Staan er op die plekken bij jou vooral meubels, dan merk je daar in de praktijk nauwelijks iets van. Je bespaart zo 200 tot 400 euro op een functie die je in jouw situatie toch nauwelijks zou gebruiken.

Plus- en minpunten
  • Meegeleverde borstel voor haren snijden
  • Weinig onderhoud
  • Goede navigatie
  • Uitschuifbare dweilpad
  • 200 tot 400 euro goedkoper dan L40 Ultra
  • Scherp geprijsd
  • Geen extra dweilpads
  • Kan strepen achterlaten
  • Basis vergt toch nog wat onderhoud
  • Stembediening niet in het Nederlands

In vergelijking met de voorganger, de Dreame L40 Ultra, kost de Dreame L40 Ultra AE 400 euro minder bij de introductie. Dat betekent niet dat er heel veel dingen op achteruit gegaan zijn. Sterker nog: sommige aspecten zijn juist verbeterd. Zo is de zuigkracht – wat ons betreft de belangrijkste eigenschap – sterk verbeterd. Daar waar de L40 Ultra 11.000 PA heeft, beschikt de AE-variant over 19.000 PA.  Bovendien wordt ook dit nieuwe model weer geleverd met twee borstels: de optilbare rubberen varianten en de zogenaamde TriCut Brush 3.0. Ook zit er wederom een borsteltje bij waarmee je snel haren verwijdert uit de robot.

Wanneer je de specificaties van beide modellen naast elkaar legt, is het goed kijken om de verschillen te zien. We noteren een iets grotere stofbak bij de AE (395 vs. 300 ml), maar het belangrijkste verschil zit hem echter de zijborstel. De L40 Ultra heeft een variant die naar buiten kan bewegen en daardoor veel beter hoeken en plinten meeneemt. De L40 Ultra AE moet het doen met een normale zijborstel, zonder uitschuifbare arm. Mogelijk missen er daardoor ook nog wat sensoren die hoeken 'zien'. Dit zou het prijsverschil tussen beide modellen kunnen verklaren.

©Wesley Akkerman

Een groot gemis?

Of zo'n uitschuifbare zijborstel echt een groot gemis is, hangt af van je situatie. Heb je veel hoeken in huis, wil je dat de plinten altijd schoon zijn of staat er weinig langs de muren? Dan kunnen we het ons voorstellen dat je het liefst voor de L40 Ultra of zelfs de X50 Ultra gaat (die nog een tweede zijborstel heeft). Maar als je huis vol staat met meubels en de robot toch al niet echt bij de muren of hoeken kan komen, dan zit daar geen meerwaarde in. In dat geval kun je dus gemakkelijk honderden euro's besparen.

In ons huis verschilt het: op sommige plekken staan wat meer meubels, maar op andere plekken rijdt de Dreame L40 Ultra AE soepel langs de muren, hoeken en plinten. Langs de muren gaat het allemaal prima; na het stofzuigen komen we geen viezigheid meer tegen. In de hoeken is dat nu een ander verhaal, omdat de robot gewoonweg die reikwijdte niet heeft. Dat is jammer, maar niet onoverkomelijk. Gezien de prijs en de overige functionaliteit tillen we hier minder zwaar aan. Want de rest gaat gewoon heel goed.

Capabele robotstofzuiger

Dat kan haast ook niet anders, omdat je in de basis nog steeds een zeer goed presterende robotstofzuiger in huis haalt. Als het op dweilen aankomt, regelt de Dreame L40 Ultra AE eigenlijk alles zelf. Het basisstation is voorzien van aparte tanks voor schoon en vuil water en een reservoir voor zeep. De robot bepaalt zelf de ideale mix van water en schoonmaakmiddel en navigeert dankzij de LiDAR-camera feilloos door de kamer. Het systeem houdt rekening met tapijt door de twee roterende dweilpads tijdig op te tillen. Stel je in de app in dat hij tegelijk moet stofzuigen en dweilen, dan tilt hij de pads onderweg op. Kies je ervoor dat hij eerst stofzuigt en daarna dweilt, dan laat hij de pads op de basis staan en blijft je vloerkleed gegarandeerd droog. Verder kun je ook niet-dweilen-zones aanmaken, waardoor de dweilpads dus nooit in aanraking hoeven te komen met het kleed. De L40 Ultra AE heeft gelukkig tapijtdetectie, waardoor je niet hoeft te gissen waar het kleed zich bevindt op de digitale kaart.

De kracht van de dweilprestaties zit hem in de details. Zo kan één van de twee roterende dweilpads naar buiten bewegen en strak langs plinten poetsen. Ondanks deze slimme functies is het resultaat niet altijd vlekkeloos. Een bekend nadeel zijn de dweilstrepen die soms zichtbaar blijven op de vloer. Ook vraagt het geautomatiseerde basisstation om regelmatig onderhoud om fris te blijven en moet je er rekening mee houden dat er geen reserveset dweilpads in de doos zit. Dit zijn kritiekpunten waar de voorgangers van dit model ook 'last' van hebben.

©Wesley Akkerman

Dreame L40 Ultra AE kopen?

De Dreame L40 Ultra AE is een slimme keuze, vooral voor huishoudens waar de vloer vol staat met meubels. Het grootste verschil met zijn duurdere broer is het ontbreken van de uitschuifbare zijborstel, waardoor hij minder goed in open hoeken en strak langs plinten schoonmaakt. Staan er op die plekken bij jou vooral meubels, dan merk je daar in de praktijk nauwelijks iets van. Je bespaart zo 200 tot 400 euro op een functie die je in jouw situatie toch nauwelijks zou gebruiken.

Voor de adviesprijs van 699 euro haal je nog steeds een zeer krachtige hulp in huis. De zuigkracht is namelijk verhoogd naar 19.000 PA en samen met de TriCut-borstel zorgt dat ervoor dat er bijna geen stof en haren meer op de grond liggen. Gecombineerd met de nog steeds uitstekende en zelfstandige dweilfunctie, levert de L40 AE derhalve betrouwbare prestaties af. Met dit product brengt Dreame een behoorlijk scherp geprijsde en capabele robotstofzuiger op de markt die waarschijnlijk zal aansluiten bij de behoeften van een grote doelgroep.